KINDERRUBRIEK.
Carootje en ikke, we geven een feest:
we laten de poppenkast spelen;
zeg, vindt je dat leuk kom dan ook
maar er bij
je zult je gerust niet vervelen.
Carootje heeft Nikker en ik heb Paljas
je weet wel, dien malle, vol grappen
Marietje en Doraatje spelen ook mee
ze krijgen van Nikker straks klappen.
Je moet stellig lachen, nog 't meest om
Caro
die maakt dan zoa'n vreeselijk leven f
hij keft en hij bromt en wordt kwaad,
daar geen een
er i e t s ook maar om schijnt te geven 1
HERMANNA.
De rubriek van Oom Karei.
Deze week werd ik verrast door een flink
pak brieven. Prachtig hoor, zoo moet het gaan
Dan hebben we steeds een groote correspon-
dentierubrick, want natuurlijk krijgt iedereen,
die mij schrijft ook een ontwooid terug. Er
zijn nog verschillende neefjes en nichtjes die
mij alleen de raadseloplossingen sturen. Strikt
genomen is dat natuurlijk wc» voldoende maar
ik vind het oltijd ,vecl prettiger dat jelui
zooals verreweg do mecstcn ook altijd doen
er ook een briefje bij schrijft. Je weet, ik stel
in alles belang wat mijn neven en nichten be
treft, dus ielui mogen me over alles schrijven.
En ook. »e soms de oplossingen niet kunt
vinden, d(^» *n«g je me toch wel schrijven. Het
weer iw niet heelemoal op streek. Zoo nu
en d»Jt tciY»o"«n wc nog eens een flinke regen
bui, zelfs Ccii fiksche hagelbui hebben wij ver
leden weck nog mogen genieten, maar toch
kan je aan alles merken, dat de zomer in aan
tocht is, al is het ook nog ver weg. Kijk maar
eens buiten naar dc boomen en planten. Heel
veel boomen beginnen al uit te loopen en dat
is een goed teeken. Maar voor we den zomer
krijgen komt April nog en je weet „April doet
wat hij wil"
Van niet minder dan drie neefjes en nichtjes
kreeg ik deze weck een versje of een verhaal
tje om in onze krant te zetten. Ik zal het dus
deze keer maar niet lang maken, anders ko
men we plaats tekort. Maar eerst krijgen wc
nog zooals gewoonlijk de
RAADSELS.
Oplossingen van de vorige week.
De oplossingen der vorige raadsels waren
I. Ierseke, met de woorden i, pen, boren,
Ierseke, kleed, ako en e.
II. Groningens honderdduizendste inwoner
met dc woorden goud. Rotte, Hoorn, zee,
Giethoorn, noen, iedereen, wond, dit en sein.
De prijs is deze keer gewonnen door Wrild-
za n g.
Hij kon Maandag a.s. aan ons bureau wor
den afgehaald.
NIEUW RAADSELS.
L Het geheel komt weer gauw cn bestaat uit
TO letters.
5, 4, 8 is een schadelijk insect.
7, 4, 6, 5 is een ander woord voor „eer"*.
een T, 7, 4, 5, 2, 7 is een onplezierig
mensch.
TO, 4, 4, TO Is niet levend.
8, 9, TO wijst de klok aon.
(Ingez. door Zwaluw.)
H. Mijn geheel is een spreekwoord van T3
woorden of 57 letters.
53, 3T, 42, 20, 23, 9, 29 is een plaats in
Noord Holland.
T8, T3, 29, 47, 54, 44, 49, T2 is een be
kend persoon van jelui.
45, 5, TT, 59, 25 is een bezienswaardigheid
van Arhersforot.
32. 24, 38, 48, T, 43, 37, 26, 2T, 52, 3,
T9, 4. T4, T5, 27 is iets waar vele kinderen
met verlangen naar kijken in de kindercourant
T8, 55, 40, 4T, 30, 50, 34, 22, 38, 28, 56
is de leus van den tegenwoordigen tijd.
T7, 24, 36 is een armzalig huisje.
33, 46, 57, 7, 5T, 22 is het zelfde als aan
zetten.
TO, 8, 35. T6 is een geliefkoosde drank vooi
oud en jong, arm en rijk.
6 is de zesde letter van 't alphabet
(Ingezonden door Mol)
HET HUTJE IN T BOSCH.
