BINNENLAND. LOOSS KLEIN FEUILLETON. De Markies van Bardalys. 25e Jaargang No 56 AM ERSFOORTSCH DAGBLAD „DE EEMl.ANDER" Zaterdag 4 Sept. 1926 TWEEDE BLAD. AHERSFOORT LENIGHEID. De onèangs gestonken Zweedsa'rve op voedster DH-en Key waarschuwt in haar boek: „De eeuw van het kind" de ouders er tegen, hun kinderen te strak aan ge woonten te binden. „De tegenwoordige angstige bezorgdheid, dat zij bij het slaan der klok eten, zekere spijzen bij zekere maaltijden krijgen, naar het aantal graden worden gekleed, zich weder bij het slaan der klok ter ruste begeven, voor ie dere n droppel ongekookte melk en iedere extra bonbon worden behoed, maakt", zegt zij, „dat de kinderen tot zenuwachtige, prikkel bare tyra-nnen der gewoonten worden." In dit opzicht sluit zij zich aan bij Rousseau, die in zijn onrustig en zwervend bestaan persoonlijk had ondervonden, welk een geducht wapen in den levensslnjd het vermogen is, om zich snel en onvoorbereid te voegen naar de steeds wisselende om standigheden en eischen van het oogenblik. Geen van beide beproefde voorlichters ontleent het nut van stiptheid en orde, maar men mag geen slaaf van zijn goede ge woonten worden. En dit wordt men zoo licht, zoo men niet dn de eerste jeugd' reeds zich went aan het verzetten, van de bakens bij het verloopen van het getij. Een mensch is geert machine en 't leven geen mechaniek; mensch en omstandigheden zijn immer be weeglijke, steeds in ontwikkeling verkee- rertde, zioh bestendig vervormende en daar door vaak onberekenbare factoren. Bij die opvoeding zijner pupillen, en bij de zelfopvoeding ook, vrage men zich af: waarvoor voed ik op? De gewoonten, die wij ons eigen maken, zijn ten slotte slechts hulpmiddelen en nimmer doel Doel is 'het profijt, dat wij van onze gewoonten kunnen trekken, om van het leven te maken, wat er voor een mensch van te maken velt. biet leven is als een jacht ter re in, als een slagveld. De jager en de soldaat weten, dat ze elk oogenblik met verrassingen hebben te reekenen, dat ze steeds op hun hoede moeten zijn voor het onverwachte en dat ze de kans moeten aangrijpen, waar deze zich voordoet. Juist in dit voortdurend kansspel -bestaat het prikkelende van den krijg en van de jacht. Wie let op de oogen en op de spieren van spelers, diè zich op het sportterrein met elkaar meten, ziet ook hier de voort durende spanning, welke de snelle terugslag op elke situatie vergt. Overwinnaar in het kampperk is niet de strakke en stramme, die slechts bij voorschrift zijn uitgangspunt bepaalt, maar de lenige, wiens rappe be weeglijkheid den tegenstander verbijstert. Leven is het bestendig zich meten mat de omstandigheden. Slechts hij verstaat de hunzt van leven, die eiken nieuwen toestand weet te overzien en te gebruiken. Zeer zeker zit er iets eerbiedwaardigs in het koppig zich hóuden aan hetgeen men zich •eenmaal tot taak opgelegd heeft. Wie, weêr of geen weêr, dagelijks dezelfde wan deling doet; wie, trek of geen trek, op het zelfde uur eet en, slaap of geen slaap, op hetzelfde uur naar bed gaat, is op zijn ma nier ook overwinnaar. Maar wat voor profijt trekt hij ven zijn standvastigheid? Men heeft het er op gezet, zijn vrijen dag er op uit te trekken, maar juist plasregent het. Er zijn menschen, die er iets heldhaf tigs in vinden, dan tóch de elementen te trotseeren cn die hun martelaarschap voor de standvastigheid gaarne met het offer eener verkoudheid betalen. Maar getuigt het niet van meer levenskunst, cp het kri tieke oogenblik het roer om te gooien en van richting is veranderen? De lenige van geest heeft onmiddellijk ziin plannen verzet en iniplaets van kletsnat langs de wegen ie stappen, neemt hij de gelegenheid te baat, cm het museum