Zonder Raam- of Buitenantenne
j§fe di
OPTIEK
G. VAN DUIN
n.v. Compagnie Lyonnaise
Verkoop nog tot verminderde prijs.
Electr. Techn. Bur. F. H. LOMANS,
Utrechtschestraat 15. Tel. 483.
Amersfoort.
RECLAMES
Van 1—4 regels 205, elke regel meer 0.50
Met ons nieuwe type R. M. 5 staat de Ducretet
weer ver aan de spits.
garandeeren wij U een schitterende ontvangst.
Zoowel van korten als langen golf.
Hoofdvertegenwoordiger der DucreteMoestellen
Hofleveranciers van H (W de
Koningin on H M de Kon Moedor
Utrechtscheweg lO
Wij hebben ook voor U
den juist passenden bril
Uitgebreide keuze in diverse monture:
Juwelier - Tel 898 - Optiêën
productiekrachten tegen de kapitalistische vor
men, met name tegen de nationale remmingen.
De hccrschende klasse nam toen haar toe
vlucht tot het geweld, daardoor zouden do
moeilijkheden worden opgelost Iedereen weet
echter, dat er van een oplossing geen sproke
is geweest, dat de problemen integendeel groo-
ter in aantal en ingewikkelder zijn geworden,
De kapitalistische vormen zijn gebleven; ei
zijn echter meer grenzen met hoogere tolmu
ren gekomen, met het gevolg dat de produc
tiekrachten nog enger opgesloten zitten Het
is spr.'s overtuiging, dot het kapitalisme den
door zijn heerschappij gestichten chaos en
dat we in een chaos verkeeren, kan niet wor
den ontkend niet meer meester was.
Spr. is van rr.eening, dat er grootcr produc*
tieapparaat is dan ooit, hetgeen hij met citaten
cn cijfers aantoont Het tegenwoordige beheer
blijkt echter niet in stoat dat zoo sterk toege
nomen apparaat te beheerschen en tc doen
werken. De eischcn tot verlaging der loonei»,
tot verlenging der werktijden en dat, terwijl
het productieapparaat niet eens volledig werkt
en millioenen handen werkeloos zijn betee-
kenen niets anders dan dot wordt gezegd, dai
de arbeider nog soberder, nog somberder zal
moeten gaan Iev°n, dan thans reeds het geval
is. De organen cn de middelen, waarmede dc.
kapitalistische economie den chaos poogt te
overwinnen, zijn kartels, trusts en daarmee ge
paard gaan een rationaliseering van het pro
ductieproces. Daar, waar het kapitalisme toi
economische herstelpolitiek komt, de wilde
anarchie vervangt door organisatie, komt het
echter tot stelselmatige en duurzame produc
tiebeperking.
Spr. merkt verder op, dat men oen mcnsch
jzijn rechten kan onthouden en zijn aanspraken
kan negeeren, zoolang hij in verhouding tor
do krachten die hem omringen, zwak is. In di>
landen waar de arbeidersbeweging zwak is,
wordt zij dan ook tot op den huidigen dug
door het kapitalisme mishandeld. Spr. wijst op
de Oosterschc landen, cn schetst vervolgens
uitvoerig waartoe de verwaarloozing van de
arbeidersklasse leidt, waarbij hij dc Engelsche
kolenstaking en dc strijd in do textielindustrie
in ons land memoreen.
Spr. vervolgt dan: Wij zijn in de economi
sche en sociale ontwikkeling van Europu aan
een knooppunt gekomen.® Het is dc vraag of
de politiek cn economie gericht zullen blijven
op privaat gewin of dat een politiek van evo
lutie zal worden gevolgd, gericht op een ge
leidelijke omzetting der kapitalistische in so
cialistische economie. Door dc inschakeling
der arbeidersklasse als meesprekende factor
m het productieproces.
Het eerste begin daarvan ligt in de medezeg
genschap van de arbeiders in dc onderneming
en der vakvereeniging in den bedrijfstak. Hoe
ver die medezeggenschap gaat is afhankelijk
van een aantal practische factoren, hetgcer»
snr. met enkele voorbeelden aantoont en waar
bij hij speciaal den nadruk legt op dc ob
jectieve* en subjectieve verschillen in dc bedrij
ven De practische regeling der medezeggen
schap zal naar spr.'s mecning moeten plaats
hebben op grond van eenige olgcmeene rege
len in de wet.
