KINDERRUBRIEK.
Voor de Kleintjes.
De rubriek van Oom Karei.
Dc vorige weck heb ik jelui gezegd, dot wc
samen een bergtocht zouden maken naar een
van die hooge sneeuwbergen bij Luzern. Maar
voor wc dat doen moet ik jelui eerst nog wat
anders vertellen.
Het station Luzern is geweldig groot. Ei
zijn zeven perrons, met twee sporen oon iedereen
kant. Er kunnen dus ongeveer 14 treinen bin
nen komen en weg gaan. Het is een z.g.n
kopstation, d.w.z. dc treinen rijden er niet
voorbij, maar gaan weer terug, net zooals je
dot hebt in Amsterdam W. P., den Haag S. S.,
het buurtstion in Utrecht enz.
Als je" dot grootc stationsgebouw uit bent,
sta je ineens voor het grootc Vierwoudstcdcn
meer. Daar hebben jelui op school zeker wel
eens van gehoord. Het is een groot, uiige-
strekt meer met donkerblauw water. Op an
sichtkaarten zie jc het wel eens afgebeeld en
don denk je dat die donker-blauwc kleur wat
overdreven is. Maar in werkelijkheid is het
toch juist zoo. En je kunt begrijpen, dot dat
een mooi gezicht is. Dat donkere blauwe wa
ter met op. den achtergrond dc groene denne-
bosschen uit de met sneeuw en ijs bedekte
toppen van de'bergen. Op het meer zelf varen
tientallen stoo taboo ten, die van Luzern voren
naar de verschillende plaatsjes aan het meer.
Die witte booten op hel blauwe water geven
ook een schilderachtig effect. De stad Luzern
zelf is ook heel mcoi. Jc hebt er verschillende
mooie winkelstraten, grootc gebouwen, een
prachtig Kuihous mot een mooien grooter. tuin
enz., van waaruit jc een magnifiek uitzicht
hebt over hot meer en op de bergen. Dc vol
gende week zullen we dan een van die bergen
bestijgen. Eerst oen tochtje met de boot over
het meer én dan met de bergspoor naar bo
ven. Daar bovenop kan je naar hartelust
sneeuwballen gooienmaar daarover dc
volgende keer.
Ter gelegenheid van het feit dot wc voor
onze krant weer een tante hebben, maakte on
ze neef Driehoek wie kent hem niet
meer I het volgende gedicht.
Ik las Zaterdagavond het Amersfoortsch
Dagblad,
Maar het eerst dc kinderkrunt
Ik las het door met veel genocger
Het is een ster in 't kinderland
Ik docht eens terug, aan zijn geboorte.
Dat Oom Karei droomde van 't groene land,
En om hem heen honderden kinderen,
Blijde zingend en hand in hond
Zoo schreef Oom Karei in 't éérste krantje,
En bij de kinderen ging het van mond tot
mond,
Zij wisten het, maar konden het haast niet
gcloovcn
Dat er nu een krant voor hun bestond.
En. allen hielpen nu mee, met grootc liefde,
Tot bloei van deze aardige rubriek.
En weldra volgde een tweede grootc verrassing
Er kwam ook een Tante, dn heette Riek.
Veel heeft zij gedaan, tot slagen van het
krantje-
Steeds hield zij de nichtjes met wuf leuks
nun het werk.
Vol liefde heeft zij zich altijd geheel gegeven,
Maar ach, ons Tantetje was niet sterk.
En wcldin viel het schrijven haar moeilijk.
Zij moest het bekennen, zij kon niet meer mee,
En nu, nu heeft zij voer eeuwig afscheid
genomen,
Tante Riek,zij rust in vree I
En dc kinderkrant hoeft zwaar geleden.
Het was voor haor een grootc slag.
Het lcckol het krantje geheel weg zou kwijnen,
Maar dat is tcch iets, wat zeker niet mog.
Maar dank zij 't volharden van Oom Korcl,
Kwnm het krantje weer wat bi.i.
En dc Neefjes en nichtjes werkte ook weet
gezellig mede,
En zoc waren nllon v.ecr bjij.
En dc vreugde keerde spoedig weder.
Want Oom Knrcl schreef ons ten»
Dat er een nieuwe Tiïntc^v/cor zou komen,
En volgende week haar ir'rede doen
En vooral de nichtjes maar ook de neefjes.
