BINNENLAND.
FEUILLETON.
De Markies van Bardeiys.
25e Jaargang No. 35 AMERSFOÖRTSCH DAGBLAD „DE EEMLANDER" 10
TWEEDE BLAD.
FLANEL COSTUMES
UJT DE STAATSCOURANT.
Voornoamste Kon. besluiten enz,
*uit de Staatscourant van heden»
evond.
Benoenyl tot officier van gezondheid 2de
klasse bij de zeemacht W. F. K. Kooiman
arts.
DE ITALIAANSCHE OORLOOSSCHEPEN
TE AMSTERDAM.
Een feestmaal aangeboden door
Itaiioenschen gezant.
De Italiaansche gezant, markies Maestri Mo-
hnari de Mettone, heeft Zaterdag j.L aan de
officieren van de Italiaansche oorlogsschepen
Pisa en Feruccio, die thans te Amsterdam zijn,
een feestmaal aangeboden.
Onder do genoodigden waren: do admiraal
Burzagli, adjudant di Bandiere, commandant
Cavagnari, commandant Vettori, freule
Sweerts *Ie Landas, dochter van den Commis
saris der Koningin in Zuid-Holland, de burge
meester va i 's Gravcnhage, mr. J. A. N Patijn
en mevrouv; de schout bij nacht chef van den
marinestaf K F. Sluijs, de secretaris van de
Italiaansche legatie, do heer Allievi en me
vrouw; de consul van Italië te Rotterdam, dc
heer Sangiorgi en mevrouw; de consul te Am
sterdam de heer Loeb. de dochter van den ge
zant, mej; Litigia Maesrti Molinari de Mettona,
de chef van de Italiaansche fascisten in Neder
land do comm. Vanni cn mevrouw; dc dochtei
van den Franschcn mil. attaché mcj. Burin des
Rozierc.
hET AANTAL ARBEIDSCONTROLEURS IN
DE MIJNEN
Een adres der samenwerkende
mijnv/erkersbonden.
In een adres aan den minister van waterstaat
spreken de Samenwerkende Mijnwerkersbon
den er hunne bevreemding over uit, dat de op
1 Augustus a.s. te houden gemeenschappe
lijke vergadering van dc leden van al de Ar-
beiderscommissies van de mijnen tot het op
maken van voordrachten voor drie arbeiders
controleurs, is opgeroepen buiten cenige me-
dedeeling aan de organisaties om.
Zij wijzen er op, det hunne vertegenwoordi
gers reeds ter audiëntie bij den minister heb
ben uiteengezet, dot de organisaties van uit
breiding van het aantal arbeiders-controleurs
alleen geen heil verwachten, wanneer daareai.
net tevens verbonden is een betere regeling
van de bevoegdheden dezer arbeiderscontro
leurs.
De organisaties weten thans, uit mededee-
lingen van derden, dat het plan bestaat het
aanbal nroeidcis-controleujs met drie uit te
breiden. Van het verstrekken van meerdere
bevoegdheden, hebben zij echter niets verno
men, terwijl den leden van de Arbeiderscom-
)n.r- s daaromtrent niets bekend is.
Zij verzoeken den minister daarom, liefst
voor de vergadering van de arbeiderscommis-
siès plaats vindt, te willen mcdedeclen of er
naast uitbreiding van het aantal arbeiders-con
troleurs, ook meer bevoegdheden aan dezen
zullen worden gegeven.
UiT HET MIJNBEDRIJF.
Klachten over nict-toepassing der
Ongevallenwet.
Naar aanleiding van de klachten der vakton
den dat de mijnondernemers de Ongevallenwet
ontduiken door het overgroote deel der be
drijfsongevallen niet aan te geven, heeft het
bestuur der Rijksverzekeringsbank een onder
zoek ingesteld. Dr. v. Eden heeft hiervoor om
streeks 2 weken in de mijnstreek vertoefd om
alle betrokkenen te hooren In verband met de
resultaten van dit onderzoek ontvingen dc#sa-
menwerkende mijnwerkersbonden thans een
brief van het bestuur der Rijksverzekerings
bank, waarin o.a. wordt gezegd
„Det een ingesteld onderzoek heeft aange
toond, dot inderdaad ongevallen verzwegen
rijn, welke o.i hadden behooren te zijn aan
gegeven, en dat maatregelenzijn getroffen cn
andere in overweging zijn, om een betere na
koming der wet in dit opzicht *c verzekeren."
