KINDERRUBRIEK. De rubriek van Oom Karei. Tot mijn groote vreugde kreeg ik deze week weer een hceleboel meer brieven. De zieken zijn nu zeker wel weer allemaal hersteld. En als jelui de correspondentierubriek naziet, zul len julie bemerken, dat er heel wat nieuwe namen zijn bijgekomen. Allemual nieuwe nich tjes en neeljes, die ik hier hartelijk welkom heet in ons midden lk hoop dot ze geregeld met de raadsel-oplossingen zullen meedoen en ook zelf zoo nu en don wat voor onze krant zullen insturen. Zijn jelui ook naar de Schoolbioscoop ge weest. Wnt oen mooie filmen werden dnar ver toond en heel interessant Daar kon je heel veel uit leeren, maar je moet don ook onthou den wat je gezien hebt. Anders heb je er niet veel aan. Het is juist de bedoeling, dat je door iets te zien het beter zult onthouden dan wan neer je het uit een boekje leért Het is wel eens gebeurd, dot er een film vertoond was over dc i'erschillondc kusten, vlakke kust met duinen en een steile kust met rotsen cn dot er na afloop nan een jongen gevraagd werd. Wat voor kust heeft ons land Woorop het ant woord kwam een steile kust met rotsen Dat jongetje hnd er niet veel van onthouden. Mnn^ ik twijfel er niet non of jelui hebben alles wèï goed onthouden. Wat hebben jelui verleden Zondag kunnen genieten in de sneeuw. Jammer, dat het zoo gauw was ofgeloopen, want 's avonds begon het alweer te regenen. Maar 's middogs heb ben jelui toch nog naar hartelust kunnen sleeën en sneeuwballen gooien Zou zoo'n Zon dag nog eens terug komen. Ik hoop het voor jelui, maar daar is niets van te voorspellen. Afwachten is dc boodschap! RAADSELS Oplossingen van dc vorige raadsels. De oplossingen van de raadsels van dc ver rige weck waren. I. Pottebakkers of Steenbakkers. TI Het Ijsvermaak, met de woorden Het, Kerk, Symc, Aak, Vet. Dl. Tante B c t s, met de woorden t. Jan, Denen, ruiters, tante Bets, Brabant (Limburg), grens, ets, s. Dc prijswinnaar Boschfee kon zijn prijs Maandag aan ons bureau komen afhalen. NIEUWE RAADSELS. Het geheel is een pluals in Zeeland en bestaat uit 9 letters. 4, 2, 9, 6 is een meisjesnaam. 1, 5, 3, 6 wil men niet graag ziin. 7, 8, 3 is een groot water. n. 2 3 S 4 5 Dit kruis is verdeeld in 9 vakjes, in deze vakjes staan de cijfers 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9. Verdeel deze cijfers nu zóó over de 9 vakjes, dat dc som der cijfers in de verticale 'ij j,%- lijk wordt aan dc som der cijfers in de ho rizontale rij (Ingcz door Rekenmeester.) VOOR DE NICHTJES. Ecnigcn tijd geleden bezocht ik een fancy- fair, waur ik o.a. allerlei snuisterijtjes zag, zooals klecdj'-s, doosjes, kousenhar.gers, enz., handwerken die ik jelui allemaal al eens ver teld had Ook zag ik daar aardige poppetjes met een jurkje van wolik dacht dat is net iets voor dc nichtjes voor hun kamer, daar over zal ik ze eens bij gelegenheid vertellen. Ik heb eens goed uitgekeken hoe die jurkjes wel gemaakt waren cn kwam ik tot de con clusie, dat die heel gemakkelijk tc maken wa ren. We hebben hiervoor noodig een klein baby-poppetje, een puur strengetjes wol in kleuren, b.v. wit met rood of rose, of wit met lila of zooals jelui dot zelf het mooist vinden en een half el lint in dc kleur van de gekozen tint wol. Het zg. jurkje wordt gc-maokt als een pompoen voor een muts Dit werkje heb ben jelui zeker wel eens meer gedaan Voor dc nichtjes, die hiermee nog niet bekend zijn wil ik dat nog wel even omschrijven. Wc nemen twee ronde kartonnetjes met een ge.f