zijn ontspoord. Door den stand van het mate
rieel no de ontsporing wordt o. i. het boven
staande bevestigd.
Het buitenbeen von het spoor vóór de pielt
der ontsporing lag na de ontsporing 2Yi. a 3
c.M. lager dan het binnenbeen, dit is een loc
stand die geen gevaar oplevert; ook vertoonde
het spoor aldaar lichte inzinkingen en oneffen
heden, echter niet von dien aard, dat deze aan
leiding zouden kunnen geven tot ontsporen.
Ter plaatse van het ongeval was het spoor zoo
danig vernield, dot von de ligging niets te zeg
gen volt.
Het boonlichoom heeft geen enkel toeken van
verzakking vertoond; daartoe was ook geen
aanleiding, de ondergrond is niet slecht en do
ophooging is gering. De ballost was op 6, 7 en
TO Augustus geheel vernieuwd. Dc aanleiding
hiertoe was het volgende:
De spoorweg Amsterdam—Rotterdam was
vroeger aangelegd met zandballast en grind-
afdekking en in dien toestond onderhouden,
waarbij in den loop der tijden wèl veel grind
met het zand werd vermengd, doch toch door
het langzamerhand vervuilde zand het drainec-
rend vermogen van dc ballast te wenschen
overliot.
Met het oog op het in 1927 in te voeren
bedrijf met clectrische tractie op den spoor
weg Amsterdam—Rotterdam werd het gc-
wenscht geacht op dezen spoorweg in den loop
van 1926 de ballast te vervangen door zuivcro
grind, zoodat ook daar een ballastbcd zou wor
den verkregen zooals in de laatste joreen op
nieuwe spoorwegen en in nieuwo tweede spo
ren op bestaande spoorwegen steeds werd aan
gelegd.
Gebruikt werd grind uit onze eigen grinderij
ïn Linne, gezeefd door horren van 6 c.M
traliewijdte, terwijl daarna de grind passeeit
over fijnere horren, waardoor de zeer kleine
korreltjes grootendeels worden uitgezeefd. De
stukken, die niet door de eerste hor gaan, wor
den in een breker gebroken; het spreekt echter
vanzelf dot tusschen dc tralies van de hor wel
stukken passecren, die in een bepaalde richting
grooterc afmetingen hebben wonneer zij in een
bepaald vlek niet dikker dan 6 c.M. zijn en dat
de breker ook nog wel eens een grof stuk
grind oplevert.
De grind van Linne is eenigszins beslagen
met leem en zond en doordoor vrij stroef.
Deze kwaliteit van grind is gedurende vele
jaren op dc Ncderlondschc spoorwegen ge
bruikt en heeft steeds goed voldaan.
In het algemeen werd do ballast tot 25 a 30
c.M. onder onderkant dwarsligger vernieuwd;
gedurende het verwijderen van de oude ballast
onder de dwarsliggers en het aanvullen met
grind werden A en E borden geplaatst en
werd met eene snelheid van 30 K.M. per uur
gereden. Zoodro de geheelc ballast in een ze
ker baangcdeelto vernieuwd was, werd het
spoor bijgelicht en werden dc A—E border,
weggenomen.
Ter plaatse von het ongeval lag het spoot
nog wat laag en moest dit nog circa TO c.M.
gelicht worden, zoodnt slechts 15 o 20 c.M
grind onder onderkant dwarsliggers aanwezig
was.
Dit lichten had nog niet plaats gevonden,
omdat het spoor dan te veel uit dc ballost zou
komen en er dan ter aanvulling weer grind
moest worden aangevoerd, welke nog niet be
schikbaar was; het spoor lag doordoor flink in
dc ballost, terwijl dc iets te lage ligging in dezo
nieuwe, wnterdoorlatendc ballast hoegenaamd
geen bezwaar oplevert.
In het algemeen eischt zulk spoor, wooronder
nieuwe ballast is aangebracht, veel onderhoud
door het inrijden van de ballast.
Het onderhavige spoor vercischtc niet meet
onderhoud dan elders, waor ballast vernieuwd
werd, het geval is.
Er is na de ballastvernieuwingen op den
spoorweg Amsterdam—Rotterdam door het
locomotiefpersoneel veel geklaagd over on
rustig rijden; klachten over het gedeelte waar
de ontsporing pleats had, zijn evenwel alleen
op 17 Augustus geuit.