Van grootere economische, sociale en poli
tieke beteekenis echter acht spr. de medezeg
genschap der arbeidersvakvereenigingen in he'
bedrijf, nadat do ganscho bedrijfstak eerst tot
één organisatie isvereenigd. Die bedrijfsorga
nisatie beoogt heel de bedrijfstak te vercenigen
tot één organisatie, bestuurd door private
werkgevers, de arbeiders en de gemeenschaps
organen. Deze bedrijfsorganisatie zal de be
drijven op alle beslissende punten als tech
nische inrichting, inkoop van grondstoffen cn
rkoop der productie moeten beheerschen.
Ze zal een bedrijfslype scheppen, dat tus-
schen kapitalistisch en socialistisch ligt, doch
met overwegend socialistische tendenzen.
Dat de arbeiders niet het recht hebben, me
dezeggenschap te eischen betwist spreker. Im
mers het wezen van het bcstnonspeil van de
arbeiders is geheel afhankelijk van een goed
beheer. De werkgevers-vertegenwoordigers
meenen dat dc medezeggenschap benerkt moei
blijven tot de arbeidsvoorwaarden. Wij willen
echter een andere medezeggenschap, zegt spr
e willen meespreken en geleidelijk al meer
en meer beslissen in en over het economische
leven. We willen in één woord: de democratie
in het industrieele leven.
Ten slotte behandelt spr. de vraag of het
proletariaot in dezen geest kan worden opge
voed een vraag, die hij van ganscher harte,
bevestigend zou willen beantwoorden, en bi|
eindigt met den wensch uit te spreken, dat
in de komende stormachtige jaren het pro-
letariuat niet tevergeefs zijn honden aan het
intellect zal reiken, want het feit dat het ka-
nitalisme hef intellect koopt en aan zijn stel
sel bindt, kan noar spr.'s mcening slechts
roodlottig worden.
De heer Maas aan het woord.
De leuze „Medezeggenschap der nibeiders"
aldus vangt de heer Maas zijn betoog aan
dankt haar ontstaan aan onvoldoende ken
nis der leiders van de arbeidersbeweging, van
het wezen van dc ondernemingen en het be
drijf in onzen tiid, en van de wederkeerigc
betrekking cn wisselwerking van de daarin
werkzame elementen.
De hoofdzaak bij de argumentatie van de
voorstanders is dat zij de particuliere onder
neming principieel onjuist achten, als berus
tend op anti-maatschappelijke beginselen cn
tendenzen. De ondernemer zegt men behoort
gericht te zijn op bevrediging allereerst van
dc verbruikers en daarna van de voortbren
gers Sur. beweert daartegenover, dat inder-
duod alle voortbrenging daaror> is gericht ei»
de oorspronkelijke fout van de med^zegg^n-
schaps-apostelen is dut zij zich door de:,
uiVrlijken schijn van het tegendeel laten ver
leiden Het grootc levensprincipehet in
standhouden van individu en sooit, is naar
spr 's meening het centrum van alle levens
functies.
Het is eenvoudig- niet mogelijk om zich
menschelijke voortbrenging anders te der.ken
dan als ccn cp dit beginsel steunende functie.
Daarmee ontkent snr. echter geenszins dat de
functie van menschelijke voortbrenging voor
verbetering vatbaar is. Integendeel verbete
ringen moeten cn zullen geregeld tot stand
komen I Niet ondanks den particulieren onder-
nemci, zeker niet zónder den particulieren
ondernemer, maar juist dóór hem Want het
is juist zijn functie, steeds zijn functie ge
weest, en zal door alle eeuwen zijn functie
blijven.
