FA J. w. VAN ACHTERBERGH COMPLETE MEUBILEERiNGEN BEHANGERIJ STOFFEERDERIi Fa, R. van den Burg S. DUIJKER MAGAZIJNBOVEN FEUILLETON. De Markies van Bardelys. TWEEDE BLAD. BINNENLAND. Uitgebreide Muziekhandel FLANEL COSTUMES PIANO'S, ORGELS SPECIAAL ADRES VOOR STEMMEN en REPAREEREN. HAVIK 29 TELEFOON 773 COMPLETE RADIO-TOESTELLEN MET GARANTIE Gedurende de Winkelweek prachtluchiballon cadeau. 25. Jaargang No. 42 AMERSFOQ RTSCH DAGBLAD „DE EEMLANDER" 13 fl°"sSd*#ae WESTSINGEL 12-13 AMERSFOORT WEST5'NQEL 12—13 AMERSFOORT TELEFOON No. 238 LUITENANT-GENERAAL F. DE BAS. Op 25 Aug. 70 jaor in 'sRijk* dienst. Het zal 25 Augustus a.s. 70 jaren geleden zijn, dat de heer F. de Bas, luitenant-generaal, directeur van het Krijksgeschiedkundig Ar chief van den Generalen Stof, in 's Rijks dienst trad. De staat van dienst van dezen generaal, die op TO September zijn 86sten verjaardag hoopt te vieren en die nog onvermoeid zijn functie als chef van het Krijgsgeschiedkundig Archief vervult, begint met den genoemden datum van x 25 Augustus in 1856, den dag waarop hij tot cadet voor het wapen der cavalerie aan de Koninklijke Militaire Academie te Bre da werd toegelaten. Den Tsten Juli 1860 tien jaren vóór den Fransch-Duitschen oorlog hebben de toenmalige Hagenaars den twee de-luitenant Francois de Bas reeds door de straten der residentie zien rijden aan het hoofd van zijn dragonders. Op 17 Juli 1864 werd hij benoemd tot eerste-luitenant bij den Generalen Staf en in dat jaar was hij reeds adjunct van den generaal-bevelhebber in de legerplaats bij Millingen. In 1868 was hij adjunct-chef van den staf der 2e brigade, waarvan de Prins van Oranje opperbevelheb ber was; in 1870 was hij bij het mobiele leger adjunct van den chef van den Generalen Staf der lie divisie en adjudant van den luitenan*- generaal Knoop. Bij K. B. van 24 April 1872 volgde zijn benoeming tot ritmeester (bij keuze) van het 2e regiment huzaren, en hei volgende jaar werd hij kapitein 2e klasse bij den Generalen Staf, toegevoegd aan den chef der Topografische Inrichting te 's-Gravénhagc. Nadat hij als kapitein van den Generalen Staf nog verschillende belangrijke betrekkin gen had bekleed, werd hij in 1878 benoemd to? leeraar aan de Hoogere Krijgsschool, in 1885 bevorderd tot majoor, chef van den staf bij den inspecteur der cavalerie en enkele jaren late» tot luitenant-kolonel bij het 2e regiment hu zaren. In 1800 gaf hij den stoot tot de oprichting van de Krijgsgeschiedkundige afdeeling van den Generalen Staf, welke onder zijn leiding is uitgegroeid tot een instituut, dat steeds in bloei en belangrijkheid toeneemt. Generaal de Bas verkreeg o.m. de onder scheidingen van groot-officier in de orde van de Eikenkroon (Nederl. Luxemburg), ridder in de orde van Dannebrog 3e kl. (Denemarken), ridder van het Fransche Legioen van Eer, of ficier in de orde van San Thiago, officier de l'instruction publique, officier (met dc zwaar den) in de orde van Oranje-Nassau, groot-of ficier in de orde van Leopold (België), ridder 2e kl. (commandeur) der orde van de IJzeren Kroon (Oostenrijk), ridder 2e kl. (comman deur) in de orde van do Pruisische kroon, rid der in de orde van den Nederl. Leeuw enz. DR. J. H. GEZELSCHAP, f Te Enschedé is op 52-jarigen leeftijd na een operatie overleden de heer dr. J. H. Gezel schap, een bekend geneesheer te dier stede, die zoowel in het maatschappelijk leven als op het gebied van zijn ambt verschillende functies vervulde. KAPITEIN J. OTTO, f Blijkens ij ij de familie te Nijmegen ontvan gen bericht, is in Weltevreden op 37-jarigen leeftijd overleden de heer J. Otto, kapitein der artillerie van het N.