25e Jaargang No. 92 AMER3FOORTSCH DAGBLAD „de eemlander" 16 October'i922 TWEEDE BLAD. BINNENLAND. Houdt ze bij de hand! Drogisterij A. v.d. WEG FEUILLETON. Geldkoningen. Oneerlijke Concurrentie. Het vraagstuk der oneerlijke concurren tie heeft reeds langen tijd een punt van ernstige bespreking gemaakt in de kringen der direct belanghebbenden, de midden standers, terwijl ook van regeeringswege de ernst ervan is ingezien en door wettelijke bepalingen, is dan ook getracht de nadee- len ervan tot een minimum te beperken. De niet-direct belanghebbenden (n.l. het koo- pende publiek), meenen nog te dikwijls, dat zij winst behalen, waar zij zich door schoonschijnende voorspiegelingen om den tuin laten leiden. Maar gelukkig Zien ook velen in dat de bona fide handelaar verre de voorkeur verdient boven hem, die tot minderwaardige praktijken zijn toevlucht moet nemen, om zijn waren aan den man te brengen. En dat is een gelukkig ver schijnsel. Want wat wettelijke bepalingen niet altijd tot stand kunnen brengen, dat kan wel tot stand komen door het gezonde inzicht der massa. Evenmin als de strafwet een eind kan maken aan misdaden van al lerlei aard, evenmin zal een we4 tegen de oneerlijke concurrentie bewerken, dat er geen individuen meer blijven, die meenen te kunnen leven ten koste van anderen in zooverre, dat zij hun inkomen trachten te vergrooten door feitelijk te goeder naam er faam bekend staande zakenmenschen af breuk te doen. Hoe meer echter het publiek gaat inzien, dat zij, die hun toevlucht gaan nemen tot oneerlijke concurrentie, dit vrij wel altijd doen omdat eigen naam en werk niet voldoende kunnen bogen op eerlijk heid en degelijkheid, hoe meer zal dit eu vel in de handelswereld verminderen en hopelijk ten slotte*verdwijnen, Wel zullen er altijd personen overblijven, die er niet voor terugdeinzen tot oneerlijke middelen hun toevlucht te nemen om hun waar aan te prijzen, maar als zij steeds minder af trek vinden voor hun immer minderwaar dige producten, zal hun aantal toch ii. den loop der tijden geringer worden. In ons bedrijf ondervinden wij ook zoo nu en dan last-van de oneerlijke concur rentie. Natuurlijk strijden die edele ridders niet met open vizier maar ploeteren zij in het geheim, om eigen standje te bevoor- deelen. Ofschoon wij ons wel eens krie belig maken, als wij hooren hoe schijn baar fatsoenlijke menschen allerlei non sens omtrent ons blad vertellen, om ons bijv. een advertentie af te snoepen, laat ons dat toch in het wezen der zaak werke lijk koud. Zelfs al zou het ons benadeelen, dan hebben wij toch nog iets, dat boven al dat klein gemier uitgaat, nl. eer en karak ter, welke ons weerhouden van den door ons gekozen weg om slechts met eerlijke middelen ons blad in stand te houden, al te wijken. Bovendien hebben wij te veel vertrouwen in hen, die ons blad voor hun reclame campagne kiezen, dan dat wij ook maar een oogenblik zouden willen veron derstellen, dat zij het oor zouden leenen aan de inblazingen van een minderwaardig concurrent. Maar toch willen we niet ontkennen, dat het een enkele maal voorkomt, dat de hard nekkig rondgestrooide praatjes effect sor- teeren. Wanneer zoo n misleide cliënt zich dan tot ons wendt, kost het meesttijds niet veel moeite hem te overtuigen van de voos heid der ontvangen inlichtingen. Maar niet altijd komt men tot ons en slaat men zon der verder onderzoek geloof aan hen, die zich ten koste van ons meenen te moeten bevoordeelen. Natuurlijk betreuren wij dat en voor ons en voor den cliënt zelf. Want evenals het gaat met den verkoop van pro