Dit spoor werd geregeld onderhouden; in
totaal gedurende 4 dogen tusschen 10 Aug.
(vernieuwing van de ballast) en den dag van
de ontsporing heeft de ploeg van dit baan.
vak elders assistentie verleend voor ballastver-
nieuwing.
De opzichter van den weg heeft na 10 Aug.
meermalen den ploegbaas speciaal opgedra
gen naar het van nieuwe ballast voorziene
baanvak te gaan kijken.
Het spoor werd 26 Augustus door den op
zichter van den weg bezocht; op 2 September
sprak hij den ploegbaas Van Vliet van het
baanvak Voorschoten—Do Vink en informeer
de hij naar de ligging van het spoor. De ploeg
baas deelde mede dat het goed lag. Hij droeg
den ploegbaas op er nog eens speciaal naar te
gaan zien en vroeg hem den volgenden dag
per telefoon naar zijne bevinding, die gunstig
was.
Den dag vóór het ongeval was in het andere
spoor ballast vernieuwd (deze werkzaamheden
kunnen niet van invloed geweest zijn op dc
ligging van het spoor ter plaatse van het on
geval, omdat dit ongeveer 300 meter verdei
in de richting Lelden plaats vond); toen men
daarmede gereed was, droeg, volgens verkla
ring van den assistent-opzichter, die de leiding
had, dezo aan den ploegbaas op om het af
gaand spoor nog eens na to zien, hetgeen ge
schied is.
Do wegwerker, die in den oohtend van dea
9en September het bewuste baanvak heeft go
schouwd, heeft het spoor in orde bevonden.
Do machinisten van de vier aan trein 218 op
9 September vóórafgaande treinen verklaren
allen dot zij niets bizonders hebben opgemerkt
Niettemin hebben enkele reizigers van die
treinen naar oonleiding van het ongeval de me-
dedeeling gedoan, dot zij ongeveer ter plaatse
van het ongeval hevig heen en weer geschud
zijn.
Deze tegenspraak is wellicht daaruit te ver
klaren, dat de machinisten zich niet direct over
eenig onrustig rijden ongerust maken en daar-
om er geen bizondere aandacht aan hebben
geschonken, indien inderdaad die treinen op
de bewuste plaats wat geschommeld hebben
Hieruit volgt toch wel dat het niet zeer ern
stig kan zijn geweest.
Ook de machinist van trein 218 heeft niets
bizonders aan het spoor gezien; hij verklaart
alleen, dat zijne locomotief vlok vóór de ont
sporing hevig schommelde.
Bij onderzoek von andere sporen in vernieuw
de ballast is ons gebleken, dat deze voldoende
vast ligt, zoodot in die vcrsche ballast, welke
aanvankelijk moeilijk aan te stampen is, wel
lichte inzinkingen en oneffenheden ontslaan,
doch het cntslcan van ernstige plotselinge ver
zakkingen door uitschieten van de grind niet
aan te 'nemen is.
Dit laatste is te meer onwaarschijnlijk in hei
onderhavige spoor, waar dit wat laag lag er.
dus de loog verscho ballast onder de dwars
liggers dunner was don elders.
De grond waarop de ballast rust in dezo
oude baan is natuurlijk hord.
Wij hebben ons afgevraagd, of bij de kleine
ongelijkheden en inklinkingen, die in het spoor
vóór dc plaats van het ongeval zijn waargeno
men en ook ter plaatse van het ongeval aan
wezig kunnen zijn geweest en die meer voor
komen. doch nooit getoond hebben gevaar op
te leveren, gevoegd bij de eenigszins verkonte
ligging van het spo:r, het hevig schommelen
van de locomotieff, dat de machinist vlak vóór
dc ontsporing zegt tc hebben opgemerkt, cn
verder do ontsporing tc ve.klarcr» zouden zijn
Het is denkbaar, dat wanneer zuike kleine
inzinkingen zich over een grooteren afstond
herhalen, de schommelingen, die dc locomo
tief daardoor krijgt op een oogenblik, toeval
lig, in verbond met dc snelheid van den trein
cn den eigen slingertijd van de locomotief in
resonnantie komen met de inzinkingen in den
weg en daardoor steeds grooter worden
Voegt men daarbij, dot door deze schom
melingen in dworsrichting door de dynamische
werking aan do zijde waar de locomo'W over
helt, een veel grooter druk op de spoorstaaf
wordt uitgeoefend dan de statische belasting,
waardoor do inzinkingen nog kunnen worden
verdiept, dan is het denkbaar dat ton slotte door
ontlasting von do wielen aen de nrderc zijde
ontsporing volgt.
