FA J. w. VAN ACHTERBERGH
COMPLETE MEUBILEERiNGEN
BEHANGERIJ
STOFFEERDERIi
Fa, R. van den Burg
S. DUIJKER
MAGAZIJNBOVEN
FEUILLETON.
De Markies van Bardelys.
TWEEDE BLAD.
BINNENLAND.
Uitgebreide
Muziekhandel
FLANEL COSTUMES
PIANO'S, ORGELS
SPECIAAL ADRES VOOR
STEMMEN en REPAREEREN.
HAVIK 29 TELEFOON 773
COMPLETE
RADIO-TOESTELLEN
MET GARANTIE
Gedurende de Winkelweek
prachtluchiballon cadeau.
25. Jaargang No. 42 AMERSFOQ RTSCH DAGBLAD „DE EEMLANDER" 13 fl°"sSd*#ae
WESTSINGEL 12-13
AMERSFOORT
WEST5'NQEL 12—13 AMERSFOORT TELEFOON No. 238
LUITENANT-GENERAAL F. DE BAS.
Op 25 Aug. 70 jaor in 'sRijk*
dienst.
Het zal 25 Augustus a.s. 70 jaren geleden
zijn, dat de heer F. de Bas, luitenant-generaal,
directeur van het Krijksgeschiedkundig Ar
chief van den Generalen Stof, in 's Rijks dienst
trad.
De staat van dienst van dezen generaal, die
op TO September zijn 86sten verjaardag hoopt
te vieren en die nog onvermoeid zijn functie
als chef van het Krijgsgeschiedkundig Archief
vervult, begint met den genoemden datum
van x 25 Augustus in 1856, den dag waarop
hij tot cadet voor het wapen der cavalerie
aan de Koninklijke Militaire Academie te Bre
da werd toegelaten. Den Tsten Juli 1860
tien jaren vóór den Fransch-Duitschen oorlog
hebben de toenmalige Hagenaars den twee
de-luitenant Francois de Bas reeds door de
straten der residentie zien rijden aan het
hoofd van zijn dragonders. Op 17 Juli 1864
werd hij benoemd tot eerste-luitenant bij den
Generalen Staf en in dat jaar was hij reeds
adjunct van den generaal-bevelhebber in de
legerplaats bij Millingen. In 1868 was hij
adjunct-chef van den staf der 2e brigade,
waarvan de Prins van Oranje opperbevelheb
ber was; in 1870 was hij bij het mobiele leger
adjunct van den chef van den Generalen Staf
der lie divisie en adjudant van den luitenan*-
generaal Knoop. Bij K. B. van 24 April 1872
volgde zijn benoeming tot ritmeester (bij
keuze) van het 2e regiment huzaren, en hei
volgende jaar werd hij kapitein 2e klasse bij
den Generalen Staf, toegevoegd aan den chef
der Topografische Inrichting te 's-Gravénhagc.
Nadat hij als kapitein van den Generalen
Staf nog verschillende belangrijke betrekkin
gen had bekleed, werd hij in 1878 benoemd to?
leeraar aan de Hoogere Krijgsschool, in 1885
bevorderd tot majoor, chef van den staf bij den
inspecteur der cavalerie en enkele jaren late»
tot luitenant-kolonel bij het 2e regiment hu
zaren.
In 1800 gaf hij den stoot tot de oprichting
van de Krijgsgeschiedkundige afdeeling van
den Generalen Staf, welke onder zijn leiding
is uitgegroeid tot een instituut, dat steeds in
bloei en belangrijkheid toeneemt.
Generaal de Bas verkreeg o.m. de onder
scheidingen van groot-officier in de orde van
de Eikenkroon (Nederl. Luxemburg), ridder in
de orde van Dannebrog 3e kl. (Denemarken),
ridder van het Fransche Legioen van Eer, of
ficier in de orde van San Thiago, officier de
l'instruction publique, officier (met dc zwaar
den) in de orde van Oranje-Nassau, groot-of
ficier in de orde van Leopold (België), ridder
2e kl. (commandeur) der orde van de IJzeren
Kroon (Oostenrijk), ridder 2e kl. (comman
deur) in de orde van do Pruisische kroon, rid
der in de orde van den Nederl. Leeuw enz.
DR. J. H. GEZELSCHAP, f
Te Enschedé is op 52-jarigen leeftijd na een
operatie overleden de heer dr. J. H. Gezel
schap, een bekend geneesheer te dier stede,
die zoowel in het maatschappelijk leven als op
het gebied van zijn ambt verschillende functies
vervulde.
