BINNENLAND.
FEUILLETON.
Een Speelbal dei Foile'e.
TWEEDE ELAD.
25„ jaargang 1,4 A'fjEkSFOORTSCH DAGBLAD „DE EEMLANDER" 11 IVovemtier 996
UIT DE STAATSCOURANT.
Benoemd tot gedelegeerd© der Nederland-
schc regecring bij de herdenking van den com
ponist Frédérique Chopin, welke van 12 tot 14
November o.s. te Warschau zal plaats hebben,
dr. Johan Wagenaar, directeur van het Kon
Conservatorium voor Muziek te 's-Grnvenhage;
op verzoek eervol uit 's lands dienst ontsla
gen A F. Bokhoven als ontvanger der invoer
rechten en accijnzen te Maastrichf
op verzoek eervol ontslagen met dank G. J
Beyerlo als kantonrechter plaatsvervanger in
het kanton üostburg
benoemd en aangesteld bij het reserve»per
soneel der landmacht, bij het personeel van den
eneeskundigen dienst tot reserve-officier van
gezondheid 2e klasse G. de Vries, R Frans
zon, artsen;
op verzoek eervol ontslagen de re«erve-diri-
geerend officier, van gezondhe'1 5e klasse W.
C. Klaassen, van het personeel van den gc-
ncesk.Trtiger. dienst der landmacht.
DE KONINKLIJKE FAMILIF,
Naar wij vernemen ligt het in hel voornemen
der Koninklijke Familie om de uitvoering van
de Walküre op 20 November as. in het Ge
bouw voor Kunsten en Wetenschappen te
's Gravenhage bij te wonen.
DE ENGELSCHE GEZANT.
Von verlof op zijn post terug
gekeerd.
De Engclsche gezant, Sir Charles Marling,
is van verlof in de Residentie teruggekeerd en
heeft de leiding van het gezantschop weder
aanvaard.
HET NEDERLANDSCH-BELGISCH
VERDRAG.
De schorsingsmotie.
Mr. Marchant heeft gistermiddag in de
Tweede Kamer voorlezing gedaan van de motie,
welke hij zal indienen nadat de minister in
tweeden termijn zal hebben gesproken.
Deze motie luidt als volgt
„Do Kamer, overwegende dat Nederland
een onderlinge vriendschappelijke regeling
met België van de hangende vraagstukken
op den hoogsten prijs stelt en vertrouwt
dat een voor beide partijen aannemelijke
gemeenschappelijke formuleering dei
grondslagen zeker is te vinden,
dat tegen het thans aan de Kamer -oo:-
gelegde tractaat van 3 April 1925 ernstige
bezwaren zijn gerezen, hoofdzakelijk hierin
bestaande dat
1. het standpunt van Nederland inzake
zijn bevoegdheid om in tijd van oorlogs
gevaar en van oorlog het watergebied van
de Wesferschelde voor oorlogsverkeer te
sluiten, niet uitdrukkelijk is erkend
2. van den aanleg van het kanaal Ant
werpenMoerdijk, zooals het in het trac
taat en de toelichtende memorie tot het
tractaat is gedacht, voor Nederland ern
stige bezwaren zijn te duchten
dat bij een voortgezet overleg deze be
zwaren zullen kunnen worden uit den weg
geruimd
spreekt den wensch uit, dot het overleg
omtrent de voor beide partijen aanneme
lijke gemeenschappelijke formuleering
worde voortgezet, ten einde alsnog met
België tot overeenstemming te komen
besluit de beraadslaging over het wets
ontwerp tot goedkeuring van het tractaat
van 3 April 1925 te schorsen tot dat zij
het resultaat van -het voortgezet ovtyleg
zal hebben vernomen,
en gaat over tot de orde van den dag
Heden dc beslissing?
In tegenstelling met een persbericht, volgens
hetwelk de beslissing over het Verdrag na de
rede van minister Von Karnebeek op heden
middag tot een later tijdstip zou worden uit
gesteld, verneemt het V a d., dat thans nog
vier sprekers ingeschreven zijn, waarna de
Minister aan het woord zal komen. Indien er
Bij den eersten liefdcszucht verlaat elk ge
voel van wijsheid ons.