Wij vestigen er echter dc aandacht cp, dai
er don al een bizonder tocva'lig samentreffen
van bedoelde inzinkingen met de schommcltij-
den von de locomotief zich moet voordoen,
■hetgeen slechts zeer zelden het ge.*al zal zijn,
doch dot in het geval van trein 218 op 9
September zich bij uitzondering kan hebben
voorgedaan.
Hoewel gebleken is. dat er vóór de plaa's van
dc ontsporing onvolkomenheden ir. den weg
waren, mcenen wij dot niemand van het per
soneel voor het ongeval verantwoordelijk te
stellen is, omdat het verband tusschen deze
onvolkomenheden cn het ongeval niet voldoen
de vaststaat.
VREESELIJK ONGELUK BIJ KETHEL.
Vier arbeiders door den posttrein
overreden en gedood.
In den afgcloopcn nacht heeft zich nabij do
spoorwegholto Kethel bij Schiedem een vrce-
selijk drama afgespeeld, waarbij vier men-
schcnlevcns te betreuren zijn. De 42-jarige
ploegbaas C. G. Nooine, diens 20-jarigo zoon
I,. Noome, de 38-jarige arbeider G. D.
Hocksema en de 32-jarige arbeider A. J.
Kwant, waren in den afgeloopen nacht bezig
geweest met het lossen van een grinttrcin, die
op den spoorweg tusschen Kethel cn Schie
dam stond Omstreeks 3 uur hebben zij den
arbeid gestaakt in verband mc-t het buitenge
woon slechte weer cn togen zij huiswaarts. Zij
namen het linkerspcor. Ongeveer 100 M.
achter hen liep dc ploegbaas Blom, die aan
dcnzelfden trein gewerkt had. Hij volgde het
rechterspoor. Op zeker moment passeerde hem
e posttrein van Rotterdam naar Amsterdam
en toen hij honderd meter verder was geko
men, ontdekte hij dat de 4 arbeiders, die den
posttrein achter hen niet hadden hooren aan
komen, waren verpletterd Dc ploegbaas Blom
ging onmiddellijk naar Kethel en waarschuwde
dc autoriteiten. De lijken zijn in een groote
londbouwschuur nobij Kethel gebracht.
Het ongeval heeft plaats gehad doordat,
wanneer er des nachts op dc lijn gewerkt
wordt en een motcriaaltrein op den spoorweg
staat, slechts over enkel spoor wordt gereden
De omgekomen arbeiders schijnen dit niet tc
hebben geweten of cr niet aan te hebben ge
dacht.
HET AUTO-ONGELUK OP DE WAAL.
Dc kettingen waren betrouwbaar.
Dc vcrkeersinspcctic in Gelderland heeft
naar aanleiding van het auto-ongeluk op
Woensdag j.l. op dc veerpont tc Tiel een on
derzoek ingesteld nuar dc betrouwbaarheid van
do kettingen, waarmede de pont bij vervoer
van auto's aan beido zijdon is afgesloten. Van
beide zijden werd tegen de afsluitketting op
gereden ze bleken volkomen tegen de vrij
sterke stootcn bestand.
DE LOODSSCHOENER VAN
TERSCHELLING.
Het rapport der Commissie van
onderzoek.
Wij vernemen dat de commissie, welke oen
onderzoek heeft ingesteld naar de oorzaken van
de ramp van den loodsschoener Nr. II van
Terschelling haar rapport bij den minister von
Marine heeft ingediend. Dc publicatie daarvan
is spoedig tc verwachten.
DE STORM.
De ramp van de VL. 46.
Nader wordt ons geseind
De geredden, die de Vlnordingen 47 von dc
Vloardingen 46 heeft medegebracht, zijn de
jongste C Assenberg uit Vloardingen, dc jor.g-
ric D de Waart uit Marken cn de reepschieter
D Penning, een zoon van den schipper uit
Vloardingen.
