TWEEDE BLAD. KOLONIËN. FEUILLETON. De Markies van Bardeiys BINNENLAND.1 25e Jaargang No. 4 E RS FOP RTSC H DAGBLAD „DE EEM LANDER"Maandag 5 Ju" 1926 DE LAATSTE EER AAN KAPITEIN PARIS. De correspondent te Kocta-Radja van de Loc. meldde d.d. 16 Mei De gouvernementsstoomer Bellotrix ligt op het oogenblik op de reede van Oleh-leh met het stoffelijk overschot van kapitein Paris aan boord. Hedenmorgen zijn er vijf kransen op de lijkkist gelegd, één van het officierscorps van Atjeh en Onderhoorigheden, één van het tweede bataljon, één van drie krijgsmakkers uit Menlaboh, één van den ctat-major van do Bellatrix en één van onder hem gediend heb bende minderen» Dit is de laatste oer, den dap peren officier hier b vezen, want morgenoch tend vertrekt de Bc ix naar Sabang, waar het lijk wordt overgeladen op de vrachtboot Bintang, die het verder naar Engeland zal ver voeren. Het stoffelijk overschot van kapitein Paris wordt n.l. op verlangen van zijn echt- genoote te Hastings ter aarde besteld. DE INTENDANCE-KNOEIERIJEN. De dader uit Nederland aangebracht Met de Grotius is op 31 Mei uit Nederland op Java aangebracht de onderluitenant K. van de Intendance, bekend uit de geruchtmakende fraudes, waaromtrent wij reeds uitvoerige bij zonderheden meldden. K. is onder gewapend geleide naar Weltevre den getransporteerd en onmiddellijk in arrest gesteld. DIEFSTAL BU 's LANDS KAS TE KOETA RADJA. Een kwart ton gestolen door Inlandschen kassier. Maandug. 31 Mei j.l.r om pl.m. 12 uui is plotseling de kassier van 's Landskas te Koeta Radja, Masoean, verdwenen, naar later bleek n.ct medeneming van ccn bedrag uit do kov van f 24,995, w.<* f 1995 aan dien morgen betaalde belastinggelden. Onmiddellijk werd alles in het werk gesteld den dief te achterhalen, waarbij men tot dc onuangename ontdekking kwam, dat de tele foonverbinding met de Oostkust verbroken was. Bij Matong Gloémpang Doca werd dc voortvluchtige denzelfdcn avond aangehouden in een auto, met een drietal chauffeurs bij zich. Een bedrag vnn f 11,900 werd op hem en in de auto bevonden, o.a. f 2200 in een thermosflesch. De rest heeft men nog niet kunnen achterhalen. Dc auto was twee dagen tevoren besteld a raison van f 150. Van het gestolen bedrag was f 23,000 ann bankbil jetten, een uur tevoren ontvangen op dc Ja- vasche Bonk in verbond met de uitbetaling der trnctementen op I Juni. Bij het eerste verhoor gaf de kassier als reden van den diefstal op, dat hij in Medon eens uit wilde gaan met zijn vrienden. Ver moed wordt echter, volgens het Nbld. v. Atjeh, waaraan dit bericht ontleend is, dut het geld een andere bestemming had HET GEVANGENISWEZEN IN DE BUITEN GEWESTEN. Nieuw systeem van g'evangcnisscn. Indische bladen vernemen dat binnenkort be gonnen zal worden met den bouw, volgens een nieuw systeem, van gevangenisjes in de Buiten gewesten. Het eerst komen voor vervanging aan de beurt die van Moeara Doea en Marta-. poera, in de Residentie Palembang gelegen. Dc nieuwe gevangenissen, voor een deel in beton en baksteen opgetrokken, worden onder technische leiding van den Onder-Directeur der gevangenis en onder toezicht van de B. O. W., geheel door gevangenen gebouwd. Het normaal ontwerp is gegrond op het „slaap hokken-systeem", gegroepeerd om een binnen plaats. H. t houten deel wordt in Tjipinang en andere groote gevangenissen vervaardigd, en pasklaar te bestemder plaatse opgezonden. EEN NIMROD GEVELD. Zijn daden en zijn dood Dc grooto jacht. In het midden van 1925 is de heer Bernaid Ledeboer, de bekende jager op groot wild, erf pachter van het Jang-ploteou en mede-eigenaar van het koffieland Wadoeng West (Banjoe wangi), naar Oost-Afrika gegaan om daar to jagen. Dezer dagen is" in T-;«Tië ontvangen een tele gram van den consul t Mombasa (Br. Oosï- Afrika, het vrocgerp Duitsche gebied), mel dend, dat de heer Ledeboer op jacht door een olifant is gedood. Z.