[koffiehuis:® L. J. LUIJCX Zn. De Geheimzinnige Tal:sman. VtiHicf Garneerïng- en Mode-Artikelen 25 Jaargang No. 241 AMER5FOORTSCH DAGBLAD „de eemlander" TWEEDE BLAD. FEUILLETON. KOLONIËN. BINNENLAND. Zaterdag 9 April 19.7 MODE EN LEVEN. (Nadruk verboden). Er is, zoolang de mensdhen Jdeeren h-ebben gedragen, op d-e mode gesmaald. Toevallig trof dezer dagen mij een be* schouwing over dit onderwerp van den fiinzinnigen Fénelon, den Fran-schen bis schop, die tijdens den zonnevorst Lodewiik XTV een boek heeft geschreven over de opvoeding van meisjes. Fénelon merkt op, dat de mode zidhzeJve doodt, want, zegt hij, „zij wil altijd het vol maakte en vindt het nooit; ïènminste ZL blijft er nooit bij. Zij zou redelijk zrijn, indien zij èn voor het gemak èn voor de bevallig heid de volmaaktheid bereikt had. Maai altijd veranderen mag eer een zoeken naar het onstandvastige en regellooze heeten dan ware beschaving of goede smaak." Deze opmerking heeft mij te denken ge geven. Hetgeen de beroemde aartsbis schop tegen de mode aanvoert, schijnt m:j juist haar rechtvaardiging te zijn. En het hangen aan de mode dunkt mij niet een openbaring van oppervlakkige grilligheid, maar omgekeerd een getuigenis van diep inzicht in de wetten des levens. De kenschets, welke Fénelon hier geeft van de mode, is immers de kenschets van t leven zelf. Heel het leven streeft naar volmaaktheid, maar vind-t ze nooit en is daardoor tot eeuwigdurige wisseling ge doemd. Wel meenen wij op een bepaald oogen- blük het volmaakte te hebben bereikt, en we namen ons voor, ons thans neer te leg gen bij hetgeen onovertrefbaar schijnt, maai de voortschrijdende ontwikkeling dwingt ons, de uitkomst van onzen arbeid te her zien. En missen wij hiertoe langer de kracht, zijn wij te oud geworden en te verstard, dan zijn het onze kinderen, die met hun critieik klaar slaan en op hun beurt naar nieuwe volmaking gaan streven. Kunnen wij ons voorstellen, dat onze voorouders eenmaal gemeend hebben, dat hun wetenschap, hun staatsinrichting, hun smaak, hun geloof het hoogste was. wat op aarde valt te bereiken Wij glimlachen nu om de onbeholpenheid van hun pogen. Zal zoo het nagesladht weei niet om onze onbeholpenheid lachen? Ernstig heeft onze overgrootvader ge meend, dat een staartpruik het toppunt van schoonheid was en onze overgrootmoeder achtte den hoepelrok het sieread bij uitstek. Nu vinden wij deze mode zoowel ongerief lijk als onbevallig. Wij zweren thans bij het korte haar en de los om het lichaam plooien de kleeding. Eens komt de tijd, dat men zal uitroepen: „Hoe heeft men het in die on gemakkelijke en onbevallige dracht kunnen uithouden! „De mode", zegt Fénelon, „zou redelijk rijn, indien zij alleen veranderde om dan niet meer te veranderen, als zij èn voor het gemak èn voor de bevalligheid de vol maaktheid bereikt had." Maar wie maakt uit, wanneer die volmaaktheid bereikt is? Duidelijk blijkt, dat de tijdgenoot niet on bevooroordeeld staat tegenover den smaak zijner dagen. De toekomst zal oord'eelen, en meestal veroordeelt zij. Laten onze vrouwen en meisjes het pakje aantrekken, den hoed opzetten, welke zij voor tien, voor vijf jaar hebben gedragen, en zij zullen schateren voor den spiegel Eenmaal waren die hoed en dat pakje in- tusschen 't volmaakte. Het volmaakte ech ter voor een bepaalden tijd. Elk tijdstip heeft zijn volmaaktheid, maar geen volmaaktheid duurt eeuwig. Volmaaktheid, gelijk de mode, doodt zichzelve, en het is maar geluk kig, dat zij dit doet. Wat zou er overblijven voor den soheppenden geest, indien er niets meer te