OVERJASSEN
25e Jaargang No 1.2 A M E RS FOO RTSC H DAGBLAD „DE EEMl.ANDER" 9 Wovember .9?6
TWEEDE BLAD.
KOLONIËN.
BINNENLAND.
Oost-Indië.
JOURNALISTEN-AUDIËNTIE
TEN PALEIZE.
De landvoogd cn dc pers.
Belangrijke vragen.
Tij de journalistcnaudiëntic ten Paleizc oon
het Koningsplein werden belungrijkc vragei.
gedaan, waarvan de belangrijkste, met haar
antwoord, hieronder volgen
De heer Salomonson (Javabode) „Is met do
zinsnede in dc installatiercdc van UE. betref
fende de benoembnnrheid van inhccmschcn tot
de hoogste ambten gedoeld op uitbreiding van
den Raad van Indië?"
De Landvoogd: „Indien ik zulks bedoeld had,
zcu ik ook gezegd hebben; ik heb alleen ge
zegd, dot inheemschen tot alle ambten be
roemd kunnen worden waartoe zij geschikt
zijn".
De heer Crayé (Alg Ind. Dogbl „Zal het
civiele luchtverkeer spoedig een milde kans
krijgen!"
De Landvoogd „Indien het van mij afhangt
ja In Holland wordt er echter meer belang
stelling voor gevonden dan hier
De heer Crayé .#Zal dc gecommitteerde in
Nederland, voorlooper van don agent, iemand
zijn, die versch uit Indië komt, of een ambte
naar, die in geen jaren meer in Indië ge
weest is."
De Londvoogd: „De bedoeling is een Neder»
landsch ambtenaar te benoemen, die vroeger
in Indië geweest is."
Dc heer De Keijzer (Locomotief): „Wonneet
komt de definitieve bcstuurshervorming in
Oost- en Midden-Jnvo?"
De Land voogd: „De provincies zullen inge
steld worden met ingang van 1 Januari 1920."
De heer Dc Keijzer: „Wat kan U mcdcdce-
len omtrent de moeilijkheden in West-Su»
ma tra?"
De Landvoogd: „Nu de Volksraad in zitting
bijeen is, heeft deze recht op de primeur van
het antwoord."
De heer Zaalberg (Bat. Nieuwsbl.): „Is ver
zachting van de scherpe bepalingen togen jou--
nalistcn te verwachten?"
De Landvoogd: „Neen, maar men moet wel
onderscheid moken tusschen het handhaven
van bepalingen en de wijze van toepassing."
UIT DE STAATSCOURANT.
Voornaamste Kon. Besluiten uit de
Staatscourant vun heden.
Op verzoek eervol ontslagen Mr. F. A. J.
Marres als rechter-pluatsvervanger in de
rechtbank te Maastricht
benoemd voor den tijd van vijf jaar in de
commissie van deskundigen voor de Rijnvaart
te Dordrecht tot lid-voorzitter S. Hoogstra,
havenmeester, directeur van het veerbedrijf der
gemeente Dordrecht, tot leden B. H. Hoebee,
scheepsbouwmeester, L H. Gelissen, scheeps-
vaartkimdige, tot plaatsvervangende leden D.
Hoebee Pzn., scheepsbouwmeester C. W. van
Seventer, werktuigkundigc-clectrotechnicus, al
len te Dordrecht
benoemd, tot ridder in de Orde van Oranje-
Nüssau Mej. J. Borgman, directrice der Gem.
Kweekschool voor Onderwijzeressen te Gro
ningen
op verzoek eervol ontslagen uit 's Rijks dienst
met dank Dr. J. C A. Simon Thomas, als
adviseur-scheikundige der Marine
bevorderd als zoodanig dé scheikundige dei
Marine Dr. F. H. van Leent
eervol ontslagen met levenslang pensioen,
wegens langdurigen dienst, de officier van dc
Marine-stoomvaartdienst Ie kl. F. H. Heukel-
man
bij K. B. is bevorderd tot consul der Neder
landen in algemeenen diens» H. M. J. Fein,
vice-consul in algemeenen dienst, werkzaam
bij het consulaat-generaal der Nederlanden te
Sidney.
