zijn ontspoord. Door den stand van het mate rieel no de ontsporing wordt o. i. het boven staande bevestigd. Het buitenbeen von het spoor vóór de pielt der ontsporing lag na de ontsporing 2Yi. a 3 c.M. lager dan het binnenbeen, dit is een loc stand die geen gevaar oplevert; ook vertoonde het spoor aldaar lichte inzinkingen en oneffen heden, echter niet von dien aard, dat deze aan leiding zouden kunnen geven tot ontsporen. Ter plaatse van het ongeval was het spoor zoo danig vernield, dot von de ligging niets te zeg gen volt. Het boonlichoom heeft geen enkel toeken van verzakking vertoond; daartoe was ook geen aanleiding, de ondergrond is niet slecht en do ophooging is gering. De ballost was op 6, 7 en TO Augustus geheel vernieuwd. Dc aanleiding hiertoe was het volgende: De spoorweg Amsterdam—Rotterdam was vroeger aangelegd met zandballast en grind- afdekking en in dien toestond onderhouden, waarbij in den loop der tijden wèl veel grind met het zand werd vermengd, doch toch door het langzamerhand vervuilde zand het drainec- rend vermogen van dc ballast te wenschen overliot. Met het oog op het in 1927 in te voeren bedrijf met clectrische tractie op den spoor weg Amsterdam—Rotterdam werd het gc- wenscht geacht op dezen spoorweg in den loop van 1926 de ballast te vervangen door zuivcro grind, zoodat ook daar een ballastbcd zou wor den verkregen zooals in de laatste joreen op nieuwe spoorwegen en in nieuwo tweede spo ren op bestaande spoorwegen steeds werd aan gelegd. Gebruikt werd grind uit onze eigen grinderij ïn Linne, gezeefd door horren van 6 c.M traliewijdte, terwijl daarna de grind passeeit over fijnere horren, waardoor de zeer kleine korreltjes grootendeels worden uitgezeefd. De stukken, die niet door de eerste hor gaan, wor den in een breker gebroken; het spreekt echter vanzelf dot tusschen dc tralies van de hor wel stukken passecren, die in een bepaalde richting grooterc afmetingen hebben wonneer zij in een bepaald vlek niet dikker dan 6 c.M. zijn en dat de breker ook nog wel eens een grof stuk grind oplevert. De grind van Linne is eenigszins beslagen met leem en zond en doordoor vrij stroef. Deze kwaliteit van grind is gedurende vele jaren op dc Ncderlondschc spoorwegen ge bruikt en heeft steeds goed voldaan. In het algemeen werd do ballast tot 25 a 30 c.M. onder onderkant dwarsligger vernieuwd; gedurende het verwijderen van de oude ballast onder de dwarsliggers en het aanvullen met grind werden A en E borden geplaatst en werd met eene snelheid van 30 K.M. per uur gereden. Zoodro de geheelc ballast in een ze ker baangcdeelto vernieuwd was, werd het spoor bijgelicht en werden dc A—E border, weggenomen. Ter plaatse von het ongeval lag het spoot nog wat laag en moest dit nog circa TO c.M. gelicht worden, zoodnt slechts 15 o 20 c.M grind onder onderkant dwarsliggers aanwezig was. Dit lichten had nog niet plaats gevonden, omdat het spoor dan te veel uit dc ballost zou komen en er dan ter aanvulling weer grind moest worden aangevoerd, welke nog niet be schikbaar was; het spoor lag doordoor flink in dc ballost, terwijl dc iets te lage ligging in dezo nieuwe, wnterdoorlatendc ballast hoegenaamd geen bezwaar oplevert. In het algemeen eischt zulk spoor, wooronder nieuwe ballast is aangebracht, veel onderhoud door het inrijden van de ballast. Het onderhavige spoor vercischtc niet meet onderhoud dan elders, waor ballast vernieuwd werd, het geval is. Er is na de ballastvernieuwingen op den spoorweg Amsterdam—Rotterdam door het locomotiefpersoneel veel