in het midden en omv.'oc-len deze zoodanig met wol, tot dc opening geheel dicht is Daar na knippen wc dc buitenzijde door en binden in 't midden nf, waarna wc dc kartonnetjes kunnen verwijderen. De pompoen is dus klaar, alleen moeten we voordat we dc binnenzijde hcelr, .aal afbind?.,, eerst her poppetje .t doorsteken en wel zoo, dat alleen aan den on derkant de beentjes cn van boven dc armpjes cn het kopje zichtbaar worden. Onder dc armpjes door doen wc dan het lint en strikken dit op het rugje vast Zooals jelui ziet is hol een heel eenvoudig werkje en vlug klaar. Her jurkje ziet^ er uit alsof het" heelemaal van kleine veertjes ge maakt is. Veel succes er dus mee. TANTE BETS. \iA'. Fik vindt: da-t komt heel niet te pas Door zweeft omhoog, Jan zit in 't gras En strakjes is 't net ondersom: Jan gaat omhoog. Door komt weêrom Het duizelt Fik; zijn hondebrein begrijpt niet, hoe dat toch kan zijn. Hij keft en jankt en houdt niet op, Totdat Jan roept: Zeg Door, ik stop! Nu staan ze beiden op den grond tot groote vreugd van Fik, hun hond. HERMANNA'. EEN WEEK NAAR ZANDVOORT. 0„ moesje, ik verlang zoo erg naar mor gen", riep Jantje, en liep zijn Moeder ieder oogenblik in den weg. „Wees toch eens kalm, jongen, vannacht kon jc niet slapen". Jan zou morgen naar Zandvoort gaan, voor ccn hcclc week. Moeder zou hem weg brengen en den heelen dag blijven, 's avonds zou zc weer nnor, huis gaun. 's Nachts kon Jan maar niet in slaap komen, ieder oogenblik werd hij wakker. Eindelijk viel hi j in een langen slaap, maar 's morgens kon hij haast niet wakker worden, zoodat moeder hem uit zijn bed moest trekken. Om 10 uur vertrok dc trein cn Jan zat maar steeds voor het raampje. Als hij koeien zag, moest hij weten, waar die koci woonde in welken stol cn al zoo moer. In Zandvoort ont ving tante hen vriendelijk en liet Jan de" zee en do duinen zien. Ook wees zc een pt-ar aar dige jongens aan, met wie hij kon gaan spe len. 's Middags, was hij dan ook nl dadelijk met de jongens bevriend. Zij gingen kuilen graven, cn slooten en ook nog een klein kasteel. Jan's moeder kwam ook nog eens kijken en zag dat Jon erg veel plezier had, nu dat had Jan ook. Maar, wat Jon hinderde was dil. Hij zou over 2 dagen jarig zijn en dan was hij niet thuis. Hij zou dan *jccn vriendjes op visi te krijgen cn al zoo meer. Den volgenden dog was hij zeer verbaasd toen hij niet in zijn eigen bed lag. Weldra herinnerde hij het zich cn sprong vlug uit zijn bed, woschte zich en ging naar beneden. Het was pos zeven uur, toch kwam Tante toch nl naar beneden, want zij had Jan gehoord. Na het ontbijt ging Jan met zijn vriendjes spelen. Hij vertelde, dat hij morgen jarig was en het jammer vond nu niet thuis tc zijn. Maar, enfin, het was hier ook heerlijk Toen hij 's middags ging eten mankten de andere jongens een plan. Zij zouden Jan alle maal een cadeautje geven, en 's avonds, als het tenminste mocht, met lampionnen geon loopen. Een van dc jongens had er thuis neg wel wat, van een feest nog ofkemstig. 's Mid dags ging tante met Jon en neg een paar vriendjes een eind wandelen, de duinen in. Zij nam een tasch met vcrfrisschingen mee. Zij genoten erg en rolden soms een eindje van oen duin af. 's Avonds was tante steeds geheimzinnig met de vrienden van Jon bezig, als Jan kwam, wa ren ze onmiddellijk stil. In bed. log Jan met tante over zijn verjaardag van verleden jaar te praten en zei dot hij zoo nieuwsgierig was naar morgen. 