•MTW AMERSFOORTSCH DAGBLAD „de eemlander" «"SïïSS
FEUILLETON.
Een Liefdesdroom.
TWEEDE BLAD.
BINNENLAND.
wil tot bezuiniging. De motiveering in de me
morie van toelichting acht de commissie te
zwak om hierop alleen tot het scheppen van
een nieuwe instelling als de marincraad over
te gaan.
De commissie betoogt verder, dat de <-an-
kleve van dien raad, zooals uit art. 2 van hei
ontwerp blijkt, niet gering zal zijn. Zij ziet
hierin de outillage van eèrt volledige recht
bank, die uit den aard der zaak eveneens van
het noodige administratief en bedienend per
soneel voorzien zal worden.
ONDERSCHEIDINGEN.
Aan J. L. A. Odekerken, commissaris van
politie der gemeente Roermond, is verlof ver
leend tot het aannemen der hem geschonken
onderscheiding van ridder in de orde van het
Legioen van Eer van Frankrijk.
Aan mr. G. G. van der Hoeven, hoofdredac
teur van de „N. R. Ct" te Rotterdam, is verlof
verleend tot het aannemen van de hem ge
schonken onderscheiding van officier in de
orde van de Kroon van Roemenië.
lijk van een der andere opverenden, dat in Ja
nuari op Ameland aanspoelde, was, vermoede
lijk door natuurlijke oorzaken, bijna onherken
baar.
Voorzitter: Hebben jelui wel eens onaange
naamheden?
Getuige: Onaangenaamheden, dat zijn dage-
lijksche dingen.
Voorzitter: Hoe bedoelt u dat?
Getuige: De verstandhouding aan boord van
de loodsvaartuigen is niet zooals zij moet zijn.
Getuige vertelt dan een en ander over de
onderlinge verstandhouding tusschen loods-
schippers, loodsen en matrozen.
De meeningen over de mogelijkheid van al
of niet beloodsen van schepen loopen vaak uit
een. Dergelijke dingen hebben hem steeds te
gen de borst gestuit. Hij vreest, dat door deze
kwesties tusschen de opvarenden ongevallen
ontstaan. Zij komen eerst ter kennis van de
superieuren als de ongelukken gebeurd zijn en
iemand verantwoordelijk gesteld moet worden.
De loodsen worden vooral ontevreden, wanneer
boeten worden opgelegd, waardoor ook de huis
houding wordt getroffen.
UiT DE STAATSCOURANT.
Benoemd tot belastingontvanger te Helle-
voetsliiis P. L Hofman, tijdelijk adj. inspecteur
te Oldonzaaltot idem te Workum J. Bult
huis, cinnmies-verifieateur der directe belastin
gen te Groningen tot idem te Blokzijl A. C
Knoppers, commies bij het departement van
financiën te 's-Gravenhage tot tijdelijk adjunct
inspecteur der directe belastingen in de in
spectie-Delft F. A. Schotel, surnumerair bij de
grondbelasting te s-Gravenhage; tot adj. in
specteur der directe belastingen G. H Bouma
te VenloA. F. Walk Meyer te 's-Hertog^n-
bosch le afd J. J. Raas te Eemnes J. C. S.
Nieuwenhuyzen te HoogezandH. Booy te
Arnhem 2e ofdceling, M. C. M. van Kalmthout
te ZeistP J Peter man te 's-Gravenhage le
afdeeling A Koot te Heerlen G D. Fetter te
Gorinchom J J Sweens te 's-Hcrtogenbosch
Te afd P U Rifpma te Sneek le afd A. C.
Warnsinck te Wageningcn C F P F. Q. L.
K. BannierW. F. Vemède te 's-Gravenhage
2c afd.Mr. H Vaags tc Arnhem Te afdallen
thans tijdelijk ndj. inspecteur
aan nagemcldc ambtenaren bij 's Rijks Munt
is wegens reorganisatie eervol ontslag ver
leend J. W. A Hagen Smit, scheikundige dei
fabricageA. von Ackooy, adj. commies, W.
