AMERIKA PER RADIO! ESSENCES N.V, Compagnie Lyonnaise Oeux piftces in wollen jersey, 29: DUIN BINNENLAND. Electro - Technisch u Utr.stiaat15 - - Bureau - - sD SfL 10013118 Telef. 483 Langestraat 23 - A. VAN DE WEG - Te!. 217 Langestraat 83 Te!. 179 Amersfoort. v'oorradip de nieuwste modellen O Oil EM Uitsluitend prima fabrikaat OrÉILLLli VIERDE BLAD. OP ONS 4 LAMPS DUCRETET TOESTEL 25e Jaargang No. 128 AMERSFOORTSCH DAGBLAD „de eemlander" r l November 1926 DE PORTUGEESCHE BANKBIUETTEN- VERVALSCHING De behandcb'ng voor de Haag. schc rechtbank. Het requi sitoir Gisteren is de behandeling voortgezet van dc zaak tegen den heer M. van IJ. Op een vrang van den president aan dep gouverneur van dc bank, antwoordt getuige, dat hij niets afweet van de brieven van 20 en 22 Ju.'i. Getuige is sinds 19IT gouverneur. De bonk noch getuige hebben in 1925 aan iemand het recht gegevens Vosco di Gama biljetten to laten drukken. Getuige Gomes antwoordt overeenkomstig. Dc officier, mr. Bauduin neemt daarna zijn requisitoir. Spr. heeft zijn requisitoir in 3 deelcn vei deeld. In het Te deel behandelt hij dc aanmaak der biljetten enz., in het 2e deel dc tenlasteleg ging in het 3e deel de positie van verdachte. In deze hccle zaak heeft het begrip der camouflage spr. niet losgelaten. De men- schen wilden zich den schijn geven dat zij reëel handelden. Door middel van contracten en diplomatieke passen hebben zij voor ieder dien schijn aannemelijk te willen maken Spr. herinnert aan een telegram van Reis aan M. von T2 Augustus waarin wordt mede* gedeeld dat Gomes met yacontie ging. M. kende Gomes niet en M. wist hij den rechtcr-commissaris niet tc zeggen waarom hem die mededoeling werd gedaan. Daaruit blijkt dat Reis niet anders dan een groote mystificatie is geweest. Voorts merkt spr. op dot in de te'egrammen nooit wordt gesproken van bankbiljetten. Steeds wordt het woord action" gebruikt Hier hebben wij dc camou flage met woorden. Verder wijst spr. op een brief van M. aan zijn vrouw, waarin wordt gezegd, dat deze steeds de woorden omgekeerd moest gebrui ken. Noor aanleiding van de gehoorde getuigen en deskundigen kunnen we, zegt spr. verder, aannemen dat de contracten, waarom het gaat en de brieven van de Bank van Portugal valsch zijn. Wonneer men den algemeenen kant van de zaak beschouwt, dan ziet men, dat het hier gaat om het groote bedrog van 35 millioen. Ieder van de deelnemers moet aan de trans actie een bedrag van ongeveer 2 millioen verdiend hebben. Dergelijke winstbedragen doen des te vreemder aan, omdat er voor een schriftelijke ondergrond niets aonwezig is. Het cenigo wat we vinden is een klein po- piertje van 10 Februori, waarin van de winst- verdeeling wordt gesproken. Dit is echter ook de geheele ondergrond. Ore-rent dc herkomst van het geld word* alleen vermeld „l'orgent encaisse". Deze uitdrukking is geen equivalent van hetgeen de verdachte en zijn vrienden beoog den. In <le sfeer waarin alles zich heeft afge speeld, moet aan die uitdrukking echter wc." groote waarde worden gehecht. Daarna moet spr. zij het ook onaangenaam een beschou wing 'wijden aan de bij dc zaak betrokken personen. Don komen we eerst aan Alves Reis. Na d« gehouden getuigen behoeft hier niet veel mee van tc worden gezejrd. Hij was een financiecle non-valeur in d« hoogste mate. Spr. wijst op dc informatie naar Reis, die luidde: „s'abstcnir". In finan ciecle kringen zegt dit voldoende, doch ver dachte heeft genoegen genomen met de te- genvcrklaringen van riennies en José de Ban- dcira. Aon dezen man moest verdachte op den dog dat Reis 12 millioen pond aan den Hoo- gen Commissaris moest ter hand stellen, een bedrag van 600 pond geven. Voorts werd M later steeds aangespoord om geld te sturen Naast den hoofdpersoon Reis staat José de Bandeiro. Het is in den Hoog vo,n olgemeene bekendheid, dat ook hij een financieelc nonvo- leur