KINDERRUBRIEK.
Nieuwe Uitgaven.
Het Monster dcor J. M. V.
Knipschccr. Uiig. Leidsche
Uitg. Mij. Leiden
Het monster is pref. Morgen, oen pheno
menon verstand, l\et hoofd der anarchisten in
Engeland Alle menschclijkc goede eigen
schappen, medelijden, trouw, liefde, geweten,
waren in hem verstikt, olie slechte daarente
gen kwamen sterk bij hem uit. De misdaad
was oen groot genot voor hem, 't lijden van
zijn medcmcnsch verkwikte hem.
Twee, daartoe gedwongen, assistenten vervaar
digden in een onderaar dsch laboratorium
springstoffen voor de aanslagen der anarchis
ten. Tot het hun gelukt, natuurlijk met veel
moeite en gevaar, waarbij de noodigc dooden
vallen, o a. cok Morgan, zich te bevrijden.
Treinlectuur vcor hen die van het fantastisch
griezelige houden.
Ina en hare moeder door Willy
Petillon. Uitg. Valkhoff en
Co., Amersfoort
Bij *t begin van het \crhaal gaet Mevr. Vcr-
hceff die in 't onderhoud harcr drie kinderen
moet voorzien, verhuizen cn komt hoar doch
tertje Ina in een geheel nieuwe omgeving Op
school sluit zc gauw vriendschap met Beppie
Doorninck, maar haar beste vriendin is haar
moeder, een nog jonge, vroolijke vrouw, die
o.h.w. een oudere zuster voor Ina is. Buiten
dc werkuren doen ze samen het huishouden.
In werwil van haar druk leven gaat Mevr.
Verhceff geheel cp in het leven harer kinde
ren cn weet zij door haar joligheid vooral
het jonge-mcisjes-!even van Tra en haar vrien
dinnen to veraangen i.r.en. Geen wonder dan
ook, dat allen van hc houden en dot ook
Bep's broer Otto, dc jónge dokter zich tot
he.ar aangetrokken gevoelt. Latèr trouwen zij
samen en wordt Bcp dus Ina's tante en Otto
hoor veder. Mnar hij blijft vcor haar Otto, dc
prettige vriend.
Willy Pctillcn verstaat uitnemend de kunst
voer onze meisjes tc schrijven Zij behoeft
haar toevlucht niet te nemen tot buitennissige
gebeurtenissenzooals zij het eenvoudige le
ven van Ina en hare moeder geeft is het een
genot het tc lezen. Het onafhankelijk, zelf
standig karakter von Ina cn haar eerlijke
crenhartighcid doen prettig aan cn ieder, die
dit prettig verhaal leest, zol zich tct Ina aan
getrokken voelen
Vogelvrij door David Hennessey
Uitg. A W Br una en Zp's
Uitg Mij Utrecht.
Het verheul van Jack Solathie', die voor een
klein vergrijp tot dwangarbeid is veroordeeld
maar zijn gevangenschap wert te ontvluchten
en woudlocper wordt Spoedig weet hij een
kleine bende te voimcn, wunrmee hij in
hoofdtaak den strijd aanbindt tegen hen, die
zich dcor hun hardvachtig optreden gehaat
hebben gemaakt Geen wondei dus, dat dc
bevolking over 't algemeen hun gunstig ge
zind is en het wraakzuchtig optreden der
machthebbers is mnor weinig geschikt de zonk
der z.g. gerechtigheid bij dc bevolking popu
lair te maken Meer en meer begint dan ook
te. leven het gevoel naar vrijheid en eigen na
tionaliteit, welke vclksstrijd Jack echter riet
verder meemaakt, doer hij kans ziet Aurtralië
te ontvluchten.
Het leven der wildernis van Australië is
kleurrijk in dit verheal beschreven, het leven
vol ontberingen maar toch ook zco vol af
wisseling. Met aandacht volgen wc de ver
schillende ondernemingen vnn Jack en zijn
mannen, tot het einde toe blijft het vook zoo
spannend geschreven verhaal, ens boci?n.
Het zwart met gcud bandje geeft dit boek
ook uiterlijk een geed aanzien.
Dc Boeren doer W. St. Rny-
monf. Uitg. Scheltons en Gil-
toy, Amsterdam.
Niet alleen in de natuur, maar ook in hrt
leven der bevolking van Lipce is het winter
Vooral in Borynu's familie, wiens huwelijk
met dc jeugdige Yogna in het laatst van het
eerste deel is beschreven, is weinig zonne
schijn. Antek, de boes weggeloopen zoon, dirr
zelf een groote liefde voor Yogna koestert en
daarvoor vrouw en kinderen verwaarloost, laat
niet af en weet ten slotte haar don ook weer
te winnen, hetgeen tot treurige tooncelen in
den huize Boryna aanleiding geeft. Tot ten
slotte de strijd tegen den landheer die hun
bosschcn lont vellen, vader en zcon weer sa
men brengt.
