KINDERRUBRIEK.
S)
Oe rubr.ek van Oom Kare;
Den vorken keer schreef ik jeliri al even over
een aanstonden opstellenwedstrijd. Ik deed dat
naar aanleiding van verschillende vragen dJp
ik in de briefjes kreeg, of cr weer gauw een
wedstrijd kwam. Nu, jelui weton voor een wed»
strijd voel ik altijd heel veel. Maar het ging
er maar om, wat voor wedstrijd of dat moes'
worden. En toen leek het mij het beste, dat
wo maar weer eens een opstellenwedstrijd o*-
ganiséefén. De Pnaschvecontie staat nu weer
gauw voor do deur en dan gaan de meeste»*
van jelui toch wel eens een dagje uit. Dan
wordt er heel veel genoten cn plezier gemaakt.
Dus stof genoeg om in een opstelletje het een
en ander te vertellen Do een zal na
tuurlijk meer te vertellen hebben dan de an
der, maar dat hindert niets. Schrijven jelui nu
allemaal maar eens iets over jc Paaschvocon-
tie. Denk er don even bij. dnt dc opstellen in
de krant komen, dus het papier moor aan
één kant beschrijven. Wonneer dio opstollen
ingeleverd moeten zijn zal ik jelui nog wel
vertellen. In ieder geval krijg je daar ruim
schoots den tijd voor. En natuurlijk komen er
prijzen voor. Hoeveel, dat Is nog een verras
sing. Jelui kunnen dus gerust gesteld zijn
er komt weer een wedstrijd. En als jelui duor
nu eens allemaal aan meedoen, dan ben ik 01
long tevreden. Ik reken dus op jelui medewor-
king.
Don heb ik jelui nog wat to vertellen, Tk
krijg steeds nog enkele brieven, waarop staat
„Aan het Amersfoortsch Dagblad". Die komen
tenslotte toch wel bij mij terecht, maar hrt is
toch veel beter als jelui cr onzettcn,, aan Oom
Karei". Dan kun jc er verzekerd ven zijn dot
ze góed en op tiid terecht komen. Willen jelui
daar dus aan denken.
RAADSELS.
Oplossingen van de vorige weck.
De oplossingen van de vorige raodsels wa
ren
L Spreken is zilver, zwijgen is goud met de
woorden prikslee, sein, grond, wissel, zorg,
zeug en rijp.
II Het telefoonhuisjo bij hot politiebureau
met de woorden Uithoorn, literatuur, lepel.
Jan, leest, hoon en bieten.
Prijswinnaar is dezo weckHansje me
Knecht Hij kon zijn prijs a.s. Maandag aan
onze bureaux komen afhalen.
NIEUWE RAADSELS
I Mijn geheel bestaat uit 2 woorden samen
18 letters.
6, II is er s winters meestal.
7, 10, 18 is een huisdier.
18, 4, 5 is kinderspeelgoed.
7, 4 is een verkorte jongensnaam
8, 9, 8 is voedsel.
17, 12, 13, 3, 8 is een tuinmanswerktuig.
2, 3, 4, 7 is bedwelmend.
1, 16, 15, 2 vindt men aan rivier en kanalen.
14, 2, 15, 18 is een dier.
(Ingezonden door Rozenknop.)
n
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
Op de Ista rij een medeklinker
Op de 2e rij een vrucht.
Op de 3e rij een plaats in Noord-Brabant.
Op dc 4e rij gebruikt men 's zomers in den
tuin.
Op de 5e rij het gevraogdo woord.
Op dc 6c rij het tegenovergestelde van
bérucht.
Op do 7e rij een dier dat te water cn op
het land kon leven.
Op de 8c rij een maand.
Op de 9o rij een medeklinker.
