BINNENLAND.
STADSNIEUWS.
FEUILLETON.
Geldkoningen.
TWEEDE BLAD.
52e jaargang N». 84 AM E RS FOO RTSC H DAGBLAD „DE EEMLANDER"
Donderdag
7 October 1926
UiT DE STAATSCOURANT.
op zijn verzoek eervol ontslag verleend uit
den militairen dienst met dankbetuiging aan
den gen.-majoor, chef van den generalcn stof
van het Nederlandsch-Indische leger P. v. Gen-
deren Stort
benoemd tot ridder in de orde van den Ne-
dcrlandschen Leeuw, de gen.-majoor P. v. Gen-
deren Stort voornoemd
benoemd tot ridder in de orde van Oranje-
Nassau C. L. van Balen, directeur der ge-
meentekwcekschool voor onderwijzers en on
derwijzeressen te Amsterdam.
benoemd tot lid van den Voogdijraad te
Zwolle G. Oprei, burgemeester van Zwartsluis,
wonende aldaar y
te 's Gravenhoge IImr. H. Rahder, wonende
te 's Gravenhage
op verzoek eervol ontslagen met dank mr.
J. A. H. Coops als lid van den Voogdijraad
te 's Gravenhage II.
MINISTER KAN IN LIMBURG
Een bezoek ter voorlichting op
landbouwgebied.
In gezelschap van het Eerste Kamerlid, den
heer Haffmans, bezocht minister Kan het land-
bouwhuis te Roermond, waar Z Exc. zich liet
voorlichten over de organisatie van den Lim-
burgschen Land- en Tuinbouwbond. De R.-K.
Landbouwschool, waar de directeur den minis
ter* ontving en hem rondleidde, werd eveneens
bezocht. Per auto werd vervolgens naar Pos-
terholt gereden, waar de R.-K. Londbouw-huis-
houdschool bezichtigd werd. Vervolgens werd
een bezoek gebracht aan het Phrimvce-foksta-
tion te Horst en het krankzinnigengesticht to
Venraoy bezocht.
DIPLOMATIE.
Een afzonderlijk gezantschap van
Peru.
De minister van Buitenlandsche Zaken heeft
heden in zijn kabinet ontvangen dr. Ricordo
Rivera Schreiber, die zijn geloofsbrief heeft
aangeboden als zaakgelastigde van Peru.
Peru was bij de Nederlandsche regeering tot
dusver vertegenwoordigd door den heer Boza
Aizcorbe, die te Parijs woonachtig was.
Thans wordt, onder leiding van dr. Rivera
Schreiber, een afzonderlijk gezantschap van
Peru te 's Gravenhoge gevestigd.
HET NEDERLANDSCH-BELGISCH
VERDRAG.
Een meerderheid in de Tweede
Kamer
De „Resb." meldt:
Nog steeds komen van alle kanten de be
zwaren tegen het verdrag los en niemand waet,
wat er i.. onze Staten-Generaal van worden
zal. Al geeft het te denken, dat sommige bla
den al aan 't bijdraaien zijn.
Naar in parlementaire kringen verluidt, zijn
de hoofden daar al geteld. Ongeacht wat er
nog ten berde gebracht zal worden, moet men
al weten, hoe de eindstemming zal zijn. Er zou
in do Tweede Kamer een kleine meerderheid
vo het verdrag zijn. Vooreerst moeten alle
sociaal-democraten vóór wezen. „Moeten", in
dubbelen zin. Moeten, volgens geruchte, en
moeten, volgens afspraak met de S.D.A.P. in
België. Hoewel verschillende elementen dier
partij, met name die met Rotterdam connec
ties houden, grondige bezwaren hebben, met
name tegen „het" kanaal, zou toch de „kada-
ver"-discipline daar het parool: „voor" doen
zegevieren. Verder, zoo wil men, zou ruim de
helft der Katholieke Tweede Kamerleden vóór
stemmen; men sprak van een klein twintigtal.