-I. leger. MR. E. S. OROBIO DE CASTRO. Een verlies voor Amsterdam- sche assuradcurskringen. In de Ziekenverpleging op de Prinsengracht te Amsterdam, waar hij een operatie had on dergaan, is na een langdurig lijden in den ouderdom van 51 jaar overleden mr. E. S Orobio de Castro, hoofd van de assurantie firma E. S. Orobio dc Castro en Zn. en lid van de firma Jan ter Meulen en Co. te Amster dam. Hij kas directeur van de Hollandsche Brand en Levensverzekering Sociëteit, de Noord-Zuid- Hollandsche en Zecuwsche Zee- en Brandnssu- rantie Maatschappij, de Nationale Zee- en Brandossurantie Maatschappij en de Assuran tie Compagnie Excelsior; bovendien vertegen woordigt zijn firma twee groote Engelsche maatschappijen, de Marine Insurance Compa ny Ltd., en de Phoenix Assurance Company Ltd., alsmede de Federal Insurance Co. te New- 7ork. De Assurantie Maatschappij „De Neder landen" van 1845 vertegenwoordigt zijne fir ma aan de beurs voor de zee-teekening. Mr. Orobio was voorts commissaris van ver schillende maatschappijen op assurantiegebied, de Amsterdamsche Herverzekering Maatschap pij, de Oost-Indische Zee- en Brandassurantie Maatschappij, de Tweede en de Derde Ncder- landsche Verzekering Compagnie. Van alles wat tot verbetering van het vak kan bijdragen, was, naar het Hbld. meldt, mr. Orobio een warm voorstander. Krachtig on dersteunde hij de pogingen om hier te lande, op het voetspoor van het buitenland, een ta rief voor industriecle risico's tot stand te bren gen en sinds September 1923, toen dit tarief in werking trad, was hij voorzitter van de Am sterdamsche commissie. Mr. Orobio was echter niet alleen assuradeu» maar bewoog zich ook op maatschappelijk ge- bied. Hij was voorzitter van dc afd. Amster dam van het Nederlandsch Tooneel Verbond, en geen jonge kunstenaar deed tevergeefs eer. beroep op zijn liefdadigheidszin. Voorts was hij lid van het directorium der Vereeniging Volksuniversiteit en lid von de commissie voor Schepelingenbibliotheek, alsmede commissaris van de Maatschappij voor Meel- en Broodfa brieken. Verder is hij bekend door zijn me dewerking aan de „Oude Groene", waarin me nig artikel van zijn welversneden pen ver scheen. In dezen wehvillenden man, die in de kracht van zijn leven werd weggenomen, wordt veel verloren; vooral in assuradeurskringen zal men hem zeer missen. DE AMSTERDAMSCHE FINANCIËN. De gemeentebegrooting voor 1927. Ongeveer 6 milliocn ongunstiger dan voor 1926. Vei hooging van den factor; Verlaging van gas- en clec- triciteitslorieven. Naar wethouder Wibaut gister aan de pers mededeelde, ziet de begrooting van Amster dam voor 1927 er ongeveer 6 milliocn ongun stiger uit dan die voor 1926. B. en W. meenen voor dc begrooting voor 1927 4 millioen te mogen putten uit het re- seive-fonds. Er blijven dan nog te dekken ongeveer 2.500.000. B en W. zijn voornemens voor te stellen den factor te verhoogen van 0.6 op 0.7. De opbrengst hiervan wordt geschat op 2.426.000. Deze factor behoeft echter eerst in April van het volgend jaor te worden vastgesteld. De opbrengst der inkomstenbelasting over 1925—'26 kan nog iets meevallen, zoodat dan de factor iets zou kunnen worden verlaagd, doch meer dan een mogelijkheid is dit niet. Met dc bedrijven gaat het goed, zoodat be- Arnh.straat KLEERMAKERIJ Fa. E, L. J, LAMMERTS Amersfoort Groningen Utiechischeweq 36. Tel. 587 DIPLOMA M, i. U. d. T Langesïraat 36 geven wij bij inkooi van f 1.