A. Perks en G R, Stockey, opzichters.
De Minister van Financiën heeft op verzoek
eevol ontslagen met dank F. Lieftinck te Am
sterdam als lid der commissie van deskundi-1
gen voor tabak-accijns en benoemd als zoo
danig W P. de Vries te Velsen, thans plaats
vervangend lid en tot plaatsvervangend lid F.
Meerkamp van Embden makelaar in effecten
te Rotterdam.
DE VERLENGING VAN HET HANDELS
VERDRAG MET DllITSCHLAND.
Nog een oude schuld te vereffenen
De firma Jos. de Poorter, directie der Hol
land-Gulf Stoomvaartmaatschappij heeft aan
de Tweede Kamer het volgende adres gezon
den.
Te Uwer goedkeuring is voorgedragen een
verdrag van Handel Scheepvaart, Douane
Crediet met het Duitsche Rijk.
Te dezer gelegenheid neemt ondergeteeken-
de de vrijheid Uwe Hooge Vergadering mede
te deelen, dat door- haar sedert 1914 van het
Duftsche Rijk wordt gcëischt een schadever
goeding uit hoofde van verlies van het haar
toebehoorende ss. .Maria".
Genoemd schip toch. werd door den Dirit-
schen kruiser „Karlsruhe" den 21sten Septem
ber 1914 in den Atlantischen Oceaan, ten on
rechte tot zinken gebracht. Dat dit wederrech
telijk is geschied moge blijken uit het feit, dat
de Ncderlandsche Regeering tegen deze daad
heeft geprotesteerd en een schadevordering bij
de Duitsche Regeering, door bemiddeling van
H. M. gezant te Berlijn, heeft ingesteld.
Waar sedert de vernietiging twaalf jaren zijn
voorbijgegaan en nagelaten is bij het aan
Duitschland oorspronkelijk toegestane crediet,
deze in verhouding tot de leeningssom kleine
verplichting te regelen, althans te bezien, zoo
zouden wij Uwe Hooge Vergedering dringend
willen verzoeken bij deze gelegenheid dwin
gende bepalingen te stellen om deze zaak tot
een einde te brengen.
Zoo het niet mogelijk is verrekening van on
ze vordering reeds onmiddellijk te doen plaats
vinden, zoo zouden wij U in overweging willen
geven het geding oan arbitrage te onderwerpen
en het toestaan van credietfacüiteiten hiervan
afhankelijk te stellen.
EEN MARINERAAD
Bezwaren van de commissie
voor bezuiniging der Ncder
landsche Maatschappij voor
Nijverheid en Handel.
De centrale commissie voor bezuiniging, in
gesteld door de Nederlandsche Maatschappij
voor Nijverheid en Handel te Haarlem, heeft
oan de Tweede Kamer een adres gericht in
zake het aanhangige wetsontwerp tot het in
stellen van een openbaar onderzoek naar ram
pen en ongevallen, aan Nederlandsche oor
logsvaartuigen overkomen, welk adres ook ter
kennis is gebracht van de ministers van marine
a. i. en van waterstaat en van de Eerste Kamei.
Naar de meening van de commissie getuigt
bedoeld wetsontwerp ganschelijk niet van den
Laat op de gedachte onmiddellijk de daad
volgen.
naar het Engelsch van
EMMELINE MORRISSON.
Geautoriseerde vertaling van M Hellema.
63
Sylvia was evenals Julian een onbezorgd
kind van de natuur en een echte artiste. Zij
was de dochter van een onbemiddelden Ier en
een Fransche vrouw, was in een klooster op
gevoed, en moest op haar zeventiende jaar de
wereld in Iris begreep nooit heel goed, hoe
zij haar brood had verdiend te Parijs, eer zij
„ontdekt" werd en naar Engeland was geko
men als eerste actrice in het Stor-théater, dat
zij na tien jaren van roem en toejuichingen
had verlaten, om twintig gulden per week te
verdienen in een linnenwinkel I
„Ik verafschuw het tooneel", placht zij te
zeggen „O ja, ik kan zingen, en ik kan dan
sen, en ik zie er goed uit. O ja, maar ik had
er een hekel aan om alles, wat ik er van wist."
„En dat zal jij ook krijgen," zeide Cassillis,
„.denk er dus goed over na, eer je je verbindt.
Sylvia's contract is nog niet ontbonden."