WEIGERING BJJ WERKVER
SCHAFFING.
Antwoord op vragen van het
Kamerlid Schaper.
Op de vragen van den heer Schaper bctrc»
fende het weigeren van Drentsche arbeiders
uit sommige gemeenten voor plaatsing bij de
werkverschaffing en het niet toelaten dier ar»
bciders, woonachtig buiten de gemeente Em-
men, tot verhuizing met Regccringssteun naar
Overijssel, wélke vragen luiden als volgt:
T. Is het juist, dot stelselmatig of in ccnigs-
zins beduidende mate Drentsche arbeiders uit
do gemeenten Borger, Odoorn e. a. geweigerd
worden bii dc werkverfhoffing, en dot Drent-
scho arbeiders buiten do gemeente Emmcn
evenmin worden toegelaten tot verhuizing met
Rcgeeringssteun naar Overijssel, omdat alleen
arbeiders uit laatstgenoemde gemeente in deze
voordrelcn zouden mogen deelen
2 Zoo io, achten de ministers dit dan niet
een onbillijke regeling, waarbij met zekert
overdrijving aan écn bepaalde gemeente hulp
wordt verschaft
3 Waarop is anders deze regeling ge
grond
hebben de ministers Kan cn Slotcmakcr dc
Bruine het volgende geantwoord:
Ad T Het is niet juist, dat stelselmatig o?
\n ecnigszins beduidende mate arbeiders uit
cenige Drentsche gemeenten, die voor plaat
sing bij de werkverschaffing in aanmerking
komen, daarbij worden geweigerd
De openstelling van de werkverschaffing
werdj geregeld naar de behoefte aan plaatsing
daarbij, ongeacht welke gemeente het betreft
In verbond met de thans aanwezige werkge
legenheid in het vrije bedrijf is de werkver
schaffing voor de geheelo provincie Drente
tijdelijk stopgezet, met uitzondering slechts
voor zooveel betreft do gemeenten Emmen,
Schoonebeek, Smilde en Assen, uit welke ge
meenten een beperkt oantol arbeiders ook nu
wordt te werk gesteld. In deze gemeente is niet
voldoende werkgelegenheid in het vrije bedrijf
te vinden
Het ligt in do bedoeling der Regeering, voor
overbrenging naar Enschedé in de eerste
plaats arbeiders uit dc gemeente Emmcn in
aanmerking te doen komen
Slechts met het oog op den noodtoestand
en do overbevolking in laatstgenoemde ge
meente op TO Juli 1026 wafen niet minder
dan T327 arbeiders uit Emmcn bij de werk
verschaffing te werk gesteld r- heeft dc Re-
gcering vrijheid kunnen vinden een regeling
ter overbrenging van 200 gezinnen uit Drente
naar Enschedé tc treffen.
Nochtans is de Regeering beield, om, in
dien te zijner tijd onverhoopt mocht blijken,
dar in du gemeente Emmcn een voldoend aan
tal geschikte gezinnen niet is tc vindon, tc be
vorderen, dat gezinnen uit andere Drentsche
gemeenten tct het ontbrekende aantal naar En
schedé worden overgebracht.
Maatregelen, ols ten behoeve van de gemeen
te Emmcn genomen worden of zijn, kunnen niet
voor ondere gemeenten, waarin werkeloosheid
in meerdere of mindere mate heerscht. getrof
fen worden. Immers dc bijzende re omstandig
heden, waarin Emincn ve:lccert, nopens lót een
Ingrijpen, clat, bracht het verdere consequenties
mee, niet te handhaven zou zijn
Ad 2. Gelijk reeds uit het antwoord cp vraag
T blijkt, kan het antwoord cp vraag 2 niet
anders don entkennend luiden
Ad 3 Voor het antwoord op deze vraag
moge kortheidshalve naar het Antwoord op
vraag I worden verwezen.