— ean Deze weekDE GELEGENHEID Uwe inkoopen te doen. halve hoogcr winstuitkcciing ecnigc verlaging van tarieven kan worden voorgesteld n.l. v/ct het gas- en eicctriciteitsbedrijf betreft. Voorgesteld zul woiden reeds in Januari het vast rechttaricf voor gas te verlagen van 5 op 4 cent per kub. meter, terwijl met T Juli van het volgend jaar de algcmecne gasprijs zal worden gebracht van II op 10 cent per kub. M. De electriciteitsprijs zal met 1 Januari voor het vastrechttarief en het vrije tarief worden gebracht van 5 op 4 cent. DE FINANCIEOLE NOOD DER GEMEENTE VAALS. Het Burg. Armbestuur ncoml collectief ontslag. Een aan geboden Iccning. In dc Maandagavond gehouden gcmccntc- iaadszitting vnn Vaals was een schrijven inge komen von den Minister van Binnenlandsche Zaken, waarin Z.Exc. mededeelt, dot hot Bur gerlijk Pensioenfonds genegen is aan de ge meente te lecncn 7 130,000 tegen een koers van 97 pet. rente 4J< pet. en oen loophjd van 40 jaar. De raad nam over dit aanbod geen beslissing, daar de gemeente hiermede niet geholpen is, terwijl men bovendien van mee ning was, dat voor ccn Iccning onder dergelijke condities de hulp cn garantie van dc rcgccring niet noodig is. Het volgend ingekomen stuk was dc collec tieve ontslagname von 't Burgerlijk Armbestuur, omdat het ten einde raad is. Het geld is op, de ziekenhuizen nemen geen patiënten meer op, huishuur is maanden cn maanden achterstallig, de winkeliers, die geleverd hebben op bons, kunnen niet betaald worden. Het B A heeft be taald, wot het betalen kon, moor het ging niet langer. Er is nog een schuld van 7 4600 En toch is de uitkeering dc laagste van alle ge meenten van gelijke grootte. Dc fout ligt hierin, dat armen- cn ziekenzorg niet gescheiden zijn van den werkloozensteuit. Dc werkloozen wer ken zeer zeldzaam en kloppen voor het overige aan bij het B. A. De schuld ligt weer bij dc rcgccring, die voor Voals nalaat te doen, wat ze voor Drenthe gedaon heeft. Besloten werd, dot een deputatie uit den Raad met werkloozen naar Den Hoog gaat, om hierin verandering te bepleiten. Deze brief hod al heel wat tongen in bewe ging gebracht, dc vaststelling van het vermc- nigvuldigingscijfer bracht er nog meer bewe ging in. In de vorige raadsvergadering was dit nunt ook al op de agenda geplaatst, doch dc Raad wcnschte toen geen beslissing tc nemerf, alvorens de rcgcering iets van zich had laten hooren. De minister verzocht nu der» Raad dit cijfer weer op 3 vost tc stellen, omdat anders de uitkeeing aan de gemeente achterwege zou moeten blijven. De heeren Grégoire cn Jungblut wensenten verhooging met 200 voor den aftrek voor noodzakelijk levensonderhoud, waarmee de raad evenwel niet accoord ging, hoe sympathiek ook de geheele rand cr tegenover stond. De hoer Bucx diende een motie in, waarin de raad dc noodzakelijkheid uitspreekt om de belasting heffing te herzien, daar de lage inkomens te zwaar gedrukt gaan. Eveneens zal in hoogcr beroep een beslissing worden uitgelokt over het ol of niet behandelen als forens der arbeiders, die in Duitsch'.and werken. De inspecteur der belastingen meende dut dit niet kon, omdot deze arbeiders in geen enkele andere gemeente des lands betalen. Intusschen betalen deze menschen hier het volle pond en in Duitschland. Bij de rondvraag fulmineerden de heeren Bucx cn Eich nog eens over de Ranja-waterlei ding I Het Duitsche pompstation heeft niet ge noeg dru», waardoor het leidingwater af cn toe soms cenige malen per week meer weg heeft van Ranja-extract don van water. Ie dezer zake zal druk uitgeoefend worden oo dc heeren der prise d'euu. (Msb.) EEN DUUR VERZUIM. Dc faccalicn-afvcer van Groningen. Do gemeenteraad van Groningen heeft in dertijd besloten tct het aanleggen van een centraal rioleringsstelsel waarbij de faecalicn en