ERSFOORTSCH DAGBLAD „de eemlander"
Protestvergadering tegen het
Héér Belgisch Tractaat
TWEEDE BLAD. D@
KOLONIËN.
JEKKERS
FEUILLETON.
Geldkoningen.
25e Jaargang N». 95
Woensdag
2C October -326
OosMndië.
COMMISSARIAAT VOOR INDISCHE
ZAKEN BIJ HET MINISTERIE
VAN KOLONIËN.
Gen gecommitteerde voor In
dische zaken.
Li verband met het telegram uit Batavia,
waai in werd medegedeeld, dat op het bij don
Volksraad ingediend ontwerp der unn vul lings-
begrooting voor het volgend jaar gelden zijn
uitgetrokken voor de instelling van een „Agent
schap" der Indische Regecring bij het minis
terie van koloniën wordt nog het volgende ge
meld
Dc maatregel, waarin in het telegram ge
doold wordt, houdt verband met dc nieuwe
Indische Staatsregeling.
Reeds vóórdat deze aanhangig werd ge
maakt, was. in de praktijk de behoefte geble
ken van een orgaan der Indische regecring in
Nederland, waaraan de Gouverneur-Generaal
rechtstreeks de behartiging van sommige aan
gelegenheden zou kunnen opdragen. Onder de
zaken, diehet ministerie van koloniën thans
voor Indië heeft te behartigen zijn er toch
vele, die feitelijk vollen buiten de taak, die de
minister van koloniën als deel van de Neder-
lundsche regeering heeft t© vervullen.
Dg Indische Stantsrcgeling, die bij het op
treden op 16 Mei 1927 van den op den voet
dier .Vet gevormden Volksraad volledig in wer
king zal treden, legt nu bovendien de rege
lingsbevoegdheid ten aanzien van tol van on
derwerpen, waarvoor deze tot dusver bij - de
Kroon berustte, in handen van den Indischen
wetgever. Onder de met gebruikmaking van
die bevoegdheid te regelen aangelegenheden
zijn er verschillende, die in Nederland tc ver
richten uitvoeringsdaden meebrengen. De be
hoefte aan een eigen orgaan van de Indische
regecring hier te lande spreekt daardoor nog
sterker.
Aan dc instelling van een eigenlijk gezegd
„agentschap" zullen evenwel zeer ingrijpende
wettelijke en administratieve voorzieningen
moeten voorafgaan in de eerste plaats zal de
Indische Comptabiliteitswet- daarvoor moeten
worden gewijzigd. Om nu de invoering der
nieuwe werkwijze niet geheel te verschuiven
totdat allo voorbereidingen zijn getroffen,
waarmede nog veel tijd gemoeid zal zijn. wordt
overwogen de indienststelljng van een „Gecom
mitteerde voor Indische zaken" bij het minis
terie van koloniën.
De bedoeling van dien maatregel is om zoo
spoedig mogelijk binnen het kader der be
staande wettelijke voorschriften tot een werk
wijze te geraken, welke die van het gedachte
„agentschap" benadert.
Daartoe zullen eventueel onder den Gecom
mitteerde worden samengebracht de bureaux
en instellingen yan het ministerie van koloniën,
welke thans reeds uitsluitend zaken behande
len, die later door een Agentschap dienen te
Morden behartigd. Men denke hier in de eersto
plaats aan de tegenwoordige bemoeienis van
het Departement met de aanwerving cn uitzen
ding van personeel, de aanschaffing van goe
deren voor den Indischen dienst, vcrlofs- en
pensioenaangelegenhcden en dergelijke.
Om dezen provisoiren maatregel te doen
slagen zal den Gecommitteerde, die zfch in de'
eerste plaats heeft te richten naar de aan den
minister kenbaar gemaakte wenschen van de
Indische regeering, bij de afdoening van zaken
een zekere mate van zelfstandigheid dienen to
worden toegekend. Waar hij hier te lande
evenwel zal moeten handelen namens den
minister van koloniën, zal hij aan dezen recht
streeks ondergeschikt moeten zijn en zal geen
wijziging komen in de verantwoordelijkheid van
den minister voor de handelingen van dat deel
van het Departement, dat onder den Gecom
mitteerde wordt gestold. De kosten van een
deel daarvan komen nu reeds ten laste van de
Indische begrooting in den vorm van restitutie
der uitgaven n£n de Ncderlandsche schatkist.