Het was een kouden herfstachtigen dag.
Gwen en Lucie zouden .gaan wandelen. Gwen
was het burgemeesters dochtertje en Luzie dat
van den dokter.
En nu regende het. Ze hadden gehoopt, dat
het bij wind zou blijven, maar het ging toch
regenen. Lude zette toch door. „We gaan wel
hoor," zei ze. „Het is nu heerlijk weer om in
't bosch te wandelen. Wat deert ons de re
gen. De wind is nu heerlijk, je mantel kan fijn
in de hoogte waaien." Gwen was er eerst op
tegen. „Laten wc anders op mijn kamer gaan
spelen," zei ze. Maar daar wilde Lucie niets
van weten. „Dan go ik maar alleen" zei ze.
„Neen, natuurlijk niet, ik ga mee" zei Gwen
want zij wilde haar vriendinnetje niet alleen
laten gaan. Zij deden haar regenmantels dus
aan en gingen op stap. Het regende niet meer,
maar er vielen af cn toe toch nog druppels van
de boomen af. Ze waren erg vroolijk en lach
ten luid als et een druppel op hun neus viel.
Zij liepen zoo ongestoord door. Zij woren dc
eenigen die in het bosch liepen, dus erg ge
zellig, al vond Ludo het een beetje griezelig.
„Wat is dat voor een hutje vroeg Gwen
„Loten we eens goan zien."
Oo beide meisjes liepen op het huisje al,
./och hoorden of zagen niets. Het was dan ook
erg moeilijk om iets to zien, daar dc ruitjes
erg gehavend en vuil waren, „Zullen we eens
naar binnen goan zei Gwen.
„Ja, maar als er nu iemand in is
„O, dat hindert niets."
Ze deden de deur open enwat zagen ze
daar. In oen hoek log een oude vrouw, ziek
cn ellendig lag ze daar op een hoop vodden.
Ze schrok op toen daar twee lieve meisjes in
de deur stonden. Ze wilde zich oprichten,
.maar dat kon zc niet. Kreunend van pijn bleef
ze liggen.
„Wat willen jullie meisjes?" vroeg zc zacht.
„Wc widen maar eens zien wie hier woon
de" zei G^on „Neem ons alstublieft niet kwo-
dot xvc brutaal waren" zei Lucie.
„Maar het is geloof ik toch wel goed, dnt we
gekomen zijn, want u bent geloof ik erg ziek.
„Ja, dnt ben ik. Ik lig hier nu ol eon week
ziek zonder genoeg eten te hebben. Ik zal
vader waarschuwen" zei Lucie, „die is dokter
en zal hij u stellig genezen."
„Ja, doe dat" zei Gwen dan zal ik bij die
arme zieke vrouw blijven."
Lucie holde weg cn kwam T2 minuten latei
terug met haar vader met een klein rijtuigje.
Hij bekeek dc vrouw en zag dat zc einstig
ziek was.
„Ik zal u naar het ziekenhuis brengen" zei
hij en tilde de lichte vrouw op. Deze zei niets.
Dokter brocht haar weg en dc meisjes sloten
het hutje cn liepen zwijgend voort. T4 dagen
later was dc arme vrouw.gestorven.
De burgemeester vond goed dot Gwen met
dc begrafenis meeging en ook mocht Lucie
mee. De beide moeders gingen ook mee.
Lucio en Gwen maakten het huisje schoon cn
nu kon er een andere arme vrouw inwonen.
(Ingez. door Silene.)
9
DE MOSTERD.
Een Engclschman noodigt op een dag twee
boeren uit te dincercn. De tafel is gedekt cn
gevuld met de fijnste spijzen. Er stoot ook een
ontzaglijke mosterdpot op tafel.
De Engelschman geeft die mosterdpot oon
een van zijn twee gasten. De boer doopt zijn
lepel in den mosterdpot cn schept er een flinke
lepel vol uit. Weldra daarna heeft hen tranen
in zijn oogen.
Dc andere boer vraagt hem. hij
huilt. „O," antwoordt zijn kamerand, „ik heb
eonsklaps aan mijn zoon gedacht. Ik heb Iv
verleden jaar verloren."
Vervolgens geeft hij den mosterdpot oan zijn
vriend. Deze slikt eveneens een grootc lepel
vol mosterd in cn hij heeft ook weldra trnr
in zijn oogen.
