TWEEDE BLAD. KOLONIËN. AUD80L A-RADIO L. KLEIN, Ulrechtschestr. 42|44 BINNENLAND. 25e Jaargang No. 186 AMERSFOORTSCH DAGBLAD „de eemlander" Zaterdag 5 Februar. 1927 BIJNAMEN. (Nadruk verboden). In een opvoedkundig tijdschrift las ik eenigen tijd geleden een beschouwing over het geven van bijnamen, een onder kindie- i ren algemeen ingeburgerde gewoonte, die wel zeer moeilijk valt uit te roeien. Toch bond de schrijver, een oud-schoolopziener, ouders en onderwijzers op het hart, dit kwaad uit alle macht tegen te gaan. Want volgens hem zou het geven van bijnamen volstrekt en onvoorwaardelijk te veroordee- len zijn. Hem is geen opvoeder bekend, die aan bij-namen paedagogische waarde toe schrijft. Wat mij betreft, ik dien eerlijk te zijn en te belijden, dat ik in het geven van bij namen niet zulk een kwaad zie als deze voorlichter. Integendeel geloof ik, dat het leven armer zou worden, indien wij ze misten. Ze rijn trouwens sinds de aller vroegste eeuwen zoo algemeen, dat we ze als onafscheidelijk van de menschelijke samenleving mogen beschouwen. Ik geloof niet, dat het uit liefdeloosheid is, dat een kind een kameraad met een bijnaam bedeelt. De geleerden beweren, dat zich in het kinderbestaan de geschiede nis der menscbheid herhaalt. Wat bij het kind spel en vermaak is, is eenmaal bij de volwassenen ernst en noodwendigheid ge weest. Zou het zoo ook met de bijnamen kunnen zijn? Bij de natuurvolken noemt men elkander naar een opvallende eigenaardigheid. Lief hebbers van Indianenverhaüien weten, hoe opperhoofden en krijgs'ieden met zulk een naam worden aangeduid en hoe ze elkaar een dergelijke aanduiding niet kwalijk nemen, integendeel, er een onderschéWing in zien. En wat bij de natuurvolken gewoon en geoorloofd was, heeft zich rn zekere mate bij de cultuurvolken bestendigd. De Romei nen bijv. hadden behalve hun Voornaam reeds een van, maar a*s derde naam droe gen ziij bij dien van hun geslacht en fa milie dikwijls een bijnaam, die hun per soonlijk om de een of andere reden was toebedeeld. Beroemde voorbeelden schieten ons terstond in de gedachte. Wij denken aan den dichter Publius Ovidius Naso (de Neus); aan den redenaar Caius Licinius Crassus (de Dikke); aan den geschiedschrij ver Quintus Curtius Rufus (do Rooie) Zou het Romeinsche volle zijn verdienstelijke mannen uit liefdeloosheid met een scheld naam hebben bedacht? Zoo neen, dan is het ook niet uit liefde loosheid, dat het kind zijn kameraden met een bijnaam bedenkt. Integendeel is de bijnaam voor het kind evenals voor den Romeinsohen burger een onderscheiding. Hij is het teeken van populariteit; het bewijs, dat men opva-lt en dat men over persoonlijke eigenschappen beschikt, die waard zijn, om aan de vergetelheid te wor den ontrukt. De beteekenis van den bijnaam dunkt mij zijn persoonlijk karakter. Er zijn hon derden Wflem's geweest, doch er is maar één Willem de Zwijger. Er zijn duizenden Kareis geweest, doch er is maar één Karei de Kale. Er zijn millioenen Jannen, doch slechts één Jan zonder Land. Waarom zou het in de kindermaatschap- r»:j anders zijn don in d'i-e der volwassenen? waarom mag ook de schoolkameraadschap onder alle Simon's geen Simon Steiloor f ontdekken en onder alle Pietjes geen Piet de Smeerpoets? Maar wat zijn onze familienamen oor spronkelijk anders dan bijnamen geweest? Nu zijn we gewend aan hun belache'-ijken Idank, maar eens waren ook zij een soheld- U woord. Hoe komen wij aan onzen vaak ^zonderlingen van? Doelt hij niet duidelijk op een persoonlijke eigenschap van onzen overgrootvader? Napoleon heeft met zijn register van den burgerlijken stand het vak of de gelaatskleur, het