Die restitutie zal eventueel voor het geheel
der kosten van het Commissariaat kunnen
worden uitgebreid.
Een ovcrweld gend betoog tegen het tractaat.
Het pub'iek scheen diep doordrongen van het
[andsgevaarlijk karakter dat dit trac aat eigen is.
Voor oen ovcrtalrijk publiek heeft gister
avond in „De Twee Steden" tc 's-Gravenhage
de groote openbare vergadering plaats gehad,
belegd doot het N> 'ionaol Comité van Actie,
tegen hel verdrag met België.
De Voorzitter, Mr. J. Luden spriik een
kort openingswoord, waarna Prof. Mr. F. de.
Vries, Hooglecraar aan de Ned. Hondelshoo-
gcschool, zijn rede aanving
Rede prof. Dc Vries.
Spreker behandelde dc economische zijde
van het verdrag. Op dc vraag wat biedt ons
het verdragantwoordde spreker louter na
deel, slechts op één punt ook cenig economisch
voordpcl. Drie onderwerpen komen hierbij aan
de orde de Scheldoregeling, het kanaal Ant-
werpert-MoerdiiK cn de overige kanalen.
Bij dc Scheldcregeling staan naar spr. mo^nt
andere staatsrechterlijke bezworen op den
voorgrond, maar de economische schaduwzij
den ontbreken waarlijk niet. De kosten van-ver
betering en onderhoud van de Schelde zijn tot
dusver als enkel in Antwerpens belang voor
Belgische rekening geweest, voortaan zouden
wij dc rivier in den tegemvoordigen staat van
bevaarbaarheid hebben te houden, een aan
vankelijk geheel ongelimiteerde verplichting
thans echter, bij het Protocol van Mei 192Ö,
tot een nog steeds vrij hoog maximum be
perkt.
Geheel nieuw zijn dc bevoegdheden welke
de commissie van beheer die feitelijk, gelijk
generaal Van Oort heeft opgemerkt, eenc me
dc-souvereiniteit over de Schelde in het leve*
roept ten opzichte van -onze oevers krijgt.
Tevpnover dc vele nadoelen staat volgens
spr. voor Nederland geen enkel voordeel. Spr.
wil geenszins zeggen, dat nieuwe verplichtingen
of verzwaring van lasten door Nederland in
geen geval zoudoh kunnen worden aonvaard
Dit zou echter alleen op zijn plaats zijn ia ecr%
verdrag dat Nederland's souvereine rechten en
vitole belangen niet aantast en met wederzijd»
sche behoeften rekening houdt.
Van veel grootcr. gewicht acht spr. dc be
zwaren tegen hot konaal At werpen'Moerdijk
welk kanaal afmetingen zal hebben als geen
ander binnenscheepvaartkonaal ter wereld. Slui
zen zullen er zoo weinig mogelijk moeten ziin,
d.w.z. slechts ééri. Een dergelijk kanaal, nl blijkt
de afstand langer, hetgeen echter op den ge-
heelcn afstand niet veel beteekent, zal Antwer
pen een waterweg geven, welke in menig op
zicht beter is dan de open waterweg naar Rot-
terdnm.
Waartoe moet dit kanaal nu dienen Om
Antwerpen boven dit alles nog de eerste of een
der eerste Rijnhavens tc maken. Het is zijn
goed recht, hiernaar met eerlijke middelen te
streven. Maar moeten wij, mogen wij daartoe
medewerken ten koste van eigen welvaart De
positie van Rotterdam is meer precair don dia
van Antwerpen.