DE STAATSBEGROOTING 1927.
De Memorie van Antwoord op
Set Voorloopig Verslag.
(Vervolg).
De economische toestand.
Hoewel van oordeel zijnde, dat de econo
mische toestand van ons land zeker niet slech
ter is dan in de meeste andere Europccsche
landen, is dc Regeering ten volle overtuigd,
dat verschillende takken van ons volksbestaan
in moeilijkheden verkceren.
Deze moeilijkheden zijn voor een groot deel
een gevolg van omstandigheden, die buiten den
Invloed der Regeering liggen.
Wat speciaal den landbouw aangaat, zij op
gemerkt, dat de zorgen in de eerste plaats een
gevolg zijn van de algemcene daling der pro-
ductenprijzen op de wereldmarkt.
Evenmin kan worden ontkend, dat de mid
denstand met moeilijkheden te kampen heeft.
Hier is intusschen niet aanstonds duidelijk,
welke Overheidsmaatregelen hierin verbetering
zouden kunnen brengen.
Wot het ter hand nemen van productieve
werken betreft, wordt, behalve op de versnelde
afsluiting der Zuiderzee en de maatregelen ter
verbetering van het wegennet, gewezen op het
geen door de Regeering wordt gedaan ter be
vordering van de ontwatering, waardoor stre
ken voor cultuur geschikt worden gemaakt,
welke zich doorvoor tot nu toe als gevolg van
waterbezwaor niet leenen.
Hetgeen in het Voorloopig Verslag wordt
opgemerkt over een Volkenbondscommissie
voor economisch onderzoek, berust ten deelc
op misverstand.
De economische positie van de Nederland-
sche mijnindustrie is. indien men afziet van
de tijdelijke verbetering in verband met de
Engelsche staking, inderdaad niet rooskleurig.
Indien met den aandrang om meer aandacht
te wijden aan een betere economische gemeen
schap. tusschen Nederland en Nederlandsch-
Indië gedoeld wordt op een politiek van diffc-
rentieele tarieven of een handelspolitiek, zoo
als door Engeland gevolgd wordt ten opzichte
van zijne koloniën en dominions, kon worden
medegedeeld, dot maatregelen in dezen zin van
de Regecring niet zijn te wachten.
De Regeering is het eens met die leden, dlc
een wijziging van onze handelspolitiek niet in
's lands belang achten.
Dat momentcel weinig kapitaol wordt belegd
in de nationale industrie, is een gevolg van
verschillende omstandigheden, doch houdt geen
rechtstreeksch verband met het feit van het
plaatsen hier te lande van buitcnlandschc lec-
ningen
De Regeering is het eens met die leden, die
een directe bemoeienis met emigratie naar ver
afgelegen landen niet raadzaam achten
q Bezoldigingsbesluit.
De Regeering blijft van mcening, dat e«
voorshands rust moet hecrschcn in zake het
Bezoldigingsbesluit. Inmiddels gaat de Regee
ring voort met de bearbeiding van een betere
ambtenaren-statistiek.
Het ligt niet in de bedoeling van dc Regee
ring wijziging te brengen in de positie van de
Centrale Commissie von georganiseerd over
leg
Het onderzoek naar de groepen die op bur
gerrechtelijk arbeidscontract in dienst geno
men kunnen worden, is nog niet beëindigd.
Noor nonleiding van hetgeen is opgemerkt
over het ontwerp van wet tot regeling van den
rechtstoestand van ambtenaren, wordt erop
gewezen, dat zoowel dc financieel© toestand
van het rijk als die van andere publiekrechte
lijke lichamen zich tegen de behandeling hier
van verzetten.
Onderwijs enz.