KAPITEIN J. OTTO, f
Blijkens ij ij de familie te Nijmegen ontvan
gen bericht, is in Weltevreden op 37-jarigen
leeftijd overleden de heer J. Otto, kapitein der
artillerie van het N.-I. leger.
MR. E. S. OROBIO DE CASTRO.
Een verlies voor Amsterdam-
sche assuradcurskringen.
In de Ziekenverpleging op de Prinsengracht
te Amsterdam, waar hij een operatie had on
dergaan, is na een langdurig lijden in den
ouderdom van 51 jaar overleden mr. E. S
Orobio de Castro, hoofd van de assurantie
firma E. S. Orobio dc Castro en Zn. en lid
van de firma Jan ter Meulen en Co. te Amster
dam.
Hij kas directeur van de Hollandsche Brand
en Levensverzekering Sociëteit, de Noord-Zuid-
Hollandsche en Zecuwsche Zee- en Brandnssu-
rantie Maatschappij, de Nationale Zee- en
Brandossurantie Maatschappij en de Assuran
tie Compagnie Excelsior; bovendien vertegen
woordigt zijn firma twee groote Engelsche
maatschappijen, de Marine Insurance Compa
ny Ltd., en de Phoenix Assurance Company
Ltd., alsmede de Federal Insurance Co. te New-
7ork. De Assurantie Maatschappij „De Neder
landen" van 1845 vertegenwoordigt zijne fir
ma aan de beurs voor de zee-teekening.
Mr. Orobio was voorts commissaris van ver
schillende maatschappijen op assurantiegebied,
de Amsterdamsche Herverzekering Maatschap
pij, de Oost-Indische Zee- en Brandassurantie
Maatschappij, de Tweede en de Derde Ncder-
landsche Verzekering Compagnie.
Van alles wat tot verbetering van het vak
kan bijdragen, was, naar het Hbld. meldt, mr.
Orobio een warm voorstander. Krachtig on
dersteunde hij de pogingen om hier te lande,
op het voetspoor van het buitenland, een ta
rief voor industriecle risico's tot stand te bren
gen en sinds September 1923, toen dit tarief
in werking trad, was hij voorzitter van de Am
sterdamsche commissie.
Mr. Orobio was echter niet alleen assuradeu»
maar bewoog zich ook op maatschappelijk ge-
bied. Hij was voorzitter van dc afd. Amster
dam van het Nederlandsch Tooneel Verbond,
en geen jonge kunstenaar deed tevergeefs eer.
beroep op zijn liefdadigheidszin. Voorts was
hij lid van het directorium der Vereeniging
Volksuniversiteit en lid von de commissie voor
Schepelingenbibliotheek, alsmede commissaris
van de Maatschappij voor Meel- en Broodfa
brieken. Verder is hij bekend door zijn me
dewerking aan de „Oude Groene", waarin me
nig artikel van zijn welversneden pen ver
scheen.
In dezen wehvillenden man, die in de kracht
van zijn leven werd weggenomen, wordt veel
verloren; vooral in assuradeurskringen zal men
hem zeer missen.
DE AMSTERDAMSCHE FINANCIËN.
De gemeentebegrooting voor
1927. Ongeveer 6 milliocn
ongunstiger dan voor 1926.
Vei hooging van den factor;
Verlaging van gas- en clec-
triciteitslorieven.
Naar wethouder Wibaut gister aan de pers
mededeelde, ziet de begrooting van Amster
dam voor 1927 er ongeveer 6 milliocn ongun
stiger uit dan die voor 1926.
B. en W. meenen voor dc begrooting voor
1927 4 millioen te mogen putten uit het re-
seive-fonds. Er blijven dan nog te dekken
ongeveer 2.500.000.
B en W. zijn voornemens voor te stellen
den factor te verhoogen van 0.6 op 0.7. De
opbrengst hiervan wordt geschat op
2.426.000.
Deze factor behoeft echter eerst in April
van het volgend jaor te worden vastgesteld.
De opbrengst der inkomstenbelasting over
1925—'26 kan nog iets meevallen, zoodat dan
de factor iets zou kunnen worden verlaagd,
doch meer dan een mogelijkheid is dit niet.
