BINNENLAND.
LOOSS KLEIN
FEUILLETON.
De Markies van Bardalys.
25e Jaargang No 56 AM ERSFOORTSCH DAGBLAD „DE EEMl.ANDER"
Zaterdag
4 Sept. 1926
TWEEDE BLAD.
AHERSFOORT
LENIGHEID.
De onèangs gestonken Zweedsa'rve op
voedster DH-en Key waarschuwt in haar
boek: „De eeuw van het kind" de ouders
er tegen, hun kinderen te strak aan ge
woonten te binden. „De tegenwoordige
angstige bezorgdheid, dat zij bij het slaan
der klok eten, zekere spijzen bij zekere
maaltijden krijgen, naar het aantal graden
worden gekleed, zich weder bij het slaan der
klok ter ruste begeven, voor ie dere n
droppel ongekookte melk en iedere extra
bonbon worden behoed, maakt", zegt zij,
„dat de kinderen tot zenuwachtige, prikkel
bare tyra-nnen der gewoonten worden."
In dit opzicht sluit zij zich aan bij
Rousseau, die in zijn onrustig en zwervend
bestaan persoonlijk had ondervonden, welk
een geducht wapen in den levensslnjd het
vermogen is, om zich snel en onvoorbereid
te voegen naar de steeds wisselende om
standigheden en eischen van het oogenblik.
Geen van beide beproefde voorlichters
ontleent het nut van stiptheid en orde, maar
men mag geen slaaf van zijn goede ge
woonten worden. En dit wordt men zoo licht,
zoo men niet dn de eerste jeugd' reeds zich
went aan het verzetten, van de bakens bij
het verloopen van het getij. Een mensch is
geert machine en 't leven geen mechaniek;
mensch en omstandigheden zijn immer be
weeglijke, steeds in ontwikkeling verkee-
rertde, zioh bestendig vervormende en daar
door vaak onberekenbare factoren.
Bij die opvoeding zijner pupillen, en bij
de zelfopvoeding ook, vrage men zich af:
waarvoor voed ik op? De gewoonten, die
wij ons eigen maken, zijn ten slotte slechts
hulpmiddelen en nimmer doel Doel is 'het
profijt, dat wij van onze gewoonten kunnen
trekken, om van het leven te maken, wat er
voor een mensch van te maken velt.
biet leven is als een jacht ter re in, als een
slagveld. De jager en de soldaat weten, dat
ze elk oogenblik met verrassingen hebben
te reekenen, dat ze steeds op hun hoede
moeten zijn voor het onverwachte en dat
ze de kans moeten aangrijpen, waar deze
zich voordoet. Juist in dit voortdurend
kansspel -bestaat het prikkelende van den
krijg en van de jacht.
Wie let op de oogen en op de spieren
van spelers, diè zich op het sportterrein
met elkaar meten, ziet ook hier de voort
durende spanning, welke de snelle terugslag
op elke situatie vergt. Overwinnaar in het
kampperk is niet de strakke en stramme,
die slechts bij voorschrift zijn uitgangspunt
bepaalt, maar de lenige, wiens rappe be
weeglijkheid den tegenstander verbijstert.
Leven is het bestendig zich meten mat
de omstandigheden. Slechts hij verstaat de
hunzt van leven, die eiken nieuwen toestand
weet te overzien en te gebruiken.
Zeer zeker zit er iets eerbiedwaardigs in
het koppig zich hóuden aan hetgeen men
zich •eenmaal tot taak opgelegd heeft. Wie,
weêr of geen weêr, dagelijks dezelfde wan
deling doet; wie, trek of geen trek, op het
zelfde uur eet en, slaap of geen slaap, op
hetzelfde uur naar bed gaat, is op zijn ma
nier ook overwinnaar. Maar wat voor profijt
trekt hij ven zijn standvastigheid?