geklaagd over on rustig rijden; klachten over het gedeelte waar de ontsporing pleats had, zijn evenwel alleen op 17 Augustus geuit. Dit spoor werd geregeld onderhouden; in totaal gedurende 4 dogen tusschen 10 Aug. (vernieuwing van de ballast) en den dag van de ontsporing heeft de ploeg van dit baan. vak elders assistentie verleend voor ballastver- nieuwing. De opzichter van den weg heeft na 10 Aug. meermalen den ploegbaas speciaal opgedra gen naar het van nieuwe ballast voorziene baanvak te gaan kijken. Het spoor werd 26 Augustus door den op zichter van den weg bezocht; op 2 September sprak hij den ploegbaas Van Vliet van het baanvak Voorschoten—Do Vink en informeer de hij naar de ligging van het spoor. De ploeg baas deelde mede dat het goed lag. Hij droeg den ploegbaas op er nog eens speciaal naar te gaan zien en vroeg hem den volgenden dag per telefoon naar zijne bevinding, die gunstig was. Den dag vóór het ongeval was in het andere spoor ballast vernieuwd (deze werkzaamheden kunnen niet van invloed geweest zijn op dc ligging van het spoor ter plaatse van het on geval, omdat dit ongeveer 300 meter verdei in de richting Lelden plaats vond); toen men daarmede gereed was, droeg, volgens verkla ring van den assistent-opzichter, die de leiding had, dezo aan den ploegbaas op om het af gaand spoor nog eens na to zien, hetgeen ge schied is. Do wegwerker, die in den oohtend van dea 9en September het bewuste baanvak heeft go schouwd, heeft het spoor in orde bevonden. Do machinisten van de vier aan trein 218 op 9 September vóórafgaande treinen verklaren allen dot zij niets bizonders hebben opgemerkt Niettemin hebben enkele reizigers van die treinen naar oonleiding van het ongeval de me- dedeeling gedoan, dot zij ongeveer ter plaatse van het ongeval hevig heen en weer geschud zijn. Deze tegenspraak is wellicht daaruit te ver klaren, dat de machinisten zich niet direct over eenig onrustig rijden ongerust maken en daar- om er geen bizondere aandacht aan hebben geschonken, indien inderdaad die treinen op de bewuste plaats wat geschommeld hebben Hieruit volgt toch wel dat het niet zeer ern stig kan zijn geweest. Ook de machinist van trein 218 heeft niets bizonders aan het spoor gezien; hij verklaart alleen, dat zijne locomotief vlok vóór de ont sporing hevig schommelde. Bij onderzoek von andere sporen in vernieuw de ballast is ons gebleken, dat deze voldoende vast ligt, zoodot in die vcrsche ballast, welke aanvankelijk moeilijk aan te stampen is, wel lichte inzinkingen en oneffenheden ontslaan, doch het cntslcan van ernstige plotselinge ver zakkingen door uitschieten van de grind niet aan te 'nemen is. Dit laatste is te meer onwaarschijnlijk in hei onderhavige spoor, waar dit wat laag lag er. dus de loog verscho ballast onder de dwars liggers dunner was don elders. De grond waarop de ballast rust in dezo oude baan is natuurlijk hord. Wij hebben ons afgevraagd, of bij de kleine ongelijkheden en inklinkingen, die in het spoor vóór dc plaats van het ongeval zijn waargeno men en ook ter plaatse van het ongeval aan wezig kunnen zijn geweest en die meer voor komen. doch nooit getoond hebben gevaar op te leveren, gevoegd bij de eenigszins verkonte ligging van het spo:r, het hevig schommelen van de locomotieff, dat de machinist vlak vóór dc ontsporing zegt tc hebben opgemerkt, cn verder do ontsporing tc ve.klarcr» zouden zijn Het is denkbaar, dat wanneer zuike kleine inzinkingen zich over een grooteren afstond herhalen, de schommelingen, die dc locomo tief daardoor krijgt