En ook onder do A.-R. en C.-H. elementen
moeten eenige voorstemmers zijn, zóó dat -nen
juist een paar stemmen boven de helft zou
wezen.
In hoever dat allemaal juist is, zullen we
moeten afwachten. Met name lijkt ons nogal
dubieus de houding der A.-R. en C.-H. par
tijen, waar immers juist in den Iaatsten tijd
daar nogal van oppositie bleek.
Intusschen, zoo hoorden we meteen, is de
oppositie in d? Eerste Kamer grooter. Vooral
ook' bij de S.D. A. P. Onze zegslieden meen
den dan ook, dat het verdrag daar een horden
dobber zou hebben.
Hoc t zij, duidelijk is allengs wel geworden,
dat, al wordt fïct Staatsstuk aangenomen, het
toch een gedwongen fraaiigheid blijft. De groo-
te meerderheid heeft ernstige bezwaren gehou
den en een meerderheid der Staten-Generaal
kon slechts gevonden worden, als aan allerlei
bijoverwegingen groote waarde wordt gehecht.
HET ONTWERP-WEGBELASTINGWET.
s
Een adres der rijwiel- en automo
bielindustrie."
De Nederlandsche Vereeniging „De Rijwiel
en Automobiel-Industrie" heeft een verzoek
schrift gericht tot de Tweede Kamer der Sta
ten-Generaal, inzake het ingediende Ontwerp-
Wegbelastingwet. Men heeft geconstateerd, dat
hierdoor wederom een maatregel wordt voor
gesteld, welke den handel in motorvoertuigen
ten zeerste zal benadeclen. Men erkent den
uiterst slechten staat, waarin het Nederland
sche wegennet zich bevindt, doch vindt dot de
Vereeniging niet. in de eerste plaatsten uitslui
tend aangewezen is de wegbelasling to betalen.
Men verzoekt het wetsontwerp slechts te wil
len aannemen, indien Te. de belasting naar
evenredigheid verschuldigd zal zijn vanaf den
eersten dog der maand, waarin dc belasting
plicht is aangevangen, 2e. ook de z.g. poorden-
tractie als object der weggeld-belasting zal
worden aangewezen.
HET RIJKSPASPOORTENKANTOOR.
Opheffing 16 October.
Volgens „Het Vad". zal het Rijkspospoorten-
kantoor met ingang van 16 October worden
opgeheven.
Het ligt in de bedoeling, om de Nederland
sche consulaire ambtenaren in het buitenland
te machtigen op eigen gezag een visum te ver-
leencn aan vreemdelingen, tegen wiir verblijf
in Nederland geen bezwaar bestaat, en wel
voor den duur van het paspoort, doch ten hoog
ste voor den tijd van twee jaar. Gedurende
dien tijd hebben de betrokken vreemdelingen
het recht, om telkenmale ons land binnen te
komen en te verlaten. Wenschen zij echter
langer dan 30 achtereenvolgende dagen te blij
ven, dan moeten zij daartoe vergunning vra
gen aan het hoofd van politie ter plaatse van
hun verblijf in Nederland. Aan deze zelfde,
autoriteit zal voortaan ook de bevoegdheid ver
leend worden, om visa te verlengen, terwijl zij
het recht behoudt, om vreemdelingen tc doen
uitleiden, wier aanwezigheid in ons land op
grond van gebrek aan voldoende middelen van
bestaan ongewenscht wordt geacht.
In enkele opzichten zal bovenbedoelde be
voegdheid der consulaire ambtenaren beperkt
worden. Zoo zullen zij, alvorens een visum te
verleenen aan vreemdelingen, die hier ie lande
^een betrekking willen aanvaarden of zoeken,
overleg moeten plegen met den Rijksdienst der
Werkloosheidsverzekering cn Arbeidsbemidde
ling. Voorts zullen zij omtrent de toelating
van onderdanen der sovjet-Unie het oordeel
moeten vragen van dc daartoe bevoegde Ne
derlandsche autoriteit, terwijl het visum ge
weigerd zal behooren te worden aan marskra
mers, zigeuners, rondreizende kunstenaars en
dergelijken.