Met geheel is dc naam \an een groot mu
sicus, die onlangs nog herdacht is
VOOR DE NICHTJES
Blauwe Distel vroeg mc in haar vorigen
brief of ik haar ook in kan lichten omtrent het
schnblonecren Nu dat werkje zelf is heel een
voudig. Jc logt een blad vloeipapier of karton
op je tafel, waarop jo eerst de stof, die je be
werken wilt, met punaises vaststeekt. Dan leg
je het schnbloon (patroon) op de. stof en steokt
dit ook vast In eer. verfbokje doe je don wat
Tolcnsvcrf of cm andere soort verf en doopt
hierin het schnblonecrkwastje, doch jo moet er
steeds voor zorgen, dot cr niet te veel verf
aan zit. Vervolgens stamp je door de openin
gen van hPt sehabloon op de stof. Als jc alle
openingen gedaon hebt, haal jo het sehabloon
er af en laat dan de stof drogen.
Om do verf wat dunner te maken, kan jc er
een kleinb cetjo Stencil Medium bijvoegen,
wot jc in allo boekwinkels wel kunt koop'n en
waardoor de verf dan gemakkelijker uit to
strijken is. Voor het schobloneercn moet je een
stug. kortharig kwastje gebruiken.
Wat het figuren zoeken betreft, dat is zoo
gemakkelijk niet. Eerst moet jo een ontwerp
maken en dot op geolied papier, dat speciaal
voor schobloonen tc krijgen is, overtrekken.
Dan moeten do figuren cr uitgesneden worden
en dat valt ook niet mee, dat is een erg nauw
keurig werkje. Ik zou me er ook monr niet oen
wagen als ik jelui wcs. Jc kunt de patronen
veel beter kooncn, d'.c je noodig hebt.
Don vraagt Blauwe Distel me nog naar eer
patroon vóór èen gehaakt of gebreid WecJ»A
Dc zal er weer eens een opzoeken hoor en het
dan weer voor jelui uitschrijven.
Van Orchidee kreeg ik nog een aardig mo
delletje voor een theeschermpje, Dit is ook
wel iets voor de kleinere nichtjes denk ik. We
hebben hiervoor noodig 6 leuke of 6 mooie
prentbriefkaarten. Telkens leggen we twee
kaarten met dfe achterzijden tegen elkaar, dus
het plaatje naar den buitenkant. We krijgen
zoo dus drie paar kaarten. Dan fcstonnceren
we deze kaarten twee aan twee om met wol
of zijde, zoodot ze goed aan eikoor- blijven zit
ten. Als ze don omgcfestonnecrd zijn nemen
we 2 lintjes von dezelfde kleur als de wol of
dc zljdo dio we gebruikt hebben of zoeken een
bljpossendö kleur lint; hiormedo strikken wc
do drie gedeelten aan eikoor, dus één lintje
tusschen het eerste on het tweede paar knar
ten en één lintje tusschen het tweede en het
derde paar kaarten.
Vroeger moaktc ik ook wel eens dergelijke
thecschermpjcs. Ik zocht don 6 bij elkaar pas
sende kaarten uit, b.v. landschapjes, kinder
kopjes of bloemch. Op die manier kreeg ik don
heel aardige schermpjes
TANTE BETS
VAN ONS MOOIE AMERSFOORT.
(Vervolg.)
Onlangs lag k con keer te droomen.
Languit op m'n ledikant.
Daar zag 'k kabouter „Old" aankomen.
Van verre wenkend met z'n hnnd.
Hij is zoo héél, héél oud dio kleine,
Wol honderd, nee, wel duizend joor.
Weet steeds von alles 't mooie, 't fijne.
En 't mooiste is, 't is alles waar f
Soms grnpt hij met do boel een beetje.
Of houdt me wol eens voor den mal
Moor ik ik ken hem en begrijp 't weet jé
Zoodat hij mij niet foppen zalr
Nauw' zot hij naast me of hij kuchte.
En zei ,,'k weet vnn Oud-Amersfoort,
Iets, toen men dnnr von SchnffTaor duchtte.
En Perrol (heb je 't ooit gehoord?)
Toen Bisschoppen 't Sticht regeerden.