Volgens den monsterrol waren aan boord 17
opvarenden; het is evcrwcl mcgciijk dat ccn
der opvarenden neg een jongen heeft mede
genomen, doch dit staat niet vast.
Verdronken zijn: de srhipp'r D Penning
(Vlaardingcn), dc stuurman J. Wijnhorst
(Vlnordingen), de machinist B. van den Berg
(Vlnordingen), de stoker W Metaal (Vlnordin
gen), de matrozen L de Jong cn S van Roon,
beiden u..* Vlnordingen, P. Pccrcbcoi.., H. Zee
man, C Visser cn H. Visser, allen van Marken
en J. Manneken uit Vloardingen, de oudste J.
de Grcot Czn., de oudste P. Visser Hzn. en do
reepschieter C. Roos Czn.
Dc „Vlaardingcn 47" heeft behalve de drie
geredden meegebracht de lijken van L. de
Jong, P Pcereboom, C. Visser en P. Vis
ser Hzn.
Het stoot dus vost dot veertien personen om
het leven zijn gekomen.
De stoomloggcr „VL. 46" is ongeveer twee
weken geleden ter vischvangst vertrokken.
Bij de rt-ederij Pot te Vlaardingcn waren nog
geen bijzonderheden omtrent de ramp ontvan
gen.
Een interview met dc geredden cn
den redder.
Een speciale correspondent van het Pers
bureau Vaz Dias heeft hedenmorgen een on
derhoud gehad met twee der drie overlevenden
van den s'oomlogger „Kopcrnicus" VL. 46, die
Zondagmorgen op de Noordzee is vergaan en
met den redder dezer overlevenden schipper
J H. Harms von de „Columbus" VL. 47.
De 18-jarige D. de Waard Czn. verklaarde
het volgende
Zondagmorgen omstreeks half negen lag ik
nog in dc kooi, toen ik boven geroepen werd
omdat het dek van den logger, waarmee wij
reeds een paar weken op zee waren, bijna
voortdurend onder water stond. Toen ik boven
kwnm, vernam ik dot het voorruim reeds ge
heel onder water stond en dal er niet gepompt
kon worden omdat de pompen lek geslagen wa
ren. Dc schipper D. Penning heeft toen de
Hollandschc vlag in top loten hijschen. als cci»
teeken dot wij hulp noodig hadden. Op onge
veer 500 meter afstand voer de „Columbus
VL. 47 en het was speciaal een sein voor de
zen logger om ons tc hulp te komen. De schip
per is daarop begonnen met het uitdeelen der
zwemvesten. Toen negen man van een zwem
vest waren voorzien, trachtte dc schipper ook
dc tweede kist met zwemvesten open te maken.
Dit ging evenwel niet gemakkelijk. Toen hij
daarmede bezig was, kwam een hoogc zee over
het schip. Het vaartuig werd met den neus
naar de diepte getrokken met allen, die zich
aan boord bevonden. Wat er toen precies ge
beurde wist ik niet. Het schijnt dat ik door dc
zee in de nabijheid van de VL. 47 ben ge
gooid en dat men mij daar aan boord onmid
dellijk heeft opgemerkt. Met een haak ben ik
oan bcord van de „Columbus" gehaald.
De geredde C. Assenberg, evenels de Waard
jorgstc aan boord van de VL. 46, zeide aan
dek te hebben vertoefd toen dc schipper het
gevaar zag opkomen. De schipper docht even
wel niet dot het zoo ernstig was, want door
het hijschen van de vlag wilde hij slechts tc
Vennen geven, dot men hulp wonschte, hoewel
men nog niet ip nood verkeerde. Assenberg
wist ren h:ve! te grijpen en is daarop blijven
drijven Als laatste is hij door de opvarenden
van dc VL. 47 opgemerkt en aan boord gehaald
Toen ó- ramp plaats had, was de ergste storm
voorbij, het was zoogenaamd ofbuiend met
hoogc zeeën.