„En jij, wnorom huilt jij vroagt dc eersto
boer. De andere zegt„Ik huil van verdriet
te zien dat jij je zoon niet vergezeld hebt, naai
dc andere wereld.
(Ingez. door Bobbic.)
MTJN HONDJE
Ik heb een snoezig hondje.
Met wit, licht krullend haar.
Met 'n paar bruine oogjes,
Zóó helder cn zóó klaar I
Hij draagt een grootc paarse strik.
En kijkt, als zegt hij„dat ben ik I'
't Is een kleine, liove schat.
Ik wou, dot k er drie zoo had I
Soms mag hij met me wondien gaan
Dat staat hem heel bijzonder aan
Dan springt en keft hij wel voor tien
Jo hebt nooit zóó'n malle hond gezien.
's Nachts slaapt hij héél dicht bij mijn bed
En hebben wc soms gr^te pret.
Want, -f?eet je wat de rakker doet
Eerst slaapt hij rustig cn heel zoet
Maar wordt 't licht, een uur of vijf.
Dan springt hij boven op mijn lijf.
En (dos) wil dan lekker in mijn bed.
Maar wordt weer netjes neergezet
Dan is hij reuze stout geweest
Maar b 1 ij f t mijn lieve, kleine beest.
Ingez. door Leesgraag.)
Caro in de Poppenkast.
Uitvindingen.
Iedereen die 't zij korter of langer
een treinreis maakt, moet James Watt dank-
baar zijn.
James Watt was immers dc jongen, die
op zekeren dag een ketel met kokend water
opmerkzaam gadesloeg en daarbij opmerk
te, dat de stoom het deksel steeds op en
neer deed gaan.
„Als een klein beetje stoom zóóveel
kracht heeft," dacht hij, „zal een massa
stoom in staat zijn, veel grooter en zwaar
der voorwerpen te verplaatsen."
En James Watt had gelijk.
Toen hij ouder werd, vervaardigde hij
allerlei machines, die door stoom gedreven
werden en allerlei nuttig werk van uiteen
loopenden aard verrichtten.
James Watt was echter niet degene, die
de spoorlocomotief uitvond. Dat deed
na zijn dood George Stephenson.
Toen de menschen voor het eerst hoor
den, dat Stephenson een locomotief wilde
maken, die een trein over rails zou voort
trekken, lachten zij, zóó dwaas vonden zij
dat denkbeeld.
„Onmogelijk I" riep de één.
„Wie zou zijn leven wagen in een ver
voermiddel, dat zich zóó snel verplaatst
riep een ander uit.
„Mij krijgen ze niet in zoo'n gevaarlijk
ding!" zeiden weer anderen.
George stoorde zich echler niet aan het
geen de menschen zeiden. Hij werkte rustig
door aan zijn locomotief en toen deze ge
reed en met goed gevolg geprobeerd was,
sloegen de menschen de handen in elkaar
van verbazing. En het duurde niet lang,
of zij vonden het heelemaal niet gevaarlijk
meer.
Toen was het Geórge Stephenson's beurt
om te lachen.
Die eerste locomotief zou ons als wij
haar zagen ai heel klein voorkomen en
we zouden vinden, datze over den
weg kroop
Sinds dien tijd zijn de locomotieven
echter steeds verbeterd. Doch dat neemt
niet weg, dat Stephenson haar uitgevonden
en James Watt de kracht van den sloom
ontdekt heeft.
Wat zouden de menschen uit die dagen
vreemd opkijken, als zij onze moderne
auto's zagen, om van de vliegmachines nog
niet eens te spreken
Een Kond, die een Bood
schap deed.
Er was eens een mooie Newfoundlander,
een alleraardigste hond. Hij droeg een hals
band, waarin gegraveerd stond:
„Ik ben Dinda, de hond van Jan Parker."
Iedereen kende hem dus en wist, wie zijn
baas was.
Het volgende kunstje werd bijna dage
lijks vertoond. Men legde een halven stui
ver op zijn neus. Dinda wierp het geld
stuk dan omhoog en ving het met zijn bek
weer op. Vervolgens rende hij met den
halven stuiver nog altijd In zijn bek
naar een bakkerswinkel, waar men hem
een broodje voor zijn geld gaf.
