TWEEDE BLAD.
KOLONIËN.
AUD80L A-RADIO
L. KLEIN, Ulrechtschestr. 42|44
BINNENLAND.
25e Jaargang No. 186 AMERSFOORTSCH DAGBLAD „de eemlander"
Zaterdag
5 Februar. 1927
BIJNAMEN.
(Nadruk verboden).
In een opvoedkundig tijdschrift las ik
eenigen tijd geleden een beschouwing over
het geven van bijnamen, een onder kindie-
i ren algemeen ingeburgerde gewoonte, die
wel zeer moeilijk valt uit te roeien. Toch
bond de schrijver, een oud-schoolopziener,
ouders en onderwijzers op het hart, dit
kwaad uit alle macht tegen te gaan. Want
volgens hem zou het geven van bijnamen
volstrekt en onvoorwaardelijk te veroordee-
len zijn. Hem is geen opvoeder bekend, die
aan bij-namen paedagogische waarde toe
schrijft.
Wat mij betreft, ik dien eerlijk te zijn
en te belijden, dat ik in het geven van bij
namen niet zulk een kwaad zie als deze
voorlichter. Integendeel geloof ik, dat het
leven armer zou worden, indien wij ze
misten. Ze rijn trouwens sinds de aller
vroegste eeuwen zoo algemeen, dat we ze
als onafscheidelijk van de menschelijke
samenleving mogen beschouwen.
Ik geloof niet, dat het uit liefdeloosheid
is, dat een kind een kameraad met een
bijnaam bedeelt. De geleerden beweren,
dat zich in het kinderbestaan de geschiede
nis der menscbheid herhaalt. Wat bij het
kind spel en vermaak is, is eenmaal bij de
volwassenen ernst en noodwendigheid ge
weest. Zou het zoo ook met de bijnamen
kunnen zijn?
Bij de natuurvolken noemt men elkander
naar een opvallende eigenaardigheid. Lief
hebbers van Indianenverhaüien weten, hoe
opperhoofden en krijgs'ieden met zulk een
naam worden aangeduid en hoe ze elkaar
een dergelijke aanduiding niet kwalijk
nemen, integendeel, er een onderschéWing
in zien. En wat bij de natuurvolken gewoon
en geoorloofd was, heeft zich rn zekere mate
bij de cultuurvolken bestendigd. De Romei
nen bijv. hadden behalve hun Voornaam
reeds een van, maar a*s derde naam droe
gen ziij bij dien van hun geslacht en fa
milie dikwijls een bijnaam, die hun per
soonlijk om de een of andere reden was
toebedeeld. Beroemde voorbeelden schieten
ons terstond in de gedachte. Wij denken
aan den dichter Publius Ovidius Naso (de
Neus); aan den redenaar Caius Licinius
Crassus (de Dikke); aan den geschiedschrij
ver Quintus Curtius Rufus (do Rooie) Zou
het Romeinsche volle zijn verdienstelijke
mannen uit liefdeloosheid met een scheld
naam hebben bedacht?
Zoo neen, dan is het ook niet uit liefde
loosheid, dat het kind zijn kameraden met
een bijnaam bedenkt. Integendeel is de
bijnaam voor het kind evenals voor den
Romeinsohen burger een onderscheiding.
Hij is het teeken van populariteit; het
bewijs, dat men opva-lt en dat men over
persoonlijke eigenschappen beschikt, die
waard zijn, om aan de vergetelheid te wor
den ontrukt.
De beteekenis van den bijnaam dunkt
mij zijn persoonlijk karakter. Er zijn hon
derden Wflem's geweest, doch er is maar
één Willem de Zwijger. Er zijn duizenden
Kareis geweest, doch er is maar één Karei
de Kale. Er zijn millioenen Jannen, doch
slechts één Jan zonder Land.
Waarom zou het in de kindermaatschap-
r»:j anders zijn don in d'i-e der volwassenen?
waarom mag ook de schoolkameraadschap
onder alle Simon's geen Simon Steiloor
f ontdekken en onder alle Pietjes geen Piet
de Smeerpoets?