op een oogenblik, toeval lig, in verbond met dc snelheid van den trein cn den eigen slingertijd van de locomotief in resonnantie komen met de inzinkingen in den weg en daardoor steeds grooter worden Voegt men daarbij, dot door deze schom melingen in dworsrichting door de dynamische werking aan do zijde waar de locomo'W over helt, een veel grooter druk op de spoorstaaf wordt uitgeoefend dan de statische belasting, waardoor do inzinkingen nog kunnen worden verdiept, dan is het denkbaar dat ton slotte door ontlasting von do wielen aen de nrderc zijde ontsporing volgt. Wij vestigen er echter dc aandacht cp, dai er don al een bizonder tocva'lig samentreffen van bedoelde inzinkingen met de schommcltij- den von de locomotief zich moet voordoen, ■hetgeen slechts zeer zelden het ge.*al zal zijn, doch dot in het geval van trein 218 op 9 September zich bij uitzondering kan hebben voorgedaan. Hoewel gebleken is. dat er vóór de plaa's van dc ontsporing onvolkomenheden ir. den weg waren, mcenen wij dot niemand van het per soneel voor het ongeval verantwoordelijk te stellen is, omdat het verband tusschen deze onvolkomenheden cn het ongeval niet voldoen de vaststaat. VREESELIJK ONGELUK BIJ KETHEL. Vier arbeiders door den posttrein overreden en gedood. In den afgcloopcn nacht heeft zich nabij do spoorwegholto Kethel bij Schiedem een vrce- selijk drama afgespeeld, waarbij vier men- schcnlevcns te betreuren zijn. De 42-jarige ploegbaas C. G. Nooine, diens 20-jarigo zoon I,. Noome, de 38-jarige arbeider G. D. Hocksema en de 32-jarige arbeider A. J. Kwant, waren in den afgeloopen nacht bezig geweest met het lossen van een grinttrcin, die op den spoorweg tusschen Kethel cn Schie dam stond Omstreeks 3 uur hebben zij den arbeid gestaakt in verband mc-t het buitenge woon slechte weer cn togen zij huiswaarts. Zij namen het linkerspcor. Ongeveer 100 M. achter hen liep dc ploegbaas Blom, die aan dcnzelfden trein gewerkt had. Hij volgde het rechterspoor. Op zeker moment passeerde hem e posttrein van Rotterdam naar Amsterdam en toen hij honderd meter verder was geko men, ontdekte hij dat de 4 arbeiders, die den posttrein achter hen niet hadden hooren aan komen, waren verpletterd Dc ploegbaas Blom ging onmiddellijk naar Kethel en waarschuwde dc autoriteiten. De lijken zijn in een groote londbouwschuur nobij Kethel gebracht. Het ongeval heeft plaats gehad doordat, wanneer er des nachts op dc lijn gewerkt wordt en een motcriaaltrein op den spoorweg staat, slechts over enkel spoor wordt gereden De omgekomen arbeiders schijnen dit niet tc hebben geweten of cr niet aan te hebben ge dacht. HET AUTO-ONGELUK OP DE WAAL. Dc kettingen waren betrouwbaar. Dc vcrkeersinspcctic in Gelderland heeft naar aanleiding van het auto-ongeluk op Woensdag j.l. op dc veerpont tc Tiel een on derzoek ingesteld nuar dc betrouwbaarheid van do kettingen, waarmede de pont bij vervoer van auto's aan beido zijdon is afgesloten. Van beide zijden werd tegen de afsluitketting op gereden ze bleken volkomen tegen de vrij sterke stootcn bestand. DE LOODSSCHOENER VAN TERSCHELLING. Het rapport der Commissie van onderzoek. Wij vernemen dat de commissie, welke oen onderzoek heeft ingesteld naar de oorzaken van de ramp van den loodsschoener Nr. II van Terschelling haar rapport bij den minister von Marine heeft ingediend. Dc publicatie daarvan is spoedig tc verwachten. DE STORM. De ramp van de VL. 46. Nader wordt ons geseind De geredden, die de Vlnordingen 47 von dc Vloardingen 46 heeft medegebracht, zijn de jongste C Assenberg uit Vloardingen, dc jor.g- ric D de Waart uit Marken cn de reepschieter D Penning, een zoon van den schipper uit Vloardingen. Volgens den monsterrol waren aan boord 17 opvarenden; het is evcrwcl mcgciijk dat ccn der opvarenden neg een jongen heeft mede genomen, doch dit staat niet vast. Verdronken zijn: de srhipp'r D Penning (Vlaardingcn), dc stuurman J. Wijnhorst (Vlnordingen), de machinist B. van den Berg (Vlnordingen), de stoker W Metaal (Vlnordin gen), de matrozen L de Jong cn S van Roon, beiden u..