spraakgebrek of de geboorteplaats, het aanwensel of de karak terfout van onzen overgrootvader in den zichzelf gelijk blijvenden van vereeuwigd. Wij hebben ons van dien bijnaam niet langer iets aan te trekken. Daardoor zijn wij minder bespottelijk of minder laakbaar dan onze overgrootvader geworden, maar wij zijn met onzen niets zeggenden van ook kleur'oozer en karakterloozer dan hij. Soms is de familienaam met ons vak, met onze herkomst, met ons voorkomen en onze levensgewoonten m strijd. Wat komt het er op aan? Wij zijn £en nul, een nummer van ons geslacht geworden. Mogen wij het kind dan niet dankbaar j zijn, dat het met zijn fijn onderscheidings vermogen en zijn scherpen waarnemingszin Iets oorspronkelijks ontdekt ook in ons? Iets, dat louter van ons is, dat ons ken merkt, dat het zinnebeeld is van ons wezen? Laten wij ons verheugen, dat het kind met het geven van een bijnaam ons in ons reoht, om een zelfstandige persoon lijkheid te vormen, herstelt. Ma-ar, zegt de angstvallige opvoeder, bij namen duiden vaak onze tekortkomingen en zoo zelden onze bijzondere deugden aan. Kan het kind het helpen, dat onze fouten en gebreken het eerst in het oog loopen? Is het liefdeloos, ons aan de werkelijkheid te herinneren, die onze eigen lafhartigheid en d-e huiche'arij onzer omgeving zoo gaarne verbloemen? Wij zijn immers wie wij zijn, en het eert het kind, wanneer het in zijn n-og onvbr- letten zin voor waarachtigheid ons neemt voor wat wij zijn. Laten wij ons niet voor ons persoonlijk merkteeken schamen. Wie ons vleit met een titel, die ons niet toe komt, doet ons geen dienst. „Prijs een gebochelde om zijn schoone gestalte, het zal een béeedig-ing voer hem zijn," aldus de oude Montaigne, „als gij laf zijt en men u eert als een dopper man, spreekt men dan wel over hjen houdt u voor een and-erl" Vrees voor een bijnaam is vrees voer eigen gebreken. Wie zijn eigen gebrek onder 't oog ziet, er gemeenzaam mee wordt, het aanvaardt als een stuk van zichzelf, zal ook tegenover de gebreken van anderen verdraagzaam staan. Als hij ze schertsend in een bijnaam belichaamt, m3g men hem geen liefdeloosheid verwijten. Het is juist d-e liefde, d-ie het kenmerkende ontdekt en zich in deze ontdekking ver heugt. Juist om dat persoonlijke, dat eigene en oorspronkelijke waardeert men zijn mak ker. Maatstaven van sdhoon-heid en zede lijkheid laat men thuis; men houdt van hem, omdat hij is, wie hij is. Daarom durft men hem noemen bij den hem passenden naam. Het is geen hoonend zich beter wanen, dat drijfv-eer tot het geven van bijnamen wordt. Men weet, even goed of slecht, even schoon of leelijk te zijn a-ls de rest. Maar goed of slecht, schoon of leelijk op zijn eige-n manier, gelijk de ander het is op de zijne. „Mijn eigen fouten bij ande ren te laken, dunkt mij niet enger dan die ven anderen in mijzelven te berispen." aldus dezelfde Montaigne. Ik heb an<kren vaak nvet een bijnaam bedeeld en ik voel me niet schuldig. En op miin voornaam en van ben ik niet zoo trotsch als op den bijnaam, dien ik als schooljongen droeg, schoon het d'e naam ven een moordenaar was. H. G. CANNEGIETER. RECLAMES Van 1—4 regels 4 05, elke, regel meer I. Oosl-lndië. DE LANDVOOGD IN WEST-SUMATRA. Een nctionolc bctooging te Pajacombo. Paaang, 4 Febr. (Aneto.) De Land\oogd vertrok gistermiddag naar Pajacombo, waar duizenden een nationale betooging hielden. Dc zonder dakantenne prijsexc'usief luids rekerf 28? Dc bcsto en gemakkelijkste RADIO onbeperkte qarantio. Landvoogd reed tc paard stapvoets, voorafge gaan door een eerewacht van Volkshoofden, langs geweldige mcnschcnhngen naor de wo- ning van den