Eau de Cologne mm 'WÊMi 25eJaargang No. 151 AMER5FOORTSCH DAGBLAD „DE EEMLANDER" BINNENLAND. 'LOUIS KLEIN Een Speelbal dei Fortuin. TWEEDE BLAD. Langestraat 23 - A. VAN DE WEG - Tel. 217 AMERSFOORT FEUILLETON. Vrijdag 24 December 1926 KERSTGEDACHTEN. (Nadruk verbodeii). De Ohineesche dichter Li Tai Po besluit rijn aangrijpend Lied van den Jammer der Aarde7 door Gustav Mahler zoo indrukwek kend op muziek gezet, met het refrein „Donker is het leven, donker is de dood" En hoevelen zullen deze verzuchting vdpr hem en na hem hebben geslaakt! Inderdaad, wie rondgaat onder de menschen, raakt ge bukt onder de algemeenheid van het leed. Waarom zonderen teergevoelige naturen zich af van den maatsohappelijken omgang? Waarom onttrekken zij zich aan de ver plichtingen, die het verkeer rnet hun naasten hun oplegt? Het is, omdat ze er niet tegen kunnen, -huis-in, huis-uit te hooren van ver driet en ellende. Mensch en-ken nis betee- kent kennis van wanhoop, \-an ontbering en eenzaamheid, ven niet te lenigen smart. Aanraking met de maatschappij beteek ent aanraking met onrecht, met misdaad, met armoede, verdwazing, troosteloosheid, schuld. Inderdaad: donker is het leven, is de dood! Wat voor licht kan hier schijnen in deze oneindige, one-fgebroken duisternis? Mid winter; grauwheid; met sneeuw bedekte graven. En op de graven ziet de dichter een gestalte hurken, spokig, wild en vreemd. Een aap is 't wiens krijschend huiten de stilte van dien avond ontwijdt. Dit spookachtig dier, dat zijn griezelige, onheilspellende geluiden uitstoot, is het zinnebeeld van den dreigenden reeds zege- pralenden Vernietiger. Wet voor antwoord geeft hij? Wie verstaat den zin ven den hollen klank zijner stem? Hij hurkt daar en loert en omknelt met zijn verstikkende klauwen, als een dierlijke dommekracht, den hals uwer gelieven. Wat voor uitkomst hebben zij, met hun geest en hun liefde? •WeLken weerstand biedt het teerbesnaarde, fijngevoelige, wonderbaar ingewikkelde werktuig hunner ziel? Het wordt ingedrukt, ingeknepen, zonder respijt, zonder pardon. „Geen honderd jaren moogt gij u verblijden Met el het vooze speelgoed dezer aarde. Slechts één bezit is u verzekerd, mcnsch, Dat is het graf, het grijnzend graf, uw einddoel. Donker is het leven, is dc dood." Is cr nergens een tegenwicht te vinden tegen den moordenden druk van de doods gedachte? Li Tai Po, de levenslustige levens moede, grijpt den beker en bedwelmt zich aan den gouden wijn. Zoo wordt zijn klooht over den jammer der aarde een drinklied. Maar het licht, dat a/dus uit een beneveld brein zijn ziel in gh>ed zet, is het ware licht der vertroosting toch niet. Voor hoevelen onzer moet het inmiddels volstaan! Licht in de duisternis! En zij beschermen zich tegen het donkere leven en tegen den donkeren dood, door de ellende te verhullen achter rozig vloei. Zij bemantelen de dorre takken der 'hoornen met kunstmatig groen en be hangen het geraamte der natuur met ge verfde bessen. Als kinderen verdrijven zij hun anigst met gezang, als bedreigde dieren kruipen zij bij elkaar in den warmen, ge- zelligen boek. Kerstmis! Donker is het leven, is de dood, meer er is een licht, dat het duister verwint. De zen, die in midwinter gaat schijnen, is niet op kunstmatige wijze tegen den hori zont aangeplakt; het zijn geen va-lsche, on natuurlijke stralen, waarmee zij door een vernuftige nabootsing den toeschouwer be goochelt. De zon, die thans uit den nacht herrijst, is het haTt der natuur, die Aan binnen uit door haar wordt