(cntgraoff) herdenkt hem in het Soct Hbl. en vertelt van een onderhoud, dot hij eens met den-jager had. Ledeboer was in dc eerste plaals tijgerjager, hoewel hij in z'n hart de echte jagers zul len dit met hem eens zijn dit niet de echtfr jacht noemde. De groote jacht was voor hem die op olifant en rhinoceros, waortoe hij do meest afgelegen streken van Sumatra tot hot hart van Atjeh doortrok. „Dc tijger is laf", zei L., „hij vlucht altijd, ook als hij is aangeschoten en wordt eerst gevaarlijk als hij niet meer vluchten kan, of doodelijk (gewond is." Natuurlijk is er geen regel zonder uitzondering. Toch, ondanks die minachting voor den tuiger, zóó zuiver ge meend dat hij een aangeschoten tijger, die de vlucht nam in cenige holen en grotten in de buurt van Pajakocmboeh, op honden en voeten nakroop, het geweer mecsleepend, tot-ie het doodelijk schot kon plaatsen. Was dezo jacht voor hem het aantrekkelijkst. Een tijger is slim, voorzichtgin streken von Sumatra waar veel op hem wordt gejaagd, bijv. bij de doesoens, komt hij, wijs doo» routine dikwijls niet meer terug bij het achter gelaten aas. Zoo had de jacht op hem iets Fescincerends. Ledeboer kende de taal van het woud, het leven in deze ruige geheimenis, en hij los de historie van den dog op de paden waarlangs het gedierte zich beweegt naar jachtveld of bron. Uit de geluiden hoorde hij, wie er op het pad waren. Het zenuwachtig geluid der eek hoorn, de kakelend wegvliegende boschkip, dn met blaffend gerucht vluchtende kidong, er» vooral dc luidruchtig-angstige apen, zij lecren dat dc schrik van het woud, de gestreepte Dood rondsluipt, onhoorbaar cn zelfs in hel donker een takje op z'n weg vermijdend. Maar vooral leefde Ledeboer op toen hij begon tc vertellen van do olifant en rhinoceros op Sumatra. Hij 'nam op deze jacht niet stel ling in een boom, tenzij dit voor het werk noodig was, doch nooit voor eigen veiligheid Zoo trad hij den olifant tegemoet, met vast vertrouwen op het nimmer falend schot. De olifant reageert niet op geluid hij maakt zelf te veel lawaai in het bosch doch op reuk. Niemand weet, wat het is met den reuk van den mcnsch, en het is misschien ook niet erg vleidend voor ons, maar er is geen monster in bosch of jungle, of het wordt aan gegrepen door een vreemden angst, als het den reuk van den mensch waarneemt. Is het een waarschuwend instinct, dat hier het grootste gevaar nadert, dot eenig dier, ook het sterkste, bedreigen kan, of iets anders Er zijn uitzon deringen een kwaadaardige rhinoceros of olifant, die attaqueert, ook al is hij niet aan geschoten, maar als regel neemt alles de vlucht, en er zijn voorbeelden uit de groote jncht, dat een olifant dagen uriitereen voort liep, als-ie den monsch hod geroken. Maar als hij aanvaltBij dit verhaal sprong Ledeboer op en zei„De brecde kop, daarnaast de reusachtige, wijd uitstaande ooren de recht vooruitgestoken slurf.... een breedo massa, die op je toeschiet. Dan spring je op t laatste moment op zij cn plaatst je kogel in de hersens, achter het oog." Men moet dan wèl een zeker schot hebben: hij liet me het geraamte van een kop zien. waarin de