Van den uitvoer gaat 95 van het geheela
zeeverkeer ongeveer 80 langs den Rijn. Het
aandeel van Rotterdam overig Nederland en
Antwerpen in het eindverkeer staat ongeveer
in de verhouding 6:2:2. Sedert het begin
dezer eeuw is, ondanks den enormen groei van
het Rijnvcrkecr, in deze verhouding weinig
wijziging gekomen. Een ingrijpende verande
ring zaJ nu door het nieuwe kanaal worden ge
bracht. Het aantal van Antwerpen zal toene
men ten koste van Rotterdam en Amsterdam
Spr. wijst voorts op het nadeel dot door het
kanaal door Limburg naar Ruhrort voor Ne
derland zal ontstaan.
De betere scheepvaartverbinding van Luik
naar Maastricht is het cenige punt dat ook
aan Nederland eenig voordeel biedt.
Wat is het, dat wij hij de aanvaarding van
dit verdrag ten offer zouden brengen Niet
onze welvaart alleen, maar de bestaansvoor
waarden van de komende generaties. Over de
bronnen van onze volkswelvaart hebben we niet
de vrije beschikking. Als tijdelijke, beheerders
is het onze plicht deze ongeschonden aan het
nageslacht over te dragen. Dit verdrag aan
vaardende, zou volgens spr. onze volksverte
genwoordiging in de vervulling van den eer
sten plicht te kort schieten.
RECl AMES.
Vun 1—4 regels 4 05, elke regel meer
Rede generaal Snijders.
Hierna was het woord aan generaal Snijders, j
die dc militaire zijde van het verdrag bchan-
deldi Als zwak bewapende natie mogen wc
niets v erzuimen om onze bescheiden materieele
machtspositie te steunen door onbetwistbare
rechten en zuiver nlgebokende rechtsverhou
dingen. welke in het verdrag scherp en zui
ver behooren te zijn omschreven. Nu onze ver
houding tot België opnieuw wordt geregeld,
moeten bestaande strijdpunten worden wegge
ruimd, en mogen dubbelzinnigheden in dc om
schrijving der rechtsverhoudingen niet de bron
worden van nieuwen rechtsstrijd vooral te
genover België moeten wij de uiterste voorzich
tigheid betrachten na de verregaande poging
tot annnexatie van Nedetlandsch gebied en do
ongehoorde eischen der Belgische regeering
ten opzichte van dc souvercinitcit op de Wcs-
tor-Schelde.
Het verdrag opent den weg tot nieuwe ge
schillen en kan in tijd van oorlog of oorlogs
gevaar België een voorwendsel bieden om
zijn vermeend recht, ook tegen ons verzet in,
te doen gelden. Laten wij Belgische oorlogs
schepen tot de Westerscheldo toe, dan schen
den wij onzen onzijdigheidsplicht, dan zal Bcl-
gie's tegenpartij ons in derr strijd wikkelen,
mede toegang tot dc Schelde eischen of zich
verschaffen en ons territoir tot operatie- cn
gevechtsterrein maken.
Ten slotte het Wielingenvraagstuk. Aongo-
zien dot onopgelost is gebleven, zal België's
vermeende aanspraak op dc volle souvereini-
teit op de geheelc Wielingen cr in geval van
oorlog of oorlogsgevaar toe kunnen leiden, dat
het aon onzp oorlogsschepen dc in-'cn uit
vaart uit de Wester-Schelde naar volle zee be
let, waardoor Vlissingen zijn waarde als ma
rinestation zou verliezen, waarbij in 't oog te
houden, dat de Wielingen het eenige vaarwa
ter tusschen de Schelde en de open zee is dot
door duikbooten in ondergedompeldcn toe
stand kan worden bevaren.
Wij moeten verlangen dat in het verdrag de
weg wordt vastgesteld, waarlangs de oplos
sing van het Wielingenvraagstuk zal verkre
gen worden, hetzij arbitrage, hetzij onderwer
ping van het vraagstuk aon het Permanent Hof
van Internationale Justitie.
Besluitende, is spr. van meening, dat men
de door hem geopperde bezwaren tegen het
verdrag, door hem hoogst ernstig geacht, be
schouwen moet in het gehcclc complex van
nadoelen en losten, welke het verdrag ons op
legt en welke tezamen tot verwerping moeten
leiden.
