25e Jaargang No. 68 AM ERSFOO RTSCH DAGBLAD „DE EEMLANDER" Zaterdag 18 Sept. 1926 TWEEDE BLAD. FEUÏLLETON. Geldkoningen. DE PAD. (Nadruk verboden). De ibescheidenste mijner huisdieren is "wel de pad. Soms gaan cr dagen voorbij, (waarin ik haar niet zie. Ik hoef haar geen ■eten te geven, geen hek te verschaffen, niet te kammen of te wasschen; zij zorgt voor zichzelf. Ze schuilt in den tuin tusschen de planten; een -enkele maal -.ntdek ik haar aanwezigheid aan het schuwe zwaarmoedige kopje, dat tusschen een paar frisohgroene 'blaadjes wezenlocs voor zich uit staart, of aan het logge voortstrompelen van het wrattige, opgezette lijf op de korte, onoog lijke pootjes. Dan ben ik jerustgc/te'.d, dat zij er nog is, en haar ne -erige plï :M gedul dig als altijd verricht. Van dit huisdier heb ik ten oversein \an de bezoekers wel de minste vHdvenirvg. AHes kunnen ze op prijs stel'en; ze üselen mijn bewondering voor elk lid mijner kleine have, maar dat men vcor een pad iets zou kunnen gevoelen, achten zij o*ngerij-md. De pad is een vies, onsmakelijk dier; wie kijkt er nu naar een pad? Het gezicht van de pad vergalt voor een cogenbük het mocis van de bloemenpracht. Misschien is het juist om daze tegen stelling, dat ik aan mijn pad hen gehecht. Lang heb ik gezocht pen het gehe'm te ont dekken. wat mij bindt aan het zonderling beest. We staren elkaar aan, de pad en ik, en het is of we elkander begrijpen; of we iets van elkaar weten en zielsverwantschap gevoelen. Er komt iets innigs en treurigs over me, wanneer ik het beestje waarneem, dat daar voortstrompelt tusschen de bloe men. Die droefgeestige, wezenloos starende ocgen, waar heb ik za meer gezien? En die leerige, wrattige huid? En d<ie plompe poo len met haar breed uitgespreide vingers? De bloemen bloeien aan allen kant om haar heen, veelkleurig, kwistig van vorm en van teekening. Ze geuren en pronken en de tuinman zegt: ,-Het is goed, dat u een pad hebt, want er is veel vreterij in den tuin en de pad bewaart uw bloemen voor schade van da insecten. Ze zouden er lang zoo mooi niet uitzien, als de pad niet voor za zorgde." Ik ben den ouden man dankbaar. Want nu weet ik het eensklaps. Nu herken ik de pad, die ik in menschelijke gestalte al ico vaak heb zien voortstrompelen en met innige, treurige oogen bekeken heb. De bloemen weten niet, wat de pad voor ze doet. Ze bekommeren zich daar niet om. Ze kunnen zich daarmee niet ophouden; 7,e hebben wel wat anders te doen: ze moeter» bloeien en de gaarde versieren. Ze bemer ken het onopglijke diertje niet, evenn-.m ate haar be won der a-ars het bemerken En de pad gaat haar gang. Ze wensent niet bemerkt te worden. Ze le-i-dt haar eigen leven, dat zoo heel anders is dan het léven der bloemen, die ze met haar nederige diens-ten het bestaan vergemakkelijkt. Soms peinst ze wel eens over cl-at vreemde en kleurige bes-taan, dat voor haa-r d'e andere wereld is, hoewel ze er midden in verkeert. Dar» sperren ha-ar oogen zich open in weid- sche, fantastische droom en, dan toovert haar verbeelding naar schitterende sprook jes voor omtrent de prinsessen, die bloe men zijn. Maar ze betrapt zich op gedach ten aan hetgeen haar is ontzegd, en schuw voortstrompelend hervat zij haar nederigen plicht. M-a-ar de bloemen verdiepen z-ioh nooit in 't bestaan van de pad. Dat de pad leeft en voor de bloemen soh-a en bezwaar uit den weg ruimt, is een vanzelfsprekend ver schijnsel. Men behoeft er de pad niet er kentelijk voor te zijn, evenmin als men da zon or den regen erkentelijk is of d-e strasi- steenen, die de voeten tot steun strekken, als ze zich bewegen over den weg. Hat is een natuurlijke zaak, deze zorg van de pa-d voer de bloem. Het zijn niet de groote diensten', die de pad voor de bloemen verricht. De pad is