Met ijzren hond, in daad en woord I
Nu zeg ik „wil jo 't mij vortéllen.
Dan zet ik 't weer in de krant.
Hij lachte z'n voorhoofd ging aan 't zwellen.
Ik dehk von vreugde of verstand.
Maar eer hij begon, och lieve Mnd*ren,
Moest hij nog klout'ren op m'n kast.
Ik Zei„kom, loot je niet verhlndrcn.
Maak voort dnt treuz'len geeft moor lost,
Toen begon hij. Lieve menschen,
't Was als had hij grooten haast,
Tc Zou hem icdron necht niet wcnschen,
't Zij in m'n bed of wel er naast
't Is eeuwen, jo eeuwen geleden.
Toen kwam langs den Hcogcnweg,
Een ridder te paard aangereden.
Onthoud.nu ©ens wat ik U zeg,
Dnar stonden toen schuren en stallen.
En bergen van stroo en van hooi.
Het zou jo niet mee zijn gevallen.
Van dien kont was 't stadje niet mooi I
De man sprong van 't paard cn riép lulde
Hallo f breng wat haver cn brood,
M°n wist daar wel wat dat beduidde.
Doch olies bleef stille en dood,
Tot eind'lijk van boven een hooimijt,
Ben wezen kwam nedergedeoald.
Krom en mismaakt en de kwoadheid.
Van den ruiter had spoedig op hem zich
bepaald
„Wel Heintje, waar bleef je, kom spoedig,
Ik moet naar den wapensmid heen.
Meester Wouter, zoo vroeg 't ventje moedig?"
Ja, lomoerd, anders is or toch geen.
Zorg jij dnt m'n pnnrd in die stonde,
Wordt verzorgd, gevoederd, gerost,
Go^d Heer, sprak ons He-ntje, geen wonde,
Krijgt het beest, ik blijf trouw op m'n post.
(Wordt vervolgd).
LEMKA
GESCHIEDENIS-REPETITIE.
(Ingezonden door LecsgTaag.)
Zeg, Nichten en Naven, luister eens even
W© moeten geschiedenis repeteeren
En hebben we bar veel te lecren.
Luister nu of alles wel waar is
En of 't heel helder en klaar is.
Toon Nederland dus geschapen was
Kwamen de Batavieren alras
Ze jaagden veel op 't eedle wild
En er werd menig haasje gevild,
D rus us groef, geloof fk, een gracht
En Karei de Grootc heeft ens de scholen
gebracht.
Toen kwam al spoedig Jocoba van Beieren,
Die bokte potjes, schotels en stcencn eieren
Toen kwam, meen ik, de Watergeus.
En boorde Alva den Briel door den nous
W© hebben veel grootc mannen gehad
Zooals Michiel, die draaide aan 't rad,
En Hugo de Groot, die reisde per kist.
En ze zoo lekker beetnam door die list.
Don had jo in Breda 'n turfschip vol soldaton,1
En bij Haarlem, hutspot, dio do Spanjoordon
aten. I
Don heb ik nog lets van een kind van Staat
gehoord.
En de D© Witten werden in den Haag
vermoord.
Tc Weet 't niet zoo héél precies meer, hoor,
Monr daar hebben wo dan ook repetitie voorf
Toen kregen wc nl gauw Koning Willem IU
Met Sophie
Do Koning hielp bij dc watersnood
En ging in 1890 dood.
Toen kwam Willemicntje aan 't regeeren.
Wat heeft die veel moeten leoren I
En 't /oatst dnt traktaat
Wat niet goot.
Ziezoo, dat rit er nu wel in, Tc ga slapen
Want 't zit verschrikkelijk tc gapen.
TREESJE.
(Ingezonden door Silene.)