Fijn uitgesponnen is dit Poolschc boeren
leven in het barre jaargetijde, tot in kleine
bijzonderheden toe, maar nimmer is het dor
of droog, elke situaticteekcning geeft nieuwe
bekoring door het frissche leven, dat olies
doortintelt
Oneer iengens cn meisjes door
Hans Martin. Uitg. Brunc's
Uitg. Mij. Rotterdam.
Blijkens het voorwoord hoeft het den uitge
vers moeite gekost den schrij.m to een hcr-
diuk van dit v.crk te krijgen. En dat deze
tcch wel noodig was lij*kt wel hieruit, dat
thens reeds de derde druk voor ons ligt. Wc
kunnen ens dut volkomen indenken, want veel,
heel veel is er in deze schetsen, dat stemming
wekt en dat een goede visie geeft op ver
schillende personen.
Dienstweigering, door P. Ch. J
Kies. Uitg. N. V. Ontwikkeling,
Amsterdam.
Na een korte inleiding behandelt schrijver
achtereenvolgensden aard der dienstweige
ring. de Dienstwcigcringswet, dc behandeling
in de Kamer vnn deze wet cn tenslotte dc
wijze waarop thans non deze wet uitvoering
wordt gegeven. Het Ncderlendsche Volk mist
de roodige sympathie voor den militairen
dienst, een weerzin welke steeds meer groeiend
is. Dc wereldoorlog hod «^cn ontzettende ma-
lok? in handel cn nijverheid ten gevolge, het
geen noopte tot snijdende bezuinigingen met
als gevolg nijpende zorgen, sloopende werke
loosheid, zoo niet nrmccdc in brcede logen
der bevolking.
Steeds intensiever wordt dc geestelijke cn
zedelijke campagne tegen het militoirisme cn
tracht men het jengere geslacht le doordrin
gen van de onzedelijkheid van het wopengc-
weM.
Op dc vraag „Mag dc jongeman, die als
„kind vnn zijn tijd het product is ven boven
omschreven invloeden cn den militairen dienst
„op zcdclijkheidsgronden verwerpt, eenvoudig
„in de gevangenis worden geworpen" Geeft
schrijver in de brochure zijne mecnipg weer
Schr. wijst er op, dat in de kringen wanr
dit vraagstuk de meeste aandacht moest heb-
hen een ontstellend gebrek bestaat aan be
grip omtrent de draugwijdtc van dit vraag
stuk.
Officieren cn kader, leeraren, ouders, kort
om iedere cp voeder en leider, die het vraag
stuk der dienstweigering wenschen te bcstu-
doeren, hetgeen zeker noodzakelijk wordt ge
acht. vinden in deze brochure naast d< ge
schiedenis cn d?n tekst der thans bestaande
wettelijke bepalingen, gestaafd door aanha
lingen cn verwijzingen naar bronnen op dit
gebied, de mccning ter zokc van een troepen-
cfficicr.
Nieuwe Decnmrronc door Joh.
W. Broedelef. Uitg. Joh
Mcrks, don Haag.
Een tweede oplaag is er vnn dit boekje
nocdig gebleken, waaruit men zou kunnen be
sluiten dat het ziin lezers wel heeft gevonden.
De schrijver geeft een aantal schetsjes, hier
cn daar wat pikant, welke zich over het alge
meen wel vlot laten lezen. Op een rcgcnochti-
g^n middag of cp een vervelende reis kon
men er zijn tijd ook wel mee korten. Maar
meer dan amusementslectuur van niet te hoog
gehalte vermegen wij er niet in tc zien.
Dc Kapsi
O Broertje, zie toch eens, wat mooie
kapel I
die zal ik eens eventjes pakken
we maken haar dood en dan zullen wé
saöm
- haar netjes in 't vlinderboek plakken
zoo roept kleine Wies en meteen knielt ze
neer,
maar telkens ontsnapt hear 't kapelletje
weer I
Toe Wiesje, toe Broertje, laat 't diertje met
rust,
zoo'n leventje duurt maar een poosje f
de zon schijnt zoo warm en de hemel is
blauw
en ginds aan dien struik geurt een
roosje
daar wil het kapelletje heel graag naar
toe
't heeft lang al gefladderd en is dus nu
moe.