Met dc bedrijven gaat het goed, zoodat be-
Arnh.straat
KLEERMAKERIJ
Fa. E, L. J, LAMMERTS
Amersfoort Groningen
Utiechischeweq 36. Tel. 587
DIPLOMA M, i. U. d. T
Langesïraat 36
geven wij bij inkooi van f 1.— ean
Deze weekDE GELEGENHEID
Uwe inkoopen te doen.
halve hoogcr winstuitkcciing ecnigc verlaging
van tarieven kan worden voorgesteld n.l. v/ct
het gas- en eicctriciteitsbedrijf betreft.
Voorgesteld zul woiden reeds in Januari
het vast rechttaricf voor gas te verlagen van
5 op 4 cent per kub. meter, terwijl met T Juli
van het volgend jaar de algcmecne gasprijs
zal worden gebracht van II op 10 cent per
kub. M.
De electriciteitsprijs zal met 1 Januari voor
het vastrechttarief en het vrije tarief worden
gebracht van 5 op 4 cent.
DE FINANCIEOLE NOOD DER
GEMEENTE VAALS.
Het Burg. Armbestuur ncoml
collectief ontslag. Een aan
geboden Iccning.
In dc Maandagavond gehouden gcmccntc-
iaadszitting vnn Vaals was een schrijven inge
komen von den Minister van Binnenlandsche
Zaken, waarin Z.Exc. mededeelt, dot hot Bur
gerlijk Pensioenfonds genegen is aan de ge
meente te lecncn 7 130,000 tegen een koers
van 97 pet. rente 4J< pet. en oen loophjd van
40 jaar. De raad nam over dit aanbod geen
beslissing, daar de gemeente hiermede niet
geholpen is, terwijl men bovendien van mee
ning was, dat voor ccn Iccning onder dergelijke
condities de hulp cn garantie van dc rcgccring
niet noodig is.
Het volgend ingekomen stuk was dc collec
tieve ontslagname von 't Burgerlijk Armbestuur,
omdat het ten einde raad is. Het geld is op, de
ziekenhuizen nemen geen patiënten meer op,
huishuur is maanden cn maanden achterstallig,
de winkeliers, die geleverd hebben op bons,
kunnen niet betaald worden. Het B A heeft be
taald, wot het betalen kon, moor het ging niet
langer. Er is nog een schuld van 7 4600 En
toch is de uitkeering dc laagste van alle ge
meenten van gelijke grootte. Dc fout ligt hierin,
dat armen- cn ziekenzorg niet gescheiden zijn
van den werkloozensteuit. Dc werkloozen wer
ken zeer zeldzaam en kloppen voor het overige
aan bij het B. A. De schuld ligt weer bij dc
rcgccring, die voor Voals nalaat te doen, wat
ze voor Drenthe gedaon heeft.
Besloten werd, dot een deputatie uit den
Raad met werkloozen naar Den Hoog gaat, om
hierin verandering te bepleiten.
Deze brief hod al heel wat tongen in bewe
ging gebracht, dc vaststelling van het vermc-
nigvuldigingscijfer bracht er nog meer bewe
ging in. In de vorige raadsvergadering was dit
nunt ook al op de agenda geplaatst, doch dc
Raad wcnschte toen geen beslissing tc nemerf,
alvorens de rcgcering iets van zich had laten
hooren. De minister verzocht nu der» Raad dit
cijfer weer op 3 vost tc stellen, omdat anders
de uitkeeing aan de gemeente achterwege zou
moeten blijven.
De heeren Grégoire cn Jungblut wensenten
verhooging met 200 voor den aftrek voor
noodzakelijk levensonderhoud, waarmee de raad
evenwel niet accoord ging, hoe sympathiek ook
de geheele rand cr tegenover stond. De hoer
Bucx diende een motie in, waarin de raad dc
noodzakelijkheid uitspreekt om de belasting
heffing te herzien, daar de lage inkomens te
zwaar gedrukt gaan. Eveneens zal in hoogcr
beroep een beslissing worden uitgelokt over het
ol of niet behandelen als forens der arbeiders,
die in Duitsch'.and werken. De inspecteur der
belastingen meende dut dit niet kon, omdot
deze arbeiders in geen enkele andere gemeente
des lands betalen. Intusschen betalen deze
menschen hier het volle pond en in Duitschland.
Bij de rondvraag fulmineerden de heeren
Bucx cn Eich nog eens over de Ranja-waterlei
ding I Het Duitsche pompstation heeft niet ge
noeg dru», waardoor het leidingwater af cn toe
soms cenige malen per week meer weg
heeft van Ranja-extract don van water. Ie
dezer zake zal druk uitgeoefend worden oo dc
heeren der prise d'euu. (Msb.)