CHARRON.
Naar het Engelsch van
RAFAEL SABATINI.
Geautoriseerde vertaling van A. T.
Hij had zaken in de stad, zeidc hij aan het
Hof, voegde hij er bij. Misschien konden die
hem een tijdlang ophouden. Hij vrc huisves
ting misschien voor een week, miss n voor
langer. Kon zij hem die veischaffen<
Dat kon zij zeker vcor een week, en zoo
noodig voor langer. Voor zichzelf nam zij net
besluit, dat het voor langer zijn zou; dat. als
zp den man en zich zelf kende, hel voor het
geheele leven zijn zou.
En zoo stelde zij ter beschikking van dezen
knappen, verarmden edelman niet alleen de
mooiste slaapkamer boven, maar ook de kleine
zitkamer, die behangen was met grijs linnen
en goudleer, en ui*zog op den tuin en die zij
gewoonlijk voor haar eigen gebruik hield; en
bij zijn komst werd he' zóó druk in Paul's
Head, dat het scheen, alsof een pair van het
koninkrijk verwacht werd. Waardin, knecht en
meid beijverden zich, om iederen wensrh van
hem te voorkomen De keukenmeid was weg
gejaagd, omdat zij het m&ische vleesch van zijn
eerste ontbijt te hard gebraden had en het
niet nog meer sprekers bij komen en het dus
niet te lang zou duren om hedenmiddag hei
debat te laten beëindigen, ligt het wèl in dc be
doeling hedenmiddag de siemming, eventueel
de beide stemmingen te doen plaats hebben.
DE CONVENTIE OP DE SLAVERNIJ.
Door Nederland tc Gcnëvc
geteekend.
De Ncderlandschc regeering heeft gisteren
op het Volkcnbonds-sccretoriaot te Gcnève dc
conventie op dc slavernij, die door de laatste
Vergadering werd goedgekeurd, doen tcckc-
ncn.
DE SPOORWEGRAMP BIJ DE VINK.
Het openbaar onderzoek aan
gevangen.
In een der zalen van het Ministerie van
Waterstaat is gistermorgpn half 10 het open
baar onderzoek vanwege de commissie-Kraus
inzake de ontsporing van trein 218 der Neder-
landsche Spoorwegen nabij Dc Vink, tusschen
Voorschoten en Leiden, welke op 9 September
j.l. plaats had, aangevangen.
Wy brengen in herinnering, dat bij deze
spoorwegramp vier personen (het echtpaar
Lobo-Braakensiek, de insp. hoofdmachinist van
Rhoon en de leerling-machinist Ettekoven) het
leven lieten en dat er 9 reizigers minder of
meer ernstig werden gewond.
De samenstelling der commissie, welke 11
Sept. bij beschikking van den Minister van
Waterstaat werd ingesteld, was als volgt: oud
minister prof. dr. J. Kraus, voorzitter; prof.
mr. E. M. Meyers en ir. A. H. W. v. d. Vegt,
hoofdinspecteur-generaal der Spoorwegen, le
den, en ir. D. Verhoop, hoofdingenieur der
Spoorwegen, lid en secretaris.
Er zyn 65 getuigen opgeroepen.
De eerste die gehoord wordt is de machinist
H. M 11 e r te Amersfoort.
De voorzitter herinnert eraan, dat de
heer Müller op de locomotief van den veron
gelukten trein heeft gestaan met de hoofd
machinist Van Rhoon en de leerling-machinist
Ettekoven, welke beiden den dood hebben ge
vonden, evenals het echtpaar LoboBraaken-
siek.
Spreker brengt een woord van hulde aan
dc nagedachtenis dier dooden.
Hij vraagt daarop den machinist' Müller wan
neer deze voor het laatst de machine had na
gezien.
Get.: Te Rotterdam D.P.
Pres.: Was toen alles in orde?
Get.: Ja, meneer de president.
Pres.: Meent ge dat de ontsporing haar oor
zaak kan hebben gevonden in den toestand van
het materieel, waaruit do trein was samen
gesteld?