„Mijn contract zal nooit worden ontbonden",
zeide Sylvia bedaard, en Iris begreep het niet.
„Je wilde liever winkeliuffrouw worden en je
talenten verwaarloozen vroeg zij.
„Ik wilde liever vrij zijn", en weer begreep
Iris het riet
„Maar je bent toch gelukluV". V»ïde zij tot
DE VERGANE LOODSSCHOENER.
De inspecteur-generaal en de
inspecteur van het Loodswezen
gehoord.
De onderlinge verhouding op
de loodsschepcn is niet wat ze
zijn moet.
De Commissie tot het instellen van een on
derzoek naar de oorzaken van de ramp van den
loodsschoener van Terschelling heeft Dinsdag
middag het getuigenverhoor voortgezet.
Een zceloods aon het woord.
Als eerste getuige werd gehoord do zeeloods
M. de Gorter, die 25 jaar bij het loodswezen
is, waarvan 20 jaar op Terschelling.
De voorzitter, mr. Kirbergen, stelde hem ver
schillende vragen over de verhoudingen bij het
loodswezen. Gorter deelde mede één keer ge
straft te zijn toen hij een schip aon den grond
had loten loopen Volgens den kolonel had hij
het gunstige getij voorbij laten gaan.
Voorzitter: Hebt u wel eens onaangenaam
heden met den kolonel gehad?
Getuige: Ja, dien keer.
Voorzitter: Vertel dan eens welke onaange
naamheden.
Getuige zegt, dat toen hij op het kantoor van
kolonel Albarda kwam, deze tot hem zeide
Jullie zijn wel loodsen voor den bond, maar of
jullie dat nu wel aan boord van de schepen
zijn
Getuige verklaarde verder, dat de zeilsche
pen niet deugen voor den loodsdienst bij Ter
schelling. Daar zijn stoomschepen noodig. Dfc
loodsschoeners zelf zijn goed.
Voorzitter: Dringen de loodsen wel eens bij
den schipper er op aan binnen te loopen?
Getuige: Ja, bij ons aan boord wel.
Hij heeft bij Willem Zeylemaker gevaren, en
zegt dat deze meermolen niet naar binnen wil
de gaan, omdat hij, zooals hij zei, geen standjes
wilde oploopen.
Een oud-Ioodsschipper.
Vervolgens verscheen de 65-jarige oud-
loodsschipper J. A. Loesberg, die 35 jaar bij
het loodswezen is geweest.
Voorzitter: U bent gepensioneerd en dus ge
heel los van het loodswezen?
Getuige: Ja.
Voorzitter: Bent u ook geheel vrij van Ma
rine?
Getuige: Betrekkelijk. Mijn zoon is officier
van gezondheid bij de Marine.
Getuige, die de eerste geweest is, die met
den ijzeren loodsschoener heeft gevaren, ver
klaart, dat deze zeer zeewaardig waren. Zij
draaiden echter slecht in den wind. Met de
houten loodsschepcn kon veel beter gemanoeu
vreerd worden. Alle schippers waren blij als zij
van de ijzeren schepen af kwamen en overge
plaatst werden op de houten. Deze konden veel
beter de concurrentie tegen de Belgische
loodsschepen volhouden dan de ijzeren sdhe-
pen.
De verstandhouding aan boord
deugt niet.
De opzichter-motordrijver J. de Jong deelde
mede, dat de motordrijver van den verganen
loodsschoener best tevreden was over den
motor in dat schipl Ook de dienstdoende
schipper Lodewijk, die omgekomen is, was best
tevreden over den loodsschoener. Het lijk van
Lodewijk, dat op Ameland aanspoelde, was
aan het hoofd vrecselijk verminkt. Ook het
Cassillis, „en het gaat je ook heel goed I Je
vindt het immers prettig?"
„Vind ik dat Hij keek met een glimlach
naar Sylvia.
„Neen," zeide deze, „hij vindt het even af
schuwelijk als ik. Daarom zijn wij vrienden,
nietwaar Julian Wij plachten ons altijd te
houden, alsof we het prettig vonden, en hadden
er toch een afkeer van. Maar hij is een man,
en vrij om te doen wat hij wil."