Maar wat zijn onze familienamen oor
spronkelijk anders dan bijnamen geweest?
Nu zijn we gewend aan hun belache'-ijken
Idank, maar eens waren ook zij een soheld-
U woord. Hoe komen wij aan onzen vaak
^zonderlingen van? Doelt hij niet duidelijk
op een persoonlijke eigenschap van onzen
overgrootvader? Napoleon heeft met zijn
register van den burgerlijken stand het vak
of de gelaatskleur, het spraakgebrek of de
geboorteplaats, het aanwensel of de karak
terfout van onzen overgrootvader in den
zichzelf gelijk blijvenden van vereeuwigd.
Wij hebben ons van dien bijnaam niet
langer iets aan te trekken. Daardoor zijn
wij minder bespottelijk of minder laakbaar
dan onze overgrootvader geworden, maar
wij zijn met onzen niets zeggenden van
ook kleur'oozer en karakterloozer dan hij.
Soms is de familienaam met ons vak, met
onze herkomst, met ons voorkomen en onze
levensgewoonten m strijd. Wat komt het
er op aan? Wij zijn £en nul, een nummer
van ons geslacht geworden.
Mogen wij het kind dan niet dankbaar j
zijn, dat het met zijn fijn onderscheidings
vermogen en zijn scherpen waarnemingszin
Iets oorspronkelijks ontdekt ook in ons?
Iets, dat louter van ons is, dat ons ken
merkt, dat het zinnebeeld is van ons
wezen? Laten wij ons verheugen, dat het
kind met het geven van een bijnaam ons
in ons reoht, om een zelfstandige persoon
lijkheid te vormen, herstelt.
Ma-ar, zegt de angstvallige opvoeder, bij
namen duiden vaak onze tekortkomingen en
zoo zelden onze bijzondere deugden aan.
Kan het kind het helpen, dat onze fouten
en gebreken het eerst in het oog loopen?
Is het liefdeloos, ons aan de werkelijkheid
te herinneren, die onze eigen lafhartigheid
en d-e huiche'arij onzer omgeving zoo
gaarne verbloemen?
Wij zijn immers wie wij zijn, en het eert
het kind, wanneer het in zijn n-og onvbr-
letten zin voor waarachtigheid ons neemt
voor wat wij zijn. Laten wij ons niet voor
ons persoonlijk merkteeken schamen. Wie
ons vleit met een titel, die ons niet toe
komt, doet ons geen dienst.
„Prijs een gebochelde om zijn schoone
gestalte, het zal een béeedig-ing voer hem
zijn," aldus de oude Montaigne, „als gij
laf zijt en men u eert als een dopper man,
spreekt men dan wel over hjen houdt
u voor een and-erl"
Vrees voor een bijnaam is vrees voer
eigen gebreken. Wie zijn eigen gebrek
onder 't oog ziet, er gemeenzaam mee
wordt, het aanvaardt als een stuk van
zichzelf, zal ook tegenover de gebreken van
anderen verdraagzaam staan. Als hij ze
schertsend in een bijnaam belichaamt, m3g
men hem geen liefdeloosheid verwijten.
Het is juist d-e liefde, d-ie het kenmerkende
ontdekt en zich in deze ontdekking ver
heugt. Juist om dat persoonlijke, dat eigene
en oorspronkelijke waardeert men zijn mak
ker. Maatstaven van sdhoon-heid en zede
lijkheid laat men thuis; men houdt van hem,
omdat hij is, wie hij is. Daarom durft men
hem noemen bij den hem passenden naam.
Het is geen hoonend zich beter wanen,
dat drijfv-eer tot het geven van bijnamen
wordt. Men weet, even goed of slecht,
even schoon of leelijk te zijn a-ls de rest.