EEN DUUR VERZUIM.
Dc faccalicn-afvcer van Groningen.
Do gemeenteraad van Groningen heeft in
dertijd besloten tct het aanleggen van een
centraal rioleringsstelsel waarbij de faecalicn
en het rioolvuil naar zee zouden worden afge
voerd door middel van ccn pompstation, dat
dc afvalstoffen door een buislciding langs het
Eemskonaol bil Delfzijl in de Eems zou persen.
Een groot deel van dit rioolnet is reeds gelegd.
Thans blijkt dat het Groningsche gemeente
bestuur heeft verzuimd, non Gcdep. Staten ver
gunning te vragen tot het gebruiken van de
hoven van Delfzijl, die door de provincie wordt
geëxploiteerd. Het gemeentebestuur vnn Delf
zijl heeft bij Gedcp. Stoten ernstige bezworen
geopperd tegen de doorvoering von de plan
nen, waarvan het groot nodcel voor de hoven
verwachtte. Daarop heeft het gemeentebestuur
von Groningen olsnog non Gcdep. Staten ver
gunning gevraagd, moor deze vergunning is,
naor de Prov. Groninger Courant meldt, door
Gedep. Stoten geweigerd, zoodot het deels uit
gevoerde plan in duigen ligt cn naar een an
dere oplossing moet worden gezocht.
71,500,000 VOOR HET KOLONIAAL
INSTITUUT.
Een legaat van wijlen dr.
H. F. R. Hubrccht.
Naor de Tel. verneemt, heeft dr. H. F. R.
Hubrccht aan het Koloniaal Instituut te Am
sterdam gelegateerd ccn bedrag van ongeveer
1,500,000.
Reeds bij zijn leven schonk dc heer Hubrccht
aan het Instituut, dot zijn groote sympathie
had, tweemaal een som van een half millioen
en eens een bedrog van tweo ton, welke gelden
bestemd waren voor den verdéren afbouw en
voor de completcering.
NA DEN WATERSNOOD.
Versterking der rivierdijken.
De Dijkstoel van het Polderdistrict Over-Be-
tuwe heeft besloten tot versterking van den
Rijndijk tegenover den Kolk onder Holthuizcn.
Er zal voor dit doel ongeveer 125.000 M3
grond moeten worden aangevoerd.
In de Ooy bij Nijmegen is onder leiding
van den heer W. Smulders, Pastoor tc Ooy, een
groote openbare vergadering gehouden van be
woners der Ooy-lnnden.
Unaniem werd besloten zich aan te sluiten
bij het comité van actie, dat ijvert voor vijks-
bcmoeiing inzake de versterking van de dijken
langs Waal en Mans. Opgemerkt werd, dot nu
nog tol von gezinnen in de Ooy, die door den
wotersnood getroffen waren, geen eigen dak
hodden cn dat dc huizen zoo vochtig zijn, dat
sommige bijna niet bewoond kunnen worden.
Besloten werd tot krachtige actie cn hulde
werd gebracht Qon den burgemeester van Ub-
bergen, mr. baron van Voorst tot Voorst voor
al hetgeen deze heeft gedaan in het belang van
dc slachtoffers van den waterrsnood en voor
dc pleidooien door hem in dc Staten van Gel
derland gehouden ter verbetering der dijken.
HET LINTHORST HOMANKANAAL.
In September opening,
Het nieuwe Linthorst Homankenaal, waar
voor de eerste spade in Februari 1923 in dpn
grono is gestoken en dat de Beilervaart mei
de Hoogcveensche Vaart verbindt, zal den 2en
September te Bcilen officieel geopend worden.
DE INTERNATIONALE TENTOONSTELLING
VOOR BINNENSCHEEPVAART EN
GEBRUIKMAKING VAN WATERKRACHT
TE BAZEL.
Dc Ncdcrlondschc inzending.
Zooals bekend is wordt sedert I Juli ie Ba
zel genoemde tentoonstelling gehouden. Het
initiatief tot het orgonisccren dezer onderne
ming is uitgegaan van de regceringen von
Kanton- en van Stad Bazel, in verband met
de voorgenomen verbetering van den Rijn tus-
schen Straatsburg cn Bazel, want, ofschoon
ook nu Bazel per schip bereikbaar is, kan
hierop niet geregeld worden gerekend. Trou
wens dc Bazolers zien nog verder in dc toe
komst cn zijn van oordcel, dat dc Rijn ook
Bij 's Levens poppenkast spreken de dwazen
en zwijgen de verstandïgen.
