Zonder Raam- of Buitenantenne j§fe di OPTIEK G. VAN DUIN n.v. Compagnie Lyonnaise Verkoop nog tot verminderde prijs. Electr. Techn. Bur. F. H. LOMANS, Utrechtschestraat 15. Tel. 483. Amersfoort. RECLAMES Van 1—4 regels 205, elke regel meer 0.50 Met ons nieuwe type R. M. 5 staat de Ducretet weer ver aan de spits. garandeeren wij U een schitterende ontvangst. Zoowel van korten als langen golf. Hoofdvertegenwoordiger der DucreteMoestellen Hofleveranciers van H (W de Koningin on H M de Kon Moedor Utrechtscheweg lO Wij hebben ook voor U den juist passenden bril Uitgebreide keuze in diverse monture: Juwelier - Tel 898 - Optiêën productiekrachten tegen de kapitalistische vor men, met name tegen de nationale remmingen. De hccrschende klasse nam toen haar toe vlucht tot het geweld, daardoor zouden do moeilijkheden worden opgelost Iedereen weet echter, dat er van een oplossing geen sproke is geweest, dat de problemen integendeel groo- ter in aantal en ingewikkelder zijn geworden, De kapitalistische vormen zijn gebleven; ei zijn echter meer grenzen met hoogere tolmu ren gekomen, met het gevolg dat de produc tiekrachten nog enger opgesloten zitten Het is spr.'s overtuiging, dot het kapitalisme den door zijn heerschappij gestichten chaos en dat we in een chaos verkeeren, kan niet wor den ontkend niet meer meester was. Spr. is van rr.eening, dat er grootcr produc* tieapparaat is dan ooit, hetgeen hij met citaten cn cijfers aantoont Het tegenwoordige beheer blijkt echter niet in stoat dat zoo sterk toege nomen apparaat te beheerschen en tc doen werken. De eischcn tot verlaging der loonei», tot verlenging der werktijden en dat, terwijl het productieapparaat niet eens volledig werkt en millioenen handen werkeloos zijn betee- kenen niets anders dan dot wordt gezegd, dai de arbeider nog soberder, nog somberder zal moeten gaan Iev°n, dan thans reeds het geval is. De organen cn de middelen, waarmede dc. kapitalistische economie den chaos poogt te overwinnen, zijn kartels, trusts en daarmee ge paard gaan een rationaliseering van het pro ductieproces. Daar, waar het kapitalisme toi economische herstelpolitiek komt, de wilde anarchie vervangt door organisatie, komt het echter tot stelselmatige en duurzame produc tiebeperking. Spr. merkt verder op, dat men oen mcnsch jzijn rechten kan onthouden en zijn aanspraken kan negeeren, zoolang hij in verhouding tor do krachten die hem omringen, zwak is. In di> landen waar de arbeidersbeweging zwak is, wordt zij dan ook tot op den huidigen dug door het kapitalisme mishandeld. Spr. wijst op de Oosterschc landen, cn schetst vervolgens uitvoerig waartoe de verwaarloozing van de arbeidersklasse leidt, waarbij hij dc Engelsche kolenstaking en dc strijd in do textielindustrie in ons land memoreen. Spr. vervolgt dan: Wij zijn in de economi sche en sociale ontwikkeling van Europu aan een knooppunt gekomen.® Het is dc vraag of de politiek cn economie gericht zullen blijven op privaat gewin of dat een politiek van evo lutie zal worden gevolgd, gericht op een ge leidelijke omzetting der kapitalistische in so cialistische economie. Door dc inschakeling der arbeidersklasse als meesprekende factor m het productieproces. Het eerste begin daarvan ligt in de medezeg genschap van de arbeiders in dc onderneming en der vakvereeniging in den bedrijfstak. Hoe ver die medezeggenschap gaat is afhankelijk van een aantal practische factoren, hetgcer» snr. met enkele voorbeelden aantoont en waar bij hij speciaal den nadruk legt op dc ob jectieve* en subjectieve verschillen in dc bedrij ven De practische regeling der medezeggen schap zal naar spr.'s mecning moeten