i FA J. W. Van Achterbergh Cornac Vieux xxx WIJNHANDEL J.A. SCHOTERMAN Zn. ia9gS5^?din9 EAI1SELME COMPLETE MEUBILEERINGEN BEHANQERIJ ZONSCHERMEN STOFFEERDERIJ per fgesch f 4.50. UTR. STRAA1 17 - Gevestigd 1878 - TELEFOON 145 UIT DEN OMTREK. ilüïï WESTSINGEL 12 -13 TELEFOON No. 238 CHINA. DE VERWARRING IN CHINA. De anti-vrecmdelingen-haat. Ook Feng een verrader Telegrammen der vreemdelingen melden, blijkens een bericht uit Peking, dot de plunde ring van vreemde eigendommen te Nanking voortduurt en dat dc autoriteiten hun minach ting vooi de vreemde mogendheden niet onder stoelen of banken steken. Naar gemeld wordt, heeft Tsjang Kai Sjek verschillende Russische raadgevers. Het is meer een persoonlijke vijandschap, welke hem tegen Borodin bezielt. Het schieten tusschen Poekau cn Nanking duurt voort en reeds zijn er verscheidene bur gers gedood. Intusschen bedreigt een kleine afdeeling Zuidelijken de verbindingen der Noordelijken nabij Pengpoe aan den spoorweg van Tientsin naar Poekau. Verder wordt uit Hankau gemeld, dat er teekenen zijn, die wij zen op een nieuwe splitsing in Fengtiens gele deren. Feng Yoe Hsiang's gedelegeerde te Han kau is gearresteerd op grond, dat Feng verraad pleegde aan de zaak der communisten. Wat de Russische documenten inhielden. Londen, 2 3 April. (H. N.) Gisteren heeft de Chineesche politie te Peking een do ei'ment gepubliceerd, dat in het Russische ge zantschap in beslag is genomen en waaruit blijkt, dat één der onderaanvoerders van Tsjang Tso Lin in 1925 400,000 van de sov- jet-regeering heeft ontvangen als belooning voor het verwekken van een opstand tegen Tsjang Tso Lin, terwijl hem nog een bedrag was toegezegd, uit tc betalen, nadat lsjang Tso Lin voorgoed uit den weg zou zijn geruimd. Bedoelde onderaanvoerder is na de ontdek king van zijn verraad gevangen genomen en terechtgesteld. Een samengaan van Tsjang Kai Sjek en Socn Tsjoean Fang? Londen, 23 April. (H. N.) Naar uit Sjanghai wordt gemeld, is te Nanking een ge volmachtigde van Socn Tsjoean Fang aange komen om met Tsjang Kai Sjek te onderhan delen over een samengaan van Soen en zijn troepen met het leger van Tsjang Kai Sjek De onderhandelingen van Tsjang Kai Sjek met Hankau hebben een zeer ongunstig verloop genomen, zoodat met een definitieve breuk te rekenen is. Opraarsch van Mongolen. Naar uit Sjanghai bericht wordt, rukken de Mongoolsche rooden in Noord-Mandsjocrije op en hebben er veel bewegingen plaats onder de Russische troepen aan de grengen. VEREENIGDE STATEN. DE OVERSTROOMINGEN Een ernstige omvang1. Londen, 23 April. (H. N.) De overstroo mingen van de Missisippi nemen nog steeds grooteren omvang aan, zoodat thans, naar uit New-York wordt geseind, ook de stad New- Orleans wordt bedreigd. Dag en nacht werkt men aan de versterking van de dijken. Hon derden personen zijn van de buitenwereld af gesneden en hebben hun toevlucht op de da ken van huizen en in hoornen moeten zoeken. Het gevaar, dat zij zullen omkomen, is zeer groot, doar het reddingswerk door het tekort aan booten belemmerd wordt. President Coo- lidge heeft een oproep gepubliceerd om een bedrag van $5 millioen in te zamelen, ten einde 'in den eersten nood te kunnen voorzien. Nadere bizonderheden. Coolidge heeft aan Hoover, den minister van handel opgedragen, onverwijld met den com mandant der genie en den voorzitter van 't Roode Kruis naar de overstroomde gebieden te vertrekken tot het organiseeren der hulpver leening. Verscheidene regeeringsvliegtuigen kruisen boven de overstroomde streken om de perso nen, die u* de daken do» huizen en h» de top pen der boomen zijn gevlucht, te redden. Naar gemeld wordt, zijn langs de beneden- Missisippi honderden negers gezien, die reeds verscheidene dagen zonder voedsel en nage noeg onbekleed in de toppen