beschenen. Uit het vast en veilig middelpunt werpt zij haar schijnsel op de verlangende wereld, die zich verwachtend koestert in haar eerste glanzen. Het licht, dat ons in deze gTauwe scheme ring zal vertroosten, moet een binnenlicht zijn. Alle klatergoud, alle vuurwerk, alle kraL'engl ins tering van buiten zal ons niet tegen wanhoop behoeden, zoo niet in 't brandpunt van onze ziel de Kerstvlam is aangestoken. Binnen in ons moet het zijn als een altaar, met stil en zuiver brandende kaarsen. Binnen in ons moet de heilige, vredige vlam haar bestendig schijnsel af werpen. Want het Kerstlicht is geen bedwelming, geen roes van het oogenblik, geen vlucht uit de werkelijkheid. Maar kalme, vaste overtuiging, dat het donkere leven en de donkere dood slechts schaduwen zijn van een licht, dat te helderder straalt naarmate de schaduwen zwarter zijn. Leidon wij" uit de scherpte en de diepte der schaduwen niet af de kracht van het licht? Maar Kerstmis wil geen bewijs. Kerstmis is geen rekensom, geen argumentatie, Kerst mis is openbaring. Kerstmis is het wonder. Kerstmis is de ongerijmdheid, die stelliger waarheid biedt dan de uitkomst van de knapste wiskundige verhandeling. Kerstvrede, Kerstvertroosting zijn geen vrucht va-n het denkend verstand. Kerstmis is geen gedachte. Kerstmis is stemming. Gelijk Li Tai Po, de zwaarmoedige twijfelaar zijn vreugde in den wijn zocht, omdat hij wou drinken, zoekt de'blijmoedige geloovige zijn vreugde in Kerstmis, omdat hij Kerst mis w i 1 vieren. Kerstmis is uitkomst van willen. Het is ontegenzeggelijk, dat men de wereld kam bekijken, zoools men da-t wil. Wereldbe schouwing is een kwestie \an wennen, van zelf-opvoeding, van zelf-tuoht. Men kan, als men dat wil, zijn ziel sluiten voor het Kerst- licht; men kan zijn ziel er voor openen. Kerstmis is gevolg van ontvankelijkheid. Wie zich 'ontvankelijk stelt voor de open baring, die langs duizend wegen, uit tien duizend kanalen, door millioenen poriën heden tot hem komt, zich aan hem op dringt, hem omstuwt en oveiheerscht, die zal met het koor ven menschen en engelen getuigen: Donker is het laven, is de dood, maar het Licht overwint! H. G. CANNEGIETER. UIT DE STAATSCOURANT. Benoemd tot ridder der Oronjc Nassau orde E. F. R. de la Noy, voorzitter der Nedcrland- sche Kamer von Koophandel te San Fransisco en Mej. I. Boncbakkcr, Iccinrcs Chr. Lyceum te Zutphen; benoemd tot Commissaris der Rijksonder- sttuning van behoeftige Nederlanders in Duitschland district Zeyenaar J. J. de Gidts te Oosterbeek en is hem eervol ontslag verleend als 2de kanselier nan H. M. Gezantschap te Berlijn; benoemd tot Officier'in de Oronjc Nassau» orde W. Kaars Sijpcnstcin te Overveen (Gem Blocmendaal); alphobetiscne uonbevelingslijst voor Kanton rechter te Zaandam Jhr. Mr. Dr. B. van den Brondeler, substituut-griffier bij de Rechtbank Haarlem, Mr J Sthecman .He-sse, griffier bij hc{ Kantongerecht Arnhem; Mr. A. M. J. dc Jager, griffier bij het Kantongerecht te Almelo; Mr. C. J. Huyser, griffier bij het Kantonge recht Tcrborg is met het lot ufgevollen tegen een der bovengenoemde candidatcn; benoemd bij het rcscrve-pcrscncel der land macht, bij het personeel vnn den Geneeskun digen Dienst, toi Reserve-Officier van Ge zondheid 2e- klasse T. J. van der Eyden, arts benoemd tot burgemeester van Ootmorsum Jhr. E. L. M. Th. J. van Bönninghousen; en voorts herbenoemd tot burgemeesters vm\ Helvoirt A. F. Rijswijk, secretaris; van St. Oedenrode Jhr. H L. J. M. van Rijckcvorsel von Kessel; van Zuid-Beijerland A. Zonneveld; van Nootdorp en Pijnocker Jhr. J. K. Hessell van Dinter; van Schorc J. G. van Nicuwen- huijzen van 's Heer Abtskcrkc W. van Lierc van Kerkwerve C. J. Boogerd, secretaris van Franekeradeel T. M. ten Berge; van 't Zandt L Coolmanvan Ezinge L. Wildcrvonk de Blécourtven Beck (L.) P. L. Janssen. RECLAMES Van 1i rojicls f 4.05. elke resol moer f 1.