Nu dc Regecring zich nog altijd voor de
taak ziet gesteld een uiterst voorzichtig gel
delijk beheer te voeren, kon men, naor het
huar voorkomt, bezwaarlijk in dc Troonrede
dc aankondiging verwachten van maatregelen
op het gebied van het onderwijs, die tot hoo-
gere uitgaven zullen leiden.
Opmerkingen von verschillen
den aard.
Eenc opgave van dc verschillende bedragen,
von Rijkswege over 1925 uan dc gemeenten
uitgekeerd, is in bewerking en zal zoo spoedig
mogelijk worden ingezonden.
Noor aanleiding van de vraag, of van een
nieuwen koers in Indië sprake is, wordt opge
merkt, dat uiteraard iedere gouverneur-gene
raal den stempel zijner pcrsoonjijkhcid op het
tijdperk van zijn bewind drukt%
De Minister van Justitie schaart zich oon do
zijde der leden, die mecnen. dot op het gebied
van dc herziening der huwelijkswetgeving
groote omzichtigheid tnoct worden betracht.
Het streven der commissie voor werkverrui
ming om bij leverunties aan cn aanbestedin
gen door openbare lichamen zooveel moge'ijk
rekening te houden met de belangen der Ne-
derlandsche industrie, zal ook in het vervolg
door de Regeering worden gesteund
Ook bij de Regeering bestaat de overtui
ging, dat er non het politiewezen wel het een
on ander te reorganiseeren volt De aangele
genheid heeft de aandacht der betrokken De
partementshoofden.
9 «2
Voorloopig verslag over Hoofd
stuk IX (Waterstaat).
Aan het voorloopig verslag der Tweede Ka-
met* over Hoofdstuk IX der Stoatsbegrooting
(Waterstaat) ontlcenen wij het volgende:
De cfdecling Scheepvaart.
Gevraagd weid welke maatregelen de Mi
nister denkt te nemen ten aanzien van de afd
Scheepvaart aan het Deportcmcnt. Men achtte
het ontstellend dat is gebleken, dot op deze
afdeeling 9 ambtenaren waaronder een admi
nistrateur en een referendaris werkzaam waren
voor de afdoening von 4967 ontvongen stuk
ken, waarvoor 996 geen cn 2985 een hoogst
eenvoudige afdoening vereischten, zoodat
slechts een TOOO-tol van cenig gewicht blijken
te zijn, waarvan don nog de grootste helft
noor een vast formulier werd afgedaan.
Bruggen.
Gevraagd werd hoe het staat met de werk
zaamheden voor de brug bij Katervccr; voorts
of door het Rijk iets gedaan wordt inzake de
overbrugging van de Waal bij Nijmegen; van
den Rijn bij Arnhem en van den IJssel bij
Doesburg en of ook iets kan worden medege
deeld van de werkzaamheden van het provin
ciaal bestuur van Gelderland in deze aange
legenheid.
Ook op verbetering van onderscheidene an
dere bruggen werd aangedrongen.
Reorganisatie Rijkswoterstoots-
dienst.
Het had verscheidene leden bevreemd dat
door den Minister met geen enkel woord mel
ding is gemaakt van zijn plannen in zake de
reorganisatie van den Rijkswaterstaatsdienst
Zij zouden gaarne vernemen of reeds maat
regelen zijn genomen om met die reorganisatie
een aanvang te maken. Deze leden hadden
vernomen dat onder de ambtenaren van den
Rijkswaterstaat weinig ingenomenheid is met
de voorstellen der Commissie. Zij vroegen, of
dit juist is. Zoo ja, don vertrouwen zij, dat dc
Minister met de belangen van die ambtenoren
zooveel mogelijk rekening zou houden, maar.
overigens niet zou aarzelen aan die voorstel
len uitvoerig te geven. Het rapport der Com
missie werd door de hier aan het woord zijnde
leden zeer geroemd.
Beheer en onderhoud van dijken.