Dc verdedigers van medezeggenschap en
socialisatie gaan uit van de onderstelling, dat
dc mensch zou zijn een spuitende bron van
-rrrjo on dat men die energie slechts in
goede banen behoeft tc leiden on\ heel wat
menschdom daarmede overvloedig te bevre
digen Dit acht spreker een waan
De mcnsch is integendeel zoo zuinig mo
gelijk met die energie, het zijn alleen zijn be
hoeften die hem drijven En wel ver van te
zijn onzedelijk en anti-maatsrha-oeiijk is het
eigenbelang dc maatschappelijke krocht bij
uitnemendheid. Het principe van besparing
van energie om die zoo willekeurig mogelijk
te kunnen inzetten, beheerscht de ontwikkeling
var» de voortbrenging. Het heeft ons gebracht
van de onmiddellijke voortbrenging van on
middellijke nuttigheid tot de huidige voort
brenging met in hulpmiddelen en halforoductei,
opgestapelde energiearbeidsverdeling, ruil
verkeer, marktwezen, geld.. en bankwezen. In
die ontwikkeling is en zal .dc ondernemer
steeds de scheppende macht blijven. Onder
nemerswinst en verbruikersbelang zijn bij hem
geen alternatieven, maar correlatieven. Faalt
hij ten opzichte van het een, dan zal hij ook
ten opzichte van het ander noodzakelijk moe
ten falen, maar de eenig denkbare motorische
kracht is het eigenbelang.
Een groote fout van de verdedigers van
medezeggenschap acnt spr. dat zij niet vol
doende de elementen der onderneming onder
scheiden Voor hen bestaat alleen de onder
nemer-kapitalist en de kaoitaallooze arbeider.
Spr. wil hiermee niet zeggen, dat alle onder
nemers op ideale wijze dc behoeften van hun
verbruikers en hun medewerkers bevredigen,
maar wel is hiermede gezegd, dat het het be
lang is van iederen ondprnemer om de span
ningen, ontstaan uit de verschillende pon zijn
schepping verbonden en van ziin schepping
afhankelijke belangen, tot doeltreffende werk
zaamheid tc richten.
Wat spr. zei van dc voorstanders van deze
zeggenschap is niet zoozeer het verschil van
appreciatie van hetgeen men noemt „dc mis
stonden der maatschappij" als wel een ver
schillende beoordeeling van de oorzaken daar
van en de doeltreffende middelen tot herstel.
Naar spr. meening gaan de voorstanders van
medezeggenschap uit van de onjuiste stelling,
dat de mensch door een ondeugdelijk produc
tiestelsel, gebaseerd op onti-moatsc^apnelii'-e
beginselen, belet zou wordsn zichzelf te zijn,
terwijl naar spr. meenïng juist in dot produc
tiestelsel' hot wezen van den mensch volkomen
zuiver wordt weerspiegeld. Niet zuiver ken
nend de functie van d°n ondernemer, van het
kapitaal, van dc arbeider noch van den ver
bruiker, laten zc na, door organisatie van die
elementen, de uit elk element groeiende span
nino-en tc coördineeren tot nuttige wcikzaom-
hcid, maar verspillen zij energie en verjueti-;
gen ze welvaart terwillc van vruchteloozc
pogingen.
Spr. komt thans tot zijn laatste stelling,
dat het schermen met de leuze van mede
zeggenschap onvermijdelijk moet frikkelen tot
botsingen, waarvan de leiders zelf geen enkele
voor de betrokkenen gunstige uitkomst kun
nen ve.rwachten.
Spr., die de maatschappelijke noodzakelijk
heid en de hoogere geestelijke en zedêliike
waarde van organisatie der arbe'ders in de
maatschappelijke samenwerking volkomen er
kent, meent dat de leuze van medezeggen-
schno voor een groot deel verklaard moet
worden door het besef van de leiders dat zij
zich aanvankelijk in dc elementen en dc mo
gelijkheid der maatschappelijke samenwerking
hebben \crgist.
Nieuwe Uitgaven.
Het geheimzinnige tecken, door
William le Qeux.
Uitg. A. W. Bruna cn Zn.'s Uitg.-
Mij., Utrecht
De bekoorlijke Thelmu Shovlor is gehuwd
met Stanley Audley. Zij maken hun huwelijks
reis naar de Alpen, maar na vier dagen wordt
Stanley telegrafisch weggeroepen en laat zijn
jonge vrouw achter in de zorgen van Rex
Yd ver ton, die zich spoedig bijzonder voor hoor
interesseert. Onder de andere gasten zijn het
vooral dr. Feng en Humphreys, die eveneens
veel belang in haar stellen. Audley laut niets
meer van zich hooren en meer en meer wordt
het Yelv.erton duidelijk, dot er iets geheimzin
nigs gaande is. Als hij eindelijk met Thclma
naar Engeland terugkeert stelt hij alles in het
werk Audley op te sporen. Dit brengt hem
herhaaldelijk in grootc moeilijkheden, en daar
hij bemerkt dat Thelmn ook iets voor hem ver
borgen houdt, krijgt de oplossing van het ge
heim neg grootcr bekoring voor hem. Ook dr.