„Vrij misschien wel, maar niet mijn eigen
meester", gaf hij ten antwoord.
„Je bent toch geen slaaf van Valentine Cal-
vey je hebt een contract, dat is waar, maar
dat loopt immers af in Juni
„Wat ga je dan doen vroeg Iris, onge
rust en zich afvragend, wat er van haar zou
worden, als hij de stad verliet. Maar hij had
nog geen besluit genomen Het scheen, dat hij
een paar zeer goede aanbiedingen had voor
de opera, maar hij was bang, dat hij daarvoor
niet sterk genoeg was. Hij zag er niet krachtig
uit, en Iris had meer dan eens opgemerkt hoe
mager hij was en hoe vermoeid, als hij in twee
voorstellingen op één dag moest optreden.
Toch deed hij zeer weinig buiten het théater,
en leidde een zeer eenvoudig leven. „Dat Is
nu het geval, nu de meeste menschen uit de
stad zijn", zeide hij met een lachje. „Later In
het seizoen zal ik ongetwijfeld afleiding genoeg
krijgen."
Maar nu zag Iris hem bijna eiken dag. Hij
deed haar vele vage' beloften van haar aan
Calvey voor te stellen en een plaats te be
zorgen aan het Star-théater, maar ze kwamen
nooit verder en dat was zijn bedoeling ook
niet. Zij vond echter genoeg te doen en ver
veelde zich nu nooit meer. Sylvia verstond uit
stekend de kunst japonnen te maken, en Iris,
die altijd handig met de paald was geweest in
haar meisjesjaren, toen dat noodzakelijk was,
Kolonel Albarda gehoord.
Voor den tweeden keer werd daarop als ge
tuige gehoord de inspecteur van het Loodswe
zen, kolonel Albarda, uit Harlingen.
Dc voorzitter stelde hem in kennis van de
rapporten van verschillende marineschepen en
andere vaartuigen.
Getuige zegt van den eersten dag na dc
ramp alle gegevens te hebben verzameld, „om
dat ik begreep, dat ik elk oogtnblik geroepen
zou kunnen worden voor den Rood von de
Scheepvaart. Langzamerhand hoorde ik van
verschillende kanten, dat er geen onderzoek
zou gehouden worden. Ik heb toen de uit
spraak van den Raad voor de Scheepvaart af
gewacht inzake het vergaan van de Maassluis
29 in denzelfden tijd als de loodsschoener.
Daarop schreef ik hierover naar den hoofd
inspecteur voor de Scheepvaart in den Haag.
4 Febr. kreeg ik officieel bericht, dat de hoofd
inspecteur geen termen aanwezig achtte, op
grond van art. 70 der Schepenwet een onder
zoek te doen instellen."
Getuige deelde verder mede, dot vóór het
onderzoek met sleepbooten door de firma
Doeksen onder leiding van den luitenant ter zeo
baron Van Lynden, een onderzoek met zijn
eigen, zij het met primitieve middelen, heeft
plaats gehad. Dit geschiedde toen het in Maart
eenige dagen goed weer was.
Getuige achtte het noodig, dat er beter ge
zocht werd en deed den minister het voorstel
inzake het groote onderzoek.
Voorzitter: „Waarom is zoo lang met dat
onderzoek gewacht?"
Getuige: „Dat weet ik niet."
Do straffen.
De voorzitter stelde vervolgens eenige vra
gen omtrent do straffen.
Uit het strafregister van 20 April 1922 tot
28 Mei 1925 blijkt, dat er gedurende dien tijd
veertien maal gestraft is. Daaronder zijn niet
begrepen de aanmerkingen, welke de loods-
schippers hebben gekregen. De straffen worden
uitgedeeld door den minister op voorstel van
den inspecteur. Getuige geeft alleen standjes
als de loodsen zich bij het verhoor niet goed
gedragen.
Den loodsschipper T. Bakker had hij over
geplaatst paar den afhaoldienst, omdat deze
schipper te vaak te vroeg binnenliep. Monde
ling of telefonisch heeft hij nooit standjes ge
geven.