der boomen zit ten. MEXICO. DE OPSTANDIGE BEWEGING. Rebellen gedood. In de provincie Guanajuato hebben de re- geeringstroepen dertien opstandelingen gedood en den leider der bende, een Duitscher, ge vangen genomen. Dot is door den krijgsraad veroordeeld en gefusilleerd. DE TREIN AAN VAL DER BANDIETEN. De opsporing der daders van den treinover- val bij Limon wordt krachtig voortgezet. De gouverneur der provincie Jalisco, waar de overval plaats vond, is door het provinciale wetgevende lichaam afgezet. CENTRAAL GENOOTSCHAP VOOR KINDERHERSTELLINGS- EN VACANTIEKOLONIES. De algemecne vergadering. Zaterdagmorgen is in dc groote zaal van hot Jaarbeursgebouw de jaarlijksche algemeene vergadering aangevangen van het Centraal Ge nootschap, onder leiding von Dr. A. Schuökink Kool alhier. Na opening van de vergadering kwam aan de orde Het Jaarverslag. Uit het verslag blijkt, dat het Genootschap thans 230 stichters, 138 leden en 94 begun stigers telt. Ingeschreven werden 14 nieuwe afdeelingen, o.w. de afdeeling Maarssen. Het totaal aantal afdeelingen bedraagt momenteel 357. Verpleegde het genootschap in 1905 31 kinderen, in 1926 werden 4751 kinderen verpleegd in 204496 verplcegdagen. Het Ge nootschap verpleegde Hervormde, Katholieke, Christ. Gereformeerde zoowel als Oud-Katho lieke kinderen. Niettegenstaande veel tegen spoed kon Utrecht II 33 kinderen uitzenden naar zee en bosch. Na korte discussie over eeru'gc onderge schikte punten werd het verslag goedgekeurd. Dc financiën. De kas- en girorekening sluit met een batig saldo van 1798.47. Ontvangen werd 720801.32. Het overzicht der ontvangsten en uitgaven ten dienste der verpleging over 1926 sluit in ontvangst cn uitgaaf met een bedrag van 381736.05. Voor 1927 begroot men do ontvangsten wat verplceggelden betreft op 290.000, Rijkssubsidie 40.000, provinciale subsidies 50.000 cn contributie 3000. To taal 383.000. Aan den penningmeester werd décharge ver leend voor het gehouden beheer. A_n den pen ningmeester, den heer Th. M. Ketelaar, werd een woord van hulde gebracht voor de wijze, waarop hij deze functie steeds heeft waarge nomen. De Voorzitter deelde mede, dat de heer J. Ketelaar van de boekhouding zal worden ont heven Deze zal in den vervolge door een nieuw to benoemen ambtenaar worden ge voerd. Voor deze betrekking hebben zich niet minder dan 1600 sollicitanten aangemeld. De voorzitter bracht den heer J. Ketelaar den dank van het Genootschap voor alles wat hij voor de boekhouding- heeft gedaan. De penningmeester wees er nog op, dat met misbruikmakinp van den naam van het Genootsohap, in Amsterdam en in Alkmaar gelden zijn ingezameld, waarmee het Genoot schap niets heeft te maken. Er werden groene lootjes uitgegeven, maar dat is eenvoudig zwendel. Verkiezingen. Tot lid van den Raad van Toezicht werd gekozen, in de vacature P. Jacobs, de heer Boissevain te Weesperkarspel. Herkozen werden als bestursleden Mr. A. v. d Eist, Mevr. C. K e g—L i n d, Mevr. J. Spanjaar dP o 1 a k en de heer W. Sterke. De rondvraag besloot dit huishoudelijk ge deelte. Mevr. J. B. S t a 11 i n gS c h w a b, kinder- arts te Utrecht, hield vervolgens een inlei ding over dc waarde van kindcruitzending voor het zwakke schoolkind. Mevrouw Dr. J. B. Stalling Schwab bespreekt het onder werp „De hygiëne op ver schillende leeftijden". Spreekster geefx eerst een overzicht van de voornaamste eischen die de hygiëne op de verschillende leeftijden (zuigeling, kleuter, schoolkind) stelt. Groote beteekenis voor een goede gezondheid hebben de voeding, lucht, licht en zon en reinheid in den ruimsten zin des woords. Zij bespreekt wat men verstaan moet onder goed doelmatige voeding, welke gevaren dreigen door overvoeding en onder voeding en welke slechte gevolgen een lang durig voorgezet eenzijdig dieet