Maar goed of slecht, schoon of leelijk op
zijn eige-n manier, gelijk de ander het is
op de zijne. „Mijn eigen fouten bij ande
ren te laken, dunkt mij niet enger dan die
ven anderen in mijzelven te berispen."
aldus dezelfde Montaigne.
Ik heb an<kren vaak nvet een bijnaam
bedeeld en ik voel me niet schuldig. En
op miin voornaam en van ben ik niet zoo
trotsch als op den bijnaam, dien ik als
schooljongen droeg, schoon het d'e naam
ven een moordenaar was.
H. G. CANNEGIETER.
RECLAMES
Van 1—4 regels 4 05, elke, regel meer I.
Oosl-lndië.
DE LANDVOOGD IN WEST-SUMATRA.
Een nctionolc bctooging te
Pajacombo.
Paaang, 4 Febr. (Aneto.) De Land\oogd
vertrok gistermiddag naar Pajacombo, waar
duizenden een nationale betooging hielden. Dc
zonder dakantenne
prijsexc'usief luids rekerf 28?
Dc bcsto en gemakkelijkste RADIO
onbeperkte qarantio.
Landvoogd reed tc paard stapvoets, voorafge
gaan door een eerewacht van Volkshoofden,
langs geweldige mcnschcnhngen naor de wo-
ning van den assistent-resident, waar de odot-
emblcmcn opgesteld stonden. Een Volkshoofd
tveld een toespraak en bood Z. E. onder groot
enthousiasme twee krissen aan. Tc Fort-dc-
Kock werd gedineerd.
DE BESTUURSCONFERENTIE TE
FORT DE KOCK.
P a d a n g, 4 Febr. (Aneto). De bestuurs-
confcrentic tc Fort de Keek is heden voort
gezet, uitsluitend voor het Europeesch bestuur.
De landvoogd verklaarde, dat het districts-
bestuur gehondhaafd blijft. Al het mogelijk zal
gedaan worden voor dc verheffing van de
positie van het negori-hoofd tegenover de be
volking.
OPROERLEIDER EN ZIJN HANDLANGER
NEERGESCHOTEN.
Padnng, 4 Febr. (Aneta.) Een patrouille
schoot den langgezochten en zeer bcruchtcn
oprocrleidcr Sipolai en zijn handlanger Bor-
joengsotoen neer. Dc lijken zullen aan de be
volking getoond worden.
WEDEROM EEN VONNIS OVER
TWEE COMMUNISTEN.
Bandoeng, 4 Febr. (Aneto.) Dc Land
raad alhier veroordeelde twee communisten
uit Nngrek tot twintig jaar gevangenisstraf.
UIT DE STAATSCOURANT.
Benoemd tot ridder in de orde van den
Nederlandschen Leeuw, Hr. Ms adjudant, de
schout-bij-nocht Jhr. J. C. F. von MühJen,
tijdelijk adjudant von Z. K. H dc Prins der
Nederlanden, Hertog von Mecklcnbuig.
benoemd tot burgemeester van Nieuwstodt
S. D. Douven;
bij het personeel van den geneeskundigen
dienst der landmacht tot officier van gezond
heid 2de klasse de student in geneeskunde
(arts) F. W. J Croughs
bij het reserve-personeel der landmacht, bij
het wapen der genie, bij het regiment genie
troepen tot reserve-tweedc-luitcnant H. J. A
Brandes de Roos van het twaalfde regiment
infanterie met gelijktijdig eervol ontslag uit
zijn tegenwoordige betrekking
op verzoek eervol ontslagen de reserve-
cerste-luitenant P A. Blanuw van het vierde
regiment infanterie de reserve-kapitein voor
speciale diensten W Dvscrinch van het vrij
willig landstormkorps motordienst en de rc-
serve-cerstc-luitenonts I. Swemle en R. C.
van Ommering van het regiment kust-artil-
lerie.
DE GEZONDHEIDSTOESTAND VAN
HET DRENTSCHE VEENKIND.
Een rijksschoolarts.