plaats hebben op grond van eenige olgcmeene rege len in de wet. Van grootere economische, sociale en poli tieke beteekenis echter acht spr. de medezeg genschap der arbeidersvakvereenigingen in he' bedrijf, nadat do ganscho bedrijfstak eerst tot één organisatie isvereenigd. Die bedrijfsorga nisatie beoogt heel de bedrijfstak te vercenigen tot één organisatie, bestuurd door private werkgevers, de arbeiders en de gemeenschaps organen. Deze bedrijfsorganisatie zal de be drijven op alle beslissende punten als tech nische inrichting, inkoop van grondstoffen cn rkoop der productie moeten beheerschen. Ze zal een bedrijfslype scheppen, dat tus- schen kapitalistisch en socialistisch ligt, doch met overwegend socialistische tendenzen. Dat de arbeiders niet het recht hebben, me dezeggenschap te eischen betwist spreker. Im mers het wezen van het bcstnonspeil van de arbeiders is geheel afhankelijk van een goed beheer. De werkgevers-vertegenwoordigers meenen dat dc medezeggenschap benerkt moei blijven tot de arbeidsvoorwaarden. Wij willen echter een andere medezeggenschap, zegt spr e willen meespreken en geleidelijk al meer en meer beslissen in en over het economische leven. We willen in één woord: de democratie in het industrieele leven. Ten slotte behandelt spr. de vraag of het proletariaot in dezen geest kan worden opge voed een vraag, die hij van ganscher harte, bevestigend zou willen beantwoorden, en bi| eindigt met den wensch uit te spreken, dat in de komende stormachtige jaren het pro- letariuat niet tevergeefs zijn honden aan het intellect zal reiken, want het feit dat het ka- nitalisme hef intellect koopt en aan zijn stel sel bindt, kan noar spr.'s mcening slechts roodlottig worden. De heer Maas aan het woord. De leuze „Medezeggenschap der nibeiders" aldus vangt de heer Maas zijn betoog aan dankt haar ontstaan aan onvoldoende ken nis der leiders van de arbeidersbeweging, van het wezen van dc ondernemingen en het be drijf in onzen tiid, en van de wederkeerigc betrekking cn wisselwerking van de daarin werkzame elementen. De hoofdzaak bij de argumentatie van de voorstanders is dat zij de particuliere onder neming principieel onjuist achten, als berus tend op anti-maatschappelijke beginselen cn tendenzen. De ondernemer zegt men behoort gericht te zijn op bevrediging allereerst van dc verbruikers en daarna van de voortbren gers Sur. beweert daartegenover, dat inder- duod alle voortbrenging daaror> is gericht ei» de oorspronkelijke fout van de med^zegg^n- schaps-apostelen is dut zij zich door de:, uiVrlijken schijn van het tegendeel laten ver leiden Het grootc levensprincipehet in standhouden van individu en sooit, is naar spr 's meening het centrum van alle levens functies. Het is eenvoudig- niet mogelijk om zich menschelijke voortbrenging anders te der.ken dan als ccn cp dit beginsel steunende functie. Daarmee ontkent snr. echter geenszins dat de functie van menschelijke voortbrenging voor verbetering vatbaar is. Integendeel verbete ringen moeten cn zullen geregeld tot stand komen I Niet ondanks den particulieren onder- nemci, zeker niet zónder den particulieren ondernemer, maar juist dóór hem Want het is juist zijn functie, steeds zijn functie ge weest, en zal door alle eeuwen zijn functie blijven. Dc verdedigers van medezeggenschap en socialisatie gaan uit van de onderstelling, dat dc mensch zou zijn een spuitende bron van -rrrjo on dat men die energie slechts in goede banen behoeft tc leiden on\ heel wat menschdom daarmede overvloedig te bevre digen Dit acht spreker een waan De mcnsch is integendeel zoo zuinig mo gelijk met die energie, het zijn alleen zijn be