* Vlnordingen, P. Pccrcbcoi.., H. Zee man, C Visser cn H. Visser, allen van Marken en J. Manneken uit Vloardingen, de oudste J. de Grcot Czn., de oudste P. Visser Hzn. en do reepschieter C. Roos Czn. Dc „Vlaardingcn 47" heeft behalve de drie geredden meegebracht de lijken van L. de Jong, P Pcereboom, C. Visser en P. Vis ser Hzn. Het stoot dus vost dot veertien personen om het leven zijn gekomen. De stoomloggcr „VL. 46" is ongeveer twee weken geleden ter vischvangst vertrokken. Bij de rt-ederij Pot te Vlaardingcn waren nog geen bijzonderheden omtrent de ramp ontvan gen. Een interview met dc geredden cn den redder. Een speciale correspondent van het Pers bureau Vaz Dias heeft hedenmorgen een on derhoud gehad met twee der drie overlevenden van den s'oomlogger „Kopcrnicus" VL. 46, die Zondagmorgen op de Noordzee is vergaan en met den redder dezer overlevenden schipper J H. Harms von de „Columbus" VL. 47. De 18-jarige D. de Waard Czn. verklaarde het volgende Zondagmorgen omstreeks half negen lag ik nog in dc kooi, toen ik boven geroepen werd omdat het dek van den logger, waarmee wij reeds een paar weken op zee waren, bijna voortdurend onder water stond. Toen ik boven kwnm, vernam ik dot het voorruim reeds ge heel onder water stond en dal er niet gepompt kon worden omdat de pompen lek geslagen wa ren. Dc schipper D. Penning heeft toen de Hollandschc vlag in top loten hijschen. als cci» teeken dot wij hulp noodig hadden. Op onge veer 500 meter afstand voer de „Columbus VL. 47 en het was speciaal een sein voor de zen logger om ons tc hulp te komen. De schip per is daarop begonnen met het uitdeelen der zwemvesten. Toen negen man van een zwem vest waren voorzien, trachtte dc schipper ook dc tweede kist met zwemvesten open te maken. Dit ging evenwel niet gemakkelijk. Toen hij daarmede bezig was, kwam een hoogc zee over het schip. Het vaartuig werd met den neus naar de diepte getrokken met allen, die zich aan boord bevonden. Wat er toen precies ge beurde wist ik niet. Het schijnt dat ik door dc zee in de nabijheid van de VL. 47 ben ge gooid en dat men mij daar aan boord onmid dellijk heeft opgemerkt. Met een haak ben ik oan bcord van de „Columbus" gehaald. De geredde C. Assenberg, evenels de Waard jorgstc aan boord van de VL. 46, zeide aan dek te hebben vertoefd toen dc schipper het gevaar zag opkomen. De schipper docht even wel niet dot het zoo ernstig was, want door het hijschen van de vlag wilde hij slechts tc Vennen geven, dot men hulp wonschte, hoewel men nog niet ip nood verkeerde. Assenberg wist ren h:ve! te grijpen en is daarop blijven drijven Als laatste is hij door de opvarenden van dc VL. 47 opgemerkt en aan boord gehaald Toen ó- ramp plaats had, was de ergste storm voorbij, het was zoogenaamd ofbuiend met hoogc zeeën. Tenslotte heeft de correspondent een onder houd gehad met den schipper van de „Colum bus" VL. 47. Deze verklaarde Ik voer met mijn schip in de nabijheid van de VL. 46. Ik zag dat de vlag geheschen werd en begreep dat er hulp