Get.: Neen.
Pres.: Bevonden zich op den dag van het
ongeval de a- en e-borden op de lijn, (de borden
die aangeven den aanvang en het einde van
het baanvak, waarop langzamer gereden moet
worden)
Get.: Neen.
Pres.: Hoe groot was de snelheid van den
trein
Get.: Tusschen de 85 en 90 K.M.
Pres.: Hoe werd u het ongeval gewaar?
Get.: Ik gevoelde een schok en hoorde een
knal. Enkele seconden later ontspoorde de loco
motief om tenslotte splotseling om te slaan
en hevig te sissen. Intusschen had ik tevoren
de rem zoo krachtig mogelijk aangetrokken.
Wat hebt u gedaan om te trachten de
beide andere personen, die bij u op de loco
motief stonden, te redden
Ik ben direct naar hen gaan zoeken. Ein
delijk zag ik na door een gat te zijn gekropen,
e~P 'mnd. Toen ik deze wilde vatten, hield ik
si ts het verschrompelde vel vastHet
was van Ettekoven.
Den inspecteur Rhoon heb ik niet kunnen
vinden, ook niet nadat ik opnieuw door het gat
was gekropen, er tusschen den locomotief
en den grond was.
Waaraan denkt u dat het ongeval moet
worden toegeschreven?
Ik vermeen, doordat de grond onder de
rail was weggezakt.
Dus de ballast onder de rail.
Juist. Bij een onderzoek op een andere
lijn hebben we nagegaan, dat uiterlijk niets
aan den grond tc zien was, doch wanneer een
trein passeerde, dan gingen de rails een stuk
naar beneden.
Prof. Meyers: Rijdt u nog het traject?
Get.: Ja meneer.
kamermeisje had een horden klap om haar
ooron gehad, omdat zij het bed van den kolonel
niet verwarmd had. En ofschoon er nu al ruim
een maand verloopen was sedert zijn komst,
en onze edelman nl dien tijd op het beste eten
en drinken onthaald was, dat Paul's Head kon
verschaffen, was er toch in al dien tijd geen
woord gerept van betalen, of gevraagd naar
zijn middelen om het te doen.
In het begin had hij zich verzet tegen zijn
uitgebreide maaltijden. Moar zijn verzet was
met voorgewende boosheid lachend beant
woord. Zij zeide hem, dot zijn waardin wist
wat een edelman was en ook, hoe hij onthaa'd
moest worden. Onbewust van dc plannen te
zijnen opzichte, kon hij niet denken, dat d*
groote schuld, die hij bpzig was te maken, een
der banden was, die zijn slimme jageres ge
bruikte om hem te binden.
Toen haar huisvrouwelijke bezigheden einde
lijk afgeloopen waren nadat zij ze niet langer
had kunnen rekken overwon zij haat. aarze
ling om zijn gedachten te verstoren, die te
oordeclen naor zijn gelaat, inderdaad somber
moesten zijn Niets kon tactvoller zijn dan haar
manier van handelen/ die gegrond was op haar
ervaring van den built ngewoon grooten dorst
van den kolonel. Altijd onleschbaar, moest zij
dic-n morgen nog grooter gemaakt zijn door de
gebakken haringen, die een deel van zijn ont
bijt uitgemaakt hadden.
Toen zij nu tot hem sprak, hield zij in haar
hnnd den grooten beker, waaruit hij zijn mor
gendrank gehad had
„Is er nog iets van uw verlangen kolonel
Hij kwam in beweging, keerde het hoofd
om, om haar aan te zien, en nam zijn pijp uit
den mond
„Niets, dank u," antwporddc hij met een
emst, die in de laatste paar weken zijn opge-
Prof. M.: En is het nu beter?
Get.: Jawel, maar wc ryden nu langzamer.
Overigens rijden we veel liever op de ooste
lijke lijnen, dan op dc lijn RotterdamAmster
dam.
Tweede getuige is de heer R. N a u t a uit
Rotterdam, die als hoofdconducteur den trein
^geleidde.
Dc President vraagt: Waar bevond gy u toen
de ontsporing plaats greep?
