laargang No. 198 AMERSFOO RTSCH DAGBLAD „DE EEMf ANDER"
DERDE BLAD.
ONDEROFFICIERS-VEREENIGING „ONS BELANG"
25e
Zaterdag
19 Februar 1927
HET NED.-BELGISCHE VERDRAG.
De voorgeschiedenis van het verdrag.
Ihons is verschenen de Memorie van Ant
woord op het Voorloopig Verslag van de Eer
ste Kamer inzake het Ncderlandsch-Belgisch
Tractaat.
Na een beschouwing over den historlschcn
grondslag van het verdrag, komt de ministei
tot de opmerkingen over zijn beleid in 1910
gemaakt.
Blijkens het voorloopig verslag aldus de
memorie van antwoord hangt thans opge
komen twijfel samen met een gerucht over een
interventie ten onzen behoeve, welke reeds
voor het bijeenkomen der ministersconferentie
geleid tot het resultaat, dat één of meer der
groote mogendheden met de territoriale eischen
van België niet instemden.
Nopens de vermoedelijke houding van an
dere mogendheden tegenover evcntueele ter
ritoriale eischen van België, werden in de eer
ste maanden van 1919 verschillende berichten
ontvangen, welke evenwel uitécnloopend en
tegenstrijdig waren. Van een interventie ten
onzen behoeve bleek niet.
Breedvoerig releveert dan de M. v. A., war
In 1919 op de minister-conferentie is besloten,
hetgeen in de bekende resoluties is belichaamd
Wat nu de concessies betreft, die „uit vrees
voor erger" ter ministersconferentie zouden
zijn gedaan, moge de verklaring in herinne
ring worden gebracht, welke vóór de ministers
conferentie in de Tweede Kamer is afgelegd.
Het rcgceringsbcleid niet door
angst ingegeven.
De opvatting, als zou het regeeringsbeleid
door angst zijn ingegeven geweest en vreemd
zijn aan het Nederlandsche belang, is niet vol
te houden.
De regccring heeft een positief beleid ge
voerd, daar waar een negatief beleid geen be
leid zou zijn geweest, en iederen stap zo-?.
Evuldig overwogen en bekend gemaakt. En zij
heeft daarbij in volle zelfstandigheid gehan
deld, terwijl aan haar houding het dingen naor
gunst, van welke mogendheid ook, vreemd is
geweest
Geen politiek van aansluiting bi]
een der groote mogendheden, doch
zelfstandiglieidspolitiek.
Hoe door eenigc leden in de gevolgde poli
tiek een aansluiting wordt gezien aan een dei
groote mogendheden, is den minister een raad
sel, wanneer men denkt aan den strijd, die te
gen militaire verbintenissen en aansprakelijk
heden werd gevoerd. Indien iets door de ge-
geschiedenis van de herziening wordt gelogen
straft, dan is het wel deze opvatting. Juist in
die dagen is de minister er toe gekomen de
zelfstnndigheidspolitiek te formulcercn. Het in
het Belgische probleem gevolgde beleid had
niet ten doel Nederland op het Zuiden te
oriënteeren, maar aan België, als gevolg van
het vervallen der neutraliteit, den weg nnnr
het Noorden te effenen, waarop het door ziin
geografische ligging en de tendenz der in 1859
getroffen voorzieningen aangewezen is.
Wat verder het argument betreft, dat het
verdrag wegens zijn onereuzen inhoud niet is
te begrijpen, wordt de vraag gesteld, of ei
grond is voor die bewering cn of daarbij niet
schromelijk wordt overdreven.
Het land is steeds op de hoogte
gehouden
Met nadruk wijst de minister de bewering al,
dat de Staten-Generaal en het land door de
regeering van de onderhandelingen niet op de
hooogte zouden zijn gehouden. Deze grief is
onjuist en onbillijk Er is geen internationale
kwestie, waarover naar buiten meer mededcc-
lingen zijn gedaan dan over deze.
Dc Wielingen.
De minister kan niet gegeven, dat het ont
breken van een regeling omtrent de Wielingen
een bedenkelijke leemte is in het tractaat.