Rede prof. Moresco.
Prof. <Jr. E. Moresco, oud-vice-prcsident van
den Raad van Ncd.-Indië, besprak den inter-
nation^l-politicken kant van het verdrag.
Als wij met België in oorlog waren geweest
en wij waren overwonnen, don zouden wij, al
dus spr., het behoud van onze provinciën
goarnc hebben gekocht met kanalen, die onze
havens bedreigen,een Scheldccommissic die
onzen wetgevers dc wet stelt en met zware
geldelijke offers.
Wij koopen daarmee thans echter niets an
ders dan de minachting der wereld, in de
eerste plaats van België.
De groote mogendheden hebben den Belgi
schen eisch tot afstand van Zeeland en Lim
burg niet gesteundwij mogen er hun dank
baar voor zijn, maar was het iets anders dan
de erkenning van ons goed recht
Wie dc Belgische territoriale eischen in het
geding brengt, leeft geheel buiten de sfeer van
het recht en verzuimt den plicht om mee te
bouwen aan dc orde, waarvan do Volkenbond
het symbool is.
Grondstelling der verdediging is de bewering
dat het niéuwe tractaat een uitbouw is van het
oude, dat van 1839. Deze grondstelling is
evenwel onjuist, het nieuwe tractaat is volstrekt
geen aanpassing van dc oude regeling aan de
huidige omstandigheden; het is een geheel
nieuwe regeling, die aan Nederland niet meer
laat don den naam van souverein, maar in
derdaad een eind maakt aan de Nederland-
KLEERMAKER!)
Fa. E. L. J. LAMMER TS
Amersfoort Groningen
UttecYschewen 38 Tel.587
sche souVerciniteit over de Wester-Schelde.
Prof. Colenbrander cn mr. Van Vcsscm heb
ben met dc stukken aangetoond, dot de rege
ling van 1839 niet anders beoogde dan aan
België vrijheid van verkeer over de Ncder
landsche wateren te verzekeren.
Spreker wijst er op hoe dc toestand zal wor
den als het verdrag van 1925 wordt geratifi
ceerd.
Nederland zal het op diepte houden van do
vaargeul betalen. Die verplichting, waarvan
niemand ,dcn omvang van dc toekomst kan
schatten was in het verdrag zelfs in het geheel
niet begrensd.
Nog minder dan dc regeling van het onder%
houd kan de regeling van het bohccr der Schei-
do als een eenvoudige uitbouw van het trac
taat van 1839 worden voorgesteld.
Dc verordeningen der in toestellen commis*
sie hebben den voorrang bovW alle regelingen
der Ncderlandsche administratie, die alleen
nog bevoegd blijft ten aanzien van schepen,
die naar of van Nederlandsche hoven varen.
Spr. noemde dit wel het duidelijkste blijk van
de onjuistheid dor bewering, dot het verdrag
eigenlijk min of meer uit dnt ven 1839 voort
vloeit.
Noor aanleiding van dc bewering, dat het
verdrag een einde zou maken aan de inmen
ging der mogendheden in de Ncdcrlandsch-
Belgische betrekkingen, merkte spr. op, dat als
dc algemeenc Europecschc belangen cr bij be
trokken schenen, de mogendheden zich steeds
lieten gelden. Er is geen enkele reden om te
verwachten, dat het anders zal worden, wat de
teksten ook mogen inhouden. Niet dc teksten
muar de natuurlijke ligging cn de politieke ver
houdingen beslissen of Nederland en België
hun^zaken onderling .kunnen regelen of niet.
Met de bewering, dot het verdrag alle geschil
len, behalve dan het allervoornaamste, de Wie
lingen, uit den weg zou ruimen, hebben m-c,
volgens spr., ook met een illusie te doen.
Aanneming van het verdrag zou een onher-
stelbaren slag toebrengen aan ons aanzien in
dc wereld.