In verband met de overstrooming in den vo-
rigen winter betoogden eenige leden de wen-
schelijkheid om de dijken langs de groote ri
vieren in beheer en onderhoud bij het Rijk te
brengen. Zij zouden gaarne vernemen hoe de
Minister daarover denkt.
Gevraagd werd waarom Ged. Staten van
Gelderland geen maatregelen tot verhooging
van de dijken hebben genomen.
Sommige leden drongen er op aan, dat de
regeering spoedig haar standpunt zal beoalen
RECLAMES
Van 1—4 regels 4 05, elke icgcl meer I.—
KLEERMAKERIJ
Fa. E. L. J. LAMMtRTS
Amersfoort Groningen
ntich'8Cho wen 3S. Tel. 587
ten aanzien van het ontwcrp-Lcly tot verbete
ring van dc Maas, ten einde deze meer ge
schikt te maken voor den afvoer van hoog op-
perwater
Andere leden merkten op, dot ook al wordt
het plon-Lcly uitgevoerd, daarmede tcch nog
jaren gemoeid zy-'len zijn, zoodot het voots-
hands niettemin noodig is, dut dc dijken wor
den verzwaard.
Schccpvaortvcrbindii Amster
dam— Boven Rijn.
Verscheidene leden stelden de vroog, hoc
het staat met de voorgenomen verbinding van
Amsterdam met den Rijn. Ernstig bezwaar
werd gemaakt tegen dc instelling van een
nieuwe commissie van onderzoek. Men meen
de te v.cten, dat deze commissie tot een an
dere conclusie zal komen don waartoe de vo
rige na lang en breedvoerig onderzoek is ge
komen. Dit herhaold onderzee! zal tot aan
merkelijk oponthoud leiden, terwijl dc toestand
van dien aard is, dat met de uitvoering van
het werk niet langer mag worden gewacht
Waterweg van Dordrecht naar zee
Sommige leden vestigden cr dc aandacht
op, dat in deskundige kringen betwijfeld
wordt, of do verbetering van den Waterweg
van Dordrecht naar zee wel het succes zal
hebben dat dc icgeering ervan verwacht Daar
om drongen deze leden er op non, zich voors-
hunds tot het kleine verbeteringsplan, waar
van de voltooiing in 1928 wordt verwacht, te
bepalen
Do Maaskanalisatie.
Verscheidene leden meenden niet genoeg te
kunnen aandringen op een spoedige konalisatic
van dc rivier dc Mans. De totstandkoming von
dat werk achtten zij van het allergrootste be
lang voor dc ontwikkeling van het mijnwezen.
Kanalen naar Twente.
Sommige leden vroegen of het juist is, dot
over den aanleg van scheepvoartkonolcn naar
Twente eerst neg de commissie-Pop zal wor
den geraadpleegd. Spoedige uitvoering werd
noodzakelijk geacht, niet alleen ter wille von
de industrie, maar ook om de Drentschc veen
arbeiders aan werk te hel pon.
Spoorwegen.
Verscheidene leden, die hun voldoening ei
over uitsproken, dat tengevolge van bezuini
gingsmaatregelen het niet noodig is gtblcken,
dot de Staat over 1925 in het exploitatie-ver
lies van de Spoorwegen bijpast en die inge
wonnen waren met de op 1 Juli 1926 inge
voerde tariefsverlaging, waren van oordeel, dat
dc raming, al zou van deze laatste een tekort
vcor het tweede halfjaar 1926 van 5!£ mil-
lioen zijn te verwachten, veel tc ongunstig is.
Dc voorloopige uitkomsten over Juli en Augus
tus wettigen geenszins deze sombere vooruit
zichten
Sommige leden waren van oordeel, dat
sterke pogingen moeten worden gedaan om het
spoorwegvervoer naar dc Nedcrlandsche ha
vens tc trekken, als tegenweer tegen hetgeen
België deed voor Antwerpen cn Duitschland
voor de Noordzeehavens.