Get.: Ik zat in het hokje, dat boven dc wa
gons uitsteekt op den uitkijk. Doordat het on
geluk plaats had, was er niets te merken. Een
helsch lawaai was het teeken, dat er iets irn-
stigi gebeurde. Ik kreeg eenige stompen door
het schokken van den wagon.
Pres.: Wat hebt ge gedaan toen de trein
was ontspoord?
Get.: Doordat eenige wagens dwars over
den weg lagen, kon ik aanvankelijk niet bij
de locomotief komen. De verbandkist had ik
reeds meegenomen. Na eenige moeite zijn we
langs een anderen weg naar voren gekomen.
Een wegwerker heb ik naar het achterdeel ge
stuurd om hulp te halen. Zelf ben ik met eeni
ge conducteurs naar gewonden gaan zoeken.
Heeft de dienst op de lijn u wel eens
aanleiding tot klachten gegeven?
Neen, ik heb steeds het volle vertrouwen
gehad en nimmer gedacht, dat op de rechte
baan een ongeluk zou plaats vinden. We komen
haast altijd tijd te kort en zijn wel aan snel
heid gewend, maar ik was even, gerust als of
ik me in m'n woning bevond.
Prof. Meyers: Werd er aan den weg ge
werkt?
Get.: Vermoedelijk wel, maar ik heb daar
niet naar gevraagd. Er bevinden zich wel meer
arbeiders op de lijn.
Derde getuige is de hoofdconducteur E.
S c h m i t z, die als pakmeester op den trein
dienst deed.
Pres.: Wat hebt u waargenomen?
Get.: De ontsporing werd ik gewaar door
hevige schokken en schommelingen van den
wagen waarin ik mij bevond.
Voorts reeft get enkele inlichtingen, van
dezelfde sti-ekirirg als db vorige getuige .ceds
hadden verstrekt:.
De conducteur S. van Kleeff wordt ver
voigens gehoord.
Hij* zat in het achterste deel van den trein
cn nam, toen de ontsporing plaats greep, deze
eveneens door schokken waar.
Na uitgestapt te zijn zag hij wat er ge
beurd was. Hij is toen naar het einde gegaan
om den trein te dekken.
Daar trof hij een vrouw, die zeide, dat haar
kind onder den trein lag.
Dit kind heeft hij daarop van onder de
biels weggehaald.
De conducteur A. H. Nibbelink ver
klaart o.m.:
Ik zat in den vierden waggon, toen hevige
schokken my waarschuwden, dat er een onge
luk was gebeurd. Daarop ben ik naar voren
gegaan. Ook heb ik hulp verleend aan het
kind, dat onder de biels was geraakt.
De volgende getuige treincontroleur A. I.
P a b s t gevoelde plotseling hard remmen. Hij
zat in het middengedeelte van den trein. Hij
is uit den wagen gesprongen en werd vastge
grepen door een meneer, die zeide: „houd m'n
jas vast, er zit een vermogen in!" Kort daar
op werden mevr. Lobo en later de heer Lobo
bij my neergelegd. Zij waren bewusteloos. Ik
kon den jas met het vermogen niet verlaten,
want ik was bevreesd, voor den inhoud aan
sprakelijk te worden gesteld, indien soms
iemand erin zou slagen, den jas weg te ne
men.
Later ben ik vrijgekomen, doordat de reizi
ger zijn jas weer in ontvangst nam, en toen
ben ^k op weg gegaan, om te waarschuwen,
dat geen volgende trein op den verongelukten
zou loopen.
In de richting Voorschoten kwam ik een
man op de fiets tegen, en dien heb ik naar
Voorschoten gezonden om meer hulp te halen.
De assistent van den stationsdienst H.
Quaadgra,s bevond zich mede in den trein.
Hij heeft ongeveer op dezelfde wijze als de
vorige getuige het ongeluk waargenomen. Hij
is op weg gegaan om hulp te halen. Een kist
met verbandmiddelen heeft hij voor de ge
wonden laten brengen. Voorts heeft hij, na
vernomen te hebben dat de heer en mevr. Lobo
Braakenziek stervende waren, getracht, hun
familieden hiervan in kennis te stellen, opdat
zy dc laatste woorden zouden kunnen opvan
gen.