Men heeft het er op gezet, zijn vrijen dag
er op uit te trekken, maar juist plasregent
het. Er zijn menschen, die er iets heldhaf
tigs in vinden, dan tóch de elementen te
trotseeren cn die hun martelaarschap voor
de standvastigheid gaarne met het offer
eener verkoudheid betalen. Maar getuigt
het niet van meer levenskunst, cp het kri
tieke oogenblik het roer om te gooien en
van richting is veranderen? De lenige van
geest heeft onmiddellijk ziin plannen verzet
en iniplaets van kletsnat langs de wegen ie
stappen, neemt hij de gelegenheid te baat,
cm het museum te bekijken, het boek te
lezen cf het bezoek te brengen, dat hij nog
op zijn program had.
De lenige van geest verzuimt geen zonni
gen middag, omdat hij op dien dag eefi be
paald bezoek of een bepaalde lectuur had
gesteld; hij gebruikt den zonneschijn en
verplaatst zijn oorspronkelijke plannen naar
een regenachtigen dag.
Slachtoffers van vaste gewoonten kunnen
nooit naar den nachtegaal luisteren, omdat
ze op hun bed behooren te liggen als de
nachtegaal zingt. Ze kennen het wonder van
den zonsopgang niet, omdat de zon opgaat
voordat het hun opstaansuur is. Zij laten
een indrukwekkenddn optocht voorbijgaan,
omdat ze aan tafel zitten en verzuimen een
prachtig en brand, omdat ze hun krant nog
niet uit hebben.
Brengt het hen niet tot nadenken, dat de
nachtegaal noch de zon noch de brand zich
iets van hun dagprogram aantrekken, omdat
de nachtegaal en de zon en de brand im
mers het leven zijn? Het leven trekt zich
niets aan van een dagprogram.
Vaste levensgewoonten gaan gepaard met
vaste levensbeginselen. En alweer1, het is
goed, dat men zijn pupillen gewent, zich
een levenshouding en een wereldbeschou
wing te vormen, maar ook dient men hen in
te prenten, dat onze opvattingen, leerstellin
gen en overtuigingen ten slotte slechts
hulpmiddelen zijn en geen doel.
Het kan zijn, dat een sterke levens
ervaring of een overweldigende indruk plot
seling onze inzichten wijzigt. Moeten w*"j»
wanneer ons de schellen van de oogen
vallen, blijven volharden in onzen waan,
alleen wijl die vaan ons tot gewoonte ge
worden is?
Lenigheid van geest houdt ook ons in
zicht steeds in verband met de werkelijk
heid, waaraan wij onze overtuigingen toet
sen, gelijk de speler zich meet aan zijn
maat. Door dit vermogen tot snel zich
voegende bewegelijkheid voorkomen wij die
pijnlijke en smadelijke breuk tusschen het
geen wij zeggen voct te staan en hetgeen
wij inderdaad meemen. Want onwaarachtig
heid spruit vaak voort uit onmacht om
tegenover zichzelf en de omgeving de ver
andering te belijdén, die zlon in ons inner
lijk heeft' voltrokken, maar tot welker uitei-
iijfce verwerkelijking wij de lenigheid
missen.
Harden tot stiptheid en wennen aan
regelmaat is voorwaarde tot opvoeding,
maar daarnevens dient men zich van jeugd
af te oefenen in het onvervaard loslaten
van elke levensgewoonte, zoodra deze de
zelfontplooiing^ in den; weg is gaan staan.
H. G. CANN'EGIETER.
UIT DO STAATSCOURANT.