's Morgens kon Jan haast niet gelooven dut dc kamer, beneden dc huiskamer was. Het leek wel ccn tuin. Alles was versierd, dc spiegel, zijn stoel, de ontbijttafel, in één woord haast alles, cn dat ter eere van hem Hij kreeg van tante een prachtige locomotief en treintjes cn nie( te ver geten nog dc rails. Wat was Jon in zijn schik. Vlug at hij zijn boterhammen op, om naar buiten te gaan. Maar wat was dat Al zijn vrienden stonden voor het huis, ieder met een pakje in de hand. Toen zij Jan zagen, liepen ze hard naar hem toe en feliciteerden hem. De jongens mochten binnenkomen cn Jan liet zijn vriendjes zijn cadeau zien. In dien tijd pokte hij dc pakjes van de jongens uit en be dankte ze. 's Morgens bleven zc buiten spe len, maar 's middags zouden ze bij Jan op visite komen en spelletjes doen. Wat Jan nog het allervreemdst vond, was, dot er nog geen bric-f von huis was gekomen. Hij zei dit tegen tante moor deze lachte geheimzinnig en deed of ze het ook raar vond, maar zij wist iets, wat Jon niet wist. Het was middag. De jongens waren net met een spelletje bezig toen er gebeld werd. Tante ging kijken en kwam eventjes later terug zei„Jan, er is een dame voor je." Al de jongens begonnen te lachen. „Nu ja," zei tan te, „dc dame wou jou even fclicitecren". ,,'t Jakkes" riep Jan," zeker zoo'n oude da me van het pension Zonnerust. Maar laat z< maar even binnenkomen." Tante ging weer naar de gong, en kwom terug met „Moe der" riep Jan en vloog naar de binnenkomen de dame. De jongens stonden op en gaven Jan's moeder een hand. „Dat is me ook wal moois" bromde moeder. „Jullie vindt het zoo naar, dat or ccn dame op visite zou komen cn nu "riiegt Jon op me af en omhelst ttvj 't is me wot moois". Maar Jan riep „Hoe konden wij nu weten dat u het was". Ze speelden den heelen middag heerlijk. De jongens mochten blijven eten cn 's avonds gin gen zij een eindje met de lampionnen loopen. Teen moeder, want die bleef 's avonds nog, Jan in bed stopte zei hij „Ik heb oen heer lijken verjaardag gehad". En dat wes zoo (Ingezonden door Silene.) Eindelijk Teruggekeerd! In een land, heel ver hier vandaan, lag epn klein dorpje. De bewoners bemoeiden zich alleen met elkaar, als zij elkander noodig hadden. Het was heelemaal niet prettig om ei te wonen, want ieder leefde slechts voor zichzelf. Niemand was daar dan ook gelukkig, want de Liefde woonde er niet. De mer.schen misten er dus veel, doch zij wisten dit niet, omdat geen hunner ue Liefde kende. Op zekeren dag kwam er een reiziger met zijn acht-jsrig kleindochtertje, een weesje, in het dorp. Hij werd oud en was te moe om nog verder te trekken, zoodat hij besloot in het dorpje te blijven. Toen het meisje, dat Mono heette, veer tien jaar was, stierf de oude man en bleef zij dus alleen achter. Mona was erg bedroefd over den dood van haar lieven grootvader en moest hard werken om aan den kost te komen Zij sprak niet dikwijls met de dorpelingen, want zij waren altijd verdiept in hun eigen aangelegenheden cn sloegen geen acht op haar. Mono. voelde zich daardoor erg een zaam. Zoolang haar grootvader leefde, had zij daarvan niets bemerkt, maar nu was het, alsof er langzamerhand een ijskorst om haar hartje kwam. Zoo koud was alles om haar heen. En als zij 's avonds met haar werk klaar wes, ging 2ij naar het bosch en lag daar te schreien over haar eenzaam bestaan. Op zekeren avond, toen zij weer in het bosch zat, hoorde zij plotseling een lieve stem vlók naast haar vragen: „Waarom huil je Is er iets naars ge beurd?" Mona keek