DE WAARDE DER RENTEKAART
Een waarschuwend voordbeeld.
Bij den Raad van Arbeid te Haarlem werd
dezer dagen, naar Het Volk meldt, het na
volgende geval bekend:
Een dienstmeisje, wees, oud 22, jaar, was
van 15 September 1924 tot 15 October 1925
in dienst van mevrouw A. en van 15 Nov.
to» 15 Juni 1926 van mevrouw B zender zich
echter voor de Invaliditeitsverzekering nan re
melden. Er werden dus geen zegels voor haar
geplakt. Wie hiervan dc schuld draagt, weten
wij niet, maar vast staat, dat zij op 14 No
vember 1925 een begin ven uitvoering heeft
gegeven aan hafe verplichting om zich aan :o.
melden en hoogstwaarschijnlijk is, dot zij daai-
vnn door bemoeiingen van mevrouw B is
weerhouden.
Toen werd zij ongesteld (tuberculeus) en de
fomilie B. zegde haar, vermoedelijk uit dien
hoofde, dc betrekking op.
-Zij aanvaardde, door den nood ggdwopgen.
Het is zielig, zielloos door het leven tc gaan.
Naar het Engelsrh van
RAFAEL SABATAN1.
30
Ik dacht kalm na over de weddenschap en
de gebeurtenissen die er het gevolg van ge
weest waren en kwam eindelijk tot de slotsom,
dat Chatellerault niet beschouwd kon worden
er de minste aanspraak te kunnen doen gel
den op mijn landgoederen. Dot hij mij van
het begin af aan bedrogen had zooaïs ik reeds
eerder heb aangetoond, legde minder gewicht
in de schaal dan de manier waarop hij in he»
laatst was opgetreden.
Ik nam eindelijk het besluit een volledige op
gave op te maken cn Castelroux te verzoeken
die aan den koning zelf te laten overhandigen.
Zoo zou er niet alleen recht geschieden, maar
ik zou, al was het laat, met den graaf
afgerekend hebben. Zonder twijfel rekende hij
op zijn machtigen invloed om op alle papieren
die ik mocht nalaten, beslag te leggen en alles
te vernietigen wat aanwijzing kon geven wie ik
was. Maar hij had r.iet gerekend op de vriend
schap die ontstaan was tusschen den jeugdigen
kapite-in en mij en evenmin dat het mij ge
lukt was dezen laatste te overtuigen dat ik
Bardeiys was; hij vermoedde dan ook niets
van de maatregelen die ik op het punt was te
nomen om hem te straffen.
Toen ik eindelijk begon te schrijven werd
rnijn eendacht getrokken door een zonderling
geluid. Het was eerst niet meer dan een on
duidelijk geruisch, als van golven die tegen
de kust breken. Langzamerhand frerd het lui
der en nam den vorm can van 'menschelijke
stemmen in opgewekten toon. En toen boven
het geraos van het gepeupel uit h'ei gebulder
van een kanon, en toen nog een en nog een
Ik sprong overeind cn vroeg mij af wat dit
wel wezen kon; ik liep naar het getraliede ven
ster en stond te luisteren. Ik keek het voorplein
van de gevangenis over en ontwaarde ook daar
eenigc drukte, in overeenstemming als het
ware met die daar buiten
Een ocgenblik daarna, toen het volk nader
bij kwam, was het of ik kreten-yan toejuiching
hoorde. Toen drong klcroengeschel door tQt
mijn ooren cn eindelijk was ik in staat boven
al het lawaai uit, dat in tusschen oorverdoovend
was geworden, het getrappel van paardenhoe
ven te vernemen, alsof een bende ruiters de
gevangenis passeerde.
Ik begreep dat het een persoon van gewicht
moest wezen die te Toylouse aankwam en mijn
eerste gedachte was de koning. Zulk een mo
gelijkheid deed mijn hoofd duizelen van hoop.
Maar ik herinnerde mij dat Roxalanne mij den
vorigen avond verteld had dot hij te Lyon was,
daarom zette ik die gedachte verre van mij,
want zijn majesteit, die altijd langzaam en op
zijn gemak reisde, geheel in overeenstemnüng
meï zijn gewone manier van doen, zou onmo
gelijk voor het laatst van de week in Toulouso
kunnen wezen, en het was nu pas Zondag.