— Odeurs en poeder van Koubigant - 47.1 - Coty en Boldoot in eenvoudige en luxe verpakking, Deozen Toiletzeep. UTRBCHTSCHESTFWT MM I fa' 't>Jll' ii ij f 5 *-hu Hv' !i i' - HET NODERLANDSCH BELGISCH VERDRAG. Een adres van het gemeente bestuur van Rotterdam. De beraadslaging in de Tweede Kamer ovei het Ned.-Belgisch verdrag en de uitslag der stemming hebben ons college met groote be zorgdheid vervuld, zeggen B. en W. van Rotter dam in een adres uon de Eerste Kamer, en no pen ons ten slotte om alsnog Uwe Kamer met den meesten nudruk te wijzen op de voornaam ste bij ons gerezen bezwaren. Deze bezwaren zijn niet uitsluitend ontleend aan het plaatse lijk belang, maar vinden eveneens hun grond in het feit, dat dc belangen von Rotterdam en in het algemeen van dc groote Nederlandsche havensteden in deze zijn de bclongen van het geheele land. Twee punten wenschen adressanten naar vo ren te brengen T. Het RijnMnosSchelde kanaal, 2e. het Antwerpen—Moerdijk-kanaal. Wat het Rijn—Maas—Scheldekanaal betreft, wijzen zij erop, dat Rotterdam ten opzichte von. •st gebied der Schwcrindustric aon Rijn en Ruhr als de natuuilijke havenplaats is te be schouwen. Het RijnMaas—Scheldekanaal zal den virtueelen afstand van Duisburg—Ruhrort naar Antwerpen van 352 K.M. tot 20 J K.M. te lugbrengen cn dus korter doen zijn dan die naar Rotterdam, welke 215 K.M. bedraagt. Zij vreezen, dat naast tot standkoming van deze Rijn—Schelde-vcrbin^ing nagenoeg alle Rijn* verkeer met de boven Ruhrort gelegen plaat sen voor Nederland en in de eerste plaats voor Rotterdam onherroepelijk verloren zal gaan. Niet minder gevaar bedreigt Rotterdam bij het tot stnndkomen van het AntwerpenMoer dijkkanaal Dit kanaal wordt niet geboden door het verdrag van 1839, waar de daaruit voort vloeiende verplichtingen door den aanleg der kanalen door Zeeland ïeeds zijn nagekomen De steeds verder gaande toepassing door de omringende landen van maatregelen ter be- voordceling van de eigen havens, met name van uitzonderingstaricven op de Duitsche, Bel gische en Fronsche spoorwegen, dreigt reeds het achterland van onze haven langzamerhand te doen inkrimpen tot die streken, welke recht streeks longs den Rijn met Rotterdam in ver binding staan. Dc Statistieken toQncn aan en dit is in tegenstelling met hetgeen door dei» Minister van Buitenlandschc Zaken in de Twee de Kamer werd werd opgemerkt dat onze haven meer en meer slechts op den Rijn nis tocvoerweg noot het achterland is aangewezen. Zou Rotterdam ook in zijn Rijnvcrkeer worden aangetast, don zou het in zijn lmrtsader getrof fen worden. Zulk een aantasting mag niet als onwaarschijnlijk worden gekenschetst, met een verwijzing naar de geografische ligging det verschillende havens. Von het totale Rijnvcr keer ontvangst Rotterdam, de natuurlijke ha ven, geenszins het overgroote deel. Wordt bo vendien in het oog gehouden, dot de Rijn vrachten naar cn van Rotterdam en Antwer pen onderling zeer Weinig verschillen, dat fac toren als retourvracht, toevallige verhouding van vraag en aanbod enz het Rijntransport van cn naar Antwerpen, speciaal voor Straatsburg en Bazel, niet zelden goedkooper doen