hoeften die hem drijven En wel ver van te zijn onzedelijk en anti-maatsrha-oeiijk is het eigenbelang dc maatschappelijke krocht bij uitnemendheid. Het principe van besparing van energie om die zoo willekeurig mogelijk te kunnen inzetten, beheerscht de ontwikkeling var» de voortbrenging. Het heeft ons gebracht van de onmiddellijke voortbrenging van on middellijke nuttigheid tot de huidige voort brenging met in hulpmiddelen en halforoductei, opgestapelde energiearbeidsverdeling, ruil verkeer, marktwezen, geld.. en bankwezen. In die ontwikkeling is en zal .dc ondernemer steeds de scheppende macht blijven. Onder nemerswinst en verbruikersbelang zijn bij hem geen alternatieven, maar correlatieven. Faalt hij ten opzichte van het een, dan zal hij ook ten opzichte van het ander noodzakelijk moe ten falen, maar de eenig denkbare motorische kracht is het eigenbelang. Een groote fout van de verdedigers van medezeggenschap acnt spr. dat zij niet vol doende de elementen der onderneming onder scheiden Voor hen bestaat alleen de onder nemer-kapitalist en de kaoitaallooze arbeider. Spr. wil hiermee niet zeggen, dat alle onder nemers op ideale wijze dc behoeften van hun verbruikers en hun medewerkers bevredigen, maar wel is hiermede gezegd, dat het het be lang is van iederen ondprnemer om de span ningen, ontstaan uit de verschillende pon zijn schepping verbonden en van ziin schepping afhankelijke belangen, tot doeltreffende werk zaamheid tc richten. Wat spr. zei van dc voorstanders van deze zeggenschap is niet zoozeer het verschil van appreciatie van hetgeen men noemt „dc mis stonden der maatschappij" als wel een ver schillende beoordeeling van de oorzaken daar van en de doeltreffende middelen tot herstel. Naar spr. meening gaan de voorstanders van medezeggenschap uit van de onjuiste stelling, dat de mensch door een ondeugdelijk produc tiestelsel, gebaseerd op onti-moatsc^apnelii'-e beginselen, belet zou wordsn zichzelf te zijn, terwijl naar spr. meenïng juist in dot produc tiestelsel' hot wezen van den mensch volkomen zuiver wordt weerspiegeld. Niet zuiver ken nend de functie van d°n ondernemer, van het kapitaal, van dc arbeider noch van den ver bruiker, laten zc na, door organisatie van die elementen, de uit elk element groeiende span nino-en tc coördineeren tot nuttige wcikzaom- hcid, maar verspillen zij energie en verjueti-; gen ze welvaart terwillc van vruchteloozc pogingen. Spr. komt thans tot zijn laatste stelling, dat het schermen met de leuze van mede zeggenschap onvermijdelijk moet frikkelen tot botsingen, waarvan de leiders zelf geen enkele voor de betrokkenen gunstige uitkomst kun nen ve.rwachten. Spr., die de maatschappelijke noodzakelijk heid en de hoogere geestelijke en zedêliike waarde van organisatie der arbe'ders in de maatschappelijke samenwerking volkomen er kent, meent dat de leuze van medezeggen- schno voor een groot deel verklaard moet worden door het besef van de leiders dat zij zich aanvankelijk in dc elementen en dc mo gelijkheid der maatschappelijke samenwerking hebben \crgist. Nieuwe Uitgaven. Het geheimzinnige tecken, door William le Qeux. Uitg. A. W. Bruna cn Zn.'s Uitg.