kan hebben. Frissche lucht, licht en zonbestraling oefenen een krachtige werking uit op de stofwisseling en verhoogen het weerstandsvermogen. Ver- waarloozing van dc grondbeginselen der hy giëne verzwakt de gezondheid en des te meer naarmate bij het ouder worden lichamelijk en geestelijk van de kinderen meer gevergd wordt. Zij bespreekt achtereenvolgens de verschil lende groepen van kinderen met hun constitu- tioneele eigenaardigheden de exsudatieve kin deren met hun gevoelige huid en slijmvliezen, die met herhaalde neuskeelaandoeningen en aanvallen van bronchitis te kampen hebben, voor wie contact met verkouden kinderen vaak al voldoende is een aanval op te wekken de sociale omstandigheden die bij veel kinderen te wenschen overlaten, kunnen de ziekte in de hand werken. Verder de groep der neuropathen, die groote moeilijkheden bij de opvoeding geven aan ou ders en opvoeders, die bovendien vaak slecht eten en slapen en ten slotte in een toestand geraken waar slechts wegzenden uit het huise lijk milieu cn van dc school, naar buiten toe, beterschap brengen kan Ten slotte dc asthe- nici, de ïdnderen met htm erfelijke constitu tioneel minderwaardigheid die op den leek dikwijls een zieken indruk maken door hun langen, smallen bouw, hun slechte uitzien dat gepaard kan gaan met gering prestatie-ver- mogen. Spreekster besluit met een uiteenzetting te geven van de voordeden die bij deze verschil lende groepen van kinderen verbonden kunnen zijn aan uitzending naar buiten. Dc middagvergadering. De heer A. H. Gerhardt, lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, te Amsterdam, heeft gesproken over „De verhouding van school en kolonieverpleging". Spr. merkte op, dat zich de geheel© vorige eeuw gekenmerkt heeft, dat ieder mensch zich maar moest trachten te helpen. Het was de eeuw van den strijd om het bestaan, met het gevolg, dat de zwakkeren ten ondergingen en slechts de sterkeren overbleven. Langzamer hand is daarin kentering gekomen. Tegenover het koel-wreede individualisme kwam het so ciaal verantwoordelijkheidsbesef. Dit besef bracht ook tot bewustzijn de idee, dat dc ge meenschap iets verplicht was tegenover het kind, verplicht om het eigen belang dier ge meenschap. Zoo ontstond de zorg voor het kind, het eerst neergelegd in het ontwerp-Van Hou ten tot afschaffing van den kinderarbeid. Deze grondgedachte, de zorg voor het komende ge slacht, heeft zich hoe langer hoe meer uitge breid, de zorg richtte zich het eerst tot het schoolgaande kind. Doch aanvankelijk wees men alleen kinderen aan, die ernstig ziek waren geweest. En zoo gebeurde het, dat kinderen niet ziek genoeg waren geweest, om te worden ver- pleegdl Ongeveer terzelfder tijd kwam de vraag naar schoolvoeding en -kleeding. Veel bestrij ding ondervond dat, omdat men meende, dat het niet behoorde tot de roeping van de school. Langzamerhand kwam echter de erkenning, dat tot de roeping van de school alleen behoort alles wat nuttig is voor de schooL Wat is er op dit terrein veel veranderd in den loop der jaren! In den aanvang was alles een soort filantropie. Maar steeds breeder werd het besef van gemeenschapsplicht, en het besef, dat de jeugd in dc school nog wat meer noodig had. Nieuwere opvattingen braken zich baan, en nu ongeveer 40 jaar geleden ging een groep on derwijzers met de kinderen voor 't eerst naar buiten, kinderen, die nog nooit buiten de stad waren geweest. Dat was een gebeurtenisl En naderhand bleek, dat er van dien dag op de hei ontzettend veel bij de kinderen was blijven hangen. Het gebeurde na dien meer; zelfs een uitstapje van eenige dagen. Van koloniën was nog geen sprake; de kinderen waren die dagen ondergebracht in een boerderij op de Veluwe. Dat was het begin van het werk, dat naderhand 6teeds grootere uitbreiding