zijn don dot van of naar onze haven, dan is het duide lijk, dot slechts een geringe verschuiving noodig is van die factoren, welke de keuze tussohen dc overloadwogens bepalen, om het industriege bied longs den Rijn, ons belangrijk achterland, verloren te doen gaan Dat zulk een verschuiving in niet geringe mate plaats zal vinden nn den aanleg van het Moerdijkkanaal, staat voor ons onomstootelijk vost. De bekorting van den afstond, de uitscha keling van stroom cn van getij, de mogelijk heid von het voren bij nacht, enz. zullen niet nalaten hun invloed op de reeds dan vrijwel gelijke vrachten te oefenen. Maar ook de in directe gevolgen zouden ernstig zijn, dc in krimping van ons Rijnverkecr zou een vermin dering van de verschepingsgelcgenheid in onze haven ten gevolge hebben. Dit zou op den duur weer tot geringen aanvoer van stukgoed var» elders leiden. Het kan derhalve niet aon twij fel onderhevig zijn, dat dit kanaal aan den handel cn de scheepvaart onzer stad en daar mede aan dc welvaart van het gehcclc land een algemeene, intense cn blijvende afbreuk zou doen. Ten slotte zij het ons gegund erop te wijzen, dot dc gevolgen vort dit verdrag tot in 'engte van dagen op ons lond zouden drukken. Wijzi ging van het tractant zou slechts mogelijk zijn met medewerking von Belgiëdc aanleg det koralen zou nimmer ongedaan kunnen worden gemaakt. Op grond van het bovenstaande ver zoekt het college dc Kamer met den grootsten ernst haar goedkeuring te onthouden aon dit tractaot, waarvan de hierboven geschetste nood lottige gevolgen voor het havcnverkcer van op- zo gemeente, voor den Nedcrlandschen handel cn voor dc nationole scheepvaart zijn te duclu- ten. Het Algemeen Ncderlondsch Verbond houdt op 6 Januari in dc grooto zaal van Pulchri Studio in Den Haag een openbare vergadering ter bespreking van het Nedcrlandsoh-Belgischc verdrag. Sprekers von verschillende politieke richtingen zullen er het woord voeren. Dc speculatieve aardappelmeelfabrieken in de provincie Groningen hebben zich tot de Eerste Kamer gewend met een request, houdende het verzoek om het verdrag met België niet aan te nemen'. VERLOF AAN RIJKSPERSONEEL MET OUD- EN NIEUWJAAR. De Ministerraad heeft besloten, dot (behou dens uit ter aard overwegende bezworen voot den dienst) aan de ombtcnarcn, die van de Kerstdagen of van 1 en 2 Januari 1927 ge bruik wenschen te moken om hun familie tc bezoeken verlof kan worden verleend des Moondagochtends terug te reizen, indien zij principieel bezwaar hebben op Zondag de te rugreis te aanvaarden. Naar het persoonlijk declen von het principieel bczwoor behoeft daarbij geen onderzoek gedoon to worden. Verder heeft de ministerraad besloten, dat op den dog vóór Kerstmis (nu de Eerste Kerstdag N op een Zaterdag volt) cn op Oudcjoarsdag (nu ook de Nieuwjaarsdag op een Zoterdog volt) de werkzaomheden des middags to 3 uur kun nen worden beëindigd. LEGERORDERS. Aon dc dezer dagen verschijnende leger orders wordt het volgende ontleend: Aangezien het zich laat aanzien, dat op I April 1927 geen vacatures in den rong van sergeant bij het wapen der infanterie aanwezig zullen zijn, kunnen de op of omstreeks I Octo ber 1924 aangenomen scrgeanten-hulpinstruc- tcurs, gelet op punt 6 hunner engagements- akte, niet tot ccn definitieve verbintenis wor den toegclotcn. Ingevolge verleende koninklijke machti ging wordt in den vervolge voor toelating tpt een verbintenis bij het reservekader bij dc in fanterie, de vesting-, kust- cn luchtdoel-artil lerie, de pontonniers