Benoemd tot gewoon hoogleciaar nan de
Technische Hoogeschool tc Delft in de afdee-
üng bouwkunde voor het onderwijs in de archi
tectonische vormleer en de geschiedenis der
bouwkunst dr. ir. D. P. Slothouwer, architect
te Amsterdam;
benoemd tot koninklijk commissaris bij de
Ned. Bank prof. dr. G W. J. Bruins, interna
tionaal commissaris van dc Duitschc Rijksbank
te Berlijn;
benoemd tot generaal-majoor bij het wape.s
der infanterie de kolonel E J. van Bel, com
mandant der lilde infanteriebrigade, en bij hc;
personeel van den geneeskundigen dienst dei
landmacht, dc dirigeerend officier van gezond
heid 1c klasse dr J. W. van Rijn, van dat per
soneel;
bij den staf van het wapen dor artillerie tot
majoor-magazijnmeester de kapitein-magazijn
meester J. F. G. Vcrhocff, magazijnmeester te
Helder:
Op verzoek eerol ontslagen de generaal-
majoois W. S. A. A. H M vnn Rijswijk de
Jong, Inspecteur Infanterie, Gouverneur Re
sidentie H C. Fortonier, Commandant IVe
Divisie, bevelhebber in Vierde Militaire Afdee-
lingG W. Fris. van Wapen Infanterie, In-
specteui Vrijwilliger landstormO. J. van
Bel. voornoemd, van Wapen Infanteriedc
Luitenants-Kolonels V'F' H. van Dijk, com
RECl 4MES
Van 1—4 regels 4.05, elke regel meer/I.-
UTRE.CHTSCHESTRAAT
mandant 12 InfanterieH L. J. Vermeulen,
commandont 6c InfanterieB. C. Ootmor,
commandant 5e Infanterie Majoor C. de Veei
van 7e Infanterie Kolonels J. A. Koub, com
mandant IVe Infanteriebrigade; P. M. Vis van
Stof Wapen ArtillerieP. van Oort, Inspec
teur Koninklijke MarechausseeLuitenant-
Kolonel D. A. Eekhout, Commandant 3e Di
visie Koninklijke MarechausseeDirigeerend
Officier van Gezondheid Ie klasse L J. Klin
kenberg van Personeel Geneeskundigen Dienst
Landmacht Luitenant-Kolonel F. J. Bijvoet van
Wapen Infanterie. Directeur Normaal-Schiet
school Majoor-Magazijnmeester Artillerie J.
F G. Verhoeff, voornoemd; Luitenunt-Kolonel
G. J. P. A. Thomson, commandont Tc Divisie
Koninklijke MarechausseeGcneraol-Majooi
Dr. J. W. van Rijn, voornoemd, van Personeel
Geneeskundigen Dienst Landmucht, allen ter
zake langdurigen dienst.
Aan de Generaal-Mejoors Van Rijswijk de
Jong, Fortamier 'en Fris, allen voornoemd is
dank betuigd voor veeljarige en belangrijke
diensten door hen den Lande bewezen.
Benoemd bij reserve-personeel landmacht,
bij het wapen infanterie tot rcserve-luitenant.-
kolonel luitenants-kolonels Vermeulen, Ooimat
en Bijvoet, allen voornoemd; en bij het wapen
artillerie tot reserve-kolonel, kolonel Vis,
voornoemd.
Benoemd bij het wapen der Genie, bij het
regiment genietroepen tot ccrste-luitentant,
tweede-luitenant J. G. W. Bolomey, van ge
noemd korps.
Eervol ontslagen reserve-majoor A. M. van
Gcnderen, van het 3e infantcrieregiment.
Benoemd bij het reserve-personeel land
macht, bij het wapen infanterie, bij het 3e re
giment, tot reserve-majoor de eervol ontsla
gen reserve-majoor van Gendcren, voornoemd
Wederom belast aan de Lnndbouwhooge-
school te Wageningen tot het geven var.
dursuseconomische geogmphie van Neder
land J. H Sebus; in economische geographic
van Nedcrlandsch-Indië L. van Vuuren, Am
sterdam; in respectievelijk groententeelt,
bloembollenteelt en boomteelt de Rijkstuin-
bouwconsulentcn Ir. J. G. Hazeloop, Alkmaar;
Ir K Volkersz, Lissc en Ir. C Ph. Moerland*,
Boskoop; in voedingsleer de Rijksvecteeltcon-
sulent Ir. H. G. A. Lcignes Bakhoven, Leeuwar
den.
DE WATERSNOOD-GEBIEDEN.
Een bczcck der ministers De
en Kan.