De voorzitter vroeg of het juist was, dat do
loods Swart bij promotie gepasseerd is. Getuige
antwoordde, dat steeds hij en de loods-com-
missaris in overig met de beide in functie zijn-
do schippers een opvolger kiest. Daarvoor
wordt de geschiktste loods genomen. Er wordt
niet op den ouderdom gelet.
Getuige deelde ten slotte mede, dat er veel
gestook tegen het loodswezen is ontstaan ten
gevolge van een tendentieus verslag in een
der bladen van een vergadering van den in
specteur-generaal van het Loodswezen met d«
loodsen, op 30 November op Terschelling. Een
gedeelte daarvan is onjuist. Verder oefende
getuige critiek op de verklaringen van mr.
Oud in de Tweede Kamer, die deze van des
kundige zijde zou hebben verkegen en betwij
felde de deskundigheid van dengeen, die mr.
Oud inlichtte.
Getuige meende ten slotte, dat artikel 43
geen aanleiding tot moeilijkheden kon geven,
wanneer met tact wordt opgetreden. Het is z. i.
beter, dat de loodsschippers steeds rapport
uitbrengen als zij binnenkomen. Hij achtte het
schepte er veel behagen in haar vriendin te
helpen en ook haar eigen garderobe aan te
vullen Er was in huis ook genoeg te doen
zij hielp de opgewekte dames Dcane, bakte
koekjes, rangschikte bloemen en stofte, kamers,
en zoo, dikwijls hij haar kon, kwam Cassillis
en ging met haar uit.
Des Zondags, als het mooi weer was, gingen
zij den geheelen dag uit, met Sylvia als cha
peronne. Zij reden in Julian's auto naar Dor
king en beklommen Box-hill; naar Hindhead,
en langs de rivier. Toen de dagen langer wer
den, vonden zij dat laatste het prettigste, het
deed hen denken aan Hendley.
Een andere m8al haalde Iris Julian over om
te zingen als hij niet te vermoeid was
in het salon der dames Deane, waar een bij
zonder goede piano stond Soms zongen hij
en Sylvia tezamen; zij hadden eenige maanden
samen rondgereisd met de'troep en in „Fancy
Fair" meegespeeld, en aardige duetten gezon
gen maar ze gaven de voorkeur aan oude
ballades, omdat Sylvia het tooneel verfoeide,
en Julian e? niet- gaarne over sprak buiten den
schouwburg, hetgeen al heel vreemd was voot
een acteur.
Iris had uren naar hen kunnen luisteren. Zij
hield van Sylvia's slavenlied
„Er waait een stormwind over de heide,
en hij komt van de zee
En het duet
„Ik wist niet, toen wij elkaar voor 't eerst
ontmoetten,
of je ooit van mij zoudt houden
dat voor hem eindigde
„Maar ik was altijd van plan je mijn
eigen te noemenf
Maar het liefst hoorde zij hen zingen
„O, dat wij beiden naar het Meifeest
gingen
niet noodig het verzoek om stoomloodsbooten
voor Terschelling bij dc autoriteiten te steu
nen en gelooft, dot dit het begin zou zijn van
het einde van den loodsdienst op Terschelling.
„Als wij niet dit personeel en dit materiaal
hadden en er moest nog meer bezuinigd wor
den, dan zouden wij het gat dichtgooien. Bij
vuil weer zouden do schepen doen, zooals zij
nu doen, n.l. te Nieuwediep binnenvallen en
bij goed weer zouden zij het evenals nu, zon
der loods doen."
Getuige kon niet spreken van meer veilig
heid bij stoomloodsschcpen. Klachten over de
bcloodsing komen bijna niet voor. No de ramp
zijn de loodsschoeners reeds 24 maal binnen-
geloopen. Voor een loods acht getuige de zeil-
opleiding absoluut noodig. Voor den dienst al*
loods buiten behoeven zij geen zeilcapacitcitcn
te hebben. Het dienen op een stoomloodsvaar-
tuig doet afbreuk aan dc zeilkennis.
Admiraal Rambonnct getuigt.