Uitgezonderd de onderdanen der sovjet-
Linie hebben de vreemdelingen, die op hun reis
naar een ander land door Nederland wenschen
te gaan, geen doorreis-visum noodig, doch kun
nen' zij ook voortaan de vergunning daartoe
voor den tijd van ten hoogste acht dagen bij
de Nederlandsche grensbeambten verkrijgen.
De legeskosten zullen onveranderd blijven cn
in het algemeen f 6 bedrogen, terwijl voor
Amerikanen, Roemenen en Polen de speciale
tarieven van krocht blijven. Het verlengen der
visa door de desbetreifende hoofdeft van po
litie zol kosteloos geschieden.
DE AANGIFTE VAN ONGEVALLEN
IN DE MIJNEN.
Het s'.andpunt der R. V. B.
Naar gemeld wordt, staat de directie van de
Rijksverzekeringsbank niet afwijzend tegenover
een onderzoek naar de mogelijkheid, om .met
betrekking tot den vorm, waarin aangifte van
ongevallen in de mijnen moet gescniedcn, door
en v etswijziging de administratieve bezworen
on weikgevers, die een eigen geneeskundigen
dienst hebben, te verminderen.
BURGEMEESTERS-SALARISSEN.
Een wantrouwende gemeenteraad.
Volgens dc provinciale salarisregeling bedra
gen dc jaarwedden van burgemeester cn secre
taris (gecombineerd) der gemeente Jisp res
pectievelijk 1500 en 1100, wanneer het aan
tal inwoners niet hooger dan 750 is.
Nu waren er, zoo deelde dc burgemeester
aan den gemeenteraad mede, volgens de be
volkingsregisters op 31 December jl. 774 in
woners, zoodat de gemeente dan in een hoo-
gere salaris-klasse komt.
In de raadsvergadering, waar de begrooting
voor 1927 werd behandeld, deelde de burge
meester mede, dat op grond van een en ander
nu voor het volgend jaar de jaarwedden van
burgemeester en secretaris op een hooger be
drag moesten worden uitgetrokken en wel op
resp. 2000 en ƒ1500.
Op dc bcgrooting was daarmeda al rekening
gehouden.
De Raad bleek daar echter nog niet voor te
vinden.
Een der leden maakte de opmerking, dat hij
meermalen klachten heeftgehoord met be
trekking' tot uitreiking van verhuisbiljctten.
Hij zou daarom een raadscommissie willen
benoemen om te onderzoeken pf het register
van den burgerlijken stand klopt met het oon-
tal inwoners.
De burgemeester vond dat een blijk van wan
trouwen. Een dergelijk besluit zou hij ter ver
nietiging voordragen.
Spreker kan er toch niets aan doen dat de
bevolking is toegenomen Het voorstel van het
raadslid Nool om de registers van den burger
lijken stand te doen onderzoeken werd daarna
met op één na algemeeno stemmen aangeno
men. En een raadscommissie van drie leden
werd dadelijk benoemd.
Dc posten op dc begrooting voor jaarwedden
burgemeester cn secretaris, uitgetrokken op
ƒ2000 cn ƒ1500, werden op ƒ1500 cn ƒ1100
verminderd
Dc burgemeester deelde mede dat hij zich
bij Ged. Staten over deze handelwijze zou be
klagen.
DUITSCH ESKADER TE AMSTERDAM.
Noör dc Tel. verneemt, zal Amsterdam bin
nenkort bezoek ontvangen van een Duitsch es
kader. Het is niet onmogelijk, dat hieronder
begrepen is de groote slagkruiser Hannover,
een bodem, welke 14.500 ton meet. tn verband
m<* de evcntuecle komst van dit vaartuig heb
ben d« Duitschc marine-autoriteiten reeds in
formaties ingewonnen betreffende ligging en
moring
Wai.r.cccr dit eskader arriveert cn uit hoe-
vee' scheren het bestaat, is nog niet met ze
kerheid bekend.
ROTTERDAMS GEMEENTE-ONTVANGER.