te bekijken, het boek te lezen cf het bezoek te brengen, dat hij nog op zijn program had. De lenige van geest verzuimt geen zonni gen middag, omdat hij op dien dag eefi be paald bezoek of een bepaalde lectuur had gesteld; hij gebruikt den zonneschijn en verplaatst zijn oorspronkelijke plannen naar een regenachtigen dag. Slachtoffers van vaste gewoonten kunnen nooit naar den nachtegaal luisteren, omdat ze op hun bed behooren te liggen als de nachtegaal zingt. Ze kennen het wonder van den zonsopgang niet, omdat de zon opgaat voordat het hun opstaansuur is. Zij laten een indrukwekkenddn optocht voorbijgaan, omdat ze aan tafel zitten en verzuimen een prachtig en brand, omdat ze hun krant nog niet uit hebben. Brengt het hen niet tot nadenken, dat de nachtegaal noch de zon noch de brand zich iets van hun dagprogram aantrekken, omdat de nachtegaal en de zon en de brand im mers het leven zijn? Het leven trekt zich niets aan van een dagprogram. Vaste levensgewoonten gaan gepaard met vaste levensbeginselen. En alweer1, het is goed, dat men zijn pupillen gewent, zich een levenshouding en een wereldbeschou wing te vormen, maar ook dient men hen in te prenten, dat onze opvattingen, leerstellin gen en overtuigingen ten slotte slechts hulpmiddelen zijn en geen doel. Het kan zijn, dat een sterke levens ervaring of een overweldigende indruk plot seling onze inzichten wijzigt. Moeten w*"j» wanneer ons de schellen van de oogen vallen, blijven volharden in onzen waan, alleen wijl die vaan ons tot gewoonte ge worden is? Lenigheid van geest houdt ook ons in zicht steeds in verband met de werkelijk heid, waaraan wij onze overtuigingen toet sen, gelijk de speler zich meet aan zijn maat. Door dit vermogen tot snel zich voegende bewegelijkheid voorkomen wij die pijnlijke en smadelijke breuk tusschen het geen wij zeggen voct te staan en hetgeen wij inderdaad meemen. Want onwaarachtig heid spruit vaak voort uit onmacht om tegenover zichzelf en de omgeving de ver andering te belijdén, die zlon in ons inner lijk heeft' voltrokken, maar tot welker uitei- iijfce verwerkelijking wij de lenigheid missen. Harden tot stiptheid en wennen aan regelmaat is voorwaarde tot opvoeding, maar daarnevens dient men zich van jeugd af te oefenen in het onvervaard loslaten van elke levensgewoonte, zoodra deze de zelfontplooiing^ in den; weg is gaan staan. H. G. CANN'EGIETER. UIT DO STAATSCOURANT. Benoemd tot gewoon hoogleciaar nan de Technische Hoogeschool tc Delft in de afdee- üng bouwkunde voor het onderwijs in de archi tectonische vormleer en de geschiedenis der bouwkunst dr. ir. D. P. Slothouwer, architect te Amsterdam; benoemd tot koninklijk commissaris bij de Ned. Bank prof. dr. G W. J. Bruins, interna tionaal commissaris van dc Duitschc Rijksbank te Berlijn; benoemd tot generaal-majoor bij het wape.s der infanterie de kolonel E J. van Bel, com mandant der lilde infanteriebrigade, en bij hc; personeel van den geneeskundigen dienst dei landmacht, dc dirigeerend officier van gezond heid 1c klasse dr J. W. van Rijn, van dat per soneel; bij den staf van het wapen dor artillerie tot majoor-magazijnmeester de kapitein-magazijn meester J. F. G. Vcrhocff, magazijnmeester te Helder: Op verzoek eerol ontslagen de generaal- majoois W. S. A. A. H M vnn Rijswijk de Jong, Inspecteur Infanterie, Gouverneur Re sidentie H C. Fortonier, Commandant IVe Divisie, bevelhebber in Vierde Militaire Afdee- lingG W. Fris. van Wapen Infanterie, In- specteui Vrijwilliger landstormO. J. van Bel. voornoemd, van Wapen Infanteriedc Luitenants-Kolonels V'F' H. van Dijk, com RECl 4MES Van 1—4 regels 4.05, elke regel meer/I.