Gelukkig, de kinderen luist'ren naar raad
't kapelletje vliegt naar het roosje
belcijkt het nu allebei maar eens heel goed,
het diertje zit daar wel een poosje:
hoe fijn zijn die vleugels, zien jullie het
wèl?
vangt voorlaan maar nooit weer zoo'n
mooie kapel!
HERMANNA.
De rubriek van Oor.: Kare!.
Het lijkt wel of allo neefjes en nichtjes
Amersfoort hebben verlaten. De vorige Weck
kreeg ik neg vier of vijf briefjes deze weck
was het slechts een tweetal. Eigenlijk verwon
dert me dat niet, want de vqcontietijd is nu
in volle gang cn dc meeste van jelui zullen
daarvan nntuuilijk volop genieter En de va
cantia duurt maar enkele weken terwijl de
kindeikrant dat hopen we tenminste alle
maal nog heel hang zul blijven bestaan.
Dus, don meet Oom Karei maar wat geduld
hebben. Zoo stel ik me voor dat jelui denken.
En ik geloof dat ik het dan wel bij het rechte
eind heb. Nu, heel erg boos ben ik daar niet
om hoor. Ik kan het me best begrijpen, dot
jelui nu volop genieten van jc vrijen tijd. Na
tuurlijk zou ik het wel prettiger vinden, wan
neer ik v/eer veel brieven van jelui kreeg, maar
.-J.s dat nu eenmaal niet kan, dan zal ik maar,
wat gedu'd hebben, totdat jelui weer allemaal
present bent. Mijn plan was trouwens ook, om
gedurend de vacant ie-weken maor geen nieu
we raadsels op te geven en geen correspon
dentie te voeren. Maar van enkelen kreeg ik
het verzcek om daar toch maar mee door te
gaan. Ik heb h t de v orige week dan ook wcei
gedaan, mhor ver 1 succes heeft het niet gehad.
Het lijkt me dan ooi: beter, dnt ik met het ver
volg van miin reisverhaal nog maar even wacht,
totdat er vècr meer van jelui thuis zijn. Maar
wie van y lui riet uit dc stod is, laat die me
dan niet in dc steek en stuur mc eer. briefje.
Dan voel ik me niet zoo „heel" eenzaam Dar»
komen er langzamerhand wel weer meer, en
dsn hebben wc weer gunw de oude gang er
in. Is dat afgesproken Ik reken er op hoor I
RAADSELS
In verband met het feit, dnt er deze week
moor één neefje de raadsels heeft opgelost,
geef ik dezen keer maar geen nieuwe. Het zijn
dus dezelfde raadsels van de vorige week. Het
waren
L'
y
'w(
ff
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
Op de Tste rij een medeklinker.
Op de 2d< rij iets dot in den zomer verfris-
sching brengt.
Op dc 3dr rij een kostbaar sierraad.
Op de 4de rij iets dat wc altijd in den zak
drogen.
Op cic 5de rij het gevraagde woord, een
plaats aan de Zuiderzee
Op dc 6de rij een plaats in Noord-Holland.
Op de 7de rij niet de naaste weg.
Op du 8sto rij vindt men langs menige
rivier
Op dc 9de rij een medeklinker.
Ingez. docr Winterkoninkje).
II.
Het geheel i: een spreekwoord van 10 woor
den cn 56 letters.
19, 55, 24, 15 is een vervoermiddel
14, 7, 27, is iets dat warmte gee!t.
I, 35, 13. 5 ir.Vcn lichaamsdeel.
30, 35, 20 is een slecht cijfer op het rap
port
0, 12, Tö, 3 is een beig-dier.
25, 17, 28. 5 is een inhccmsch vogeltje.
31, 36, 29, 6, 10, 23, 34 zit aan elke pomp.
II, 2, 13 is eer. onbepaald lidwoord
21 4, 26 20 hebben wc allemaal innerlijk.
3^, 22, 3 is ccn kleur.
(Ingez. door Mol.)
jEEN WEEK UIT LOGEEREN.
Ik was gelogeerd bij mijn vriendje in het
dorpje dat dicht bij een moer gelegen is.