Tenslotte heeft de correspondent een onder
houd gehad met den schipper van de „Colum
bus" VL. 47. Deze verklaarde
Ik voer met mijn schip in de nabijheid van
de VL. 46. Ik zag dat de vlag geheschen
werd en begreep dat er hulp noodig was. Ik
trachtte dan ook met mijn vaartuig naar de
„Kopernicus" te komen. Even later zag ik
cchtci een zware grondzee over de VL. 46 rol
len *n zonk 't schip met alles was zich er op
bevond, in de diepte. Even latei zogen wij
aan boord een drenkeling, die wij meer dood
don levend ophaalden. Het was de jongste D.
dc Waard, die met het hoofd in het water lag,
toen wij hem opmerkten. Dcorno ontdekten
wij rrg fvee drenke'ingen, den jongste Assen
berg cn den zoon van den schipper D. Pen
ning. Wii trachtten naar de plaats te konvn,
waar de VL. 46 was gezonken. Op het water
Jri v-jf» wrakstu^'k"»! Andnrhalf uur 'iin
v/ij nog in do buuit blijveo kruisen en konden
wii vier lijken ophalen. Dc VL. 46 heeft zelf
geen schade beloopen.
De K. W. 103 gesignaleerd bij
Terschelling.
Men sc-int ons uit IJmuiden
Een der opvarenden van den heden binnen
gekomen stoomtrawler „Wittevcen", gemerkt
IJmuiden 26, rapporteert gistermorgen den
logger K. W. 103 bij Terschelling gezien te
hebben. Het schip was thuis varende; dc op
varende die deze heuchlijke tijding bracht is
afkomstig uit Katwijk; hij beweerde de K. W.
103 zeer goed tc kennen en er zeker van te
zijn het schip gezien te hebben.
De ramp van bet s.s. „Theadcor".
Met betrekking to4 dc ramp van de ..Theo-
door" V.L 213 meldt men ons nader uit Vloar
dingen, dat de matroos Zonnen zich niet aon
boord heeft bevonden cn de matroos Plugge
pvenmin do reis heeft medegemaakt Hunne
plaatsen werden ingenomen door de matrozen
H Dijkhuizen en J. Roos, beiden uit Scheve-
ningen Er bevonden zich dus twee personen
aan boord die Roos heetten.
De redding von 9 Noorschc
zeelieden.
Omtrent dc redding van de 9 leden der be
manning van den Noorschcn dricmastmotor-
schoencr Guit'norn Alsaker uit Drammen wordt
aan de N. R. Ct. uit IJmuiden nog gemeld
Schipper J. Stom van den stoomtreiler Hol
land IV IJM 180 heeft ons verteld, dot hij Za
terdagmorgen ter visscherij was uitgevaren.
Het werd *s middags slecht weer, en in den
nacht van Zaterdag op Zondag was het een
zware .storm. Op 25 mijl O. N. O. vdn Ter-
schellingerbank bemerkten we Zondagmorgen
II uur oen zeilschip, dat het noodsein op had.
Schipper Stom stoomde er heen en vond een
driemostgf.ffelschoener, die in zinkenden staat
verkeerde. Het dek stond reeds or.der water,
en de lading spoelde er uit. De opvarenden
tzaten in het want, vijf in den achtermast en
vier, onder wie de kar'.icin cn dc stuurman, in
den vorrmnst Dadelijk besloet men, de men-
schon zco mcgciijk te redden, waartoe hun een
lijn mo- st worden toegeworpn. Schipper Stam
moest daarbij zorgen, niet te dicht bij het
zinkende schip te komen. Bij de woeste, holle
zee v/as dear veel stuurmanskunst voor noodig
Maar het gelukte, en op het zwaar slingerende
Noórsche schip wist men telkens de iijn te
grijpen, die dan een der mannen om dc mid
del werd gebonden, waarna deze in zee sprong
cn aan boord van den Nederlandschen stoom
treiler werd getrokken.
Schipper Stom sprak vol bewondering over
een der Noorsche zeelieden, die in den achter
mast zat. Tot viermaal toe hielp deze zijn maats
de lijn omdoen, terwijl hij zelf bleef zitten. De
vijfde maal werd een der mannen uit den voor
mast gered, maar schipper Stam smaakte de
voldoening, ook den held te mogen redden. Dc
kok was ccn teer jongen von 17 jaar, die veei
water had binnengekregen cn bijkans bewuste
loos aon boord kwam.
