asi.arg.n9 n». 229 amer5f00rtsch dagblad „de eemi ander" DERDE BLAa NA DE VERWERPING VAN HET BELGISCH VERDRAG. Zaterdag Maart 1927 VERKLARINGEN VAN DE MINISTERS VAN DER VELDE EN HYMANS. BUITEN- EN BINNENLANDSCHE PERSSTEMMEN. Een andere verkloring van .minister Vandcrvelde. Nieuwe rcchtstreeksche on derhandelingen onmogelijk. Minister Vanderveldc heeft aan de „Etoile Beige" in antwoord op een desbetreffende vraag verklaard, dat hij niet kon mcdcdeelen, welke houding de Belgische regeering zal aan nemen, maar dot het zeker was dat nieuwe rechtstreeksche onderhandelingen tusschen Ne derland en België onmogelijk waren. Men kan zeggen, zoo voegt het blad er aan toe, dat langs diplomotieken weg door België een be roep zal worden gedaan op de Engelsche en Fronsche regeering, die trouwens op de hoog te werden genouden van alle onderhandelingen. Het vroagstuk zal thans een uitgesproken in ternationaal karakter aannemen. De minister van justitie, Paul Hymans, verklaarde aan hetzelfde blad ten zeerste be droefd te zijn over de verwerping van het verdrag en den toon van zekere redevoeringen in de Nederlondsche Eerste Kamer, terwijl in het Belgisch parlement geen enkel onwelwil lend woord werd gehoord aan het adres van Nederland. Volgens een ander telegram heeft de heer Hy mens nog gezegd: Toen ik in '24 naar den Haag ging om het verdrag tc teekenen, was ik ge troffen door de eensgezindheid in de betui gingen van sympathie en vriendschap voor België. De Nederlandsche pers verheugde zich over de onderteekening en ik ontving van een groep Nederlandsche journalisten een telegram waarin men den wensch uitsprak, dat de beide Jenden tot elkaar zouden komen. Hymans oor deelde, dot het vraagstuk open bleef, maar hij dacht, dot het tamelijk moeilijk zou zijn nieu we rechtstreeksche onderhandelingen met Ne derland aan te knoopen. Nog ccnige Belgische persstemmen. Het Volk (katholiek dagblad te Gent), schrijft Het is een buitengewoon pijnlijk gebaar, dol de rechtzinnige pogingen van goede verstand houding en onderling vertrouwen van twee naburige volkeren niets dan schade kan bq- brengen. Zal Belgic gebruik maken van zijn recht van initiatief en zich tot de mogend heden wenden en in algemeen overleg en bui ten den engen kring van Hollandsch-Belgische besprekingen het verdrag van 1839 gewijzigd wenschcn te zien Mogelijkerwijze en wijse lijk wordt die weg gevolgd. Het blad van J. Hoste Jr., het te Brusspi verschijnend „Laatste Nieuws", schrijft De stemming verwekte in België en niet het minst aan Vloomsche zijde, een pijnlijken in druk. Verwerping van het verdrag dient be schouwd als een politieke fout, die groote ge volgen kan hebben. De aan Nederland in Bel gië gezinde elementen zullen zich inderdaad door de uitgebrachte stemming ontmoedigd voelen en er mag niet vergeten worden, dat de mogelijkheid van een internationalisatie der Scheldekwcstie steeds open blijft. Wij houden het er echter voor, dat het niet lang kan duren alvorens de wetten van de aardrijkskundige ligging der beide landen en de Europeesche verhoudingen zelfs Nederland en België zul len dwingen een verdrag te sluiten op een nagenoeg gelijken grondslag als het thans verworpen traktaat. Zoo niet, dan zou men inderdaad moeten gaan twijfelen aan de toe komst zelve van de beide naties. „Het Handelsblad van Antwer pen" schrijft: België heeft zijne belangen te verdedigen. Na de stemming is het voor België onmogelijk geworden nog te onderhandelen met Neder land alleen. Wij hebben genoeg met een sma delijke afwijzing en we zouden alle waardig heid als volk inboeten, indien wij ons terug rond de groene tafel gingen scharen met na buren, die tegenover ons zoo hooghartig zijn, terwijl ze toch zoo kleinhartig waren wanneer de gevreesde Duhschers destijds hunne sche per» één vooi één in den grond boorden. De Schelde, het Antwerpsch morgenblad der