We konden er altijd heerlijk roeien ei. soms
mochten wc z.iien. maar dun mochten wc
nooit ver het meer op, dat was Ic gevaarlijk,
want al was het uon dc kanten ondiep, in het
midden was het dontent^gen zeer diep Er va
ren ook veel slocten en hoeken, die allen in
het meer uitliepen. Iedereen kon daar zwem
men in dot waterrijke land, behalve de klei
nen natuur lijk. Ik kan ook zwemmen. Soms
gingen we met heelc groepen tegelijk zwem
men cn dan deden wc wie het snelst /wemmen
ken Als ik het won was ik daar niet weinig
trotsch op, wont dnt vondt ik heerlijk. Op een
dag waren er eens zwemwedstrijden. Eerst
moesten dc hoeren. Toen deze geweest waren
moesten de jongens, waar ik natuurlijk ook
nan mee deed Ik sponde mijn uiterste kroch
ten in en het gelukte mij nis derde nan te ko
men. Er waren vier prijzen voor elke groep,
dus had ik den 3cn prijs bemachtigd. Het wos
een mooie schooltosch, die mij goed te pas
kwam, want de mijne ging stuk. Mijn vriend
won den eersten prijs een nikkelen horloge. Hij
was er wat blij me^ en ik natuurlijk ook met
mijn schooltasch. D^n olgenden dog moest ik
weer naar huis, want over een paar dogen be
gon de school weer nn ik moest eerst mijn
lessen eens overzien, rk vond het heel jammer,
want ik had zoovei;! genoten, dot ik nog wel
een week wou blijven, maar dat ging niet. No
een hartelijk afscheid stapte ik in den trein en
een paar uur later was ik weer in Amersfoort
terug.
(Ingz. door Bcbbie.)
Voor de Kleintjes.
HAAR GROOTSTE SCHAT
door
C. E. DE LILLE HOGERWAARD.
Marietje gaat naar Hektor,
Haar lieven, trouwen hond,
En zegt: 'k Zet Loek, mijn popje,
Vlak vóór je öp den grond.
Juist tusschen jouw twee ponten.
Zeg, pas je op mijn kind
En zorg je, als 'k terugkom,
Dat ik haar daar weer vind
'k Ga even voor een boodschap,
Maar 't is te ver voor Loek
En Moeder is druk bezig:
Krijgt aanstonds theebezoek.
Wil jij dus Loek bewaken,
Zij is mijn grootste schat.
Misschien word 'k opgehouden
Zeg Hekkie, snap je dat?
Hek knipt eens met zijn oogen
En kwispelt met zijn staart,
Also? hij zegt: Ja, vrouwtje,
Je kind is goed bewaard.
Al bleef je weg ook uren,
Bedenk, dat Hekkie waakt;
Hij zorgt wel, dat er niemand
Aan lief, klein Loekie raakt?
Marietje stept nu vroolijk,
Wuift nog eenS bij derv hoek
Hè, denkt zc, zóó een kiekje
Van Hektor en ven Loek
Een Regen-middag.
Het was vacantie en het regende nu al
drie dagen achter elkaar Op een gewonen
schooldag merk je daar niet veel van, maar
als het vacantie is, zijn zulke regendagen
allesbehalve prettig.
Jan had al plaatjes gekleurd, zijn bouw
doos opgezet, zijn kindercourant uitgelezen,
Mina in dé keuken geplaagd en zijn zusje
Ans raadsels opgegeven maar nu wist hij
toch heusch niets meer en trok hij uit
verveling paardenhaar uit de canapé.
Met Ans ging het al niet veel beter. Zij
had ook van alles geprobeerd om den tijd
door te komen, maar ofschoon haar moeder
haar aan 't naaien had gezet, verveelde
haar dat „saaie, werk", zooals zij het noem
de, en hield zij nu Tonia, het tweede-meisje,
van haar werk af.
Zoo vond Vader beide vacantie-lijders in
de huiskamer en schudde het hoofd over de
wijze, waarop zij hun vrijen tijd doorbrach
ten.
„Jullie moest je schamenTijd is geld I"
zei Vader.
,>TiJd is verveling, Vadertje!" zei Ans
bijdehand.
„Voor luiaards ja, daarin heb je gelijk.
Maar weèt je wat Ik zal jullie genezen van
je regenhumeur. Ik open een wedstrijd. Je
gr.at boven naar de speelkamer en teekent
daar ieder vóór je eigen ezel eèn voorwerp
na. dat ik je zal opgeven. Wie dit het beste
doet, krijgt een prijs. Jullie hebt even lang
lessen de kansen staan dus gelijk.
Nu was alle verveling plotseling ge
weken. Jan en Ans holden naar boven naar
de speelkamer, waar hun teekenezels ston-
i den. Wat een leuke wedstrijd zou dat wor
den Zij hielden alle twee dolveel van tee
kenen en nu zij legen elkaar in het strijd
perk zouden trederv waren zij vol vuur.