Gec»
De Minister van Financiën Jhr. Mr. de Gcci
r-n de Minister van Binn'nlandsche Zaken en
Landbouw, Mr. Kan, bracht gisteren een bezoek
aan het land van Maus en Waal, da» in den af-
gcloopen winter door den watersnood is geteis
terd. De Commissaris der Koningin in Gelder
land, baron van Heemst! o, zoomede dc heer
Dc Vlugt, cerc-voorzitter. Walraven Boissevain
voorzitter cn Gerritsen, secretaris van het Alge
meen Watersnood-Comité, vergezelden de beide
ministers.
OEN REIS VAN OUD-MINISTER H. COLIJN.
Dc oud-minister zal spreken in
Hongarije.
Naar „Dc Amstrdammcr" meldt vertrok dc
heer H. Colijn gisteravond per nachttrein naar
Leipzig, om Maandag van daar door te reizen
naar Boedapest, waar hij in den loop der vol
gende week het woord zal voeren bij de ope
ning der Christelijke school aldaar. Tijdens
het verblijf in Hongarije zal de heer Colijn ook
nog een paar maal een redevoering houden
over „Calvinisme en Staatkunde". Dc terugkeer
in ons land zol ongeveer den 25 en dezer maand
plaots vinden.
UITVOER NAAR ENGELAND VAN BACON.
Ministericclc voorschriften tc
wachten.
Men schrijft ons
Zoonis bekend, is het Engclsche invoerver
bod van vlcesch van het vasteland, niet van
toepassing op bacon (licht gezouten varkens-
vlcesch) Dit artikel \cieischt eenwcl oen zeer
zorgvuldige bereiding. Thans heeft Engeland
voorschriften uitgevaardigd, waarin nauwkeu
rig wordt omschreven, wat onder „fully cured
bacon" wordt verstaan cn welke formaliteiten
bij den invoer van dit artikel in Engeland
in acht dienen te warden genomen. Deze voor
schriften treden I October a.s. in werking.
In ofwaachting van deze voorschriften is do
Veeartsenkundige dienst reeds pomimen tiid
bezig dc noodige voorbereidingen fa trfefen,
ten einde tc bereiken, dut onze exporteurs in
alle opzichten aan dc Engelsrhe oisrhcn ten
opzichte van bacon zullen voldoen.
Bovendien werd het Kon. bcsb'it. regelende
de exportvlceschkeuring, o.m. aangevuld met
de bepaling, da tde minister vnn binnonl zn-
ken cn landbouw voorschriften kan geven ter*
aanzien van den staat, waarin vleesch. dal
verduurzaamd wordt cn het verduurzaamde
vleesch ter keuring aangeboden cn voor uit
voer ingeloten wordt.
Deze aangelegenheid verkeert derhalve in
een zoodanig stadium, dat do ministeriecle
voorschriften spoedig kunnen worden verwacht
en belanghebbenden biermede tijdig rekening
kunnen houden.
Behalve bovenbedoelde voorschriften ten
aanzien von bacon heeft Engeland eveneens
bepalingen uitgevaardigd omtrent den invoer
van verschillende gezouten onderdeden var.
varkens (koppen, klauwen, mogen enz.).
Met betrekking tot den invoer van deze ar
tikelen zijn eveneens binnenkort voorschriften
te verwurhten.
DE WEELDEVERTERINGSBEI.AST1NG.
Bezwaren van den Middcn-
standsraad.
Aan het advies van don Middenstandsraad
oVcr de wecldevcrtcringsbclasting aan den mi
nister van arbeid, handel cn nijverheid is ont
leend, dat tegen dit ontwerp bij den Rand om
onderscheiden redenen zeer overwegend^ be
zwaren bestaan. Het onverbrekelijke verbond,
dat tusschen het complex \vcls0ntw9rper. be
stond, door minister Colijn aanhangig ge
maakt, bestaat.bij dc thnps nonhangige wets
ontwerpen niet. Dc weeldevertcringsbelnsting
dient slechts om dc gelden tc verschaffen, dh?
door verlaging van de successiebelasting cn
van de pcrsoneelc belasting worden prijsgege
ven. Dc voordeelen van dc verlaging dezet
beide belastingen zijn, naar dc raad betoogt,
vrijwel illusoir.