Vlcamsche Frontpartij zegt „Wie de debatten heeft gevolgd met ecnige aandacht, moet tot de slotsom komen dat het verdrag werd verworpen om twee kapitale redenen lo. wantrouwen jegens de Schelde reserve, welker handhaving door de Belgische regeering zware vermoedens van politieke bij bedoelingen wekt; 2o. twijfed of Brussel niet later nog méér economische voordeden van Nederland verlangen zal dan nu zouden wor den toegestaan. Het is niet onze schuld dot, in beide gevol- In, deze Nederlandsche terughoudendheid voedsel vind in uitlatingen van lieden die te eenigen ittel als toonaangevend voor de Bel gische politiek konden gelden. En dot is ook niet Nederland's schuld. Het is nu dier Belgen teak, ofwel den Nc- derlondschen argwaan te ontzenuwen, of wel te trachten met beroep op dc mogendheden hun wil door te drijven. De onti-Viaomsche en anti-Nedcrlondschc drijvers in dit land verkiezen natuurlijk het laatste Het is te verwachten dat ze alles op haren en snaren zullen zetten, om, gebiuik makend van internationaal-politieke invloeden, Nederland in den hoek te drijven. Deannexio- nislische eischen, zij het onder verkapten vorm, zullen heropduiken. Wij willen er dè heeren wien het aangaat even oon herinneren, dot, waar zij aan den Nederlandsch—Belgischen status ecnige ver andering zouden beoogen toe te brengen die de souvereinitcit van Nederland afbreuk doet, wij er moeilijk aan zullen ontkomen het Vloam- sche vroagstuk dot van dien status een be standdcel wordt eveneens ter groene tafel ge worpen te zien. Er logen, in het thans verworpen verdrag welvaortmogclijkhedcn voor Antwerpen be sloten, welker verwezenlijking wij met vreugde zouden hebben begroet, en die wc ook thans niet als verloren willen beschouwen. Wanneer de strijd daarom gaat zal men ons vinden op dc plaats die Vlaanderen en Antwerpen's be lang ons aanwijzen. Maar politieke d.i. ook moreele cn cultu- recle verzwakking van Nederland's positie in W.-Europa is voor ons, Vlamingen, een le venskwestie, cn wij staan tot afweer van even- tucele Belgische manoeuvres bereid met al de middelen tot internationalisatie van den Vlaamsch-nationalistischen rechtseisch, die voor de hand liggen, en die men te Brussel reeds meer dan eens bleek te schuwen. Wil België ons die kans gunnen, wij zullen ze niet verkijken. Wat de ophitsing-campagne betreft, die reeds in sommige bladen tegen Nederland is ingezet, die kunnen we schouderophalend voorbijgaan. Cp ons volk heeft ze geen vat". De Gazette schrijft: De verweiping is een slag in het gelaat, maar wij zijn in 1927. In 1918 zou het anders zijn geweesttoen was het de tijd, dat men beefde to Maastricht, te Utrecht cn in den Haag. Wij hadden toen het recht, ja, den plicht de overwonnenen te vol gen in hun terugtocht, door Limburg te trek ken cn Maastricht cn zijn bruggen te bezetten. Het was ook gewettigd. Maar wij hebben het, dom als we waren, niet gèdaan. Nu of nooit is het oogervblik aangebroken voor den gods vrede tusschen katholieken, liberalen en socia* listen. Wij moeten ons naneenscharen en ons Belgen voelen. Dc uitspraak van de Neder landsche Eerste Kamer maakt aan het debat geen einde. Het vraagstuk blijft aan de orde. Dat moeten de ministers eischen. De Metropolc schrijftMen zal niet nalaten op te merken, dat wij staan tegenover een door Nederland met de hulo van duide lijke Duitsche invloeden aan de Vlamingen tc Antwerpen toegebrachten slag. Het snreekt van zelf, dat er geen sprake van kan ziin, dat wij ons bij dit échec neerleggen en genoegen ne men met de onwelwillendheid onzer buren. La M c us e schrijft dot België moet of- zien van directe onderhandelingen met Neder land en zich wenden tot dc groote mogendhe den en den Volkonbondsroad voor de interna tionalisatie van de Schelde. De Antwerpsche Neptune acht de ver werping een zwaren sin- voor de Antwerpsche bevolking. De