holte voor de hersenen, ongeveer de grootte van een klapper. En dan. in die voorbijvliegende geweldige massa, het doo- dend schot te zetten in deze kleine ruimte dit is wèl het echte jagers werk. Hij heeft eens in de buurt van Kota Agoeng dogen achtereen het spoor van een vluchten den olifant gevolgd, zonder eenig ander voed sel don de kern van een bepaalde rotonsoort, slechts te eten voor hem die in hoogsten nood is. Maar, hoewel zelf uitgeput van ontbering, schoot hij hem. Toen heeft hij getracht het minst harde stuk van het dierde tong, te koken voor voedsel, doch dit was no 12 uur nog even hord als in den aanvang, volmaakt oneetbaar. Dan de lange tocht door dc wildernis terug, met dc slagtanden 1 Hij was zich volkomen bewust van het ge vaar dezer jacht; eenmaal in den aanval', vechten olifant en rhinoceres tot the b^tcr end, en ze schieten heen en weer met bijna onge looflijke snelheid, tot zo hun vijand verplet terd hebben. Zoo zag Ledeboer op Sumatra een olifant staan bij het lijk van ccn Malei- schcn jager, en de kolossus was langer dan een kwartier bezig met het in den grond wrij ven, onder zijn zware pooten, van het ver morzelde lichaam van zijn slachtoffer. Oost-Indië. DE RAMP IN DE PADANGSCHE BOVENLANDEN. Telegrafische berichten van den gouverneur-generaal. Van den gouverneur-generaal van Ncder- landsch-Indie zijn onder dagteekening van 1 Juli j.l. op het departement van koloniën de volgende telegrafische berichten ontvangen no- pei^ de ramp in dc Podangsche Bovenlanden Het eerste telegram is aangeboden te Buiten zorg en luidt „Resident gisteren van tournée Bovenlanden terug, seint Padangpandjang, zoo goed als ge heel verwoest, alle steenen gebouwen geheel of gedeeltelijk ingestort en meeste houten gebou wen uit verband gerukt en onbewoonbaar. Daar opruimingswerk zeer longzaam vordert en meest lijken onder puinhopen bedolven kan juiste aantal dooden nog niet opgegeven. Ech ter vermoedelijk tusschcn TOO cn £00, waaron der van platteland in verband dag groote Pas- sar. Eén Europeaan, militair assistent-apotheke» Smith gedood. Behoudens militair kampement dat ook heeft geleden alle gouvernementsge bouwen geheel of gedeeltelijk vernield. Ook militaire woningen buiten kampement. Weg Aneikloof belangrijk beschadigd en versperd waardoor eenige maanden verkeersstremming. Beschadiging spoorbaan niet ernstig bij vol doend werkvolk kan treinenloop PadongPa dangpandjang binnen eenige dagen hervat Treinverkeer Soloh-Sanlah Loento heeft plaats met overstappen. Auto-communicatie Pa dangpandjangFort dc Koek via zijweg, ge wonden langs deze route naar hospitaal Fort de Koek vervoerd. Langs denzelfden weg ge schiedt aanvoer levensmiddelen. Ook is Fort de Koek van Podang per auto bereikbaar via Monind jau en Motper. Van assistent-resident Solok bericht ontvangen, dat meeste steener» winkels Passor Soloh verwoest met 13 dooden en 8 gewonden. Van gouvernements steenen gebouwen mu ren gescheurd. Assistent Residentswoning cn Pasang-Grahan onbewoonbaar. Assistent-Re sident van Sawah Loento seinde geen ernstige beschadigingen meeste ravage Binnenlnndsch Bestuurskantoor en woningen Assistent-Resi dent, onderwijzer en onderwijzeres. Geen per soonlijke ongelukken en in mijnen niets bijzon ders. Te Fort van der Capelle verschillende be schadigingen ook buiten hoofdplaats. Gevange nis ingestort. Voor zoover bekend enkeje doo den. Te Fort de Koek en omgeving schade toe gebracht aan steenen woningen waarvan ver scheidene ingestortaantal