ducten, dat, wat door oneerlijke concurren tie aan den man wordt gebracht, meestal minderwaardig is, zoo gaat het ook in het reclame bedrijf. Hij die door eigen kracht zijn zaak weet te drijven en dus een vol doende publiek bestrijkt, om zijn courant bestaanswaardig te maken, neemt niet zijn toevlucht tot praktijken, welke het daglicht niet mogen zien. Het zijn juist die perso nen, die onvoldoenden steun vinden bij het publiek en de zakenman, die zich door hun voorspiegelingen laten vangen, komen dus vast bedrogen uit en bereiken juist niet, wat zij willen bereiken. Wij hebben mogelijk te veel aandacht geschonken aan menschen, die misschien beter met een hooghartig zwijgen kunnen worden voorbijgegaan. Maar waar het pu bliek, om den tuin wordt geleid, meenden wij toch goed te doen even -ens de aan dacht te vestigen op dezen uitwas. Een gewaarschuwd mensch immers geldt voor twee. En waar met volharding ver spreide praatjes toch zoo licht hier en daar eens wat laten hangen, willen wij ieder aanraden, die „bewerkt" wordt op de door ons hierboven gesignaleerde wijze, zich tot ons te wenden wij hebben niet het minste bezwaar serieuze personen volkomen in zicht van zaken te geven, overtuigd als we zijn, dat wij al de verhalen, welke minder concientieuse concurrenten omtrent ons verspreiden, kunnen ontzenuwen. De waar heid toch spreekt altijd duidelijker taal dan de laster. UIT DE STAATSCOURANT. benoemd tot ridder in de orde von den Ncd. Leeuw dr. A. A. van Schelven, hooglccraar aan de Vrije Universiteit te Amsterdam; op verzoek eervol ontslagen uit den militai ren dicsst met dank de adjudant in buitenge wonen dienst der Koningin, luit.-generaai com mandant van het leger en hoofd van het de partement van Oorlog in Indië K. F. E. Gerth van Wijk benoemd tot adjunct-directeur bij den dienst der telegrafie F. I. H. Sassen, thans hoofdcom mies der P. T. T.; toegekend in de Oranje Nassau-orde de zil veren eere-medaille aan J. Watstra, meester knecht bij de firma Gcbr. Wijnen te St. Oeden- rode; de bronzen idem aan H. de Graaf te Voorschoten, en H J A Mulder, Ie winkel bediende en L C Scrlijn, magazijnmeester, beide bij de N. V. Kristalhandel van Fockc en Meltzcr te Amsterdam; aan A. J. Leerink te Borculo. EMIR FEISAL IN ONS LAND. Bezoek aan Amsterdam. Gister heeft Emir Feisal, zoon van den Koning van den Hedjoz, een bezoek aan Am sterdam gebracht. Dc Emir, vergezeld van den minister van buitenlandschc zaken van den Hadjoz, kwam met den trein uit Den Haag hedenmorgen om 11.04 op het Centraal Station te Amsterdam aan. Door den stationschef, den heer Mullet, werd de Emir, die een Arabisch gebaad droeg, naar den hoofdingang van het station geleid In dc hal van het stationsgebouw stond een groote menigte, die dc Arabische klecde:* dracht van den Emir was komen bewonderen Dc Emir en zijn gevolg namen plaats in de twee buiten staande auto's, welke door hcï gemeentebestuur ter beschikking waren ge steld. Dc hooge gast vertrok daarop naar de dicmantfabriek van de firma I. J. Asscher in de Tolstraat. Door de firmanten werden den Emir prach tige collecties ruwe en geslepen diamanten ge toond, nadat eerst het gcheele bedrijt ir> cogenschouw was genomen. Tegen het middaguur begaf de Emir zich naar het nieuwe gebouw van de Ncderl. Hen del-Maatschappij, waar den hoogen bezoeker oen lunch werd aangeboden. Na bezichtiging van het gebouw werd een bezoek gebracht aan het .Koloniaal Instituut. Door de leden van den -Raad van Beheer werd de Emir daar rondgeleid. Vervolgens werden Indische films vertoond, waarna de thee gebruikt werd. Een noenmaal bij Minister Van Kai;nebeek. Naar wij vernemen, biedt dc Minister van Buitenlandsche Zaken, Jhr. Mr. Van Karnc- bcek, den Emir en eenigen leden van zijn ge- RECLAMES Van 1—4 regels 4.05. elke regel meer 1.