Feng en Humphreys zijn in Engeland en vooral
Feng wantrouwt hij. Toch is dit ten slotte zijn
vriend en Humphreys zijn venand. Want diezeis
er veel aan gelegen Thelma uit den weg te
ruimen, daar zij een grootc erfenis krijgt als ze
meerderjarig wordt, welke erfenis aan
Humphreys komt als zij kinderloos sterft. Het
is ongelooflijk wat deze misdadiger verzint om
zijn doel te bereiken, maar Thelma staat onder
bescherming van een Chinecsch genootschap,
hetgeen Fcng bemerkte toen Thclma in Mürrcs
een kristallen klauw ontving van een haar on
bekend afzender. Daarom houdt Feng ook een
ocg in 't zeil en als Humphreys bijna Yolverton
en Thelma heeft vermoord, redt Feng hen met
behulp van Audley, die zich verborgen heeft
moeten hóuden, daar hij betrokken is, tegen
zijn zin, in dc uitgifte van valsch bankpapier, J
waardoor Humphreys hem in zijn macht heeft.
Audley bekomt bij de redding zoodanige brand
wonden, dat hij sterft. Yelverton geneest, denk
zij de goede zorgen van Thelma en hun huwe
lijk is nog slechts een kwestie van tijd.
Een zeer spannend verhaal, dot geen moment
dc belangstelling doet versloppen.
Het afscheid van de wereld in drie
dogen, door Victor E. van Vries
land.
Uitg. Em. Querido's Uitg.-Mij.,
Amsterdam.
Voor de aardigheid zoeken twee vrienden
een waarzegger op en deze voorspelt Johan, dot
hij nog slechts drie dagen tc leven heeft. Met
ziin verstand geloofde hij geen oogenblik aan
de waarheid van de voorspelling. Dicp-innerlijk
in zijn instincten was hij echter hevig opge
schrikt en als vernietigd door vrees. Meer en
meer wordt hij in dc gruwelijke profetic ge
vangen en den weinigen tijd, die hem nog rest,
brengt hij door in angst en hulpeloos tosten en
ten slotte in opstandigheid. Want hem ont
breekt geloof, alleen het mnterieole heeft tot
nu toe waarde voor hem gehad. En dat mankt
hem die dagen tot een foltering en verdwazing.
Vooral het fraaie proza en de fijne uitbeel
ding van hetgeen nog doorleefd wordt maken
dit verhaal tot iels zeer bijzonders.
Buck Thornton, de Comboy-rcus,
door Jackson Gregory.
Uitg. J. Philip Kruseman, den
Haag.
Beatrice Woverley is op reis naar haar oom
in Hill's Corners, een streek, waar slechts uit
vaagsel woont. Onderweg wordt zij beroofd van
een som geld door een gemaskerd persoon, die
zeer veel overeenkomst vertoont met Buck
Thornton. Meerdere misdaden worden bedre
ven door dien persoon, maar tcch gelooft
Beatrice niet dat Buck de dader is. Door toeval
komt zij te weten, dat haar oom met eenige
vrienden ollerlei misdaden arrangeert, met de
bedoeling Buck als doder tc doen aanzien, daar
deze een farm van hem heeft gekocht en als
hij do^koopsom niet geheel kan afbetalen her-
kriiavde oom zijn eigendom en mag tevens do
10.000 dollar houden, die reeds betaald zijn.
Beatrice besluit Buck te waarschuwen, die ook
van andere ziide. reeds is ingelicht. En als de
boeven van Hill's Corners hun slag denken te
slaan vallen zij in de hindcrloog en wordt alles
ontdekt.
Een dier verhalen uit Wild-West, die buiten
gewoon spannend zijn en dan ook zonder op
houden boeien.
Het spookhuis, door J. Vermeer.
Uitg. Leidschc Uitg.-Mij., Lei
den.
„Op mijn tiende jaar ging ik, tegen dc uit
drukkelijke waarschuwing van mijn ouders in,
met 'n „meneer" mee, wat dien „meneer" 'n
blauw oog, 'n uit het lid geslagen onderkaak,
'n kapot scheenbeen en 'n arrestatie bezorgde,
want ik was destijds toevallig bokser en voet
balkampioen van mijn klos."