Onjuist is ook, dot de kwestie door het ver
drag en met name door de loodstegeling wordt
geprnejudicieerd Om aan de bedenkelijke ge
volgen van het tegenwoordige concuvrentie-
systeem een einde te maken, is een regeling
gemaakt, waarbij de noordelijke Scheldetoe-
gang vooi rekening van het Nederlandsche en
de zuidelijke voor rekening van het Belgische
loodswezen wordt genomen. Dit geldt echte:
alleen voor de opvaart naai Antwerpen.
Indien de Wielingen, voor zoover zij niet
langs den Nederlandschen wol loopen, inte
graal aan België werden gecedeerd, zou, in
dien ooit de noordelijke toegang onbruikbaai
mocht worden, de Schelde alleen over Belgisch
gebied toegankelijk zijn. De Ned°rlondsche
Schelde zou dientengevolge feitelijk een en
clave worden in Belgisch gebied. Met het oog
op de Nederlandsche souvereiniteit mag deze
mogelijkheid niet worden bevorderd en zal
slechts een oplossing kunnen worden aanvaard,
waarbij dit gevolg wordt vermeden. Om deze
reden alleen reeds schijnt een voorstel om de
Wielingen zonder meer of te staan in ruil vooi
het vervallen van het Antwerpen—Moerdijk-
kanaal onaannemelijk De minister staat aan
de zijde van de leden, die tegen dit voorstel
bedenking hebben Maar bovendien, afgeschei
den hiervan en van andere consideraties, schij
nen door zulk een aanbod de eer en het pres
tige van ons land. dat indertijd niet voor de
Belgische pretenties heeft willen bukken, niet
te worden gediend.
Het Scheldcreglem.
Gelet op de uitvoerige beschouwingen van
algemeenen aard, die de minister schriftelijk
en mondeling non de nieuwe regeling hoeft
gewijd, meent hij zich thans tc mogen bepalen
tot een kot te behandeling van dc punten, die
in het Voorloopig Verslag zijn te berde gc-
brneht
De M v. A. zegt o.m. dot de ScheHerefre-
ling in de moderne rechtsopvatting wortelt,
omtrent het internationale rivierenrecht cn dat
de regeling niet minder dan voor Nederland,
voor België van belang is.
25-JARIG JUBILEUM VAN HET HOOFDBESTUURSLID W. WIJK.
EEN PRAESIDIUM VAN 20 JAREN.
Maandag, 21 Februari o.s. zal onze stad
genoot, dc heer W. W ij k, den dog herdenken
waarop hij vóór 25 jaar geleden in liet Hoofd
bestuur werd gekozen van de bekende Onder-
officiersvcrccr.igir.g „Ons Belang", wcarvon
do zetel is gevestigd in het Vercenjgingsge-
bouw ,dcr genoemde organisatie, Unechtsche-
weg 13, alhier.
Sedert ruim 20 jaren is hij thans VooizittT
en onder ziin eminente leiding is de oiganisn-
tie gegroeid, tot een der best georganiseerde
vckvereenigingen in den lande.
Naast de vakvereniging zijn, op zijn initia
tief, verschillende instellingen opgericht, ter
behartiging van de moreele cn materieclo We
llingen der leden. Drukkerij, Snnntoriumfonds,
Levensverzekering, Ondersteuir.gskas, Snaar-
en Voorschotbank, Woningstichting Ecrcra-
dcn. Ontwikkelingsarbeid, Plontsingbureel enz
Om met een onkel voorbeeld te wijzen op
het nut dezer instellingen ruim 500 pntien-
ten, mannen, vrouwen cn kinderen, genoten
geheele of gedeeltelijke verpleging in gevallen
van t.b.s of andere ernsfige ziekten, vad ds
golden in het Sanotoriumfonds bijeengebracht.
Middels de vakorganisatie, is het korps on
derofficieren ontkomen aan den geest e'ijken
en stoffelijken diuk, waarin het 25 jaar geleden
verkeerde.
Naast het behartigen der materieele belan
gen, werd als eisch gesteld het nankweeken
van mi'itaire en maatschappukc deugden.
Hierdoor is het kcros onderofficieren zoo
danig omhoog gestuwd, dat het ren vergelij
king met dat van andere legers, glansrijk kan
doorstaan Het ideaal isgeen drilmeesters
meer, maar opVoeders en onderwijzers van de
Neder'andsche jongelingen, die in het leger
worden geroepen tot het vervullen van, hun
grondwettclijken plicht Leger- en landsbelang
gingen a'dus tezamen met dc belangen van
h^t individucel lid En het is zeker niet het
minste verdienste van den le:der, dat hii het
scheepje met vaste hond in die richting heeft
gestuurd en gehouden tot op den huidigen
deg.