— Uw huismiddeltjes voor allerlei kleine ongesteldheden en verwondingen moet U steeds bij dc hand hebben cn als dc „medicijn-kast" leeg is doet U goed haar snel weer te laten vullen door Langcsliaat 23 Telefoon 217 volg, benevens ecnige andere genoodigden na mens de Regeering ccn nQenmaal aan in „Huize Voorhout" tc 's-Gravcnhagc. Emir Feisal en zijn gevolg zijn voornemens Dinsdag a.s. dc Residentie tc verlaten en naui Parijs te vertrekken. COMMANDANT VAN HET LEGER IN NED. O. INDIË. Eervol ontslag K. F. E. Gcrth van Wijk. Blijkens dc hedenavond verschenen Staats courant is de adjudant i,. b. d. van H. M. dc Koningin, luitenant-generaal K. F. E Gcrth van Wijk, op verzoek eervol ontslagen met dank als commandant van het leger cn hoold van het departement van oorlog in Ncd. Oost Indië. TWEEDE KAMER. Accijns op wijn. Verschenen is de memorie von antwooid op het voorloopig verslag betreffende het wets ontwerp: nadere bepalingen omtrent den uc- cijns op den wijn. De minister zet daarin» o.m. uiteen, dat bestendiging van den bcstoonden toestand de schatkist op tweeërlei redenen be nadeelt. Vooreerst is de vraag naar wijn (in ruimen zin genomen) in du laatste jaren in aan zienlijke mate gestegen cn in de tweede plaats wordt vruchtenzijn tegenwoordig meer en meer gebracht op een alcoholgehalte, hetwelk dat van normalen vruchtenwijn vei re overtreft. De accijns zal, wanneer dc valutaconcurren- tic tot het verleden behoort, het overgroote deel vun de thans in werking zijnde bedrijven niet van hun levensvatbaarheid beroven. Wan neer dit ontwerp echter niet tot wet verheven wordt, zullen over weinige jaren allerlei nieu we, nauwelijks levensvatbare bedrijven, zijn opgekomen of herrezen, waardoor alsdan dc invoering van een accijns zal afstuiten op het bezwapr, dot dc belasting het reeds weder toe genomen verbruik zou beperken en aan een aantal bedrijven den nekslag zou geven. Dat het v/aken tegen vervalschingcn overi gens behoort te geschieden door het treilen van maatregelen krachtens de warenwet 1919 wil de minist er aan de meerderheid der "Com missie gaarne toegeven. Intusschcn wenscht hij tegen te gaan, dat overtreding van krachtens de Warenwet ge troffen regelingen bevorderd wordt door een leemte in dc fiscale wetgeving. Uit het verslag van den .Rottcrdumschen keuringsdienst over 1925 blijkt, dat allerlei knoeierijen niet zcld- zoam zijn. Dot de voorgestelde bepalingen in feite bc- tcckenen ccn bescherming van het buiten landschc product, kan de minister niet toege ven. Het cenige gevolg van het tot stond komen ven de voorgestelde wet zal zijn, dat een mis plaatst gebleken bescherming van het inland- sche product, die de schatkist benadeelt cn misbruiken in de hand werkt, een einde neemt. Bij nota von wijziging wordt voorgesteld ccn inlossching om buiten twijfel te stellen, dat dc in art. 2 quoter bedoelde accijns niet wordt verhoogd in verbond met het suikergehalte. Een verder voorgestelde wijziging heeft ten doel vrijheid van beweging to loten aon vruch ten-wijnfabrikanten, die meer don 25 K.G. suiker per hectoliter verwerken, teneinde het alcoholgehalte van den wijn tc verhoogen. DE KOLEN VOORZIENING IN ONS LAND. Vragen van den heer Wibaut omtrent dc vcrkooppolitick der mijnen. Door den heer Wibaut zijn aon den minister van waterstaat dc volgende vragen