was. In Johannesburg is José voorts wegens dief stal enz. veroordeeld geworden tot 8 jaar. Spr. mag ten aanzien van José echter niet verhelen, dot hij in deze zaok nog niet de meest onsympathieke figuur is. Immers hij heeft reeds een gedeelte van de door deze zaok onrechtmatig verkregen gelden terug betaald. Naast de reeds genoemde personen stond de oud-gezant Antonio de Bandeira, die herhaaldelijk medewerking heeft verleend, o.a. docr het verschaffen van passen, enz. Ook is hij bemiddelend opgetreden .om de menschen weer bij elkaar Ie brengen Wat Hennics be treft, deze is op de vlucht geslagen en nergens is men hem op het spoor kunnen komen Wel staat van Hennies vost, dot hij herhaaldelijk in gebreke is gebleven, om volgens afspraak geld aan Reis te zenden. Een finoncicele kracht was dit dus ook niet. Ten slotte komt spr. aan de persoon van verdachte. Uit inlichtingen der politic blijkt, dat bij moree1 gunstig bekend stond Als koopman werd hij als een handig zakenman beschouwd. Door den oorlog heeft M veei geld verdiend. De financiee'e toestand van den verdachte is in dc laatste jaren echter zeer précair gewor den. Toen de onderhavige zaak begon te roulce ren, had M volgens dc vermoomnsbelost'ng een schuld van ongeveer 45,000. Hoe hij d^ze zaak dan ook heeft kunnen financieren is Spr. oen raadsel. Hel kemt Sdt. voorts onbegrijpelijk voor, hoe een deugdelijke bank, als die van Portugal, in zee zou kunnen gaan met een combinatie als van dc door Spr geschetste personen. Wanneer men bemiddeling noodig had voor het laten drukken van biljetten, dan kan men daarvoor toch nog wel iemand anders vinden dan Reis. De deelnemers hebben hun plan in een diplo matieke sfeer weten te brengen, waardoor aan hun gedragingen een schijn van vertrouwen iwcrd gegeven. - Bijna allen hebben zij een diplomatieke func tie weten te krijgen. Daarbij gaf Anlonio, de gezant, die waarlijk niet dc minste rol gespeeld heeft, aan dc zaak een cachet van betrouwbaarheid. Een zeer groot voordcel van het brengen dei zaak in deze omgeving is, dat Haai door de in houd der koffers werd onttrokken aan elk loe- zicht van douane, justitie en politie. Dat heb ben dc menschen zeer goed geweien. Voorts hebben zij met groote genialiteit hel bezwaar ondervongen, dat Waterlow zich in verbinding kon stellen met de Bank van Por tugal. Dit deden zij, door aan de zaak een confidentieel karakter tc geven. Daardoor werd Waterlow aan banden ge bonden, cn deze ODrechte man zal daarvan misschien nog wel do financiecle nadoelen kun nen ondervinden. Wanneer we, zegt Spr. ver der, 4 personen hebben, die elkaar de schuld willen geven, dan is het uiterst moMlijk om ieders aandeel in de zaak vast te stellfcn. M. geeft zich uit als gemachtigde van Reis en verschuilt zich achter dc groote achting, welke hij voor dc Br*idcira's had Van M. hoo- ren wc niets over dc valschheid van dc con tracten, hij zegt nog steeds, door niets van te weten. Vcoils wil hij telkens den gezant be schermen, totdot hij gisteren door dc mand is gevallen, toen hij zei, dot dc gezant alles moet hebben geweten. Spr ziet verdachte als een buitengewoon 'slim en sluw mon. Wat dc olgemeene lijnen van het plan aan gaat, zegt spr., dot ten slotte een telegram van 23 Nov. is gekomen, waarna M. in plaats van Hennies r.aor Lissabon is gegaan. Vandaar seinde hij oon zijn vrouw „Grande chonce. informer ministre". Daarna is hij met de con tracten teruggekomen en no oen bezoek non Waterlow werd een brief oon Romer geschre ven. Romer heeft dien brief nooit ontvangen, deze brief is in het bezit van verdachte geble ven. Spr. gaat voorts na de kwestie van dc „authority" en de valsche brieven van Comn- cho, door middel waarvan hij 580,000 bank biljetten van 500 escudos heeft weten te krij gen. Het is en blijft voor spr. onbegrijpelijk, hoe- men aan den financieelen nonvoleur Reis een dergelijk