niet de verwekker der bloemen noch de verzorger. Ze kweekt de bloemen niet op, verstrekt ze geen voedsel, snoeit of veredelt ze niet. Het zijn kleinigheden, di-e de bloe men aa-n de pad heeft te danken, ma-ar zonder deze kleinigheden, zou het leven der bloemen lastig en onaangenaam zijn. Dasr zit hij in zijn verstolen kelder; de schoenlapper, die het laarsje herstelt, waarop ongeduldig het juffertje wacht. Daar naait zij en strijkt ze op haar bedompt atelier, de bl-eck e verzorgster van het toiletje, waarin streks overmoedige jeugd haar verovering zal maken. Daar sjouwt h'.i de koffer, de plalvoetige kruier, die onder de schaduw van de slation-skap op zijn klant heeft gewacht. De orde dienstbode, het familiestuk, de rhcumetische trouwe koet sier, het gebochelde loepknechtje, de ver veerde wroeter op den akker, en al die duizenden andere, onbevallige, onooglijke wezens, onder den last* ven hun nietig be staan ineengedrongen, als schaamden ze zich hunner aanwezigheid. Al die wezen- looze, onbelangwekkende, in suffe weemoe digheid voor zich uitstarende, vereelte, wrattige, leerachtige wezens, die de kleine diensten bewijzen aan hetgeen rondom hen heen geurt en fieurt in d-a maatschappij. Rimpelige oude besjes, die met hun stille vee bezigheid haar pracht van dochters het werk uit de hemd nemen en ze de ge legenheid geven'te prijken en te pronken in de overdaad hem* schoonheid. De nooit Hagende, nooit vragende, immer slovende, immer slavende kousenstopsters, verstel- steis, de ass chop oesters van hun om geving. Zij zijn het, wier gelaat nrij tegenstaa-rt, als ik ccg in oog zit gehurrt tegenover mijn padje en me afvraag, wat me zoo innig en treurig stemt, als zij uit haar droefgeestige oogen een wezen'bozen blik op me werpt en onverdroten weer voort strompelt tusschen afval en bladeren. Zij zijn het wier ziel mij aanklaagt, mij en ons allen, omdat de ziel a's bloem en niet ais pa-d is geschapen. Zij zijn het, die mij verdeemoedigen, cis ik in een coger/oli!: van onvrede vergeet, dat ik zoo oneindig veel meer heb den zij en toch nog opstan dig kan zijn. Zij. en mijn padje, brengen nvij tot het besef van de heiligheid van geduldig ge dragen leed en niets cischcnde, offervaar dige dienstbaarheid. H. G. CANNEGIETER. UIT DE STAATSCOURANT. Benoemd tot ridder in de orde van den Nc- dcrlandschcn Leeuw nu. .1 \V Ramaar, cud- voorzilter van het Algemeen Syndicaat van Suikcrfabriknnten in Ned -Inoië; tijdelijk benoemd tot lccrares aan de R H B S tc 's Hertcgenbosch mej C. J. Janssen, aldaar; op verzoek eervol ontslagen M. G Stokvis, nis leeraar aan de R. H B S. te Brielle; toegekend de bronzen eeremednillc dei Ornnje-Nnssnu-ordc ann M. Tuynder, arbeider bij de firma Gcbr Tom tc Moordrecht; bevorderd tot schout bij nacht de kapitein tei zee B Schrcudcrs, lid van het Hoog Mili tair Gerechtshof; bevorderd bij het depaitcmcnt van financiën tct commies J F. A. J Gussenhovcn benoemd lot lid der Algemeeno Armencom- missie jhr. mr C. G C Quarles van Ufford, secretaris der Ncderlar.dsche Vereeniging voor Armenzorg en Weid?-1 Hieid, Ic Utrecht; wederom benoemd tct assistent aan de Land- bouwhoogeschcol te Wngeningen Ir. T. H. Thung te Bennckom, gemeente Ede. PROF. MR. A. VAN GIJN Dc herdenking van zijn 60en verjaardag. Ter gelegenheid van zijn 60en verjaardag heeft de oud-minister van financiën prof. mr A. van Gijn, Tweede Kamerlid, gister van zeer vele zijden blijken van belangstelling onder vonden. Velen van zijn collega's-Tweede Ka merleden zonden hem gelukwenschen. Enkelen verschenen tc zijnen huize, waar ook vertegen woordigers von onderscheidene vereenigingen, in welke de heer Van Gijn een functie bekleedt, o.a. dc Ncdcrlandsch-Duitschc Vcreeniging, waarvan hij voorzitter is, hun opwachting kwa men maken. Onder dc bloemstukken, die dc 60-jarige ontving, waren cr van den Vrijheidsbond, dc Vereenlging voor den Vrijhandel en van dc rcdactio van „De Economist". IIKT IT,DR AG Mil l BELGIE Defcr.