verbeteren viel? Geeft niet het uit vinden, h-et ontdekken de grootste vreugde? De mode is koningin; als onbeperkt heerscheresse dwingt zij de wereld naai naar het Engelsrh van E. P BENSON. „Ja, maar men legt .geen geladen geweer in het bagagenet," zeide Geoffrey, „het is toch meer gebruikelijk om een geweer uit elkaar te nemen en in een hoes te doen als men per trein reist. Bovendien is dit buiten quaestie, want Harry had dit geweer niet meegenomen naar Schotland. Daar zijn ook nog andere gevolg trekking hebben doen maken een andere op lossing om het Ongeluk te verklaren," verbe terde hij zichzelf. „Wat voor omstandigheden" vroeg mr. Francis, „ga toch door, mijn beste Geoffrey, ik ben vreeselijk verlangend alles van dit ontzet tend geval te hooren. O, God rij gedankt, dat hem niets overkomen is I" Nog voor dat hij had uitgesproken, had Ge offrey, die eerst nog geaarzeld had, wat hij hem zeggen zou, zijn besluit genomen. Hij on derdrukte een geeuw, en schonk wat whisky en soda in zijn glas. „O, verschillende omstandigheden," eidc op een langzamen, wel overwogen onverschil ligen toon, alsof het onderwerp hem verveel de een er van, moet u welbekend zijn U had Harry's geweer gebruikt een paar dagen geleden den dag, dat wij hjer kwamen. U hebt toen een haas aangeschoten herinnert o zich dat niet? dicht bij het faisantenveld, en toen bent u weer naar huis gegaan na maar één schot gedaan te hebben. Toen hebt u ook, haren wil. Wie haar weerstreeft, maakt zich onmogelijk, bant zich "uit de gemeenschap, wordt een paskwil van -een mensch. Is dit aan de mode te wijten of aan den weer- strever? De weerstrever van de mode is de weer- strever van 't leven. Hij is de gcmaüczucli- tige, die zich te weden stelt met de betrek kelijke uitkomst van zijn tijdelijken arbeid. Hij is vermoeid en wil rusten om rich te verlustigen in hetgeen hij bereikte. Zelf genoegzaam aanschouwt hij hetgeen hij vol maakt acht. Niet langer behoeft 'hij te pein zen, niet langer te streven. Voor rich en voor 't nageslacht tot het einde der tijden heeft hij het scheppingswerk zijner handen voleindigd. Wat moet hij meer doen? Wet hebben zijn kinderen en kleinkinderen zich met zijn gewrocht te bemoeien? Laten ze blij zijn met wat hij voor hen deed en laten ze rusten als hij. Onhoudbaar zou t leven wezen, een on uitstaanbare kwelling, zoo ooit de volmaakt heid bereikt werd. Wat mogen we denkbaai rijn, nu elk volgend tijdstip het vorige doodt om nieuw leven een kans te geveh. De mode, die lastige, namnver tevreden zich stellende, vervormende en verbeterende mode dwingt ons, gemakzuohtigen, immei waakzaam te wezen, immer frisch onze oogen open te zetten voor den smaak en het inzicht van den komenden dag. Zoo houdt rij ons lenig en levendig; zoo voor komt zij, d'at wij verouderen en verstarren vóór onzen tijd. De mode, dat zijn niet alleen kleeren; dat rijn eveneens onze gedachten, onze verhou dingen en toestanden, onze levensbeschou wing en ons geloof. De staatsinrichting, de huishouding, de omgang, het verkeer uit vorige eeuwen rijn thans even belachelijk ais staartpruik en hoepelrok. Even belache lijk als eenmaal in de oogen van 't nage slacht, onze staat, ons gezin, onze opvattin gen omtrent vriendschap, liefde, fatsoen zullen zijn. Is de mode te laken? Dan is 't leven te laken. Het leven, dat immer zichzelven doodt om rijn voortbestaan mogelijk te ma ken. Want een versteening, of rij haar dracht en kleeding dan wel de belaingrijkei dingen des geestes betreft, kan geen lever, meer heeten. Altijd veranderen, maar niet uit een