groot bedrag ter hand zou kunnen stellen. Spr. komt daarna aan de te loste legging. De eerste namaak van 200,000 biljetten hod plaats onder dc oude wetgeving, dc tweede na maak van 380,000 biljetten geschiedde na de wetswijziging. Hoewel de feiten absoluut de zelfde zijn, moet spr. ze om genoemde reder, onder 2 artikelen brengen. Voorts merkt spr op, dat het feit is gepleegd tc Londen door een Nederlander. Asl materieele dader zou spr. willen beschou wen Waterlow. Als vanzelf sprekend moet worden aangenomen, dat Waterlow niet gewe ten heeft, dat M. niet gerechtigd was een order te geven voor het doen drukken der bankbil jetten. Voor Waterlow vervalt dus elke aansprake lijkheid Voor de vervalsching. Wanneer wordt aangenomen, dot verdachte heeft geweten of kunnen weten, dat zijn op drachtgevers niet gerechtigd waren tot het doen vervaardigen der bonkbiljetten, m. a. w dat een andere autoriteit noodig was, dan han delde verdachte bij het geven van dc order tot nnnmnnk en tot -h^t den geVi"'-«n van de cliché's en stempels, wederrechtelijk. Dat verdachte deze wetenschoo heeft gehad, blijkt spr. uit verschillende aanwijzingen, waar van spr. eenigc noemt, o.m het verzwijgen voor een gedeelte der directeuren van de emis sie; de houding van M te^en Springall Daar na komt spr. oo de contracten, waarvan dr Hesselink duidelijk de valschheid heeft aange toond. Spr. is van mecning, det het primair te laste gelegde is bewezen cn dat. verdachte deswege dient te worden veroordeeld. Ten overvloede behandelt spr. nog het sub sidiair te laste gelegde. Ook op het subsidiair te loste gelegde zoo een vcroordeclirg kunnen volgen. Vervolgens behandelt spreker het meer sub sidiair te laste gelegde. Voorts komt spreker aan zijn laatste gedeel te. M. heeft verklaard, dot de oud-gezant ge heel buiten de zaak stond. Maar Uit de door M. zelf geproduceerde stukken blijkt duidelijk, dat de gekant wel degelijk in de zaak was be trokken. Antonio de Bandeiro fs volgens spr. daarom medeplichtige in deze zaok geweest, daarvoor zit hij op het oogenblik don ook in Portugal gevangen en aan sor. is een afschrift van de acte van beschuldiging overgelegd. Bij de geheele zaek heeft leugen en bedrog voorgezeten en uit alles blijkt, dot M. daarbij was betrokken. Hoe zou men hier kunnen denken aan de goede trouw, vraagt spr. Wonneer men alles eens goed nagsat; aan de goede trouw var. iemand, die werkte met bedrog van diploma tieke personen, van de douane, enz en die zich een diplomatieke functie wist te koooen. Uit alle feiten blijkt duidelijk dc kwade trouw, welke bij verdachte heeft voorgezeten W,nt nu de strafmaat aangaat, merkt spr. op. dat de verd^htc door zün kan^^ling c<*n mo reel nadoel heeft toegebracht aan ons land. Spr. is van mecning dot verdachte moei wor den veroordeeld, al acht hij Antonio £n de an deren ook meer strafbaar dan verdachte. Spr. vraagt schuldigverklaring voor het pri mair te laste gelegde en veroordeeling tot een gevangenisstraf van 4 jaren met vernietiging der inbcslaggenomen biljetten. De verdediging. De verdediger mr. Rolnndus Hagedoom. brengt in dc eerste plaats een woord van op rechte hulde en dankbaarheid nan den rech tcr-commissaris voor dc gevoerde instructie. Pleiter zegt rotsvast overtuigd te zijn van de onschuld vnn verdachte. Mocht M. schuldig zijn geweest, dan ver diende hij voorgoed onschadelijk te worden gemaakt, maar is hij te goeder trouw geweest, dan zou veroordeeling zijn het grootste on recht, dut ooit een Nederlander is aangedaan Pleiter zal daarom de kwestie van den goe den trouw behandelen, cn daarbij chronolo gisch de feiten nagaan. Nooit heeft M finoncicele moeilijkheden gehad, hetgeen ook niet gebleken is uit de verklaring van getuige van Heiten. Hij kon steeds over een goede dosis geld beschikken. Dot hij geen belasting betaalde moet pleite- ontvangt U Aangesloten bij den Nedeil, Cond van Radio handelaren voor tiet zelfbereiden van Borstplaat in verschillende sma'cen, Por flacon 35 cent. Hnfleveranciers van TI M de Koningin II.M. de Kon Moeder Juwelier Te!, f98 Optic:en, Accurate bedCening. toeschrijven aan de techniek van het invullen der biljetten.