Het spreekt wel vanzelf, dat dc onderoffi
cieren van het Nederlandsche leper cn hunne
gezinnen cn ook velen daarbuiten, dien her
denkingsdag van hun zoo werkzamen. stocren
en populairen leider, niet onopgemerkt zullen
loten voorbijgaan.
Naor wij vernemen zal op dien dag ccn ju
bileumnummer van het Algemeen Mi'itoir
Weekblad verschijnen, waarin o.m. de gepen-
sionneerd Luitenant-Generaal, Oud-Minister
van Oorlog. Staaldraad W. Cool, generaal Fu~
bins. Dr. P H. Ritter Jr., leiders van Vak
bonden, hoofdbestuursleden en leden, van hun.,
ne gevoelens voor den jubilaris doen blijken.
Voorts zal op dien dag o.m. ccn bloemenhulde
worden gebracht, terwijl op de Algcmeenc
Vergadering 2 cn 3 Juni o s een grootschc
huldiging zal plaats hebben.
Als iemand een huldiging verdient, dan is
het wel deze man, die zich 25 jaren met volle
toewijding en opoffering heeft gegeven aan de
sociale, cujtureele, intcllcctueele en economi
sche verheffing van een groote groep mon-
schen, die vijf cn twintig jaren geleden gebukt
ging ender vernederende cn liocgst zorgelijke
levensomstandigheden.
Van die verheffing was W. Wijk de ziel. dc
bindende en stuwende kracht. Gesteund door
uitstekende medewerkers, heeft hij een bewon
derenswaardig werk gewrocht, in het belang
van duizenden menschcn, in het belang mede
van leger cn land.
Dat 3e verbeterde positie der vele onder
officieren en hunne gezinnen, alhier in garni
zoen, ook pan de gemeente Amersfoort cn
haar burgerij ten goede kwam, evenals het te
werk stellen van personeel aan dc instel
lingen alhier, de woningbouw etc.. moge wel
eens gememoreerd worden voor hen. die in
waardccring te kort schieten voor dc beteeke-
nis van „Ons Belang" óók voor onze stad.
Tcns'otte laten wii hier, door de Redactie
van liet Algemeen Militair Weekblad daartoe
in stoet gestald, een gedeelte volgen van een
doot; Zijne Excellentie W. Cool geschreven
artikel in het a.s. Maandag verschijnend jubi-
leumblad
„Ofschoon in het a'gcmccn geen voor
stander van de tegenwoordige „manie'
van jubileeren, wil ik gaarne voor dit ge
val ccn uitzondering maken omdat hier
voor het korps Onderofficieren von „Ons
Belang" een werkelijk groote rëden tot ju
bileeren bestaat
omdat hel hier een man betreftdie op„
kwam voor het korps tot dit in druk en
nocd stoffelijk cn geestelijk ver
keerde
die met volkomen toewijding zich aan
de vrijwillig aanvaarde taak gaf, pal stoon-
de tegenover bedreiging en vervolging
die gedurende een kwart eeuw sedert
T9C6 als voorzitter deh strijd krachtig
en volhardend voerde
en. wien het tenslotte gelukte, daarbij
trouw gesteund door zijne medewerkers,
het korps Onderofficieren van „Ons Be
lang" tot een krachtig lichaam te maken
en het materieel, moreel cn intellectueel
op te heffen tot een hoogte, die de ver
gelijking met andere legers in elle op
zichten kon doorstaan.
WM kunt gij hij dit jubileum met groote
voldoening op dezen arbeid terugzien I
Houdt goeden moed I
Moge Uwe Vercenig:ng „Ons Belang",
den geochten jubilaris nog lang ols Uw
Voorzitter, Uw Leider, aan het hoofd der
vereeniging vinden, even pal staande als
te voren, met dezelfde toewijding, dezelf
de energie, wakende voor Uwe be'ongen
die ook de belangen van onze Weermacht
zijn.
Den Haag.
W. COOL,
Stoatsraad.
Luitenant-Generaal b.d.
Het verdrag niet in strijd met
dc Grondwet.