het rioolvuil naar zee zouden worden afge voerd door middel van ccn pompstation, dat dc afvalstoffen door een buislciding langs het Eemskonaol bil Delfzijl in de Eems zou persen. Een groot deel van dit rioolnet is reeds gelegd. Thans blijkt dat het Groningsche gemeente bestuur heeft verzuimd, non Gcdep. Staten ver gunning te vragen tot het gebruiken van de hoven van Delfzijl, die door de provincie wordt geëxploiteerd. Het gemeentebestuur vnn Delf zijl heeft bij Gedcp. Stoten ernstige bezworen geopperd tegen de doorvoering von de plan nen, waarvan het groot nodcel voor de hoven verwachtte. Daarop heeft het gemeentebestuur von Groningen olsnog non Gcdep. Staten ver gunning gevraagd, moor deze vergunning is, naor de Prov. Groninger Courant meldt, door Gedep. Stoten geweigerd, zoodot het deels uit gevoerde plan in duigen ligt cn naar een an dere oplossing moet worden gezocht. 71,500,000 VOOR HET KOLONIAAL INSTITUUT. Een legaat van wijlen dr. H. F. R. Hubrccht. Naor de Tel. verneemt, heeft dr. H. F. R. Hubrccht aan het Koloniaal Instituut te Am sterdam gelegateerd ccn bedrag van ongeveer 1,500,000. Reeds bij zijn leven schonk dc heer Hubrccht aan het Instituut, dot zijn groote sympathie had, tweemaal een som van een half millioen en eens een bedrog van tweo ton, welke gelden bestemd waren voor den verdéren afbouw en voor de completcering. NA DEN WATERSNOOD. Versterking der rivierdijken. De Dijkstoel van het Polderdistrict Over-Be- tuwe heeft besloten tot versterking van den Rijndijk tegenover den Kolk onder Holthuizcn. Er zal voor dit doel ongeveer 125.000 M3 grond moeten worden aangevoerd. In de Ooy bij Nijmegen is onder leiding van den heer W. Smulders, Pastoor tc Ooy, een groote openbare vergadering gehouden van be woners der Ooy-lnnden. Unaniem werd besloten zich aan te sluiten bij het comité van actie, dat ijvert voor vijks- bcmoeiing inzake de versterking van de dijken langs Waal en Mans. Opgemerkt werd, dot nu nog tol von gezinnen in de Ooy, die door den wotersnood getroffen waren, geen eigen dak hodden cn dat dc huizen zoo vochtig zijn, dat sommige bijna niet bewoond kunnen worden. Besloten werd tot krachtige actie cn hulde werd gebracht Qon den burgemeester van Ub- bergen, mr. baron van Voorst tot Voorst voor al hetgeen deze heeft gedaan in het belang van dc slachtoffers van den waterrsnood en voor dc pleidooien door hem in dc Staten van Gel derland gehouden ter verbetering der dijken. HET LINTHORST HOMANKANAAL. In September opening, Het nieuwe Linthorst Homankenaal, waar voor de eerste spade in Februari 1923 in dpn grono is gestoken en dat de Beilervaart mei de Hoogcveensche Vaart verbindt, zal den 2en September te Bcilen officieel geopend worden. DE INTERNATIONALE TENTOONSTELLING VOOR BINNENSCHEEPVAART EN GEBRUIKMAKING VAN WATERKRACHT TE BAZEL. Dc Ncdcrlondschc inzending. Zooals bekend is wordt sedert I Juli ie Ba zel genoemde tentoonstelling gehouden. Het initiatief tot het orgonisccren dezer onderne ming is uitgegaan van de regceringen von Kanton- en van Stad Bazel, in verband met de voorgenomen verbetering van den Rijn tus- schen Straatsburg cn Bazel, want, ofschoon ook nu Bazel per schip bereikbaar is, kan hierop niet geregeld worden gerekend. Trou wens dc Bazolers zien nog verder in dc toe komst cn zijn van oordcel, dat dc Rijn ook Bij 's Levens poppenkast spreken de dwazen en zwijgen de verstandïgen. Naar het Engelsc.h van RAFAEL SABATANL 37 Mironsac en Castelroux, bijgestaan door St. Eustache, sloten de zware koetspoort, zoodat wij voor den blik der voorbijgangers beveiligd warén. Ik zal u al de toebereidselen tot