Er is geen sprake van, dat zij opwegen te
gen dc nadeelen die een weeldevertcringsbe
lnsting aan handel en nijverheid berokkenr
Het huidige tijdstip is voor de invoering van
een weeldevertcringsbelnsting wel zoo'ongun
stig mogelijk. Allerwegen is dc toestand in het
middenstandsbedrijf slecht cn in het luxe-
middenstundsbedrijf zelfs benauwend slecht.
Nu naar het oordeel van den raad de tijds
omstandigheden zoodonig zijn, dut aan he.
totstandkomen van een weeldebelasting, hoe
ook, op dit oogenblik niet kan en mag worden
gedacht, herinnert zij aan zijn advies in zake
het eerste ontwerp van minister Colijn en
dringt hij wederom aan op de voorbereiding
van een ontwerp weeldebelasting met medo-
werking van cn ten deele zelfs onder leiding
van der. georganiseerden handel en nijverheid.
Het is voorts een bezwaar van den raad, dat
hij geen vast omlijnd systeem heeft kunnen
ontdekken in dc lijst van goederen op welke do
weeldebelasting vnn toepassing zou zijn.
Dc raad wijst bovendien op dc onbillijkheid
dat dc eene handclanr dc door hem verkochte
artikelen als luxe-artikelen beschouwd ziet cn
een under handelaar dc zijne niet, hoewel zij
wot het karoktcr der luxe aangaat, er stellig
evenzeer voor in aanmerking komen. De fout,
in het eerste ontwerp van minister Colijn aan
wezig, komt in het thans aanhangige ontwerp
dubbel tot uiting, doordat een zooveel grootcr
reeks von voor belasting in aanmerking ko
mende artikelen om wot voor reden dan ook,
vrijgelaten wordt.
Met betrekking tot enkclo in de lijst als be
lastbaar oongemerktc artikelen mankt dc raad
tenslotte nog ecnigc opmerkingen.
Wonneer werd getracht, op dc boven aan
gegeven wijze een nieuw ontwerp voor te be
reiden, zou doarbij ook zeer bepaaldelijk kun
nen worden nagegaan, welke olgemcene gevol
gen van dc invoering van een weeldcvcrtcrings-
bt lasting zijn te verwachten, waarbij in het
bijzonder er op zal zijn tc letton, of cn in hoe
ven c zoodanige wet ertoe zou bijdrogen, dat
de in het buitenland geldende opvatting om
trent Nederland als een bij uitstek duur land
neg zal worden versterkt. Vooral voor het
restaurant- cn hotclbcdrijf is zulks van bctec-
konis. Onjuist acht dc raad het ook, dat voor
olie cnfé's en hotels boven een geheven norm
dezelfde belasting zou gelden. Wat dit punt
betreft, herhaalt de rand zijn vroeger advies
dot een nudeic splitsing zal worden gemaakt
onder voorlichting van dc desnoods uitgebrei
de commissie uit „Horecof", die de bedrijven
zijner lrden reeds in bepaalde klossen heeft
gerangschikt.
HET DOKTERSCONFLICT TE BREDA.
Gratis bchondeling.
Doordat dc burgemeester van Breda gewei
gerd heeft in te gaan op dc voorstellen van
den Geneeskundigen Kring aldaar, onder meer
bevattende de qunestie dor ontslagen gcmcenlc-
genccshecrcn, is het dreigend conflict een feit
geworden. In eene spoedcischendc vergadering
van den Kring, gisteravond gehouden, is be
sloten dc verzorging der armlastige patiënten
zelf ter hond te nemen buiten het stadsbe
stuur.