gesteld is het den minister bekend, dat voor een aan- tol industriccle bedrijven in Nederland, en daaronder voor het leven der bevolking csscn- tieele bedrijven, de stcenkolenvoorziening voor do eerstvolgende maanden niet dc waarborgen biedt voor een ongestoorde bedrijfsvoering Heeft de minister kennis genomen von dc mcdedeelingen in de pers, dot dc Limburgschc steenkolenmijnen, met name ook de Staats mijnen, een dee' haar productie over de eerst volgende maanden verkocht hebben voor uit voer naar het buitenland Is den minister bekend, of dit deel der pro ductie, voor uitvoer bestemd, grooter is dan in voorafgaande jaren, wat de Staatsmijnen be treft en wat de ondure mijnen betreft, en is He minister bereid mede te dcclcn, welk percen tage der productie in dc eerstvolgende maan den van de Staatsmijnen cn von de andere mij nen in Limburg beschikbaar is voor voorzie ning in dc stecnkolenbchoefte van hierboven aangewezen bedrijven in Nederland Indien de door don minister te verstrekken mededeclingen zouden aanwijzen, dat een ab normaal percentage van dc productie der Ne- dcrlandsche mijnen. Staatsmijnen* cn andere mijnen, verkocht is voor uitvoer, is dc minis ter dan van meaning, dat, gesteld, dat, ook naar het oordeel von den minister, vraag 1 be vestigend moet worden beantwoord, deze ver- kooppo'itiek van dc Nederlondsche Staatsmij nen en andere steenkolenmijnen kon worden voortgezet of kon blijven gehandhaafd Indien de minister de laatst voorafgaande vraag ontkennend zou beantwoorden, is hij don hereid mede to declon, welke maatregelen hij voornemens is te nemen in 's Lands belang, tci verzekering van een zooveel mogelijk voldoen de stcenkolenvoorziening gedurende dc eerst volgende maanden, met name voor de voor het leven der bevo'king essentieelc bedrijven. Is de minister van mcening, dat bij die maatregelen ook moet worden gedacht aan een uitvoerverbod van steenkolen, voor zoolong als dc stcenkolenvoorziening van voor het le ven der bevolking essentieelc bedrijven in de eerstvolgende maanden gevoor loopt Is den minister voorts bekend, dat ook ten opzichte van een voldoende voorziening voot huisbrand (ëierbriketten en anthrocict) in den aanstaanden winter in eanige gemeenten aan leiding voor bezorgdheid bestaat In dc minister bereid ook te dezen opzichte, zoo noodig na onderzoek, nadere medcdce.lin- gen te doen Is de minister bereid, gesteld, dat dc feiten hiertoe aanleiding geven, ook ten opzichte van deze soorten brandstof maatregelen tc nemen, Hie zoo go- ^gelijke voorziening der bevol king gedurende de a.s. wintermaanden zouden bevorderen DE POSITIE DER POSTBESTELLERS Antwoord op dc vragen van den heer L. de Visser. Op de vragen van den heer L. L. H. dc Vis ser betreffende de positie van dc bestellers bij den post- cn telegraafdienst, antwoordde de Minister van Waterstaat De minister heeft geen maatregelen getrof fen, omdat, zooals ook blijkt uit hetgeen ge* zegd is in den aanhef von dc memorie van toelichting op het wetsontwerp tot regeling van dc inkomsten en uitgaven van do P. T. T. voor het dienstjaar 1927, het tijdstip, woorop tot ingrijpende hervormingen bij het Staats bedrijf kun worden overgegaan,' nog niet is uongebroken. Afgescheiden lucrvon deelt dc minister spr. mede, dot hij aon ccn deputatie uit de postalo commissie von over'cg, door hem op 27 Sop:, j.l. in audiëntie ontvangen, bij die gelegenheid heeft tc kennen gegeven, dot Ie. een herziening von salarissen voor het loopendc jaar als uitgesloten kon worden be schouwd 2e. een portiecle herziening van dc salaris sen van het bcstellcrspcrsonccl cn ecnigo on- dere lagere ambtenaren bij den P. T. T.