verschrikt op en zag nu een jong meisje vóór zich staan, dat als een boerinnetje gekleed was. Zij zag er lief uit en had bedroefde, grijze oogen. „Gebeurd, nee, gebeurd is er eigenlijk niets," antwoordde Mona, „maar „Wat maar?" vroeg het meisje weer. „Vertel het mij alsjeblieft. Misschien kan ik je helpen en ik zal er natuurlijk met niemand over spreken. Toe, zeg het mij maar I" Zij ging naast Mona op het mos zitten en zag er zóó vriendelijk en lief uit, dot Mona geen oogenblik langer aarzelde. „Ik ik voel mij zoo eenzaam," zei zij langzaam. „De menschen in het dorp laten mij heelemaal aan mijn lot over en ik ben zoo alleen, sin^s Grootvader gestorven is." Er heerschte een oogenblik stilzwijgen. „Ja," zei het vreemde meisje, „ik. begrijp, dat het vreeselijk is, in een dorp te wonen, waar niemand aardig voor je is. Er is ech ter niets aan te doen." De groote, grijze oogen van het meisje stonden vol tronen. „Maar hoe komt dat dan toch vroeg Mona. „Doordat lang, heel lang geleden hier een vrouw met een kind woonde. Het kind stierf en de vrouw was diep bedroefd. Zij wercl ziek van verdriet over het Verlies van haar eenig kind. In haar wanhoop riep zij uit „O Liefde, wat zijt gij wreed I Als ge maar weg wildet gaan uit het dorp en de menschen niet loten lijden, zooals ik lijden moet." En een rustige stem antwoordde: „Het zal zijn, gelijk gij wenscht." Vanaf dit oogenblik is de Liefde uit het dorp verdwenen.' „Maarvroeg Mona, „zouden wij haar dan niet terug kunnen halen?" „Ik weet niet, waar wij haar kunnen vin den," antwoordde het vreemde meisje. „Laten wij haar gaan zoeken. Laten we morgen dadelijk gaan riep Mona opge wonden uit. „Goed. We zullen elkaar hier bij zons opgang vinden. Hoe heet je Mijn naam is Medelijden." „lk heet Mona." De beide meisjes namen nu afscheid. Mona ging dien avond minder bedroefd naar huis, dan zij in langen tijd geweest was, went eindelijk, eindelijk had zii een vriendin gevonden. Den volgenden morgen ontmoetten Medelijden en Mona elkaar op de afge sproken plaats. Opgewekt begonnen zij hun tocht, maar het was al bijna donker, toen zij in het vol gende dorp aankwamen. Zij bleven bij het eerste huisje het beste stilstaan en keken door het raam naar bin nen. Een moeder zong haar kleine kindje in slaap. Toen haar liedje uit was, kuste zij de kleine. „O, hier moet de Liefde wonen," zei Medelijden. Zij klopten nu aan en vroegen, in het huisje te mogen overnachten. Dit werd haar dadelijk door de vriendelijke vrouw toege staan. En terwijl Medelijden en Mona ieder met een bord lekkere soep vóór zich zaten, vroeg Medelijden „Och, goede vrouw, geef ons toch wat van uw Liefde mee. Hier ver vandaan ligt een dorpje, waar de Liefde een onbekende is en wij wilden haar zoo gaarne aan de bewoners brengen." „Dat gaat niet," zei de vriendelijke vrouw. „Ik zou het heel graag willen doen, maar Liefde is iets, waarmee wij geboren worden en dat niet in stukjes gebroken en weggegeven kan worden." Den volgenden morgen gingen Medelij den en Mona, no de goede vrouw voor haar gastvrijheid bedankt te hebben, verder op zoek naar de Liefde. Zij keken een ander huisje binnen en zagen een jong meisje bij het bed van haar zieke moeder zitten. Toen Medelijden haar echter om Liefde vroeg, antwoordde zij vriendelijk glimlachend: „Er bestaan geen feeën meer!" Medelijden en Mona gingen dus weer verder. Telkens als zij de Liefde ontdekten en er een deel van vroegen, werd hun bede niet verhoord, zoodat zij eindelijk