Intusschen was dc stoomtreiler Azalea IJM
18 ook ter plaatse gekomen, die meehielp aan
het reddingswerk en drie man van boord heelt
gehaald. De Holland VI is vier uur met de red
ding bezig geweest en heeft zes man gered.
De Noorsche zeelieden werden liefderijk aon
boord van dc Hollondsche schepen verzorgd.
Schipper Stom deelde mee, dat de Hollandschc
visschers een stuk klccren uittrokken, opdat dc
Noren droge kleeren konden aantrekken. Ze
kregen warm drinken, en de kachel werd opge
stookt, zoodot de mannen, die vier uur in het
want hadden gezeten, spoedig opknapten en
weer gouw een sigaret opstaken.
Voor de Holland IV was het thuisvaren nog
een zware tocht. Het schip had water in de
machinekamer gekregen en schade aan de
schroef. Maar schipper Stom bracht het schip
en dc geredden Moondogmorgen holf tien be
houden te IJmuiden binnen. Onze visschers
hadden twee zware dogen cn twee zware nach
ten achter den rug
Dc Noorsche zeelieden werden in het Ko
ning Willemshuis opgenomen.
Dc Holland IV blijft een paar dagen binnen,
omdat het schip moet dokken.
Een oproep van het Roodc
Kruis voor dc slachtoffers van
dc jongste rampen.
Het hoofdbestuur van het Nedcrl. Roodc
Kruis zendt het volgende communiqué
Dc storm der laatste dagen heeft helaas
weder zijn slachtoffers gevraagd. Dc couranten
hebben het ons doen weten, dat de visschers-
vloot door het ruwe element zwaar getroffen
is door het vergaan von 4 harer schepen,
waardoor 46 personen (12 man, 10 man, II
man en 13 man) het leven hebben verloren.
Wat dit bericht in werkelijkheid beteekent voot
hen, die man, vader, kostwinner verloren heb
ben, behoeft niet nader tc worden vermeld.
Helaas worden wij daar te dikwijls aan her
innerd.
Intusschen is het steeds een verblijdend ver
schijnsel, dat velen zich gedrongen gevolen
tc trachten het leed der nabestaanden op cenl-
gerlci wijze te helpen lenigen cn wel op ma
terieel gebied
Voor hen, die zulk ccn blijk van sympathie
wenschen tc geven, verklaart het hoofdbestuur
van het Ncdcrlandschc Roodc Kruis, Princes-
scgracht 27, 'sGrovenhoge (postgironommcr
22120), zich gaarne bereid gelden in ontvangst
te nemen onder het motto „Ramp Noordzee".
Dc Ornc.
Omtrent het binnenbrengen van de Ornc
valt nog mede to dcclen Gistermorgen om
streeks half acht is het Franschc stoomschJp
Ome, groot 2139 ton, komende uit Bordeaux,
tocbchoorendc aon de Compagnie Générale
Trnnsatlant. te Parijs, voor den waterweg vci-
schenen met bestemming voor Rotterdam.
Het schip seinde om ccn loods en een sleep
boot In verbond met het slechte weer werd
cr niet geloodst, zoodat aan het verzoek om
ccn loods geen gevolg gegeven kon worden
De Roodc Z«*c van L. Smith cn Co 's inter
nationale sleepdienst vertrok naar zee om hei
schip bij het binnenkomen le ossisteeren. Het
bleek schade aan dc machines en de stuur
inrichting en beide ankers verloren te hebben
Een loods is non de Roede Zee niet mede
gegeven, omdat hij toch niet op de Ornc had
kunnen komen. De Roodc Zee wist een tros
vest te krijgen en begon de Ornc naar den
mond van den Waterweg te sleepen. Juist
tusschen de beide pieren aangekomen, brok
dc tros en de Ornc dreef Noord-Oost af, met
den kop naar de kust. Door steeds achteruit
te slaan wist men te voorkomen, dat het schip
op het strand geworpen werd. Terstond is toen
uit Hoek van Hollend do reddingsboot Prins
der Nederlanden uitgevaren. Omstreeks half
drie kreeg de loodscommissaris bericht, dat
het der Roodc Zee gelukt was opnieuw den
tros uit tc brengen en verbinding met het
schip te krijgen. Dc Prins der Nederlanden
keerde toen noar Hoek van Holland terug. Dc
Roodc Zee probeerde daarop opnieuw met dc
Orne ie Hock van Holland binnen tc loopen.