-dicnst slechts don door hem in overweging kan wor den genomen, indien de commissie van over leg onomstootelijk kon oontoonen, dot dezo ombtcnoren ten opzichte von andere gelijk waardige groepen van Rijkspersoneel onjuist zijn ingedeeld. Dc minister voegde daaraan toe, dat hij het onwaarschijnlijk acht, dot de commissie daarin slagen zou, moor voor deze poging wildo hij wel zijn medewerking geven, zonder op het resultaat nu reeds vooruit tc loopen. Een nader bericht van genoemde commissi® heeft dc minister nog niet ontvongen. Hij kan thans niet mcdcdcclcn of-er maat regelen genomen zullen worden en, zoo ja, op werk tijdstip zij in werking zullen kunnen tre den. SALARISACTIE VAN HET A. C. O. P. Een beraadslagend congres voor de bij het Comité aangesloten bonden. Woensdag 13 October j.l. kwam het Comité ter behortiging van de algemceno belangen von overheidspersoneel (A. C. O. P.) in Amster dam in vergadering bijten. Besproken werd o. m de afwijzende hou ding van de Regecring ten oonzicn van de her ziening van het Bezoldigingsbesluit, zooals dio door do heeren N von Hintc en F. S. Noord- hoff, respectievelijk voorzitter cn secretaris van het Comité, op dc 4 October j.l. verleendo oudiëntio werd uiteengezet. De A. C. O P vcrgodcring kon zich met dc zienswijze van minister De Geer niet vcrecnigen en besloot mitsdien tot het uitschrijven van een beraadslagend congres voor do bij het Co mité aangesloten bonden, hetwelk begin No vember in het Spoorweghuis to Utrecht zal worden gehouden De verder te voeren actie werd tevens vast gesteld. Het Comité sprak er tenslotte zijn afkeu ring over uit, dat dc Voorzitter van de Centrale Commissie van Overleg in Ambtenarenzaken, zonder nader overleg met de Centrale Commis sie zelve, in zijn kwaliteit van voorzitter der C. C is benoemd in de commissie tot reorga nisatie van het departement van Marino. DE TUIN VAN HET PALEIS VOOR VOLKSVLIJT Dc directie wil cr geen pork von loten maken. Wie aan de Galerij achter het Poleis voor Volksvlijt tc Amsterdam wandelt, zol bemerkt hebben in welk een chaotischen toestand do „tuin" van het Palcis verkeert. Voor dc Ga lerij-bewoners is het gezicht op dezo prairic- in-zakformaot een degelijksche ergernis. In het midden staat een ruïne, die eens een trot- schc fontein is geweest. Op sommige plaat sen gaat het onkruid zóó hoog, dat iemand van normale lengte zich doarochter kan ver schuilen. Het ligt voor dc hand, dat het ge meentebestuur bij dc directie van het Poleis pogingen heeft aangewend om die vuilnisbelt in «en werkclijkcn tuin tc herscheppen. Zelfs hebben, naar dc Tel. vernam, B. en W. korte lings aan de directie voorgesteld, den grond aan de gemeente te verkoopen. Het zou, bi| een cventueelcn verkoop, in de bedoeling van het Amstcrdamschc gemeentebestuur hebben gelegen ter plaatse ccn pork con te leggen. Het blad verneemt nu, dat do directie van het Paleis voor Volksvlijt dit aanbod van het gemeentebestuur van de hand heeft gewezen, waarmede den Galerij-bewoners een schoono illusie is ontnomen. Van do zijde der directie vernamen wij nl., dot zij den huidigen toestand zal bestendigen. Arbeiden in het zweet des aanschijns is geen vloek maar een zegen. GEN. 3 19. Geautoriseerde vertaling naai het Engelsch van E. PHILIPb OPPENHEIM, door W. M. D. SPIES-VAN DER LINDEN „Ik weet niets van dot alles", antwoordde hij glimlachend, „want je bent een aardig meisje. Maar aan »den anderen kant ben ik natuurlijk blij te hooren, dat je nasporingen