ï tusr.chen dc hecren Henrl Polak cn Vliegen. In ccn vergadering, belegd door dc fede ratie Amsterdam van de S.I).A F., die niet toegankelijk was voor puldiek <»f pers heh ben Woensdagavond de hoeren llenri Polak en liegen hun verschillend standpunt iu zake liet verdrag me' België uiteengezet. Aan het verslag aan het Volk is het vol gende ontleend: Reds van Honri Polak. Dc heer Heiiri Polak begon zijn redo me! een geschiedkundige uiteenzetting van den loop der betrekkingen van België tot Neder land sinds ISli. het jaar, waarin dc twee landen tot c-én koninklijk werden vereeniinl lot aan de totstandkoming van hot thans ter goedkeuring aangeboden verdrag Dit verdrag aldus spreker is tweeledig politiek en economisch F.venals dat van 1N39. I)c economische bepalingen daarvan zijn zeer uitgebreid allen zeer ten voor deeic van België Er is geen enkel precedent waarbij een land vrijwillig afstand doet van natuurlijk!* voordeden, ten koste van zichzelf een ander land economisch bevoordeelt. Dat mag ook geen land eischcn en mag geen land doen. Spr zette dit uitvoerig uiteen, in een be toog, dat geheel overeen kwam met zijn ar tikél in Het Volk, dat destijds door ons is vermeld Over den politieken kant zegt spr., dat a!> tengevolge van verwerping van liet verdrag de internationale positie précair zou wor den. als wij groote moeilijkheden met Bel giü zouden krijgen, men daarvoor zou moe ten zwichten. En als liet gevolg van annnc mmg zou zijn: internationale verbroedering, oen stap tot ontwapening, dan moest men bet ook aanvaarden. Noch liet een noch ander zal liet gevolg zijn Verwerping za' .slechts den bestannden toestand bestendi gen. Het vcdrag van 1830 bestaat nog on als Nederland liet daarin bepaalde nu komt. beeft België gé'on enkele reden tot klagen. I.nter zal België wel bereid gevon den worden ccn tractaat op betere basis af tc sluitien. Zijn er andere politieke liezwurqn? Prof v. Eijsinga sprak over co qu'qn no voit pas (dat wat men niet ziet,). Dat is kindernchti ge bangmakerij; als or iels is, dat gevaar schept, moet men het ons laten zien. Geen geheime dinlomr'.ic. Spr. gelooft or ook niet aan, dat wij dc kans loopen last tc krijgen met de groote mogendheden. Dat zouden Mcclits Frankrijk of Engeland zijn, twee lande.dio tegen elkaar een tcgenwic! vc men. Verdere politieke bezwaren zijn er niet. ITet verdrag, aangenomen of verworpen, zal geen onkelen invloed op de bewapening hebben. Die wordt door geheel andere fak toren beïnvloed, dan door de verhouding tusschen die twee kleine landjes aan dt zee. Als spr. de zekere economische nadoelen, de bijna zekere catastrofe van Botterdam hi dc schaal legt tegenover de politieke moeilijkheden, die cr mogelijk uit zouder. kunnen voortvloeien, concludeert bij dat het verdrag niet dan na ingrijpende verande ringen mag aanvaard worden. Vliegen aan het woord. Vliegen spreekt cr zijn leedwezen over uil dat tusschen hem en Polak, waarmee lnj liet 005 dagen per jaar eens is, zoo n groo' \erschil \an mcening hcersclit, dat spr. het vanavond eigenlijk met geen zin van hetn eens is. Polak s uitgangspunt was de „natuurlijke ligging". Maar zijn Neerland's grenzen „natuurlijke" grenzen of dingen, die door politieke kwesties zijn vastgesteld? Toen dc grenzen werden vastgesteld, zou toen niet de meest natuurlijke grens dc stroom zelt, de Schelde, geweest zijn? Dat kon echter niet, want Zceuwsch-Vlaanderen was zuiver IIol- landscli land. De grens heeft daar dus liee- lemaal geen natuurlijke oorzaak. In Lint burg is het nog meer maakwerk. Dat was een Belgische