noodig was. Ik trachtte dan ook met mijn vaartuig naar de „Kopernicus" te komen. Even later zag ik cchtci een zware grondzee over de VL. 46 rol len *n zonk 't schip met alles was zich er op bevond, in de diepte. Even latei zogen wij aan boord een drenkeling, die wij meer dood don levend ophaalden. Het was de jongste D. dc Waard, die met het hoofd in het water lag, toen wij hem opmerkten. Dcorno ontdekten wij rrg fvee drenke'ingen, den jongste Assen berg cn den zoon van den schipper D. Pen ning. Wii trachtten naar de plaats te konvn, waar de VL. 46 was gezonken. Op het water Jri v-jf» wrakstu^'k"»! Andnrhalf uur 'iin v/ij nog in do buuit blijveo kruisen en konden wii vier lijken ophalen. Dc VL. 46 heeft zelf geen schade beloopen. De K. W. 103 gesignaleerd bij Terschelling. Men sc-int ons uit IJmuiden Een der opvarenden van den heden binnen gekomen stoomtrawler „Wittevcen", gemerkt IJmuiden 26, rapporteert gistermorgen den logger K. W. 103 bij Terschelling gezien te hebben. Het schip was thuis varende; dc op varende die deze heuchlijke tijding bracht is afkomstig uit Katwijk; hij beweerde de K. W. 103 zeer goed tc kennen en er zeker van te zijn het schip gezien te hebben. De ramp van bet s.s. „Theadcor". Met betrekking to4 dc ramp van de ..Theo- door" V.L 213 meldt men ons nader uit Vloar dingen, dat de matroos Zonnen zich niet aon boord heeft bevonden cn de matroos Plugge pvenmin do reis heeft medegemaakt Hunne plaatsen werden ingenomen door de matrozen H Dijkhuizen en J. Roos, beiden uit Scheve- ningen Er bevonden zich dus twee personen aan boord die Roos heetten. De redding von 9 Noorschc zeelieden. Omtrent dc redding van de 9 leden der be manning van den Noorschcn dricmastmotor- schoencr Guit'norn Alsaker uit Drammen wordt aan de N. R. Ct. uit IJmuiden nog gemeld Schipper J. Stom van den stoomtreiler Hol land IV IJM 180 heeft ons verteld, dot hij Za terdagmorgen ter visscherij was uitgevaren. Het werd *s middags slecht weer, en in den nacht van Zaterdag op Zondag was het een zware .storm. Op 25 mijl O. N. O. vdn Ter- schellingerbank bemerkten we Zondagmorgen II uur oen zeilschip, dat het noodsein op had. Schipper Stom stoomde er heen en vond een driemostgf.ffelschoener, die in zinkenden staat verkeerde. Het dek stond reeds or.der water, en de lading spoelde er uit. De opvarenden tzaten in het want, vijf in den achtermast en vier, onder wie de kar'.icin cn dc stuurman, in den vorrmnst Dadelijk besloet men, de men- schon zco mcgciijk te redden, waartoe hun een lijn mo- st worden toegeworpn. Schipper Stam moest daarbij zorgen, niet te dicht bij het zinkende schip te komen. Bij de woeste, holle zee v/as dear veel stuurmanskunst voor noodig Maar het gelukte, en op het zwaar slingerende Noórsche schip wist men telkens de iijn te grijpen, die dan een der mannen om dc mid del werd gebonden, waarna deze in zee sprong cn aan boord van den Nederlandschen stoom treiler werd getrokken. Schipper Stom sprak vol bewondering over een der Noorsche zeelieden, die in den achter mast zat. Tot viermaal toe hielp deze zijn maats de lijn omdoen, terwijl hij zelf bleef zitten. De vijfde maal werd een der mannen uit den voor mast gered, maar schipper Stam smaakte de voldoening, ook den held te mogen redden. Dc kok was ccn teer jongen von 17 jaar, die veei water had binnengekregen cn bijkans bewuste loos aon boord kwam. Intusschen was dc stoomtreiler Azalea IJM 18 ook ter plaatse gekomen, die meehielp aan het reddingswerk en drie man van boord heelt gehaald. De Holland