Het volk passeerde en scheen daarna halt te
houden, want tegen den midda'g hoorde ik geen
juichkreten meer. Ik zette mij neer om tc
schrijven en zou straks als de gevangenbewaar
der kwam, wel vragen wat die drukte beduidde.
Een uur ging voorbij; ik schoot al op met
mijn werk toen de deur werd opengedaan en
RECLAMES
Van 1—4 regels 4.U5, elke regel meer T.—
KLEERMAKERIJ
Fa. E. L. J. LAMMERTS
Amersfoort 0,;S5ï8d Groningen
UtoicMschewaq 36. Tel. 587
nu enkele weken geloden, een nieuwe betrek-
long bij Sc familie C, waai men lerstond van
de aanmelding voor de invaliditeitswet werk
muakte Zij kan echter thans niet in dc ver.
zekering worden opgenomen, omdat zij bij de
aanmelding invalide was. Want kort daarop
reeds moest zij het werk opgeven, omdat zij
niet meer kon Thans diende zij op dokters
advies een aanvraag in bij den Raad van Ar
beid, om gratis geneeskundige behandeling.
Deze aanviaog moest echter zonder nadci
onderzoek worden van dc hand gewezen, om
dat voor betrokkc-ne niet was geplakt
Ook wendde zij zich tot hoar tegenwoordi-
3en werkgever C. om vei pleging Deze beroept
zich evenwel cp het eit, dat anderen verzuim
den voor haar te plukken en zij reeds zich
was, toen zij bij hem in dienst kwam.
Daar staat nu de arme wees, zonder hulp,
slechts hopende op dc liefdadigheid Slacht
offer van eigen schuld en van die der families
A. en B Op het morecle rechtsgevoel van deze
beide families zal nu een beroep werden ge
daan
1 DR. RH. FALKENBURG.
Gemeentesecretaris van Amsterdam.
Dr. Ph Falkenburg, secretaris der gemeente
Amsterdam, is gistermiddag in de kliniek
Sankt Anna te Luzcrn overleden
Philip Falkenburg, cp 21 Maart IQ17 tct ge
meente-secretaris van Amsterdam benoemd,
als opvolger van rr.r. Baëza, werd, zoo meldi
het Hbldden 24sten Mei 1863 te 's-Graven-
hagc geboren. Hij studeerde aan dc Univer
siteit te Leiden, in dc rechtswetenschap ei.
promoveerde in 1890 op ren proefschrift, ge
titeld „Bijdrage tot de icer van het arbeids
loon In 1892 stelde hij, in cpJracht van de
toenmalige Verêehiging vcor de Staathuis
houdkunde een onderzoek in naar de armen
zorg in Nederland, ten gevolge waarvan van
zijn hand het licht zogen ,.Dc armenzorg van
Amsterdam (1892), van „Rotterdam (1895)
cn van ,,'s-Grovenhage" (1897) Hij werd in
1893 benoemd tot adjunct-commies aan da
toen opgerichte afdeeling „arbeid" van he»
departement van waterstaat In 1894 werd liii
benoemd tot directeur vnn het gemeentelijk
bureau van Amsterdam met den rang vnn
hoofdcommies Dit was het eerste gemeente
lijk bureau van statistiek in Nederland, dat
aldus docr mr. Falkenburg werd ongericht. I*.
1901 werd hij tevens belast met de afdeeling
armwezen en secretaris van het Burger lij!'.
Armbestuur In 1913 werd hij bevorderd tot
referenderis dor afdeeling armwezen.
Von zijn hand verscheen een groot aantal
economische en statische artikelen in Jtet
„Sociaal Weekblad". „Gemeentebelangen", de
„Vragen des Tijds". dc Economist". „Con
rad's Jalirbü«*hcr en Handwörterbuch" en het
.„Handelsblad". In ons bind schref hij over
„Geboorte en sterfte cr.der invloed vnn den
oorlog".