Eervol ontslag verleend.
B. cn W. van Rotterdam hebben me* ingang
van I Januari eervol ontslag verleend aan den
heer P. Lamaison van Hecnvliet, gemeente
ontvanger aldaar.
Op 21-jarigen leeftijd kwam dc heer Lamai
son van Hecnvliet als hoofdambtenaar ter
secretarie van het toenmalige Kralingcn, in
gemeentedienst. Tien jaar later, in 1869, werd
hij secretaris dier gemeente en na de annexatie
van Kralingen door Rotterdam op 1 Maart 1895
hoofdambtenaar ter beschikking van den dienst
van plaatselijke werken, om een jaar later tot
chef van dien dienst te worden benoemd. Op
I Juli 1907 werd hij in zijn tegenwoordige
functie benoemd. Op 1 April 1919 vierde de
gemeente-ontvanger zijn 40-jarig jubileum in
dienst der gemeente.
DR. C. L. A. v. d. WEIJDEN.f
In het overlijdensbericht van dr. C. L. A.
v. d. Weijden, gister in ons blad geplaatst,
werd gemeld, dat deze was overleden tijdens
een operatie in het Antonius-gasthuis te
Utrecht. Dit laatste is, naar ons van zeer be
voegde zijde wordt medegedeeld, onjuist. De
patiënt is niet tijdens of enkele uren na de
operatie overleden.
AANKLACHT TEGEN EEN
BURGEMEESTER.
Eigenmachtige verhooging van
den belastingfactor
De gemeenteraad van Kattendijke heeft met
algemeene stemmen een motie van wantrouwen
tegen den burgemeester aangenomen en be
sloten, bij de justitie een aanklacht in te dienen
wegens schritfvervalsching. De burgemeester
zou eigenaardig het vcrmenigvuldigingscijfer
der plaatselijke inkomstenbelasting verhoogd
hebben van 0.5 tot 0.75, terwijl hij het besluit
daartoe uitgegeven zou hebben als was het van
B cn W. afkomstig. Verder beschuldigt dc
Raad er den burgemeester van, dat hij do
gelden dier gemeente op een andere bank heeft
uitgezet dan op die, door den Raad aangewe
zen. Dc Raad heeft dan ook geweigerd do bc
grooting te behandelen. (Tel.)
EEN SCHOONHEIDSWEDSTRIJD.
Op de Bloricumsche kermis.
Ter gelegenheid van- de kermis te Blaricum
heeft de voorzitter van Stad en Lande van
Gooiland een prijs uitgeloofd voor het mooiste
meisje, onder voorwaarde, dat hij zelf als „jury"
mocht fungecren. Langer dan een uur zegt
óe N. R. Ct. heeft „de jury" de Blaricum-
srhe schoonen bekeken en zij (hij) heeft ten
slotte twee prijzen uitgereikt aan twee blondi
nes. Zes-cn-twintig meisjes kwamen in aan
merking voor de „eindkcuripg."
UIT-HET MIJNBEDRIJF.
Dc mijnortsenkwestic.
Men seint ons uit Heerlen:
De samenwerkende mijnwerkersbonden heb
ben een schrijven gericht aan de contactcom
missie naar aanleiding van-de vergadering dier
commissie op 27 Sept. j.l. in welke vergode-
ring de werkgevers niet bereid bleken d<
werkwijze van het mijnartseninstituut te behan
delen alvorens de vakorganisaties een verkla
ring hadden afgelegd volgens welke zij geen
cnkcie actie van een eventueel voorkomende
kwestie zouden voeren, alvorens zij het punt ir
dc contactcommissie hadden aanhangig ge
maakt. Dc vakorganisaties hebben over deze
zaak vergaderd en hebben thans een gemeen
schappelijk schrijven gericht, waaraan het vol
gende is ontleend
De vakorgonisatics bleken van oordcel dat
aan dergelijke verlangens der werkgevers niet
kan worden voldaan, ofschoon als regel over
eenkomstig het verlongen der werkgevers
wordt gehandeld. Dc vakorganisaties waren ech
ter van mecning dal wanneer voortaan de mijn
ondernemers alle belangrijke wijzigingen die
zij in de positie cn werkwijze der in hun
dienst zijnde arbeiders aan willen
brengen, eerst in de contactcommissie aan dc
orde stelden cn deze in overleg met de orbei-
deisvertcgcnwoordigers invoerden, dat dan
tol van moeilijkheden cn misverstanden zoudon
worden voorkomen. Het verdient daarom aan
beveling na to gaan of en in hoeverre een na
dere regeling te treffen wore of te treffen is
inzake de werkwijze der contactcommissie daar
zij mcenen dat het tot ongezonde verhoudingen
moet lejdcn wunneer reg-'m tig door dc werk
gevers allerlei maatregelen het orbeiJ"r<ibclang
rakende zonder overleg met i'e vokoig-misnties
zouden worden ingevoerd.