gril; altijd veranderen, wijl het vol maakte van geslacht tot geslacht, van mo ment tot moment, in nieuwe gestalte voor zijn beschouwer staat; altijd veranderen, onv- dat alleen door verandering ontwerpen en «■beiden mogelijk is, dit is het kenmerk van immer scheppende en herscheppende mode en leven beide. H. G. CANNEGIETER. RECLA*'17*. Van T—4 regels 4.05, elke regel meer L— Oost-IndiS. DE MEDISCHE HOOGESCHOOL TE BATAVIA. Benoemingen. Batavia, 8 April. (Aneto.) Aangewezen zijn tot gewone hoogleeraren aan de Medische Hoogeschool: Voor medisch onderwijs prof. J. Boeke (uit Utrecht); de directeur van de S.T.O.V.I.A., dr. A. dc Waart; het waarnemend hoofd von dei. Dienst der Volksgezondheid, dr. L. Otten; de directeur von het Havenziekenhuis to Rotter dam, dr. C. D. de Langen; en de leeroar aan de N.I.A.S., dr. R. Lesk. Tot buitengewoon hoogleeraren zijn be noemd de leeraren aan de S T.O.V.I.A., dr. W. A. Mijsberg, dr. W. Radsma, de heer N J. A. T. Boerma en de onder-directeur van de ST.O.V.IA, dr. C. Bakker. Voor het propacdeutisch onderwijs zijn aangewezen de directeur van 's Lands Planten tuin te Buitenzorg, dr. W. M. Doctors van Leeuwen, het hoofd van het Laboratorium vooi het onderzoek der zee dr. H. C. Dclsman, het hoofd der ofdeeling Pharmacie van het Ge neeskundig Laboratorium te Weltevreden, di. B. C. P. Jansen, en de directeur van het Ob- I Verhoogt l w werkkracht en energie 25 terparing, spaart Uw hours! ■'Adam Tal.44346-A'.ooit Tel. 1200 LANGESTRAAT 49 'n onze afcleelinq ontvangei wij dagelijks de nieuwste snufjes. servatorium tc Batavia, dr. J. Boeremo, allen als buitengewoon hoogleeroar. Prof. Boeke is slechts voor één jaar aan de Hoogeschool verbonden, treedt op- als voor zitter van de faculteit en wordt daarna als ge woon hooglecraar opgevolgd door dr. Mijs berg. De heeren Radsma en Boerma worden bij den aanvang van de colleges tot gewoon hooglecraar benoemd. De gewone hooglecraar in algemeene ziektekunde is nog niet gekozen. DE RESIDENT VAN DJAMBI. Batavia, 8 April. (Ancto). De resident van Djambi, dc heer G. J. von Dongen, hoeft het voornemen met Juli ontslag aan tc vra gen. Batavia, 8 April. (Ancto). Den hoofd inspecteur, ve/n den dienst der in- en uitvoer rechten en accijnzen den heer F. L. Panne- koek is op zijn verzoek met 1 September eer vol ontsleg verleend onder dankbetuiging voor de vele en gewichtige diensten den lande bewezen. RADIOVERKEER NEDERLAND-NED. INDÏË. De toeneming duurt voort. De toeneming van het radiotclegroofverkee, tusschen Nederland en Ned. Indië (recht-" strccks en via Amerika) duurde ook in het eerste kwartaal von 1927 voort. De opbrengst, voor zooveel het aan Neder land toekomende aandeel betreft, bedroeg over het Ie kwartaal van 1927 rond 248.000 te gen rond 237.100 over het eerste kwartaal van 1926. UIT DE STAATSCOURANT. Toegekend dc zilveren eerc-mednille O. N orde aan A. Macs te Haasteren, chef-werk meester bij de SloohitraniwegMij. Antwer penBergen op Zoom—Tholcn. benoemd in do plaats van wijlen M. This- sen te Zeist als plaatsvervangend lid van de Wildschade-commissie in de provincie Utrecht A. Sprengcr te Loosdrecht, Bij K. B. is benoemd tot lid van de Rijks Commissie voor de Keuring van Trckpaar dén: B. C. Puijlaert te Sas van Gent. Bij K. B. is aan W. J. F. Juten op zijn ver zoek met ingang van 1 Mei 1927 eervol ont slag verleend als burgemeester der gemeente Wouw. Benoemd tot lid tevens voorzitter van den Voogdijraad Dordrecht. R. Torenbeek, li I van dien Raad on tot lid van dion Rand Mr C. van der Poel Hiddineh, griffier bij het