Voorts was hij lid en meermalen rapporteui
van dc gemeentelijke'commissie tot onderzoek
va-> arbeidstoestanden tc Amsterdam.
Zijn samen met prof R. IT Saltet in 1900
geschreven „De kindersterfte in Nederland"
heeft grooton invloed gehad cp de zuigclin-
genbcscherming in Mcdcrlond.
Onder zijn leiding verschenen de verschil
lende publicaties van het Amsterdamsche sta
tistisch bureau (jaarboeken, mededeelingen,
maandberichten, weekberichten, waaronder <1l
„Stntistioup- démecraphinue des grnndes villes
du monde",, (1911 cn 1912), Mr. Falkenburg
was lid van de „Centrale commissie voor de
Statistiek", de ..Deutsche Statistische Gescll-
schoft" cn het „Institut international dc stotis-
tique".
DE WATERSNOOD.
Ontevredenheid over weinig actie
der autoriteiten.
Het Comité vnn Actie tct verkrijging van
Rcgceringsbemocienis in zake Dijkverbetcring
dc vrocÜjkc stem van Castelroux mij begroet
te
„Mijnheer, ik heb een vriend van u meege
bracht die u komt opzoeken."
Ik draaide mij om op mijn stoel cn één blik
op het aardige, nette gezicht en het blonde
haar van den jongen rr.an naast Castelroux
deed mij plotseling opstaan.
„Mironsac!' riep ik uit en ik liep met uit
gestrekte handen naar hem toe
Maar ofschoon mijn vreugde groot was en
mijn verrassing niet minder, nog grooter v/as
de verbijstering die ik las op Mironsac's gelaat.
„Mijnheer de Bardeiys!" riep hij uit en ik
los honderd vragen in zijn verbaasde oogen
„Voor den drommell" bromde zijn neef, „het
was een goede inval je mee te brengen".
„Maar waarom vertelde je mij niet, -Amédéc,
dat het mijnheer dc Bardeiys was dien ik hiei
zor vinden?"
„Wou je mij zulk een aardige verrassing Te»
ten bederven?" vroeg zijn neef.
„Armand", zei ik, „niemand kan ooit ergens
zoo welkom zijn als jij hier. Je komt juist bij
tijds om mijn leven te redden".
En als antwoord op zijn vragen vertelde ik
hem in het kort alles wat mij overkomen was
sedert dien avond in Parijs toen de wedden
schap was aangegaan en hoe ik nu door de
slimme stilzwijgendheid van'" Chatellcreult als
het ware op den rand stond van het schavot.
Toen barstte zijn woedde los tegen Chatelle
rault en wot hij zei van den graaf deed mij
goed om te hooren. Eindelijk stuitte ik zijn
woordenvloed.
„Voor 't cogenblik is 't genoeg, MironsacI"
zei ik lachend. „Je bent hier en je kunt al Cha-
telleraults plannen dwarsboomen docr mijn
identiteit te getuigen tegenover den grootze
gelbewaarder."
En toen viel mij een nieuwe twijfel In als
cn ter voorkoming van overstrooming-ram-
pen, hield Zaterdag te Nijmegen een vergade
ring. waaraan werd deelgenomen door ver
schillende vooraanstaande personen in Nijme
gen en in de door den watersnood geteisterde
dot pen.
De vergadering werd geleid door den voor
zitter, den heer A. Povcl, wethouder der ge
meente Ubbcrgen, die na zijn opcningswooid
er aan herinnerde dat door philantropisch Ne
derland voor den waterstaat vier millioen
werd bijeengebracht, om dc vraag tc stellen,
maar wat deed daarnanst onze Regcering?
Niets, zegt spreker.
In het arme Duitschland was wèl geld voo:
de slechtoffcrs van het v.'ftter verstrekt.
De Tweede Kamer kon wel voel er over pra
ten, maar er is niet gedaan voor Gelderland
en den Achterhoek
Er moot, aldus spr. door de Regcering inge
grepen worden; wij kunnen cischcn, dat zij die
alles of een groot deel van wol zij bezaten
hebben verloren, geholpon worden Do Regce
ring moet de reddende hond toesteken.
Voorts moet getracht worden herhalingen tc
voorkomen, denk onn do dijken!