Aangedrongen werd op Ccn belangrijke ver
laging van het 3de klasse-tarief en do prijzen
der abonnementen.
De spoorwegongelukken.
Verscheidene leden verklaarden, dat de on
gelukken bij Leiden en Delft een gevoel van
ongerustheid over dc onveiligheid hebben doen
onstaan. Door sommige leden werd de vraag
gesteld pf de keuze van het materiaal voor
het ballastbed wel met voldoende kennis ge
schiedt. waarbij men de aandacht vestigde op
de publicaties daarover van prof. von der
Klaes. Algemeen drong men er op aan, dut de
minister zal toezien, dat naar de oorzaken vun
de laatste spoorweg-ongelukken ccn zoo scherp
en volledig mogelijk onderzoek zal worden ge
daan en dat alle mogelijke maatregelen zullen
worden genomen ter voorkoming van nieuwe
ongevallen, ook al zouden die maatregelen met
groote kosten gepaard gaan.
De onbewaakte overwegen.
Op maatregelen ter beperking van het aan
tal ongelukken op de onbewaakte overwegen
drongen verscheidene leden aan. Men meende,
dat met de opheffing te ver is gegaan. Andere
leden vroegen of de minister dc veiligheid op
de overwegen nog eens aan een ernstig onder
zoek wil onderwerpen.
Spoorwegtoestanden van Rotterdam.
Eenige leden brachten de spoorwegtoestan
den van Rotterdam ter sprake Voor eenige
jaren is een Staatscommissie benoemd, die
twee rapporten uitbracht, doch wier plannen
om financieele redenen moesten blijven rusten.
Gevraagd werd of ter zake overleg is gepleegd
met het bestuur der provincie cn met het ge
meentebestuur van Rotterdam cn op welk
standpunt zich het gemeentebestuur heeft ge
steld. Ook de toestand van de beide £roo»e
stations te Rotterdam cischt dringend verbete
ring.
Mijnwezen.
Verscheidene leden merkten op, dat oe ge
publiceerde cijfers over dc ongevallen in de
mijnen niet juist zijn geweest cn dat niet alle
ongevallen zijn aangegeven. Gevraagd werd
wat de Minister in deze voornemens is te doen.
Sommige leden betoogden, dat de toepas
sing van dc arbeidsvoorwaarden te wenschcn
overlaat.
Gevraagd werd of dc herziening van het
mijn-reglement zeer sooedicr kan worden ver
wacht.
Gevraagd werd of de Minister kon aandrin
gen op een spoedig rapport van de commis-
sic-Von Vuuren, die het vraagstuk der inscha
keling bij het Invaliditcitsfonds van dc mijn
werkers, die bij het algemeen mijnwerkers-
fonds zijn vbrzekerd, in studie heeft.
Scheepvaart.
Verscheidene leden drongen non op maat
regelen ten aanzien van dc veil.ghcid voor
schepen in do binnenvaart. Voorts werd erop
gewezen, dot nog geen enkel voorschrift ten
opzichte van de bemanning bestaat cn dat nog
vaak vrouwen den zworen arbeid van dc schip
pers verrichten.
Sommige leden vroegen waarom do bezui
nigingsplannen, die in het ropport der Schecp-
vanrt-inspectic voorkomen, niet worden uitge
voerd. Gevraagd werd welke dc plannen von
den Minister zijn ten oonzien van do Schippe-s
wet Verscheidene leden waren ontstemd over
de scheepvaartinspectie.