- Mij., Utrecht De bekoorlijke Thelmu Shovlor is gehuwd met Stanley Audley. Zij maken hun huwelijks reis naar de Alpen, maar na vier dagen wordt Stanley telegrafisch weggeroepen en laat zijn jonge vrouw achter in de zorgen van Rex Yd ver ton, die zich spoedig bijzonder voor hoor interesseert. Onder de andere gasten zijn het vooral dr. Feng en Humphreys, die eveneens veel belang in haar stellen. Audley laut niets meer van zich hooren en meer en meer wordt het Yelv.erton duidelijk, dot er iets geheimzin nigs gaande is. Als hij eindelijk met Thclma naar Engeland terugkeert stelt hij alles in het werk Audley op te sporen. Dit brengt hem herhaaldelijk in grootc moeilijkheden, en daar hij bemerkt dat Thelmn ook iets voor hem ver borgen houdt, krijgt de oplossing van het ge heim neg grootcr bekoring voor hem. Ook dr. Feng en Humphreys zijn in Engeland en vooral Feng wantrouwt hij. Toch is dit ten slotte zijn vriend en Humphreys zijn venand. Want diezeis er veel aan gelegen Thelma uit den weg te ruimen, daar zij een grootc erfenis krijgt als ze meerderjarig wordt, welke erfenis aan Humphreys komt als zij kinderloos sterft. Het is ongelooflijk wat deze misdadiger verzint om zijn doel te bereiken, maar Thelma staat onder bescherming van een Chinecsch genootschap, hetgeen Fcng bemerkte toen Thclma in Mürrcs een kristallen klauw ontving van een haar on bekend afzender. Daarom houdt Feng ook een ocg in 't zeil en als Humphreys bijna Yolverton en Thelma heeft vermoord, redt Feng hen met behulp van Audley, die zich verborgen heeft moeten hóuden, daar hij betrokken is, tegen zijn zin, in dc uitgifte van valsch bankpapier, J waardoor Humphreys hem in zijn macht heeft. Audley bekomt bij de redding zoodanige brand wonden, dat hij sterft. Yelverton geneest, denk zij de goede zorgen van Thelma en hun huwe lijk is nog slechts een kwestie van tijd. Een zeer spannend verhaal, dot geen moment dc belangstelling doet versloppen. Het afscheid van de wereld in drie dogen, door Victor E. van Vries land. Uitg. Em. Querido's Uitg.-Mij., Amsterdam. Voor de aardigheid zoeken twee vrienden een waarzegger op en deze voorspelt Johan, dot hij nog slechts drie dagen tc leven heeft. Met ziin verstand geloofde hij geen oogenblik aan de waarheid van de voorspelling. Dicp-innerlijk in zijn instincten was hij echter hevig opge schrikt en als vernietigd door vrees. Meer en meer wordt hij in dc gruwelijke profetic ge vangen en den weinigen tijd, die hem nog rest, brengt hij door in angst en hulpeloos tosten en ten slotte in opstandigheid. Want hem ont breekt geloof, alleen het mnterieole heeft tot nu toe waarde voor hem gehad. En dat mankt hem die dagen tot een foltering en verdwazing. Vooral het fraaie proza en de fijne uitbeel ding van hetgeen nog doorleefd wordt maken dit verhaal tot iels zeer bijzonders. Buck Thornton, de Comboy-rcus, door Jackson Gregory. Uitg. J. Philip Kruseman, den Haag. Beatrice Woverley is op reis naar haar oom in Hill's Corners, een streek, waar slechts uit vaagsel woont. Onderweg wordt zij beroofd van een som geld door een gemaskerd persoon, die zeer veel overeenkomst vertoont met Buck Thornton. Meerdere misdaden worden bedre ven door dien persoon, maar tcch gelooft Beatrice niet dat Buck de dader is. Door toeval komt zij te weten, dat haar oom met eenige vrienden ollerlei misdaden arrangeert, met de bedoeling Buck als doder tc doen aanzien, daar deze een farm van hem heeft gekocht en als hij do^koopsom niet geheel kan afbetalen her- kriiavde oom zijn eigendom en mag tevens do 10.000 dollar houden, die reeds betaald zijn. Beatrice besluit Buck te waarschuwen, die ook van andere ziide. reeds is ingelicht. En als de boeven van Hill's Corners hun slag denken te slaan vallen zij in de hindcrloog en wordt alles ontdekt. Een dier verhalen uit Wild-West, die buiten gewoon spannend zijn en dan ook zonder op houden boeien. Het spookhuis, door J. Vermeer. Uitg. Leidschc Uitg.