Wat, gelijk men weet, is gelukt.
Engclsche kolenboot in nood.
In dc haven van Nieuwediep is binnenge
vallen dc Engclsche kolenboot Chasmoor, op
weg van Hamburg naar Goole Dc boot vroeg
medische hulp Bij onderzoek bleek, dat dc
Chasmoor in den storm in1 dc nabijheid van
Borlcum zware averij heeft gekregen. Van dc
brug is een gedeelte weggeslagen De tweede
officier, John Mc. Lcod, is ernstig gewond,
tengevolge van het dichtslaan van de hutdcur
zijn vier vingers afgekneld.
De Chasmoor, een bootje van 325 ton, be
hoort oan de reedcrij Moore Steamship Com
pany tc Goole. Kapitein is Jcs. Lea.
Dc boot was Vrijdagmorgen van Hamburg
vertrokken.
DE ONGERUSTHEID IN DE VISSCHERS-
PLAATSEN.
Het hoofdbestuur der Reedersvcieeniging
voor do Nederlandschc Haringvisscherij heelt
den minister van marine het volgende tele
gram gezonden
Wegens plaats gehad hebbende scheeps
rampen hccrscht groote ongerustheid in de
verschillende visscherijplaatscn over nog op
zee zijnde visschersvnartuigcn. Verzoeke com
mandanten van poliliekiuisers onverwijld op
dracht te willen geven, radio-telegrafisch ver
kende schepen tc rapportcercn.
HET DREIGEND CONFLICT IN DE
MIJNEN.
N. V V. cn Mijnwerkersbond
conferceren.
Gistermorgen is tc Amsterdam ccn confe
rentie gehouden tusschen het hoofdbestuur van
den Nederlandschen Mijnwerkersbond en het
bestuur van het Nederlandsch Verbond van
Vokvercenigingen.
Het bestuur van het N. V. V. verklaarde ac-
coord tc gaan met de stoppen, welke door het
hoofdbestuur von den mijnwerkersbond betref
fende het huidige geschil met de werkgevers
waren gedaan
Het N. V. V.-bestuur heeft vervolgens allen
mogelijkcn steun toegezegd indien het tot een
conflict zou komen.
In de conferentie is ook nog gesproken over
de weigering van de mijndirecties om in de
Contact-Commissie met het hoofdbestuur van
den mijnwerkersbond, den heer Kramer tc er
goder en.
Het bestuur van het N. V. V. meende han
gende het conflict op- dit oogenblik nog geen
6tappcn ten aanzien ven deze kwestie te moeten
doen, maar hield zich het recht voor om later
daarop terug tc komen.
Dc contactcommissie Lijcen.
De directies blijven tegen den zes-
urendienst op Zaterdag gekant.
Gistermorgen heeft de contactcommissie in
het mijnbedrijf te Heerlen opnieuw vergaderd
voor de behandeling van het verzoek der
samenwerkendo organisaties, tot wederinvoe
ring van den zes-urendienst op Zoterdag. In
dezo vergadering werd namens de directies een
verklaring afgelegd, waarin zij zeggen dot de
directies van oordcel blijven, dat uit oecono-
misch oogpunt zij tot wederinvoering van den
zes-urendienst op Zaterdag niet kunnen over
gaan, Waar nu do vakorganisaties vasthouden
aan de wederinvoering van den zes-urendienst
op godsdienstige en zedelijke motieven, meencn
do directies de tegenwoordigo regeling niet
langer te mogen vasthouden. Terugkeer tot den
zes-urendienst brengt echter naar de mcening
van de directies mede, dot zij de vraag onder
do oogen hebben tc zien of de bestaande loon
regeling ongewijzigd kan blijven en of zij niet
"do bestoando loonsovereenkomst moeten op
zeggen met voorstellen tot loonsverlaging.
Na kennisneming van dezo verklaring deel
den dc vertegenwoordigers der vakbonden mee
dat hun schriftelijk antwoord daarop uiterlijk
Donderdagmorgen 14 October oan de Contact
commissie zal v/orden toegezonden.
De directie bereid den zes-uren
dienst tijdelijk in te voeren.