heeft ondergaan, het werk, dat de gemeenschapsplicht oplegt, het werk van ons Genootschap. En in de ontwikke ling van het Genootschap kan men zien een symptoom van het steeds groeiende besef vnn gemeenschapsplicht, ontdaan van alle filan tropie. Die gemeenschapsplicht is uiting van do wetenschap, dat ook het zwakste kind behoort tot ohze broederen en zusteren. Men ziet wel het belang van dit werk voor het kind zelf, men ziet ook het sociale belang, maar men is nog niet zoo goed doordrongen van het belang voor het onderwijs. De school toch is de voor bereiding voor een samenleving in den besten zin van het woord, een gemeenschap, waarin iedereeen geeft wat hij te geven heeft, in dc gerechtvaardigde verwachting, dat die gemeen schap hem zal teruggeven, wat zij geven kan Het is de groote waarde van het kolonieleven, dat het den kinderen dit bijbrengt: iets over la hebben voor een ander. In die samenleving gaat van het eene kind een groote opvoedende krocht uit op het andere, en daarvan blijft veel hangen in de school. En daardoor kan het on derwijs een inniger, een dieper karakter krijgen Sprekers conclusie is dan ook: alle kinderen laten meemaken het kolonielcven, en het is zijn overtuiging, dat die tijd komt. Een hartelijk applaus beloonde den spreker voor zijn boeiende voordracht. Vervolgens heeft prof. S c h e 11 e m a gespro ken over de sociale beteekenis van het kinder herstel. Rede van professor dr. Scheltema uit Groningen over „De Sociale waarde van Idndcrkcrkstel." De beweging voor vacantiekolonies, eerst meer bedoeld om aan schoolkinderen tijdens den zomer ontspanning in de buitenlucht tc geven, heeft een geheel andere beteekenis ge kregen en is geworden tot een socioal-hygiëni- schcn arbeid voor kinderen, met de hoofdbe doeling om preventief te werken. De naam is nog overgebleven, maar de ver richting is van veel wijderen omvang gewor den. Voortgestuwd door den stroom van voor kóming, door welken men steds meer de ge nezing wil vervangen, bestaat de taak van het Genootschap e. d. er niet meer in, cm den kin deren uit steden iets prettigs aan te doen, maar ook hun dit zóó te geven, dat bun licha melijke en geestelijk-moreele waardo in dien tijd wordt bijgewerkt en verhoogd. De beweging, bij ons van onderwijzers en eerst niet van medici uitgegaan, legde in het begin nog méér nadruk op het paedagogischc karakter. Het Genootschap heeft spoedig be grepen, dat men met deze instellingen een prachtige gelegenheid kreeg, om de gemeen schap niet enkel paedagogisch te dienen, doch, door zich vast te klemmen aan den wassenden stroom van preventieve neiging over de ge heel© linie, daarbij tevens sociaal-hygiënische behoeften te bevredigen. Zoo is er in ons land een coöperatie, een symbiose tot stand geko men, aan welke wij deze buitengewoon nuttige instellingen danken. In het binnen- en in het buitenland zijn mij geen instellingen bekend, welke met meer doelmaat de preventieve ge dachte dienen. Dat het G. G. die gedachte nu al 25 jaren geleden heeft gevat en zijn karak ter er mee stempelde, dat zal zijn roem blij ven. Het heeft een reputatie en men heeft het al ver gebracht, als'men een reputatie heeft te verliezen. Gedachtig aan het „noblesse obligel" zal het G. G. zijn goeden naam wel handhaven. Met de noodige soepelheid zal het zich blij ven aanpassen aan de klimmende noodzaak om de kracht bij de komende staatsburgers, bij de kinderen, ongeschonden te bewaren, of zoo- dra mogelijk te herstellen. Dat behoeft hier nauwelijks betoogd tc wor den; men spreekt hier voor overtuigden I Maor het kan nuttig zijn om voor anderen nog eens na te gaan, wat wel „de sociale waar de van kinderherstel" is, en welke ploats het Genootschap bij het verkrijgen daarvan in neemt. Wat het laatste aangaat, de taak is niet