Keken verlangend nao; dc komend' krant
Want wilde ellen gaarne kennismaken.
Met de nieuwe T*nte "ar», het Kinderland.
En nu heet onze tante, Be»-:.
En 'k hoop dat zij met hot zelid streven,
Het kinderkrantje dienen zal,
Zooals Tante Riek dot heeft gegeven.
Dan zal ook' zeker dec'z Rubriek,
Met Oom Korcl ên Tante Bets
En olie nichten on de neven
Nog vele jaren gezellig leven.
RAADSELS.
Oplossingen van de vorige keer.
De oplossingen van dc raadsels van dc vo
rige weck zijn
I. H u n n e b cd d c n met de woorden !i, ?.us,
fónte, plannen, 'iVrneuzen, hunncbedden, ter
pentijn, 'fondant, 'pudding, adder, zes, n.
IÏ. lepel.
De prijs is gewonnen door Eekhoorn
Hij kan Maanoog aan ons bureau worden af
gehaald.
NIEUWE RAADSELS.
T. Mijn geheel is ren "bloem van zeven let
ters De ccrsto 5 vormen een kindervoedscl,
van de eerste 4 houden wc allemaal heel veel
en dc Icitst- dtic is niet „dichtbij".
(Ingez. dcor Gymnast.)
II. H*{ ï-eéf: wen Top maar wel een mond.
Sorr.r: cr.-WMi, ma*: geen voeten
loop: rhlid \oo-i, doch steeds omlaag
Nu, gr, jfiAtr gauw aan 't zoeken.
Olifantje-rijden.
door
C. E. DE LILLE HOGERWAARD
Jon Walters hod in Artis
Een olifant gezien,
En 's avonds bij 't naar bed gaan
Dacht Janneman Misschien
Brengt Sint Niklaas uit Spanje
M' een olifantje mee;
Geen echte, maar van speelgoed,
Hè, 'k wou maor, dat bij 't dee'1 -
Jon kreeg 'r een in zijn droomen:
Het was een reuzebeest.
Nog nooit was Jantje Wolters
Zoo in zijn schik geweest.
Hii mocht visite vragen
Zes kind'ren uit de buurt,
En vrooliik riep hijKijk eens,
Wat Sint mij heeft gestuurd I
We gaan op Jumbo rijden,
Zpo heet mijn olifant,
En reizen in een wipje
Al door het heele land.
Jet, Anton én Mariétje,
Johan, Margo en Bob,
Die zaten op een rijtje
Er spmen wèt leuk op.
Voor Jantje was geen plaats meer,
Hij zei: Ik pak zijn slurf,
Daar kan ik fijn op schomm'len;
Denk je soms, dot 'k niet durf?
Maarplots ging Jumbo spelen,
Zwaaide zijn slurf in 't rond.
En Janneman, de stakkerd
Die tuimeld' op den grond.
Au I Auf was me dat schrikken I
Uit was op eens de pret
Jan merkte, dat 't een droom was,
Want hij lag in zijn bed I
VOOR DE NICHTJES.
Flaproos vroog of ik ook wist hoe een
kleedje met die schijven gehaakt moest wor
den. Nu ik g'eloof wel dat ik begrijp, welk
kleedje ze daarmede bedoelt. Ik noem het een
kleedje in sterpotroon. Ik zal een begin voor
hoor maken, don kan zij dot volgende weck
nan het bureau komen afhalen.
Tevens schrijf ik ditzelfde kleedje hieronder
uit voor de grootere nichtjes, 't Is wel niet
erg gemakkelijk, maar ik zal m'n best doen
't jelui zoo duidelijk mogelijk te maken. Moch
ten jelui er niet wijs uit kunnen worden, schrijf
dit dan maar aan Oom Karei, dan zal ik voor
jelui ook een begin maken. Hier volgt dan dc
omschrijving van
HOT -GEHAAKTE KLEEDJE IN
STER PATROON.
Benoodigd p bolletjes haakzijde, b.v. '3
oranje en 2 zwarte, en cc-n haaknaold No. -5.
H*-t geheel wordt gehaakt in lossen en vos
ten steeds moeten beide lussen van de vas
ten opgenomen worden. We beginnen dan
met oranje
Ie toer 8 lossen en die tot eer. ronde ma
ken.