De zeer beknopte vorm van het ons gisteren
verstrekte resumé van het verhandelde in do
contactcommissie is oorzaak geweest dat de
bedoeling der werkgevers daaruit minder dui-
de'ijk naar voren kwam.
Hieronder volgt uitvoeriger dc inhoud der
verklaring, die namens de directies afgelegd
werd
De kwestie van den Zaterdagschen dienst
heeft een economisch cn godsdienstig-zedelijk
karakter. Dc directies blijven van oordeel, dêt
uit economisch oogpunt bezien tot weder-in-
voering van den 6-uursdienst niet kan worden
overgegaan.
Wat den godsdienstig-zcdclijken kont aan
gaat, verwijzen dc directies naar het destijds
door haor gedaan voorstel.
i)eze regelen blijken thans bij de vakbonden
ernstig bezv/ear te ontmoeten en wel in die
note, dar -ij thans voor alles streven naar her
stel van den 6-urendienst cn bereid zijn de
consequenties daarvan te aanvaarden.
Onder deze omstandigheden meenen de di
recties aan de tegenwoordige regeling niet
langer te mogen vasthouden en verklaren zij
ich Lereid den 6-urcnrfienst op Zaterdag we
der in te voeren. Zij behouden zich voor, om,
wanneer de omstandigheden dit noodig maken,
dc bcstaar.de Iconcvereenkomst op te zeggen
en tc komen met voorstellen tot loonsverlaging.
Verder wenschen zij den verkorten Zaterdag
schen dienst beschouwd te zien als een tijde-
ijker, maatregel, waarop zij kunnen terugko
men, wanneer de omstandigheden haar daar
toe noodzaken.
Vervol^i-r.s wenschen zij, mede in verband
met een door de benden dezer dagen geuite
bedreiging met stoking, c-r met nadruk op te
wijzen, dat naar hun stellige overtuiging de
bonden noch rechtens noch moreel een wijzi
ging van den werktijd op Zaterdag kunnen
eischcn alvorens de C. A. O. met een termijn
van 3 maanden tc hebben opgezegd, hetgeen
derhalve eerst tegen T Februari 1927 zou kun
nen geschieden.
vlechten de bonden ccn andere opvatting
blijven huldigen, don stellen de directies cr
prijs cp deze kwestie te onderwerpen aan het
oordeel van een rechtskundigen scheidsman, in
Onderling overleg aan te wijzen.
Iirusschen zijn de directies bereid den ter-
n.ijn van invoering van dc nieuwe dienstrege
ling* op Zaterdag in zooverre tc verkorten, dat
deze iret 1 Januari a.s. in werking treedt.
Ten slctle zij medegedeeld, dat op som
mige I imburfrschc mijnen de mogelijkheid be
staat de nachtploeg op Zaterdag te doen ver
vollen en dc arbeiders van die ploeg in andere
diensten te plaatsen.
De directies dier mijnen vertrouwen dot do
bonden met een dergelijke regeling, waardoor
het bedrijf reeds des Zaterdagsavonds om 10
uur kan eindigen, zullen instemmen.
No kennisneming van deze verklaring deel-
den dc vertegenwoordigers der vakbonden mc-
di, dat zij hun schriftelijk antwoord daarbij
uiterlijk Donderdagmorgen 14 October oan de
contactcommissie zullen doen toekomen.
Het stakingsgevaor geweken.
Het Hbld. teekent bij bovenvermeld commu
niqué aan
Dc leiders der vakbonden met wien wij ons
in verbinding stelden achten deze voorwaar
den op bespreking van enkele punten aanne-
melijk en verklaarden dat het s t a k i n g s-
gevaar dan ook geweken is. Men zal echter
nog moeten vergaderen met dc bondsbesturen
om een definitief antwoord te kunnen geven.
In elk geyal is men erover eens, dat zeer ze
ker dc bepaling van een datum van Invoering
van de nieuwe werkregeling een punt van be
spreking znl zijn.
Van bevoegde zijde der mijndirectie verne
men wij dat deze een afwochtende houding
zullen aannemen omtrent het te geven ant
woord doch vinden in du voorgestelde rege*
ling een oplossing èn in het belang der mijn*
arbeiders èn in het belang der mijnonderne
mingen.