erf torpedisten cn de genie geen overlegging von het getuigschrift voor lichamelijke geoefendheid meer gevor derd. Dc bestaande regelingen voor het over nachten van militairen buiten dc kazerne zijn thans in écn regeling ondergebracht. DE TE WATERLATING DER EVERTSEN. Naar wij vernemen zullen de Minister van Marine a. i. en mevrouw Lambooy den 29ci\ dezer te Rotterdam aanwezig zijn bij dc te watcrlating van den torpedojoger Evcrtscn vnn hef etablissement van Hoogenhout's machine fabriek cn scheepswerf. HET KAMERLID L. DE VISSER. Von ccn Jongdurig verblijf tc Moskou terug. Het lid der Tweede Kamer, dc heer L. de Visser, woonde, nn longdurigc afwezigheid door zijn reis naar Moskou, heden de vergadering weder bij. IN MËMORIAM MAJOOR R. O. VAN MANEN. Onthulling van een gedonktocken. Men meldt ons uit Apeldoorn: Woensdagmiddag heeft onder ezer veel be- 'ajigstelling do plechtige onthulling plaats gehad van het gedenktceken, dat officieren, onderofficieren cn manschappen van het Remonte-depót tc Milligcn op liet terrein van liet depot hebben doen plaatsen ter nage dachtenis van wijlen den 19 September j.l. bij een autornobiclongcluk overleden majoor R. O. van Manen, commandant van het de- nót. Hierbij waren tegenwoordig de naaste familiebetrekkingen van den overledene, w.o. dc moeder en kinderen; verder zijn op volger, majoor Fabius, adjudant Veenstra, vertegenwoordigend don Inspecteur der Ca valeric cn andere genoodigden. Het personeel stond in dubbele rijen om het monument geschaard, dat door den ka- nitein-eerst-aanwezend paardenarts, den heqr Woekcnstroo, na een hartelijke toe spraak tot dc familie, werd onthuld cn aan do zorgen van commandant majoor Fabiu9 word overgedragen. De kinderen van den overledene legden daarna bloemen aan den voet van het monument. Majoor Fabius verklaarde gaarne de zor gen voor dit monument, dat daar staat als een symbool von hooge achting van zijn on dergeschikten tot wijlen Majoor van Manen, te willen aanvaarden cn legde een palmtak uit den tuin van den overledene bij de an dere bloemen. Jhr. van der Does dc Bie dankte namens de familie, officieren, onderofficieren cn manschappen voor dit treffend huldebewijs-; kapitein Wcekenstroo voor zijn hartelijke woorden"en commandant Fabius voor de welwillendheid om de zorgen voor dit monu ment tc aanvaarden. Het monument is ge plaatst voor de commnndantswoning in het centrum van het depot: het is eenvoudig van grijze zandsteen opgetrokken cn met het voetstuk 2.20 M. hoog. In het bovenstuk bevindt zich de beeltenis van den overledene; beneden zijn dc vol gende woorden ingebeitcld: Het personeel van het Rcmontc-dcpot heeft dit gedenktceken geplaatst ter nage dachtenis van den Commandant Majoor R. O. van Manen, overleden 19 September 192G. Naar het Engclsch van RAFAEL SABATINI. Geautoriseerde vertaling van A T. t8 Er waren schepen, en menschen waren noo dig, maar geen kapitein wilde hem meenemen, voordat hij zich een getuigschrift van gezond heid verschaft had. Dc pest had dezen voor zorgsmaatregel noodig gemaakt, niet allee:, voor hen, die naar het buitenland gingen, maar ook voor hen, die binnenslands bleven, want geen stad of dorp zou iemand uit Londen bin nenlaten, tenzij hij voorzien was van een ge tuigschrift, dat hem gezond verklaorde. Het ■was een lastig geval. Maar het moest aanvaard worden. Dus ging de kolonel lang zaam naar Guildhall door stille, donkere straat jes van de stad, waar hij meer dan één deur met een kruis geteekend zog en bewaakt door