Pres.: Hebt u omtrent de oorzaak een mee
ning?
Get.: Neen.
wektheid vort den eersten tijd verdrongen had.
„Wat niets?" Het blozende gelaat der
stevige sirene vertrok zich tot een verlokken-
den glimlach Zij hield den beker in de hoogr
te „Geen dronk meer voor ge heengaat V
vleide zij
Toen hij haar nu oanzeg glimlachte hij
En iemand, die hem goed gekend heeft, heeft
beweerd, dat zijn glimlach onweerstaanbaar
was, een glimlach, waarmede hij den man of
df vrouw altijd won, wie hij dien schonk.
Hit verscheen plotseling op een geloot, dat
anders ernstig was, zooals de zon plotseling
uir een grauwen hemel doorbreekt.
„Ik vind, dat go me bederft," zei hij.
Zij lachte „Is dat niet de plicht van een
goede waardin
Zij zette den beker op het blad en bracht
dit weg. Toen zij hem gevuld terugbracht, en
hem óp een tabouret naast hem neerzette had
hij wel zijn houding, maar niet zijn peinzende
stemming veranderd Hij richtte zich op, om
haar te bedanken Zij bleef in de buurt, totdat
hij een teug van het bier gedronken had.
„Gaat ge vanmorgen heen?"
„Och," antwoordde hij, langzaam als iemand
die zonder hoop is. „Men heeft mij gezegd,
dat Zijne Genade vandaag terug zou zijn
Maar dat hebben ze mij al zoo dikwijls gezegd
dat.Hij zuchtte en brak af, sprak zijn
twijfel niet uit Ik denk soms wel eens, dot zij
mij voor den gek houden."
„U voor den gek houden haar stem was
vol schrik „Als de hertog Uw vriend is I"
„Oh I Dat was lang geleden En de men-
srhen veranderen soms verbozend veel
Toen wierp hij zijn gedrukte stemmig van
zich of.
„Maar nis er oorlog komt, zal er toch wel
plaats zijn, om een geoefend soldaat te ge-
De heer W. L. van B a k e 1 uit Amster
dam, een vr.n degenen, die als passagier moe
reden, verklaart, dat hij volkomen bij zy:r
positieve was gebleven, ondanks de hevige
schokken.
Ily heeft medcgeholpen om het kind, dat
onder de biels lag, te bevrijden.
Des morgens om 10.03 was get. op dezelfde
plaats langs gekomen, toen hij uit Amster
dam was gegaan. Er was toen ter plaatje
niets tc bemerken. Get. heeft echter den in
druk, dat de rail aan één kant wat gezakt
was. Hy meent, dat, indien er niet geremd
was, de trein over deze gevaarlyke plaats wei
heen gegaan was.
Ook de heer T. H a s p e r uit NoordwyX
aan Zee heeft in den verongelukten trein ge
zeten. Htf is naar voren gegaan, toen dc ont
sporing had plaats gehad en heeft toen met
den machinist Muller geholpen aan het red
dingswerk.
De heer T. Veldhuis, motorhcrsteller uit
Delft, heeft het ongeluk niet medegemaakt.
Hy zou echter gaarne eenige inlichtingen ge
ven omtrent zijn indrukken van den toestand
van de spoorbaan. Hiervoor heeft hy zich
aangemeld.
Spr. houdt een beschouwing over moer'plari-
tcn en moerbouten. Het kan zjjn, dat deze
'bouten los raken en op de rails terecht komer.
Hij meent, dat er onregelmatigheden op dc
rails te constatceren zijn en hy is bereid, die
ter plaatse aan tc wyzen. Men moet behoor-
lyk en kalm langs den weg wandelen om zulke
onregelmatigheden als losse moeren en bouten
te vinden. Men vindt ze niet als men er per
lorrie langs rydt. Enkele weken geleden
heeft hy per brief den ingenieur nog bericht
dat uit een rail by de Binnen Watersloot te
Delft een hoekje is weggevallen. Hieraan is
echter totnutoe geen aandacht geschonken.