Men seint ons uit Emmen:
Naar wij vernemen ligt het in dc bedoeling
der regecring in verband met den slechten ge
zondheidstoestand van kinderen in het veenge-
deelte van Drenthe voor deze provincie een
schoolarts tc benoemen, die als standpluots dc
gemeente Emmen zal aangewezen krijgen.
GENERAAL DE VIR1EU FüRSTNER.
Dc begrafenis op Oud Eik en
Duinen.
Op Oud Eik en Duinen is Donderdag ternnrd -
besteld het stoffelijk overschot van den gop.
gcnernnl-majoor der artillerie H. J. G. dc Vi-
rieu Fürstncr.
Tc half een vercenigdcn zich tol van be
langstellenden, waaronder vele hoofd- en op-
pcr-officiercn von het leger, en do oud-minis
ter van oorlog, gep. luit. gen. Bosboom wer
den opgemerkt, in do rouwkapel, waar dc
boor was opgesteld, gedekt door verscheidene
bloemstukken.
Het eerst sprak de heer J. Smits uit
Noorden, die den overledene in den oorlogs
tijd had leeren kennen, waarop een bond van
trouwe» vriendschap was gevolgd. Hij prees
den generaal om zijn buitengewone eigen
schappen en grootc d ugden. Hij had ncm
steeds bewonderd om zijn grootcn ijver en
na het verloten von den dienst om zijn wer
ken voor anderen. In zijn eenvoud en kinder
lijke ziel zocht hij steeds het menschdom om
hoog te brengen.
Generaal Van Panhuys sprak als oud-
officier, die dc Virieu Fürstncr de laatste ja
ren dikwijls had ontmoet en roemde zijn op
timisme, bezieling en enthousiasme, woordooi
hij zooveel vrienden had verworven.
Generaal Boom, die den overledene lange
jaren had gekend, dankte hem voor zijt.
trouwe vriendschup cn loofde zijn hartelijk
heid, gulheid, vroolijkheid en geest, waarna
overste v. d. K o o g h de -flinkheid, eerlijkheid,
en vriendschap van den overledene in het licht
stelde.
Onder klokgelui werd vervolgens het stof
felijk overschot in het familiegraf bijgezet,
waarna generaal Cr cm er namens dc familie
een woord van dank aan allen sprak. Hij zei
nog, dot dc Virieu Fürstncr zooveel vriende
lijke zonnige goedheid bezat, waarvan hij wel
iswaar wel eens dc dupe is geworden, moor
woordoor hij velen donkbnor heeft gestemd.
Met 'het strooien van bloemen wos dc plech
tigheid geëindigd.
„NEDERLANDSCH FABRIKAAT."
Uitgave vun een huishoudkas-
bock.
Het bestuur van do verecniging „Ncder-
landsch Fabrikaat" heeft wederom een nieuwe
uitgave het licht doen zien en wel een „Huis-
houdkosboek", dat in een oploge van 3000
exemplaren bestemd is om te worden aange
boden aan dames, die in het huwelijk zullen
treden.
Het bestuur is tot. deze uitgave overgegoon
in de verwachting dot bij het gebruik maken
van dit zeer prnctisch cn eenvoudig inge
richt Huishoudkosbcek de a.s. Huisvrouw da-
gelijksch wordt 'herinnerd aan het groote, al-
gemcene landsbelang, dot er in is gelegen
zooveel mogelijk aan voorwerpen van Ncdcr-
landsch fabrikaat dc voorkeur to geven. En
waar in een huishouding dc vrouw in dezen
zoo bijzonder veel kan bijdragen tot het be
reiken van het doel, door dc verecniging ge
steld, n.l.het geven van een rechtmatige
voorkeur oon voorwerpen onzer eigen natio
nale nijverheid, mag worden verwacht, dut
ook deze propegonda van de verecniging haar
doel niet zol missen.
DE TWEEDE MEUBELBEURS.
Vrijdag te Amsterdam geopend.