Dc ervaring heeft denn zien dat dijkherstel
dringend noodig is; moor ook hierin blijft de
Regcering buiten schot.
Er moet belangstelling op grootc schaal ge
wekt worden om tct een krachtig protest ic
komen, opdat von uit Den Haag wat gedaan
worde om tot verbetering vnn den loestnnd tc
geraken.
Dc heer Tessci, secretaris, zegt dnt ge
hoopt wordt te komen tot vorming van een
hoofdcomité, bijeengeroepen uit dc verschil
lende plaatsen die getroffen zijn door den
watersnood, hetwelk zich don voorstelt rnct
het hiervolgend programma naar buiten op te
treden Verspreiding von een monifest. in de
door de overstrooming geteisterde streken;
stichting in elke gemeente of plants van een
subcomité; belegging van populaire vergade
ringen en van een groote protestmccting te
Nijmegen; bcstudecring von de onderhavige
vroagstukken door middel vr.n Studieclubs:
opwekking tot deelneming ven vele georgani
seerde machten aan een massademonstratie in
Den Hang, waar hulde zcl worden gebracht non
dc Koningin cn Hom. steun wordt verzocht; in
zameling von gelden ter bestrijding ven de
kosten der corr.ité's; op het werkprogram staat
niet slechts de dijkverbetcring. mnar verbete
ring ven alles wet rookt de waterschappen en
polderzaken Gemis van eenheid in het optro-
den op woterschapsgebied is maar al te zeci
gebleken: geen enkele autoriteit wist welke be
voegdheid hij had.
Het wnterkeeringswerk in De Ooy werd ver
traagd door den dijkgrnaf van het polder
district „Dc Cirkel von de Ooy"; het kon eerst
worden voortgezet toen dc Commissaris vnn
dc Koningin den dijkgrnaf gedreigd had, hem
van den dijk to laten zetten.
De heer De L e e u w. burgemeester vnn
Druten, ondersteunt krachtig de poging naar
rcgccringsstcun en zegt dat dc qunestic von
dijkversterking reeds door dc Prov Staten vnn
Ncord-Brabont en Gelderland wordt overwo
gen
Meer aanwezigen lieten zich op gelijke wij
ze uit. In Ubbcrgen is men teleurgesteld over
het antwoord van Ged. Staten van Gelderland
gegeven aan baron van Voorst tot Voorst op
vragen deze zaken betreffende.
De vergadering werd besloten met dc af
spraak deï getracht cl worden de ncodigc
geestdrift te wekker Qm daarna 16 Augustus
andermaal bijeen tc komen.
DE AANLEG VAN HET TWENTE-RIJN-
KANAAL.
Voor het behoud van een historisch
- ifonument.
Het bestuur van den Nederlandschcn Oud
heidkundigen Bond heeft aan den minister van
Waterstaat een adres gezonden, om adhacsie
te betuigen aan de adressen, die door Heem
schut cn door Almelcschc. ingezetenen zijn
gezonden, ten bctoogc, dot hot r.iet wcnschelijk
mag worden geacht het tracée Goor—Almelo
vnn het aon tc leggen Twente-Rijnkonaal uit
te voeren in de richting, zooals nu laatstelijk
is geprojecteerd.
.Door dit project zou onherstelbare cn groote
schade worden toegebracht nan een bijkans
eenig schoon en historisch monument, gelijk
tot nu toe het Huis Almelo, omgeven door zijt.
bouwhuizen, grachten en oprijlaan, 'ols eer.
zeldzaam en ongeschonden type van een Ovcr-
ijselsche havezathe in zijn grondplan' is be
waard gebleven
een koude hand die op mijn hoofd wordt ge
legd. Ik keek naar Castelroux.
„Hemell" riep ik uit „Als ze eens weiger
den een tweede verhoor toe te staan!"
„Weigeren!" riep hij lachend, „het zal hun
niet gevraagd worden".
„H^t zal niet noodig zijn", veegde Mironscc
er bij. „Ik behoef het maar aon den koning te
vcktellen
„Maar mijn vriend", riep ik een weinig on
geduldig, „ik moet immers 's morgens ster
ven!"