assistent-resident, waar de odot- emblcmcn opgesteld stonden. Een Volkshoofd tveld een toespraak en bood Z. E. onder groot enthousiasme twee krissen aan. Tc Fort-dc- Kock werd gedineerd. DE BESTUURSCONFERENTIE TE FORT DE KOCK. P a d a n g, 4 Febr. (Aneto). De bestuurs- confcrentic tc Fort de Keek is heden voort gezet, uitsluitend voor het Europeesch bestuur. De landvoogd verklaarde, dat het districts- bestuur gehondhaafd blijft. Al het mogelijk zal gedaan worden voor dc verheffing van de positie van het negori-hoofd tegenover de be volking. OPROERLEIDER EN ZIJN HANDLANGER NEERGESCHOTEN. Padnng, 4 Febr. (Aneta.) Een patrouille schoot den langgezochten en zeer bcruchtcn oprocrleidcr Sipolai en zijn handlanger Bor- joengsotoen neer. Dc lijken zullen aan de be volking getoond worden. WEDEROM EEN VONNIS OVER TWEE COMMUNISTEN. Bandoeng, 4 Febr. (Aneto.) Dc Land raad alhier veroordeelde twee communisten uit Nngrek tot twintig jaar gevangenisstraf. UIT DE STAATSCOURANT. Benoemd tot ridder in de orde van den Nederlandschen Leeuw, Hr. Ms adjudant, de schout-bij-nocht Jhr. J. C. F. von MühJen, tijdelijk adjudant von Z. K. H dc Prins der Nederlanden, Hertog von Mecklcnbuig. benoemd tot burgemeester van Nieuwstodt S. D. Douven; bij het personeel van den geneeskundigen dienst der landmacht tot officier van gezond heid 2de klasse de student in geneeskunde (arts) F. W. J Croughs bij het reserve-personeel der landmacht, bij het wapen der genie, bij het regiment genie troepen tot reserve-tweedc-luitcnant H. J. A Brandes de Roos van het twaalfde regiment infanterie met gelijktijdig eervol ontslag uit zijn tegenwoordige betrekking op verzoek eervol ontslagen de reserve- cerste-luitenant P A. Blanuw van het vierde regiment infanterie de reserve-kapitein voor speciale diensten W Dvscrinch van het vrij willig landstormkorps motordienst en de rc- serve-cerstc-luitenonts I. Swemle en R. C. van Ommering van het regiment kust-artil- lerie. DE GEZONDHEIDSTOESTAND VAN HET DRENTSCHE VEENKIND. Een rijksschoolarts. Men seint ons uit Emmen: Naar wij vernemen ligt het in dc bedoeling der regecring in verband met den slechten ge zondheidstoestand van kinderen in het veenge- deelte van Drenthe voor deze provincie een schoolarts tc benoemen, die als standpluots dc gemeente Emmen zal aangewezen krijgen. GENERAAL DE VIR1EU FüRSTNER. Dc begrafenis op Oud Eik en Duinen. Op Oud Eik en Duinen is Donderdag ternnrd - besteld het stoffelijk overschot van den gop. gcnernnl-majoor der artillerie H. J. G. dc Vi- rieu Fürstncr. Tc half een vercenigdcn zich tol van be langstellenden, waaronder vele hoofd- en op- pcr-officiercn von het leger, en do oud-minis ter van oorlog, gep. luit. gen. Bosboom wer den opgemerkt, in do rouwkapel, waar dc boor was opgesteld, gedekt door verscheidene bloemstukken. Het eerst sprak de heer J. Smits uit Noorden, die den overledene in den oorlogs tijd had leeren kennen, waarop een bond van trouwe» vriendschap was gevolgd. Hij prees den generaal om zijn buitengewone eigen schappen en grootc d ugden. Hij had ncm steeds bewonderd om zijn grootcn ijver en na het verloten von den dienst om zijn wer ken voor anderen. In zijn eenvoud en kinder lijke ziel zocht hij steeds het menschdom om hoog te brengen. Generaal Van Panhuys sprak als oud- officier, die dc Virieu Fürstncr de laatste ja ren dikwijls had ontmoet en roemde zijn op timisme, bezieling en enthousiasme, woordooi hij zooveel vrienden had verworven. Generaal Boom, die den overledene lange jaren had gekend, dankte hem voor zijt. trouwe vriendschup cn loofde zijn hartelijk heid, gulheid, vroolijkheid en geest, waarna overste