provincie tijdens don tijd der Verecnigde Nederlanden. Dc Limburgschc bevolking was in 1S30 Belgisch gezind. Bij dc vrcdc-sluiting was Nederland in het be zit van de vesting Maastricht cn dc vrede werd gesloten op dc oorlogskaart. Als men rekening had gehouden met den wil van de bevolking, was Limburg nooit Nederlandscb geworden. Dat liet afgestane grond is. staat nok in het verdrag. Deze stemming heerscht nog in België, is geschiedenis Ohze Limburgers denken cr niet meer aan zijn Nederlanders gewor den. In 191S behoorde België tot een overwin nende groep, die dc voordcelen van die over winning wilde binnen balen Er ontstond een nnnèxionistische beweging, die de Schelde opcischle België was tof dc tanden gewapend, er v/ns oorlogsgevaar. ITot annexion isme was wel niet officieel, maar in Parijs is er door Belgische minis ters eu door den F.elgiscben koning over ge sproken. De socialistische ministers Yand«*i- vcltlo, Ansccle en Wouters wilden geen au ncxnties, waardoor de eischen van afstand van grondgebied niet ronduit konden wor den gesteld. Nederland won de eerste ror.de anncxn tiés zouden niet plants vinden. Maar die overwinning wvrrl slechts behaald «joor «ie Ncderlaudsclic toezegging dat men zou me. dowërkcn aan de maatregelen «lie nood'g waren voor de economische ontwikkeling van België. Dat was noodig. België zit in ccn keurslijf. Het kan niet naar zee komen, niet hij de oenige groote rivier van West Europa, zon der over Ilollandsch grondgebied» tc gaan. Tegenover Polaks betoog, dat men geen voordcelen van ligging moet afgeven, stelt *pr. dc stelling, dal geen land een ander mrig bcnadcclcn door van natuurlijke ligging ge bruik te maken. Deze stelling is socialis lisch cn een van dc grondslagen van het in ternationalisme; Spr. deelt mee, dat in de Kamerfractie nie mniid is, die met Polak incogaat inzake bet Schelde regime cn Tiet kanaal door Limburg Men acht «lit yan minder belang en men zou algemeen voorstemmen als het kanaal Schel 'Ie—Moerdijk uit het verdrag gelicht werd Spr. gelooft n-ets van al die vcrschrikk"- lijk heden, voortvloeiende uit bet graven vat: Ic kanalen. Vroeger is dat herhaaldelijk ge bleken; spr herinnert b.v. nnn het graven van den Nieuwen Waterweg, die Amsterdam zon nekken. Ook daarvan is niets gekomen. Beide havensteden zijn vooruitgegaan Botterdam weliswaar meer dan Amsterdam Spr. is er van overtuigd, dat het kanaal Antwerpen—Rulirort er niet komt als liet kanaal naar den Moerdijk wordt aangeno men Dat kanaal wordt duur cn lastig'tc he varen. De Vaart van oorlogsschepen over cP Schelde is hij dit verdrag verboden. Over d« cvcntucclc vaart van de niet-beslanndc Bel gischc oorlogsschepen kan nog gesproken worden. Meer'nict. Spr. vreest van een verwerping een ople ving van de annc'xionistisclie actie in Bel gic Bovendien staan wij niet geheel vrij te genover de groote staten. België, kan de zaak voor den Volkenbond brengen cn eei. scheidsréchtclijkc uitspraak er over eischen Spr. wijst er op, dat het grootste deel van de voordeden van het verdrag ten gunste der Vlamingen komt, dc Vlamingen, die ons van liet annexionisme hebben verlost. En met die groep zou hij verwerping een schcr pe verhouding ontstaan. Spr. sluit zijn rede met nogmaals met na druk tc hetoogen, dat het socialisme spr c standpunt steunt. Repliek. Dc heer Polak acht do voorstelling alsof België in een keurslijf zit, onjuist. De Schel do is allang open, al zeker na 18G0. België kan naar zee door een goeden weg. België kan naar den Rijn langs den ouden weg door Zwd-Bcvcland. Als die weg niet goed meer mocht zijn, moet bij verbeterd worden. Maar nooit moet men hel natuurlijk voordeel dat een stad aan den Rijnmond ligt prijsgeven door kunstma tige waterwegen tc geven aan andcro