„Dc koning zal het vandaag hooren nu
dadelijk Ik gn naar hem toe".
Ik staarde hem een oogenblik vnn ter zijde
can; toen herinnerde ik mij de drukte die ik
gehoord had.
„Is de koning cr ol?" riep ik uit.
„Ja natuurlijk, monsieur. Hoe zou ik hier
anders wezen? Ik hoor bij het gevolg van dep
koning".
Toen werd het mij opnieuw ellendig te moe
de. Ik dacht non Roxalanne en hoezeer zij
moest lijden en ik bedacht dat ieder oogenblik
dat Mironsac langer in mijn cel bleef, een
oogenblik foltering was voor dot arme kind.
Daarom verzocht ik hem dadelijk naar den
koning te gaan én mijn gevangenschap aan
zijn majesteit mee te deelen. Hij voldeed aan
mijn verzoek en ik werd dus weder alleen ge
laten en liep heen en weer in mijn kleine cel
ten prooi aan ccn opgewondenheid, die ik niet
had gedacht te kunnen uithouden.
Na afloop van een half uur kwam Castel
roux alleen terug.
„Welnu? riep ik zoodra de deur openging
cn hij nog niet eens binnen kon wezen. „Wa*
brengt ge vcor nieuws?"
„Mironsac zegt dot de koning opgewonde
ner is dan hij hem ooit gezien heeft. Ge moet
Adressant vreest dat, indien het plan van
aanleg ongewijzigd zou worden ten uitvoer ge
bracht, een geschiedkundig monument voor
goed geschonden zou worden
Ten bewijze dnt ccn dergelijk gevaar geens
zins denkbeeldig is, wijst het den minister rp
hetgeen geschied is met het kostocl Helmond,
dat indertijd door het graven vnn de Zuid-
Willemsvaurt op zeer korten afstand vnn het
huis, gescheiden is van het aan het kasteel
grenzend park, waardoor het gchecle complex
der omliggende goederen is geschonden, met
het gevolg dot thans op zéér korten afstand
von dit kasteel groote fabrieksgebouwen, gele
gen aan bovengenoemd kanaal, zijn verrezen,
welke het historisch geheel to eenenmale ge
schonden hebben.
Hot bestuur bepleit daarom hel Twontc-Rijn-
kanaal anders to projectccrcn, hetzij door do
veenachtige streek ten westen van de kom der
stad Almelo, hetzij t«n oosten van dio stad,
dcch dan op minstens 2 k.m. meer oerlelijk
don thans voorgesteld, waardoor de historische
eenheid der Almelosche havezathe niet, althans
in veel mindere mate, zou worden aangetast
HET VERBOD VAN INVOER VAN GE
SLACHT VLEESCH IN ENGELAND.
Dc besprekingen met dc Engel
sche autoriteiten.
Dr. Berger, directeur van den veeorts^nij-
kundigen dienst, en dr. Lourcns, directeur van
do rijksseruminrichting, zijn Zondag terugge
keerd van hun reis noor Engelor.d, waarheen
zij zich ingevolge opdracht vnn den rr.inis»er
van binnenlnndsche zaken en landbouw bege
ven hadden, ten einde met de Engelsche auto
riteiten besprekingen te voeren betreffende be
smettingsgevaar van het vlecsch van dieren,
verkccrcnde in het inöubatietijdpcrlc.
Men zal zich herinneren, dot do Engelsche
ri'g'ecring het besmettingsgevaar van mond- en
klauwzeer neg slechts vreest van dieren, ge
slacht in het incubotictijdpcrk der ziekte, en
dal een serie, c'cor den directeur van dc rijks
seruminrichting alhier genomen proeven heeft
bewezen, dot dit besmettingsgevaar niet be
sloot
De N. R Ct. verneemt, dot dr. Berger den
betrcffendcn Engelschcn autoriteiten een uil-
eenzetting heeft gegeven van de maatregelen,
welke hier te lande worden genomen tot we
ring von besmettelijke veeziekten, waarna dr.
Lourens mededeelingen heeft gedaon aangoon-
de de door de rijksseruminrichting genomen
proeven.