Sommige leden betoogden, dat het bedrog,
uitgetrokken voor ondersteuning von redders
von schipbreukelingen, tc gering is. Zij dron
gen oan op verhooging van acn post tot
10.000
BEGROOTING POSTERIJEN, TELEGRAFIE
EN TELEFONIE 1927
Voorloopig verslag der Tv/ccdc
Kumer
Aon het voorloopig vei slag der Tweede Ka-
rr.er over de bcgrooting ven het staatsbedrijf
der P. T. cn T. voor 1927 is het volgendo
ontleend
Men was van meening, dat het dringend noo-
dig is, spoedig een beslissing tc nemen ove?
het vraagstuk van dc opperste leiding van het
bedrijf. Vele leden spraken de hoop uit, dot
de minister in dc* gunstige bedrijfsinkomstet»
aanleiding zou vinden om door tc gaan met de
vei'loging van de tarieven, welke daarvoor in
aanmerking komen met name die voor brieven
er» drukwerken.
Gevraagd werd, of het voor porto verschul
digde dcoi groote instellingen als de departe
menten dc Rijkspostspaarbank enz. niet gecon
stateerd kan worden door middel van frankeer
machines, gelijk die reeds door groote parti
culiere instellingen worden gebruikt.
Dc gunstige geldelijke uitkomsten van het
bedrijf maken het ook naar <fe meening van
sommige leden niet langer noodzakelijk, dot in
al te straffen vorm op dc exploitatie bezuinigd
wordt. Vele leden merkten op, dot de perso-
neelbclangen in de leotste jaren erg in het gc-
drong zijn gekomen, eensdeels ten gevolge van
het algemcene hezuinigingsstreven, dot op het
postbedrijf bijzonder streng is toegepast, an-
dcrsd.cls doordat in verband met het in 1924
verschenen rapport der commissie-Nolting voor
een deel van het personeel de toestand is
achteruit gegaan. Het zou naar algemeen ge
voelen zeer gcv.enscht zijn, dut dc minister
thans zou l unnen besluiten, tot al of niet door
voering van de in dat rapport vervatte denk
beelden.
Voorts wees men cp de voorncmer.s der re-
gcering om tc komen tot ccn herclassificatlc
van de hulpkantoren~met ingang van I Januari
1927 op een geheel andere basis dan de be
staande. Men zou gaarne zien, dat dc ministei
dezen maatregel niet zou invoeren olvorcns ccn
beslissing te hebben genomen over het rappon-
Nolting. Mocht de minister daartoe niet be
reid zijn, don zou men dc verzekering willen
ontvangen, dat het puntcnsielsel niet zoodanig
zal worden herzien, dat verlaging der inkom
sten van kantoorhouders daarvan het gevolg is.
Verscheidene leden waren van oordeel, dat het
te meer nu de bcdrijfsuitkomsten dit toe laten,
dringend noodig is, verbetering te brengen In
de salorisregeling van het personeel met name
van het lagere.
Met voldoening werd vastgesteld, dat de
postcheque- en girodienst zich van de onder
vonden moeilijkheden nagenoeg geheel heeft
hersteld Deze leden meenden evenwel, dat de
afschaffing der rentevergoeding belemmering
in den dienst heeft veroorzaakt In verband
hiermede wenschtc men het oordeel van den
minister te vernemen over een wederinvoering
van dc rentevergoeding.
AUDIËNTIES.
Dc gewone audiënties van de ministers van
oorlog, arbeid, handel en nijverheid en van
onderwijs, kunsten en wetenschoppen zullen op
Donderdag II Nov. e.k. niet plaats hebben
DE BEGROETING VAN DE HERTOGIN
VAN BRABANT.
De Commissaris der Koningin in
Zeeland heeft namens Hare Majes
teit bloemen aangeboden.
Bij dc begroeting gisteren te Vlissingcn door
den Commissaris der Koningin in Zeeland, na
mens H M. de Koningin, van de jonggehuwde
Hertogin van Brabant en Haar ouders, aan
boord van het Zweedsche oorlogsschip „Fyl-
gia", heeft de Commissaris mede namens de
Koningin een mand met bloemen overhandigd
aan de jonggehuwden, benevens bloemtuilen
aan de Hertogin van Vcstrogothië, de moeder
on aan Prinses Martha, de oudere zuster van
de Hertogin van Brabant.