VI is vier uur met de red ding bezig geweest en heeft zes man gered. De Noorsche zeelieden werden liefderijk aon boord van dc Hollondsche schepen verzorgd. Schipper Stom deelde mee, dat de Hollandschc visschers een stuk klccren uittrokken, opdat dc Noren droge kleeren konden aantrekken. Ze kregen warm drinken, en de kachel werd opge stookt, zoodot de mannen, die vier uur in het want hadden gezeten, spoedig opknapten en weer gouw een sigaret opstaken. Voor de Holland IV was het thuisvaren nog een zware tocht. Het schip had water in de machinekamer gekregen en schade aan de schroef. Maar schipper Stom bracht het schip en dc geredden Moondogmorgen holf tien be houden te IJmuiden binnen. Onze visschers hadden twee zware dogen cn twee zware nach ten achter den rug Dc Noorsche zeelieden werden in het Ko ning Willemshuis opgenomen. Dc Holland IV blijft een paar dagen binnen, omdat het schip moet dokken. Een oproep van het Roodc Kruis voor dc slachtoffers van dc jongste rampen. Het hoofdbestuur van het Nedcrl. Roodc Kruis zendt het volgende communiqué Dc storm der laatste dagen heeft helaas weder zijn slachtoffers gevraagd. Dc couranten hebben het ons doen weten, dat de visschers- vloot door het ruwe element zwaar getroffen is door het vergaan von 4 harer schepen, waardoor 46 personen (12 man, 10 man, II man en 13 man) het leven hebben verloren. Wat dit bericht in werkelijkheid beteekent voot hen, die man, vader, kostwinner verloren heb ben, behoeft niet nader tc worden vermeld. Helaas worden wij daar te dikwijls aan her innerd. Intusschen is het steeds een verblijdend ver schijnsel, dat velen zich gedrongen gevolen tc trachten het leed der nabestaanden op cenl- gerlci wijze te helpen lenigen cn wel op ma terieel gebied Voor hen, die zulk ccn blijk van sympathie wenschen tc geven, verklaart het hoofdbestuur van het Ncdcrlandschc Roodc Kruis, Princes- scgracht 27, 'sGrovenhoge (postgironommcr 22120), zich gaarne bereid gelden in ontvangst te nemen onder het motto „Ramp Noordzee". Dc Ornc. Omtrent het binnenbrengen van de Ornc valt nog mede to dcclen Gistermorgen om streeks half acht is het Franschc stoomschJp Ome, groot 2139 ton, komende uit Bordeaux, tocbchoorendc aon de Compagnie Générale Trnnsatlant. te Parijs, voor den waterweg vci- schenen met bestemming voor Rotterdam. Het schip seinde om ccn loods en een sleep boot In verbond met het slechte weer werd cr niet geloodst, zoodat aan het verzoek om ccn loods geen gevolg gegeven kon worden De Roodc Z«*c van L. Smith cn Co 's inter nationale sleepdienst vertrok naar zee om hei schip bij het binnenkomen le ossisteeren. Het bleek schade aan dc machines en de stuur inrichting en beide ankers verloren te hebben Een loods is non de Roede Zee niet mede gegeven, omdat hij toch niet op de Ornc had kunnen komen. De Roodc Zee wist een tros vest te krijgen en begon de Ornc naar den mond van den Waterweg te sleepen. Juist tusschen de beide pieren aangekomen, brok dc tros en de Ornc dreef Noord-Oost af, met den kop naar de kust. Door steeds achteruit te slaan wist men te voorkomen, dat het schip op het strand geworpen werd. Terstond is toen uit Hoek van Hollend do reddingsboot Prins der Nederlanden uitgevaren. Omstreeks half drie kreeg de loodscommissaris bericht, dat het der Roodc Zee gelukt was opnieuw den tros uit tc brengen en verbinding met het schip te krijgen. Dc Prins der Nederlanden keerde toen noar Hoek van Holland terug. Dc Roodc Zee probeerde daarop opnieuw met dc Orne ie Hock van Holland binnen tc