Op zekeren morgen ging de hond weer
naar den winkel, maar geen bakker of bak
kersjuffrouw was daar te bekennen. Gerul-
men tijd bleef hij geduldig slaan wachten,
maar toen hij eindelijk zijn geduld verloor
een hond is evenmin een engel als een
mensch I legde hij zijn voorpooten op
de toonbank en keek hij eens rond. Zoo
dra hij een broodje zag, dat naar zijn op
vatting een halven stuiver kostte, legde
hij het geldstukje op de toonbank, nam
het broodje in zijn bek en ging den winkel
weer uit.
De Knikker vertelt.
Ik kom zoo Juist uit Knikkerland;
Daar ben ik rond gebakken.
Ik ga van d' één naar d' and're hand
En woon in knikkerzakken.
Een ieder kijkt me vriend'lijk aan
En dreig ik op den loop te gaan.
Wil elk me heel gïaag pakken.
De jongens zijn zoo aardig niet:
Ze gooien en ze smijten
En kwanselen zoo maar met ons
En doen elkaar verwijten.
En toch ben ik heel erg in tel,
Want ieder kent zijn aantal wel,
Al moet ik gauw verslijten.
Zoo leven wij een heele poos,
Dan worden we vergeten.
Maar nooit nog is een knikkerzak
Veraohtlijk weggesmeten,
Want als een jongen knikkers heeft,
Dan weet hij pas, waarvoor hij leeft,
Hij laat dasrvoor zijn eten.
9
UIT ONZE MOPPENTROMMEL'.
Ook snugger.
Schoenmoker K. A. Pot heeft een schilder op
gedragen een uithangbord voor hem te moken
met het ocpshrift„Hier maakt men schoenen
en laarzen" en daaronder zijn naam K. A. Pot
De verver heeft zijn took volbracht en is
tevreden over zijn werk. 't Bord hangt er nu
en met groote, duidelijke letters staat er:
„Hier maakt men schoenen en laarzen
kapot."
Dc éénc helft.
Een kleine jongen was heel boos op zijn
broertje, dot een stuk speelgoed gebroken had.
Om hem te straffen, hield hij niet op, een
klein hondje te schoppen, dot oan hun beiden
toebehoorde.
„Piet, Piet," knorde zijn moeder, „h<K< is 't
nu mogelijk dot dier zoo te schoppen t Is
toch ook jou hondje?"
„Jawel, Moe," zei do bengel, „moor ik schop
alleen Jan z'n helft."
(Ingez. door Rekenmeester.)
CORRESPONDENTIE.
Zwartkop. Heb Je er veel succes mco
gehad? Dus je hebt het alweer aardig druk.
Wat is dot voor juorfecst.
Ton Ncvcu. Je kunt het buiten el aar
dig zien, dot wc den zomer weer tegemoet gaan
Verschillende boomen loopen ol uit. Dot is al
tijd een goed en verblijdend teeken Dnn duurt
het niet lang of het jonge frissche groen komt
overal tc voorschijn.
De Tweeling Je ingezonden raadsel
is heel aardig. Wel bedankt, hoor. Ja, zoon
enkelo keer komt dot wel voor. maar daar is
niets aan tc doen. Maar je hebt de bcdooling
von het raadsel toch wel begrepen. En dat te
de hoofdzaak.
Nimf. Wnorom vindt je dot zoo verve
lend. Als het goed afloopt is het voor hem
zelfs erg prettig. Dot betwijfel ik nog, of jc
dot wel zoo gauw to weten komt.
Stormvogel. Is zo nu weer hcolcmaal
beter. Neen, ols er zoo iets is, brengt dat oltijd
weer drukte mee en don komt er van schrijven
niet veel 't Was jommor van jc roodsols,
moor dnnr is nu niets meer non te doen. De
volgende keer beter.
Blondje. Jo, ik kon me levendig begrij
pen, dnt je dot heelcmool niet plezierig vond.
In huis zitten gaat gauw vervelen. En als jo
doorbij nog ziek bent, dnn ben je weer blij als
je er weer uit kunt.
Kabouter. Zooiets went heel gauw. En
don gaat die pijn ook wel weg. Vondt je het
eerdig. Probeer zelf ook moor eens zoo'n ver-
hooltjc tc maken. Don komt dot ook in dc
krant.
Silene. Dank jc wel voor het verhaal.
Dot andere, grootc komt nu zeker de volgende
weck I Heb je hem al gemaakt? Probeer het
maar eens, don zal het jc best meevallen.