kantongerecht te Dordrecht, wonende aldaar Tevens belast met de directie der Straf gevangenis te 's C.ravenhage W. GijscWee nink, directeur der bijzondore strafgevan genis aldaar. Vergunning verleend tot het aannemen en dragen van ordeteekenen van Ridder in de Orde van het Legioen van Eer van Frankrijk aan Kapitein P. W. Schnrroo van het Wapen der Genie; idem van Commandeur 2c klasso in de Orde van Danncborg. hem geschonken door den Koning van Denemarken aan Luite t ant-Kolonel J. G. Pnbst, commandant van 'iet lo regiment huzaren; idem van Commandeur 2e klasse dor Orde van Sint Olaf, hem geschonken door •n Koning van Noorwegen aan Luitenant 'oloncl van den Gencrnicn Staf J. H. Har cnberg, commandant der Luchtvaartaf- Iccling. EERSTE KAMER. Stootsvisschcrshnvenbcdrijf tc IJmuidcn. Bij het ofdeclingsondcrzoek over de begroo ting voor 1927 sproken enkele leden hun vol doening uit, dot een commissie zol worden in gesteld, ten einde tc onderzoeken of het mo gelijk is em voor het Staotsvissohersbcdrijf to IJmuiden tot een sluitende rekening to ko- Bestrijding handel in vrouwen enz. Volgens het voorloopig verslag over het ontwerp tot wijziging van het Wetboek von Strnf»echt en van de Uitleveringswet in ver band met de verdragen ter bestrijding van den handel in vrouwen en kinderen en ter beteugeling van dc verspreiding van en den handel in ontuchtige uitgaven werd dc opmer king gemaakt, dat nog altijd in sommige uit stalkasten von boek-, beelden- en plaatwinkels, vooral in de groote steden, zedekwetsende voor werpen worden tentoongesteld. Hieraan werd dc vraag vostgeknoopt, of de bestaande wet daartegen geen voldoende waarborgen bevat, dan wel of zii onvoldoende wordt uitgevoerd en gehandhaafd. Gaarne wenschte men te ver nemen, of het voorgestelde ontwerp dc ver betering van dit euvel kan bevorderen. Schadevergoeding oan kweekers. Bij het afdcelingsonderzoek over het desbe treffende ontwerp verklaarden enkele leden daaraan hun stem niet te kujmen geven, aan gezien deze kweekers volgens hen een rechter lijke beslissing hadden moet uitlokken Andere leden kwomen hiertegen op en be toogden, dat niemand de in casu toegebrachte schade had kunnen voorzien en zioh doartcgcd verzekeren. Aangezien dc Regccring genood zaakt is geweest deze sohade toe te brengen is zij h.i. ook gehouden die te vergoeden. TWEEDE KAMER. Wees- en Momboirkamers. De Minister van Financiën heeft aan dc Ka mer overlegd een verslag aangaande den toe stand der bij de wetten van 20 Augustus 1859 en 14 November 1879 bedoelde fondsen, stich tingen en kapitalen over 1925. De rekening over 1925 wijst o.a. een bedrog aan van 69174, 235 voor uitkccringen, ter wijl een bedrag van 40.727,54 oan inschrij ving op het 2 Vi%0 grootboek werd te gelde gemaald voor de stichtingen dc Brienne en Bouchillion. Voor eon bedrag von 407,27 aan inschrijvingen op gemold grootboek werd aangekocht, terwijl een som van ƒ951,88 in 't Rijkskas werd gestort wegens ten laste van dc stichtingen komend odministraticloon. GRENSWIJZIGING VAN HAARLEM. Memorie van Antwoord. Verschenen is de memorie van antwoord op het voorloopig verslag over het ontwerp tot wijziging van de grenzen van Haarlem, Velser*, Bloemcndool, Heemstede, alsmede Haarlem- merliede en Spaarnwoude en ophefling van dc gemeenten Schoten en Spaaindam. Tot dusver zegt de minister is nog nooit bij de honderden grenswijzigingen, die sedert de invoering van de Gemeentewet zijn ontworpen, een historisch-juridisch verband naar voren geschoven als argument tegen vcr- eeniging van gemeenten. Niet het