!LJaJ!^No 230 AMERSFOORTSCH DAGBLAD „de eemlander»
tweede blad.
BINNENLAND.
KOLONIËN.
FEUILLETON.
De Geheimzinnige Talisman.
Oost-lndië,
RESIDENT MR. J. H. MEYER.
Batavia, 25 Maart. (Aneta). Aan den
resident van de Wester-afdeeling van Borneo,
mr. J. H. Meyer, is op zijn verzoek in Juli o.s.
eervol ontslag verleend onder dankbetuiging
voor de vele en gewichtige diensten den lande
bewezen.
H. F. B. J. A. NOORDHOEK HEGT f
Bandoeng, 25 Maart (Aneta). Alhier ls
overleden de gepensionneerde dirigecrend of
ficier van gezondheid 2e klasse H. F. B. J. A.
Nocrdhoek Hegt.
REVOLUTIONAIRE INDISCHE STU
DENTEN IN NEDERLAND
Ban d o c n g, 25 Maart. (Aneta). Het r.-k.
weekblad De Javapost vraagt zich af, of doot
of vanwege de revolutionaire studenten van
Javaanschen en Sirmotraschen landaard in
Nederland geen moeite zal worden gedaan, de
Inlandsche soldaten, die de plechtige bijzet
ting van het stoffelijk overschot van generaal
Van Heutz zullen medemaken, anti-N^erland-
sche gevoelens bij te brengen. Het blad, dat
deze studenten betitelt als „roode vuurvreters"
acht dit lang niet onwaarschijnlijk en dringt
er op aan, dat hiertegen gewaakt zal worden.
EEN NIEUWE WERVINGSORDONNANTIE
Batavia, 26 Maart (Aneta). Volgens
het Nieuws van den Dag van N.-I. heeft do
Regeering het voornemen in de voorjaarszit-
tir.g van den Volksraad een ontwerp voor een
nieuwe wervingsordonnantie in te dienen, waar
over noch aan de zijde von de planters, noch
aan de zijde van de wervers adviezen zijn ge
vraagd.
KONINKLIJKE BESLUITEN.
Aan J. H. de Waal Malefijt is op zijn ver
zoek met ingang van T Mei o.s. eervol ont
slag verleend als burgemeester der gemeente
Katwijk, met dankbetuiging voor de in ver
schillende functies bewezen diensten,;
bij beschikking van dén minister van on
derwijs is n\r. A. N. Molenaar te Wassenaar,
tot wedero'pzeggens toegelaten als privaat
docent in dc faculteit der rechtsgeleerdheid
aan de Rijksuniversiteit te Leiden, om onder
wijs te geven in het arbeidsrecht.
DIPLOMATIE.
Aan den gezantschopsattaché jhr. mr. G. C.
J. van Rcenen is met guftstigen uitslag het
examen afgenomen voor de benoembaarheid
tot gezantschapssecretaris 2e klasse.
DE VERWERPING VAN HET
NEDERLANDSCH-BELGISCHE VERDRAG.
Franschc persstemmen.
De correspondent te Parijs der N. R. Ct.
meldt ons:
Voor zoover de bladen over het senaats
votum schrijven, demonstreeren ze daaraan de
moeilijkheid voor bepaalde staten om over
eenstemming te bereiken.