Hedenavond zol in dc beide plaatselijke bla
den per advertentie aan dc armlastigen der ge
meente Breda bekend gemaakt worden, dot zij
p'atis hulp kunnen bekomen van dc Brcdoschc
medici. Dc artsen wijzen honorarium van ge
meentewege af en behoudens in spoedcischendo
gevallen zullcr> zij patiënten weigeren, die hun
van gemeentewege toegezonden worden.
Nader meldt men nog aan het Hbld.:
Het conflict vindt zijn oorzaak in dc reor
ganisatieplannen van den Geneeskundigen
Dienst alhier, met welke voorstellen ge
paard ging het ontslag von twbc gcmeenlc-
geneeshccrcn, resp. met vijftien en negen
dienstjaren. Dc geneesheer met vijftien dienst-
juren werd met twee dogen, jdie met negen
dienstjaren met veertien dagen opgezegd. On
danks deze wijze van opzegging werd dc zonk
door de betrokkenen geaccepteerd, omdat bij
de reorganisutie ruimte werd gelaten voor tweo
penceshocren, terwijl mondeling van officieclc
zijde de toezegging werd verkregen, dot do
heide oudste gcncesheeren zouden worden her
benoemd. Deze mondelinge toezegging werd tc
goede»* trouw aanvaard. Naderhand werd ech
ter deze toezegging van officieelc zijde ontkend
en werd plotseling een, naar hot oordcel van
deskundigen onvoldoende, regeling getroffen,
waarbij de beide gcncesheeren gewoonweg
werden uitgeschakeld. Dc Geneeskundige Kring
heeft toen dc partij opgenomen van de ontsla
genen cn eenigc voorwaarden gesteld, waaron
der voor de verpleging der stadsarmen de ge
neeskundigen von Breda en omstreken in rela
tie zouden treden met het gemeentebestuur*
Deze voorwaarden waren een openlijke erken
ning, dot de ontslagen genecsheeren onbillijk
waren behandeld cn dc toezegging, dat aan den
gemeenteraad een regeling zou worden voor
gesteld, waarbij plaats werd gelaten voor een
definitieve benoeming der gcmejntegcnceshee-
ren, een genoegdoening dus in woord cn daad.
Dit nu is niet geschied, zoodot, naar wij ver
nemen, de relaties tusschen den Geneeskundi
gen Kring (omvattende alle medici van Breda
c.o.) cn de gemeente Breda verbroken zijn
Intusschen vernemen wij, dat cr een regeling
aanhangig is, waarbij buiten het gemeente
bestuur om voorzien zol worden in dc genees
kundige hulp der onvermogenden.
Dood is h-, die niet meer liefheeft en niet
meer dwaalt.
Naar het Engelsch van
RAFAEL SABATAN1.
50
Als ik het tot Blagnac kon brengen zonder
te rusten, don zou ik cr heel laat aankomen en
daaron\ had de heer St. Eustache zij») man
schappen verzocht tot het aanbreken van den
dag op mij te wachten. ITij dacht echter niet
dot ik zoo ver zou komen, want hij had ge
zorgd dat ik geen paarden vond bij de post
huizen. Toch was het mogelijk dat het mij ge
lukte en St Eustache wou geen enkele moge
lijkheid over het hoofd zien. Hier te Blagnac,
zoo vei telde Rcdennrd mij, was de waard ook
door St Eustache omgekocht. Het was hun
plan mij, terwijl ik sliep, te vermoorden
„Monseigneur", zei hij tot slot, „toen ik
hoorde welk gevaar u hier op weg dreigde,
heb ik God cn alle heiligen gebeden dat het
u mocht gelukken zoo ver te komen, zoodat
ik u kon waarschuwen. Was ik minder ge
wond en pijnlijk geweest, dan had ik een
paard genomen en was u te gemoet gereden;
nu kon ik niets doen dan bidden en hopen dat
u te Blagnac mocht komen en dat
Ik nam hem in mijn armen, maar mijn om
helzing deed hem kermen van pijn, want de
arme, getrouwe vent was nog zeer pijnlijk.