In do vergadering, belegd door het Natio
naal Comité tot wijziging van het Verdrag
met België, in de van Dijkzaal, voerden het
woord de heeren Ir. A. Musscrt, algemeen
secretaris van hel comité, kapitein vun den
Generalen Staf Hasberts, en prof. Colenbran
der, die het verdrag eveneens van bovenge
noemde drie zijden beschouwden.
Het publiek applaudisseerde juist daar waai
de sprekers de essentieelc bezwaren tegen het
tractaat tot uiting brachten en scheen dus dén
zin der bezworen, ondanks dc ingewikkeldheid
van het'onderwerp, zeer goed te begrijpcn.'Het
werd gisteravond in Den Haag duidelijk, dot
men hier te doen heeft met een machtige volks
beweging, om ons te bevrijden van een ont
zettende ramp, die bij aanvaarding van het
tractaat over Nederland zal komen.
Kamers van Koophandel, Christelijke werk
gevers, Rotterdamsche havenarbeiders, de
voorzitter en eenige der belangrijkste figuren
als b.v. Brautigrfm uit de S. D. A. olleU
eensgezind tegen het tractaat.
NEDERLAND EN POLEN.
Uitwisseling van ratificatie-
oorkonden.
Maandag zijn tc Warschau de ratificatieoor
konden uitgewisseld van do op 4 November
T925 te 'sGravenhage gesloten luchtvaart-
overeenkomst tusschen Polen en Nederland.
DE INDISCHE BEGROOTING.
V
Een tekort van 53 millioen geroomd
Ingediend is de Indische begrooting voor
1926. De uitgaven zijn geraamd op Nod.
Indië 580.196 771, Nederland 174 226.607
totaal 754.422 338 De middelen zijn ge
raamd Ned Indië f 689061.825 Nederland
12.032100; totaal 701098 925 Totaal
tekort 53.328.413 Overschot in Ned.
Indië 108.865.054, tekort in Nederland
162.193.467.
Dc verhooging der uitgaven van den ge-
wonen dienst in 1927 zullen voornamelijk
worden besteed voor bestuur (2.6 millioen),
defensie (3.3 millioen), pensioen (4 9 mil
lioen), justitie cn politic (1 1 roi"ioen), onder
wijs en volksgezondheid (3 9 milHoen) en on
derscheiden andere uitgaven (2.9 millioen).
Dc vermeerdering van buitengewone ont
vangsten mot rond 3 millioen spruit voort voor
bijna 1 millioen uit de'blfdrnge in de kosten
van aanleg vernieuwing enz. van bevloeiings-
en andere waterstaatswerken en voor 2 millioen
uit het opiummiddel
Een berin word gemaakt met dc liouidee- t
ring van dc z.g. criVsheffingcn, t.w d«- ver
schillende oprentenheffingen on onderscheiden
belastingen. Tegenover de totale bclostingver*
laging van rond 17 millioen, welke vooral aan
dc inheemsrl.0 bevolking ten goede komt,
stoat voor 1927 voorzien verhooging von het
invoerrecht van cigorcttenpapicr (bate rond 4
millioen).
Volledig wordt gebroken met het in dc toe*
lichtende bescheiden tot vroegere begrootin«
gen gemeld instituut vort een afzonderlijke
vlr-otrekcnlng.
Het tekort van den gehcelen dienst van het
tijdvak 19121927 ten bedrage van rond 1164
millioen is tot een beloop vun 1083 millioen
gedekt door de opbrengst van lecningen.
Op ultimo 1927 zal aan rente oischende
vlottende schuld vermoedelijk een bedrog uit
staan van 31 millioen. Het restant der vaste
schuld zal op uit, 1927 circa 1085.5 millioen
bedragen.
Voor vernieuwing en voor nieuwe water
staatswerken is 743.000 meer uitgetrokken
dun voor 1926.
Bij de maatregelen tot .vermindering van den
helastingdr"V wordt opgenomen de afschaf
fing der tijdelijke verhooging van de Europee*
scho verponding met 10 opcenten, die van
1922 of werd opgelegd.
ALS RAADSLID VERVALLEN VERKLAARD.