- UTRE.CHTSCHESTRAAT mandant 12 InfanterieH L. J. Vermeulen, commandont 6c InfanterieB. C. Ootmor, commandant 5e Infanterie Majoor C. de Veei van 7e Infanterie Kolonels J. A. Koub, com mandant IVe Infanteriebrigade; P. M. Vis van Stof Wapen ArtillerieP. van Oort, Inspec teur Koninklijke MarechausseeLuitenant- Kolonel D. A. Eekhout, Commandant 3e Di visie Koninklijke MarechausseeDirigeerend Officier van Gezondheid Ie klasse L J. Klin kenberg van Personeel Geneeskundigen Dienst Landmacht Luitenant-Kolonel F. J. Bijvoet van Wapen Infanterie. Directeur Normaal-Schiet school Majoor-Magazijnmeester Artillerie J. F G. Verhoeff, voornoemd; Luitenunt-Kolonel G. J. P. A. Thomson, commandont Tc Divisie Koninklijke MarechausseeGcneraol-Majooi Dr. J. W. van Rijn, voornoemd, van Personeel Geneeskundigen Dienst Landmucht, allen ter zake langdurigen dienst. Aan de Generaal-Mejoors Van Rijswijk de Jong, Fortamier 'en Fris, allen voornoemd is dank betuigd voor veeljarige en belangrijke diensten door hen den Lande bewezen. Benoemd bij reserve-personeel landmacht, bij het wapen infanterie tot rcserve-luitenant.- kolonel luitenants-kolonels Vermeulen, Ooimat en Bijvoet, allen voornoemd; en bij het wapen artillerie tot reserve-kolonel, kolonel Vis, voornoemd. Benoemd bij het wapen der Genie, bij het regiment genietroepen tot ccrste-luitentant, tweede-luitenant J. G. W. Bolomey, van ge noemd korps. Eervol ontslagen reserve-majoor A. M. van Gcnderen, van het 3e infantcrieregiment. Benoemd bij het reserve-personeel land macht, bij het wapen infanterie, bij het 3e re giment, tot reserve-majoor de eervol ontsla gen reserve-majoor van Gendcren, voornoemd Wederom belast aan de Lnndbouwhooge- school te Wageningen tot het geven var. dursuseconomische geogmphie van Neder land J. H Sebus; in economische geographic van Nedcrlandsch-Indië L. van Vuuren, Am sterdam; in respectievelijk groententeelt, bloembollenteelt en boomteelt de Rijkstuin- bouwconsulentcn Ir. J. G. Hazeloop, Alkmaar; Ir K Volkersz, Lissc en Ir. C Ph. Moerland*, Boskoop; in voedingsleer de Rijksvecteeltcon- sulent Ir. H. G. A. Lcignes Bakhoven, Leeuwar den. DE WATERSNOOD-GEBIEDEN. Een bczcck der ministers De en Kan. Gec» De Minister van Financiën Jhr. Mr. de Gcci r-n de Minister van Binn'nlandsche Zaken en Landbouw, Mr. Kan, bracht gisteren een bezoek aan het land van Maus en Waal, da» in den af- gcloopen winter door den watersnood is geteis terd. De Commissaris der Koningin in Gelder land, baron van Heemst! o, zoomede dc heer Dc Vlugt, cerc-voorzitter. Walraven Boissevain voorzitter cn Gerritsen, secretaris van het Alge meen Watersnood-Comité, vergezelden de beide ministers. OEN REIS VAN OUD-MINISTER H. COLIJN. Dc oud-minister zal spreken in Hongarije. Naar „Dc Amstrdammcr" meldt vertrok dc heer H. Colijn gisteravond per nachttrein naar Leipzig, om Maandag van daar door te reizen naar Boedapest, waar hij in den loop der vol gende week het woord zal voeren bij de ope ning der Christelijke school aldaar. Tijdens het verblijf in Hongarije zal de heer Colijn ook nog een paar maal een redevoering houden over „Calvinisme en Staatkunde". Dc terugkeer in ons land zol ongeveer den 25 en dezer maand plaots vinden. UITVOER NAAR ENGELAND VAN BACON. Ministericclc voorschriften tc wachten. Men schrijft ons Zoonis bekend, is het Engclsche invoerver bod van vlcesch van het vasteland, niet van toepassing op bacon (licht gezouten varkens- vlcesch) Dit artikel \cieischt eenwcl oen zeer zorgvuldige bereiding. Thans heeft Engeland voorschriften uitgevaardigd, waarin nauwkeu rig wordt omschreven, wat onder „fully cured bacon" wordt verstaan cn welke formaliteiten bij den invoer van dit artikel in Engeland in acht dienen te warden genomen. Deze voor schriften treden