-Mij., Lei den. „Op mijn tiende jaar ging ik, tegen dc uit drukkelijke waarschuwing van mijn ouders in, met 'n „meneer" mee, wat dien „meneer" 'n blauw oog, 'n uit het lid geslagen onderkaak, 'n kapot scheenbeen en 'n arrestatie bezorgde, want ik was destijds toevallig bokser en voet balkampioen van mijn klos." Aldus dc schrijver over zich zelf. Dus wei een mannetjesputter. Maar wij vreezen, dat hij dan toch zijn grootste triomfen bij hrt boksen en voetballen zal moeten vieren. Want zijn verholen zijn nog niet van dien aard, dat er een kampioenschap mee te behalen is. De oozet is vaak niet onaardig, maar de uitwerking laat veel te wenschen over. Misscbipn kan de be roemde detectieve, dr. Elias de Jong, dien hij ten tooneelc voert, hem wat behulpzaam zijn en don is het niet onwaarschijnlijk dat hij nog eens een meer voldragen detective-geschiedenis de wereld instuurt. Licht. Uitg. W. de Haan, Utrecht. Inhoud afl. A. 17: Tact en goede manieren; Taal en schrift in China; Is alleen de aarde bewoond; Rome en dc Romeinsche badhuizen; Radio het groote wonder. Inhoud afl. B. 18: Natuurbescherming door A. L. Broer; Het geheim der trekvogels; Vergiften; Onze wo- ning door Darn Jansen; Een voorjaorswande- ling. dus verlof om met horen bevrijder naar de bovenwereld terug te keeren, maur niet dan nadat Orpheus plechtig heeft beloofd niet om tc zien vóórdat de poort der onderwereld zich achter beiden gesloten heeft (merken we in t voorbijgaan op dat cene dergelijke voor waarde ook dc dramatische spil vormt van de Lohrngrin-sago). H« t droeve en onafwendbare noodlot wil dat, als het gelukkige paar reeds nan de overzijde van den Styx is gekomen en het door de poort reeds het heldere daglicht ziet glinsteren, Orpheus zich plotseling om wendt om te zien of Eurvdice hem wel vo'gt* En onverbiddelijk moet zij dan weer naar het rijk der schimmen terugkeeren, terwijl Orpheus die vruchteloos getracht heelt haar na to snellen, troosteloos naar het rijk der levenden zijne schreden wendt. Is het wonder, dat deze stof ten allen tijde schilders, beelhouwers, dichters en compo nisten heeft bezield tot het scheppen van kunstwerken Hebben we zelfs nog niet in d?n ollerloatsten tijd vernomen hoe in de Grand Opéra te Parijs het mimodroma Orphce waarvan Roger Ducasse de muziek heeft ge componeerd, met veel succes is ongevoerd, om niet te spreken van de zeer hybridische Or- phée van Jean Cocteau, een* mengelmoes van tragedie, opera eomique, ballet en vaudeville? Reeds in 1600 heeft bHpnansrhe compo nist Jocopo Peri cene Euridice gecomponeerd, die men kort geleden in Italië nog weer eens voor het voetlicht heeft gebracht, P"iïTi onder- halve eeuw later nam Gluck de zelfde stof nog eens ter hand, nadat CaFaWgi, dc hofdichter van Maria Thercsia. het libretto daenoor had vervaardigd dc dichter heeft daarbii dc oude sage nog meer verdiept vooral wat betreft het liefdesconflict tusschen de beide hoofdperso nen Den 5->n October 1762 he*3 te Wennen de eerste opvoering plaats van „Orfeo, Dram- mo per Musica in due Atti" Van de drie B/*lrpart'J,,n die in het weri' voorkomen, n 1. die van Eurydicc, Amor en Orpheus, waren de beide eerste voor sopraan en de laatste voor alt gecomponeerd, al werd bij de eerste op voering de Orpheus-partij door Guadagni, een castraat, gezongen, Laicr, toon Gluck de opera cene geheel nieuwe bewerking heeft Joen ondergaan voor de opvoering te Parijs, heeft hij, ook al omdat er iocn aan de Groote Opeio geen geschikte altzangcres was, de par tij voor tenor geschrevenvervolgens is hij daarop weer teruggekomen en hoeft nogmaals de olt-bezettirg gegeven. Sinds dien is er veel getwist over dc kwestie, welke partituur de voorkeur verdient. Veelal geeft men dc voor keur aan de travestie-vervulling van de Orp- hcuspartij, waarbij zcKtr niet alleen zuiver