Men meldt ons uit Amsterdam
In het R. A. I.-gebouw is Vrijdagmiddag de
Tweede Meubelbeurs geopend. In tegenwoor
digheid van vele belangstellenden heeft de
heer A. Fentencr von Vlissingcn, directeur
van dc N.V. P. F. van Vlissingcn cn Co.'s Ka-
tocnfabricken tc Helmond, in zijn hoedanig
heid van vicc-voorzitter van het Eerc-Comitc
de Beurs geopend. In de toespraak, die hij aan
de opening heeft laten voorafgaan, heeft dc
heer Van Vlissingcn met vrcugdo geconsta
teerd, dot het aantal deelnemers, vergeleken
met dot von het vorige jaar in sterko mate is
gestegen. Thans vertegenwoordigen do 160
standhouders dc belangrijkste firma's op het
gebied van woninginstallntio uit binnen- cn
buitenland; wont hier zijn aanwezig dc verte
genwoordigers van gewone en luxe meubelen,
riet-meubelen, ledikanten cn matrossen; behan
gers-, stoffeerders- en mcubcl-makcrsfournitu-
ren, behangselpapieren, tapijten, meubclbc-
klcedingsstoffon cn vloerzeilen, vitrages, loo-
pers, tafclklcedcn, enz., glas, spiegels en lijsten,
sanitaire- en vcrwormingsartikclcn, Japonscho
cn Chinccschc artikelen, leder voor mcubclbc-
klecding cn tenslotte dc houtbewcrkingsmuchi-
nc-industrieën.
Met grootc vreugde constotcert hij verder,
dat hoc longer hoe meer de Ncderlondschc
kunstenuars het hunne bijdrogen om nan do
wcnschcn von het publick tegemoet te komen
en meewerken om fe komen tot het ideaal in
gerichte moderne Ncderlondschc Home. Dat
woord Home herinnert spr. oon de in Engeland
zoo vaak georganiseerde Ideal Home Exhibi
tions cn spr. vraagt zich af of ook niet hier tc
lande cn met niet minder succes dergelijke
„bouwwedstrijden" in combinatio met een Beurs
nis deze gehouden zouden kunnen worden. On
ze architecten moeten hier ooren naar heb
ben. Het kleine, economisch ingerichte land
huis, berekend op het gemis oon dienstboden,
dat in dc toekomst is tc wachten, is een lang
verwacht ideaal, waornonr duizenden snokken.
Wij tooncn hier aldus spr. hoe wij do
huizen kunnen inrichten, muur wij bemoeien
ons niet met het vraagstuk, hoe ze prnctisch
in overeenstemming met onze moderne inte
rieurs tc bouwen zijn. Verschillende architec
ten gaven hieromtrent hun oordcel en allen
zijn van meenifcg, dnt aan het slagen van een
door mij bedoelde Home Exhibition, mits ge
organiseerd in overleg en in samenwerking
met dc Verecniging van Architecten de B.N.A.
niet volt tc twijfelen.
LEGAAT.
De heer L. Kuitenbrouwer, te OHcnzaal
overleden, heeft ƒ1000 vermaakt, vrij van
successierechten, oon het ziekenhuis „Heil der
Krnnkcn" aldaar.
MODEZEGGENSCHAP IN BEDRIJFS
LEIDING.
Het debat Stenhuis—Maus.
Zooals wij reeds meldden, zou gisteren voor
de Studenten Verecniging voor Sociale Le
zingen te Leiden het debat plaats hebben tus-
schen de heeren Stenhuis en Simon A Maas
over„Medezeggenschap in dc bedrijfslei
ding", waarvan de stellingen reeds vermeld
werden.
De heer Stenhuis kwom het eerst oon het
woord.
Dc heer Stenhuis oon het woord.