steden Amsterdam heeft indertijd te veel geleden van het graven van den Nieuwen Waterweg, is tientallen jaren een doodc haven geweest De toezegging dat België zal pleiten voor gelijkmaking inzake de surtaxes d'entrcpot. is een vage kwestie. Spr. gelooft niet, dat de verwerping van het verdrag een verwijdering tusschen dc Belgische en Hollandschc arbeiders zal ver oorzaken, omdat de annexionisten xneeren- deels fascisten zijn, die tegenover dc Belgi sche arbeiders .staan. Spr. acht dit verdrag niet in overeenstem ming met wat dc Opperste Raad wilde cn meent dat cr daarom geen verwijten van dio mogendheden tc verwachten zijn. België kan moeilijk naar den Volkenbond lpopen, want er is cn komt geen conflict. Iïct verdrug van 1839 bestaat nog. Dc lieer Vliegen bemerkt hij Polak wan trouwen. liet is alsof hij de Belgen als volk niet vertrouwt. Dat is dc gevaarlijkste vorm van nationalisme. Dat blijkt hij hot geval van dc surtaxes d'entrcpot, waarbij Polak twijfelt aan dc welgemeendheid van hot Bel gisch pleidooi voor dc gelijkmaking. Terwijl Frankrijk, dat België hierbij een voorrecht schonk, dat voorrecht natuurlijk direct zal intrekken zoodra België cr al of niet warm gestemd'om vraagt. Het fascisme zal naar spr.s niecning wel degelijk voordeel putten uit een verwerping. Met is dwaas tc zeggen, dat er geen conflic ten komen. Dat is er. zoodra een der heide rcgecringcn het wil, hoewel spr. niccntj dat het niet tot een oorlog zou leiden. Spr. hand haaft ten slotte zijn conclusie ten volle. ZEGELRECHT EN BELGISCHE FRANC-WAARDE. Vragen nnn den minister var) financiën. De heer Kortenhorst, lid der *1 wcede Ka* mer, richtte tot den minister van financiën do volgende vragen I. Is het den minister bekend, dat de Ncdcr- landsche bonkiersgrocp, die hier te Inntfo dc 6 pCt Belgische spoorweglccning heeft geïn troduceerd, voor het betalen van het zegel recht den Belgischen frank op zijn werkelijke waarde van ongeveer 7 cent heeft mogen be rekenen, terwijl tot nu toe steeds het zegel recht op Belgische stukken berekend werd volgens de waarde van 0.50 den frank II Knn dc minister, bij bevestigende beant woording van de eerste vraag, dc motieven medcdcelen, waarom in dit geval met een vast staande practijk is gebroken en waarom do minister ccn bedrag von 1.075.000 aan ze gelrecht heeft prijsgegeven III. Ligt het in de bedoeling van den mi-4 nister om voortaan steeds het zegelrecht op buitenlandschc stukken vost tc stellen volgens de werkelijke waarde DE RIJKSMIDDELEN. Opbrengst over Augustus. De Rijksmiddelen hebben, wat de gewono bronnen betreft, in Augustus 36.3 millioen opgeleverd, zijnde 1.5 millioen minder dan verleden jaar, hetgeen moet worden toege schreven aan een daling van bijna 2.8 milli oen in de dividend- cn tantième-belasting, woar tegenover een stijging von ruim 1 millioen in de accijns op suiker stoot. Sedert 1 Janu ari valt er nog ccn stijging van 20 millioen waar te nemen, waarvan ruim 10 millioen door vermeerdering van de invoerrechten. DE TOESTAND IN DE HARING- VISSCHERIJ. Dc Chr. transport-arbeiders in dc Staatscommissie gepas seerd. Het hoofdbestuur van den Ned. Bond v. Chris telijke Fabrieks- en Transportarbeiders is te leurgesteld, omdat in de Stoatscommmisie om een onderzoek in tc stellen naar de oorzaken van den moeilijken toestand, waarin de haring- visschcrij verkeert, ccn vertegenwoordiger van een socialistischen Ccntrolen Bond van Trans portarbeiders voor het lidmaatschap der com missie is aangewezen cn heeft aan den Minister vei zocht alsnog te willen bevorderen, dot de chiistel. organisaties een plaats in deze com missie kunnen bezetten. Zichzelvcri te ochten, dat is dc eerste stap om groot tc worden. Geautoriseerde vertaling naar het Engclseh van PHILlPb OPPEN