De Lib er té wijst op den invloed, die de
ligging en de geschiedenis op dc diplomatieke
moeilijkheden tusschen België en Nederland
oefenen. Men zou zeggen, aldus het blad, dat
Nederland België niet vergeeft, in 1830 tegen
dit land te zijn opgestaan Het verdrag, in
1648 te Munster gesloten, drukt nog op het
régime der Nederlandsche rivieren. Als beide
landen zooveel last hebben om het eens te wor
den, hoe stelt men zich dan voor, dat andere
historische processen, die tweeduizend jaar du
ren,'door een gewone vriendschapsbetuiging
zouden eindigen
'Een overeenkomstige vraag werpt de Geneef-
sche correspondent van de Information
op. Hij voorziet daarvan economische strubbe
lingen tusschen beide landen cn legt ook op
wrn politieleen kant van het verdrag den na-
tfruk. Als oorzaak van de verwerping ziet hij
onder meer den wedijver tusschen Rotterdam
en Antwerpen én het vraagt, of België zich
tot den gezantenraad zal wenden, dan wel Ne
derland de bemiddeling van den Volkenbond
zal vragen. Dit is een netelig vraagstuk van
politiek-economisch karakter. Indien dc Ver-
eenigdc Staten van Europa bestonden, zou het
snel zijn opgelost I Intusschen kon de Volken
bond, die een afdeeling voor verbindingsmid
delen en doorvoer telt, stellig een rechtvaar
dige oplossing vinden, zoo men daarom vraagt.
Dc Débats is het eenige blad, dat het
Nederlandsche standpunt recht laat wederva
ren. Het blad heeft een landgenoot gesproken,
die volkomen bevoegd is om het weer te ge
ven Deze heeft het voor het blad uiteengezet.
De groote meerderheid van de Nederlanders
is volgens hem tegen het verdrag, wat niet bc-
teekent dat ze de Belgen een kwaad hart toe-
drogen. Hij betoogde dit aldus: Als de Fran
schc regecring morgen het parlement vraagt,
de schuldovereenkomst te bekrachtigen, wordt
dit vermoedelijk verworpen. Dit beduidt vol
strekt niet, dat de Fronschen de Amerikanen
haten, moor dot de nationale belangen door
den betrokken tekst niet voldoende gewaar
borgd worden. Precies zoo staat het met de
verwerping van het Belgische verdrag.
Het artikel eindigt: Een nieuw verdrag mag
geen eenzijdig karakter dragen en moet op po
litiek en economisch gebied een broederlijke
verstandhouding van beide noties mogelijk
maken.
Dc Petit Porisi en laat „een hooge Ne
derlandsche persoonlijkheid" aan het woord,
die dezelfde schijnt als degene, die de verwer
ping van het Belgische verdrag gisteren in de
Débats verdedigde Opnieuw worden vele ar
gumenten van onze zijde toegelicht.
Hoe noodig dit is, blijkt uit een onbeschaamd
artikel in de A v e n i r, waarin Buré, de hoofd
redacteur, het pacifisme van Vandervelde voor
dit en andere feiten aansprakelijk stelt. Buré
weet van niets, maar decreteert, dat de mon
den van de Schelde allengs onbruikbaar wor
den door toedoen van het mededingende Ne
derland, „dat gedweeër is dan ooit jegens ccn
Duitschlond, dat weer machtiger is dan in
1914." Frankrijk behoeft daarom niet te veel
gewicht tc hechten aan dc verwerping van het
verdrag, dat België van ,.de ondragelijke las
ten" van het verdrag van T839 bevrijden wilde
Geheel anders oordeelt het Journal, dat
hierin een zeer bizonder geval ziet, waarin bei
de partijen in volkomen goede trouw kunnen
volhouden, gelijk te hebben
De regeling van dc riviermonden wijzigen
staat gelijk met aan Nederland te vragen, Rot
terdam ten behoeve van Antwerpen te bena-
deelen. Welk volk, vraagt het Journal, zou tot
dergelijk altruïsme in staat zijn Maar over
eenstemming tusschen beide landen is onont
beerlijk. Beide hebben bewezen, vol gezond
verstand te. zijn. Men kan de toekomst von
Antwerpen verzekeren zonder die van Rotter
dam op te offeren. Het komt crop aan, do
juiste maat te vinden.
De socialistischePopulaire noemt het
votum van den senaat ernstig wegens zijn in-'
tcrnationnle gevolgen.
(Vad.)
Engclsche persstem.
De West min ster heeft een stukje over
het verdrag dat „de triomf van het vooroor
deel" heet en door onkunde en arrogantie uit
munt. Volgens dit blad is het niet toelaatbaar,
dat een regeling van de controle over de Schel
de achterwege zou blijven, omdat een waardige
vergadering verkozen heeft, „op een onwaar
dige manier te handelen."