Speurder. Jo, het nnntal breidt zich'
nog steeds uit. Het wordt een groote familie.
Maar er kan nog veel meer bij.
Mol. Dot is een tijd geleden dat ik jc*
het laatste schreef JTeb je veel plezier gehad
in Utrecht, 't Was er zeker wel vol, maar er
kunnen heel wat menschen in die zool. Donk
jo wel voor dc raadsels. Je verzoek zal ik over
brengen.
T n b o r. Je hebt gelijk, maar veel doet
het er niet toe.
B o b b i e. Je verhoaltjo is heel aordig
Donk jc er wel voor. Als je nog zoo iets hebt,
mag je het me gerust sturen.
D i k k e r t Dot mag ik je niet vertellen,
hoe zijn werkelijke naam is. Jc zckci, zc mag
meedoen hoor. Het is wel beter dat Jo een
brief voor tonto Bcts op een opnrt stukje pa-i
pier schrijft. Moor jc kunt het wel in dezelfde
enveloppe doen, tegelijk met den brief voor
Oom Karei. Dan zorg ik wel voor doorzending.
Je kunt hem natuurlijk ook in ccn afzonderlijke
enveloppe doen.
Wilde Eend. Wat voor plaatjes wil je
hebben. Geef je don even do nummers op 2
Er liggen nog bonnen op je tc wachten:
Stroomnimf. Uitstekend hoor. Harte
lijk welkom.
Boschfee. Er zijn nog meer raadsels
en die komen eerst oan de beurt. Heb dus nog
maar even geduld. Natuurlijk, waarom zou ze
niet mogen
Zwaluw. Je schiet dus ol aordig op
Misschien heb ik er loter nog wel een pnut
voor je. Schrijf cr ovct een tijdje nog maar
eens over.
Rekenmeester. Neen, het ging best'
hoor. Jommer dot er een kleine verwisseling
van de cijfers was. Gelukkig hebben de mecs-
ten het toch wel begrepen.
Hansje me Knecht. 't Is niet te ho*
pen voor je, want dat zou geen prettig voor
uitzicht zijn. Je raadsels zijn wel aordig moor
ze zijn al heel erg bekend. Jo, toen kon ik jo
niet meer beantwoorden. Woensdagochtend 9
uur is do uiterste tijd.
W i 1 d z a n g. Waar is dnt van of mag
ik dat nog niet weten. Doe maar goed je best,
dan zal het wel goed goan I
A t h 1 e e t. Neen, maar nu goan we toch'
beter weer tegemoet. Tenminste, dot zullen we
hopen. Heel goed hoor. Die komen oltijd wel
van pas.
Leesgraag. Ik heb het gezien. Het
was erg leuk en er werd goed gespeeld Wat
een aardig versje heb jo gemaakt. Donk je wel
voor do bijdrage I
Gymnast. Ik zal het ïn het Ruilhandel-
hoekje zetten. Dan znl je wel ontwoord krijgen,
K. B. Hartelijk dank I
Weerwolf. Doet hij nu niet meer mee.
Waarom niet? Vroeger was bij altijd 790'n
trouwe nccfl Zeg hem maar, dot ik weer gauw
een brief von hem verwocht.
Dwerg. Neen, dat moet Je niet verge
ten, wont anders weet ik niet von wie de brief
komt. Want jelui bandschrift kan ik natuurlijk
niet allemaal uit clkonr houden.
Bruinebcer. Krijg ik de volgende
week eens een lange brief van jou?
Meconist. Ik vind bet natuurlijk heel
pTcttig als jc de oplossingen inzendt, moor ik
vind het nog veel prettiger als je er nog wat
bij schrijft. Doe je, bet de volgende keer
OOM KAREL'.
RUILHANDELHOEKJE.
Er liggen nog pakjes klaar voor Wilde E:nd
cn voor Pijl.
Gymnast schreef me, dat hij voor zijn T2
Verkade's Bloemen bonnen graag 8 9 Sun
light bonnen wilde hebben. Dc vorige weck
vroeg „Dikkert" hiernaar.
Mol heeft nog Plcines-plaatjes en wil die in
ruilen voor Verkade's Bloemen bonnen of
plaatjes. Zij ruilt 3 Pleines plaatjes tegen 2
bonnen of plaatjes van Verkade.