Naar het Engelsc.h van
RAFAEL SABATANL
37
Mironsac en Castelroux, bijgestaan door St.
Eustache, sloten de zware koetspoort, zoodat
wij voor den blik der voorbijgangers beveiligd
warén.
Ik zal u al de toebereidselen tot het gevecht
besparen. Eindelijk waren wij klaar en stonden
we tegenover elkaar. En ik geloof dat wij aan
elkander gewaagd waren. Ik trachtte hem het
wapen uit de hand te slaan, maar dat gelukte
mij niet. Hij lachte om die poging en met een
snelheid die ik niet van hem verwacht had,
maakte hij zich vrij en stak de punt van zijn
degen als een slang in de hoogte naar mijn
keel.
Be pareerde den aanval, maar het scheelde
niet veel en ik keerde mij nog juist bijtijds
om. Het koude zweet brak mij uit
Toen besloot ik deze poging op te geven.
En daar zag ik plotseling een schoone kans.
Hij hield de punt van zijn degen zoo laag,
terwijl hij mij stond aan te zien, dat zijn arm
niet gedekt was. Dit opmerken en een besluit
nemen was het werk van een seconde. Ik
doorboorde zijn arm.
Hij gilde van pijn en huilde van wcede.
Gewond, maar niet overwonnen, greep de woe
dende man zijn op den grond gevallen zwaard
met de linkerhand op en trachtte mij onder
den voet te loopen. Ik sprong vlug op zij,
steeds met mijn zwaard op zijn arm en toen,
voordat hij de poging kon herhalen, waren
mijn vrienden op hem aangevallen, trokken
hem zijn wapen uit de hand cn het mijne van
zijn arm.
Het zou gemeen van mij geweest zijn een
man, die zich in zulk een ellendigen toestand
bevond te schimpen, anders had ik hem kun
nen verklaren wat ik bedoelde toen ik hem
beloofde hem aan den beul over te laten, zelfs
toen ik in het duel toestemde.
Mironsac, Castelroux en La Fosse stonden
rondom mij te praten; ik luisterde niet naar
het patois van Castelroux of naar de ver
keerde aanhalingeen van La Fosse uit de klas
sieken. Het was een langdurig gevecht ge
weest en de methode die ik had toegepast was
uiterst afmattend. Ik stond tegen de koets
poort geleund en droogde mijn gezicht af.
St. Eustache, diebezig was Chatelleraults arm
te verbinden, riep La Fosse.
Ik keek mijn secondant na. De graaf zag
doodsbleek, met samengeperste lippen, zeker
door pijn aan zijn arm. Toen hoorde ik hem
tot La Fosse zeggen
„Wilt ge zoo goed zijn mijnheer, aan uw
vriend te zeggen, dat het gevecht niet beslist
is. Ik scherm even goed met mijn linker als
met mijn rechteres» en indien mijnheer de
Bardelys mij de eer wil bewijzen den strijd
te hervatten, 2al hij mij genoegen doen."
La Fosse boog en kwam naar mij toe met
de boodschap, die ik trouwens reeds gehoord
had.
„Ik heb gestreden", gaf ik ten antwoord, „in
een geheel anderen geest dan die welke mijn
heer de Chatellerault heeft bewogen. Hij nood
zaakte mij een bewijs te geven van mijn
moed. Dat bewijs heb ik gegeven, ik weiger
verder te gaan. Daarenboven, mijnheer de
Chotellerault zal dit zelf opmerken, begint het
donker te worden, over een paar minuten zou
den wij niet genoeg kunnen zien voor een
gevecht."
„Over een paar minuten zullen wij ook geen
licht meer noodig hebben", riep Chatellerault,
die geen tijd wou loten verloren gaan. Hij was
een bluffer, tot het laatst toe.
„In ieder geval, daar komen dc personen
aan die de zaak zullen beslissen", antwoord-
dp ik naar de deur wijzende.
De waard trad het binnenplein op, gevolgd
door een officier en zes soldoten. Het waren
geen gewone politiesoldaten, maar musketiers
van de wacht; ik begreep dat zij niet kwamen
om een duel te verhinderen, maar om mijn
tegenpartij te arresteeren voor een veel ern
stiger misdaad.
De officier trad op Chatellerault toe.
„In naam des konings, mijnheer de graaf",
zei hij, „verzoek ik u om uw degen".