ontgoocheling voor Antwerpen, schrijft het blad, zal des te groofer zijn, waar het vol hoop was en diep er van bewust is, dat het Antwerpen is, dot de Schelde in waar de heeft gebracht en het nu juist aan Ant werpen is, dat men dc Schelde thans weigert. Toch troost de Neptune, die veel van een in terventie der mogendheden verwacM. zich ver der met het feit, dat met het verdrag ook dc daarin voorkomende nieuwe regeling van dc loodsrechtcn, welke geenszins voordcelig was voor Antwerpen, is verworpen. Fransche persstemmen. De Parijsche Figaro schrijft „Heeft men er te Den Haag over nagedacht nu men geweigerd heeft het verdrag te rati- ficeeren, dat de mogendheden van de Schelde een internationale rivier zouden kunnen ma ken." De.Homme Libre schrijft „Men kan bevestigend antwoorden op de vraag of de kwestie te Genève aanhangig zal worden gemaakt Het gedeelte van het ver drag, dat handelt over de Beneden-Schelde zal zeker ter sprake komen. De Echo de Paris meent, dat Antwer pen meer ingeslotep is dan tot op het einde der achttiende eeuw. In 1919 had men moeten doortasten. De Oeuvre denkt, dat nieuwe onderhan delingen tusschen België en Holland onmo gelijk zijn en er voor België geen andere weg open blijft, dan zich te wenden tot den Volkenbond, ten einde de internationalisee- ring van de Schelde te bekomen. Een artikel van de Times. De Londensche Timos verschijnt met een lang hoofdartikel met het opschrift„De on» eenigheid in de Nederlanden", waarin het zegt, dat de verwerping van het Belgisch-Neder- landsch verdrag door de Eerste Kamer der Staten-Generaal een gebeurtenis is met vér strekkende gevolgen. Temidden van de ver wikkelingen in de wereld hebben de lage lan den aan de zee hun eeuwenoud geschil niet kunnen beslechten. Het is ronduit een te leurstelling, dat de jarenlange onderhandelin gen over eene zoo delicate kwestie plotseling afgebroken werden door een ontkenning door Holland. Er moeten inderdaad wel vele en ernstige gronden geweest zijn voor een deli- nitievc verwerping door het vertegenwoordi gend lichaam van het intellectueele Holland. Het is mogelijk, dat België en Holland nog een weg vinden om directe onderhandelingen te openen, maar er bestaat veel kans, dat de heele Schelde-kwestie het onderwerp zal wor den van delicate internationale onderhande lingen op brcede basis. Het vraagstuk is volstrekt niet onoplosbaar. De toestand van Europa is voor 't oogenblk zoo, dat men er moet toe bijdragen om een overeenstemming te vergemakkelijken tusschen de beide landen, en wel m 't belang van de beide betrokkenen en van dèn internationalen handel. DE STEMMING IN DE EERSTE KAMER OVER HET BELGISCHE VERDRAG. De drukte op hot Binnenhof. Toen dc uitslag bekend gemaakt werd, hecrschte er groote vreugde. In den inzet Minister Van Karncbeck. Dc motorpolitie moest het talrijke publiek in bedwang houden. Een artikel van dc Brusselschc Standaard. De Brusselschc Standaard heeft een in zeer verontwaardigden toon gesteld hoofdartikel over de door het Zuiden uitgestoken vrien denhand die door het Noorden uit schrokkigc befekening' werd geweigerd. In het meer za kelijke gedeelte wordt het volgende gezegd „Een andere vraag rijst thans: Wat nu? Natuurlijk houdt België zijn eisch op de kanalen en de verbindingswegen hoog. Daar kan nooit worden van afgeweken. Dc jongste stemming na negen jaren lange pogingen om tot een regeling te komen wijst er op, dot met Nederland niet te praten volt. Wij willen nu niet ontkennen, dat Mi nister Hymans een groote vergissing bc- ging toen hij in 1920 de onderhandelin gen heeft ofgebrokc-n cn de 'verantwoor delijkheden dienen ook hier met nadruk vastgesteld. Waar verder Nederland te Versailles alles op haren en snaren heeft gezet, op dat de hangende kwesties zonder tusschen- komst der Mogendheden zouden geregeld worden, staat het nu voor het logische gevolg dat de