v. d. K o o g h de -flinkheid, eerlijkheid, en vriendschap van den overledene in het licht stelde. Onder klokgelui werd vervolgens het stof felijk overschot in het familiegraf bijgezet, waarna generaal Cr cm er namens dc familie een woord van dank aan allen sprak. Hij zei nog, dot dc Virieu Fürstncr zooveel vriende lijke zonnige goedheid bezat, waarvan hij wel iswaar wel eens dc dupe is geworden, moor woordoor hij velen donkbnor heeft gestemd. Met 'het strooien van bloemen wos dc plech tigheid geëindigd. „NEDERLANDSCH FABRIKAAT." Uitgave vun een huishoudkas- bock. Het bestuur van do verecniging „Ncder- landsch Fabrikaat" heeft wederom een nieuwe uitgave het licht doen zien en wel een „Huis- houdkosboek", dat in een oploge van 3000 exemplaren bestemd is om te worden aange boden aan dames, die in het huwelijk zullen treden. Het bestuur is tot. deze uitgave overgegoon in de verwachting dot bij het gebruik maken van dit zeer prnctisch cn eenvoudig inge richt Huishoudkosbcek de a.s. Huisvrouw da- gelijksch wordt 'herinnerd aan het groote, al- gemcene landsbelang, dot er in is gelegen zooveel mogelijk aan voorwerpen van Ncdcr- landsch fabrikaat dc voorkeur to geven. En waar in een huishouding dc vrouw in dezen zoo bijzonder veel kan bijdragen tot het be reiken van het doel, door dc verecniging ge steld, n.l.het geven van een rechtmatige voorkeur oon voorwerpen onzer eigen natio nale nijverheid, mag worden verwacht, dut ook deze propegonda van de verecniging haar doel niet zol missen. DE TWEEDE MEUBELBEURS. Vrijdag te Amsterdam geopend. Men meldt ons uit Amsterdam In het R. A. I.-gebouw is Vrijdagmiddag de Tweede Meubelbeurs geopend. In tegenwoor digheid van vele belangstellenden heeft de heer A. Fentencr von Vlissingcn, directeur van dc N.V. P. F. van Vlissingcn cn Co.'s Ka- tocnfabricken tc Helmond, in zijn hoedanig heid van vicc-voorzitter van het Eerc-Comitc de Beurs geopend. In de toespraak, die hij aan de opening heeft laten voorafgaan, heeft dc heer Van Vlissingcn met vrcugdo geconsta teerd, dot het aantal deelnemers, vergeleken met dot von het vorige jaar in sterko mate is gestegen. Thans vertegenwoordigen do 160 standhouders dc belangrijkste firma's op het gebied van woninginstallntio uit binnen- cn buitenland; wont hier zijn aanwezig dc verte genwoordigers van gewone en luxe meubelen, riet-meubelen, ledikanten cn matrossen; behan gers-, stoffeerders- en mcubcl-makcrsfournitu- ren, behangselpapieren, tapijten, meubclbc- klcedingsstoffon cn vloerzeilen, vitrages, loo- pers, tafclklcedcn, enz., glas, spiegels en lijsten, sanitaire- en vcrwormingsartikclcn, Japonscho cn Chinccschc artikelen, leder voor mcubclbc- klecding cn tenslotte dc houtbewcrkingsmuchi- nc-industrieën. Met grootc vreugde constotcert hij verder, dat hoc longer hoe meer de Ncderlondschc kunstenuars het hunne bijdrogen om nan do wcnschcn von het publick tegemoet te komen en meewerken om fe komen tot het ideaal in gerichte moderne Ncderlondschc Home. Dat woord Home herinnert spr. oon de in Engeland zoo vaak georganiseerde Ideal Home Exhibi tions cn spr. vraagt zich af of ook niet hier tc lande cn met niet minder succes dergelijke „bouwwedstrijden" in combinatio met een Beurs nis deze gehouden zouden kunnen worden. On ze architecten moeten hier ooren naar heb ben. Het kleine, economisch ingerichte land huis, berekend op het gemis oon dienstboden, dat in dc toekomst is tc wachten, is een lang verwacht ideaal, waornonr duizenden snokken. Wij tooncn hier aldus spr. hoe wij do huizen kunnen inrichten, muur wij bemoeien ons niet met het vraagstuk, hoe ze prnctisch in overeenstemming met onze