dooden Agam 34 en verscheidene gewonden. Enkele andere res sorten melden materieele schade. In Kórintji werden slechts lichte schokken waargenomen Rehalve voornoemde Smith geen Europeanen jongclukt. Ik zal nader seinen cf Eurepsaner» gewond. (get FOCKJ Het tweede telegram, aangeboden te Ban doeng luidt Resident seint nader tot dusver niets verno men betreffende ernstige ongelukken aan an dere Europeanen overkomen. Totale aantal dooden Soloksche 33 en ernstig gewonden 3 Materieele schade ramp nog niet te schatten doch zal minstens een paar millioen beloopen (get.) FOCK. Het aantal, dooden 198. Het aantal dooden bedraagt tot dusver 198, waaronder de reeds gemelde éénc Europeaan. 70.000 menschcn in de ofdeeling Padang Pandjang zijn vrijwel alles kwijt. Millioenen zijn noodig. Het bestuur doet het mogelijke voor hulpverlecnïng en heeft de levcnsmiddc- lendistributie geregeld. GEVECHT VAN EEN PATROUILLE ONDER KAPITEIN BEHRENS. Achttien dooden. Uit Koeta Radja wordt d.d. 3 Juli geseind Een patrouille onder kapitein Behrens nam een tot verdediging voorbereide missigit in in Gampang Kroeeng Locas in boven-Troembon De leider Teungkoc Poeti werd met 17 volge lingen, o.w. enkclo ondergeschikte aanvoer ders, neergelegd. Onzerzijds werden 2 mare chaussees licht gewond. De ziel van den godsdienst is praktijk. Naar het Engelsch van RAFAEL SABATANI. HOOFDSTUK I. Dq Weddenschap. „Als je van den duivel spreekt", fluisterde La Fossc mij in het oor, en die woorden en ook de uitdrukking van zijn blik deden mij omkijken. De deur was opgedaan en daar stond op den drempel de zware gedaante van den Graaf de Chatcllerault. Een bediende, in zijn rood met gouden livrei stond onderdanig gebogen voor hem om zijn hoed en overjas in ontvangst to nemen. J) Deze roman speelt in het jaar 1632, onder de regecring van koning Lodewijk XIII van Frankrijk, een zwakke vorst, die beschermd werd door zijn minister, kardinaal Richelieu. Ter vestiging van de absolute koninklijke macht ontnam deze den Hugenoten hunne po litieke voorrechten en verminderde hij de be voegdheden der erfelijke adellijke gouverneurs. Hierdoor ontstonden in 1632 samenzweringen van den Franschen adel tegen den kardinaal, die door Richelieu op bloedige wijze werden onderdrukt, waardoor hij den trotschcn, wecr- spannigen Franschen adel wist te knakken. Markies de Bardeiys behoorde tot de ko- ningsgezinden en was dus op de hand van den kardinaal. Een plotselinge stilte ontstond onder het ge zelschap, waarvan deze man een oogenblik van te voren het onderwerp van gesprek was ge weest. Eensklaps kwam er eert eind aan de geestigheden, waartoe het noemen van zijn naam aanleiding had, gegeven. En niet minder zijn hofmakerij in Lnnguedoc waar hij zoo juist vandaan kwam cn waar hij een lcelijke nederlaag had geleden. Dit was dan ook een onderwerp, dat vrij wat spotternijen en on barmhartige grappen had gekost. De verras sing was algemeen, want wij hadden gehoord, dat Chatelleroult zich zijn teleurstelling zeer aantrok en wij hodden niet verwacht hem zoo spoedig in een kring te zien verschijnen, waar in gewoonlijk vroolijkheid heerSchtc tenmin ste daar beroemde ik mij op. En zoo bleef de graaf een oogenblik op den drempel staan, terwijl wij den hals uitrekten om hem aan tc kijken, alsof het een voorwerp van nauwkeurig onderzoek gold,. Plotseling scheen een onderdrukte lach van den onwijzen La Fos sc de betoovering te verbreken. Ik fronste de wenkbrauwen. Het was buitengewoon onbe leefd dien indruk