„Arme Ganymedcs", fluisterde ik cn ik ge
loof dat ik meer ontroerd cn medelijdend was
dan ik ooit was geweest in mijn zelfzuchtig
leven. Toen hij dien bijnaam hoorde, schitterde
er eensklaps een hoopvolle blik in zijn oogen.
„Wilt u mij terugnemen, monseigneur",
smeekte hij. „U wilt mij terugnemen, niet
waar? Ik zweer dat ik mij nooit meer zal ver-
proten
„Stil, goede Ganymedcs. Niet alleen wil ik
je terugnemen, maar ik zal trachten mijn
woestheid goed te maken. Komaan vriend, je
zult twintig goudstukken hebben om zalf te
koopen voor je arme schouder'.
„Monseigneur is wel goed", fluisterde hij,
waarop ik hem weer wou omhelzen, maar hij
sidderde en ging achteruit.
„Neen, neen, monseigneur", fluisterde hij
angstig. „Het is een grootc eer maar het
doet mij zoo veel pijn als men mij aanraakt".
„Neem don den wil voor de daad. En wat
nu met die hecren beneden". Ik stond op en
ging naar de deur.
„Geef Gilles bevel hun de hersens in te
slaan", was Ganymedcs' barmhartige raad
Ik schudde het hoofd
„Dan zouden wij gevangen genomen worden
wegens moord Wij hebben nog geen bewijs
van hun voornemens Ik denk Ei viel mij
plotseling iets in. „Keer terug naar je kamer,
Ganymedcs Doe dc deur op slot en kom niet
terug voordot ilc je roep Ik wil geen argwaan
wekken".
Ik deed de deur open cn toen Ganymedcs
gehoorzaam langs mij sloop en in de gang
verdween, riep ik
„Mijnheer de waard! Kom eens hier. Gillesl
„Mijnheer", antwoordde de herbergier.
„Monseigneur", antwoordde Gilles cn cr
kwam beneden beweging.
„Is cr wat niet in orde?" vroeg de waard
eenigszins onrustig.
„Niet in orde?" antwoordde ik knorrig,
eenigszins gemankt sprekende. „Moet ik mij
zelf hier staan uitklcedcn, terwijl die twee luie
kerels van mij beneden liggen te snorken
Kom dadelijk boven Gilles. En", ik deed of dit
mij nu pas inviel, ,.je kon best hier in dc kamer
slapen".
„Dadelijk, monseigneur", antwoordde hij,
maar ik merkte een weinig verbazing op in
zijn stem, want nog nooit in het leven van den
stoeren, onhandigen Gilles had hij mij gehol
pen mij te kleeden.
De waard mompelde iets en ik hoorde Gil
les een antwoord fluisteren. Toen kraakte de
trap onder zijn zwaren stap.
Ik vertelde hem in een paar woorden hoe de
zaken stonden Tot arrtwoord betuigde hij met
een vloek dat de waard een kruik wormen wijn
voor hem had klaargemaakt en hij twijfelde er
nu niet aan of daar was een verdoovend mid
del in. Ik verzocht hem den wijn beneden tc
gaan halen en den waard te zeggen dat ik er
ook wel trek in had.
„En Antoinc?" vroeg hij. „Zij zullen hem ook
wel bedwelmen"
„Laat hem maai zitten Wij kunnen dat zaak
je wel samen opknappen Als ze hem niet be
dwelmen zouden ze hem licht dood maken. Zijn
bedwelming is zijr. behoud".
Hij deed wat ik hem verzocht had en kwam
terug met eer grooter. rookenden kan wijn Ik
leegde die in een emmer en gaf hem aan Gil
les om dc kon terug te brengen aan den waard
en hem zeer tc bedanken voor zijn beleefdheid.
Zoo boezemden wij hem vertrouwen in dat al
les in orde was en ging zooals hij het ver
langde.
Toen gebeurde precies wat ge reeds ver
wacht hodt en niets dat u niet begrijpen kunt.