maar be sloten onverrichter zake weer naar huis te gaan. Op hun terugweg ontmoetten zij een ouden man, die aan den kant van den weg zat. Hij riep „Hé meisjes, waar gaan jullie heen?" „Wij keeren huiswaarts," antwoordde Medelijden en zij duidde hem het dorpje uit, waar ze zijn moesten. „Maar daar moet ik ook heen I" riep de oude man uit. „Willen jullie mij helpen mijn harp te dragen?" „Zeker I" antwoordden zij en terwijl zij nu met den ouden man voortliepen, vertel de deze haar allerlei mooie verhalen. Toen zij in het bosch kwamen, even vóór het dorpje, waar ze zijn moesten, wenkte de oude man haar en zei: „Kom meeZij volgden hem en gingen op het mos zitten, terwijl de man op zijn harp begon te spelen. De muziek was zóó schoon, dat de vogels er naar schenen te luisteren. Niettegen staande de oude man zacht speelde, drong zijn muziek toch in het dorp door en één voor één kwamen de bewoners naar buiten om er naar te luisteren. Nog nooit hadden zij zulke wonderschoone muziek gehoord. Eindelijk kwamen zij, aangetrokken door de fraaie tonen, in het bosch. De oude man begon nu bij zijn harp te zingen. Hij zong over Schoonheid en Geluk. Zijn lied sprak tot de harten der dorpelingen en zij ver stonden die taal. In hun leege, donkere huisjes brandde nu plotseling licht, het Licht der Liefde. Nooit zou de Liefde nu weer heengaan. Vanaf dien dag waren de dorpelingen veel gelukkiger. Natuurlijk bleef het Ver driet niet weg, maar de menschen droegen het dapper, want de Liefde verlichtte hun levenspad. CORRESPONDENTIE Wilde Eend. Zc logen nog op je to wachten. Ik kon je deze keer maar met een enkel plaatje helpen. Misschien ben jc de vol gende keer gelukkiger. Gymnast. lk zal aan Je venoek vol doen. Waarom krijg ik zoo zelden een lange brief von je Kemphaantje. Dot moet jc altijd maar nfwochten. Dikwijls knn Jc het wel zoo wnt zien of zo goed zijn. Dwerg. Heel goed hoor I Wnarom zou dat niet mogen. Ik hoop dat Jc geregeld me« zult doen. dan krijg jc er hoe langer hoe meer plezier in. T a b o r. Neen, dat was niet zoo. En eigenlijk is het nog niet goed, hoewel dit ook wel knn. En dan geldt het natuurlijk toch voor goed. Wnt zul je nu kunnen lezen Wildzang. Zoonis je het nu gcdnnn hebt, is het heel goed. Hartelijk welkom hoor Weerwolf. Ik weet natuurlijk niet wie dot is geweest, moor nis je mc zijn schuil naam zegt, herinner ik me hem misschien nog wel. Ja, dat begrijp ik wel. Dat geloof ik graag en heel wnt met je zullen genoten hebben Boschfee. Is het nu weer beter Dot moet je maar afwachten. Ja zeker mag dat, heel graag zelfs. Hoe meer hoe liever. Lccsgrnug. Dank je wel hoor, 't is heel aardig. Beterschap 1 't Is wel een heel lastig raadsel, maar misschien gaat het toch wel. De Tweeling. Jelui vorige brief was tc laat. Ik moet de brieven uiterlijk 's Woens- dogsochtcnds om 9 uur hebben. Jn zeker, dat ma8T gerust doen. Bobbie. Dat heeft een tijd geduurd I Maar nu heb je het weer goed gemankt, door mc wnt te sturen voor onze kinnt. Pracht!® hoor L c 1 y. Schrijf jc de volgende keer er wat meer bij Dank jo wel voor jc bijdrngo Kwikbol Wat een mooie schuilnaam, 't Is heel goed. Ik hoop jo geregeld te ont moeten. Willem de Derde. Wie zijn je beide voorgangers Of bestaan die niet. Of behoort Bolle er ook bij. De briefjes zaten van jelui tenminste bij elkaar. Rekenmeester. Neen, daar bestaat nu niet veel kans voor. 