moest ik tot eiken prijs wegnemen. Ik sprong overeind, zoo plotseling, dat mijn stoel meer dan ccn halven meter over den gladden parketvloer vloog cn in twee stappen stond ik voor den graaf en reikte hem dc hand om hem welkom tc heetcn. Hij vatte die met een traagheid, welke tc denken gaf. Hij na derde tot in het volle kaarslicht en con akelige zucht ontsnapte uit de diepte van zijn zwaar lichaam. „U is verbaasd mij té zien, mijnheer de mar kies", zeide hij op ccn toon alsof hij excuus mankte voor zijn komst eji voor zijn ge- heclc bestaan schier. Nu moet men weten, dat dc natuur den graaf de Chatellcrault begiftigd had met een aard even fier. en aanmatigend als die van Lucifer eenige gelijkenis met dezen doorluchtigen persoon beweerden zijn verdrukte onderge schikten tc bespeuren in de trekken van zijn donker gelaat. De omgeving waarin hij leefde had de onbeschaamdheid waarmee dc natuur hem begiftigd had niet verminderd, en de gunst van den koning waarin hij mijn mededinger was had verder meegewerkt om den ver waanden aanleg van zijn ijdele ziel te verhoo- gcn. Zoodat deze verwonderlijk nederige toon mij zeer verbaasde; want ik meende, dat zelfs een teleurgestelde liefdeshistorie niet in staat kon zijn om zulk een verandering teweeg te brengen in dezen man. „Ik had niet gedacht hier zulk een groot ge zelschap aan te treffen", zei hij. En dc woorden, die toen volgden, bevatten de verklaring van zijn somber uiterlijk. „Monsieur dc Bardeiys, de koning heeft geweigerd mij tc ontvangen en wanneer dc zon is ondergegaan, moeten wij, om dc geringere hemellichamen aan het hof felijk firmament, ons tot de muren wenden om licht cn troost tc zoeken." En hij maakte een diepe buiging voor mij. „Beteekent dat, dot ik over den nacht re geer vroeg ik lachend. „Do vergelijking is meer grappig dan juist, want terwijl dc maan koud is en somber, mij zult ge altijd warm vinden en hartelijk. Ik wenschte, monsieur de Chatellerault, dnt ik de eer die gc mij aandoet mij een bezoek te brengen, aan een minder onaangename omstandigheid te danken hod dan aan het misnoegen van zijn majesteit." „Het is niet voor niets dat zij u „Dc Luister rijke" noemen", antwoordde hij opnieuw met een buiginghij scheen den angel niet tc voe len die in mijn laatste woorden log opgesloten. Ik lachte en zonder verdere plichtplegingen geleidde ik hem naar dc tafel. „Ganymedes, een plaats voor mijnheer den graaf. Gilles, Antoine, bedien monsieur de Chatellerault. Basilè, wijn voor mijnbeer den graaf. Haast u 'wat I" Dc rhinoceros is nog iets gevaarlijker; Le deboer cn een Malcier liepen bijna tegen zoo'n monster op dat zich, ergens in Sumatra, ccn weg baande in ccn dichtbcgrocidcn poel. De Maleicr vloog als een kat in een sliert lianen, werkte zich in doodsangst wat naar boven, ter- wel de neushoorn tevergeefs met den gruwc- lijken bek naar hem beet. Op 't zelfde moment viel Lcdcbocr's schot cn terwijl dc rhinoceros neerstortte, tuimelde dc Maleicr, dio zóó ver moeid was dat hij zich niet langer kon hond haven in z'n vreemde positie, op het slervendi dier. Dc jacht in Afrika was een illusie voor Ledeboer, en hij is er in het laatst vnn 1925 heengegaan. Een paar brieven zijn in Indie van hem ontvangen; hij scheen ietwat gedcsillusionnccrd te zijn cn sommige dingen wezen er op dat hij spoedig zou terugkeeren. Hij klaagde er over dat ook daar het terrein was afgejaagd, en dat men vrijwel geen groote olifanten mcei zag. Vermoedelijk heeft hij er nog wel één ont moet, en