Wegens leveranties oan de gemeente.
Bij koninklijk besluit is ongegrond verklaard
een door den heer P. J. Gpraets to Erica inge
steld beroep tegen een besluit van Ged. Stoten
von Drente, waarbij hij vervallen werd ver*
kloord von zijn lidmaatschap van den gemeen
teraad van Emmen.
Blijkens de overwegingen van dit koninklijk
besluit werd door Ged. Stoten dc vervallenver
klaring uitgesproken op grond, dat op de go-
meentcbegrooting voor 1925 van dc gemeente
Emmen een bedrog van 7000 was uitgetrok
ken voor verstrekking van gemeentewege van
voeding en kleeding aon schoolgaande kinde
ren en dot een bedrag van 90 was geroomd
voor kinderen van de St. Gcrardusschool to
Erica. Tegen overlegging van bons, ofgegevcn
door het hoofd der school, werden door den
heer Geraets kousen geleverd, terwijl een ten
name van do gemeente Emmen gestelde reke
ning ad 55.49 ter secretarie werd aangebo
den. Hoewel Ged. Staten aannemen, dot met
betrekking tot de levering het raadslid in on
wetendheid verkeerde ten opzichte van het ol
of niet toelaatbore daarvan ingevolge de Ge
meentewet, geenszins het opzet heeft gehad
zijn plichten als raadslid te verzaken kon uit
de feiten echter geen andere gevolgtrekking
gemaakt worden, dat de levering niet ten be
hoeve van het schoolbestuur geschiedde, doch
onmiddellijk ten behoeve der gemeente Em
men.
In het beroepschrift werd aangevoerd, dot
het schoolbestuur oan het hoofd opdracht tot
aaVikoop voor rekening van het schoolbestuur
had gegeven, terwijl het hoofd uitdrukkelijk
aan het raadslid heeft verklaard, dot dc le
vering niet aan het gemeentebestuur geschied
de, terwijl hieraan niet afdoet, dat de reke
ning enkele weken later abusievelijk ten no me
der gemeente werd gesteld, dat het schoolbe
stuur niet alleen erkende voor de betaling
aansprakelijk tc zijn, maar ook inderdaad heeft
betaald. In beroep is aangenomen, dot dc
levering geschiedde ten behoeve der gemeente,
alzoo'in strijd met art. 24 der Gemeentewet.
Geautoriseerde vertaling naar het Engelsch van
E. PHILIPS OPPENHEIM.
rfcor W. M. D SPIES-VAN DER LINDEN
35 1
„Weet u wie 't was, die man?" vroeg Vine.
„Dat weet ik niet," zei Virginia, „maar ik
kan gissen, wie zijn lastgevers zijn."
„Ik ook", zei Vine grimmig. „Het schijnt
mij toe, dijt u een heelc dappere jonge dame
bent, juffrouw Lon^worlh."
,',Heelemaal niet," antwoordde .zij. „Wat ik
gedaan heb, heb ik gedaan met het oog op
een belooning
„En die is?" vroeg hij.
„Ik wil dat stuk hebben om het aan mijn
oom terug te geven," zeide zij. „Stella ontstal
het me cp een onbeschaamde manier en als
ik 't niet weer in mijn bezit krijg, zal mijn
oom me terug zenden naar dc kleine „farm"
waar ik vandaan gelromen ben en zal hij mijn
familie niet langer helpen Ik wil dat stuk
terug hebben, mijnheer Vine en u moet het
mij geven
Hij weck haar nan met een volkomen onbe
wogen gelaat.
„Ik. ben bang, juffrouw Long worth, dat ik
u moet teleurstellen," zei hi.;. „Als ik u dat
stuk terug gaf, dan zou het in handen komen
van een van de meest gewetenlooze mannpn
in Amerika Met is niet alleen uw oom, dien
ik haat, maar het zijn zijn praktijken, het is
ziin sluwheid, zijn duivelschc. ingewortelde
zelfzucht. Hij wil dit stuk hebben, om er ande
ren mee naar zijn hand te zetten. Hij verkreeg
het door bedrog. Het middel, waardoor 't van
'hem af genomen werd, was, al ging het buiten
mij om, over 't geheel gerechtvaardigd. Ik kan
't u niet terug geven, juffrouw Longworth Ik
ben 't nog niet met mezelf eens, wat ik er mee
doen zal en zeer zeker voel ik geen vriend
schap voor de mannen, die er mee gemoeid
zijn, maar in ieder geval moet het voorloopig
in mijn handen blijven."