De voorzitter informeert, waar dit door
den heer Veldhuizen precies is geconstateerd
De lieer V. geeft de verlangde dofiniëering.
De volgende getuige is de heer H. d t
C1 e r c q, uitgever te 's-Gravenhage (iydelyk
wonende te Marseille).
Spr. is ter plaatse door journalisten geit
tervieuwd, doch heeft toen niet geantwoord op
de vraag, welke naar zyn meening de oorzaak
was. Thans, voor deze commissie, wil hjj
zulks wel mededeelen. Hij laat hieraan de me-
dedecling voorafgaan, dat hij een technische
opleiding heeft gehad.
Het ligt in verband met do electrificatie
van de lyn voor de hand, dat er aan de baan
gewerkt werd. O.a. moesten de rails electrisch
verbonden worden. De reparaties moesten zich
inschakelen tusschen de verschillende tijdstip
pen in, waarop de lyn werd bereden.
Spreker vertelt vervolgens, dat ongeveer
een uur na de ramp een vliegmachine boven
de plaats van het ongeluk heeft gecirkeld. Hij
hoopt, dat de aviateur foto's «heeft gemaakt
het weer was er heel gunstig voor cn
dat die foto's dan alsnog ter beschikking van
de commissie zullen komen. De rails ter plaat
se zijn uitgeweken, terwijl een aantal dwars
liggers byeengeschoven waren.
Spr. heeft eenige bouten e.d. los gevonden.
De heer v. d. Vegt: Op welk spoor?
Get.: Op het spoor naast dat, waarop het
ongeluk plaats had.
De heer v. d. Vegt: Dat klopt, maar aan
dat spoor werd gewerkt en daar moest dar.
ook heel lagzaam gereden worden.
Get.: Dat verandert. Ik dacht, dat beide-
sporen tegelyk in herstelling waren.
De heer v. d. Vegt: Dat zou wel heel moei
lijk uitvoerbaar zijn.
Get. heeft echter eenige hceren van de peitt
erop gewézen, dat enkele bouten ontbraken od
het naastliggende spoor. Hij geeft toe, dat die
bouten er ook door den schok uitgesprongen
zouden kunnen zyn. Op het spoor van het on
geval heeft hy echter geen bouten vermist.
Op een vraag van den heer v. d. Vegt ant
woordt get. nog, dat de westinghouse werd
aangeslagen alsof er aan de noodrem werd ge
trokken. Als de remmen niet zoo schitterend
gewerkt hadden, dan zou ook de waggon,
waarin get. zich bevond, n.l. de vierde van
voren, wel zijn vernield, meent get.
De heer M. J. Haringman, boekhandelaar
uit Amsterdam, die vervolgens gehoord wordt,
geeft een schets van hetgeen hij bij de ont
sporing waarnam. Op de heenreis had hy reeds
eenige waarnemingen gedaan op dezelfde plek,
waar de ontsporing 's middags plaats had. Hij
heeft daarover te Rotterdam inlichtingen ge
vraagd en werd omtrent de oorzaak gerust
gesteld. Op de -terugreis was hy mede-slacht
offer. Get. is wegens geschokte zenuwen nog
onder dokters behandeling. Gewond werd hij
bruiken vooral .een, die ervaring van den
vijand heeft, een ervaring, die hij in dienst
van den vijand heeft opgedaan." Het scheen,
alsof hij zijn gedachten luid uitsprak.
Zij fronste de wenkbrauwen Bij kleine
beetjes had zij in de afgeloopen maand een
deel van zijn geschiedenis te hoc n gekregen
en ofschoon hij olies beholve r< im met zijn
mcdedeelingen geweest was, had zij toch ge
noeg begrepen, dat er een reden bestond,
waarom hij nooit dien hertog bereikte, die hem
een betrekking bij het leger bezorgen moest
En daarmede had zij zich getroostwant ge
begrijpt, dat het hoor bedoeling niet was, dat
hij weer in den oorlog zou gaan cn doordoor
voor haar verloren zou zijn.