't Was dc vorige keer wel erg vervelend, vond je niet Blauwe Distel. Jo, zeker daar heb ik zelfs heel veel van gehoord. Ken ie ze nlle- mool Een mooi rapport hoor. Daar zal jo wel blij mee geweest zijnUitstekend hoor. Zeg mnnr dat ik. het best kon gebruiken. H a n s j c-m c-K n c c li t. Maar daarom had jc me toch wel mogen schrijven Dat vind ik ultijd erg prettig. Mecanist. Jij houdt zeker veel van knutselen hè. Dat denk ik zoo als ik je schuil naam zie. Heb ik geen gelijk K. v. d. H. Ik vermoed, dat jc heelemaal in de war bent geweest. Je briefje lag in de bus van ons magazijn non de Wilhelminn- strnat. Je moet jc briefje brengen aan het bu reau van ons blad, Arnhemsche Poortwal bo ven de boekwinkel van do fa. Ittman. En dan hebben wc ook geen raadsel gehad, waar De venter koek aan te pas komt. Ik denk dat je een vergissing hebt begaan I D i k k e r t Ik wil het graag hebben van jc cn tante Bets ook. Stuur het dus de vol gende keer maar. Bij voorbaat mijn dank I Viooltje. Vond je het geen mooie films. Ik heb zo ook gezien en vond zc heel leerzaam voor jelui. Maar nu moet jc ook onthouden wat je daar gezien hebt. Jo, die zou jij op een dag niet op kunnen eten hè. En ik denk wij samen ook nog niet. 't Vroege Haantje. Neen, dat weet ik wel, dat jelui zoo iets niet zullen doen. Maar misschien wns het niet zoo heel erg be doeld. Blondje. Ja, jammer genoeg wns de pret weer gauw voorbij. S t o r m v o g e 1. Gelukkig dot je nog een dag hebt kunnen genieten. Talhout. Wat scheelt je broertje. Is hij ernstig ziek? Ik hoop toch van niet. Wan neer is hij naar het ziekenhuis gegaan Chingakgook. Dc volgende keer zeker weer een lange brief, is 't niet Silene. Ik geloof, dat ik voor jou iede re weck een plnots kon inruimen hè Ik vind het heel pcrtlig dat je mc zoo goed helpt. Blijf mnnr zoo doorgonn hoorEn zie moor, dot je iedcro weck wnt voor mc hebt. Don wordt jc vast en zeker een van mijn beste medewerksters I Pannekoe k. Dnnr ga jc don zeker v/at moois van maken voor Oom Karei is het niet I Je kunt er onder glozen bak jes b.v. heel aardige dingen van maken Speurder. Neen, mnor wc zullen toch zorgen, dut zoo iets geks niet weer gcbeuit. Want dan wordt het wel wat al te gemakkc? lijk. Zwartkop. Dat is voor een enkele keer ook wel eens prettig. Mnor dat kon niet altijd zoo zijn. Dat zou jc zelf ook niets leuk vinden, denk ik. Zoo nu cn dan ccn moeilijk raadsel is ook wel eens aardig. Kabouter. Dat zal don nu wel minder worden Maar nu moet jo hem ook geregeld gebruiken, anders helpt het niet veel. Dnnr wen je" gauw genoeg aan, dat zol jc wel zien. N imf. Jo, cn vandaag is die nog wocr langer. Ik zal er voor zorgen. Het waren mooio films, waaruit je heel veel kunt leeren. W i o 1 r c n n e r. 't Ging nog net. Manr in het vervolg op tijd zijn hoor! Anders knn ik jc niet meer antwoorden. OOM KAREI. UIT ONZE MOPPENTROMMEL Gevat. „Hoe komt het toch, dat je zoo gebogen loopt, Jnn Zie eens naar -mij, rechtop als een kaars „Ziet u dat korenveld „mijnheer vroeg Jan. „Jawel, wat zou dat „Dan zult u wel zoo goed zijn op tc mer ken, dat de volle korenhalmen gebogen staan; maar de leegemooi recht als een kaars". RUILKANDELHOEKJE Onze neef Gymnast schreef me Ik heb om tc ruilen 12 Verkode's bonnen van „Dc Bloemen in onzen tuin" en 2 Verko de's bonnen van „Mijn Aquarium". Ik zou er graag voor hebben Sunlight bon nen. Wilt u het in het Ruilhandclhockje zet ten Wie hem aan het gevraagde knn helpen, schrijft me maar. Dan zal ik voor dc door zending zorgen.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1927 | | pagina 11