Klaarblijkelijk meent de Westminster, dat
het Belgische annexionisme indertijd alleen in
wilde Nederlandsche geruchten bestond, cn zij
acht het zeker, dat de Nederlandsche houding
tenslotte door het wantrouwen en het vooroor
deel, dat deze geruchten opgewekt hebben, be
paald is
Een beschouwinv van de
(Ned.) Standaard.
De Standaard (a.-r.) betoogt, dat de
politieke gedachte die aan het tractaat ten
grondslag lag is geweest: België de overtui
ging te geven, dat het voor behartiging zijner
belangen de hulp der groote mogendheden
niet noodig had; dat het, met Nederland al
leen handelend, redelijke wenschen evengoed
ingewilligd kon krijgen.
En het komt de Standaard voor, dat voor
d i e gedachte, ondanks den uitslag der stem
ming, beslist eene meerderheid in de Eerste
Kamer aanwezig was. Een gedachte, die er
voorts van uitging, dat daaruit opden duur
eene betere verstandhouding tusschen Neder
land en België geboren zou kunnen worden;
een verstandhouding, die in het belang van
heide landen niet alleen zou zijn, maar ook
beteekenis had voor den gehcelen politicken
toestand in Europa
Zoo gezien, lag in dc bevordering van dut
doel en streven tot bevordering von een natio
naal belang van de allereerste orde.
Maar als die gedachte don een meer
derheid achter zich had, waarom kreeg
het tractaat dan geen meerderheid?
Omdat ja, omdat er verschillende
stroomingen waren, die tegen de uitwer
king van de politieke gedochte bezwaren
hadden. Voor den één werd er op econo
misch gebied te veel toegegeven (de ka
nalen); anderen zagen gevaren in het
Schclderegiem en ook waren er wel enke
len voor wie de politieke gedachte op zich
zelf weinig bekoring had.
De vereeniging von deze minderheden
deed hef tractaat vallen en daarmee den
stuurman van het schip van Staat op dit
gebied.
Eigenlijk is het beter nog om van den
loods to spreken, van den man, die het
schip in veilig water moet brengen, wan
neer het de haven verlaat om een nieuwe
reis te beginnen.
Zonder aan iemand te kort tc doen kon
men zeggen, dot jhr. Van Karncbeek bij
uitstek de drager geweest is van de poli
tieke gedochte, die wij hierboven weer
gaven. Hij heeft haar aan het eind van
1918 gegrepen en haar sindsdien, door
alle moeilijkheden heen. vastgehouden. Hij
is de meest in het oog vallende exponent
van deze gedachte geweest en hij is dot
gebleven tot den dog van gisteren toe.
Hij is nu overboord gezet. Men meende
hem te kunnen missen:
Verder zegt het anti-rcvolutionnaire orgaan:
En een feit is dot er opnieuw onder
handeld moet worden. Niemand ter we
reld kon dat voorkomen. Dat zich daarbij
moeilijkheden zullen voordoen, misschien
ernstige meeilijkhedenn, achten wij even
eens zeker.
Maar dan is het juist plciht van alle
Nederlanders van voorstanders van het
nu verworpen Troctaat, zoowel als van
tcgenstonnders om tegenover die moei
lijkheden een gesloten front in te nemen.
En dat is ten slotte niet zoo moeilijk als
het schijnt, als men er maar op blijft let
ten, dat Van Karnebcek's politieke
gedochte in den grond der zaak een meer
derheid achter zich heeft.
Zijn heengaan achten wij een verlies
voor het land voor hemzelf dc bitterste
teleurstelling, die een ernstig en verant
woordelijk man, dio een grooto taak op
zich nam, overkomen kon maar zijn
grondgedachte raakt niet meer op den
achtergrond.
In dot opzicht heeft hij, hoewel gevallen
gezegevierd. In den koers, dien hij voor
de nationale politiek tegenover België
aangaf, komt de uitkomst zal het be
wijzen geen verandering meer.