Mogendheden moeten vast stellen, hoe een onderlinge overeenkomst tusschen beide partijen niet mogebjk is. Het kan don ook geen verwondering wek» ken, dat Nederland thans duidelijk laat blijken, dat het liever geen buitenlondschos tusschenkomst wenscht, omdat deze zon der twijfel zou uitloopen op een interna tionale regeling van het Scheldevcrkeer, zoools die reeds voor talrijke andere stroomen bestaat. Een dergelijke uitkomst zou zeker nadeclen medebrengen voor Holland en wc hebben er reeds op gewe zen, dat die ook in gelijke mate voor ons zouden bestaan. Wij zijn dan ook steeds voor de meening uitgekomen dot wij lie ver geen derden in het geval zouden men gen. Hoe dit kan vermeden worden is ons 14 echter niet klaar. Een punt om onderhan delingen weder aan te knooDen is nergens te ontdekken. De Hollanders hebben alles stuk gegooid en zitten thans met do scher ven. De indruk te Parijs. Het Holl. Nwsb. seint ons uit Parijs: Te Parijs is men van opvatting, dat België na de verweking van het Nederlandsch- Bclgïsche verdrag door de Nederlandsche Eerste Kamer zich waarschijnlijk tot de onder teekenoors van het verdrag von Versailles en tot den rood von den Volkenbond zal wenden ten einde hun het vraagstuk der internationali satie van de Schelde voor tc leggen. Ter aanvulling van de verschillendo Belgi sche persstemmen, m onze middoguitgave ver meld, waarbij ook Vlaamsche organen werden geciteerd, wordt tot goed begrip vermeld dc correspondent der N. R. Ct wees er afzon derlijk op dat de Vloomsche nationolisten hunne voldoening over de verwerping van het verdrag niet verbergen. DE INTERN. FANCY-FAIR TE 'S-GRAVENHAGE. Koninklijk bezoclc. Gistermiddag hebben de Koningin en de Prins een bezoek gebracht aan de internatio nale fancy-fair'. te den Hoog. Reeds even voor 12 uur was Prins Hendrik' in het gebouw aonwezig om de komst af to wachten van H M., die tc 12 uur 5 arriveerde De vorstelijke bezoekers werden aan den in gang ontvangen door de presidente van het comité der fancy-fair, mevr. Cort van det Linden, cn door do secretaresse van den In tcrnotionalen Vrouwenraad, mej. L. van Eeghen. Voorts waren de overige leden van het comité mede ter begroeting aanwezig. Mej. Van Eeghen en een kleinzoontje van mevr. Cort van der Linden boden H. M. bloe men aan. Met veel belangstelling namen de Koningin en de Prins kennis van de vele inzendingen: vooral bij het- Nederlandsche huis, waarin do lf provinciën zijn ondergebracht, werd ge* luimen tijd vertoefd. Bij «ilkcn stond lieten do vorstelijke bezoekers zich omtrent den oord defc voorwerpen toelichten. De Prins deed ecnige inkoopon. De Koningin had, evenals do Koningin-Moeder, reeds eerder, door het zen den van een gift van haar belongstclling doen blijken. Het bezoek duurde drie kwartier. VERPLICHTE INSTELLING VAN HET ZEVENDE LEERJAAR. Een wetsontwerp ingediend. Thans Is verschenen het onlangs reeds aan gekondigde wetsontwerp, waarbij de gemeen ten cn schoolbesturen worden verplicht om voor de gelegenheid tot ontvangen van onder wijs in het zevende leerjoor te zorgen. Dit diont tc geschieden door wijziging van do artikelen 56, 97 cn 203 der L.O.-wet 1920. Noor in do M. van T. wordt opgemerkt, zol de toestand, die door invoering van dit ont werp zol ontstaan, een goedo overgang vor men naar dc wederinvoering von dc zevenjarige leerplicht, op 1 Januari 1930 Do thans voor gestelde maatregel kon op korten termijn wor den ingevoerd (I September 1927), omdat een onderzoek heeft uitgemaakt, dat gelegenheid om onderwijs in het ïcvendo leerjaar te ont vangen in October von het vorig janr reeds bestónd op 74.1 pet. der scholen. Verder zol voor slechts 8.5 pet. der scholen gezorgd moe ten worden voor meer ruimte, cn waar dit noo- dig is ook voor de oonstclling von meer Icer- Icruchten. Dc minister meent dat het te ver zou goan in het algemeen aan gemeente- cn