- Voorts merkt pleiter op, dat M. steeds be langstelling- heeft gehad voor de diplomatiek'- functies. Waarom dit zoo was Wel, omdat h'i exporteur was, en door die functies in con nectie en relatie kwam met vele vooraanstaan de buitenlanders. 'Wat betreft, de informatie naar Reis en welke tot resultaat had het advies„s'abste- nir'zegt pleiter, dat M. daarna onTv.i;1d«-lli'k Hennies heeft loten weten: „Bonk telegrafeert obblcib^n, also vorsirht". Hennies wilde daar van echter niet weten, want Hennies stelde volkomen vertrouwen in Reis cn was van meening, dat het advies een vergissing moest zijn. Van Reis is gezegd, dnt hij een non vnlein was van de bovenste p'ank. Uit een socinlis tisrh Portugeesch blad, blijkt echter, dat Reis in Portugal in dc jaren 1929. 1Q2T, 1922, 1923 he'-end stond als een schatrijk man. Verder was informatie afkomstig van de Ultrn-Marino, welke bank bekend stond als een groot vijand van Reis. Spr. komt daarna lot het plan om, Angola er bovenop te helpen. Dot dit voornemen be stond was ook aan Waterlow bekend. Gevolg van dit plan was allereerst de conferentie met Einhorn. Einhoi*n wilde zijn ponden niet go- ven, zoodat dit plan niet door kon gaan. Daar na kwam het tweede plan, waarbij de Bank van Portugal een aantal millioenen escudos zou afstaan, waartegenover een bankgarantie jnoest worden gesteld. Dat M. dit als een se rieuze zaak beschouwde, blijkt wel uit het feit, det hii daarover toen reeds met den heer Hen nies, directeur van een onzer bonken, heeft gesproken. Het is onaannemelijk, dat de hee- ren toen reeds in hun te-legrammen hun val- schen opzet zouden laten uitkomen. De tele grammen aan Hennics waren in cijferschrift, welk schrift M niet kende, zooals in do in structie wel is gebleken. M. heeft tot het laatste oogenblik de zaok als zeer serieus beschouwd. Ook zijn reis naai Portugal in plaats van Hennies achtte M. zeer eervol, hem door den minister opgedragen, en waarvan hij dacht, dnt hem de gunst werd verieend, om in het schitterende plan, dat hem werd voorgesteld, mee te mogen doen. Is het don niet begrijpelijk, dat M., éénmaal in Portugal zijnde, aan zijn vrouw seint „Grande chance"? Verder merkt pleiter nadrukkelijk op, dat Reis dc contracten «an José heeft gegeven °n' dat M. ze eerst in den trein heeft gekregen Op deze contracten zag M. de handteekening van den onderkoning, de stempels van de grootste consulaten voor legalisatie. Kan me^ nu ook maar een oogenblik denken, dat een koopman bij het zien van deze contracten gaat denken, dnt ze weieens valsch kunnen zijn Neen, dat is onbestaanbaar. Bovendien was de inhoud van dc contracten zeer onduidelijk, het geen ook bij de instructie is gebleken. Voorts merkt pleiter op, dat sir William Waterlow, de tip-top man, ook niets onregel matigs aan de contracten heeft bemerkt, en nog wel nadat ze waren nagekeken door zijn notarissen en advocaten. Maar M. had het/ natuurlijk wel moeten wetcnl Toen M. bij Enschede kwam, verklaarde men, dot het technisch niet mogelijk was do biljetten in den verlengden termijn te druk ken. Pleiter kan dit begrijpen, want met de voorbereiding gaan maanden cn maanden heen. De getuige Huisman heeft verklaard, dot M hem een Vnsco di Gomn biljet heeft loten zien Dat begrijpt pleiter niet, wont wanneer het de bedoeling was Vosco di Gamé-biljetten to loten drukken, don was het toch een klein kunstje geweest voor de heeren, om ook zulk een biljet aan de contracten tc hechten Verdei heeft Huismnn verklaard, dot M. er togen op zag naar Waterlow tc gaan. Het tegendeel daarvan wordt echter bewezen door de