Tenzij want ook daarmee moet ge
rekend tenzij in België de vroegere
gevoelens weer de overhand krijgen en
men daar, uit de verwerping van het
Tractaat, verkeerde gevolgtrekkingen
maakt.
Daarom zou het goed geweest zijn, in
dien men van de zijde der tegenstanders
de gedachte had aangegrepen, door den
heer Colijn aan dc hand gedaan, dat men
zicfy tc bezinnen had op een positieve, op
een constructieve politiek. Een verklaring
waarin Van Karnebeek's politieke gedach
ten duidelijk naar vyen kwamen en waar
in een grondslag was aangegeven voor
de nadere uitwerking dier gedachte zou
ongetwijfeld ccn andere groepeering te
zien hebben gegeven dan nu uit de stem-
verdeeling bleek. Velen der^encn, die nu
hebben tegengestemd, zouden, naast vele
voorstemmers, aan zulk een verklaring
hun stem hebbben gegeven. En samen
zouden ie een goede meerderheid hebben
opgeleverd.
Nu dit niet geschied is, hangt eigenlijk
alles in de lucht.
En toch leeft de gedachte door Van
Karnebeek als richtsnoer van onze politiek
jegens België gekozen.
Wij allen voor- en tegenstemmers
hebben nu tc zorgen, dot rij blijft 'c-
ven, dot zij. voor zooveel het van Ne
derland afhangt, het clement bliift In de
nieuwe onderhandelingen, die vroeg of
lont weer beginnen moeten.
Laat het verleden thans blijven rusten.
Wc moeten nu in dc toekomst zien
De loodsrcgcling von het Verdrag
reeds ingevoerd.
Uit Zeeland schrijft men aan de N. R. Ct.,
dat dc loodsen in Vlissingcn dc eenige zijn,
die von het verworpen Verdrag iets behielden,
dc Nederlandsche loodsen vermoedelijk met
ontstemming, de Belgische met ccn gevoel von
voldoening.
De regeling der beloodsing, door het Ver-
drog ontworpen, is n.I. (behalve dan de hoogte
der loodsgelden) reeds in Juni '24 door een
overeenkomt van beide landen ingevoerd en
bestaat nu nog.
Hierdoor hebben dé Belgische loodsen dc
kons schoon gezien verscheidene cn belang
rijke beloodsingen, ook in het Oostgat, er bij
te krijgen.
Het zal, zoo wordt opgemerkt, drommels
moeilijk zijn de hier tot uiting gekomen voor
barigheid, in de huidige omstandigheden to
wijzigen.
NEDERLAND EN ITALIË.
Bevordering der wederaijd-
scho handelsbelangen.
Men seint ons uit Milaan
De Kamer van Koophandel alhier heeft eer.
bizondere vergadering belegd tor voorberei
ding von een gedurende dc 8e Milaansche
Jaarbeurs te houden bizondero bijeenkomst tus
schen Italiaanschc en Hollondschc belangheb
benden, teneinde den handel tusschen Neder
land cn Italië te doen toenemen door het be
zoeken van het Hollandsche paviljoen.
WIJZIGING MOTOR- EN RIJWIELWET.
Inwerkingtreding vermoedelijk
I Juli a.s.
Dc „Tel." verneemt, dut thans spoedig het
K. B. kon worden tegemoet gezien in zake de
inwerkingtreding von dc wijziging der Motor
en Rijwielwct en den algcmcenen mootrcgcl van
bestuur op het in werking treden van het Mo
tor- en Rijwielreglement. Hoewel het nog niet
positief vaststaat zal dc datum van inwerking
treding hoogstwaarschijnlijk worden bepaald op
1 Juli a.s.
IETS WAT NIET ELKEN DAG
VOORKOMT.
Dc Minister van Financiën maakt bekend,
dat ten behoeve van 's Rijks schatkist van een
onbekende uit Zwolle is ontvangen ccn be
drag van 200 voor het militoirismc.