Treesjc was het dochtertje van een armen
arbeidsman Zij waren arm, dus Treesjo zou
niet naar de. M. U. L. O. gaan. Vader cn moe
der konden het niet betalen. Dit was iets vrce-
solijks voor Trcesje, niet doorstudeeren. Zij
kon tofh zoo goed lecrcn, dat zei moester toch
steeds tegen moeder. Maar moeder hield vol
n't kan niet kind" zei zo, „wo hebben geen
geld genoeg. Al kén je nu niet knapper wor
den dan je al bént, wij houden evenveel van
je." Treesje knikte dan maar als wou ze zeg
gen :„Jft ik begrijp bet.". Het was do laatste
dog von school Trcesje was erg verdrietig
Moester merkte dit wel, maar zei nog niets.
Dc bol ging en do kinderen mochten noor
huis, met een volle vacentie in 't vooruitzicht.
Op Waschdag.
Ons Anfje slaat te wosschen
En is druk in de weer.
Toe, mag ik je eens helpen -
Vraag ik. Voor éénen keer
En lachend antwoordt Antje:
Goed Liesje, help mij maar.'
fk denk: met twee paar handen
Ben ik veel vlugger klaar f
O, wat een heerlijk plassen,
Maar't zeepsop is zoo worm.
Zoo'n dikke zeepspat voel je
Wat goed hoor, op je arm f
Moet d a t ook nog gewasschen
Vraag 'k, wijzend op een mand.
Ja kind, zegt Ant, op waschdag
Dan is er werk in 't land f
Vol moed blijf 'k Antje helpen,
Het wasschen valt niet mee.
Je krijgt, zegt Ant, als 't af is,
Een heerlijken kop thee.
O Ant, jij bent de beste,
Want niets smaakt mij zoo fijn
Als thee uit keukenkoppen,
Bij Moeszijnzezoo klein!
Meester gal Trcesje een paar extra vriendelijke
knikjes, alsof hij zeggen wil da„Het komt te
recht." Nu, olies zou terecht komen.
Meester zat den dog voor dc vocantio
's avonds to denken aon al zijn leerlingen die
de school gingen verlaten. „Die arme Trcesje"
zei hij tegen zijn vrouw. „Ze kon zoo goed
leeren". „Kon er maar iets aangedaan worden"
zei mevrouw. Net had ze dit gezegd, of er
werd gebeld. Meester deed open, cn wie bad
er gebeld een oude vriend van hem. Wat
waren zo blij, elkaar weer te zien. Zo zaten
druk te proten over allerlei belangrijke zaken.
Mijnheer van Daal, want zoo heette de be
zoeker, vertelde dat zijn zaken zoo vooruit
gingen en nu nog al rijk werd. „Nu vertol je
me" zei hij, „dat er zoo'n knop meisje in je
klas zit er niet door kon studeeren wegens
geldgebrek. Ik kom hier toch te wonen en zou
dc ouders van dat meisje schoolgeld kunnen
geven. Dan doe ik hun en jou een plezier. Jij
hebt mij zooveel pleziertjes aangeschaft."
„O, als jo wilt erg graag. Dc vind het een
prachtig idee, net iets voor jou,"
Afgesproken dus. Morgen gaar» we samen
naar Troesje'a oudors zei Meester. Zoodoend^
was het knikjo van meester
Treesje kwam thuis en hielp haar moedor met
een vriendelijk' gezicht, want ze wilde niet
boos kijken, moeder kon het toch ook niet
helpen. Zoo deed zij haar werk met een vroo-
lijk gezicht.
Het was avond. Treesje was ol haar werk
nog eens aan het nakijken, dot vond zij zoo
prettig „anders verleer ik het nog" zei ze la
chend. Moeder kwam binnen en maakte het een
beetje gezellig. Zo lachte toen ze zag dat
Treesjc ol weer aan haar werk was. „Wat een
vlijtig meisje ben jij" zei ze.