HEIM. door W. M. D SPIES—VAN DER LINDEN 8 „Ik begrijp niet," zeide zij, „waarom u mij du toevertrouwt. Het zou werkelijk bij u vei liger zijn I" Hij glimlachte cynisch „Jc kent mijn vrienden niet," zeide hij „Bedenk, dat net stuk, dat ik in mijn bezit heb, hen niet alleen moet dwingen van' hun plan van aanval op mij af te zien, maar dat datzelfde document, als er goed gebruik van gemaakt wordt, hen aan totalen ondergang en algemeene bespotting prijs geeft. New-York is, weliswaar, sen beschaafde stad, maar met geld kan men even gemakkelijk nu het pistool van den moordenaar koopen als honderd jaar ge leden het mes van den bravo Heb je wel eens gedacht over het aantal onverklaarbare mis dader., al weiden ze dan ook ontdekt, waar men aldoor van leest en waarvan de slacht offers gewoonlijk rijk zijn? Misschien niet, en vermoei je hoofdje er dan maar niet mee; maar neem het van mij aan, de sleuteltjes zijn veiliger bij jou. Virginia legde een bevende hand op hot medaillon. „Zij zullen veilig bij mij zijn," zeide zij, „maar zegt u mij dit eene Moet ik ze nooit aan iemand geven, behalve aan u?" „Onder geen enkele voorwaarde." „Ook niet, als iemand mij een schriftelijke opdracht van u cr toe geeft?" „Vertrouw dat nooit," antwoordde hij. „Geef ze nooit uit handen, behalve aan mij. Onthoud dat goed." „De telefoon vlak bij ging plotseling over Phineas Duge nam den hoorn op cn hield «lien tegen het oor. De rustige, afgemeten sfem van Stephan Weiss klonk hem langs de lijn legen. „Zeg Duge, ik kom zoo half tot de conclusie, dat wij er verkeerd aan deden dat stuk te teekenen," zei hij „Natuurlijk weet ik wel, dat het bij jou veilig bewaard is, maar ik vind het toch geen aangename gedachte, dat mijn naam onder zoo'n stuk als dat staat. Ik ge loof, dat Higgins er ook een beetje zenuw achtig over is. Laten wij morgenavond bij el kaar komen en het eens bepraten Phineas Duge flimlachte flauwtjes, toen hij antwoordde: „Net zooals je wilt, alleen moet ik je zeggen, dot ik het heelemaal niet met je eens ben Als wij niet onzen slag slaan en dnt vlug doen, dan zal de wet cr doorkomen cn dan zullen wij een Europeesch adres boven ons postpapier moeten laten drukken, als wij tenminste zoo verkomen." „Ik spreek ook voor de anderen", vervolgde Weiss. ,We zullen hier morgen avond allen bijeen komen, om het te bespreken, laat ons zeggen om acht uur". Phineas Duge legde den hoorn neer en draai de zich om. „Dat kan interessant worden", zei hij. „Zij zullen nu niets doen, voor zij dat onnoozele stuk hebben. Als zij heelemaal vast besloten zijn het terug te krijgen cn ik verzet mij, dan zullen zij begrijpen, dat het spel uit is cn dat ik hun complot doorzien heb, daar moet ik wat op bedenken. Virginia zie ik er uit of ik ziek ben Zij schudde het hoofd. „Ik vind, dat u cr uitstekend uitziet, oom", zeide zij.* Hij sloot zijn bureau en keek naar beneden, om .tc zien of het parket glad lag. „Maar morgen", zei hij, „zal ik heel erg ziek zijn." HOOFDSTUK VI. Dc heer Weiss heeft haoct. Virginia wandelde in „Fi'fth Avcnuo" cn ge noot van den zonneschijn, van de vele men- schen en van het effect van een nieuwen hoed. Zoo nu cn dan stond zij stil, om naar een win kel te kijken cn meer dan eens moest zij in zichzelf lachen, als zij cr aan dacht, hoe zij uit het huis van haar oom door een zij-uitgang ontsnapt was Want zij had gedurende de laat ste uren ontdekt, dat zij een persoon van ge wicht was. Van het oogenblik af/dat dc auto van den dokter voor de deur had stilgehou den, hnd een stroom van bezoekers* journalis ten, zakenvrienden en anderen waar zij niets van wist, zich ter plaatse verdrongen cn wilde niet weggaan zonder eenig nader bericht over die onverwachte ongesteldheid en allen waren er op uit haarzelf even te