moderne inte rieurs tc bouwen zijn. Verschillende architec ten gaven hieromtrent hun oordcel en allen zijn van meenifcg, dnt aan het slagen van een door mij bedoelde Home Exhibition, mits ge organiseerd in overleg en in samenwerking met dc Verecniging van Architecten de B.N.A. niet volt tc twijfelen. LEGAAT. De heer L. Kuitenbrouwer, te OHcnzaal overleden, heeft ƒ1000 vermaakt, vrij van successierechten, oon het ziekenhuis „Heil der Krnnkcn" aldaar. MODEZEGGENSCHAP IN BEDRIJFS LEIDING. Het debat Stenhuis—Maus. Zooals wij reeds meldden, zou gisteren voor de Studenten Verecniging voor Sociale Le zingen te Leiden het debat plaats hebben tus- schen de heeren Stenhuis en Simon A Maas over„Medezeggenschap in dc bedrijfslei ding", waarvan de stellingen reeds vermeld werden. De heer Stenhuis kwom het eerst oon het woord. Dc heer Stenhuis oon het woord. De eisch van medezeggenschap, aldus dez® spreker, heeft voor dc practijk der arbeiders beweging tweeërlei beteekenis. In dc ccrsto plaats bcteckcnt zij, dnt dc bourgeoisie gele genheid gegeven wordt om het mogelijk tc maken, dot dc proletarische beweging binnen dc perken von parlementarisme en democratie blijft, cn in de tweede plaats is dc beteekenis dat. wonncer de proletarische beweging ge dwongen wordt buiten dc grenzen van het par lementarisme en de loonstakingen den weg der revoltecrcndo beweging op tc gaan, deze beweging hoor program hoeft. Spr. merkt op, dot de R.K. arbeidersbeweging door de aan- voarding van het bcdrijfsradenstclscl contra- rcvolutionnair is geworden, waardoor dc mo gelijkheid om tot dit Stelsel tc komen, werd vernietigd. Dc eischen van medezeggenschap en bedrijfsorganisatie zijn dus dc eerste pro grampunten der proletarische revolutie. Die revolutie heeft een ontzaggelijke took to vervullen, waarbij die welkt de burgerlijke re volutie verricht, verbleekt. Dc prolcturisch© revolutie immers moet nieuwe bonden leggen niet vrijheid, doch gebondenheid maakt het wezenvan het socialisme uit en do vraag of medezeggenschap in onderneming cn bedrijf wenschelijk is, hangt af van het antwoord op de vraag, of er aan dc proletarische revolutie volt te ontkomen. Het eerste dat spr. derhalve wil oantoonen, is dot het kapitalisme dc pro ductiviteit niet meer vergroot. Spr. betoogt dot dc oorlog was, zooals Irotzky het uitdrukt, een blinde opstond det Amersf. 0pera-Vereeni2ing. Oiphée van C. W. GJuck (I7I4--17Ö7). - I. Als gewoonlijk willen we onze beschouwing over het kunstwerk, dat binnen kort door de Amersfoortsche Operovcrccniging zol worden uitgevoerd, loten voorafgaan door in het kort iets mee tc deelen omtrent den schepper ervan. We stellen ons voor geen volledige biogrophfe van Gluck te geven, maar slechts dc aandacht te vestigen op datgene, wat c het meest belangrijk mag genoemd worden in zijn kunste naarsloopbaan, in het bijzonder op de hervor mingen door here op het gebied der opera aan gebracht. In eene zeer belangwekkende studie over Gluck, noemt Julicn Ticrsot het een merkwaar dig verschijnsel, dat onder al dc grootc mu sici, die Duitschlnnd onder zijne zonen telt, Gli-.k misschic-n degene is, die het minst Duitsch is. Het is ternauwernood, dut hij aan dat land zijne geboorte is verschuldigd, want toen hij nauwelijks twee jaren oud was, verhuis de zijn vader reeds naai dc bergen en wouden van Bohemen, waar hij nis boschwachter vun graaf Lobkowitz was aangesteld. Daar, in het kleine stadje Komotau, ontving de jonge Gluck ijn eerste onderwijs cn voltooide hij ook zijne gymnasiale studie aan het Jezuieten-seminarie, terwijl hij tevens orgel, viool, klavier en zang studeerde. Na zich verder