2e toer: in deze ronde 5 lossen, 1 vaste,
dit 8 maal herhalen,
3c toer 5 lossen, 2 vasten in het eerste
gootje en I vaste in de eerste lus van de
vaste van den vorigen toer, dit weer 8 maal
herhalen (3 vasten naast elkaar).
4c toer: 5 lossen, 2 vasten in het-gaatje,
2 vasten op dc vasten van den vorigen toer
(4 vasten naast elkaar).
Deze toeren herhaler, totdat we 25 vasten
naast elknor hebben, doch we moeten cr steeds
voor zorgen, dat op do hatste vaste van den
vorigen toer niet gehaakt wordt
Nu gaan wc minderen. Te toer5 lossen,
1 vaste in 't gaatje, 3 lossen, 2 vesten over
slaan en dan 22 vasten raast elkaar haken;
dezen toei zoo verder uit
2e toer 5 lossen, 1 vaste in 'l gaatje, 5
lossen, I voste in 't vólgende gaatje, 5 lossln,
2 vosten overslaan en dan T9 vasten naast
elkaar
Zoo doorgaan, totdat er nog 1 vaste ov.?i-
blijft. Tuschon de stralen krijgen we dus alle
maal geatjes. Daaromheen wordt eer» rand
van lossen gehaakt.
Te toer zes lossen, T r aste in 't gaatje, enz.
2e toei zeVon lessen, T vaste in 't gaatje
enz.
Nu nemen we de zwarte haakzijde cn maken'
8 iossen, T vaste enz. Zco kunnen jelui 't
kleedje zoo groot maken, als je zelf wilt. De
ze toeren van lossen kunnen afgewisseld -wor
den, b.v. 2 oranje en 2 zwarte. Als 't kleedje
dan hcclcmanl af is moet 't op een vochtige
doek gespannen wórden.
Nu maar flink aon 't werk; ik wensch- jolui
veel succes.
TANTE BETS.
MEI' „C.OED" BIJ DE KOklJNTJES OP
VISITE.
(Vervolg)
Het \vrs zooals „Goed" had gezegd,
Z'n vrouw zot in den tuin:
Het anker weid gauw opgelegd.
Zoo vlogen wc naar 't duin
En kwamen bij 't konijnenhol
Dat schilt'rend was verlicht
Door vijf vuurvlinders en een schol
Dat was een mooi gezicht. -
Glimwormen hinger» in den gang
Veimolrr.d hout aan het end,
Dot geeft in 't donker licht, do's lang
En overal bekend
Drie torren en een kevertje,
Nomen het goed ons af
Toen kwamen we dra in een zeul,
Daar stond ik wcrk'lijk paf
Gedecoreerd met web in kleur.
Met plinten in den hoek
En vleetemuizen bij de deur.
Als decors met wat doek
M'n denkvermogen stond haast stil.
En dan zoo'n fijne geur
Air. tuberozen cn jasmijn
Als amber, violet.
Daar stond dan onze gastvrouw, fijne
En Witje in groot toilet.
Vii Knabbelaar wos nog niet rge,
Hij tobde met z'n dos,
Ren zelfbindcr, vaar hij mee.
Nog niet gewoon zóó was I
Onder de spiegel zat 't orkest.
Een krekel veel cn bas,
Een kikker-lubn, en dc rest
Zooals 't gewoonlijk was.
.Dóór klonk uit 't slaapvertrek een kreet:
„Vrouw, kom don toch eens hier"!
„Die das ik werkte m'al in 't zweet
„Bederft nog m'n plezier
Teen arriveerden allengs meer
Genoodigden Ie voet.
Behoorlijk aangediend elk' keer.
Het werd een heele stoet l
Ons Witje zag er piekfijn .uit.
Zij had echt haar „beau jour",
En weldra danste onze guit,
Met „Hnosgrauw" op den vloer I
Dat wos het sein en weldra klonk
't. Orkest met veel gekras
Het daverde door de spelonk.
Alsof 't een oordcel wos I
Na 't dansen kregen w' een souper i
Koolblodrcn en een knol,
Met saus van zécm'lcn opgediend,
En wel met schalen vol.