Daar werd gebeld. Mooder dééd open en
schrok, want zulke deftige hceren was ze niet
gewend, om op bezoek to krijgen En nog wel
dc Meester met een vreemden heer. „Komt u
binnen heeren" zei ze. Meester en mijnheer
van Daal werden binnengelaten in een klein,
doch net kamertje. „Treesje, zou jij mear riiet
eventjes noor Trijntjo gaan
„Dat is goed moce" zei zc en ging heen
Trijntje was oen buurvrouw van ze, die veel
met Treesjo ophad.
„Ik wilde u eens spreken over uw Treesje"
zei meester. „Deze heer is een vriend van mij
en dio wilde uw dochtcrtjo helpen, hij wil dot
zo v/el naar de M. U. L O. gaat." Nu vertelde
meester alles en ook mijnheer von Daal sprak
mee. Moeder was erg blij, mner ze durfdo het
toch niet aon te nemen, zonder dot vader het
wist. Nu moest Trcesje geroepen worden en
mijnheer van Daal vroeg of zij cr zin in had
„O, dolgraag" riep Trcesje. „Maar kan moe
der dat wel brtolcn
Dot komt in erde," zei moester.
Weldra kwam ook vader thuis en die was
er eerst verlegen onder, maar hij moest het
toch maar aannemen.
Do vacontie is voorbij. Treesje met oen bo<-
kentosch order haar arm, stapt naar school.
Zij voelt zich zoo rijk. Ze heeft een mooie jurk
aan, die heeft moeder gemaakt, van een oude
japon. Zoo stapte ze vrooli.jk door. Bij school
gekomen zag zc veel kennisjes van de oude
srirool. Babbelend liripen zij noor binnen.
Het wes een heerlijken da" voor Treer>
Wat een aardige onderwijzers waren er. Ze
had van ochtend al Fransch gekregen, niets
moeilijk, vond ze.
Zoo gingen ér weken voorbij. Do onderwij
zers kondon goid met Treesjc opschieten. Zo
werkto hard, dftt merkten zc allen wel.
Toen kwam er iets vervelends. Mijnheer van
Dalen ging weg. Voor een jaar, noar Zwitser
land. Hij was aiek geweest cn ging voor zijn
gezondheid dus naar Zwitserlond.
„Als u wat hoodig heeft, juffrouw" zei hij
tegen Trcesjc's moeder, „don schrijft u maar,
hier is mijn adres", en hij gaf hoor een papier
tje. Benevens gaf hij Koor nog wat géld voor
Treesje, als cr iets noodig was.
Treesjo werkt hard. Ze wil overgaan en ccn
mooi rapport hebben, zoodot mijnheer van
Dool niets te klagen heeft. Maar, zo heeft ook
nog veel meer andere dingen te doen. Haar
kleuren heélhoudcn, broertjes en hisjes helpen
enz. enz., niet te vergeten moeder. Dio moot
zij ook Rclpcn met allerlei dingen. Zoodoende
gaat zij vaak te lont naar bod.
Toen kwam or iets vrocsolijks. Vader kreeg
minder loon. Zij kreeg dus weinig voeding en
werkte te hord. Ze werd bloek, lustte weinig
eton, lnrhto niet meer zoo, hod vaak last van
hoofdpijn en evengoed bleef zc hord studee
ren. To^ op zekeren morgen zij niet in staat
was op te staan. Zij had zoo'n hoofdpijn en
duizelde zoo dat ze maar weer in bed kroop.
Ze was al een paar dagen akelig geweest
maar nu was het wel heel erg.
Toen haar moeder hoar zoo zag liggen
schrok ze Wat zog Trcesje er toch akelig uit.
zoo bleek. „Ik znl - de dokter laten komen"
zei zo. Gelukkig warert ze in het ziekenfonds,
dus hoefden zij geen angst te hebben voor
geld. Do dokter kwam en zei, dat Treesjc zich
overspannen hod en tc kort wos gekomen non
voeding. Het zou wel een paar weken duren
eor zc beter was. Zoo log Trcesje in bed, week
in, week uit. Moeder wilde niet nnnr mijnheer
van Daal schrijven, dat vond zo onbeleefd.