ontwikkeld te heb ben in Praag en in Wcenen, maakte hij in laatstgenoemde plaats kennis met den Italiaon- §chen graaf Melzi, die de beschermer en dc werkelijke artistieke opvoeder van Gluck werd; deze nam hem mee naar Milaan en liet hem daar les nemen van den beroemden meester Sammartini. Van dit oogenblik of cn gedurende ccne longe reeks van jaren had Gluck geen an dere eerzucht cn geen ander verlangen dan opera's te componceren volgens de Italiaansch» smaak van die dagen; hij schreef er niet minder dan een dertigtal, die zich niet veel verhieven boven het loge peil, waarop de meeste toen malige Itoliaanschc opera's stonden. Maar Gluck was er de man niet naar om op dut oude er verouderde standpunt te blijven staan; doo»- zijne reizen naar Londen, waar hij den invloed van Handel onderging, en naar Parijs, waar hij dc opera's van Rameau hoorde, moor bovenal door zijne breede algemeene ontwikkeling en zijn omgang met zeer vele litteratoren cn kunstenaars, werd het bewustzijn in hem wak ker dat er nieuwe banen moesten worden in geslagen en dat natuur en waarheid de plaats moesten innemen, die haar rechtens in eik kunstwerk toekomen In de beroemde opdracht van zijne Alcestc aan den hertog van Tos cane, schrijft hij o.a „Toen ik ondernam de muziek voor Alceste te componceren, heb ik mij voorgesteld haar geheel tc ontdoen van die misbruiken, cLe ingeslepen, hetzij door dc slecht begrepen ijdelhcid der zangers, hetzij docr dc al te groote inschikkelijkheid der mees ters, reeds sedert zoo longen tijd de Itoliaan schc opera ontsieren, en van het schitterendste en schoonste aller schouwspelen het meest be lachelijke en vervelende maken"In eene andere voorrede, die voor zijne Iphijcnie cn Tauridc, verkondigt Gluck hij is met Wagner een van de zeldzame componisten, die ook u!s polemist zijn opgetreden om hunne nieuwe ideeën op kunstgebied tc verdedigen ons aldus zijne nieuwe denkbeelden omtrent de verhouding tusschcn muziek en dichtwerk: „ik heb gedacht de muziek tot hare wcrkeUike functie terug tc brengen, welke is het dicht werk tc ondersteunen in de uitdrukking der ge voelens cn der toestonden van de handeling. Ik heb gemeend dot de muziek zich moest ver houden tot het dichtwerk, als tot een nauw keurige en goed vervaardigde teekening, dc levendigheid der kleuren en het goed aange brachte contrast var licht cn schaduw, welke dienen om de figuren te verlevendigen zonder er dc omtrekken van tc verdoezelen." Hoewel ze geheel verschillende wegen betreden heb ben, ontmoeten toch Gluck en Wagner hier el kaar; beiden zijn ze van mecning dat dc dicht kunst moet zijn dc moeder, dc meesteres der muziek. Vóór alles wil Gluck waarheid en eenvoud geven in de nieuwe kunstwerken, die hij, tc be ginnen met Orpheus, zal scheppen. Niets komt hem verfoeilijker voor dan de gemaniëreerdheid en dc verfijning, die toenmaals hoogtij vierden in de opera, en in plaats van de cindclooze fiorituren der conventioneele aria's zol hij de eenvoudige tool van het zuiver menschelijk ge voel stellen, terwijl verder dc koren, in plaats van geheel buiten de eigenlijke handeling te staan, eene zeer belangrijke beteekenis zullen krijgen door het actieve aandeel, dot zij c-r aon zullen nemen. Is het wonder dat deze geweldige hervor mingen op operagebied een vurigen stnjd ont ketenden tusschen dc nieuwlichters, G 1 u c k i s- t c n genoemd, en dc aanhangers der oude school of P i c c i n n i s t e n aldus gcheetcn, cm- dat zij zich onder de banier schaarden von den Nopolitannschen operacomponist Piccinni (1728 18C0)? Het eerst ontbrandde deze strijd in Weencn om daarna te Parijs met nieuwe wóedo tc