Zc gaven peentjes, sla en rijst
En bloemkool voor de-ssert I
Wie oon zoo'n mooi geen eer bewijst.
Diens eetlust lijkt wel snert
Toch lag dat rauwe goedje mij
Tc zwaar wat op dc maag
Toen kreeg ik wat gestoofde prij.
Die lustte ik heel graag.
En no 't souper wat pompenjnc
Of koffie van de vlier,
Ik zat daar heel op m'n gemuk
Een ieder had plezier,
Doch 't uur van scheiden brak ook nun,
Toen 't uchtendrood verrees,
En ons het kraaien van den haan,
De zonsopgang bewees.
We werden keufig uitgeleid,
Et» vlogen v/eer naar huis,
Toen was 'k niet meer een „kleinigheid",
Dot was het grootste kruis,
Want door al 't eten en het nnt,
Was 'k dik wel ols een ton,
Zoodat ik door hetzelfde gat.
Niet meer naar binnen kon
Wat nood! Vriend „Goed" wist wel weer
raad;
En kwnm mij dra tc hulp,
Hij zei „kruip lot dé dageraad"
„Maar tijd'lijk in dien schulp",
(Die ledig op het tuinpad lag),
Dat deed ik tóen terstond,
Sliep nog een uur, klom toen opslag,
Naar binnen, dus men vond.
Bij het ontbijt mij al gekleed
En opgemaakt m'n bed
Zoodot geen mcnsch van 't feest iets weet,
Var. 'l eten en de pret I
LEMKA.
DE VOGELS VAN DE GUANO-
BILANDEN.
Op dc aardrijkskundeles heb je natuur
lijk geleerd, dat uit Peru, een staat aan de
westkust van Zuid-Amerika, de guano of
vogelmest komt. Misschien heb je je zelf
wel eens afgevraagd, waarom of die guano
ook niet uit andere landen komt, bijvoor
beeld uit ons land, waar toch ook velerlei
soorten vogels zijn, de musschen en spreeu
wen niet te vergeten. Nu moet die guano,
een uitstekende meststof, over zee worden
aangevoerd, terwijl we hier toch, denk je
zoo, vogels genoeg hebben, die voor mest
kunnen zorgen, evenals ook onze koeien en
paarden dat doen.
Dot laatste is niet Heelemaal waar. Ter
wijl je bij ons al heel erg onkiikt als je een
zwerm van een paar honderd of duizend
vogels bij elkaar ziet, is zoo'n aantal voor
de guano-vorming von geen beteekenis. De
guono-eilenden aan de Noordwestkust van
Peru tellen de vogels bij millioenen, die
allemaal vlok bij elkaar wonen, op een klei
ne uitgestrektheid, zoodnt, net als in een
kippenhok, de vogelmest bij elkaar bewaard
wordf.
Die vogels, guanovogels worden zc ook
wel genoemd, zijn voor het meerendeel een
soort Aalscholvers, Jan-van-Genten en Pe
likanen, die in groote kolonies op kleine
rotsachtige eilandjes wonen, vlak bij de
zee. Want de zee is hun vischwater, en als
je weet, dat zoo'n aalscholver wel tien pond
visch per dag opeet, en er soms wel twintig
millioen vogels tegelijk uit visschen gaan,
kun je uitrekenen hoeveel visch of de fcee
daar wel moet bevatten,
Reizigers, die de zee bij Peru kennen,
vertellen dat je soms uren lang door meters
dikke scholen visch kunt varen en jc zc zoo
maar met manden op kunt scheppen. Het is
dus wel een land van belofte voor die veel
vraten van vogels, die na de vangst in dich
te, kilometerlange zwermen naar hun nest-
plaatsen terugkeeren.
De nesten van de giiano-vogels zijn heel
eenvoudig. Een ondiep kuiltje met een paar
veertjes erin, is het Begin. Maar langzamer
hand komt er om ieder nest een heele wal
van vogelmest, en dat zijn dan de verzame
lingen guano, die na den broedtijd worden
„geoogst" en weggebracht. De nesten lig
gen zoo vlak bij elkaar, dat er op een vier
kanten meter vier of vijf zijn, en het niet
goed mogelijk is door de neststad heen te
wandelen zonder de nesten te raken; er is
eenvoudig geen plaats om de voeten neer te
zetten.