esthetische, maar cok vraditioneele overwe gingen in het spel zijn maar er zijn ook mu sici van naam (we noemen slechts Vincent d' Indy), die verreweg de voorkeur geven aan dp tenorbezetting. Een zonderling gevai doc-t zich voor met de Ouverture van dc Orpheusdeze bekoorlijke compositie, welke even goed op naam van Mo zart had kunnen staan cn tot inleiding dirtnen van een zijner luchtiger opera's, post geheel n:et. wot vorm en inhoud betreft. b(i de rum- grijp nde tragiek van het werk, tenzij dan bij het blij-eindend slot, waarover straks nader. We kunnen ons dan ook heel goed voorstel! en cat men deze ouverture eenvoudig weglaat, en hel werk laat aanvangen met de zoo indruk wekkende iinlc'ding van het aanvangsver „Ah I dans co bois tranquille ct sombre." Van ecne zeldzaam ontroerende schoonheid is die klaagzang, aangeheven door de menigte bij het grof van Euryd'cc, waar tusschen zich de slem van Or.phcus mengt, die klagend heren naam herhaalt. Hoe hcerliik sluit zich daarbij aan na ccn kort recitatief het orkestnummer ter begeleiding van de lij'plerhtighrden, waar na het koor nogmoajs de droevige hymne laai hooren. En als daarna Orpheus dc menigto heeft weggezonden cm alleen te zijn met zijne smart, hooren we weer cene heerlijke orkest muziek dat wegtrekken becreVidm. Alles 's hier van eene onuitsprekelijke harmonie en over al die tconeel?n ligt ais een wpns van rouw cn droefheid, zoo teer cn zoo innig, ck J elk te zwaar accent, dat cr bij de uitvoering in zou worden aangebracht, pijnlijk moet aan doen. Dat immatcrieele zouden we haast zeg gen, vinden we cok terug in den daarop vol genden klaagzang von Orpheus„Objet dc mon nmeur", waarin de smart haast nog meer gesublimeerd is dan in de voorafgaande zan gen dat bovcnaardsche, verheven karakter teekenl zich ook af in den toonaard, die nu plotseling van mineur tot majeur overgaat. En dan begrijpen we ook hoe weinig of het cr top doet of hier eene mannelijke of eene vrou welijke stem deze sublieme klanken vertolkt de liefde verheft z.ich hier zoozeer boven al het aardsche, stijgt op tot zulke verheven hoogten, dat de gedochte aan alle scxualiteit verdwijnt en men slechts luistert naar dc ziel, die weent en treurt om hetgeen zij verloren heeft. Aangezien het niet onze bedoeling is num mer voor nummer de geheelc partituut tc be spreken, maar we slechts de aandacht willen vestigen op hetgeen ons toeschijnt het meest deze te verdienen, willen we nog even aanstip pen in het eerste „bedrijf de zoo bekoorlijke aria „Soumis au Silence", waarin Amor nog eens aan Orpheus de voorwaarde voor oogen houdt, welke hij heeft te vervullen. En dan, welk eene levendigheid in het daarop volgend recitatief, waarin Orpheus lucht geeft, eerst aun zijne blijdschop, maar dan ook aan zijne bezorgdheid over het wreede bevel, om ten slotte krachtig uit te spreken, dat hij tot alles bereid is. Geweldig van tegenstelling mei het vooraf gaande is de tweede acte, die ons in den aan vang op meesterlijke wijze ul de .verschrikkin gen van den Orkus schildert; dreigend en hui veringwekkend is de korte inleiding, somber het koor waarin rr.en den ijzeren tred van de voortschrijdende- demonen Voort („Quel est l'nudacieux"), woest de dans der furiën. Rn hoe schoon mengen zich d.aartusschen de ont roerende tonen van „Otpheus' lier en stem, waardoor h'i de spoken cn larven trocht te vermurwen, hetgeen hem langzamerhand ge lukt, zoodat wc geleidelijk hunne woedekreten hooren afnemen en ook de woeste dons der Furiën een einde nemen Wonderschoon van uitwerking is de daarop volgende muzikale schildering van dc serene, goddelijke rust der Elyseeschc