K. v. K. VOOR TWENTE.
Het Tweptc-Rijnkanool.
De vergadering van de Komer van Koophan
del voor Twente en Oost-Gelderland heeft be
sloten om te beginnen met de rekening 1926
gedurende enkele jaren het geheelc batig sol-
do te bestemmen voor de bijdrage aan het
1 wenteRijnkanaal, totdat de toegezegde sub
sidie van 50,000 is betaald.
De heer Oostermeyer vroeg, of het ook
noodig is nu de nieuwjaarsrede van den voor
zitter over het TwenteRijnkanaal niet alleen
in Twente, doch in het geheele land de aan
dacht heeft getrokken en of de tijd ook is
gekomen, dat de Kamer dc woorden van den
voorzitter ondersteunt door zich uit te spreken
in den vorm van een resolutie of een motie.
Na eenige discussie werd besloten dc be
handeling van deze vroog aan het Bureau der
Kamer over te laten.
DE OPBOUW VAN DRENTHE.
Inleiding van de werkzaamheden
van het Comité tot Steun.
De Minister van Binnenlandsche Zaken en
Landbouw heeft gistermiddag om half vier
in de vergaderzaal van zijn Departement te
's Gravenhoge de werkzaamheden van het
Comité tot Steun voor den Opbouw van Dren
the ingeleid.
Z.Exc. fjjrak daarbij de volgende rede uit
Ik ben hier niet gekomen om u te installec-
ren. Uwe commissie dankt haai ontstaan niet
aan de regeering. Zij is, als eens Pallos Athene
uit het hoofd von Zcus, geheel buiten 'mede
werking der rcgecrLng ter wereld gekomon.
Of ik haar doorom minder hartelijk begroet?
Irtcgendeel. Spontane medewerking van per
sonen, die het hunne wenschen te doen om to
arbeiden aan dc verdere opheffing van Dren
the, is een steun, dien wij op de allerhoogst en
prijs stellen
Drenthe ik behoef het hier zeker niet nis
een bijzonderheid te vermelden wos tot voor
korten tijd verre de ongelukkigste onzer elf
provinciën.
Gelijk dc ouders zich hechten oon ccn mis
deeld kind, zoo heb ik mij aonstonds tot dit
gewest het meest aangetrokken gevoeld. Maar,
terwijl een door do natuur misdeeld kind wel
gekoesterd cn verwend, maar nimmer geheel
normaal kan worden, zijn wij met Drenthe op
een weg die gegrond uitzicht biedt, dot oon het
einde het algeheel herstel staat tc wachten.
Natuurlijk mog deze overweging er niet toe
leiden dat onze pogingen verslappen. Wij moe
ten met volle krocht aan het ideaal blijven
arbeiden. Wie uit sommige stappen van den
loatsten tijd zou afleiden, dat thans reeds het
oogenblik gekomen zou zijn om Drenthe aan
zijn lot over tc loten, bedriegt zich grootelijks;
en nog sterker is de misvatting van hen, die
mecncn dot door dc regecring eenige maat
regel zou zijn beraamd, dien non Drenthe
schade zou berokkenen
Het tegendeel is het geval, Drenthe blijft
hetm iddclpunt van belangstelling.
Het is mij don ookb (jzondcr aangenaam
deza gelegenheid te kunnen aongrijpen om op-
rachten donk tc brengen voor uwe medewer
king aon de grootsche took, voor ons wegge
legd, om deze provincie verder op de been
te helpen.
Innig hoop ik, dot eendrachtige somenwer
king tusschen porticulicrcn cn regeering er toe
moge leiden, dat Drcntho binnen niet te lan
gen tijd weer de hoor toekomende plaats on
der hare zusteren inneemt. Ja, dot wanneer
er weer eens een appel von Poris non de
schoonste volt uit tc deelcn, deze oon Drenthe
tc beurt mag vollen."