een wachter, die alle voorbijgangers waar schuwde op een afstand te blijven. En de voorbijgangers, waarvan hij er niet veel tegenkwam, waren bereidwillig genoeg, om het midden van de straat te houden, en zooveel mogelijk ruimte te laten niet alleen tusschen hen en de besmette woningen, maai ook voor al de menschen, die zij mochten te genkomen. Niet weinigen van degenen die Hol les op weg vond, waren beambten, wier aan wezigheid door de pest noodig werd gemaakt r-, onderzoekers, naspeurders, wakers cn dok ters allen bij den eersten blik herkenbaar aan een rooden staf, duidelijk zichtbaar ge dragen, zooals dc wet voorschreef, en allen evenzeer geschuwd, alsof zij zelf door de pest getroffen waren. Het deed den kolonc-l begrijpen, hoe zeer de ziekte nu verspreid was, die zijn slachtoffers bij duizenden telde. Hoe groot de paniek was, begreep hij, toen hij aan Guildhall kwam, dat hij belegerd vond door koetsen, draagstoelen en een menigte voetgangers. Zij waren allefr» met dezelfde boodschap als hijzelf gekomen van den Lord-Mayor het getuigschrift von ge zondheid tc verkrijgen, dat hen in stnot zou stellen deze besmette stad te verlaten. Met grootste deel van den dag wachtte hij tus schen die menigte, en leed van de brandende hitt^ en de kwellingen van honger en dorst Want de renige murskramers tusschen dc men schen waren verkoopers van middelen, om de pest te voorkomen cn amuletten tegen de ziek te. Inplants von den kreet, „zoete oranjeappe len," die in gewone tijden in zulk een menigte gehoord zou worden, en die hem nu zeer véel- kom zou geweest zijn, waren de eenigc kre ten „Onfeilbaar voorbehoedmiddel tegen be smetting," „het koninklijk tegengif," „eenig middel tegen het bederf der lucht/ en derge lijke. Hij kon de goede gunst van de portiers niet koopen, om hem den voorrang te geven. Hij moest op zijn beurt wachten met de nederig- sten, cn daar hij laat gekomen was, leek het niet waarschijnlijk, dot zijn beurt dien dag nog komen zou. Tegen den avond niet zooals de meer voorzichtigen, die besloten den ge- heelen nacht op hun plaats te blijven, opdat zij den volgenden ochtend tot de eersten zou den behooren ging hij heen met leege han-» den en landerig' Maar binnen een uur zou hij begrijpen, dot het lot hem misschien gunsti ger was geweest dan hij vermoed hnd. fn een eenvoudig eethuis in Cheopsidc, waar hij zijn honger en dorst trachtte te stillen, want hij hod na den vroegen ochtend gegeten noch gedronken, hoorde hij enkele stukken van een gesprek tusschen twee bifrgcrs aan een tafeltje in zijn buurt. Zij spraken over een ar restatie, die dien dag gedaan was, en in den loop van het gesprek lieten zij de woorden hooren, die kolonel Holles tot nadenken brach ten. „Maar hoe werd hij gevangen genomen? Hoe ontdekt," vroeg een van hen. „Aan Guildhall, waar hij ccn bewijs van ge zondheid kwam halen, dot hern in staat zou stellen dc stad te verlaten. Ik zeg je, dnt het tegenwoordig niet zoo gemakkelijk is Lenden te verlaten, zooals misdadigprs merken, als zij he.t probceren. Vroeg of laat zullen zij Dan- vers ook op d«ze munier pakken. Zij staan op den uitkijk nnaj hem, en ook naar anderen." Kolonel Holles schoof zijn bord weg, zijn eetlust was plotseling verdwenen. Hij was in een val, naar het scheen; en die woorden, die hij toevallig gehoord had, waren noodig ge weest, om het hem te doen begrijpen. Te trachten om te vluchten was slechts ontdekking uitlokken. Het is waar, het zou mogelijk kun nen zijn, een gezondheidsbewijs op een