Als laatste getuige verscheen de inspecteur-
generaal van het Loodswezen, admiraal Ram-
bonnet. Na do romp is hij naar Terschelling
geweest en heeft 4QQr niet de loodsschippers
en de loodsen vergaderd. Er zijn eenige klach
ten geuit. Willem Zeylemaker vroég verzach
ting van art. 43. Daor dit cèn algemeen artikel
is voor de geheele kust, zou wijziging den
dienst zeer schaden. Er moest steeds een rap
port worden ingeleverd als de loodsschepen te
vroeg binnenkwamen. Er is de laatste jaren
niet zoo streng dc hand aan gehouden. Als
er naar gevraagd werd en de loodsschippers
dit onaangenaam vonden, don hebben zij dit
aan zichzelf te wijten. Dc beste loodsschippers
achten wijziging van artikel 43 overbodig en
verwachten daarvan een verslapping van den
dienst.
In de Commissie van Georganiseerd Overleg
is een voorstel tot wijziging van artikel 43 met
groote meerderheid verworpen. Getuige gaf
toe, /lat het voor loodsschippers moeilijk Is
buiten te blijven bij slecht weer, omdat er
loodsen zijn, die er op aandringen om naar
binnen te loopen. De schipper Bakker is op
wachtgeld gesteld, omdat hij overcompleet
was. Getuige had in de vergadering met de
loodsen niet gezegd, dot de schippers zich niet
moeten storen aan dc briefjes en dot men ver
schil moest maken tusschen standjes en straf.
Op een vraag van den voorzitter verklaordo
de inspecteur-generaal, dot als de loodsdienst
op Terschelling wordt opgeheven, dit zeer na-
deelig zou zijn voor Harlingen.
Acht u radio voor de schepen noodzakelijk
Getuige: Wanneer men over onbepaalde mid
delen zou beschikken, zou radio voor de scho
pen zeer gewenscht zijn.
Bij de rondvraag vroeg het lid der commis
sie, de heer Bakker, nog, of het niet beter zou
zijn artikel 43 zoo ta wijzigen, dat verboden
wordt naar binnen te gaan. De schepen zouden
dan bij dreigend noodweer meer naar buiten
gaan, en dot zou minder gevaarlijk zijn.
GetuigeEr is nooit eenige aandrong uit
geoefend om buiten te blijven.
De zitting is hierna gesloten en de voorzitter
deelde mede, dat dit waarschijnlijk de loatsto
zitting is geweest en dat het rapport vermoede
lijk niet voor September zal verschijnen.
MIDDENSTANDSCONGRES.
„Niets te veel".
Vandaag en morgen wordt te Bussum ge
houden de olgemeenc bondsvergadering van
den Nederlondschen Middenstandsbond en het
23e Nationaal Middcnstondscongres.
Hedenmorgen heeft do voorzitter van den
Nederlandschen Middenstandsbond de heer Ed.
G. Schürmonn de algemeene vergadering ge
opend, met een rede, getiteld: „Niets te vee'"
naar het bekende opschrift van den tempel van
Delphi „Ne quid nimis".
In zijn rede wees de voorzitter op de vele
belastingen, die in dezen tijd worden geheven.
Terwijl algemeen belastingverlaging noodzake
lijk geacht wordt, dient de regeering steeds
nieuwe wetsontwerpen in. Een greep uit vele:
De Weeldeverteringsbelosting; de Ziektewet; de
Wegenbelasting, om niet to spreken van so
ciale wetten, die het bedrijfsleven steeds meer
aan banden leggen.
De belastingen staan op den top; hooger
kunnen zij niet goan en toch blijft men nieuwe
heffingen ontwerpen. Waar moeten deze hun
draagkracht vinden? Verdient het Delphisch
opschrift „niets te veel" niet de volle aan
dacht, zoowel van het volk, als van de re<*ee-
ring?
Ons Congres, aldus spreker, biedt een wel
kome gelegenheid om den volke te toonen, dat
„Hoe gaarne had ik jullie beiden dat hooren
zingen in de muziekkamer te Trelawn", riep
zij op zekeren avond, tot tranen bewogen. „Ju
lian, je stem is als goud, en die van jou, Syl
via, klinkt als zilveren klokjes; maar deze ka
mer is zoo vol stof; je hebt ruimte noodig en
geen gordijnen."
Cassilis lachte met bittere ironie. „Wij be
zitten geen muziekkamers, wel Sylvia En ik
vrees, dat wij nooit te Trelawn zullen komen.