Deze rede, waarbij dc Minister nog eens
nadrukkelijk erop wees, dat door de regeering
gecrcrlci maatregelen zouden worden gnomen,
welke aan Drenthe schade zou kunnen berok
kenen, werd door den heer L. Hocjenbos, voor
zitter van het Comité, beantwoord.
WERKVERSCHAFFING IN DRENTE.
Ongelijk loon voor hetzelfde werk.
Op de vragen van mevrouw Bokkci-Nort
betreffende toekenning van hoogere belooning
aon in Drente te werk gesteld wordende werk-
loozen uit Den Haag, Rotterdom, cn A'dom
dan aan de Drentsche werkioozen, werkzaam
bij de Rijkswei kverschaffing, antwoordde de
minister van Binnenlandsch Zaken en Land
bouw:
Gelijk uit berichten In de dagbladen reeds
zal zijn gebleken, is het plan, om werkloozc ar
beiders uit de groote gemeenten bij wijze van
proef tc werk te stellen in Drente voorloopig
opgeschoit, in afwachting von nader overleg,
dat zal plaats vinden tusschen dc ministers,
meer in het bijzonder belast met zaken, de be
strijding van do werkloosheid betreffende, en
de besturen der groote gemeenten.
Aon voorwoorden, woorondcr eventueel oi-
beiders uit de groote gemeenten op het platte
land zullen gaan werken, heeft de minister zijn
goedkeuring nog niet gehecht. Intusschen wil
hij er reeds thans op wijzen, dot een regeling,
als bedoeld in de vragen, principieel noch
practisch onjuist is te achten. Reeds gedurende
eenige jaren toch wordt, zonder dot doorvan
ernstige bezwaren zijn ondervonden, een bij
slag op het loon gegeven, indien werkioozen
uit gemeenten met een stedelijk karakter dit
geschiedt b.v. voor arbeiders uit Leeuwarden,
Lceuwarderadeel, Fronckcr, Zwolle, enz.
worden geplaotst bij werken op het platteland,
waar plattelandsloonen moeten blijven gelden.
De grootte van dezen bijslag hangt of van den
levensstandaard in de stedelijke gemeenten,
waaruit de te werk gestelde arbeiders komen.
ARBEID VAN VROUWEN VÓÓR EN NA DE
BEVALLING.
Een odres der Ver. von Staats
burgeressen.
Het hoofdbestuur van de Ncd. vereeniging
van Staatsburgeressen heeft in ccn odres oon
de Tweede Kamer aangedrongen op goedkeu
ring van het ontwerp-ver drag van Washing
ton betreffende den arbeid van vrouwen vóór
cn na bevalling.
naat hei Engclsch van
E P BENSON.
4'2
Nu, jij, Geoffrey, die Harry nu al zoo lang
kent en zoo goed kent, heb jij ooit gemerkt,
dat Harry zich gedroeg, zooals zooveel man
nen zich gedragen praatjes maken met buf
fetjuffertjes, het hofmaken aan kamermeisjes,
en al dat soort van dingen meer
„Neen, nooithij heeft nooit zulk soort van
dingen gedaan. In Oxford plachten wij hem den
vrouwenhater te noemen.
„Leg jij mij dan eens uit wat dit te beteeke-
nen heeft. Mr. Farncis smeekte Evie niet te
streng over hem te oordeelen. Hij zeide dat
Harry eerlijk avos, dat „die kleine dwaasheden
van hem dat waren zijn eigen woorden,
zooals Evie mij verzekerde hem nooit ernst
waren, en nu zeg jij dat hij nooit zooiets ge
daan heeft."
„Neen, nooit," zeide Geoffrey, „ten minste
zoover ik weet, nooit, o, ik kan nog wel ver
der gaan, ik weet zeker, dat er nooit iets ge
weest is Hariy is daar eenvoudig geen man
voor."