De eisch van medezeggenschap, aldus dez®
spreker, heeft voor dc practijk der arbeiders
beweging tweeërlei beteekenis. In dc ccrsto
plaats bcteckcnt zij, dnt dc bourgeoisie gele
genheid gegeven wordt om het mogelijk tc
maken, dot dc proletarische beweging binnen
dc perken von parlementarisme en democratie
blijft, cn in de tweede plaats is dc beteekenis
dat. wonncer de proletarische beweging ge
dwongen wordt buiten dc grenzen van het par
lementarisme en de loonstakingen den weg
der revoltecrcndo beweging op tc gaan, deze
beweging hoor program hoeft. Spr. merkt op,
dot de R.K. arbeidersbeweging door de aan-
voarding van het bcdrijfsradenstclscl contra-
rcvolutionnair is geworden, waardoor dc mo
gelijkheid om tot dit Stelsel tc komen, werd
vernietigd. Dc eischen van medezeggenschap
en bedrijfsorganisatie zijn dus dc eerste pro
grampunten der proletarische revolutie.
Die revolutie heeft een ontzaggelijke took to
vervullen, waarbij die welkt de burgerlijke re
volutie verricht, verbleekt. Dc prolcturisch©
revolutie immers moet nieuwe bonden leggen
niet vrijheid, doch gebondenheid maakt het
wezenvan het socialisme uit en do vraag of
medezeggenschap in onderneming cn bedrijf
wenschelijk is, hangt af van het antwoord op
de vraag, of er aan dc proletarische revolutie
volt te ontkomen. Het eerste dat spr. derhalve
wil oantoonen, is dot het kapitalisme dc pro
ductiviteit niet meer vergroot.
Spr. betoogt dot dc oorlog was, zooals
Irotzky het uitdrukt, een blinde opstond det
Amersf. 0pera-Vereeni2ing.
Oiphée van C. W. GJuck
(I7I4--17Ö7).
- I.
Als gewoonlijk willen we onze beschouwing
over het kunstwerk, dat binnen kort door de
Amersfoortsche Operovcrccniging zol worden
uitgevoerd, loten voorafgaan door in het kort
iets mee tc deelen omtrent den schepper ervan.
We stellen ons voor geen volledige biogrophfe
van Gluck te geven, maar slechts dc aandacht
te vestigen op datgene, wat c het meest
belangrijk mag genoemd worden in zijn kunste
naarsloopbaan, in het bijzonder op de hervor
mingen door here op het gebied der opera aan
gebracht.
In eene zeer belangwekkende studie over
Gluck, noemt Julicn Ticrsot het een merkwaar
dig verschijnsel, dat onder al dc grootc mu
sici, die Duitschlnnd onder zijne zonen telt,
Gli-.k misschic-n degene is, die het minst
Duitsch is. Het is ternauwernood, dut hij aan
dat land zijne geboorte is verschuldigd, want
toen hij nauwelijks twee jaren oud was, verhuis
de zijn vader reeds naai dc bergen en wouden
van Bohemen, waar hij nis boschwachter vun
graaf Lobkowitz was aangesteld. Daar, in het
kleine stadje Komotau, ontving de jonge Gluck
ijn eerste onderwijs cn voltooide hij ook zijne
gymnasiale studie aan het Jezuieten-seminarie,
terwijl hij tevens orgel, viool, klavier en zang
studeerde. Na zich verder ontwikkeld te heb
ben in Praag en in Wcenen, maakte hij in
laatstgenoemde plaats kennis met den Italiaon-
§chen graaf Melzi, die de beschermer en dc
werkelijke artistieke opvoeder van Gluck werd;
deze nam hem mee naar Milaan en liet hem
daar les nemen van den beroemden meester
Sammartini. Van dit oogenblik of cn gedurende
ccne longe reeks van jaren had Gluck geen an
dere eerzucht cn geen ander verlangen dan
opera's te componceren volgens de Italiaansch»
smaak van die dagen; hij schreef er niet minder
dan een dertigtal, die zich niet veel verhieven
boven het loge peil, waarop de meeste toen
malige Itoliaanschc opera's stonden. Maar