I October a.s. in werking. In ofwaachting van deze voorschriften is do Veeartsenkundige dienst reeds pomimen tiid bezig dc noodige voorbereidingen fa trfefen, ten einde tc bereiken, dut onze exporteurs in alle opzichten aan dc Engelsrhe oisrhcn ten opzichte van bacon zullen voldoen. Bovendien werd het Kon. bcsb'it. regelende de exportvlceschkeuring, o.m. aangevuld met de bepaling, da tde minister vnn binnonl zn- ken cn landbouw voorschriften kan geven ter* aanzien van den staat, waarin vleesch. dal verduurzaamd wordt cn het verduurzaamde vleesch ter keuring aangeboden cn voor uit voer ingeloten wordt. Deze aangelegenheid verkeert derhalve in een zoodanig stadium, dat do ministeriecle voorschriften spoedig kunnen worden verwacht en belanghebbenden biermede tijdig rekening kunnen houden. Behalve bovenbedoelde voorschriften ten aanzien von bacon heeft Engeland eveneens bepalingen uitgevaardigd omtrent den invoer van verschillende gezouten onderdeden var. varkens (koppen, klauwen, mogen enz.). Met betrekking tot den invoer van deze ar tikelen zijn eveneens binnenkort voorschriften te verwurhten. DE WEELDEVERTERINGSBEI.AST1NG. Bezwaren van den Middcn- standsraad. Aan het advies van don Middenstandsraad oVcr de wecldevcrtcringsbclasting aan den mi nister van arbeid, handel cn nijverheid is ont leend, dat tegen dit ontwerp bij den Rand om onderscheiden redenen zeer overwegend^ be zwaren bestaan. Het onverbrekelijke verbond, dat tusschen het complex \vcls0ntw9rper. be stond, door minister Colijn aanhangig ge maakt, bestaat.bij dc thnps nonhangige wets ontwerpen niet. Dc weeldevertcringsbelnsting dient slechts om dc gelden tc verschaffen, dh? door verlaging van de successiebelasting cn van de pcrsoneelc belasting worden prijsgege ven. Dc voordeelen van dc verlaging dezet beide belastingen zijn, naar dc raad betoogt, vrijwel illusoir. Er is geen sprake van, dat zij opwegen te gen dc nadeelen die een weeldevertcringsbe lnsting aan handel en nijverheid berokkenr Het huidige tijdstip is voor de invoering van een weeldevertcringsbelnsting wel zoo'ongun stig mogelijk. Allerwegen is dc toestand in het middenstandsbedrijf slecht cn in het luxe- middenstundsbedrijf zelfs benauwend slecht. Nu naar het oordeel van den raad de tijds omstandigheden zoodonig zijn, dut aan he. totstandkomen van een weeldebelasting, hoe ook, op dit oogenblik niet kan en mag worden gedacht, herinnert zij aan zijn advies in zake het eerste ontwerp van minister Colijn en dringt hij wederom aan op de voorbereiding van een ontwerp weeldebelasting met medo- werking van cn ten deele zelfs onder leiding van der. georganiseerden handel en nijverheid. Het is voorts een bezwaar van den raad, dat hij geen vast omlijnd systeem heeft kunnen ontdekken in dc lijst van goederen op welke do weeldebelasting vnn toepassing zou zijn. Dc raad wijst bovendien op dc onbillijkheid dat dc eene handclanr dc door hem verkochte artikelen als luxe-artikelen beschouwd ziet cn een under handelaar dc zijne niet, hoewel zij wot het karoktcr der luxe aangaat, er stellig evenzeer voor in aanmerking komen. De fout, in het eerste ontwerp van minister Colijn aan wezig, komt in het thans aanhangige ontwerp dubbel tot uiting, doordat een zooveel grootcr reeks von voor belasting in aanmerking ko mende artikelen om wot voor reden dan ook, vrijgelaten wordt. Met betrekking tot enkclo in de lijst als be lastbaar oongemerktc artikelen mankt dc raad tenslotte nog ecnigc opmerkingen. Wonneer werd getracht, op dc boven aan gegeven wijze een nieuw ontwerp voor te be reiden, zou doarbij ook zeer bepaaldelijk kun nen worden nagegaan, welke olgemcene gevol gen van dc invoering van een weeldcvcrtcrings- bt