Het kan wezen dat ik in den grond van
mijn hart nog een zachtzinnig man was, voor
welk een ongevoeligen cynicus ik doorging
tenminste toen ik de ellende cn moedeloosheid
opmerkte op het gezicht van Chatellerault, had
ik medelijden met hem, niettegenstaande al
les wat ik hem te verwijten had. Welk lot hem
wachtte, daaraan kon geen de minste twijfel
bestaan. Hij wist niemand kon dat beter
weten hoezeer de koning mij liefhad en
hoe hij de pogingen zou straffen om mij om
het leven te brengen, om nog niet eens te
spreken van de verkrachting van het recht,
waaraan hij zich had schuldig gemaakt; daar
voor alleen zou hij de doodstraf verdiend
hebben.
Hij bleef een oogenblik staan met gebogen
hoofd de pijn in zijn arm vergat hij misschien
door den doodsangst Toen richtte hij zich
plotseling op, met een fier gelaat vol verach
ting en keek den officier strak aan.
„Ge vraagt om mijn degen, mijnheer vroeg
bij-
De officier boog eerbiedig.
„St. Eustache, wilt ge zoo goed zijn mij mijn
degen aan tc geven
En terwijl St. Eustache het rapier van den
grond opnam, stond de man te wachten met
een schijnbare kalmte waarvoor ik hem be
wonderde, zooals wij steeds een rustig gedrag
moeten bewonderen bij iemand in zulk een
toestand. Ik kun mij haast geen rampzaliger
lot voorstellen. Hij had veel op het spoi ge
zet en hij had alles verloren. Schande, degra
datie en het schavot, dat alles hing hem boven
het hoofd en wel onmiddellijk.
Hij nam van St. Eustache zijn degen aan.
Hij hield hem een oogenblik bij het gevest
vast, als iemand die in gepeins is vc. zonken
en een besluit moet ïicm^n, terwijl de soldaat
siond te wachten mat pi den ceibied. dien ccn
weldenkend mcnsch aan ccn ong :l ikkigc yci-
schuldigd is.
Met het rapier in do hand sloeg hij de
oogen even op en liet ze op mij nieten mc'.
eer. kwaadwilligen buk loon lichte hij kostaf,
haalde de schouders op en g>eep het l^ir.met
alsof hij van plan was het gevest den offi
cier toe te steken. Terwijl hij het wapen zoo
midden in vasthield tusjchen de punt cn het
gevest ging hij plotseling een stap achteruit
en voordat iemand een hand kon uitsteken om
het tc beletten, had hij den degenknop op den
grond gezet en de punt tegen ziin borst en
stortte zich in zijn eigen degen.
Allen uitten een kreet van schrik en wij ijl
den naar hem toe. Hij rolde op zij en met een
uitdrukking van onuitsprekelijke pijn zei hij met
verachting en spot
„Nu moogt ge mijn degen hebben, mijnheer
dc officier". Dit zeggende viel hij achterover
en lag in zwijm.
Met een vloek kwam de soldaat nader. Hij
gehoorzaamde Chatellerault letterlijk, want hij
knielde naast hem neder en trok zorgvuldig
het wapen weg Toen gaf hij bevel aan een
paar van zijn manschappen het lichaam von
den man op te nemen
„Is hij dood vroeg ccn hunneren een
ander antwoordde „Nog niet, maar het zot
niet lang meer duren".
Twee van de soldaten droegen hem dc her
berg binnen en legden hem op den grond van
hetzelfde vertrek, waarin hij een uur ongeveer
geleden met Roxnlanne een koop had gesloten.
Een opgerolde jas werd als hoofkussen onder
zijn hoofd gelegd cn daar lieten wij hem over
aan de zorg van hen die hem gevangen nomen,
den woord, St. Eustache en La Fosse dc
laatste zeker uit een zekere ziekelijkheid, die
zoo vaak eigen is aan een poëtischen geest
cn die hem getuige wilde doen zijn van den
doodstrijd van den heer Chotellerault.
En ik maakte mij spoedig gereed naar het
Hótel de l'Epée te gaan om Roxalannc te
spreken, haar haar angst te ontnemen en haar
eindelijk mijn bekentenis te doen.
Toen wij op straat kwamen, het was intus
schen reeds donker geworden, vroeg ik aan
Castelroux hoe St. Eustache toch met Chatelle
rault in aanraking was gekomen.
(Wordt vervolgd).