vela moeite die M deed, om zoo spoedig mogelijk naar Engeland tc vertrekken en daarbij een aanbeveling van Enschede vroeg. Wat betreft het bezoek bij Waterlow, merkt pleiter op, dat het ook uit den brief van Wa terlow aan Romer duidelijk blijkt, dat M. toen beide contracten bij zich had. Met het Portugal—Angola contract alleen zou j hij desnoods hebben kunnen volstaan. Wat betreft dc volmacht van Reis aan M., deze kon hij nooit op 4 December hebben, want op 2 December is deze volmacht in Lissabon gelegaliseerd. De volmacht kreeg M. op 6 of 7 December. Nadat José dc contracten weer Kad meege nomen naar Lissabon, omdat Waterlow de aan gehechte biljetten niet kon drukken, kwamen uit Portugal twee telegrammen voor den oud gezant Antonio. Dit waren cijfertelegrammen, welke niet voor M. bestemd waren. Volgens hrtt iwccdc telegram moest M. 100 contos zenden. M heeft echter later slechts 40 contos ge zonden. Nadat M de contracten weer had ontvan gen, nu met de aangehechte Vusco di Gomn- biljetten, ging hij weer r.aor Londen, doch met de wiskundige zekerheid, dot de contracten door Waterlow met de uiterste nauwkeurigheid zouden worden nagezien. Pleiter heeft altijd gehoord, dot een mede plichtige betaald moest worden door den op drachtgever Maar hier is het juist andersom; M. zendt geld aan Reis, hetgeen geschiedde door het blind vertrouwen, dat hij in Reis had en door het vooruitzicht cp een goede koopmanswinst. Ook Waterlow geloofde direct aan het con- fidentieelc karakter, dnt aan dc zaak was ge geven. De daarvoor opgegeven redenen waren dan ook alleszins aannemelijk, waorbij vooral van belang wos dc kwestie van de Ultra-Ma- rino, aan welke bank binnenkort het-emissie recht zou worden ontnomen. Dit geheime karakter van dc zaak was ook aanleiding, dat men in de telegrammen niet meer sprak van bankbiljetten maar van „ac tions". Verder merkt pleiter op, dat, wanneer do gouverneur wel geld zou hebben aangenomen, dat door M. moest worden gezonden, hij ook op de hoogte was van dc zaak. Heeft hij geen geld gehad, zoodat dus het door M. gezonden grid zijn eigenlijke bestemming niet bereikte, don is M. niet do oplichter, maar do opge lichte, en in dot geval zou pleiter van den officier steun hebben verwacht, om een Neder lander, die in deze impasse is geraakt, voor dio praktijken to beschermen. Wot aangaat do op merking van den officier, dat M. de valschheid hod moeten afleiden uit het feit, dot do emissie niet aan dc geheele benkdircctio bekend was, zegt pleiter, dot dit toch ook het geval is met sii William Waterlow, van wiens poedo trouw wc ellen overtuigd zijn cn zullen blijven. Ook Watcilow hod do wetenschap dnt do omissie voor ccen deel der directie moest worden ver zwegen cn niettegenstaande dot sluit hij toch het agreement of. Hoe kon men deormede don M willen bezworen. Voorts herinnert pleiter aan den brief von M aan Waterlow. Dit per soonlijk schrijven was voor Waterlow voldoon- dc om tot drukken over tc poon. Spr. wijst voorts naar 7 bezworen, wclko do rcchter-commissnris tegen M. hnd. Een van de ze bezworen wos, dnt op dc biljetten peon overdruk voor Angola was gemaakt Doch M. heeft nooit één van Uic biljetten in hnnden ge had. Bovendien kon men geen overdruk maken, omdat doordoor ofbrcuk zou worden pedoon oon het emissierecht van de Ultro-Mnrino, Donrom werd nu van do eigenlijk officieelo emissie eei geheime emissie gemaakt. En dat cr geheime emissies geschiedden, stoot vast. Daarover werd in dc couranten zelfs openlijk gesproken. Wat het Potugeesche contract aanpoot, zegt pleiter, dot Reis het oltijd in de hond hod om dc waorde der escudos tc bepalen ten aanzien van de goudwaorden. Dc escudo is op peil gebleven en de koop is doorgegaan, maar wonnecr wc dc winst, daar op behaald, berekenen, dan komen we tot een geheel ander bedrag dan dc officier, die sprak van 2 millioen gulden