Hoeveel vogels kunnen er niet op een
kleine plek gTond bij elkaar zijn! De rotsen
zijn er mee bezaaid en als ze allemaal op
vliegen, om uit visschen te gaan, krijgt het
land ineens een andere kleur. Aardig is,
dat in die millioenen nesten iedere vogel
zijn eigen nest van uit de lucht terug vindt.
Zonder zich te vergewissen strijkt hij juist
weer in zijn eigen omwald plekje, dot voor
ons zoo sprekend lijkt op al de andere
kuiltjes.
UIT ONZE MOPPENTROMMEL,
VERKEERD BEGREPEN.
Heer„Maak toch dot je weg komt. Ik heb
op 't oogenblik mijn hoofd vol."
Kramer„Lieve tijd wot een toeval, ik heb
de fijnste kammen té koop 1"
(Ingez. door Quonob).
CORRESPONDENTIE.
Bellefleur. Ja, die naam herinner ik
mij nog heel goed. Wnnr heb jij al. dien tijd
gezeten. Nog wel gefeliciteerd met je over
gang hoor. Ja, die waren erg mooi.
Hoornblazer. Zoo, wos jc daarmee
in je schik. Dan is je wcnsch wel vervuld
Kabouter, Donk je wel voor dc plont-
jes. Dot is erg leuk, hè zoo'n tooncclslukje.
Doe jc ook mee Die plantjes heb ik helaas
niet meer voor jc. Wel genoeg onderen, maar
daar heb jc niet veel aan.
Goudvisch. Prachtig, hoor. Welkom
in ons midden. Doe altijd maar flink mee
aan het oplossen van de raadsels, don zal je
eens 2ien, hoe leuk je het gaat virtden. Vooral
-als je don eens de gelukkige prijswinnaar
wordt
Stormvogel. Neen, moor dat is ook
wel eens aardig ols je niets tc doen hebt.
Eekhoorn. Neen, dat is geen pretje
om met zulk stormweer op zee tc zijn. Treu
rig dat er weer zooveel menschen zijn omge
komen. 't Is wèl in droevig
Bobbie. Vond je zc toen zóó moeilijk?
Maar ze kunnen toch niet altijd even gemak
kelijk zijn. Dan is de aardigheid er gouw af.
Donk je wel voor je inzending. Deze is beter f
Driehoek. Dunlc je wel voor het leu
ke gedicht. Alle neefjes cn nichtjes zullen hef
ongetwijfeld leuk vinden, als jc zoo nu cn don
nog eens iets van ie laat hooren. Wc houden
ons aanbevolen I
Ton Neveu. Dat is erg jammer. Wat
zou door de oorzaak van zijn Misschien het
volgende jaar weer beter.
Gymnast. Ik heb cr nóg oen paar.
Kom je die even holen? Ik zal het''toch' ook
nog vragen voor je,
Mol. Wat heb jij een fijne vncanth] ge
had. Wat zol je dnar een pleaer gehad hebben
in de duinen Vooral als het dan mooi tweer
is, is het dubbel prettig. En Hilversum is ook
mooi. Je hebt dus heel wat gezien en genoten.
Zwartkop. Jn, we gaan hard de - win
ter tegemoet hoor. 't Is uit met het mooie
zomerweer. Dc laatste dagen was het wel' heel
erg regenachtig en stormuebtig.
Wielrenner. Hoe kwnm dnt zpo., Was
jc de krant heelemaal vergeten7 Dat is min
der mooi. Je hebt toch geen ongelbkkerf ge
maakt Nog wel gelukwenscht hoor. Een goed
voornemen. Ik hoop dat jc het zult' volhoqdyn.
Nimf. Ben je ziek geweest. Wat scheel
de crnan. Nu ben jc toch gelukkig weer be
ter Zoo, indt je het ook aardig. Zoo is Het
weer net als vroeger.
OOM KARÉL'.
RUILHANDELHOEKJE
V ie kon een onzer neefjes nog fielpeh aan
Sickesz-omslugcn, Hij wil cr graag Kwotta-
soldoorjes voor in ruil geven.
Een vnn de neefjes vroeg mij nog om
Plcines-pjöuljes voor album I. Wie kon hem
helpen aqn het gevraagde.