toen is daar het drama afgespeeld, dat, op z'n kortst saamgevat, ons is meege deeld „Killed by elephant." Eindelijk zou hij moeten rusten op den ko ninklijken Jong, den Godenberg, waar hij leefde als een hecrschcr. Doch wellicht is het zóó maar beter; hij rust vermoedelijk op do plek waar hij, na honderden victories, voor het eerst de groote fout maakte. Men weet hel niet, hoe dit ging, en zal het vermoedelijk nooit weten, maar hij ligt don op het torroiq der groote jacht, waorvan hij, in Indic. d$ koning was. Indie kent meer onverschrokken jagers, dje tijger en olifant zoeken in hun schuilploatscp. Maar allen zullen ongetwijfeld van Lcdebcer erkennen Hij was dc beste onder ons. NED.—BELGISCH VERDRAG EN TWEEDE KAMER. Behandeling in de tweede helft van October. Naar dc Tel. verneemt, ligt het in het voor nemen, om het Ncderlandsch-Belgisch verdrug in de tweede helft van de maand October in dc Tweede Kamer te doen behandelen. DE WEELDEVERTERINGSBELASTING. Bezwaren der linnen- cn tapijt- fabrikanten. Een deputatie uit de Verceniging van Katho lieke Werkgevers in do Textielnijverheid had dezer dogeh een audiëntie bij den minister van financiën ter bespreking van de ernstige be zworen, die onder de linnen- en tapijtfabrikan ten bestaan tegen het ontwcrp-Weeldcverte- ringsbelasting. Immers, volgens dit ontwerp zullen onder deze nieuwe heffing vollen tafel- en bedde goed van andere dan katoenen weefsels, da mast, karpetten, kleeden, tapijten, loopers, waarin wol is verwerkt. Voorop werd gesteld, dot dc toestand in de genoemde takken van industrie zich tegen elke nieuwe bemoeilijking verzet. Reeds thans is er groote werkloosheid in deze takken van nijverheid. Al zal vólgens dc bedoeling van den ontwerper dér Wecldcverteringsbelósting de belasting door den consument worden be taald, dit neemt niet weg, dat ook de nijver heid er ernstig nadeel van zei ondervinden, daar vanzelfsprekend de verhtooging van den prijs der ortikelen met 10 pet. vermindering van afzet tengevolge moet hebben. De bijzonder ongunstige toestand in bedoel de takken van nijverheid werd den minister met cijfers aangetoond. Voorts werd er door de deputatie uit ge noemde verceniging op gewezen, dat zoowel voor den post tafel- en beddegoed als voor don post tapijten het criterium geheel ten on rechte is gezocht in dó gebruikte grondstof fen. De omstandigheid toch, dat tafel- cn bed degoed geheel of gedeeltelijk uit linnen is ge maakt, brengt niet mede, dot het artikel ccn weeldeartikel is. Het grootste gedeelte linnen en halflinnen tafel- on beddegoed is een zeer eenvoudig gebruiksartikel. In vele gevallen wordt de voorkeur gegeven aan linnen boven katoen met het oog op den longeren levens duur. In ccn oogenblik was hij het middelpunt ge worden van ieders aandacht. Mijn bedienden fladderden om hem heen, gonzend en indrin gerig als bijen rondom een roos. Wil mijnheer proeven van deze „capon h la casserole" of van den gotruffeerden pnuwfc Kón een snede van deze krachtige ham ii l'Anglaise mijnheer den graaf niet. bekoren, of wil hij misschien dezen kalkoen aux olives eens proeven Dit is dc salade die dc kok van monsieur le mar quis in Italië heeft leeren bereiden en hier een vol-au-vcnt, uitgevonden door Quélon in eigen persoon." Basile presenteerde hem verschillcndo wijnen, hij werd gevolgd door een page met een zil veren schenkblad vol bekers en karaffen. „Wit te Armagnac of roode Anjou, monsieur lc comtc Bourgonje waar monsieur lc marquis zeer veel van houdt