„Weet u," herinnerde zij hem, „dat ik van
avond uw leven gered heb?"
Hij lachte zachtjes.
„Mijn lieve kind," zei hij, „over mijn leven
wordt niet zoo gemakkelijk beschikt Ik geloof
dat u geprobeerd hebt mij een goeden dienst
te bewijzen, maar u vraagt een te grooten
wederdienst. Zelfs al is' het stuk, waarover u
spreekt, gestolen, dan is het toch veiliger in
mijn handen dan in die van uw oom."
„U wilt 't me dus niet geven?" vroeg ze.
„Ik wil niet," antwoordde hij.
Zij stond op.
„Goed," zeide zij. „Ik ga nu, maar ik denk,
dat het niet zoo heel lang zal duren, voor wij
elkaar weer zullen ontmoeten."
Hij opende de deur voor haar en liep met
haar mee naar de lift
„Mijn lieve jonge dame", zei hij, „ik hoop,
dat u mij vergeven zult, dat ik 't zeg, maar
dit is werkelijk een onuitvoerbaar plan van u.
Als u mijn raad aan wilt nemen, en ik weet
werkelijk wel wat van 't leven af dan gaat
u terug naar uw farm in Massachusetts. Deze
groote steden mogen u in 't begin aanlokkelijk
toeschijnen, maar geloof mij, het is beter voor
u in uw bosschen te zijn; u zult er u gelukki
ge! voelen. Vraag 't Stella. Ik denk, dat zij u
denzelfden raad zal geven."
Virginia keek hem strak oan. De lichte toon
van sarcasme, die zelden uit zijn stem afwezig
was. ging niet voor haar verloren.
„Ik dank u voor uw raad," zeide zij. „Het
klinkt zoo onzelfzuchtig cn zoo overtuigend
Zoo'n uitstekende bclooning ook voor iemand,
die iets gewaagd heeft om u een goeden dienst
te bewijzen."
„Mijn beste jonge dame," antwoordde Vine,
„het was niet terwille van mezelf, dat u me
waarschuwde. Dat hebt u zelf erkend. Het
was alleen van uw eigen standpunt uit gezien,
dal u het noodig oordeelde, mij nog wat langer
op aarde te laten blijven. Waaiom zou ik
daarvoor dankbaar zijn? Eigenlijk gezegd, ben
ik er heelemoal niet zeker van, dat ik 't ben.
Ik heb altijd een wapen bij mij cn 't is nog
de vraag of i k niet dc Minnende partij zou
geweest zijn bij een ontmoeting met onzen
vriend, die, zooals u zegt, daar verborgen was."
Hij wees met zijn hoofd naar de slaapkamer
„In dat geval, ziet u, zou ik precies geweten
Rebben, wie hij was, hem misschien wel aan
de politie hebben kunnen overleveren."
Virginia drukte op de kleine bel en de lift
begon naar boven te komen.
„Ik ben blij, dat ik het weet, mijnheer Vine,"
zeide zij, „wat voor soort man u bent."
Hij boog en zonder verder afscheid stapte
zij in de lift. Vine liep "peinzend naar zijn
kamers terug Hij was een man, dien het
leven hard cn ongevoelig gemaakt had, maar
hij kpn de herinnering aan Virginia's bleek ge
laat en groote verwijtende oogen niet van zich
afzetten.
HOOFDSTUK X.*
Nieuwe stappen.