Dc zesuren-dienst op Zaterdag.
Dc samenwerkende Mijnwerkersbonden zon
den een brief aan de Contact-Commissie voor
de mijnindustrie, inzake het invoeren van den
zesuren-dienst op Zaterdag, waarin zij als hun
meening te kennen geven; dat dc toestond van
het mijnbedrijf van dien aard is, dat het niet
noodig is dat Zondagsrust en kerkbezoek ern
stig in het gedrang blijven door handhaving
van den achturendag op Zaterdag. Deze mec
ning berust op de volgende gronden:
u. Dat dc kolenprijzen thans belangrijk hoo
ger zijn dan op het tijdstip toen dc zesuren-
dag op Zoterdog verviel;
b. dot de productie per man cn per dog aan
merkelijk is opgevoerd, zoodat de laatste
maanden bijna 1000 K.G. kolen per man cn
per dienst gedolven is tegen 800 K.G. in 1925;
c. dat hierdoor per ton kolen over het eerste
halfjaar 1926 pl.m. 80 ct. minder aan arbeids
loon is betoald dan in 1925 en over de maand
Juni en daarop volgende maanden het verschil
zelfs meer dan 1 per ton bedraagt;
d. dat het billijk is, dot dc arbeiders mede
deelen in de voordeden, verbonden aan do
verhooging der productie;
e. dat volgens de berekening der werkgevers
de onkosten verbonden aan invoering van den
zesuren-dag op Zaterdag pl.m. 35 h 40 ct
per ton koien bedraagt, hetgeen ruimschoots
bekostigd kan worden uit de baten, die voort
vloeien uit de verhoogde productie, die voor
een belangrijk deel wordt verkregen door ver
hoogde inspanning der arbeiders.
Nogmaals dringen zij er op aan, dat ton
spoedigste tot wederinvoering van den zesuren
dag op Zoterdog wordt overgegaan.
GRONINGEN'S FAECALIËNAFVOER.
Dc persleiding naar Delfzijl.
B. cn W. van Groningen hebben de levering
van gietijzeren buizen voor de persleiding naar
Delfzijl gegund oon het Duitschc concern van
gietijzcrwerkcn.
DE AANRIJDING TUSSCHEN OOSTER
STOOMTRAM EN PARLOR-CAR.
Do chauffeur van dc Porlor-cor
stoot terecht voor het Utrcchtschc
Kantongerecht.