verleddn, maar het heden moet beslissen over de vroog van al of niet samenvoeging. Inderdaad is het juist, dat, wanneer de Am- sterdamscho en Zaankantsdhe forensen in Heemstede worden bijeengenomen, hun aantal iets grooter is, dan dat der Haarlomsche fo rensen; het verschil is echter zoo lutter 312 tegen 288 dat het geen gewicht in do schaal legt. De minister is von oordeel, dat dc gevoerdo argumentatie te veel stoot op den bodem der bijzondere gemeentelijke belangen. Men moet zich echter bij bcoordeeling van vraagstukken als de onderhavige stellen op een hoógcr pion. Niet dc bijzondere belangen van de gemeen ten A cn B moeten tegen elkaar worden afge wogen, nar 'het daarboven uitstekend algemeen belang moet bij uitsluiting richtsnoer zijn. Hoe wel do gemeente Heemstede ernstig wordt ge troffen, valt toch niet te ontkennon. dot het overblijvende gedeelte met een belastbaar in komen van ongeveer 10 milliocn gulden en zeer matige belastingen een zeer behoorlijk bestaan zol kunnen worden bezuinigd. Het argument van oen exodos vnn welgc- steldcn is ook bij vroegere annexaties gehoord doch in dc practijk is het steeds meegevallen Moeilijkheden ten aanzien van het bezoek der scholen, gelegen onder Ovcrvecn, zijn niet tc vrcczen. Dat het bij de Tweede Komer aanhangige ontwerp tot 'herziening der gemeentewet dooi den minister om advies zou zijn gezonden non de burgemeesters van Breda, Utrecht cn Gro ningen, berust op een misverstand. Het ging hier om adviezen inzake intercommunale sa menwerking In afwachting van do oplossing von dot moeilijke vraagstuk mag gemeente lijke ontwikkeling niet worden stopgezet en twee dier burgemeesters waren zoozeer van dc juistheid von deze opvatting overtuigd, dot zij daarvan zelfs een voorwaarde mual tcn voor hun bereidverklaring om te odvisecron. BREDA's ANNEXATIE-PLANNEN. Dc minister, van iBnncnlandsche Znkon en Landbouw betoogt in zijn Mcmorio van Ant woord oan dc Eerste Komer, over het wetsont werp tot uitbreiding von de gemeente Bredu, dot er hier inderdaod ccn noodtoestand be staat, waarin zoo spoedig mogelijk moet wor den voorzien, wil niet het algemeen belang worden geschaad. Intercommunale samenwer king kan hier geen uitkomst bieden, omdat zij een onnntuurlijken geleidelijken ontstonen toe stond kunstmatig zou bestendigen. BRIEVEN PER TREIN. Posten op dc bngogcburcoict der stations. Vanwege hel hoofdbestuur der posterijen en Telegrafie wordt het volgende medegedeeld: Reeds sedert ccnige jaren besloot aan de spoorwegstations gelegenheid om voor het binnenland bestemde, niet aangeteekende ex presse-brieven ter verzending aan de bogogo- burcaux af te geven tot uiterlijk tien minuten vóór het vertrek vnn den trein, waarmede do verzending moet plants vinden. Met ingnng von 15 Mei a.s. zal ook voor gewone binnenlandsche niet aangeteeken de correspondentie de gelegenheid tot deze wijze van verzending geopend worden. De aangeboden stukken mogen een gewicht van 509 gram niet te boven gaan (dit geldt met ingang van genoemde dotum eveneens voor dc expresse-correspondentie), terwijl voor elk stuk, boven dc frankecring ccn extrn-vcrgoc- ding van tien cent verschuldigd is, dat in gereed geld aan het bagagebureau moet wor den voldaan De aanbieders von expresse-stukken worden er aan herinnerd, dnt aon het verlangen tot expresse-bestelling alleen gevolg wordt gege ven, indien het port en ten minste een bedrog van twintig cent wegens expresse-recht in fran keerzegels op dc stukken zijn verantwoord. NED. MEISJESGILDE. Jaarvergadering. Dezer dagen werd in het Podvindstershuls