„Ik begrijp niet," zeide zij, „dot ge u druk
maakt over zulke dingen."
Hij keek hoor aan. „Een mensch moet toch
leven zeide hij.
„M' >r dot is geen reden, waarom hij in den
oorlog moet gaan en vermoedelijk zol omko
men. Hebt ge daarvan al niet genoeg gehad
in uw leven Op uw leeftijd moest een mon
over andere dingen denken."
„Op mijn leeftijd?" Hij lachte even. „Ik
ben pas vijf en dertig jaar."
Zij liet haar verbazing blijken. „Ge ziet
ouder uit
„Misschien heb ik te veel geleefd. Ik heb
her altijd zeer druk gehad"
„Met te probeeren, om gedood te worden
Komt het niet bij u op, dat de tijd is aan
gebroken, om aan iets anders te denken
Hij werp haar een lichtelijk verwonderden
blik toe en fronste het voorhoofd. „Wat be
doelt ge
,,Dat het tijd is, er aan te denken om u tc
vestigen, een vrouw te nemen cn een gezin
te stichten."
niet. Wel is hij zyn portefeuille or by kwijt
geraakt.
Dc heer J. S. Bosscrt, uit Bussum zat
mede in den verongelukten trein. Get. was van
plan geweest in de binden een ingezonden stuk
te plaatsen omtrent do vermoedelijke oorzaak.
Hy is hiertoe echter niet gokomen, doch las
kort daarop een artikel van prof. v. d. Kloes
dat ongeveer dezelfde strekking had. Thans
leest spr. zijn niet-gcpubliceerd stukje voor,
dat hij in klad geschreven had als niet-des-
kundigc. Hy merkt hierin op, dat de onder
grond onder de rails zoodanig was, dat do
rails eenigszins kon wegzakken.
Hierop wordt tc 12 uur gepauzeerd tot twee
uur.
Het voortgezette onderzoek.
Dc heer Longenberg, Ic holtcchef te Voor
schoten, was de eerste getuige die gisteren na
de pauze werd gehoord. Hijvcrtelt welke maat
regelen hij hoeft genomen, toen hij aan dc halte-
Voorschoten zich bevond, om onderweg zijnde
treinen op de boon te waarschuwen Hij heeft
ter plaatse den treinenloop geregeld en ocnige
wagons van den verongelukten trein met een
inmiddels gcrcquircerdc machine naar Voor
schoten loten brengen.
Dc heer v. d. Born, stationschef tc Lelden,
heeft onmiddellijk nadat hij het bericht van het
ongeluk telefonisch vernam, het Academisch
Ziekenhuis opgebeld om een hulpdienst samen
te stellen. Binnen tien minuten was een ambu
lance-groep reeds op weg. Het was hem op dot
oogenblik nog niet bokend hoeveel dooden en
gewonden cr waren.
Pres.Dus alles is, wot dc waarschuwing aan
don- hulpdienst betreft, zeer vlot verloopen.
Get.ïnderdoad.
Dc seinwochtcr H. J. v. d. Pol te Voorsch'o-
ten hoorde eenig gerommel cn dacht dot er een
vliegmachine in de nabijho'd was. Doch al
spoedig ontving hij bericht van een jongen, dot
er eenige wagons in de sloot logen cn dat de
locomotief wos gekanteld. Daarop is hij met
dc roode vlag de lijn op gegaan.
Eer. jongetje, A. van Leeuwen, in dienst bij
een Kruidenier tc Voorschoten, vertelt, dat hij
dc locomotief hoeft „zien slierten" cn dot deze
daarna omviel. Hij is toen naar den seinwochtcr
gefietst om dezen te waorschuwen. Later is hij
nog eens gaan kijken. „Alles lag vrccselijk
door eiknor" zegt de ongeveer 13-jorige knaap
nog, om dan, na bedankt tc zijn voor do in
lichtingen, met een luid „dog meneer I" do
zaal te verloten.
De boerenarbeider G van Tol, te Oegst-
geest, s'ond op het land tocvollig naor den
trein tc Vi.Lcn. Hij zag de locomotief „25 roe
tevoren" d.i. pl.m. 100 M. waggelen.