lasting zijn te verwachten, waarbij in het bijzonder er op zal zijn tc letton, of cn in hoe ven c zoodanige wet ertoe zou bijdrogen, dat de in het buitenland geldende opvatting om trent Nederland als een bij uitstek duur land neg zal worden versterkt. Vooral voor het restaurant- cn hotclbcdrijf is zulks van bctec- konis. Onjuist acht dc raad het ook, dat voor olie cnfé's en hotels boven een geheven norm dezelfde belasting zou gelden. Wat dit punt betreft, herhaalt de rand zijn vroeger advies dot een nudeic splitsing zal worden gemaakt onder voorlichting van dc desnoods uitgebrei de commissie uit „Horecof", die de bedrijven zijner lrden reeds in bepaalde klossen heeft gerangschikt. HET DOKTERSCONFLICT TE BREDA. Gratis bchondeling. Doordat dc burgemeester van Breda gewei gerd heeft in te gaan op dc voorstellen van den Geneeskundigen Kring aldaar, onder meer bevattende de qunestie dor ontslagen gcmcenlc- genccshecrcn, is het dreigend conflict een feit geworden. In eene spoedcischendc vergadering van den Kring, gisteravond gehouden, is be sloten dc verzorging der armlastige patiënten zelf ter hond te nemen buiten het stadsbe stuur. Hedenavond zol in dc beide plaatselijke bla den per advertentie aan dc armlastigen der ge meente Breda bekend gemaakt worden, dot zij p'atis hulp kunnen bekomen van dc Brcdoschc medici. Dc artsen wijzen honorarium van ge meentewege af en behoudens in spoedcischendo gevallen zullcr> zij patiënten weigeren, die hun van gemeentewege toegezonden worden. Nader meldt men nog aan het Hbld.: Het conflict vindt zijn oorzaak in dc reor ganisatieplannen van den Geneeskundigen Dienst alhier, met welke voorstellen ge paard ging het ontslag von twbc gcmeenlc- geneeshccrcn, resp. met vijftien en negen dienstjaren. Dc geneesheer met vijftien dienst- juren werd met twee dogen, jdie met negen dienstjaren met veertien dagen opgezegd. On danks deze wijze van opzegging werd dc zonk door de betrokkenen geaccepteerd, omdat bij de reorganisutie ruimte werd gelaten voor tweo penceshocren, terwijl mondeling van officieclc zijde de toezegging werd verkregen, dot do heide oudste gcncesheeren zouden worden her benoemd. Deze mondelinge toezegging werd tc goede»* trouw aanvaard. Naderhand werd ech ter deze toezegging van officieelc zijde ontkend en werd plotseling een, naar hot oordcel van deskundigen onvoldoende, regeling getroffen, waarbij de beide gcncesheeren gewoonweg werden uitgeschakeld. Dc Geneeskundige Kring heeft toen dc partij opgenomen van de ontsla genen cn eenigc voorwaarden gesteld, waaron der voor de verpleging der stadsarmen de ge neeskundigen von Breda en omstreken in rela tie zouden treden met het gemeentebestuur* Deze voorwaarden waren een openlijke erken ning, dot de ontslagen genecsheeren onbillijk waren behandeld cn dc toezegging, dat aan den gemeenteraad een regeling zou worden voor gesteld, waarbij plaats werd gelaten voor een definitieve benoeming der gcmejntegcnceshee- ren, een genoegdoening dus in woord cn daad. Dit nu is niet geschied, zoodot, naar wij ver nemen, de relaties tusschen den Geneeskundi gen Kring (omvattende alle medici van Breda c.o.) cn de gemeente Breda verbroken zijn Intusschen vernemen wij, dat cr een regeling aanhangig is, waarbij buiten het gemeente bestuur om voorzien zol worden in dc genees kundige hulp der onvermogenden. Dood is h-, die niet meer liefheeft en niet meer dwaalt. Naar het Engelsch van RAFAEL SABATAN1. 