Wij behooren tot een geheel ander soort I"
„Er is nog nooit zoo iets goeds in Trelawn
geweest," stoof Iris driftig op.
„Ben je ooit „goed" genoemd, Sylvia
hoonde hij „Wij behooren tot de schare der
gevallen engelen I Hé
„Tot de „rei der verdoemden"," voegde Syl
via er bij met een vroolijk lachje. „Tot de uit-
gestootenen
Het was een prettig leven, en Iris wenschte,
dat er nooit een einde oan zou komen zij
dacht niet, als zij op hoe* leven terugzag, dot
zij ooit te voren zoo gelukkig was geweest.
Sylvia was altijd opgewektzij had een jon
geren Fronschen broeder, die in de buurt
woonde, een jeugdige „deugniet", van wien zij
heel veel hield, en dan woonden er nog een
paar jonge vrouwen in huis, die in de schouw
burgen en orkesten speelden, aardige, opge
wekte meisjes, maar niet van den stand, waar
toe Sylvia behoorde.
Tremoyne's naam werd zelden genoemd tus*-
schen Iris en Julian Wat vreemd was, terwijl
Rutherford altijd over Tremayne had gepraat,
hem had geprezen en haor had aangespoord
zich met hem te verzoenen hod Cassillis na
den eersterv^dag niet anders dan terloops over
hem gesproken. Blijkbaar was hij zoo verstan
dig, dacht Iris, om in te zien, dat haar besluit
was genomen en ook, dat zij gelijk had Mis
schien vond hij ook wel, dat Tremayne zijn
de handeldrijvende en industriccle midd nstand
een landelijke organisatie van zelfstandige on
dernemers, als grootste werkgever in den lande
op den bodem der realiteit staat, niet bijeen
komt om utopieën te bespreken, maar als prac
tische mannen in het belang van het gonsche
volk wil medewerken aan d n cconomischen
opbloei von Ncderlond.
Spr. deed een beroep op den middenstand
zich krachtig te organisecren. Wanneer de ar
beidswetten worden verscherpt, in plaats van
soepeler te worden toegepast, loopt ons land
groot gevaar, dat vele vakken geen beoefe
naars zullen vinden. Moeten wij terug naar dc
toestonden van het oude Rome, waar niemand
hakker wenschte.te worden, omdat dit beroep
door de wet bezwarend was. gemaakt cn waoi
de overheid een bakkerszoon dwong het vak
zijns vaders uit te oefenen cn eveneens hem,
die eeho bakkersdochter huwde, verplichtte
bakker to worden.
De wereld is sedert het oude Rome voort
gegaan, moor zij moet ook vooruitgaan. Het
vrije bedrijf heeft ons land welvarend gemaakt;
deze les putten wij uit het verleden en op dien
weg moet worden voortgegaan. Men knn onver
schillig jn wolk bedrijf, alleen dan slagen, won
neer men zijn taak met opgewektheid vervult.
En daor do taak van den middenstand ccnc
economische taak is, rust op de overheid de
plicht olie belemmeringen op te heffen, dio het
bedrijf knotten. Op ons rust de plicht de over
heid onze rechtmatige wcnschen kenbaar tc
maken en dc overheid te steunen in horc po
gingen tot verbetering. Alleen met organisa
ties wordt rekening gehouden.
Spreker besloot: Laten onze beraadslagingen
te Bussum het stempel drogen van eensgezind
heid en vertrouwen in de toekomst en laat het
parool van den middenstand zijn, wanneer in
het belang der geheele natie een beroep wordt
gedaan op iedere medewerking op ieders
krachtigen steun, op ieders offervaardigheid,
het opschrift van den tempel van „Delphi"
voor onze organisatie is „Niets is te veel".
VEREENIGING VAN NEDERLANDSCHE
ARBEIDSBEURZEN
Vergadering te Maastricht.
Te Maastricht werd gisternomiddog, nadat
do directeuren reeds een vóórvergadering had
den gehouden in de Redoutezaal de algemeene
vergadering geopend von de Ver. van Neder
landsche Arbeidsbeurzen, door den heer Rcub,
die allen welkom heette, ook den wethouder
van sociale aangelegenheden, den heer Ro-
chette.