spreken. Er werd al een extra nummer op straat verkocht en in groote zwarte letters las zij over de verontrus tende ziekte van Phineas Duge. Toen zij uit ging, waren zijn beide secretarissen jonge man nen, met wie zij tot nog toe slechts enkele woorden gewisseld had, druk bezig met het openen van brieven en het beantwoorden van telegrammen. Zij was de eenige, die niet in angst zat, want zij had vóór haar vertrek hoor oom even gesproken cn bij haar binnenkomen was d? matheid van den zieke opeens ver dwenen en had hij een poosje met hear ge praat met al de opgewekheid van een school jongen, die pret heeft om een onbetaalbare grap Zij stond nu en don stil, om naar dc winkels te kijken en deed ccn paar boodschappen. Toen juist op het oogenblik dat zij ccn warenhuis uitky/am cn even aarzelde welken kant zij op zou gaan, bleef cr plotseling iemand voor haar staan cn nam zijn hoed af. Het was Stephan Weiss, die, mager, slecht gekleed, gemakkelijk te herkennen was Hij was blijkbaar blij, haar te zien. „Dat tref ik, juffrouw Longworth", zei hij, terwijl hij haar hand in dc zijne hield, alsof hij bang was, dat zij hem zou ontglippen. „Ik kom juist bij u var» daan, moor het is mij niet gelukt, iets bepaalds te weten te komen over die plotselinge ziekte van uw oom". „Ik weet er zelf heel weinig van", antwoord de Virginia. „De dokter was juist geweest, toen ik uitging. Hij zei, geloof ik, dat het een quaestic was van eenige dagen volslagen rust, mogelijk een weck, cn dan misschien een kor ten lijd naar buiten". De heer Weiss schudde nadenkend het hoofd. „Het stelt mij gerust, dat te hooren", ver klaarde hij. „Uw oom is een van mijn oudste vrienden, cn, afgescheiden daarvan, #zijn wij juist nu gewikkeld in een paar bijzonder be langrijke speculaties; het zijn dingen die u, jonge dame, nauwelijks zult begrijpen, maar het zou heel slecht treffen als hij nu juist lang ziek werd." „De dokter gelooft", merkte Virginia op, „dat hij over een dag' of vier, vijf weer in staat zal zijn het allernoodzakelijkste te 'behandelen. maar vóór dien tijd is het hem niet eens toege staan een krant in te zien." Weiss knikte in gedachten. „U ging juist naar huis, zie ik", merkte hij op. „Staat u mij toe een eindje met u op tc loopen Virginia aarzelde een oogenblik. „Ik heb nog een paar boodschappen te doen/* zeide zij, „ik ging eigenlijk nog niet naar huis". „Mijn lieve jonge dame", zei hij, „ik heb u iets heel gewichtigs mee tc dcelcn. Ik ben er zeker van, dat u nu wel met mij naar huis terug wilt gaan cn uw wandeling later wilt voortzetten. Het is zoowel in het belar.g van uv/ oom als in het mijne." Zij gaf toe en liep ren eind met hem terug en toen zij dc Avenue over gestoken waren, be gon Stephan Weiss ernstig te spreken en, zich v/at naar haar toebuigend, haar de zaak ur.t te leggen. „Uw oom", zei hij, „en drie of vier van ons, die u gisteravond ontmoette, zijn kortgeleden in een belangrijke onderneming betrokken. Ik kan u alles niet uitleggen, maar het gaat om vele millioenen, meer dan een van ons in staat is te betalen, hoewel wij geen van allen, zooals u weet, nu bepaald arm zijn. Nu kunnen wij ons hier doorslaan, zonder u oom lastig te vol len cn wc kunnen alles goed ten uitvoer bren*4 gen, maar cr is alléén één ding dat zij moeten hebben en dat is een papier, dat uw oom in zijn studeerkamer heeft verborgen en waar juist alles om draait. Ik sprak er gisteravond met uw oom over door de telefoon en hij bc-* loofde mij het vanmorgen voor mij klaar te leggen, als ik kwam. Er was echter niemand bij u thuis, die er instructies over ontvangen had en daaruit maakte ik de gevolgtrekking, dat hij er u over gesproken had. (Wordt vervolgd.) 1

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1926 | | pagina 5