Gluck was er de man niet naar om op dut oude
er verouderde standpunt te blijven staan; doo»-
zijne reizen naar Londen, waar hij den invloed
van Handel onderging, en naar Parijs, waar hij
dc opera's van Rameau hoorde, moor bovenal
door zijne breede algemeene ontwikkeling en
zijn omgang met zeer vele litteratoren cn
kunstenaars, werd het bewustzijn in hem wak
ker dat er nieuwe banen moesten worden in
geslagen en dat natuur en waarheid de plaats
moesten innemen, die haar rechtens in eik
kunstwerk toekomen In de beroemde opdracht
van zijne Alcestc aan den hertog van Tos
cane, schrijft hij o.a „Toen ik ondernam de
muziek voor Alceste te componceren, heb ik
mij voorgesteld haar geheel tc ontdoen van die
misbruiken, cLe ingeslepen, hetzij door dc
slecht begrepen ijdelhcid der zangers, hetzij
docr dc al te groote inschikkelijkheid der mees
ters, reeds sedert zoo longen tijd de Itoliaan
schc opera ontsieren, en van het schitterendste
en schoonste aller schouwspelen het meest be
lachelijke en vervelende maken"In eene
andere voorrede, die voor zijne Iphijcnie cn
Tauridc, verkondigt Gluck hij is met Wagner
een van de zeldzame componisten, die ook u!s
polemist zijn opgetreden om hunne nieuwe
ideeën op kunstgebied tc verdedigen ons
aldus zijne nieuwe denkbeelden omtrent de
verhouding tusschcn muziek en dichtwerk: „ik
heb gedacht de muziek tot hare wcrkeUike
functie terug tc brengen, welke is het dicht
werk tc ondersteunen in de uitdrukking der ge
voelens cn der toestonden van de handeling.
Ik heb gemeend dot de muziek zich moest ver
houden tot het dichtwerk, als tot een nauw
keurige en goed vervaardigde teekening, dc
levendigheid der kleuren en het goed aange
brachte contrast var licht cn schaduw, welke
dienen om de figuren te verlevendigen zonder
er dc omtrekken van tc verdoezelen." Hoewel
ze geheel verschillende wegen betreden heb
ben, ontmoeten toch Gluck en Wagner hier el
kaar; beiden zijn ze van mecning dat dc dicht
kunst moet zijn dc moeder, dc meesteres der
muziek.
Vóór alles wil Gluck waarheid en eenvoud
geven in de nieuwe kunstwerken, die hij, tc be
ginnen met Orpheus, zal scheppen. Niets komt
hem verfoeilijker voor dan de gemaniëreerdheid
en dc verfijning, die toenmaals hoogtij vierden
in de opera, en in plaats van de cindclooze
fiorituren der conventioneele aria's zol hij de
eenvoudige tool van het zuiver menschelijk ge
voel stellen, terwijl verder dc koren, in plaats
van geheel buiten de eigenlijke handeling te
staan, eene zeer belangrijke beteekenis zullen
krijgen door het actieve aandeel, dot zij c-r aon
zullen nemen.
Is het wonder dat deze geweldige hervor
mingen op operagebied een vurigen stnjd ont
ketenden tusschen dc nieuwlichters, G 1 u c k i s-
t c n genoemd, en dc aanhangers der oude
school of P i c c i n n i s t e n aldus gcheetcn, cm-
dat zij zich onder de banier schaarden von den
Nopolitannschen operacomponist Piccinni (1728
18C0)? Het eerst ontbrandde deze strijd in
Weencn om daarna te Parijs met nieuwe wóedo
tc worden voortgezet, toen daar in 1774 voor
dc eerste maal de Iphigénic en Aulidc docr de
HrnotG Ooeru werd uiccvocrd. Of het, zoools
later in den strijd tusschcn classici cn roman
tici tot werkelijke pugilotcn is gekomen (men
denke slechts aan dc eerste opvoering von
Hugo's Hcrnani) weten wc niet; maar wel dat
er in vlugschriften en feuilletons fel en verbit
terd werd gepolemiseerd, en dc geleerde wereld
ir. twee kampen verdeeld was, zoodat b.v.