Voor zoover in de mededeeling, dot eenige
leden een aantasting van het oppertoezicht
over den waterstaat van den koning, alsmede
overdracht van verordende bevoegdheden aan
niet zuiver nationale autoriteiten in strijd met
de Grondwet achten, moet worden gelezen,
dat deze leden dc ter zake in het verdrag op
genomen bepalingen in strijd met dc Grond
wet oordeelen, acht de minister voor deze mee
ning geenerlei grond aanwezig. Krachtens art.
191 van de Grondwet heeft de koning het op
pertoezicht over alles wat den waterstaat be
treft. Dit oppertoezicht blijft de koning behou
den, ook na het tot stand komen van het ver
drag dbesluiten van dc beheerscommissie
ziin aan zijn goedkeuring onderworpen, en de
uitvoerbaarheid is van zijn toestemming af
hankelijk
De minister vertrouwt verder dot thans, nu
het helder en afdoend antwoord bekend is ge
worden, dat dc Belgische minister van buiten-
landsche zaken heeft gegeven op de tot hem
door den volksvertegenwoordiger. Herman Vos
en den senator Lamborellc, gerichte vragen,
het wantrouwen zal zijn geweken en de over
tuiging, dat Nederlond's souvereiniteit aan
geen enkele reserve onderworpen is en dat
het zoowel in oorlogs- als in vredestijd, het
onbetwist en door de mogendheden en België
erkend recht heeft de Schelde voor oorlogs
schepen van alle natiën te sluiten, algemeen
zal zijn geworden.
De kanalen.
D- M. v A. behandelt daarep de kanalen cn
noemt de bezwaren tegen Tiet Antwerpen
Moerdijk-kanaal ongegrond cn te breed uitge
meten Het kanaal voorziet in een verkeers-
hehoefte De vrees voor het „leegpompen" van
Rotterdam is volstrekt ongegrond en deze stad
zal een aontrekkingspimt voor de Rijnscheep-
voart worden.
Voor Amsterdam en Dordrecht is, volgens
de M v. A., ook geen gevaar te vreezen.
De kunstmatige bevoordeeling van Antwer
pen door België houdt met het kanaal niet lW
minste verband
Deze- hoofdpunten worden nader gestaafd,
waarna betoogd wordt, <^at ook de minister
geen commissie wenscht, om over deze kwes
tie te rapporteeren.
Wat het Rijn-Moas-Scheldekonaal aangaat,
de minister noemt de nadeelen voor onze
scheepvaart schromelijk overdreven.
De nieuwe regeling der bc-
loodsing.
De nieuwe regeling der beloodsing zal het
aantal Nederlandsche beloodsingcn doen toe
nemen en een niet onoanzicnlijke kostenbe
sparing opleveren.
De oord van het verdrag.
Dit verdrag, hoezeer ook van inhoud econo
misch, is politiek van aard cn strekking.
Het kon niet van zijn oorsprong worden los
gemaakt en het wordt alleen don juist begre
pen, wanneer het als uitkomst wordt verstaan
van de herziening, waaruit het is voortgekomen.
Her sluit, te zomen met het collectieve verdrag
van 22 Mei 1926, deze herziening af, met in
begrip van het Scheldevraagstuk en ook "an
het militair-politieke probleem, dat door het
wegvallen van de gewaarborgde onzijdigheid
aan dc orde was gekomen. Het geeft aan deze
afdoening een internationale sanctie, welke
voor Nederland van het hoogste gewicht is.
Zelfs al zou het waar zijn, dat verwerping van
het verdrag door een meerderheid des volks
werd gcwenscht, dan zou nog, tegenover zoo
danig feit, ernstig zijn rekening te houden met
de vraag, onder welk licht het verdrag door
die meerderheid wordt gezien.
Allerlei misvattingen over het
verdrag.
Doorbij komt dat omtrent den zakelijken in
houd van het verdrag, afgezien van het vraag
stuk waarop het betrekking heeft, nog allerlei
voorstellingen en misvattingen gangbaar zijn,
die met de werkelijkheid niet zijn te rijmen
en ingang hebben gevonden ook bij het ont
wikkelde volksdeel, op welks houding in het
Voorloopig Verslag een beroep wordt gedaan.