velden, weer gegeven in een drietal balletten, waarvan vooral het tweede (No. 30) van ontroerende schoonheid is; ook Eurydice bezingt in cene liefelijke aria „Cet esile aimable et tranquille", waarbij zich een koor aansluit, het heerlijke ooid der gelukzaligen, waar kort daarna ook Orpheus verschijnt. Ook hier heeft Gluck ons weer een symphonisch on melodisch meester werk geschonken; hoe zien wc daar Orpheus voortschrijden in zalige verdrukking, terwijl strijkorkest met solo-fluit en solo-hobo zijn zang begeleiden. „On goüte en cc séjour un éternel repos", roept hij uit, maar toch kan deze rust hem niet bevredigen, en dan hooren wc hoe hij weer uiting geeft aan zijn verlan gen om zijne geliefde vrouw weer te zien. In een koor van wonderbare schoonheid geven de gelukzalige geesten hem dan de verzeke ring, dat Eurydice hem zal verschijnen, en als hij nogmaals onstuimig aandringt het weerzien toch te verhaasten, wenden zij zich tot Eury dice met dc woorden „Va renaitre pour Orohéc". Hiermede is wel het hoogtepunt van de opera bereikt, want de 3de acte verheft zich niet, vooral niet in het eerste gedeelte ervan, tot dc sublieme hoogte van de beide vorige deelcn, en dc vele recitatieven geven er ongetwijfeld iets mats aun. Eene uitzondering hierop maakt natuurlijk dc bekende klaagzang van Orpheus „J'ai perdu mon Eurydice", waarop weer geheel toepasselijk is hetgeen we schreven over zijne roerende klacht in het eerste bedrijf. -r Na deze droevige ontknooping, geheel in overeenstemming met de oude sage, had de opera een einde kunnen nemen, maar in den ou'^en tiid gevoelde men behoefte aan een blijeindend slot, en zco heeft de librettist dnn ook nogmaals Amcr,lot?n optreden om Or pheus tegen te houden, wanneer^ hij op het punt is een einde aon zijn leven te maken cn om daarna de beide geliefden tc hereenigen. Een juichend „L'amour triomphe", cgrst door Orpheus aangeheven en daarna door het koor eenige malen herhaald, geeft uiting aan de blijdschap over dezen goeden afloop en be zingt dc almacht der liefde. Een geheele reeks van balletten, waaronder ware juweeltjes voor komen (men denke slechjs een dc zoo sublie me Menuet, no. 49) besluit dan verder het werk. Even wordt deze dansmuziek nog on derbroken door een terzet, gezongen dooi de drie solisten, waarin ook zij nogmaals de za ligheden der liefde verheerlijken, eerst afzon derlijk en daarna in samenzang; van wonder- schoone structuur is deze lofzang aan de macht „qui mcle tant de douceurs a ses peines". Het is zeker een buitengewoon zware taak, die de Amcrsfoortsche Opero-vereeniging zich heeft gesteld door dit werk voor het voetlicht tc brengen, misschien wel de zwaarste sedert hare oprichting. Vele toch zijn de moeilijkhe den, die aan een opvoering van dc Orphéc verbonden zijn Wc wezen reeds op den zoo oneindig teeren aard der compositie, waardoor elk tc zwaar gelegd accent zou detoneeren En dan, hoe zware eischen worden niet aon de plastiek gesteld, waar in deze opera drama tische handeling bijna geheel afwezig ismen herinnert zich nog de poging kort geleden in ons land aangewend om dit vraagstuk op te lossen, en ook dc schromelijke mislukking er ven. Om niet te spreken van hetgeen hier van dc regie wordt gevergd voor de geheele misc en scène, bij de gebrekkige hulpmiddelen, waarvoor men hier beschikken kan. Maar we hebben hier al zulke wonderen zien gebeuren, die ons zooveel vertrouwen hebben gegeven in leidipcr cn regie, dat men zeker zonder ongerustheid en rrmt grootc be langstelling de uivoeringen op 1T en 12 Fe bruari tegemoet kan zien. H.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1927 | | pagina 6