Aldus dc schrijver over zich zelf. Dus wei
een mannetjesputter. Maar wij vreezen, dat hij
dan toch zijn grootste triomfen bij hrt boksen
en voetballen zal moeten vieren. Want zijn
verholen zijn nog niet van dien aard, dat er
een kampioenschap mee te behalen is. De oozet
is vaak niet onaardig, maar de uitwerking laat
veel te wenschen over. Misscbipn kan de be
roemde detectieve, dr. Elias de Jong, dien hij
ten tooneelc voert, hem wat behulpzaam zijn
en don is het niet onwaarschijnlijk dat hij nog
eens een meer voldragen detective-geschiedenis
de wereld instuurt.
Licht. Uitg. W. de Haan, Utrecht.
Inhoud afl. A. 17:
Tact en goede manieren; Taal en schrift in
China; Is alleen de aarde bewoond; Rome en
dc Romeinsche badhuizen; Radio het groote
wonder.
Inhoud afl. B. 18:
Natuurbescherming door A. L. Broer; Het
geheim der trekvogels; Vergiften; Onze wo-
ning door Darn Jansen; Een voorjaorswande-
ling.
dus verlof om met horen bevrijder naar de
bovenwereld terug te keeren, maur niet dan
nadat Orpheus plechtig heeft beloofd niet om
tc zien vóórdat de poort der onderwereld zich
achter beiden gesloten heeft (merken we in
t voorbijgaan op dat cene dergelijke voor
waarde ook dc dramatische spil vormt van de
Lohrngrin-sago). H« t droeve en onafwendbare
noodlot wil dat, als het gelukkige paar reeds
nan de overzijde van den Styx is gekomen en
het door de poort reeds het heldere daglicht
ziet glinsteren, Orpheus zich plotseling om
wendt om te zien of Eurvdice hem wel vo'gt*
En onverbiddelijk moet zij dan weer naar het
rijk der schimmen terugkeeren, terwijl Orpheus
die vruchteloos getracht heelt haar na to
snellen, troosteloos naar het rijk der levenden
zijne schreden wendt.
Is het wonder, dat deze stof ten allen tijde
schilders, beelhouwers, dichters en compo
nisten heeft bezield tot het scheppen van
kunstwerken Hebben we zelfs nog niet in
d?n ollerloatsten tijd vernomen hoe in de
Grand Opéra te Parijs het mimodroma Orphce
waarvan Roger Ducasse de muziek heeft ge
componeerd, met veel succes is ongevoerd, om
niet te spreken van de zeer hybridische Or-
phée van Jean Cocteau, een* mengelmoes van
tragedie, opera eomique, ballet en vaudeville?
Reeds in 1600 heeft bHpnansrhe compo
nist Jocopo Peri cene Euridice gecomponeerd,
die men kort geleden in Italië nog weer eens
voor het voetlicht heeft gebracht, P"iïTi onder-
halve eeuw later nam Gluck de zelfde stof nog
eens ter hand, nadat CaFaWgi, dc hofdichter
van Maria Thercsia. het libretto daenoor had
vervaardigd dc dichter heeft daarbii dc oude
sage nog meer verdiept vooral wat betreft het
liefdesconflict tusschen de beide hoofdperso
nen Den 5->n October 1762 he*3 te Wennen
de eerste opvoering plaats van „Orfeo, Dram-
mo per Musica in due Atti" Van de drie
B/*lrpart'J,,n die in het weri' voorkomen, n 1.
die van Eurydicc, Amor en Orpheus, waren de
beide eerste voor sopraan en de laatste voor
alt gecomponeerd, al werd bij de eerste op
voering de Orpheus-partij door Guadagni, een
castraat, gezongen, Laicr, toon Gluck de
opera cene geheel nieuwe bewerking heeft
Joen ondergaan voor de opvoering te Parijs,
heeft hij, ook al omdat er iocn aan de Groote
Opeio geen geschikte altzangcres was, de par
tij voor tenor geschrevenvervolgens is hij
daarop weer teruggekomen en hoeft nogmaals
de olt-bezettirg gegeven. Sinds dien is er veel
getwist over dc kwestie, welke partituur de
voorkeur verdient. Veelal geeft men dc voor
keur aan de travestie-vervulling van de Orp-
hcuspartij, waarbij zcKtr niet alleen zuiver
esthetische, maar cok vraditioneele overwe
gingen in het spel zijn maar er zijn ook mu
sici van naam (we noemen slechts Vincent d'
Indy), die verreweg de voorkeur geven aan dp
tenorbezetting.