Tot voorzitter werd met acclamatie herko
zen de heer Albarda, terwijl als bestuursleden
herkozen werden ^le hecren Kunst te Gronin
gen, Bonn te Tilburg, Von Riet te Rotterdam
en in plaats van den heer Verstegen werd
gekozen de heer Winterink, voorzitter der Ar
beidsbeurs te Rheden.
Als plaats voor dc volgende vergadering
werd aangewezen Deventer.
Ontvangst ten stadhuize.
Te holf zes werden de deelnemers ten stad
huize ontvangen, woor zij door den burgemees
ter welkom werden gohecten op het historische
stadhuis. Hij sprak zijn volle wonrdcering uit
over het doel en de werkzaamheid der ver-
eeniging. Deze vergadering valt toevallig sa
men met dc opening van hot eigen gebouw
voor de arbeidsbeurs alhier. Wij hebben hier
meer dan elders te lijden van de vreemde va
luta. Hij hoopt op betere tijden en op e<»n pe
riode van bloei. Dan zal de arbeidsbeurs meer
dan thans bemiddeling worden tusschen werk
gevers en werknemers. Er werd een heildronk
uitgebracht op den bloei der vereniging.
De heer Rcub dankte voor de hartelijke woor
den en de gulle ontvangst en dronk op den
bloei van Maastricht.
Pracadviczen.
Ter vergadering komt in behandeling de
viaag, verdient het aanbeveling, in collectieve
contracten een bepaling op te nemen, waarbij
de partijen zich verplichten, gebruik te maken
van de openbare arbeidsbeurzen Zoo ja, hoe
ver zou zich dio verplichting dan moeten uit
strekken.
Praeadviezen zijn hierover uitgebracht door
de heeren H. Amelink, A. C. de Bruyn, mr. dr.
A. A.' van Rhijn, mr. A. N. Molenaar cn E.
Kupers.
NEDERLANDSCH METTRAY.
Feestelijke herdenking 75-ja-
rig bestaan.
Maandag is te Gorsel het 75-jarig bestaan
van de stichting „Het Nederlandsch Mettray",
opvoedingsgesticht voor jongens, feestelijk
herdacht. Het gesticht en aanhoorigheden zijn
verdiende loon kreeg, wat Iris niet zou hebben
verwonderd. In elk gevel, wat ook de reden
mocht zijn, hij had nooit pogingen gedaan
Tremayne op te zoeken of hem te schrijven,
om hem te laten weten, waar zij was, en na
de eerste maand voelde zij zich volkomen vei-
lig.
Zoo ze al in Londen hadden gezocht, ze
hadden hoor niet gevonden, en dat was nu ook
niet meer waarschijnlijk. In het eerst had zij
ollp plaatsen vermeden, waar er kans was hem
te zien of te worden gezien. Zij kleedde zich
eenvoudig, trok haar bontmantel niet aan, be
halve in de auto, en wandelde alleen in Re
gent's Park. Soms ging zij naar den Star
schouwburg, maar zij zag Julian niet goorne
op de planken en hield niet van Leila Hurst,
het meisje, dot met hem speelde.
„O. zij is niet kwaad", zeide hij onverschil
lig, toen zij eens een opmerking over haar
maakte „zij was in den Prinsen-schouwburg
en zij danst beter dan Sylvia. Ik geloof echter
niet, dat zij in je smook zou vollene het is ook
geen goed meisje. Ik zou niet gaarne willen, dat
je kennis met haar maakte. Lennox Lord
Lennox, je weet wel
„Hoe afschuwelijk", zeide Iris met afkeer
„zijn ze allen zoo
„Velen van hen. Trekt het tooneel je nog
aan
„Het zou toch zeker niet noodig zijn, zoo
iets te doen
„Ik vrees, dat het wel noodig zou zijn, als
je opgang wildé maken je zoudt niet in den
smaak vollon, als je je buiten alles hield, en
natuurlijk komt het er voor een meisje wel op
aan, goed gekleed te zijn en ruim te leven.
Leila heeft prochtige kamers, en hij is bijzon
der goed voor haar."