„Dan komt het mij voor, dat mr. Francis met
deze „kleine dwaasheden" van Harry alleer.
maar beoogd heeft Evie tegen hem op te zet
ten Een fatsoenlijk meisje, weet je, houdt niet
van zulke dingen. En hoe komt het, dat het
heel niet bij mr. Francis is opgekomen, dat de
twee personen, die zij daar zogen, Jim en zijn
meisje waren? Het is haast onmogelijk, dat dat
niet bij hem is opgekomen, ten minste zoo lijkt
het mij. De twee hebben samen verkeering,
'heeft Harry mij verteld, cn zij loopen heel
dikwijls samen. Dat moet mr. Franois toch ook
geweten hebben; en ook moet hij toch weten
van die buitengewone gelijkenis van Jim met
Harry."
„Maar de gelijkenis bedroog Evie toch ook
en zij hod Jim immers ook al eens gezien
„Ja, maar enkel den avond te voren."
„En zij werd er toch ook door misleid. Waar
om mr. Francis dan ook niet
Lady Oxted zweeg even
„Het is heel onwaarschijnlijk, maar ik gee!
toe, dat het mogelijk is. Als hetgeen ik je nu
verteld heb, het eenige was, dan bewees het
nog niets. Maar er is nog meer."
Zij sprak nu minder aarzelend de zinnen
vloeiden nu beter.
„Veertien dagen geleden kwam je Harry in
de gang tegen, nadat je bij mij hadt thee ge
dronken," zeide zij, „hoe vondt je hem er toen
uitzien, gelukkig? En weet je wat de reden
was
„Neen, Harry, heeft het mij niet verteld, of
schoon ik hem er naar gevraagd heb."
„Nu, dan zal ik het je vertellen", zei Lady
Oxted, „ik weet hoe ik van zijn uiterlijk schrok,
'want hij is dadelijk daarop bij mij gekomen.
Ik docht, dot alles uit was tusschen hem en
Evie. Dit dacht Harry ook, en de reden daar
voor was een brief, dien hij zoo juist ontvan
gen had, en waar hij mij een gedeelte van liet
lezen. Daarin schreef mr. Francis ik wist,
dat hij het was, Harry heeft mij dat later ook
gezegd dat Evie geëngageerd was met een
Italinanschen markies. Ook hier had hij eeni-
gen grond om dat te denken. Het was in elk
geval waar, dat den vorigen winter een Italiaan
in Rome smoorlijk verliefd op haar werd, cn
dat hij om haar hand vroegmaar Evie heeft
hem ronduit bedankt. Het geval werd bespro
ken, want het was een heel goede partijmaar
mr. Francis vertelt aan Harry, dat Evie verloofd
is. Men kan het hem verteld hebben het is
mogelijk, maar dan ook niet meer dan moge
lijk. Neem deze twee gevallen nu eens bij el
kaar. In elk maakte mr. Francis, laat mij dan
maar zeggen, een vergissing in het eene ge
val zag hij den stalknecht voor Harry aon, en
in het andere zegt hij, dat Evie geëngageerd is
met een Italiaan, ofschoon daar nooit sproke
van is geweest; zij heeft hem geweigerd. Ligt
door nu in die twee vergissingen niet een be
raamd plen opgesloten Veronderstellend voor
het oogenblik, dat het vergissingen zijn
heel knap op feiten gegrond, dot moet ik be
kennen kan je er dan een verklaring voor
geven, als je veronderstelt, dat mr. Francis in
zijn hart een geheimen wensch koestert
„Ik begrijp wat u meent," zeide Geoffrey.
„Breng het dan onder woorden, ik wil 't van
jou hooren."
„U bedoelt, dot mr. Francis hun engagement
wcnscht te verijdelen. Is dat duidelijk genoeg?"
„Ja, dat is genoeg. Het is een mogelijkheid,
die niet over het hoofd mag worden gezien
Het is hem toen niet gelukt, maar ik zie geen
enkele reden om te veronderstellen, dat cr
sinds dien iets gebeurd is, dat hem met hun
huwelijk zou heben verzoend.