Een zonderling gevai doc-t zich voor met de
Ouverture van dc Orpheusdeze bekoorlijke
compositie, welke even goed op naam van Mo
zart had kunnen staan cn tot inleiding dirtnen
van een zijner luchtiger opera's, post geheel
n:et. wot vorm en inhoud betreft. b(i de rum-
grijp nde tragiek van het werk, tenzij dan bij
het blij-eindend slot, waarover straks nader.
We kunnen ons dan ook heel goed voorstel! en
cat men deze ouverture eenvoudig weglaat, en
hel werk laat aanvangen met de zoo indruk
wekkende iinlc'ding van het aanvangsver
„Ah I dans co bois tranquille ct sombre." Van
ecne zeldzaam ontroerende schoonheid is die
klaagzang, aangeheven door de menigte bij
het grof van Euryd'cc, waar tusschen zich de
slem van Or.phcus mengt, die klagend heren
naam herhaalt. Hoe hcerliik sluit zich daarbij
aan na ccn kort recitatief het orkestnummer
ter begeleiding van de lij'plerhtighrden, waar
na het koor nogmoajs de droevige hymne laai
hooren. En als daarna Orpheus dc menigto
heeft weggezonden cm alleen te zijn met zijne
smart, hooren we weer cene heerlijke orkest
muziek dat wegtrekken becreVidm. Alles 's
hier van eene onuitsprekelijke harmonie en
over al die tconeel?n ligt ais een wpns van
rouw cn droefheid, zoo teer cn zoo innig, ck J
elk te zwaar accent, dat cr bij de uitvoering in
zou worden aangebracht, pijnlijk moet aan
doen. Dat immatcrieele zouden we haast zeg
gen, vinden we cok terug in den daarop vol
genden klaagzang von Orpheus„Objet dc
mon nmeur", waarin de smart haast nog meer
gesublimeerd is dan in de voorafgaande zan
gen dat bovcnaardsche, verheven karakter
teekenl zich ook af in den toonaard, die nu
plotseling van mineur tot majeur overgaat. En
dan begrijpen we ook hoe weinig of het cr
top doet of hier eene mannelijke of eene vrou
welijke stem deze sublieme klanken vertolkt
de liefde verheft z.ich hier zoozeer boven al
het aardsche, stijgt op tot zulke verheven
hoogten, dat de gedochte aan alle scxualiteit
verdwijnt en men slechts luistert naar dc ziel,
die weent en treurt om hetgeen zij verloren
heeft.
Aangezien het niet onze bedoeling is num
mer voor nummer de geheelc partituut tc be
spreken, maar we slechts de aandacht willen
vestigen op hetgeen ons toeschijnt het meest
deze te verdienen, willen we nog even aanstip
pen in het eerste „bedrijf de zoo bekoorlijke
aria „Soumis au Silence", waarin Amor nog
eens aan Orpheus de voorwaarde voor oogen
houdt, welke hij heeft te vervullen. En dan,
welk eene levendigheid in het daarop volgend
recitatief, waarin Orpheus lucht geeft, eerst
aun zijne blijdschop, maar dan ook aan zijne
bezorgdheid over het wreede bevel, om ten
slotte krachtig uit te spreken, dat hij tot alles
bereid is.
