KINDERRUBRIEK.
Oe rubr.ek van Oom Karei
De Paaschvacantie is alweer voorbij. Jelui
hebben het niet e;g getroffen met het weer.
Het is het grootste gedeelte niet erg mooi ge
weest. Dat is wel heel jammer, want als je
met verlangen naar de vacontie uitizet en al
lerlei plannetjes maakt om uit te gaan en het
is dan ten slotte nog slecht weer, dan is het
wel erg teleurstellend. En nu de vacontie voor
bij is, lijkt het wel of de mooie dagen juist ko
men. Maar daar is nu eenmaal niets aan te
doen. Jelui oordeelen wel erg verschillend over
de vacontie. Ik kreeg verschillende briefjes
waarin de neefjes en nichtjes me vertelden, dat
ze het zoo jammer vonden, dat de vacantia
was afgeloopen en dot ze hem graag nog wat
langer hadden gehad en onderen schreven me
juist, dot ze blij waren dat hij voorbij was en
dat ze blij waren weer naar school te kunnen
gaan. Dot is dus juist het tegenovergestelde.
Nu kan ik me ook best begrijpen, dot jelui je
thuis ook wel een beetje beginnen te vervelen
els je niet naar buiten kunt. Jelui zijn nu zeker
druk bezig met de opstellen. Er werd me ge
vraagd of zij, die met de pooschvacantie niet
uit de stad of naar buiten geweest waren, een
opstel over een ander onderwerp mochten ma
ken. Natuurlijk mag dat voor hen wel, want zij
kunnen slechts over hun vacantie schrijven, als
ze niet uit zijn geweest. Diegene moeten dus
maar een onder onderwerp kiezen. Maandag 9
Mei a.s. moet ik alle opstellen binnen hebv
Jelui hebben dus nog ruim een week tijd. Doe
dus maar goed je best, want mocht je soms
niet zoo gelukkig zijn een prijs te winnen,
je opstel komt toch in ieder geval in de krant
Hier komen nu eerst de raadsels
RAADSELS
Oplossingen van de vorige weck.
De oplossingen van de vorige raadsels waren
I. Legende met leg, en de.
II. Tol of draai t o 1 of prik tol enz.
De prijs winnaar Sprinkhaan kan zijn
prijs a.s. Maandag aan ons bureau komen af
halen.
NIEUWE RAADSELS
I. Kruisroadsel. Het gevraagde woord
is een naam van een meisje, die den laatsten
tijd veel genoemd wordt.
X
X
X
X
sir
X
X
X
X
X
IK
X X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
Eerste rijmedeklinker.
Tweede rijwaarin men specerijen bergt.
Derde rij wat men altijd bij bergen vindt
Vierde rij het gevraagde woord.
Vijfde rijeen vrucht.
Zesde rijeen meisjesnaam.
Zevende rijeen klinker.
(Ingcz. door Leesgraag.}
II. Het geheel is voor velen het doel geweest
van een tochtje in de Paoschvacantie. Het be
staat uit 4 lettergrepen.
D« erste lettergreep vindt men in den tuin.
Da rweede lettergreep is de heele wereld.
De derde lettergreep hebben alle menschen
en dierei
De viel 'Je lettergreep is een boom.
VOOR DE NICHTJES,
Nu de Paaschvacantie weer voorbij is, zul
len we woer eens met onze handwerkjes begin
nen. Jelui zult er nu wel niet veel tijd voor
hebben, want ik veronderstel, dat ook al de
nichtjes 't druk hebben met de opstellen. Doe
jelui maar goed je best hoor. Ik verheug me
er al op al die opstellen te mogen lezen.
Deze week zal ik jelui iets opgeven, wat ik
laatst zelf ook gemaakt heb en heel aardig
is uitgevallen, n.l. een gehaakt overtrek voor
een iheemuts. Hiervoor hebben we noodig 5
bolletjes hoakzijde de kleur laat ik aan jelui
smaak over natuurlijk. We beginnen dan met
het haken van 8 lossen en maken deze tot een
ronding. Te toer in dit gaatje 30 stokjes. 2e
toer2 lossen, I stokje, om den andere in
steken, dus nu krijgen we 15 stokjes. 3e toer
3 lossen, 1 voste op ieder stokje. 4e toer 1
vaste, 3 stokjes, I vaste in ieder gaatje. 5e
toer4 lossen, 1 vaste, insteken in het stokje
van den tweeden toer, dus achter langs den
vorigen toer. 6e toer I vaste, 5 stokjes, 1
vaste, in ieder gaatje. 7e toer5 lossen, 1
vaste, insteken in den vaste van den vijfden
toer, ook weer achter langs, 8c toerT vaste,
6 stokjes, 1 vaste. 9e toer 5 Tossen, I voste,
insteken in den vaste van den zevenden toer,
weer achter langs. TOe toer2e lossen, 7 stok
jes in ieder gaatje, dit moeten we 12 maal
herhalen, dan 3x5 lossen, I vaste in ieder
gaatje. Dit gedeelte blijft dus recht en vormt
den onderkant. Tie toer 3 slokjes, 3 lossen,
3 stokjes, 1 losse in ieder gaatje, dit weer 12
maal herhalen, daarna 4 lossen, I vaste, 3
lossen, 1 vaste in ieder gaatje. 12e toer: 3
stokjes, 3 lossen, 3 stokjes, 2 lossen, verder
3 stokjes, 3 lossen, 3 stokjes, 2 lossen, zoo
weer tot twaalf maal toe en don weer, 4 los
sen, 1 voste, 3 lossen, I voste in ieder gaatje.