Men zol zich herinneren dot in Mei van dit
jaar op den strootweg tusschen Zeist cn Drie
bergen een ernstige aanrijding plaats had tus
schen do grooto autobus noor Doorn (Porlor-
cor) en ccn tram van de Oosterstooititram-
maatschappij. Bij die aanrijding werd ccn der
zijwonden van de Porlor-cor geheel wegge
rukt; een der buspassagieis werd gedood, an
deren werden verwond. Bij dagvaarding is don
^chauffeur het volgende ten loste gelegd:
dat hij onder dc gemeente Zeist op of
omstreeks den 28stcn Mei als bestuurder
van een vierwielig motorrijtuig (autobus)
daarmee heeft gereden over den openba
ren weg Driebcrgsche weg op een wjjze,
dat do veiligheid cn de vrijheid van het
verkeer op dien weg werden belemmerd en
in gevaar gebracht, hebbende hij alsfocn
aldaar als bestuurder van dot motorrijtuig
daormedo in do richting Driebergen rij
dende, terwijl een hem tegemoet rijdende
tramwagen der Ooster-stoomtrammaat-
schappij in zijn onmiddellijke nabijheid
was, op to korten afstand van het meest
linksche paar roilstoven (gerekend uit de
richting Zeist) of binnen dat meest link
sche paar roilstoven van gemelde tram-
moatschoppij gereden, woordoor dat mo-
torrijtuog (autobus) met dien op die rail-
stuven hem tegemoetrijdenden tramwogen
in aanraking is gekomen en zoowel dio
autobus ols die tramwagen (motorwagen)
gedeeltelijk zijn vernield.
- In deze zaak zijn vier getuigen gedagvaard;
de chauffeur wordt verdedigd door mr. Bos-
schart uit Rotterdam.
Het verhoor van verdachte.
De kantonrechter vangt aan met den ver
dachte te ondervragen:
Kantonrechter: „Erkent u dat u te dicht bij
de linksche tramrails gereden hebt, waardoor
u in aanraking kwam met de electrischo tram,
die van dc richting Driebergen het dorp Zeist
noderdo
Verdachte: „Dot heb ik niet kunnen zien, om
dat een stoomtram, die in dezelfde richting als
ik reed, mij geheel het uitzicht belemmerde
door de stoom, die de machine veroorzaakte."
Kantonrechter: „Maar u rijdt dien weg toch
meerdere malen per dog en u is reeds gcruimen
tijd in dienst bij uw maatschappij, zoodat u
wel wist hoe breed do weg daar ter plaatse is
en op walken afstand u van de rails moet blij
ven."
Verdachte: „Er was zooveel rook, dot ik mij
naar rechts absoluut niet kon oriënteeren; ik
kon alleen aan den linkerkant de boomen zien
staan."
Kantonrechter: „Wist u dot u een tram*
moest posseeren uit de richting Driebergen
Verdachte: „Zeker, maar doorgaans kwam ik
die in het dorp al voorbij; op dien morgen
had ik hoor echter nog niet gezien."
Kantonrechter: „Dan was dat toch een reden
voor u, om dubbel op te letten, daar dc trom
u dus nog posseeren moest."
Verdachte: „Maar do tram kon ook reeds ge
passeerd zijn; dot kan ik verder niet nagaan,
want do tram rijdt door de Slotlaon naar het
station en mijn bus komt uit de Dorpsstraat."
Kantonrechter: „Heeft men u iets gevraagd,
terwijl u aan het stuur zat, over den afstand
in kilometers tot Driebergen
Verdachte: „Zeker, maar dat was al gebeurd
Die geen wit brood en heeft, gedoe met bruin.
ANNA ROEMERS VISSCHER.
Geautoriseerde vertaling naar het Engelsch van
E. PHILIPS OPPENHEIM,
door W. M. D, SPIES-VAN DER LINDEN
„Den Iaatsten tijd volgen de gebeurtenissen
mij wat te snel na elkaar op, daarom ga ik
heen. Ik kan New 7ork niet langer verdragen.
Fifth Avenue doet me griezelen en ik ben
bang een Amcrikaonsche krant open te slaan
Bovendien zijn er andere dingen, die ik niet
behoef te noemen, die mij doen denken, dat
het misschien beter voor mij zou zijn op reis
te gaan Je ziet aan mijn brief, dot ik aan boord
van „de Kaiser Wilhelm" ben. Waar ik irï
Europa heen zal gaan en wat ik zal doen, ben
ik nog niet met mezelf eens. Ik ben er niet
zeker van of het je interesseert dit te weten.