50 Als ik het tot Blagnac kon brengen zonder te rusten, don zou ik cr heel laat aankomen en daaron\ had de heer St. Eustache zij») man schappen verzocht tot het aanbreken van den dag op mij te wachten. ITij dacht echter niet dot ik zoo ver zou komen, want hij had ge zorgd dat ik geen paarden vond bij de post huizen. Toch was het mogelijk dat het mij ge lukte en St Eustache wou geen enkele moge lijkheid over het hoofd zien. Hier te Blagnac, zoo vei telde Rcdennrd mij, was de waard ook door St Eustache omgekocht. Het was hun plan mij, terwijl ik sliep, te vermoorden „Monseigneur", zei hij tot slot, „toen ik hoorde welk gevaar u hier op weg dreigde, heb ik God cn alle heiligen gebeden dat het u mocht gelukken zoo ver te komen, zoodat ik u kon waarschuwen. Was ik minder ge wond en pijnlijk geweest, dan had ik een paard genomen en was u te gemoet gereden; nu kon ik niets doen dan bidden en hopen dat u te Blagnac mocht komen en dat Ik nam hem in mijn armen, maar mijn om helzing deed hem kermen van pijn, want de arme, getrouwe vent was nog zeer pijnlijk. „Arme Ganymedcs", fluisterde ik cn ik ge loof dat ik meer ontroerd cn medelijdend was dan ik ooit was geweest in mijn zelfzuchtig leven. Toen hij dien bijnaam hoorde, schitterde er eensklaps een hoopvolle blik in zijn oogen. „Wilt u mij terugnemen, monseigneur", smeekte hij. „U wilt mij terugnemen, niet waar? Ik zweer dat ik mij nooit meer zal ver- proten „Stil, goede Ganymedcs. Niet alleen wil ik je terugnemen, maar ik zal trachten mijn woestheid goed te maken. Komaan vriend, je zult twintig goudstukken hebben om zalf te koopen voor je arme schouder'. „Monseigneur is wel goed", fluisterde hij, waarop ik hem weer wou omhelzen, maar hij sidderde en ging achteruit. „Neen, neen, monseigneur", fluisterde hij angstig. „Het is een grootc eer maar het doet mij zoo veel pijn als men mij aanraakt". „Neem don den wil voor de daad. En wat nu met die hecren beneden". Ik stond op en ging naar de deur. „Geef Gilles bevel hun de hersens in te slaan", was Ganymedcs' barmhartige raad Ik schudde het hoofd „Dan zouden wij gevangen genomen worden wegens moord Wij hebben nog geen bewijs van hun voornemens Ik denk Ei viel mij plotseling iets in. „Keer terug naar je kamer, Ganymedcs Doe dc deur op slot en kom niet terug voordot ilc je roep Ik wil geen argwaan wekken". Ik deed de deur open cn toen Ganymedcs gehoorzaam langs mij sloop en in de gang verdween, riep ik „Mijnheer de waard! Kom eens hier. Gillesl „Mijnheer", antwoordde de herbergier. „Monseigneur", antwoordde Gilles cn cr kwam beneden beweging. „Is cr wat niet in orde?" vroeg de waard eenigszins onrustig. „Niet in orde?" antwoordde ik knorrig, eenigszins gemankt sprekende. „Moet ik mij zelf hier staan uitklcedcn, terwijl die twee luie kerels van mij beneden liggen te snorken Kom dadelijk boven Gilles. En", ik deed of dit mij nu pas inviel, ,.je kon best hier in dc kamer slapen". „Dadelijk, monseigneur", antwoordde hij, maar ik merkte een weinig verbazing op in zijn stem, want nog nooit in het leven van den stoeren, onhandigen Gilles had hij mij gehol pen mij te kleeden. De waard mompelde iets en ik hoorde Gil les een antwoord fluisteren. Toen kraakte de trap onder zijn zwaren stap. Ik vertelde hem in een paar woorden hoe de zaken stonden Tot arrtwoord betuigde hij met een vloek dat de waard een kruik wormen wijn voor hem had klaargemaakt en hij twijfelde er nu niet aan of daar was een verdoovend mid del in. Ik verzocht hem den wijn beneden tc gaan halen en den waard te zeggen dat ik er ook wel trek in had. „En Antoinc?" vroeg hij. „Zij zullen hem ook wel bedwelmen" „Laat hem maai zitten Wij kunnen dat zaak je wel samen opknappen Als ze hem niet be dwelmen zouden ze hem licht dood maken. Zijn bedwelming is zijr. behoud". Hij deed wat ik hem verzocht had en kwam terug met eer grooter. rookenden kan wijn Ik leegde die in een emmer en gaf hem aan Gil les om dc kon terug te brengen aan den