cn dit is ccn zeer fijne wijn uit Lombardijc, vaak door zijn majesteit be steld. Of wil monsieur dc Chatellerault soms liever van den laatstcn oogst van Bardeiys proeven En zoo vervolgden zij hem en brachten hem in dc war, totdat hij eindelijk een kous gedaan had; cn zelfs toen nog bleven er een paar be dienden achter zijn stoel staan om zijn gering ste wcnschen tc voorkomen. Ja, als hij dc ko ning geweest was in eigen persoon, men had hem in het Hotel dc Bardeiys geen grootor eer kunnen aandoen. Maar dc gedwongenheid die zijn komst ver oorzaakt had was nog niet weggenomen, wan* Chatcllerault was weinig bemind en zijn te genwoordigheid werkte als een doodshoofd aan een Egyptische feestmaaltijd. Want van al deze mooi-weer vrienden die rondoih mijn tafel zaten er waren slechts weinigen dio niet onder zijn macht hadden ge leden was er, vreesde ik, misschien geen een die zoo beleefd zou wezen zijn verachting voor den gevallen gunsteling niet te toonen. Eveneens werd aangetoond, dat door het brengen van alle dhmastwccfscls onder deze belasting wederom tal van weefgoederen met een weelderccht zullen wordon belast, dio in geen enkel opzicht weeldeartikelen zijn. Vele instellingen van openbaar nut, zooala ziekenhuizen, krankzinnigengestichten, enz., geven dc voorkeur aan dc producten der lin- nenindustric boven dio der katoenindustrie met het oog op de grootere deugdelijkheid. Met instemming werd kennis genomen van dc verklaring van don minister dat het zijne bedoeling niet is onder het begrip „bedde goed" mede tc rangschikken dekens, poluws en matrossen, doch slechts beddelakens cn -sloopen. De aangevoerde bezwaren worden daardoor echter geenszins ondervangen. Wat dc tapijtindustrie betreft werd cr op gewezen, dnt vrijwel in allo geweven vlocr- klceden wol is ve1'vorkt. Ook do recest een voudige karpetten bevatten nog een zeker percentage wol, al is dit dan ook niet meer don eenige percenten. Al kon niet worden ontkend, dot er onder dc producten der ta pijtindustrie luxo voorwerpen zijn, zulks kon echter niet motivceren om nagenoeg alle pro ducten der tapijtindustrie onder de Wccldo- vcrtcringsbelasting tc brengen. Dc juistheid van een en ander werd door het overleggen van een uitgebreide stolen- collectie nader aongetoond. De minister volgde mot groote belangstel ling do verschillende uiteenzettingen en ver klaarde zich bereid er ernstig aandacht aan te schenken. De bedoeling is niet aldus de minister om een nieuwen last op bepoaldo tukken van nijverheid te leggen, doch om den consument te treffen. Daartegenover werd opgemerkt, dot het eerste niettemin zeer door de belanghebbende nijveren wordt ge vreesd cn dit gevolg ook niet kan uitblijven voor zoover het betreft artikelen, die vervang baar zijn, zooals b.v. linnen door katoen. De minister drukte voorts do hoop uit, dot het bestuur der Verceniging van Katholieke Werkgevers bereid zou zijn een redactie tc formuleercn, die aan de geopperde bezworen zooveel mogelijk tegemoet kwam cn dc hef fing zou beperken tot dc werkelijke weelde artikelen. Bijzondere aandacht had bij de bespreking nog het voorgestelde verschil van 2 pet. tus schcn dc belasting op binnenlandschc cn het invoerrecht op de ingevoerde producten. Een verschil van tenminste 5 pet. tusschcn beide heffingen werd noodzakelijk geacht, wil althans worden voorkomen, dat de voor gestelde Wecldeverteringsbelasting de Nc- derlondsche industrie nog verder achter zal stellen bij de buitenlondschc industrie. De minister