Men heeft thans in Engeland dc overtuiging,
dot hier nl het mogelijke gedaan wordt om
zorg tc drogen, cot niets wordt uitgevoerd wot
voor- Engeland schadelijk zou kunnen zijn, cn
men is er tevens overtuigd van de onjuistheid
der mecning, da. dev ziekte van ons lund uit
zou worden geïmporteerd.
Bij deze besprekingen, die in een zeer vriend-
scl.appelijken toon zijn gevoerd, hebben d©
Engelsche hoeren zich uitcracid over ol cf
niet handhaving van het invoerverbod r.iet uit-
gH, ten
Dr Bciger en dr. Lourens zullen den minis
ter van binnenlnndsche zaken cn landbouw
mondeling rapport uitbrengen.
PLUIMVEE UIT ITALIC.
Cry aar voor onzen hoender stapel
De Msb.-corrcspondcnt tc Maastricht meldt:
Von iemar.d, die in Pluimveckringen zeer
coed bekend is, gewerd ons dc mededeeiing,
dnt verleden week ren wagon Itollnarsciie kip
pen de grens bij E ijsden gepasseerd is Dit be-
teckent op zich zelf niets, wore het niet, dat
de hoenderpest juist door het pluimvee uit
Italië geïmporteerd is. En' nu was de toestond
van den wagon zóó, dat hrt niet is uitgesloten
dat opnieuw gevaar bestaat voor uitbreken
der ziekte De arme dieren, die ccn 3 dagen
lange reis achtct den rug hadden, waren, met
20 tot 25 stuks in kratten verpakt, die hun
niet veroorloofden den kop op te heffen ol
een pas te verzetten. Voer we:; onvoldoends
medegegeven. Wot or nog van over was, la*
bedolven onder een harde korst mest. Verschil
lende dieren lagen dood in dc kratten
cn dc ondere pikten non de cadavers Dot op
deze wijze allerlei ziekten onder onzen
hoenderstcpcl moeten uitbreken ligt voor da
hand. Noor wij vernamen overweegt de Rc-
geering wel maatregelen, doch met overwegen
komt men niets verder. Ingrijpen en wel ter
stond, hetzij door keuring ann de grens, gelijk
in België geschiedt, ofwel door het verhogen
van keuringscertificnten van het lar^ van
herkomst Ook voor dc dierenbescherncL,-^
dadelijk in het palcis komen. Hier heb ik een
bevel van den koning".
Wij vertrokken in een koets cn geheel in 't
geheim, want hij deelde mij mede dat zijn
majesteit deze zenk stil wou houden, daar had
hij zijn eigen reden voor.
Ik moest cenige oogenblikken in ccn voor
kamer wachten terwijl Castelroux mijn komst
bij den koning aankondigde; toen werd ik in
een klein vertrek gelaten, weelderig gemeubi
leerd, donkerrood met goud, zeker een kamer
tje dot de koning als werk- cn bidkomer ge
bruiken kon. Toen ik binnenkwam stond zijn
majesteit met zijn rug naar mij toe. Een lange,
vrij magere gedaante in 't zwart gekleed
leunende tegen ccn venster, met het hoofd op
den opgeheven linker arm en de oogen met
aandacht gevestigd op den tuin beneden
Zoo bleef hij staan totdot Castelroux zich
verwijderd hnd cn de deur had gesloten; toen
keerde hij zich plotseling om, kfcek mij aan,
met zijn rug naar het licht, zoodat zijn gelaat
tegen het licht in nog somberder leek don ge
woonlijk.
„Voila, mijnheer dc Bardeiys", klonk zijn
begroeting op een onvriendelijke!» toon. „Nu
ziet ge waartoe uw ongehoorzaamheid aan
mijn bevelen u gebracht heeft".
„Sire, ik wou u mcdedcelcn", antwoordde
ik, „dnt het zoover met mij gekomen is door
de onbevoegdheid van uw majesteit s rechters
ên de kwaadwilligheid ven anderen, die door
uw majesteit met een te groot vertrouwen ver*
cerd worden, meer dan, door mijn ongehoor
zaamheid".
(Wordt vervolgd).