Je gaat heelemaal op in je werk en ik geloof
niet dat iets, dat daar buiten staat, veel be*
teekenis voor je heeft. Ik veronderstel, dat het
't gewone lot van ons vrouwen is. Wij zijn al
tijd bereid te geven cn wij stellen geen voor
woorden. Denk niet, dat ik jc iets verwijt, manr
door mijn handelingen is Amerika voor t
oogenblik onmogelijk voor mij geworden. Ik
zou het niet kunnen verdrogen, dat kleine
nichtje van me te ontmoeten met haar groote,
verwijtende oogen. En ook, ols je je voorne
men ten uitvoer brengt en de storm breekt
los, zou ik mij liever niet verantwoordelijk
voelen voor al de narigheid, die stellig vol
gen zal.
„Vaarwel, Norris I Ik wensch je alle moge*
lijke geluk en als ik durfde, zou ik zeggen dat
ik je een klein beetje meer hart, een klein
beetje meer belangstelling in anderen en een
klein beetje meer dankbaarheid toewenschte
„Stella"
Hij vouwde den brief dicht en stak dien
zorgvuldig in den zak van zijn jas. Toen ging
hij verder naar de leeszaal op zoek naar John
Droyton. Het leven leek hem nu niet meei
zoo iets eenvoudigs, als een paar uur geleden
DEEL H.
Hoofdstuk I.
Mijn naam is Mildmay.
„Ik weet zeker, dat u er over een tijdje zeil
behoefte aan zult hebben" wierp Virginia, een
beetje verlegen, tegen.
De jonge mdn lachte vroolijk.
„Daar wil ik het in ieder geval op wagen",
zei hij. „U moet me toestaan u er goed in te
wikkelen, zóó I"
Hij wachtte niet op haar toestemming, maar
het had ook eigenlijk geen zin, zich te ver
zetten, want het was een erge koude ochtend
en de jonge man, die op de stoel naast haar
had gezeten met een ongebruikte leisdeken bij
zich, droeg een bijzondere zware bontjas
Ik vind het heel flink van u, om aan dek te
blijven op een ochtend als deze", zei hij. „Uw
familie is zeker beneden V'
Zij schudde het hoofd.
„Mijn familie" zeide zij, „is een heel eind
weg."
„Uw kamenier dan," opperde hij. „Nuttelo^-
ze wezens, die kameniers, met zulk weer als
nu Zij zijn bijna altijd zeeziek, vooral als 't een
eerste zeereis is."
Weer schudde zij het hoofd.
„Ik reis heelemaal alleen," zeide zij.
Hij keek haar vol verbazing aan.
„Alleen", herhaalde hij. „Wel, daar vind ik u
veel te jong voor. Vergeef me als 't ublieft,"
liet hij er verontschuldigend op volgen, „ik wil-
niet onbescheiden zijn. U bent zeker een Ame-
rikaansche?"
„Dat ben ik", stemde zij toe.
„01 dat verklaart nllcs," merkte hij op met
een klein gebaar van opluchting. „U behoort
dus tot dat buitengewone ras op aarde, het
eenige ras, dat den degen heeft durven kruisen
met „Men zegt" en hem ontwapend heeft."
„Integendeel," verklaarde zij. „Men zegt" van
New York is even geweldig als „Men zegt" van
Londen. Wij roepen hem alleen maar niet zoo
dikwijls op. Toch wil ik toegeven, dat ik eigen
lijk niet alleen behoorde te reizen, maar de
omstandigheden leidden er toe.
„Ik hoop," zei hij ernstig, „dat u mij in de
gelegenheid wilt stellen, u nu en dan gezelschap
te houden en te helpen waar ik kan. Ik ben ook
alleen cn ik ken niemand aan boord."
Zij liet haar blik even op zijn gelaat rusten.
Hij was heel jong, zeker niet ouder dan zeven
of acht en twintig en niet onknap; maar behal
ve dat, had hij oogen, die haar aantrokken, een
welluidende stem en manieren, die niet den
minsten twijfel over lieten, wat zijn stand in dc
maatschappij betrof. Zij boog eenigszins vor
melijk.