to Amsterdam de jaorlijkschc olg. vcrgodcring von het Ned. Meisjcsgildc gehouden onder presidium van Dr. M. dc Buy Wenniger- Hul- sebos uit Rotterdam. Deze wees in haar ope ningswoord op dc groei van het N. M. G. in het afgeloopen jaor donk zij het voorbeeld cn het doorzettingsvermogen van dc Gildcleidstcr en al wie hoor ter zijde stonden. Wel verre van de slanke lijn, dc ondervoeding en de of- fectotie von dezen tijd na te streven, ziet dc pad vindster hoor vreugde groeien bij eenvoud soberheid, en begrip van levenstaak. Het Ie* vensoffer blij cn waardig tc volbrengen dot is hoor streven. Het jaarverslag van de secretaresse ver meldde de viering van het 10-jorig jubileum ongetwijfeld zonder er bij te denken, de tweede patroon van den linkerloop in den rechter ge daan. Dat herinnert u zioh misschien niet eens meer; maar het verklaart ten minste waarom de linkerloop schoon was. T'oen heeft die luie schelm van een knecht van u, die, naar men mij gezegd heeft, altijd uw geweer schoon maakt, verzuimd dit te doen en de patroon is er in blijven zitten. Zoo hebben ten minste Hor ry en ik het geval verklaard." Opeens gingen mr. Francis' honden, alsof zij aan vecren zaten naar zijn hoofd, en hij gTeep wanhopend in zijn haren. rrHet is waar het is maar al te waar I" steunde hij, „ik heb Harry's geweer gebruikt; twee dagen geleden heb ik er nog mee gescho ten. Zou ik die patroon er in gelaten hebben Het is mogelijk het is vreeselijk, maar het is mogelijk I O, mijn God, wat een vreeselijke straf voor een kleine onachtzaamheid I En wat een les Denk eens als hij zichzelf geschoten had. O, bedenk dat eens Geffrey sloeg hem een paar minuten in stilte gade, terwijl hij zichzelf in rijn stoel heen en weer wiegde. „Kom, kom," zeidc hij eindelijk, „er is niets gebeurd. Met een paar shillings aan hout cn pleisterwerk is de schade weer hersteld. O, ja, en nog een extra stuiver voor de patroon, vol gens Harry. Maar dat eene schot vulde bijna de weitasch, zoools mr. Winkle zeide, en meer nog dan dat." Dczo koele en onsympathieke vertroosting had een verwonderlijk uitwerking op mr. Fran cis. Zijn schulden hield op, zijn handen lieten zijn hoofd los en langzaam kwam een droevige glimlach op zijn gelaat. „Mijn beste jonngen," zeide hij, „je hebt zulk een onschatbaar gezond verstand. Het geeft natuurlijk niet om over gedane zaken te treuren. Wat je daar zeide was als een koude straal water over een van pijn kloppend hoofd ja, en over een door droefheid getroffen hart. Maar vertel mij eens, is Harry heel boos op mij Geeft hij mij de schuld, waar hij alle reden toe heeft „Wel neen, hij is eerder geneigd om over het geheela geval to lachen," zeide Geoffrey, „hy weet, hoe eenvoudig en om zoo te zeggen, natuurlijk het geval zich heeft toegedragen. Hij is evenmin boos. als dat hij gisteren boos was to.enOpeens hield hij op, daar hij zich bedacht, dat hij Harry beloofd hod, mr. Fran cis het geval van den ijskelder niet to vertellen. Maar dolgraag had hij zijn woord gebroken. Weer had er een opmerkelijke verandering met mr. Francis' gelaat plaats, en zelfs in het midden van deze middernachtelijke schermut seling, dacht Geoffrey wat een uitstekend co- mediont hij zou geweest zijn, ols hij maar had kunnen besluiten zijn onloochenbare talenten te wijden aan die onschuldige, schoone kunst. Zijn glimlach was verdwenen, een verschrikt man zat daar, die zijn lippen bewoog, alsof zijn mond droog was. „Gistcien I Wat van gisteren?" vroeg hij. „O, niets," zeidc Geoffrey, „ik was evenals •u vergeten, dat het al morgen was. Weet