wat die dan ook betroffen, tot een eind zijn ge komen. Je kunt me er over vertellen of niet, precies zoools je wilt. Misschien ben ik in staat je te helpen Misschien zou je 't graag vertellen willen. Zoo niet, dan is 't ook goed." Het viel haar moeilijk, bijna onmogelijk, wat te zeggen. Hij scheen zoo zeker van zijn zaak, zoo volkomen overtuigd, dat cr niets was, dat hen bij mogelijkheid kon scheiden. „Maar u begrijpt het niet", probeerde zij te zeggen. „Ik ben heelemaal niet Let soon meisje, waar u mee zoudt moeten trouwen. Ik ben heel, heel arm cn ik ben hierheen geko men, omdat ik 't vertrouwen, dat in mij ge steld was, beschaamd heb en om te probeeren iets terug te stelen, dat door mijn zorgeloos heid is verloren gegaan. Ik kan wel in de ge vangenis komen voor wat ik probeer tc doen. Allerlei dingen kunnen er met me gebeuren. U hoorde niets met mij te maken te hebben." Hij glimlachte en liet zijn hand weer voor een oogenblik op haar smalle witte vingers rusten. „Klein meisje", zei hij, „ik geloof in je en dat is genoeg. Ik zal morgen voor een „special licence" zorgen." Zij begon opeens zenuwachtig te lachen. „Vergeef me", zcidc zij, terwijl zij haai oogen afdroogde, „maar bij ons in New-York noemen ze Engclschen langzaam. Hoe duift u over een „special licence" praten, als ik u gezegd heb, dat ik er niet aan kan zelfs niet wil denken, u te trouwen." Hij keek haar plotseling scherp oan. „Is er iemand anders?" vroeg hij ernstig. Zij was genoodzaakt de waarheid te zeggen. „Neen, er is niemand", zeidc zij. „Goed", zei hij, „dat dacht ik wel. En als ik vragen mag, is er eenigc andere reden, waarom je niet met me trouwen "wilt?" „Ik ik geef niet genoeg om u", bracht zij stamelend uit. „Dat zal je heel gauw wel doen", zei hij ge ruststellend. Ik kon mezelf heusch heel aange naam maken. Natuurlijk weet ik wel, dat ik je wat stormenderhand verover, maor ik ben niet van plan, je alleen te laten in een vreem de stad en je toe te staan op een melodrama tische manier verstoppertje te spelen. Je hoeft dat niet te doen, Virginia. Ik ben zoo rijk, als je maar wenschen kunt en als iemand in Ame rika onder jc zorgeloosheid geleden heeft, dan geloof ik, dat ik dat beter probeert, de wetten van dit land te forceeren. Jc weet, lieveling, ik ben niet nieuwsgierig, maar ik geloof werkc- Letterlijk: „speciale vergunning", n.l. een wettelijke vergunning om dadelijk te trouwen. lijk, dat je beter deed, me er alles van tc ver tellen. Het zol alles zooveel gemakkelijker maken." Zij schudde het hoofd „Het geheim is 't mijne niet", zcidc zij, „cn bovendien is het gevaarlijk. Degeen, die het stuk heeft, dot door mijn zorgeloosheid gesto len is en dat ik wil trachten terug tc krijgen, is ieder oogenblik in levensgevaar". Hij glimlachte wat ongeloovig. „Dat kan nu allemaal wel in New York", zei hij, „maar hier in Londen gebeuren zulke din gen niet. Hier moet ieder zich oan de wet hou den, want we hebben een onomkoopbare po litie". „U begrijpt het niet", zcidc zij treurig. ..Dit is werkelijk iets reusachtigs". „Kan je dat stuk of wat het dan ook is, niet koopen vroeg hij. „Of liever, kan ik 't niei voor je koopen Zij schudde het hoofd „De man, die het heeft, weigerde een mil- lioen er voor", zcidc zij eenvoudig. „Werkelijk, ik moest u er niets meer van zeggen. Toe. mijnheer Mildmay „Guy", viel hij haar in dc rede. „Guy don", vervolgde zij, met iets, dot heel veel van een blos had, „vergeet alles wot u te gen me gezegd hebt, tenminste voor het oogenblik. Misschien later, als dit alles voorbij is ,.Don heb je me