Zijn brief oon Harry in antwoord op de aan
kondiging vnn zijn engagement was allerharte
lijkst. Maar zoo was ook zijn brief, waarop hij
er op aandrong, zich flink te houden en Evie
voor goed uit zijn hart te rukken Zoo was,
ongetwijfeld ook dc manier, waai op hij Evie
vroeg niet al te hnid tc oordeelen over dat
platonische wandelingetje van Harry met het
melkmeisje."
Geoffrey kreeg iets onrustigs over zich. Nu
deze gevallen hem verteld werden, moest hij
bekennen, dat er al een poos lang een zeker
gevoel in hem was omgegaan, waarvoor hij
zich schaamde een geheim, niet tc verkla
ren gevoel van wantrouwen jegens dezen vricn-
delijken ouden man. Het wos sterker geworden
na dat vreemde geval met het huis van dr
Armytage en sinds dien tijd was hij waakzamer
geworden en lette hij alles meer op.
„Nu, waarom," vervolgde Lady Oxted, snel
sprekende, „zou hij de twee van elkander wil
len scheiden Men zou gedocht hebben en
Harry dacht en denkt dat nog dat door dit
huwelijk, mr. Francis zou ondervinden, dat
de smet, die er nog op zijn naam rustte, sinds
die Houldsworth zaak, weggcwischt zou zijn;
en Harry heeft allen grond om dat te denken
Mr. Francis heeft hem zelfs gezegd, dat dc
komst van Evie op Vail het gelukkigste voor
val was, dat hem in jaren getroffen had.
Waarom zouden zij dan niet met elkaar mo
gen trouwen
„Misschien is mr. Francis bang, dat de ge
durige herinnering aan dot voorval, die miss
Aylwin bij hem oproept, te pijnlijk voor hem
zal zijn," zeide Geoffrey.
„Lijkt je dot verklaarbaar vroeg lady
Oxted, „en als het al verklaarbaar is, zou een
mcnschclijk brein dan zoo iets schandelijk zclf-
zurhtigs kunnen bedenken
Geoffrey dacht een oogenblik na
„Neen, het lijkt mij geen goede reden toe,"
zeide hij, „ik (rek die woorden weer in."
„Maar kan je dan een andere beweegreden
bedenken
..O, maar u bent schendelijk," zeide Geoffrey
op eens, „u veronderstelt schandelijke din
gen."
.Jk heb niets verondersteld. Ik wou jouw
veronderstelling weten. Wat denkt jij er von,
Geoffrey
„U denkt, dot mr. Francis zou willen, dat
Harry in het geheel niet trouwde. U herinnert
u, dat hij Horry's erfgenaam is. Maar ziet u
don niet hoe bespottelijk die gedochte is Wie
heeft cr nu ooit gehoord, dat een oude man
van over de zeventig, zou willen probecren te
bewerken, dat zijn achterneef ongetrouwd
bleef Men zou even goed kunnen hopen, dat
men een kind zou kunnen opvoeden, en voor
komen dat het ooit vuur of een boek zag"
„O, jc bent verontwaardigd," zeide Lady
Oxted, „maar heb nog even geduld. Herinner
jc je nog wat je mij verteld hebt van dr. God
frey en dr. Armytage Geoffrey, wat voert
die slechte man doer uit op Vail Hij is vree-
selijk, dat zeg ik je. Hij is een van de zwarte
plekken in het geneeskundig beroep. Hartspe
cialist 1 Hij is een dokter met een bijzondere
handigheid gewetenloos en omkoopbaar.
Wat wil mr. Francis van hem hebben
Geoffre stond in groote ontroering op.
„Ik wil niets meer hooren," zeide hij met tril
lende stem, „het is u, die dingen veronderstelt,
die ik in woorden moet brengen. Zeg mij wat
u bedoeld zeg mij ronduit waarvan u hem
verdenkt."
Lady Oxted stond ook op.
„Als ik wist, wat mijn verdenking was, don
zou ik het je zeggen," zeide zij, „maar ik kon
cr zelf ook geen draad aan vastknoopen. Maar
in elk geval, hebben wij nu long genoeg ge
praat."
(Wordt vervolgd)