HET NEDERLANDSCH-BELGISCH
VERDRAG.
Het advies* van Ged. Staten
van Zeeland.
De heer Mr. J. Adriaanse (V. D.) lid der
Prov. Staten van Zeeland, heeft schriftelijk hei
verzoek gericht tot Ged. Stoten te willen me-
dedeelen of juist is, wat hij van terzijde heeft
vernomen, dat kort geleden vanwege de Re
geering ten tweede male advies van dat col
lege is gevraagd naar aanleiding van het bij
de Staten-Generaal ter ratificatie aanhangig
gemaakt verdrag met België en dat bij die
gelegenheid Ged. Staten hebben gevraagd of
de opgelegde geheimhouding omtrent het eer
ste advies niet mocht worden opgeheven en
publicatie van beide adviezen kon geschieden.
Tevens zou Mr. A. het op prijs stellen te vei-
nemon wat op deze vragen door dc Regee
ring is geantwoord.
Ged. Staten geven een bevestigend ant
woord op deze vragen. Het is evenzeer juist,
dat hun college bij het uitbrengen van het
gevraagde advies de publicatie van dit cn van
het te voren uitgebrachte advies ter sproke
heeft gebracht. Tegen de bedoelde publicatio
bestaat bij den Minister van Waterstaat even
wel ook thans nog bezwaar.
Het truc(aut cn dc compensaties.
In 'het hoofdartikel vun de N. R. Ct. van gis
teravond wordt het vraagstuk der compensa
ties aangeroerd, welke ons land tegenover do
toezegging voor den aanleg von een konaul,
van België had moeten verkrijgen,
Het kanaal vrcczcn wij niet, zegt het blad,
mits er tusschen Antwerpen cn de Nedcrland
sche hovens eene vrije, natuurlijke loyolc con
currentie zal bestaan. Niet ollen denken cr zoo
over ook dit hebben wij meer dun eens naor
voren gebracht doch dit kunnen wij thans
ter zijde laten. Wont do voorwaarde, die wij
steeds gesteld hebben, is niet vervuld. Integen
deel, dc Belgische politiek is in den loop der
jaren, vierkant in strijd mot de international©
gedachte, wnar de voorstanders van het Belgi
sche verdrag zich oon vastklampen, steeds ver
der van het juiste beginsel afgeweken. In stee
van ceno opene, eerlijk, niet door kunstmidde
len gevoede concurrentie te onderhouden, die
hoar kracht zoekt in de energie van den han
del, do cutilage von de haven, het vermogen,
dc aangevoerde goederen snel tc verwerken
enz., heeft men moer cn "meer toevlucht ge
zocht in bedekte cn openlijke protectionistisch©
maatregelen van allerlei aard.
Daarom hebben wij gezegd grijp nu de go»
Icgenheid oon, nu België onze medewerking ver
langt tot ceno aanmerkelijke verbetering van
de levensomstandigheden van Antwerpen, om
daartegenover van zijn kont de verbintenis te
erlangen, in den vervolge van alle tegenna
tuurlijke beschermende maatregelen ofstond te
doen.
Verder waarschuwt dc N. R. Ct. tegen do
opvatting dot bij nadere overeenkomsten do
schade, die het kanaal voor ons land kan bc-
tcekenen, zou kunnen worden beperkt.
Wij moeten met nadruk tcgcr» deze opvat
ting waarschuwen, vervolgt het blad. De exor
bitante eischen, die aan do konolen kunnen
worden gesteld, zijn in het tractaat zelf ge
noemd. Ook het traject van dc „nadere over
eenkomsten" stout in het tractaat omschreven,
cn kan niet willekeurig worden uitgebreid.
Daaraan valt dus reeds onder geen voorwend
sel te tornen. Dot overeenkomsten te goeder
trouw bchooren to worden nagekomen, is een
regel van burgerlijk recht, maar niet minder
een regel von internationaal recht.