schoolbe sturen de verplichting op to leggen, in ont stane vacatures wachtgelder s te benoemen, zoolong zij beschikbuor zijn. Daarom heeft hij gemeend cr zich toe tc moeten bepolen het benoemingsrecht der besturen onaangetast te loten; doch in zekere gevallen, wonrin geer» wachtgelder wordt benoemd, terwijl dit in re delijkheid kon worden verlangd, de Rijksver- gocding voor den benoemde in te houden. Voor de vraag, van welke wachtgelders de be noeming verlangd kon worden, heeft hij in de eerste plaats gemeend, dat daarbuiten moeten vollen zij, die zestig jaar of ouder zijn, alsmede dc gehuwde onderwijzeressen. Voorts, dot niet dc cisch kan worden gesteld om tot hoofd tc benoemen wie ols onderwijzer of onderwij zeres op wachtgeld kwam; en evenmin het om gekeerde. Ten slotte, dot voor de bijzondere school dc eisch niet verder ihog gaan dan hen, die door de verecniging zelf tot wachtgelder zijn gemaakt. s NEDERLANDSCHE MARINETROEPEN VOOR SJANGHAI. Voorloopig naar Hongkong Het Nederlandsche schip Tjileboet, van Java met bestemming naar Sjanghai, met een of* decling mariniers «on boord, bestemd voor den kruiser Sumatra, goot, blijkens een telc- grom uit Hongkong, niet door naar Sjanghai maar lost wat het voor Sjanghai oon boord had, te Hongkong. De marinctroepen wachten In Hongkong op het s.s. Tjikorang, dot Zondag o.s. uit Sjanghai nonr Hongkong vertrekt. BEZOEK VAN VREEMDE OORLOGS SCHEPEN. Naar wij vernemen zullen dc Amcrikaan- sche torpedobootjngers „Foucey" en „Breek" van 30 April tot 7 Mei a.s. een bezoek.aan da haven van Rotterdam brengen. DE BELASTINGFACTOR TE AMSTERDAM Uit een mededeeling von wethouder Wi- baut oon de pers blijkt, dot hij thans ver wacht, dot dc vermenigvuldigingsfactor voor, het loopendo jaar zal bepaald kunnen worden op 0.65, wellicht zelfs gehandhaafd zol kun nen blijven op 0.60. AMSTERDAMSCHE GEMEENTERAAD. In de plaats van wijlen don heer H. Overs* is tot lid van den gemecntcrood van Amster* dom benoemd verklaard dc heer H. Kenter. DE MOEILIJKHEDEN DER MAASTRICHTSCHE INDUSTRIE. Minister Slotcmoker dc Bruine te Maastricht De minister von Arbeid, Handel en Nijver heid, prof. dr. J. R. Slotemaker de Bruine, die gisteren te Maastricht vertoefde, vergezeld von dc afdcelingschefs Eringa en Westhof cn den heer* Volmo, directeur der afd. Werkloo- zenzorg cn Arbeidsbemiddeling, heeft ten gou- vernementshuizc achtereenvolgens gehoord af gevaardigden van den R.-K. Werkliedenbon d, van den Limburgschen Bestuurdcrsbond en van dc R.-K. Werkgeversvereniging, te zo men met de directeuren van de fabrieken Moso, Kristal-JJnie, Sphynx en Société Céromique, vervolgens dc vertegenwoordigers van de Ka mer van Koophandel en die van den Nijver- heidsraod. In den middag waren de burgemeester en de wethouders van sociale aangelegenheden met den directeur van de Gemeentelijke Ar beidsbeurs oon het woord en tenslotto werd een conferentie gehouden met Gedeputeerde Stoten. Dc minister, die alle gegevens verzamelde en toezegde dat het resultaat der besprekingen zal overwogen worden, heeft zijn genoegen uit gesproken over de .wijze, waarop het program wos samengesteld cn de verschillende organi saties haar wenschen hebben voorgedragen, waardoor hij een breeder en duidelijker inzicht ,in den toestond heeft gekregen. Te half vijf is de minister vertrokken. ELECTRIFICATIE VAN DE LIJN ROTTERDAM-AMSTERDAM. Een officicele proefrit. Gisteren heeft een electrische trein, be staande uit vijf rijtuigen, een proefrit gemaakt op het traject Rotterdam—Haarlem. Ongeveer 20 spoorwegautoriteiten hebben de reis mee gemaakt. Des morgens is de heenreis ge maakt, waarbij opzettelijk twee minuten to laat is vertrokken, teneinde de snelheid tot 102 K.M. perauur te kunnen opvoeren. Reeds bij Delft was het tekort ingehaald. Des mid-

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1927 | | pagina 9