Eiken dag moest Treesje in bed blijven en zoo
lóg zo daar stil te kijken. Eindelijk no vele
wekon, mocht ze op. Een van de onderwijzers
kwam geregeld eventjes bij Troesjo kijken.
„Weet u wet" zei hij tegen Trcesjc's moeder.
„Zo moet eigenlijk maar eens een maandje bij
mij logccron. Wij hobbcn een serre, door kan
zij dan den hoeion dog op een ruststoel lig
gen, on af en too eens loopen. Het is bij ons
fijn zonnig en ruim. Het wordt voor u nu
toch ook te lostig hoor telkens to bedienen.
Wh hebben thuis geen kinderen, moor mijn
vrouw houdt erg veel van Treesje."
„Ik zal er met mijn man en Trcesje over
praten." Mijnheer Bergsma vertrok. Moeder
vertelde hot voorstol van mijnheer Bergsma
ann vader cn die vond het wel goed. Trcesje
vond het wol prettig, „maar don moet u ook
eens komen". Zeker, dot zal ik doen
Don volgenden middog werd Treesje in een
auto, die door mijnheer Bergsmo besteld wns,
gehooid, ingepakt en wel. Mevrouw en mijn
heer waren erg lief voor haar. Het wos er
heerlijk. Mevrouw verwende hoor erg cn las
eiken mfddag voor. Toen er vier wéken voor
bij waren, mocht Treesjo weer noor school.
Ze was ochtcr gekomen, maar mijnhrer Bergs
ma gaf hoor eiken dag privaatles. Het was
©cn genot, dot Treesje goed kon leeren. an
ders wns tij steeds een beetje oohtergeblovcn.
Na een jaar kwam mijnheer von Doal weer
gozond en wel terug. Toen hij thuis wos, gaf
hij een feestje, ter cere von Trcesje, omdat
ze zoo goed wos overgegaan. Treesjg heef»
steeds gord geleerd en is later onderwijzeres
geworden
ONS BOEKENPLANKJE
Jan Fcith. Twee kleuters in 'n vliegmachine
8 jaar
Jnn Peith Flip en zijn speurhond 10—12 jaar
Jon Fcith, Uit Piot's vlegeljaren. 14—16 joar.
Chr. v. Abkoude. Pietje Bell's serie 70—12
jaar.
Nnndo. Wilde Jetty en 'n lostig Logeetje.
1214 jaar.
M. Boddaert. Roswitha. 1416 jaar.
M. Boddaert Prins Almanzor's mokkcr. 12
15 joar.
M. Bcddacrl. De schipper van de Jocomine.
12—14 jaar.
Felicic Jehu. Hot circuskind en Agncs Slo-
vonska. 1216 jaar.
Fclicic Johu. Dc „Jongens" Van professor v.
Leuven. 1216 jaar.
Ch. Kingsley De wnterkindertjes. 14—18
joar.
H. Malot. AJleen op de wereld. 14—18 jaar.
Hille Gaerthé. Het kabouterhuis 810 joar.
Hillc Gaerthé. Onder 't Stroodak 12—15 jaar.
Hille Gaerthé. Ann do Zonzijde. 14—16 jaar.
Jongensboeken.
Zeven jongens en 'n ouwe schuit. 1215 jaoi
't Vervolg, Admiraal Snor. 1316 joai.
Robinson Crusoe. TO—14 joar.
Meisjesboeken.
To ra bij dc Trio's. 12—14 jaar.
Ina en hare moeder, 10—13 jaar.
Voor Kleintjes.
't Kabouterhuis 7—10 jaar.
Klaas cn Kec.
Jonncmnn.
Zeven kleine kleutertjes
Buurkinderen
UIT ONZE MOPPENTROMMEL
„Voor het gebruik schudden."
Kleine broertje huilde en schreeuwde ge
weldig. Z'n Moeder vloog naar boven en zog,
dot haar 9 jarige spruit broertje danig heen
en weer schudde.