loopen. Wat, gelijk men weet, is gelukt. Engclsche kolenboot in nood. In dc haven van Nieuwediep is binnenge vallen dc Engclsche kolenboot Chasmoor, op weg van Hamburg naar Goole Dc boot vroeg medische hulp Bij onderzoek bleek, dat dc Chasmoor in den storm in1 dc nabijheid van Borlcum zware averij heeft gekregen. Van dc brug is een gedeelte weggeslagen De tweede officier, John Mc. Lcod, is ernstig gewond, tengevolge van het dichtslaan van de hutdcur zijn vier vingers afgekneld. De Chasmoor, een bootje van 325 ton, be hoort oan de reedcrij Moore Steamship Com pany tc Goole. Kapitein is Jcs. Lea. Dc boot was Vrijdagmorgen van Hamburg vertrokken. DE ONGERUSTHEID IN DE VISSCHERS- PLAATSEN. Het hoofdbestuur der Reedersvcieeniging voor do Nederlandschc Haringvisscherij heelt den minister van marine het volgende tele gram gezonden Wegens plaats gehad hebbende scheeps rampen hccrscht groote ongerustheid in de verschillende visscherijplaatscn over nog op zee zijnde visschersvnartuigcn. Verzoeke com mandanten van poliliekiuisers onverwijld op dracht te willen geven, radio-telegrafisch ver kende schepen tc rapportcercn. HET DREIGEND CONFLICT IN DE MIJNEN. N. V V. cn Mijnwerkersbond conferceren. Gistermorgen is tc Amsterdam ccn confe rentie gehouden tusschen het hoofdbestuur van den Nederlandschen Mijnwerkersbond en het bestuur van het Nederlandsch Verbond van Vokvercenigingen. Het bestuur van het N. V. V. verklaarde ac- coord tc gaan met de stoppen, welke door het hoofdbestuur von den mijnwerkersbond betref fende het huidige geschil met de werkgevers waren gedaan Het N. V. V.-bestuur heeft vervolgens allen mogelijkcn steun toegezegd indien het tot een conflict zou komen. In de conferentie is ook nog gesproken over de weigering van de mijndirecties om in de Contact-Commissie met het hoofdbestuur van den mijnwerkersbond, den heer Kramer tc er goder en. Het bestuur van het N. V. V. meende han gende het conflict op- dit oogenblik nog geen 6tappcn ten aanzien ven deze kwestie te moeten doen, maar hield zich het recht voor om later daarop terug tc komen. Dc contactcommissie Lijcen. De directies blijven tegen den zes- urendienst op Zaterdag gekant. Gistermorgen heeft de contactcommissie in het mijnbedrijf te Heerlen opnieuw vergaderd voor de behandeling van het verzoek der samenwerkendo organisaties, tot wederinvoe ring van den zes-urendienst op Zoterdag. In dezo vergadering werd namens de directies een verklaring afgelegd, waarin zij zeggen dot de directies van oordcel blijven, dat uit oecono- misch oogpunt zij tot wederinvoering van den zes-urendienst op Zaterdag niet kunnen over gaan, Waar nu do vakorganisaties vasthouden aan de wederinvoering van den zes-urendienst op godsdienstige en zedelijke motieven, meencn do directies de tegenwoordigo regeling niet langer te mogen vasthouden. Terugkeer tot den zes-urendienst brengt echter naar de mcening van de directies mede, dot zij de vraag onder do oogen hebben tc zien of de bestaande loon regeling ongewijzigd kan blijven en of zij niet "do bestoando loonsovereenkomst moeten op zeggen met voorstellen tot loonsverlaging. Na kennisneming van dezo verklaring deel den dc vertegenwoordigers der vakbonden mee dat hun schriftelijk antwoord daarop uiterlijk Donderdagmorgen 14 October oan de Contact commissie zal v/orden toegezonden. De directie bereid den zes-uren dienst tijdelijk in te voeren. De zeer beknopte vorm van het ons gisteren verstrekte resumé van het verhandelde in do contactcommissie is oorzaak geweest dat de bedoeling