per mnri Ten nonzicn van het overbrengen van do bankbiljetten zegt pleiter, dnt met het oog op het confidentieel karakter der emissie do bc- longsielling der douane niet mocht worden op gewekt. Dot M van graaf dc Mntzenow een valsch pospoort heeft ontvangen kon hem niet wor den verweten. Ook in deze zaak is M. geheel te goeder trouw geweest. De ecnige onjuistheid, waarop men M. ooit heeft kunnen bctroppen is, dot hij vcrklnord heeft, dot hij nooit hulp hooft gehad van den Vcneztielonnschen gezant. Dit heeft hij echter gedaan om dezen gezant te snaren. Later is hii daarop echter ook teruggekomen. Wat betreft do aflevering der biljottch dooT M. in Portugal merkt pleiter ov, dot bij door voor re?u's ontving, welke rc^u's door M. steeds als goud zijn bewoard Pleiter heelt deze rc^u's don ook tusschcn do papieren van M. gevonden. Voorts zegt pleiter over de kwestie van do inbocking vnn den post-Bnodeira, dat het hier betreft José de Bandeira Dit wenscht pleiter met nadruk te vermelden, omdat Antonio juist fn Portugal gevangen zit, op grond dnt hij zich als gezant zou hebben loten omkoopen En deze beschuldiging is gegrond op den in dc bonken von M. voorkomende nost. Pleiter gaat verder na eerst de weigering en daarna de oprichting van de Bank van Angola. Daarna komt nleiter op de kwestie van do bestelling der 380.00O biljctter). Vervolgens behandelde pleiter de Augustus- periode. Ook hierbii was M geheel tc goeder trouw. Uit olies blijkt, dat M nimmer de wetenschap heeft gehad, dat er geknoeid was of werd. Daarna wijst pleiter op de waarde, welke te hc-hten is aan inlichtingen uit Portugal. Wot deed nu, vroogt pleiter verder, M-, toen hem de mededelingen "it Portugal gewerden, dot er vnbche biljetten danr in omloor» waren en dnt Reis gevangen was genomen? Hii heeft zich direct met zijn raadsman in verbinding gesteld, die hem afrondde, de koffers norh aan de politie te geven, noch om ze naar RHs te zenden. Hii kon den lost echter niet logger drogen cn daarom wide hij een anderen advo caat en hij wendde zich tot d*»n Londc^dvoennt. M. höeft ten deze gehepl gehandeld on ad vies van mr. van Ranlte Toen mr. van PanHo zich beriep op zijn ambtsgeheim, heeft M. hem direct daarvan ontheven. Wat was echter gemakkelijker voor M. ge weest, dan de panieren cn de contracten to verbranden. Dat hii dit niet gedaan heeft, dcch in alles oucn heeft gehandeld, is een bewijs dat M volkomen vrijuit goot. Pleiter zegt voorts ten zeerste te betreuren, dat niet als getuige is verschenen do notaris die de hondtcekcning op de contracten heeft gelegaliseerd Deze was he*«l wos gewichtiger geweest dan de getuigen, die nu gehoord zijn uit Portugal. Uit al de door pleiter nangehanMe feiten komt pleiter tot de conclusie, dot Marang ge heel te goeder trouw is. Pleiter v/iist uit do afkondiging van den eersten instructie-rechter in Portugal, dnt „M. est line bonne personne, un homme dc bonna foi." Pleiter vraagt ten slotte, waar M. naar zijn overtuiging nu reeds bijna 11 maanden on- schu1Jig in voorarrest zit, hem nog heden in vriiheid te stellen. Dc officier vindt voor deze invrijheidstelling geen aanleiding. Dc rechtbank begeeft zirh te kwart na zes in raadkamer om over het verzeek var? den verdediger te beslissen. De rechtbank bleef een half uur in raadkamer. Daarna deelde de president mede, dot da rechtbank in dezen stnnt van het onderzoek geen termen aanwezig ack»te aan het verzoek van den vcrd°diger te voldoen. Dc uitgeraak wordt daarna bepaald op Vrij* dog 10 December a.s. Luchtvaar!'. VLIEGTUIG VERBRAND. Een vliegtuig van den dienst Koningsbergen —Berlijn, dat een noodlanding had. moeten ma ken bij Koningsbergen, is, nadet de passagiers het verloten hadden en de loding gelost wsn, aoor nog onopgehelderde oorzaak in brand geraakt cn vernield.,

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1926 | | pagina 13