val- schen naam tc krijgen. Maar aan den anderen kant ging dit misschien niet. Er moest onder zoek gedaan worden naar de onmiddellijke an tecedenten van iemand, al was het alleen, om vost te stellen, dot hij vrij van besmetting was, en dit onderzoek moest weldra elke uit vlucht of aanneming van een valschcn naam aan het licht brengen. En zoo zat hij in een lastig dilemma. Als hij in Londen bleef, *ou hij vroeger of later ontdekt worden door hen, die hem zochten, die hem meer dan ooit zou den zoeken, nadat hij den vorigen avond den boden van de wet ontkomen was Als hij trachtte weg te gaan, leverde hij zich door die daad zelf non de justitie over Na veel som ber overpeinzingen, besloot hij in dezen wan- hopigen toestond, de bescherming van Albe marle tc zoeken, en met die bedoeling ging hij heen. Hij bleef er bij, totdat hij Charing Cross bereikt had, toen twijfel hem overviel Hij herinnerde :ych de zelfzuchtige voorzich tigheid van Albemarle. Als Albemarle eens weigerde het gevaar te loopen, van aan zijn onschuld te gelooven, in aanmerking genomen den aard van het zoogenaamde misdrijf? Hij dacht eigenlijk niet, dat Albemarle de voor zichtigheid zoo ver zou drijven, vooral tegen over den zoon van zijn ouden vriend of schoon het een vriend was, dien de Hertog in dezen tijd moest verloochenen. Maar omdat hij het gevaar zag, aarzelde hij, hij besloot eindelijk, dat hij eerst nog een laatste poging bij den Hertog van Buckingham zou doen. Gehoor gevend aan die ingeving, ging hij het voorplein van Wollingford House op. Hoofdstuk XV. De schaduw vnn dc galg. Zijn genode van Buckingham had het Hof niet vergezeld op zijn vlucht naar Salisbury. Zijn plichten riepen hcjn terug near zijn gou verneurschap in York. Moar hij was even doof voor dc slem van den plicht als voor die der voorzichtigheid Hij werd in Londen vastge houden door zijn hartstocht voor juffrouw j Farquharson, cn hij was woedend, omdat hij met dien hartstocht niets verder kwam. Hij was minder don ooit verder gekomen sedert zijn poging om dc heldenrol te spelen cn d« redder van de schoonheid in nood, en die ge-* eindigd was met hem belachelijk te maken in de oogen der dome. Omdat hij zoo vervuld was van juffrouw Farquharson had hij niet ge- docht aan den brief, dien Holles hem geschre- ven had. Die brief had hem bereikt up het oogenblik, dat hij het land had door het be richt, dnt sir John Lawrence bevel haó gege ven, dnt alle schouwburgen en andere plaatsen vnn bijeenkomst den volgenden Zoterdag moes ten gesloten worden, als een zeer noodigen maatregel bij den strijd dien dc lord-mayor tegen dc pest voerde. Het Hof was niet meer aanwezig, om zich tegen het bevel te verzetten, en het staat tc bezien, of het zich nog langer had durven verzetten. Het sluiten der schouw burgen betcekende het vertiek der tooncelspe- lers uit de stad, en duormede was het gedaan met de kansen van den Hertog. Of hij moest zich verslegen bekennen, of snel hendelen. Een weg, een eenvoudige en directe weg was er, dien hij lang geleden zou genomen hebbpn, als hij niet zoo lafhartig aandacht geschonken had aan de waarschuwing van Etheredge. In zekeren zin begunstigde het sluiten van de schouwburgen dezen weg, en ontnam er eenige van de gevaren aan, gevaren, die in geen geval zwaar gewogen zouden hebben bij zijn Genode von Buckingham, gewoon als hij was, te spot ten over alle wetten, bchalvo die van zijn eigen wenschen (Wordt vervolgd).

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1926 | | pagina 5