Goedkeuring non het tractaat tc verlecncn
met dc bijbedoeling, dat Nederland, als het op
de nadere verdrogen zal aankomen nog kni.
„difficultceren", nadere natuurlijke voorwaarden
stellen, krenterig en uitvluchten zoekend kan
zijn dit is ccne politiek, die bij ons geen
bijval kan vinden. Elk Kamerlid, dot aan het
traktaat zijn stem geeft, moet dit doen in het
volle bewustzijn, dat hij alle consequenties
heeft te aanvaarden. Geen Kamerlid kon dc
verantwoordelijkheid voor zijn stem en alle ge
volgen, die deze zal hebben, verkleinen met
de redeneering, duf wie na hem wet zal »e
zeggen hebben, hetzij minister of Kamerlid,
don maar moet maken, dot de von het kanaal
gevreesde nadcclige gevolgen niet zullen intro
den.
Schuilevinkje te spelen geeft geen pas. Mi
nister Ven Karnebeck moge verklaren, dat hij
von die nadere overeenkomsten geen moeilijk
heden vreest, achter 2ulk een© gratuite verze
kering kan geen Kamerlid zich verdekt opstel
len. Geen Kamerlid zal er achteraf, indien eens
de nadere overeenkomsten even gul blijken te
zijn uitgevaren als in de lijn van het tractaat
ligt, als met name wot d-* minister nu „natuur
lijk" oordeelt, dan door België in het geheel
niet nis „natuurliik" zal worden beschouwd
geen Kamerlid zal cr, zeggen wij, ochterof mee
uitkomen, met dan te zeggen zoo had ik 'het
niet bedoeld.
DE AFSLUITING VAN DE ZUIDERZEE.
Het eindverslag in druk ver
schenen.
In druk is verschenen het eindverslag van
de Staatscommissie, ingesteld om tc onderzoe
ken in hoeverre als gevolg van de afsluiting
der Zuiderzee, ingevolge de wet van 14 Juni
1918 te verwachten is, dot tijdens storm hoo-
gere waterstanden en oen grooterc golfoploop,
don thans het geval is, zullen vóórkomen fóór
de kust van Noord-Holland, Friesland en Gro
ningen, alsmede vóór dc doorvoor gelegen
Noordzcc-cilandcn.
DE SAMENVOEGING VAN ZIJPE EN
PETTEN.
Ged. Stoten stellen een rege
ling voor.
Naor men weet, heeft de gemeente Zijpe
zich voor verceniging met Petten vcrkloord,
o.m. onder de voorwaarde, dat cventuecle
wachtgelden van den burgemeester en de amb
tenaren van Petten niet ten loste van dc nieu
we gemeente gebracht zouden worden.
Ged Staten hebben thans aan B. en W. von
Petten geschreven, dot dit laatste tc bereiken
is door in de wet, waarbij de samenvoeging
wordt geregeld, tc bepalen, dot in de nieuw©
gemeente voorloopig van dc bewoners von
Petten belasting geheven zal worden noor de
laatstelijk vóór de verecniging aldaar geldende
tarieven, welke hooger zijn dan die te Zijpe.
Voor de bewoners van Petten zou dan dc
samenvoeging toch op den duur een voordeel
opleveren, daar de wachtgelden binnen afzien-
baren tijd zouden ophouden en don de hef
fing van belasting naor verschillende regels te
vens beëindigd zou worden.
Omtrent samenvoeging op dezen grondslog
wenschen Ged. Staten spoedig het gevoelen
van B. en \V. te vernemen.
GRENSWIJZIGING BREDA.
Bezoek van de commissie von
rapporteurs aan Breda.
Gisteren heeft de commissie van rapporteurs
uit dc Tweede Kamer inzake het wetsontwerp
tot uitbreiding von de gemeente Breda met ge
deelten van de gemeenten Teteringen, Ginni-
ken, Bavel en Princenhage, een bezoek oon
Breda gebracht. Ten stadhuize vond een con
ferentie plaats.