Hoewel het wat samengestelde karakter van
Phincas Dirge niet de minste neiging naar grove
luxe vertoonde, was hij, voor een man van
zaken cn een Amerikaan, buitengewoon ge
steld op al die kleine dingen/ die het leven
verfraaien. Niettegenstaande hij alleen zat tc
eten, was de tafel overdekt met de zeldzaam
ste bloemen en het uitgczochtste fruit uit zijn
kassen. Peinzend en met het air van een ken
ner nipte hij aan zijn ééne glos wijn, die van
de beste in zijn soort was. De zachte lichtschijn
op de tafel was al wat een vrouw zou kunnen
verlangen, die haar teint op 't voordeeligst wil
doen uitkomen. Achter zijn stoel stond zijn
Engelsche „butler", ernstig, gewichtig, vol op
lettendheid. De sigaren cn de lucifers lagen
reeds links van hem bij de hand voor 't oogen-
blik, dat hij zijn wijn op zou hebben. Buiten
de deur wachtte een lakei op 't sein om de
„afterdinner" koffie te brengen. Phineas Duge
stoorde over de luxueuse tafel, over dc wuiven
de trossen met heerlijk geurende bloemen naar
den, met donker mahoniehout betimmerden
muur aan de overzijde en zijn oogen schenen
dien avond iets te zoeken, dat zij niet vonden.
In de laatste weken scheen de man als 't ware
ouder geworden <e zijn. Zijn lippen waren dich
ter opeen gediukt, er waren flauwe-lijnen op
zijn voorhoofd en onder zijn oogen. De „butler"
echter zijn stoel keek neer op het fraaie, zorg
vuldig gescheiden haar van zijn meester en
vroeg zich of, waarom hij zoo stil zatVroeg
zich af, wat hij zag, dat hij zoo aandachtig
naar die eene bepaalde plek tuurde en zoo
lang over de laatste droppels van zijn wijn
deed. Phineas Duge vroeg zichzelf nog meer
af, wat er met hem gebeurd was. Sedert vele
jaren waren mannen en vrouwen gekomen en
gegaan en hij was onverschillig gebleven on
der hun komen en gaan, hun smarten en deug
den; en vanavond betrapte hij zich er op, ol
waren er vele zaken waar zijn geest zich eigen
lijk mee had bezig tc houden, dot hij zich aon
vage en verdrietige herinneringen overgaf. De
plaats aan den anderen kont von dc tafel was
leeg, zoools reeds sedert vele avonden, want
gedurende het tijdperk van zijn titanische wor
steling met deze mannen, wien hij den oor
log verklaard had, had hij olie gezelschop ge
schuwd cn leefde hij een leven van strenge en
volstrekte afzondering.
Vanavond was die starende blik, die over
de afhangende bloemen waarde, inderdaad ge
richt op de leege stoel oan de andere zijde
van de tafel. Hoewel hij zijn fantasie nooit
veel vrij spel liet, had hij toch wel vcrbeeln
dingskracht. Zijn gedachten waren vanzelf te
rug gegaan naar een paar weken geleden. Hij
zag Virginia door zitten, keek naar het ver
schijnen en verdwijnen van haar lieven glim
lach, naar de groote grijze oogen, die hem zoo
onophoudelijk aanzagen, hoorde het lichte ge
klater van haar 'vriendelijk gebabbel, dat hij
niet had gedacht ooit terug te verlangen. En,
wat een kind was zij eigenlijk nogl Om recht
vaardig te zijn en hij maakte zichzelf wijs
dat het alleen rechtvaardigheid was waardoor
zijn oordeel zich wijzigde welk recht had
hij om haar te beschuldigen voor wot in wer
kelijkheid niets was dan een' booze gril van
het noodlot? Had hij zichzelf gestraft door hoor
wég te zenden? Hoe don ook, deze laatste avon
den had de kamer er merkwoardig koud en
leeg ujtgezien. Hij miste de kleinp, wat be
deesde vriendelijkheden die zij hem bewees, de
druk van haar vingers op zijn schouder, dc
gehccle onnoembare charme, die haar aanwe
zigheid in de koude, rijke omgeving had ge
bracht, die hem nu- toe scheen, nooit meer
dezelfde te kunnen zijn.
(Wordt vervolgd).