Rousseou en dc abbé Arnaud tot de Gluckisten
behoorden, terwijl la Harpc, Marmontel en
d'AJcrabcrt Piccinnisten waren. Ecnigc jaren
heeft deze strijd geduurd, tot den 18den Mei
1779 Gluck weer een nieuw meesterwerk tot
uitvoering bracht, de Iphigénie en Tnuride; ver
bluffend was de indruk, dien deze geniale
schepping op alle toehoorders maakte en de
meest verbitterde tegenstanders, naar het
schijnt Piccinni zelfs, moesten zich wel gewon
nen geven cn Gluck's meesterschap erkennen.
Waarin dat meesterschap bestaat, we hebben
het in dé voorafgaande regelen reeds in hoofd
zaak aangetoond cn wc zullen bij de bespre
king von dc Orphée nog gelegenheid hebben
er op terug te komen, dat is in hoofdzaak de
innige verbinding tusschcn drama en muziek,
tusschen het woord cn den toon. In plaats van
dc uiterlijke schittering der oude opera, zien
we bij hem verinnerlijking optreden, cn weet
hij bij ons dien „frisson intérieur" op tc wek
ken, zonder welke geen ware groote kunst be
staat. Hij is het ook, die in cenige zijner opera's
gebroken heeft niet het sccco-recitatief en in
de plaats doorvan het doorgccomponcerdo
accompagnement heeft gesteld, zeker ook een
van de middelen, die kunnen dienen om de
eenheid van het kunstwerk te bevorderen.
Behoeven we er nog op te wijzen welk een
bewonderenswaardige melodist Gluck is ge
weest? Wie kent ze niet, die heerlijke aria s
uit Orphée, uit Alcestc of de beide Iphigénies,
die nog voortdurend door onze conccrtzongcis
worden gezongen en die ons steeds blijven ont
roeren, omdat zc de vertolkingen zijn van ware,
innige gemoedsaandoeningen, waaraan allo
pathos vreemd is. En don ten slotte, dc be
handeling van het orkest: met welke ccnvoudigo
middelen weet Gluck nu eens liefelijke, idyl
lische tooncclen voor ons te doen oprijzen, dan
weer op diep ontroerende, machtig aangrijpen
de wijze ons al dc verschrikkingen van den
somberen Hades te schilderen. Moor tot in zijn
meest sublieme vervoeringen weet hij steeds
zich te beheerschcn, en steeds dot heerlijke
evenwicht, dat bewonderenswaardig gevoel voor
juiste verhoudingen tc bewaren, dot zoo menig
kunstwerk der Oudheid von onvergankelijke
schoonheid doet blijven.
U.
Een der schoonste sagen, dio dc Grickscho
mythologie ens heeft overgeleverd, is zeker
wel de ontroerende geschiedenis van Orpheus
en Eurydice. Wie herinnert zich niet het vcr-
haol vun den zocllokkcndon zanger, die met
zijn bctoovcrcndc stem zelfs de wilde dieren
nnnr zich weet te doen luisteren, dc bloemen
nunr zich toe loot koeren om hem met hare
liefelijkste geuren tc omringen, ja zelfs de
stcenen dwingt om zich op de maat van zijne
muziek tot muren samen te voegen. En hoe hij
dan, nadat zijne teerbeminde gade, Eurydice^
door een slungenbect gedood, aan hem is ont
rukt, het waagt om in den somberen TartaroS
of te dolen, steeds vertrouwende op de kracht
zijner onweerstaanbare lier. Daar weet hij den
vreesdijen helhor.d Kerbcros en de onmee-
doogende sch:mmen te overwinnen en zelfs
Persephone, de godin der onderwereld, zoo
zeer te roeren dat zij Pluto beweegt den zan
ger zijne gade terug .te geven. Eurydice krijgt