Het-regende nog altijd, dat het goot, maar
Jan noch Ans bekommerde zich daar nu
nog om, want zij zaten ieder voor hun ezel,
om de vaas, die Vader hun als model ge
geven had ieder had één exemplaar vóór
zich staan van het paar, dat anders op den
schoorsteen prijkte zoo goed mogelijk na
te teekenen.
Van verveling was n u geen sprak-s meer
De één was met nog meer ijver aan den
gang dan de ander en toen het half één
sloeg en Moeder hen riep, omdat hun boter
hammen klaar stonden, legden zij daar
het niet anders kon hun leekenbehoef-
ten neer en aten haastig hun boterhammen
op, om toch maar weer spoedig den wed
strijd voort te zetten.
„Wat regent het! O, wat regent het
tochzei Vader, naar buiten kijkend.
„Laat het maar regenen I" zei Jan nu
vroolijk. „Wc zitten boven hoog en droog."
„Vervelen jullie je niet vroeg Vader,
terwijl hij hen lachend aankeek.
„Vervelen?" herhaalde Ans vragend.
„We komen tijd te kort. Vader, want j
hebt gezegd, dat de vaas om vijf uur heele-
maal klaar moet zijn en 't zal er om hou
den, of wij haar af krijgen."
„Ik dacht," zei Vader fijntjes, „dat tijd
verveling was
Het tweetal zei hierop r.iet veel, maar
toog weer dapper aan het werk.
Toen het vijf uur sloeg, kwam Vader de
speelkamer binnen, verklaarde deftig, dat
de wedstrijd gesloten was en bekeek met
kennersoog beide teekeningen lang en
nauwkeurig. Na een grondige vergelijking
verklaarde hij, dat Jon den prijs gewonnen
had, maar dnt er zóóveel goeds in het werk
von Ans was, dat hij haar een prijsje ter
aanmoediging zou verceren.
En toen na het eten Jan kreeg een
doos flikken en Ans een plak chocola
de uitdeeling der prijzen met 'een gTeppigo
toespraak plaats had, verklaarden Jan en
Ans, dat zij in lijden niet zoo'n echt prct-
tigen dag gehad hadden.
Het regende intusschen, dat het goot,
maar niemand bekommerde zich er om en
Jan en Ans vonden nu zelfs zoo'n regen
dag wel „heel gezellig."
Eon Papegaai als Getuige.
In de gerechtszaal te D. had eens een
hoogst vermakelijk tooneel plaats. Een ze
kere mijnheer A. vorderde, van den heer B.
een popegaai terug, die hem was ontstolen,
en verlangde, dot de geroofde vogel als ge
tuige zou worden gehoord
Hoe grappig deze eisch ook was, men liet
den vogel holen. Men bracht hem in een
groote, overdekte kooi.
De heer A. vroeg den rechter verlof den
gevederden getuige te mogen ondervragen.
Hij wilde den heer B. volstrekt niet van
diefstal beschuldigen, daar het best moge
lijk was, dat de werkelijke dief het dier aan
hem verkocht had.
De advocaat van den heer B. vroeg daar
op aan A., op welke wijze zijn getuige den
eed moest afleggen.
Op hetzelfde oogenblik zong de vogel:
„Schep vreugde in 't leven
De heer A. nam daarop den doek van de
kooi, ging vlak vóór den vogel staan cn zei:
„Hou jij maar veel van je baas, mijn jon
getje."
De vogel sprong tegen de tralies op en
liefkoosde hem.
Hierop nam de heer A. den papegaai uit
de kooi, zette hem op ziin hand en vroeg:
„Hoe spreekt de hond?"
Lorre.blafte uit alle macht.
„En de'kat?"
Terstond klonk een klagend miauwen
door de zaal.
„Wie is je baas
Daar begon de vogel
„Ik ben van baas Anton en baas Anton
Is van mij."
Alle aanwezigen lachten.
De rechter gaf den papegaai aan den heer
terug en Lorre herhaalde:
„lk ben- van baas Anton."
CORRESPONDENTIE. -
't Machinisljc. Welkom itt ons midden.
Dat is een vervelcr.de geschiedenis met dien
voetbul. Ben je al eens aan het politicbureau
gaan hooren, of hij 6oms gevonden is Ik
denk dot dc neven i»n nichten ook niet weten
wie dien voetbal bij Frisia heeft gevonden.
Mocht het wel zoo zijn, don hoor ik het zeker,
wel.
Ton Neveu. Jü was de cenige, die da
oplossingen ven de raadsels inzond. Een ge
makkelijke kans voor een prijs dus. Moor
daar zullen wc toch maar even nog mee wachJ
ten. Je cplcssing telt den volgenden keer na
tuurlijk ook mee.
OOM KAREL. J