het gevecht besparen. Eindelijk waren wij klaar en stonden we tegenover elkaar. En ik geloof dat wij aan elkander gewaagd waren. Ik trachtte hem het wapen uit de hand te slaan, maar dat gelukte mij niet. Hij lachte om die poging en met een snelheid die ik niet van hem verwacht had, maakte hij zich vrij en stak de punt van zijn degen als een slang in de hoogte naar mijn keel. Be pareerde den aanval, maar het scheelde niet veel en ik keerde mij nog juist bijtijds om. Het koude zweet brak mij uit Toen besloot ik deze poging op te geven. En daar zag ik plotseling een schoone kans. Hij hield de punt van zijn degen zoo laag, terwijl hij mij stond aan te zien, dat zijn arm niet gedekt was. Dit opmerken en een besluit nemen was het werk van een seconde. Ik doorboorde zijn arm. Hij gilde van pijn en huilde van wcede. Gewond, maar niet overwonnen, greep de woe dende man zijn op den grond gevallen zwaard met de linkerhand op en trachtte mij onder den voet te loopen. Ik sprong vlug op zij, steeds met mijn zwaard op zijn arm en toen, voordat hij de poging kon herhalen, waren mijn vrienden op hem aangevallen, trokken hem zijn wapen uit de hand cn het mijne van zijn arm. Het zou gemeen van mij geweest zijn een man, die zich in zulk een ellendigen toestand bevond te schimpen, anders had ik hem kun nen verklaren wat ik bedoelde toen ik hem beloofde hem aan den beul over te laten, zelfs toen ik in het duel toestemde. Mironsac, Castelroux en La Fosse stonden rondom mij te praten; ik luisterde niet naar het patois van Castelroux of naar de ver keerde aanhalingeen van La Fosse uit de klas sieken. Het was een langdurig gevecht ge weest en de methode die ik had toegepast was uiterst afmattend. Ik stond tegen de koets poort geleund en droogde mijn gezicht af. St. Eustache, diebezig was Chatelleraults arm te verbinden, riep La Fosse. Ik keek mijn secondant na. De graaf zag doodsbleek, met samengeperste lippen, zeker door pijn aan zijn arm. Toen hoorde ik hem tot La Fosse zeggen „Wilt ge zoo goed zijn mijnheer, aan uw vriend te zeggen, dat het gevecht niet beslist is. Ik scherm even goed met mijn linker als met mijn rechteres» en indien mijnheer de Bardelys mij de eer wil bewijzen den strijd te hervatten, 2al hij mij genoegen doen." La Fosse boog en kwam naar mij toe met de boodschap, die ik trouwens reeds gehoord had. „Ik heb gestreden", gaf ik ten antwoord, „in een geheel anderen geest dan die welke mijn heer de Chatellerault heeft bewogen. Hij nood zaakte mij een bewijs te geven van mijn moed. Dat bewijs heb ik gegeven, ik weiger verder te gaan. Daarenboven, mijnheer de Chotellerault zal dit zelf opmerken, begint het donker te worden, over een paar minuten zou den wij niet genoeg kunnen zien voor een gevecht." „Over een paar minuten zullen wij ook geen licht meer noodig hebben", riep Chatellerault, die geen tijd wou loten verloren gaan. Hij was een bluffer, tot het laatst toe. „In ieder geval, daar komen dc personen aan die de zaak zullen beslissen", antwoord- dp ik naar de deur wijzende. De waard trad het binnenplein op, gevolgd door een officier en zes soldoten. Het waren geen gewone politiesoldaten, maar musketiers van de wacht; ik begreep dat zij niet kwamen om een duel te verhinderen, maar om mijn tegenpartij te arresteeren voor een veel ern stiger misdaad. De officier trad op Chatellerault toe. „In naam des konings, mijnheer de graaf", zei hij, „verzoek ik u om uw degen". Het kan wezen dat ik in den grond van mijn hart nog een zachtzinnig man was, voor welk een ongevoeligen cynicus ik doorging tenminste toen ik de ellende cn moedeloosheid