verklaarde zich bereid ook dit punt ernstig tc overwegen. GEBRUIK VAN BERErD OPIUM. Verschenen is het voorloopig verslag der Tweede Kamer nopens de wetsontwerpen: Goedkeuring van do overeenkomst met bijbe- hoorend Protocol nopens het gebruik van be reid opium von II Februari 1925. Voorbehoud der bevoegdheid tot bekrachti ging van het Verdrag met bijbehoorend Proto col betreffende de vervaardiging en dc berei ding van, alsmede den handel in verdoovende middelen van 19 Februari 1925. Verscheidene leden gaven er hun bovreem- ding over te kennen, dat do resultaten der to Genèvc vanwege den Volkenbond gehouden Opiumconferenties eerst nu aan dc Kamer wor den voorgelegd. Vele leden meenden hun teleurstelling te moe ten uitspreken over de geringe resultaten, door dc Eerste Opiumconferentie te Genèvo bereikt. Deze leden vonden dc bepalingen van het Pro tocol belangrijker, dan de overeenkomst zelve. Zij betreurden, dot niet van Nederlandscho zijde het Initiatief is uitgegaan om zoodanige bepalingen reeds op de Eerste Conferentio vastgesteld te krijgen, te meer, daar een Neder-* lander tot voorzitter dier conferentie was ge kozen. Het zwakke en weifelende karakter van onze opiumpolitiek, dot op do beide conferenties is gebleken, treedt volgens de laatstbedoelde leden nog duidelijker aan het licht door de berichten, die sedert uit Ned.-Indië tot ons komen en die erop wijzen, dat men daar, met het oog op den tocnemenden smokkelhandel, thans de tot be strijding van het opiumgebruik getroffen maat regelen tijdelijk buiten werking stelt cn zelfs overweegt opium togen logeren prijs verkrijg baar te stellen. Deze politiek werd bedenkelijk geacht. Dat hij een gevallen grootheid was, dat be grepen wij, zoowel uit hetgeen wij reeds ge hoord hadden als uit zijn eigen woorden. Toch mocht hij in mijn huis geen voor smaak hebben van de koelheid, waarmee hij weldra in geheel Parijs zou worden ontvangen, en daarom hing ik den gastheer uit met al do beleefdheden, welke die rol iemand oplegtilc stortte al mijn hartelijkheid over hem uit en om do koelheid van mijn andere gasten tc ver warmen, liet ik den wijn overvloediger stroo men dan ooit. Mijn waardigheid zou mij niets minder veroorloven, ik was het aan mij zelf verplicht, anders kon het den schijn hebben of ik mij verheugde over den val van mijn mededinger cn hoopte dot de ongenade, waar in hij was gevallen bij den koning, mij een sport hoogcr zou doen stijgen. Mijn pogingen waren niet vruchteloos. Lang zaam deed de verzachtende invloed van den wijn zich gevoelen. En daarbij ma&kto ik ge bruik van dc scherpzinnigheid en het vernuft waarmee dc hemel mij begiftigd heeft en door een gepost woordje hier cn daar gelukte het mij dc opgeruimdheid terug t.e roepen, die zijn komst voor een oogenblik verdreven had. Én zoo spreidde weldra de opgewekte vroolijkheid haar mantel weer over ons uit, de eene grap volgde op de andere, wij lachten en plaagden elkaar, totdat onze luidruchtigo opgewektheid dopr de open vensters naar buiten stroomde cn op do vleugelen van den nachtwind gedragen werd naar de Rue St. Dominique, over de Rue de l'Enfer en doordrong misschien tot de za len van het Palais du Luxembourg. Wie weet of ze niet begrepen, dat Bardeiys en zijn vrien den weer een vroolijk feest vierden, een luid ruchtig feest, zoools zoo menigmaal, waaraan Bardeiys gedeeltelijk den bijnaam te danken had van „De Luisterrijke". (Wordt vervolgd).

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1926 | | pagina 5