om zieke kinderen te behandelen, tenzij bij uitzon dering, als in een zeker stadium een hygië- nisch-dictctische verzorging op den voorgrond komt tc staan en de kinderen in der» gewonen zin nauwelijks ziek kunnen worden genoemd. Ook dan nog, b.v. bij slepende bronchitis, longontsteking, bij asthma, Engelschc ziekte, soms bij tuberculose en dan vaak xn afzonder lijke huizen, blijft het bij bestrijding van „zwakte", of deze nu door verwaarloozing of door ziekten is verwekt. Dit maakt dat een scherpe afgrenzing van de taak en plaats van het genootschap en ook van de soort van kin deren, die het onder zijne vleugels dient te nemen, niet goed mogelijk is. Het woord „zwakte" wordt niot gedekt door een omlijnd begrip en daarmede is er dus een vage gtens voor alles gesteld. Theoretisch is een kind öf gezond, öf ziek. Dan zou er voor deze instellingen geen plaats zijn. Want een gezond kind behoort er niet te zijn en een werkelijk ziek kind evenmin. Practisch echter zijn er vele kinderen, die niet geheel gezond, maar die ook niet geheel ziek zijn. Zoowel ziekte als gezondheid hebben elk een zelfkant cn die twee zijn r.aar elkaar toegekeerd. Op het breede terrein van deze zelfkanten nu leven zeer vele kinderen en deze leveren de natuurlijke bevolking voor de on derhavige* uiterst nuttige, instellingen. Dat er met deze vage omgrenzing ruimte voor overschrijding der perken en een speel plaats voor medisch-hygiënische geschilletjes open blijft, ligt voor de hand. Met vrucht be proeft men de grenzen scherper te beperken en het verblijf van kinderen te bepalen tot die genen, die werkelijk in de huizen behooren. Wat het eerste, „de sociale waarde van kin derherstel" betreft, ook deze wordt niet door een ieder voldoende gevat. Het blijft dus noodig om die steeds weer te bepleiten en dan .niet enkel met een beroep op het medelijden van weekhartige menschen, doch met het aontoonen van de sociaal-econo mische beteekenis eener „puericulture", d. w. z. eener stevige kinderbescherming. Waar het de kracht van kinderen betreft, daar kunnen wij niet met getallen, geldswaarde en guldens komen. Want wij bezitten geen ziekte- of invaliditeits-statistiek en hebben geen loonlijsten e. d. ter beschikking. Voor degenen, die hier zijn en die zoo ijve rig medewerken, hebben wij deze ook niet noo- die; zij zijn intuïtief, of uit eigen waarneming reeds voldoende overtuigd van het groote nut. Maar voor vele anderen, die, minder uit on verschilligheid of hardheid, doch vaak omdat andere belangen hen geheel in beslag nemen, weinig over deze vragen nadenken, of ze niet eens zien, voor die velen kan het goed zijn om dat sociale nut eens onder oogen te zien en dit zonder sprekende cijfers duidelijk naar voren te brengen. Zijn zij er toe te brengen om eens goed de waarde van kindergezondheid te beseffen, dan zullen zij het eens zijn, dat gemis aan mede- voelen voor lijden bij* volwassenen niet siert, doch dat het een schande is om da; lijden toe te laten, als het kinderen betreft. Immers, die kunnen zich zelf niet naar voren dringen aan de voederbak des levens en ze hebben er niet eens om gevraagd om tot de levenstafel te worden toegelaten. Dat alléén legt op ons reeds de plicht van bescherming. Zijn zij al te zeer in beslag genomen door eigene zaken of arbeid, hebben zij onderwijl dc oogen gesloten gehouden voor opmerkin gen over iets anders en aanvaarden zij als natuurlijk, wat zij zoo rondom zich zien, dan kan het dienstig zijn om er zich in te denken, dat zij plotseling en onvoorbereid, geheel los van hetgeen zij tot nu toe op aarde zagen, eens op die aarde worden geplaatst om waar te nemen, hoe de menschen daar wel leven. Zij zouden dan menige onverstandigheid op merken, maar vooral zich verbazen over het feit, dat de volwassenen