worden voortgezet, toen daar in 1774 voor dc eerste maal de Iphigénic en Aulidc docr de HrnotG Ooeru werd uiccvocrd. Of het, zoools later in den strijd tusschcn classici cn roman tici tot werkelijke pugilotcn is gekomen (men denke slechts aan dc eerste opvoering von Hugo's Hcrnani) weten wc niet; maar wel dat er in vlugschriften en feuilletons fel en verbit terd werd gepolemiseerd, en dc geleerde wereld ir. twee kampen verdeeld was, zoodat b.v. Rousseou en dc abbé Arnaud tot de Gluckisten behoorden, terwijl la Harpc, Marmontel en d'AJcrabcrt Piccinnisten waren. Ecnigc jaren heeft deze strijd geduurd, tot den 18den Mei 1779 Gluck weer een nieuw meesterwerk tot uitvoering bracht, de Iphigénie en Tnuride; ver bluffend was de indruk, dien deze geniale schepping op alle toehoorders maakte en de meest verbitterde tegenstanders, naar het schijnt Piccinni zelfs, moesten zich wel gewon nen geven cn Gluck's meesterschap erkennen. Waarin dat meesterschap bestaat, we hebben het in dé voorafgaande regelen reeds in hoofd zaak aangetoond cn wc zullen bij de bespre king von dc Orphée nog gelegenheid hebben er op terug te komen, dat is in hoofdzaak de innige verbinding tusschcn drama en muziek, tusschen het woord cn den toon. In plaats van dc uiterlijke schittering der oude opera, zien we bij hem verinnerlijking optreden, cn weet hij bij ons dien „frisson intérieur" op tc wek ken, zonder welke geen ware groote kunst be staat. Hij is het ook, die in cenige zijner opera's gebroken heeft niet het sccco-recitatief en in de plaats doorvan het doorgccomponcerdo accompagnement heeft gesteld, zeker ook een van de middelen, die kunnen dienen om de eenheid van het kunstwerk te bevorderen. Behoeven we er nog op te wijzen welk een bewonderenswaardige melodist Gluck is ge weest? Wie kent ze niet, die heerlijke aria s uit Orphée, uit Alcestc of de beide Iphigénies, die nog voortdurend door onze conccrtzongcis worden gezongen en die ons steeds blijven ont roeren, omdat zc de vertolkingen zijn van ware, innige gemoedsaandoeningen, waaraan allo pathos vreemd is. En don ten slotte, dc be handeling van het orkest: met welke ccnvoudigo middelen weet Gluck nu eens liefelijke, idyl lische tooncclen voor ons te doen oprijzen, dan weer op diep ontroerende, machtig aangrijpen de wijze ons al dc verschrikkingen van den somberen Hades te schilderen. Moor tot in zijn meest sublieme vervoeringen weet hij steeds zich te beheerschcn, en steeds dot heerlijke evenwicht, dat bewonderenswaardig gevoel voor juiste verhoudingen tc bewaren, dot zoo menig kunstwerk der Oudheid von onvergankelijke schoonheid doet blijven. U. Een der schoonste sagen, dio dc Grickscho mythologie ens heeft overgeleverd, is zeker wel de ontroerende geschiedenis van Orpheus en Eurydice. Wie herinnert zich niet het vcr- haol vun den zocllokkcndon zanger, die met zijn bctoovcrcndc stem zelfs de wilde dieren nnnr zich weet te doen luisteren, dc bloemen nunr zich toe loot koeren om hem met hare liefelijkste geuren tc omringen, ja zelfs de stcenen dwingt om zich op de maat van zijne muziek tot muren samen te voegen. En hoe hij dan, nadat zijne teerbeminde gade, Eurydice^ door een slungenbect gedood, aan hem is ont rukt, het waagt om in den somberen TartaroS of te dolen, steeds vertrouwende op de kracht zijner onweerstaanbare lier. Daar weet hij den vreesdijen helhor.d Kerbcros en de onmee- doogende sch:mmen te overwinnen en zelfs Persephone, de godin der onderwereld, zoo zeer te roeren dat zij Pluto beweegt den zan ger zijne gade terug .te geven. Eurydice krijgt

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1927 | | pagina 5