der werkgevers daaruit minder dui- de'ijk naar voren kwam. Hieronder volgt uitvoeriger dc inhoud der verklaring, die namens de directies afgelegd werd De kwestie van den Zaterdagschen dienst heeft een economisch cn godsdienstig-zedelijk karakter. Dc directies blijven van oordeel, dêt uit economisch oogpunt bezien tot weder-in- voering van den 6-uursdienst niet kan worden overgegaan. Wat den godsdienstig-zcdclijken kont aan gaat, verwijzen dc directies naar het destijds door haor gedaan voorstel. i)eze regelen blijken thans bij de vakbonden ernstig bezv/ear te ontmoeten en wel in die note, dar -ij thans voor alles streven naar her stel van den 6-urendienst cn bereid zijn de consequenties daarvan te aanvaarden. Onder deze omstandigheden meenen de di recties aan de tegenwoordige regeling niet langer te mogen vasthouden en verklaren zij ich Lereid den 6-urcnrfienst op Zaterdag we der in te voeren. Zij behouden zich voor, om, wanneer de omstandigheden dit noodig maken, dc bcstaar.de Iconcvereenkomst op te zeggen en tc komen met voorstellen tot loonsverlaging. Verder wenschen zij den verkorten Zaterdag schen dienst beschouwd te zien als een tijde- ijker, maatregel, waarop zij kunnen terugko men, wanneer de omstandigheden haar daar toe noodzaken. Vervol^i-r.s wenschen zij, mede in verband met een door de benden dezer dagen geuite bedreiging met stoking, c-r met nadruk op te wijzen, dat naar hun stellige overtuiging de bonden noch rechtens noch moreel een wijzi ging van den werktijd op Zaterdag kunnen eischcn alvorens de C. A. O. met een termijn van 3 maanden tc hebben opgezegd, hetgeen derhalve eerst tegen T Februari 1927 zou kun nen geschieden. vlechten de bonden ccn andere opvatting blijven huldigen, don stellen de directies cr prijs cp deze kwestie te onderwerpen aan het oordeel van een rechtskundigen scheidsman, in Onderling overleg aan te wijzen. Iirusschen zijn de directies bereid den ter- n.ijn van invoering van dc nieuwe dienstrege ling* op Zaterdag in zooverre tc verkorten, dat deze iret 1 Januari a.s. in werking treedt. Ten slctle zij medegedeeld, dat op som mige I imburfrschc mijnen de mogelijkheid be staat de nachtploeg op Zaterdag te doen ver vollen en dc arbeiders van die ploeg in andere diensten te plaatsen. De directies dier mijnen vertrouwen dot do bonden met een dergelijke regeling, waardoor het bedrijf reeds des Zaterdagsavonds om 10 uur kan eindigen, zullen instemmen. No kennisneming van deze verklaring deel- den dc vertegenwoordigers der vakbonden mc- di, dat zij hun schriftelijk antwoord daarbij uiterlijk Donderdagmorgen 14 October oan de contactcommissie zullen doen toekomen. Het stakingsgevaor geweken. Het Hbld. teekent bij bovenvermeld commu niqué aan Dc leiders der vakbonden met wien wij ons in verbinding stelden achten deze voorwaar den op bespreking van enkele punten aanne- melijk en verklaarden dat het s t a k i n g s- gevaar dan ook geweken is. Men zal echter nog moeten vergaderen met dc bondsbesturen om een definitief antwoord te kunnen geven. In elk geyal is men erover eens, dat zeer ze ker dc bepaling van een datum van Invoering van de nieuwe werkregeling een punt van be spreking znl zijn. Van bevoegde zijde der mijndirectie verne men wij dat deze een afwochtende houding zullen aannemen omtrent het te geven ant woord doch vinden in du voorgestelde rege* ling een oplossing èn in het belang der mijn* arbeiders èn in het belang der mijnonderne mingen.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1926 | | pagina 6