In breeden kring schijnt men nog in den waan
te verVeeren. dat de kesten der nieuwe kanalen
door Nederland zullen worden gedragen en
dat de Nedcrlnn/dsche souvereiniteit in het
1 nieuwe Schelde-regime vrijwel prijs^wordt ge
geven, terwijl men zich tegenover het gesloten
verdrag beroept op de opvatting van een onzer
gedelegeerden, alsof dit verdrag met toelich
ting een onder was don de overeenkomst, die
door de delegatie werd tot stand gebracht en
waaraan, ook in overleg met hoor, om dc meer
molen aangegeven redenen, na de schorsing
vast werd gehouden Het zou te betreuren zijn,
indien door een stemming, die op deze dwaling
berust, gewicht in dc school werd gelegd.
Dc gevolgen von aonneming of
verwerping.
Wat nu dc gevolgen van aanneming of ver
werping betreft, heeft de minister zich van zijn
plaats met voordacht onthouden van een in
gaande bespreking daarvan.
Met een negatieve beslissing zou het vraag
stuk niet zijn afgedaan.
Bij heropening van het geding zou de be
paling van het bestek der onderhandeling niet
uitsluitend ter discretie van Nederland staan.
De vraag rijst voorts, hoe de kwestie zelf
zich verder zou ontwikkelen. Bij de overwe
ging van dit punt ware de gedachte van pressie
door derden buiten beschouwing te loten. Even
min als vroeger zou dwang op de houding
van Nederland van invloed kunnen zijn; bij do
mondelinge, noch bij de schriftelijke behande
ling heeft de minister de mogelijkheid daarvan
doen gelden of tot een element bij de over
weging gemaakt. Wonneer evenwel de kwestie
weer open komt en hij verwerping het collec
tief verdrag van 22 Mei 1926, dat met het
Belgisch-" lederlandsrh verdrag als on geheel
is tc beschouwen, automatisch verve-t, zal zijn
af te wachten welke houding bij nieuw overleg
door de andere mogendheden zal worden aan
genomen in verband met hoor recht en haar
belang.
Bij evenlucelc verwerping.
Verschillende nadeelen.
Overigens wordt in groote trekken bij ver-
weiping zakelijk de positie deze. De tegenstan
ders van het verdrag bereiken, dat de voor het
graven van de beide kanalen gegeven toestem
ming vervalt. Daar staat echter tegenover, dat
8 van art IX van het bestaande verdrog,
over dc instandhouding der waterverbinding,
blijft gelden en dat de bepalingen von dit ver
drag, wat haar strekking betreft, in geding
leunnen komen. Bovendien vervallen de toezeg
gingen, welke ten behoeve van Terncuzen cn
bunko den sleepdienst cn dc opheffing der
gut taxes worden verkregen. Oor gaa* niet door
de voorgenomen ontsluiting van het Lulkscho
Industriegebied voor onzo havens cn wordt
België er toe gebracht bulten Nederland om
ccn rechtstrcekscho verbinding tusschcn Ant
werpen cn Luik in overweging tc nemen.
Voorts blijft ochtcrwcgo dc verbeterde rege
ling der watcrtocstondcn, met name in Noord-
Brabant cn der woternftoppingcn uit dc Maas.
Bovendien blijven de vraagstukken zelf bestaan
cn dc herziening, zonder verder perspectief,
aan de orde, terwijl, wat de Schelde als ver
binding met den Moerdijk betreft, ccn toestand
bestendigd wordt, die slechts tot moeilijkheden
aanleiding kon geven cn op den duur toch ge
regeld moet worden.
De „huivering".
Gevraagd werd in het Voorloopig Verslag,
wat den Minister aanleiding gof in de Tweede
Kamer tc verklaren, dut hij „huiverde bij do
gedachte, dot er een undero uitspraak zou
worden gedaan". Wordt zoo moge hij op
zijn beurt vragen het probleem, waarop het
tractaat betrekking heeft, don zoo weinig ver
staan, dat zulk een verklaring wederom slechts
ols een uiting van vrees wordt begrepen In
zijn tweede rede van II November 1926 (Han
delingen, blodz. 505) heeft hij zijn woorden
nader toegelicht. Gedacht werd daarbij niet
slechts aan dc complicaties, waarin men zich
stceks bij heropening der quocsties, moor ook
aan het nieuwe hoofdstuk, dat toegevoegd zou
worden aan dc geschiedenis von het antago
nisme, dot op dc verhouding tusschcn Noord
en Zuid sedert eeuwen zijn schaduw werpt.