u wel, dat ik ergen slaap heb." Dit was niet kwaad bedacht, want mr. Fran cis kon moeilijk weigeren een uitvlucht aon ten emen, die hij zelf bedacht had en Geoffrey had moeite om zijn lachen in te houden. Moar zoodro mr. Francis begon te spreken, was hij weer een en al oor. „Het is wel wat erg om je op te houden,' zeide hij, „maar eerst moet je mij toch wat meer vertellen ver dit vreeselijke ongeluk. Wal was er nog meer? Wat weet je er nog meer van?" „Er is niets meer te vertellen," zeide GeoT- fiey, met opzet e-'^n ophoudend; want zijn pion was nu om mr. Francis schrik aon te jagen, en dit wilde hij lang/asm en grondig doen. „Wat zou er meer te vertellen zijn? Het heeft geen minuut geduuirl. G- occltelijk, vrees ik, door uw schuld, gedeeltelijk door uw knecht, is de po- troon in Harrys geweer blijven zitten. O, ja, nu u alles tot in de fijnste puntjes wilt weten, dan was er nog een kleinigheid, die u misschien nog wel interessetien zol. Het kwam mij voor toevallig dat ik naar Harry keek alsoj het geweer niet dadelijk meegaf, toen hij het uit het rek nam. Hij vatte het beet, begrijpt u wel, en toen gaf hij het een rukje. Nu geloof ik vast, dat deze tegenstand, wat het dan ook was, de reden is geweest, dat het geweer afging." „Misschien dat de trekkei ergens aan is blij ven haken," veronderstelde mr. Froncis. „Dnt geloof ik niet,' zeide Geoffrey terloops „Maar zoo iets moet het toch geweest zijn," zeide mr Francis, ,of het moet misschien v/eJ louter verbeelding van je geweest zijn." „Dot geloof ik evenmin," zeide Geoffrey, „een geweer, zelfs al is het geladen en de hoan gespannen zoosis met dit het geval moet geweest zijn gaat niet van ielf af, als men niet aan den trekker komt. Bovendien vond ik, toen ik de planis nauwkeurig onderzocht Hij hield opeens stil en keek op naar mr. Francis Vlug veranderlijk als een hagedis, wa ren onmiskenbare angst en schrik voor een oogenblik op diens gelaat te lezen en ook da delijk weer verdwenen. „Je vondt?" vroeg hij, met ingehouden adem „O, ja, daar herinnert u er mij weer aon. Ik vond een kleinigheidje een heel kleinigheid je maar maar d$t toch nog wel kan blijken van veel belang te zijn. Het is eigenlijk belache lijk! Ik kan het a heusch niet vertellen. Laat ik het maar liever vooi mij houden." „Moor, mijn beste Geoffrey," zeide mr. Fran cis, „dat is toch rc erg, je vertelt mij een ge schiedenis en n!s lief op dc ontknooping aan komt, houdt je op." „U hebt gelijk," zeidc Geoffrey, „cn ik vraag u excuus In elk geval heb ik dc plaats zorgvul dig onderzocht en notitie genomen von een klei ne omstandigheid Ik vroog u weer excuus." Opeens kwam dit nachtelijk bezoek Geoffrey in een onder licht voor. Het is waar, mr. Fron cis was hier gekomen op een uur, dot hij rede lijkerwijs kon /ai onderstellen, dot iedereen naar bed was, maar toch was het niet heel waar schijnlijk, dat hij deze moeite zou genomen hebben en zelfs /.«>o n kleine kans zou gewaagd hebben van ontdekt te worden, alleen om te on derzoeken hoe hel ongeluk van dien morgen was afgeloopen A'.s hij hier eens voor een an dere reden was gi-komen misschien wel om dot kleine bcwijss'ukje te vernietigen, het bewijs misschien wel, dnt zich nu bevond in Geoffrey's eigorettenkoker? „Ik wil je notuurlijk niet dwingen, mijn beste Geoffrey," antwoordde hij, „maar bedenk eens, ol het niet verstandiger zou zijn het mij tc ver tellen." Geoffrey zweeg, maar dezen keer omdat hij werkelijk eerst, even moest nadenken. .(Wordt vervolgd)

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1927 | | pagina 5