niet meer noodig", zei hij. „Het is juist nu, dat je behoefte hebt aan iemand, om je ter zijde te staan. Je bent te jong en vergeef me, lieveling, te eenvoudig, om met zulke dingen te maken te hebben, als die waar je over spreekt. Er is maor één ma nier om je werkelijk te beschermen en dot is, dat ik morgen voor een „special licence" zorg." „O, daar moet u niet over praten, zelfs niet over denken, wierp zij tegen, het is onmoge lijk". „Neen, dat geloof ik niet 1" antwoordde hij. „Kom, laat jk jc een glas van mijn wijn geven, je ziet er werkelijk allerverdrietigst uit. Dat is goed, drink het heelemaal leeg," liet hij erop volgen, toen zij een klein slokje nam „Vertel me nu, wat je van plan bent den verderen avond te doen." „Ik ga probeeren, het leven te redden van den man, die het stuk heeft, dat mij ontstolen is," zeide zij „Misschien is het mogelijk, dat ik 't dan terug krijg." „Mag ik mee vroeg hij. „Zeer zeker niet I" antwoordde zij. „U hoort u met zoo iets niet in tc laten cn bovendien kan het mijn kans van slagen te niet doen.' „Jc bent niet aanmoedigend," zei hij. „In ernst, Virginia, laat mij mee gaan „Neen antwoordde zij, op de klok kijkend, „en ik moet over een paar minuten weg." „Je hebt nog niet gezegd, wanneer jc met mij trouwen wilt," herinnerde hij haar. Zij keek hem wanhopend aan. „O toe, wees niet dwaas,' zcidc zij. Ik kan niet met u trouwen, ik kun nooit met u trou wen. Ik heb u dat al gezegd, zet het toch uit uw hoofd Ik moet nu gaan en wij moeten elkaar" haar stem trilde een weinig „vaarwel zeggen I" „Dat moeten wij stellig niet I" antwoordde hij. „Geef je een beetje om me, Virginia „Misschien wel," stamelde zij. „Dat dacht ik wel," fluisterde hij, glim lachend. Tenminste, ik hoopte het Dat beslist alles, Virginia. Je hebt niet de minste kans weer van me af td komen. Je moet er nu maai acn wennen om mevrouw Mildmay te worden, zoodra ik die „special licence" krijgen kan. „U bent ccn onmogelijk mcnsch," verklaarde Virginia wanhopig. Waardoor kon ik maken, dat u me gelooft „Nergens door/'ontwoordde hij. „Toe, laat me vanavond met je mee gaan." „Ik wil het niet," antwoordde zij ferm. „Geloof toch, alsjeblieft, dat het onmogelijk is „Goed don," antwoordde hij, „jc zult ja zin hebben, moor op één voorwaarde, en die is, dot je me vertelt, waar ik jc morgen vinden kon. Ik zal don waorschijnlijk do „licence" hebben. Virginia koek om zich heen, alsof zij een middel zocht om te ontsnappen cn toch wist zij, dat elk woord, dat hij uitte, een verrukking voor haar wasdot een nieuwe vreugde, die zij niet bij machte was tc bestrijden, haar leven vervulde. Het was onzinnig, onmogelijk, er viel niet oen te denken en toch wos zij aldoor verrukt door zijn aanhouden. Hij gaf zoo zeer den indruk, dat hij altijd zijn eigen zin had kunnen volgen. Zij voelde de kracht om hem te weerstaan haar bijna ontvlieden en zij nam die verdwijning met geheime vreug de waar. Hoe was het mogelijk den man, die haar liefhad, te weerstaan, waar hij zoo vol vertrouwen was, zoo zelfbewust, vooral waar haar geheele hart vervuld was met ccn harts tochtelijk verlangen om er alles oan te geven en haar handen in dc zijn te leggen. Misschien zou alles hoar morgen anders' toeschijnen, dacht zij, maar intusschen gaf zij hem het odres van het jjension in „Russellstrcet". Wat kon zij er aan doen I „Ik zol morgen ochtend vóór twaalf uur komen," zei hij. „Je zult voor dien tijd toch niet uit gaan „Ik denk van niet," stamelde zij. (Wordt vervolgd).

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1926 | | pagina 5