hunne kleine soort- genooten lang niet altijd zoo goed verzorgen, als zij zulks met andere jonge huisdieren en met jonge planten wel doen. Voor de laatste hebben zij begrepen, dat het hun eigen voor deel is, als zij aan de jonge stadia van het le ven alle zorgen wijden. Maar deze redelijke re de Iaat hen blijkbaar vaak in den steek, als het de jongeren van hunne eigene soort betreft. Deze jongeren, de kinderen, laten zij vaak hunne jeugd onder zóó kommervolle omstan digheden doorworstelen, dat er moeilijk vol waardige volwassenen uit kunnen groeien. Hun economisch inzicht, dat kosten, aan de jeugd besteed, later met woekerrente worden ver goed, passen zij zeker nog niet volkomen toe op hun eigene jongeren. Intusschen, het wordt in de laatste jaren veel beter. Het inzicht neemt toe, dat de voorkoming uit sociaal-economisch oogpunt vrij wat te verkiezen is boven de genezing en dat de beste vorm van bescherming der latere volwassenen die is, waarbij men hen vooral als kind heeft geholpen. Toch zijn er nog altijd velen, die hiervoor geestcsbijziende bleven; die zichzelf niet nu en dan eens los kunnen maken van datgene, waar aan zij nu eenmaal gewend waren en dat zij aanvaarden als iets natuurlijks. Zij verheffen zi 'h in gedachten niet eens boven en buiten de aarde; zij zien niet met perspectief. Welnu, ook op de aarde kunnen zij duide lijke voorbeelden vinden, die plastisch voor oogen stellen, wat de beschutting van het kind, de puericulture wel waard is. Uit zich zelf merken zij het wellicht niet op, Maar dan wijze men hen eens op de 'boomen, die, allen gelijk, voor eenige jaren geplant werden aan een wegzoom, welken men nu uit dc verte en van terzijde beziet. Daaraan vinden zij het nut der puericulture bijna grafisch, aan een natuurcurvc, weergege ven. Men ziet de toppen niet meer in een rech te lijn, evenwijdig aan den bodem, zooals bij het planten het geval was, maar er zit een golving in die toplijn. Er is regelmaat in de golving, dus volgt zij een wet. Overal waar een huis aan den weg staat, ziet men de hoogte der boomen rijzen en tevens zijn daar forsche boomen te vinden. Vlak er vóór en er na gaat de toplijn langzaam dalend over in de gewone rechte lijn van de boomen langs den weg, zoodat de betere ontwikkeling blijkbaar in verband staat met de aanwezig heid van een huis of boerenplaats. Wellicht is de grond daar iets beter door afval uit de hui zen. Maar men vindt het óók, waar" de bodem vruchtbaar is van nature. Dit kan dus de ver klaring niet leveren. Het verschijnsel is dan ook een ander gevolg van het staan bij een huis. Die woning heeft, in de prille jeugd der boompjes gediend als windvang, als schut voor de bevoorrechten, toen zij met. de anderen gelijkelijk moesten vechten tegen allerlei bezwarende omstandig heden, in die periode van hun leven, waarin zij wortel moesten schieten. Dat zij toen een schut vonden, da; heeft hun een voordeel boven hunne makkers gegeven. Niet één voordeel, maar een cirkel er van. Want omdat zij dien teisterenden wind niet zoo tegen zich hadden, konden zij zich onge stoord aan het wortelen geven en ze waren al vrij wat krachtiger, toen andere schadelijke factoren allen wilden aantasten, b.v. parasieten. Ook die konden zich nubij hen niet, of niet zoo erg doen gelden. Zoo bracht het eerste legen voopöeeligoten ppyj. 771 ode/. Dido 'Deze moderne Jfeshs-manlet met de nieuwste ganneenng c nr Jmilatie -óbrtgenkdepZevenen wy u in 1jj verschillende kleurenvcon sleehb 1 vf. - Tïïodel ,3)eppieGen zeer gedistingeerde Dopon van primo wol/en crêpe, met crêpe de Chine-gonneenng op krot groot zyden vest, vconredig inSöeii fcesedö, Tbleu en TThaioe. Drys öleei LANQE5TD.5? HOEK KR0MME5TP A MER 5 FOOR T

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1927 | | pagina 2