opmerkte op het gezicht van Chatellerault, had ik medelijden met hem, niettegenstaande al les wat ik hem te verwijten had. Welk lot hem wachtte, daaraan kon geen de minste twijfel bestaan. Hij wist niemand kon dat beter weten hoezeer de koning mij liefhad en hoe hij de pogingen zou straffen om mij om het leven te brengen, om nog niet eens te spreken van de verkrachting van het recht, waaraan hij zich had schuldig gemaakt; daar voor alleen zou hij de doodstraf verdiend hebben. Hij bleef een oogenblik staan met gebogen hoofd de pijn in zijn arm vergat hij misschien door den doodsangst Toen richtte hij zich plotseling op, met een fier gelaat vol verach ting en keek den officier strak aan. „Ge vraagt om mijn degen, mijnheer vroeg bij- De officier boog eerbiedig. „St. Eustache, wilt ge zoo goed zijn mij mijn degen aan tc geven En terwijl St. Eustache het rapier van den grond opnam, stond de man te wachten met een schijnbare kalmte waarvoor ik hem be wonderde, zooals wij steeds een rustig gedrag moeten bewonderen bij iemand in zulk een toestand. Ik kun mij haast geen rampzaliger lot voorstellen. Hij had veel op het spoi ge zet en hij had alles verloren. Schande, degra datie en het schavot, dat alles hing hem boven het hoofd en wel onmiddellijk. Hij nam van St. Eustache zijn degen aan. Hij hield hem een oogenblik bij het gevest vast, als iemand die in gepeins is vc. zonken en een besluit moet ïicm^n, terwijl de soldaat siond te wachten mat pi den ceibied. dien ccn weldenkend mcnsch aan ccn ong :l ikkigc yci- schuldigd is. Met het rapier in do hand sloeg hij de oogen even op en liet ze op mij nieten mc'. eer. kwaadwilligen buk loon lichte hij kostaf, haalde de schouders op en g>eep het l^ir.met alsof hij van plan was het gevest den offi cier toe te steken. Terwijl hij het wapen zoo midden in vasthield tusjchen de punt cn het gevest ging hij plotseling een stap achteruit en voordat iemand een hand kon uitsteken om het tc beletten, had hij den degenknop op den grond gezet en de punt tegen ziin borst en stortte zich in zijn eigen degen. Allen uitten een kreet van schrik en wij ijl den naar hem toe. Hij rolde op zij en met een uitdrukking van onuitsprekelijke pijn zei hij met verachting en spot „Nu moogt ge mijn degen hebben, mijnheer dc officier". Dit zeggende viel hij achterover en lag in zwijm. Met een vloek kwam de soldaat nader. Hij gehoorzaamde Chatellerault letterlijk, want hij knielde naast hem neder en trok zorgvuldig het wapen weg Toen gaf hij bevel aan een paar van zijn manschappen het lichaam von den man op te nemen „Is hij dood vroeg ccn hunneren een ander antwoordde „Nog niet, maar het zot niet lang meer duren". Twee van de soldaten droegen hem dc her berg binnen en legden hem op den grond van hetzelfde vertrek, waarin hij een uur ongeveer geleden met Roxnlanne een koop had gesloten. Een opgerolde jas werd als hoofkussen onder zijn hoofd gelegd cn daar lieten wij hem over aan de zorg van hen die hem gevangen nomen, den woord, St. Eustache en La Fosse dc laatste zeker uit een zekere ziekelijkheid, die zoo vaak eigen is aan een poëtischen geest cn die hem getuige wilde doen zijn van den doodstrijd van den heer Chotellerault. En ik maakte mij spoedig gereed naar het Hótel de l'Epée te gaan om Roxalannc te spreken, haar haar angst te ontnemen en haar eindelijk mijn bekentenis te doen. Toen wij op straat kwamen, het was intus schen reeds donker geworden, vroeg ik aan Castelroux hoe St. Eustache toch met Chatelle rault in aanraking was gekomen. (Wordt vervolgd).

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1926 | | pagina 5