„Wat bcteekent dot, jongen
,Jk heb 'm z'n drankje gegeven en vergeten
van te voren tc schudden.
(Ingoz. door Bobbic.)
CORRESPONDENTIE.
Dwerg. Je bent er dus Icelijk ingeloo
pen. Jo, dat kon je op zoo'n dag gebeuren.
Dot zeg je nu wel, maar ik wed, dat het je
een volgend jaar weer overkomt.
W i t b o 1 Heel goed hoor. Ik vind het
zelfs heel prettig als er veel nïeuv/c nichtjes
en neefjes bij komen. Ik reken er dus moot
op, dot je me iedere weck een flinke bricl
stuurt.
Tweeling. Moer donrom haddon jeluJ
m© toch wel mogen schrijven. Jo, leuk hè. Ta
klein kan hij nooit worden. Hoe meer hoe iic-
vot. Nou, en of, dot kim je begrijpen
Cupido en Rozcknop. Die tijd
bieekt nu weer ann. Dot kon een goede han
del worden. Het is ook een heel aardig werk,
moor je moet cr natuurlijk de noodigc zorg
aan besteden. En nis je dot goed doet, Znl het
best in orde komen. Wat een oordig plaatje ia
dot geworden. Dank je wel voor het raadsel
hoor I
Jopie Slim. Dnt is een hcelc tijd ge
leden hoor I Waar heb jc aldoor gezeten. Ik
hoop, dat je me nu niet meer ontrouw wordt
Goad hoor, maar woord houden I
Wildzang. Dot zal wel goed zljh. Fijn
hè, zoo'n dogje uit. Den zal je wel plezier
mnken, denk ik. Vooral no zoo'n drukke werk
tijd. Dat is weer een heel ander soort pchool;
mnor toch ook wel weer aardig voor je.
Puck. Wil je in het vervolg op de env
veloppo zetten „Ann Oom Kflrel Dan ko
men de brieven zeker terecht. Anders kan het
wel gebeuren, dnt ik ze telöat krijg.
Bobbie. Jn, dot wns óok zoo. Je, weet
uiterlijk Woensdagochtend 9 uur is de tijd.
En jou brief kwam. als ik me goed horinner
cérSt Donderdagmiddag. Dnt was dlrs veel te
lant. 't Is prachtig hoor. Dank jo Wel. Dc zal
is nazien Op het oogenblik herinner ik mij er
niets van
Vlindertje. We hebben ol eens een
Vlinder gehad. Mnnr die vlinder schijnt weg
gevlogen te zijn. Ik bemerk tenminsto niets
meer van hem. Mocht hij nog eens terüg ko
men, don moet ja moor een andere naam be-
denkcrv Jn, zeker, dat mag altijd, wat Jé mnor
wilt. Vraag ook maar zooveel jc wilt.
Neptunus. Dm wos een heerlijke mop.
Wns hij erg kwaad. Wat zullen jelui gelachen
hebben
Mol. Ik zal het in ons ruilhandelhoekje
vragen.
Sparappel. Een keurig versje hoor-
Natuurlijk komt het in dc krant. Geen zin heb
ben is een Icelijk woord, weet je dat wel
T o b o r. Krijg itc dc volgend© week een
klein beetje meer I?
Leosgroog. Donk je wel voor Je aar
dige vorsjc. Daar is ol heel veel van te vertel
len Neen, daar wist ik niets von. Goed hoor,
moor dnar reken ik don ook op. Ik zal het
voor jc vragen.
Boschfoe. Uitstekend hoor. Maak er
maar wat moois van, zoodra zc aon de beurt
zijn. Stuur zc mear eens I
Stroomnimf. Zoo, dat had ik niet
gedacht. Ik meende juist, dot ze nog ol gemak
kelijk waren. Natuurlijk moet jc er wat voor
over hebben» Dan is het veel leuker.