waard en hem zeer tc bedanken voor zijn beleefdheid. Zoo boezemden wij hem vertrouwen in dat al les in orde was en ging zooals hij het ver langde. Toen gebeurde precies wat ge reeds ver wacht hodt en niets dat u niet begrijpen kunt. Nadat wij misschien een uur slil hadden zit ten wachten kwam er iemand aan. Wij hadden de deur niet op den grendel of op slot gedaan, zoodat hij ongehinderd kon binnenkomen. Maar nauwelijks was hij dc kamer in of Gilles en ik ieder aan een kant kwamen uit de duisternis te voorschijn Voordat hij begreep wat er ge beurde werd hij opgetild en te bed gelegd zonder dut wij een kik gaven; het eenigc ge luid was het rinkelen van het mes dat op den grond viel. Op bed, met Gilles' groote knie op zijn maag en Gilles' handen aan zijn keel werd hem in ondubbelzinnige woorden verzekerd dat wij een eind aan zijn leven maakten als hij geluid gaf. Ik stak licht aan. Wij bonden hem vast aan honden en voeten en toon, terwijl hij daar machteloos en doodstil van angst ter neder lag, begon ik den toestand met hem te bepraten. Ik verklaarde dat wij alles wisten. Wat hij gedaan had, deed hij op bevel van St. Eusta- cly? cn hem .alleen kon de struf treffen. Maar voordat dit kon gebeuren moest hij zijn ver klaring voegen bij de onze die van mij cn van Rodennrd. Indien hij te Toulouse wou ko men en dat doeneen volle bekentenis af leggen hoe hem deze moord was opgedragen zou ridder de St Eustache, die dc eigen lijke schuldige was, ook de eenige wezen dien dc straf kon treffen. Als hij het niet doen wou, nu dan moest hij de gevolgen zelf ondervin den en de gevolgen zouden wezen: de galg. Maar in ieder geval moest; hij morgenochtend te Toulouse komen. Het spreekt vanzelf dat hij verstandig was. Ik had zijn antwoord geen oogenblik in twijfel getokken; een moordenaa kent geen oprecht heid of trouw; en hij bedankt er vóór onnoodig gevaar tc loopen. Wij hadden deze zaak juist afgedaan tct wederzijdsch goedvinden, toen de deur weer openging cn zijn makker die zich zeker wat ongerust begon te maken oTndot hij zoo long wegbleef eens kwam kijken wat daarvan do reden kon wezen; een paar slapende mannen de keel afsnijden was toch zoo'n zaak niet. Toen hij ons daar zoo vriendschappelijk zag zitten en hij zeker vond dat in dc gegeven omstandigheden zijn komst wel wat brutooi was, uitte deze beleefde mijnheer een gil zeker een verontschuldiging dat hij ons stoor de cn draaide zich om om zoo gauw moge lijk heen tc gaan. Maar Gilles pokte hem bij zijn vuilen nek en sleurde hem de kamer in. In minder tijd dan ik noodig heb om het te vertellen, lag hij naast zijn collega en hem werd gevraagd of hij ook lust had te Toulouse te komen. Meer dan verheugd dat wij geen slechter pionnen met hem hadden, zwoer hij bij alle heiligen uit den almanak dot hij doen zou wat wij ver langden, dat hij zeoc tegen zijn zin op zich.' hó'd genomen wat de ridder hem had opge dragen, en dut hij geen moordenaar maar een ormc man was met vrouw en kinderen, waar voor hij moest zorgen. Dit was in het kort de oorzaak dat ridder de St. Eustache zijn eigen ongeluk bewerkte, terwijl hij ven plan was mij uit den weg tc ruimen. Met deze twee getuigen cn Rodenord, die onder cede betuigen kon dat St. Eustache hen had omgekocht- om mij mijn hals af te snijden, met mij zelf en Gilles die konden ge tuigen hoe de poging wos gedaan en mislukt, kon ik ïh volle vertrouwen naar zijn majesteit gaan niet alleen om hem geen geloof te doen slaan aan de beschuldigingen van St. Eustache, maar tevens om dien heer zelf naar het scha vot te sturen, dat hij zoo dubbel en dwors ver diend had. NpPoidl vervoJgdJ, 1

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1926 | | pagina 5