Nadat wij misschien een uur slil hadden zit
ten wachten kwam er iemand aan. Wij hadden
de deur niet op den grendel of op slot gedaan,
zoodat hij ongehinderd kon binnenkomen. Maar
nauwelijks was hij dc kamer in of Gilles en ik
ieder aan een kant kwamen uit de duisternis
te voorschijn Voordat hij begreep wat er ge
beurde werd hij opgetild en te bed gelegd
zonder dut wij een kik gaven; het eenigc ge
luid was het rinkelen van het mes dat op den
grond viel.
Op bed, met Gilles' groote knie op zijn
maag en Gilles' handen aan zijn keel werd
hem in ondubbelzinnige woorden verzekerd dat
wij een eind aan zijn leven maakten als hij
geluid gaf. Ik stak licht aan. Wij bonden hem
vast aan honden en voeten en toon, terwijl hij
daar machteloos en doodstil van angst ter
neder lag, begon ik den toestand met hem
te bepraten.
Ik verklaarde dat wij alles wisten. Wat hij
gedaan had, deed hij op bevel van St. Eusta-
cly? cn hem .alleen kon de struf treffen. Maar
voordat dit kon gebeuren moest hij zijn ver
klaring voegen bij de onze die van mij cn
van Rodennrd. Indien hij te Toulouse wou ko
men en dat doeneen volle bekentenis af
leggen hoe hem deze moord was opgedragen
zou ridder de St Eustache, die dc eigen
lijke schuldige was, ook de eenige wezen dien
dc straf kon treffen. Als hij het niet doen wou,
nu dan moest hij de gevolgen zelf ondervin
den en de gevolgen zouden wezen: de galg.
Maar in ieder geval moest; hij morgenochtend
te Toulouse komen.
Het spreekt vanzelf dat hij verstandig was.
Ik had zijn antwoord geen oogenblik in twijfel
getokken; een moordenaa kent geen oprecht
heid of trouw; en hij bedankt er vóór
onnoodig gevaar tc loopen.
Wij hadden deze zaak juist afgedaan tct
wederzijdsch goedvinden, toen de deur weer
openging cn zijn makker die zich zeker wat
ongerust begon te maken oTndot hij zoo long
wegbleef eens kwam kijken wat daarvan do
reden kon wezen; een paar slapende mannen
de keel afsnijden was toch zoo'n zaak niet.
Toen hij ons daar zoo vriendschappelijk zag
zitten en hij zeker vond dat in dc gegeven
omstandigheden zijn komst wel wat brutooi
was, uitte deze beleefde mijnheer een gil
zeker een verontschuldiging dat hij ons stoor
de cn draaide zich om om zoo gauw moge
lijk heen tc gaan.
Maar Gilles pokte hem bij zijn vuilen nek en
sleurde hem de kamer in. In minder tijd dan
ik noodig heb om het te vertellen, lag hij
naast zijn collega en hem werd gevraagd of
hij ook lust had te Toulouse te komen. Meer
dan verheugd dat wij geen slechter pionnen
met hem hadden, zwoer hij bij alle heiligen
uit den almanak dot hij doen zou wat wij ver
langden, dat hij zeoc tegen zijn zin op zich.'
hó'd genomen wat de ridder hem had opge
dragen, en dut hij geen moordenaar maar een
ormc man was met vrouw en kinderen, waar
voor hij moest zorgen.
Dit was in het kort de oorzaak dat ridder
de St. Eustache zijn eigen ongeluk bewerkte,
terwijl hij ven plan was mij uit den weg tc
ruimen. Met deze twee getuigen cn Rodenord,
die onder cede betuigen kon dat St. Eustache
hen had omgekocht- om mij mijn hals af te
snijden, met mij zelf en Gilles die konden ge
tuigen hoe de poging wos gedaan en mislukt,
kon ik ïh volle vertrouwen naar zijn majesteit
gaan niet alleen om hem geen geloof te doen
slaan aan de beschuldigingen van St. Eustache,
maar tevens om dien heer zelf naar het scha
vot te sturen, dat hij zoo dubbel en dwors ver
diend had.
NpPoidl vervoJgdJ, 1