Hij heeft aan de hulpvcrleenlng niet direct
kunnen meedoen, wont er was een breedo sloot
tusschen het land cn don weg.
De heer A Clt. F. Schmidt, wogenmccstct
to Rotterdum verkmort don trein voor het ver*
trek uit Rotterdum te hebben nagegaan. Alles
was in orde
Ook dc d.d wgcnmccster Joh. Verrijk heeft
de wogens nagezien zoo heeft hij de koppe*
lingen en de wielbanden beklopt en verder alles
wat noodig is. Er was echter niets defect.
De wogenmeester H. Brink tc 's-Grovenhoge,
heeft om de buitenzijde (i.e. rechts) de wiel
banden beklopt en de koppelingen nagekeken.
Ann dc pcironzijde is zulks tijdens het opont
houd van 3 minuten uiteroord niet mogelijk. Er
mankeerde, voor zoover hij heeft kunnen waar
nemen, niets.
Prof. Meyers Is 3 minuten voldoende voor
zoo'n inspectie
Get.Doordot we geroutineerd zijn in dit
werk, wel.
De heer J. C. Loman, Rijksinspecteur do*
spoor- cn tramwegen te 's-Gravenhagc, die
belast is met het toezicht op dc lijn, verklaart
te Rotterdam, waar hij bezig was met een en
quête, het bericht van het ongeval te hebben
ontvangen. Hij is daarop onmiddellijk per trein
vertrokken cn kwam tegen 5 uur in Den Hoog,
vanwaar hij verder per losse machine met den
ingenieur van den weg naar De Vink is gere
den. Hij kwam tegen 6 uur op de plaats van
het ongeval en constateerde o.m. een moet
van 1V£ M. in de rails op de plek, waar het
ongeval waarschijnlijk is begonnen. Hij heeft
ook laten nagaan, of I>et spoor ook waterpos
lag. Hij constateerde, dot de buitenrail onge
veer 3 centimeter lager log dan de binnenrail.
De voorzitter vraagt of deze drie centimeter
verschil van invloed kon zijn geweest op dc
ontsporing.
Get.: Op zichzelf zou ik niet willen bcwe-
Do toon, waarop zij sprak, klonk gewoon en
vriendelijk. Maar hoor ademhaling was sneller
geworden, en haar geloot was blecker bij de
opwinding over het onderwerp van gesprek.
Hij keek een oogenblik peinzend, toen trok
hij de schouders op en lachte. „Een uitsteken
de raad," zei hij lachend op een toon van
zelfbespotting. „Zoek een vrouw voor me, die
een goeden bruidschot heeft en zoo weinig
veeleischend is, dot zij tevreden is met zulk
een echtgenoot, als ik zou kunnen zijn, cn
dan is de zaak in orde."
„Nu vind ik toch. dot go u zelf onrecht
doet."
„Dat heb ik van onderen geleerd."
„Ge zijt toch een zeer geschikt man.
„Zoo! Maar waarvoor geschikt?"
Zij ging op haar thema voort, zonder zijn
vroog te beantwoorden. „En er zijn vermogen
de vrouwen genoeg, die een man noodig heb
ben, die haar lief heeft en voor haar zorgt
zulk een man, als gij zijt, kolonelmmnnd, die
zijn wereld kent en er een waardige nloots in
bekleedt
„Doe ik dot Op mijn woord, ge laat me
wat nieuws over mij zelf hooren."
„Als gc dat niet doet, is het misschien,
omdat de middelen er voor u ontbreken. Maat
ge hebt recht op zulk een plaats."
„Met welk recht, goede vrouw
„Met het recht van uw geboorte en opvoe-
ding en militairen rang, die alle duidelijk bij u
spreken Heer waarom onderschot gij u zpU
Hij schudde het hoofd en lachte weer. „Kent
ge zoo'n vrouw?"
Zij wachtte voor dat zij antwoordde, drukte
haar volle lippen op een, en deed of zij nadacht
zoodat zij haar aarzeling verborg.
fWordt vervolgd).