Was niet het oogenblik, waarop oon dc zui
delijke gewesten de mogelijkheid werd geopend
cener ontwikkeling in het kader von volledig©
zelfstandigheid, aangewezen om oon die verhou
ding een andere wending to geven Er was
in de lootstc jaren in die verhouding een ken
tering gekomen, die op zulk een wending voor
uitzichten bood. Moeten nu door de houding
von Nederland deze vooruitzichten worden te
niet gedaan En moet. in ccn tijd, waarin klei
nere Stoten op onderlinge verstandhouding
aangewezen zijn, het geschil, dot ten cindo
liep, dc onderlinge verhouding blijven bedrei
gen, met het gevaar dot oon territoriale pro
blemen tusschcn buurstaten eigen is
Verwerping zou niet alleen
het antugonismc, doch ook het
annexionismc opwekken.
Verwerping zou niet slechts het antagonis
me, moar ook het annexionismc 'weder opwek
ken. Zij is ook niet in ons economisch belong.
Moar oolc afgezien van dc engere Belgisch-
Nederlondschc verhouding is het duidelijk, dat
Nederland voor zijn beleid ook uit algemeen
staatkundig oogpunt cr belang bij heeft van
de hypotheek der hangende herziening tc wor
den ontlast. Daarbij komt, dot Nederland in
deze niet alleen met zichzelf cn zijn rclntiö
tot België tc rekenen heeft. Het heeft zich ooit
de vroog tc stellen of het gerechtigd is, in
een tijd, die den eisch stelt van verzoening cn
schikking cn von regeling van geschillen, een
houding aan te nemen, die zich niet wel zou
verdrogen met de beginselen, die het interna
tionaal pleegt te belijden, cn of het veront-
woord zou zijn oon dc intcrnotionool-politicke
verhoudingen in dit deel von Europa de be
stendiging op te leggen van een geschil, dat
daarop reeds zoo lang heeft gedrukt.
Verwerping zol Nederland niet
verheffen, zoo min ols aanne
ming vernederen.
Zij, die zich voorstellen, dot Nederland zich
door verwerping von het verdrag zou verhef
fen cn door aonneming zou vernederen, maken
zich van de werkelijkheid een bcdriegclijk
beeld.
Naor 's ministers overtuiging verdient do
totstandkoming van dit verdrag aanbeveling
en wordt het tijd om aan het geding een einde
tc maken cn dc verhouding tusschen België en
Nederland tot rust te brengen en vrij van
vreemde medezeggenschap in nieuwe banen te
leiden.
De commissie van rapporteurs heeft in de
memorie aanleiding gevonden tot het formu-
leercn vun nog eenige vragen, waarop zij tijdig
voor dc mondelinge behandeling nog gaarne
schriftelijke inlichtingen zou hebben.
„Het gevaar".
De hoefijzer-redacteur van het Hbld. meldt;
Bij do huldiging van mr. S. van Houten is
een opmerkelijk woord van den jubilaris, dat
alleen verstaanbaar was voor zijn ollcrnaasto
omgeving (waartoe wij op dat oogenblik toe
vallig behoorden) voor de verslaggevers ver
loren gegaan. Toen mr. Van Houten den heer
Van Hardenb'roek verzocht, zijn dank aan do
Koningin over te brengen, voegde hij daaraan
toe„Mijn hart is vol zorg voor het gevaar
dot haar dreigt".
Voor ieder die uit de laatste Staatkundige
Brieven weet, hoe zeer mr. Van Houten het
bedenkelijk zou vinden, wanneer de Eerste Ka
mer aan de koningin zou overlaten om het
odium eener goedkeuring van het Belgisch
tractaat op zich te nemen, is het niet twijfel
achtig, waarop deze uiting sloeg.
EEN GESCHENK VOOR DE KONINGIN.
Van de Delftsche kerkvoogden.
Kerkvoogden der Nederl. Herv. gemeente t«
Delft hebben de koningin ten geschenke aan
geboden een door mej. E. H. H. Issels uh Delft
geschilderd interieur van het gerestaureerde
koor der Nieuwe Kerk te Delft, ter herinnering
aan het nationaal huldeblijk, H. M. bii haar
25-ierig regeeringsjubileum door het Neder
landsche vólk aangeboden.
H. M. heeft het doek aanvaard.