„Het is werkelijk heel vriendelijk van u," zei
de zij. „Ik heb nog nooit een zeereis gemaakt
en ik wil graag, als u tijd over hebt, uw aan
bod aannemen.
Hij glimlachte geruststellend.
„Dat is dan in orde," zei hij. „Ik kan u ver
zekeren, dat ik al veel meer plezier in de rei»
heb. Maar, mag ik me even voorstellen mijn
naam is Mildmay."
„En dc mijne," antwoordde zij, na een oogen
blik aarzelen, „is Virginia Longworth."
„Virginia", herhaalde hij met een glimlach.
„Dc vind dat één van dc liefste van uw Amcri-
kaansche namen."
„U bent een Engelschman is 't niet vroeg
zij
Hij knikte.
„Ik ben op de.terugreis van mijn eerste be
zoek aan de Vereenigde Stoten. Ik heb gelo
geerd bij een neef, die een ranch heeft in het
Westen. Wij hadden een heerlijken tijd."
Zij keek naar zijn bruin verbrande gezicht en
glimlachte in zichzelf.
„Bent u in Ne\^ York geweest?" vroeg zij.
„Twee dagen maar," antwoordde hij. „Ik weet
niet waarom, maar die groote steden maken me
griezelig. Ik had er geen vrienden en ik liep er
rond als in een woestenij."
„Hoe jammer!" zeide zij zacht. „De Ameri
kanen zijn zoo gastvrij. U zoudt toch wel een
vriend hebben kunnen vinden, als u gewild
hadl"
Hij glimlachte oolijk.
„Ja", zei hij, „waarschijnlijk wel, maar ik had
er den tijd niet voor om ze op te zoeken. Ver
telt u me nu wat over uw bezoek aan Engeland.
Waar gaat u wonen, binten of in Londen?"
„Ik weet het nog niet," antwoordde zij, „maai
ik geloof in Londen, tenminste in het begin
„U hebt door natuurlijk familie?" vroeg hij.
„Heelemaal niet," antwoordde zij.
„Vrienden dan?"
-Zij richtte haar donkere oogen op hem. Hij
voelde zichzelf opeens verlegen.
„O, vergeef mij," zei hij. „Ik heb het recht
niet, al deze vragen tc doen. Om u de waarheid
te zeggen, ik deed het eigenlijk alleen, om een
kans tc krijgen u later nog eens tc ontmoeten
•nadat we aangekomen zijn."
,Jk ben bang," zeide zij, „dot dat eigenlijk
niet mogelijk zal wezen, maar, als u wilt, doet
u me don geen vragen over mijn reis. Ik geef
toe, dot het wat eigenaardig is, dat ik geen
vrienden in Engeland heb en dot het plan om
tc goon, ineens in me op kwam. Mijn reis heeft
natuurlijk een doel, moor ik kan u niet zeggen,
wot het is en u moet het mij niet vragen."
„Dot zal ik natuurlijk niet," antwoordde hij,
„maar ik zal er nog eens met u over praten
vóór wij landen. Ik bedoel er mee, dat u me
toe moet staan, u mijn adres te geven, dan
weet u tenminste, dat er in Engeland iemand
is, om wicn u zendÊn kunt, als u een vriend
noodig hebt.
Zij glimlachte allerbekoorlijkst tegen hem.
„En zc hebben mij altijd gezegd, dot Engel-
schen zoo langzaam zijn!" zeide zij. „Wel, ik
ken u nauwelijks een kwartier."
,Maor ik heb u al twee dagen long gezien,"
antwoordde hij.
,Nu, ik houd van impulsieve menschen," zci-
de zij, „dus ik geloof wel, dat ik uw .adres zal
vragen voor wij landen. Woont u in Londen?"
„Ik heb er een huis," antwoordde hij. „Ik ben
er zoowat twee maanden in 't jaar en soms
een week-cind in den jachttijd."
„Vertel me wat von Londen, wilt u?"
„Historisch," begon hij weifelend, ben ik
bang
Zij viel hein in de, rede, terwijl zij haar hoofd
schudde.
(Wordt vervolgd).