Geweldig van tegenstelling mei het vooraf
gaande is de tweede acte, die ons in den aan
vang op meesterlijke wijze ul de .verschrikkin
gen van den Orkus schildert; dreigend en hui
veringwekkend is de korte inleiding, somber
het koor waarin rr.en den ijzeren tred van de
voortschrijdende- demonen Voort („Quel est
l'nudacieux"), woest de dans der furiën. Rn
hoe schoon mengen zich d.aartusschen de ont
roerende tonen van „Otpheus' lier en stem,
waardoor h'i de spoken cn larven trocht te
vermurwen, hetgeen hem langzamerhand ge
lukt, zoodat wc geleidelijk hunne woedekreten
hooren afnemen en ook de woeste dons der
Furiën een einde nemen
Wonderschoon van uitwerking is de daarop
volgende muzikale schildering van dc serene,
goddelijke rust der Elyseeschc velden, weer
gegeven in een drietal balletten, waarvan
vooral het tweede (No. 30) van ontroerende
schoonheid is; ook Eurydice bezingt in cene
liefelijke aria „Cet esile aimable et tranquille",
waarbij zich een koor aansluit, het heerlijke
ooid der gelukzaligen, waar kort daarna ook
Orpheus verschijnt. Ook hier heeft Gluck ons
weer een symphonisch on melodisch meester
werk geschonken; hoe zien wc daar Orpheus
voortschrijden in zalige verdrukking, terwijl
strijkorkest met solo-fluit en solo-hobo zijn
zang begeleiden. „On goüte en cc séjour un
éternel repos", roept hij uit, maar toch kan
deze rust hem niet bevredigen, en dan hooren
wc hoe hij weer uiting geeft aan zijn verlan
gen om zijne geliefde vrouw weer te zien. In
een koor van wonderbare schoonheid geven
de gelukzalige geesten hem dan de verzeke
ring, dat Eurydice hem zal verschijnen, en als
hij nogmaals onstuimig aandringt het weerzien
toch te verhaasten, wenden zij zich tot Eury
dice met dc woorden „Va renaitre pour
Orohéc".
Hiermede is wel het hoogtepunt van de
opera bereikt, want de 3de acte verheft zich
niet, vooral niet in het eerste gedeelte ervan,
tot dc sublieme hoogte van de beide vorige
deelcn, en dc vele recitatieven geven er
ongetwijfeld iets mats aun. Eene uitzondering
hierop maakt natuurlijk dc bekende klaagzang
van Orpheus „J'ai perdu mon Eurydice",
waarop weer geheel toepasselijk is hetgeen
we schreven over zijne roerende klacht in het
eerste bedrijf. -r
Na deze droevige ontknooping, geheel in
overeenstemming met de oude sage, had de
opera een einde kunnen nemen, maar in den
ou'^en tiid gevoelde men behoefte aan een
blijeindend slot, en zco heeft de librettist dnn
ook nogmaals Amcr,lot?n optreden om Or
pheus tegen te houden, wanneer^ hij op het
punt is een einde aon zijn leven te maken cn
om daarna de beide geliefden tc hereenigen.
Een juichend „L'amour triomphe", cgrst door
Orpheus aangeheven en daarna door het koor
eenige malen herhaald, geeft uiting aan de
blijdschap over dezen goeden afloop en be
zingt dc almacht der liefde. Een geheele reeks
van balletten, waaronder ware juweeltjes voor
komen (men denke slechjs een dc zoo sublie
me Menuet, no. 49) besluit dan verder het
werk. Even wordt deze dansmuziek nog on
derbroken door een terzet, gezongen dooi de
drie solisten, waarin ook zij nogmaals de za
ligheden der liefde verheerlijken, eerst afzon
derlijk en daarna in samenzang; van wonder-
schoone structuur is deze lofzang aan de
macht „qui mcle tant de douceurs a ses
peines".
Het is zeker een buitengewoon zware taak,
die de Amcrsfoortsche Opero-vereeniging zich
heeft gesteld door dit werk voor het voetlicht
tc brengen, misschien wel de zwaarste sedert
hare oprichting. Vele toch zijn de moeilijkhe
den, die aan een opvoering van dc Orphéc
verbonden zijn Wc wezen reeds op den zoo
oneindig teeren aard der compositie, waardoor
elk tc zwaar gelegd accent zou detoneeren En
dan, hoe zware eischen worden niet aon de
plastiek gesteld, waar in deze opera drama
tische handeling bijna geheel afwezig ismen
herinnert zich nog de poging kort geleden in
ons land aangewend om dit vraagstuk op te
lossen, en ook dc schromelijke mislukking er
ven. Om niet te spreken van hetgeen hier van
dc regie wordt gevergd voor de geheele misc
en scène, bij de gebrekkige hulpmiddelen,
waarvoor men hier beschikken kan.
Maar we hebben hier al zulke wonderen
zien gebeuren, die ons zooveel vertrouwen
hebben gegeven in leidipcr cn regie, dat men
zeker zonder ongerustheid en rrmt grootc be
langstelling de uivoeringen op 1T en 12 Fe
bruari tegemoet kan zien. H.