P i e r o t. Jo hebt heel erg je best ge
daan hoor. Moor ik heb nu al zooveel ver
haaltjes gekregen, dnt zo niet allemaal tege
lijk in dc krant gunnen Jc moet dus nog moac
wot geduld hebben.
W i n t o 1 k o n i n k j c. Jo, liever wel de
schrijvers er bij. Weet je ol waar Jo noar toe
gaat
Speurder. Heb je het he©I erg druk
gehad? Uit je brief geloof ik dot wol te mo
gen opmaken.
Komphoantje. Zoo, dot doet me ge
noegen. Ilc vind het altijd erg prettig zoo iets
tc hooren. Ik znl cr voor zorgen 1
W c k k o r. Gelukkig dat jo nu weer be
ter bent. Ja, door had fk al van gehoord. Maar
nu is die narigheid weer voorbij.
Hansje mc knecht. Dot gaat zoo, de
eene keer veel, dc andere keer weer minder.
Maar toch altijd wel wet. Dot zie jé nu ook
al weer.
Kikker. Een leuk versje hoor. Als het
oan de beurt is komt het in dé krant Kijk
dus mnor goed uit, of jc het riet.
Wilde Eend. Dnt raadsel begrijp Ik
niet goed. Wil je me eens uitleggen. Wot je
eigenlijk bedoelt
Blauwe Distel Neen er wos plaats
to kort Deze week is het er weer. Jn, dot moet
zeker. Je hebt het dus goed gedaan, 't Moet
toch in de krant I
Silene. Wil je de boekennamen op een
apart stukje papier zetten. Leuk voor Je om
ja naam daarin te lezen.
Poppcnmoedcr. Donk je wel voor je
opgaven, maar wil jc cr nog even do leeftij
den bij zetton Ze zijn dan nog niet aon de
beurt geweest
Kabouter. Jij kunt dus ol vast schrij
ven. Wat een rommelige tijd is dat hè. Don is
het eigenlijk niets gezellig thuis. Moar het
moet toch gebeuren. Dnt is fijn voor Je, hoor.
Goudenregen. Prachtig hoor, maar
don op een oport stukje papier. Die opgaven
komen niet geregeld. Ik bewaar ze, tot dnt er
weer wot bij elkaar zijn.
Rekenmeester. Jo, natuurlijk, daar
houd ik zeker rekening mee, als het er maar
bij staat.
Stormvogel. Wat een prettige avon
den Jc zult wel genoten hebben, 't Was dus
con lntertje voor jo.
B1 o n d j o. Jo, moor ik heb er ook bi)
gezegd als zc ann de beurt zijn. Ik krijg soms
10 rondsels in één week. En die kunnen dan
toch met alle 10 tegelijk in de krant
Zwartkop Een prachtige prijs hoor,
boffert Jij bont geloof ik altijd zoo'n geluks
vogel f
OOM KAREL
4
RUILHANDFLHOEKJE.
De vorige weck bood een van onze nichtjes
grootc Aquarium platen aan. Nu schrijft P a n-
n e k o c k mij, dot hij er graag van wil heb
ben, doch hij heeft maar 15 bonnen. Hij vraagt
nu, of dit nichtje dio platen voor hem wil be
waren.
Leesgraag schrijft me:
Zouden er onder dc Neefjes of Nichtjes ook
zijn die van mij willen hebben (niet ruilen):
een pak vlaggen von Dfostc's chocolade, se
rie 140 vlaggen.
Een pnk plantjes van Deventer koek.
een pnk plaatjes van Lensvclt Nicola's be
schuit, 72 plaatjes.
Don heb ik nog een vraag van Mol over
te brengen. In haar briefje schreef ze ma o.a.:
Stroomnimf wil graag een von de grootc
platen hebben van „Mijn Aquarium". Wfl
Stroomnimf dan even opgeven wolk© zij of hij
wil hebben. Ook heb ik voor Winterkoninkje
3 Zuiderzee plaatjes. Wil zij ze hebben vraagt
u don of zij de nummers op wil gevon.