13e loer 3 stokjes, 3 lossen, 3 sjokjes, 3 los
sen, verder weer 3 stokjes, 3e lossen, 3 stok
jes, 3 lossen, dit 12 maal. Dus bij iederen toer
moeten we tusschen elke groep stokjes 1 los
se meer haken. Zoo gaan we verder totdat
we hebben 3 stokje*, 3 lossen, 3 stokjes, 16
lossen, verder weer 3 «tokjes, 3 lossen, 3 stok
jes, 16 lossen enz. Hiermede is dan een helft
van de theemuts af. De andere helft kan pre
cies hetzelfde gehaakt worden. Veel succes er
mede.
Ik heb nu meteen al voldaan aan het ver
zoek van Sprinkhaan om een nieuw handwerkje
te geven.
Flaproos vroeg mij om een boekomslag te
maken voor haar in 't klein. Misschien wil ze
me den volgenden keer nog eens duidelijk ver
tellen, wat ze daarmee bedoelt.
TANTE BETS.
MOOI HOLLAND.
Een hekje en een molentje
Een koetje en een volentje
Een wegje en een groene wei
Dat maakt mijn Hollnndsch harte blij.
Een bruggetje, een watertje
Een schuitje en een snatertje
Een maaier met een zonnehoed
Dat doet mijn Hollandsch harte goed.
Twee wilgen aan den waterkant
Een waschje, dot te drogen hangt
Stilleven, dénr men 't leven ziet
Mijn Hollandsch hart er van geniet.
Een torentje in 't ver verschiet
Dat menschen en dat God bediedt
Een rust die waarlijk rustig is
Mijn Hollandsch hart duar rustig is.
Een zonnetje, dat onder gaat
Dot al dat moois nog mooier maakt
Een avondklokje, bedeklank.
Dat roept mijn Hollandsch hart tot dank.
(Ingezonden door Boschfec.)
EEN DAGJE NAAR BARNEVELD.
Het wds Zaterdag, in de vacantie. Wij zou
den naar Barnevcld gaan met onze klas en
twee onderwijzers, mijnheer S. en mijnheer G.
Gelukkig was het mooi zonnig weer. Om tien
uur waren wij op het Julianoplein. Er gingen
elf meisjes mee. Wij gingen op de fiets. Toen
we op den Arnhemschen weg reden, verloor ik
mijn pakje met brood ,dat aan het stuur van
mijn fiets hing. Gelukkig waarschuwden de
meisjes mij. Zonder meer ongelukken reden
wij verder. Toen wij in de provincie Gelder
land waren, kwamen wij langs een tol, waar
wij 2]/i cent moesten betalen. Een van de meis
jes reed nog al achteraan, de vrouw die het
tolgeld ophaalde, zag haar niet, zij betaalde
dus niet en kwam er dus gemakkelijk door. Na
een tijdje kwamen wij in Barnevcld. Wij heb
ben den watermolen bekeken en zijn toen naar
het dorp gegnon, en hebben het standbeeld van
Jan van Schnffelnar gezien. „Hè, mijnheer, ik
heb zoo'n trek" zeiden de meisjes. „Nu dan
zullen we buitei) het dorp ons brood op eten""
zei mijnheer S. Wc gingen dus weer verder
om even verder tc gaan zitten, toen het plot
seling hard begon te regenen.
,Wat moeten we nu doen zei mijnheer S.
„Wij kunnen niet buiten blijven."
Toen werd er besloten, in een melksalon te
eten. We gingen „Hotel de Bonte Koe" -in en
hebben daar erg gezellig ons brood opgegeten.
Toen we weer buiten kwamen was het droog,
maar wij hadden miscshien net vijf minuten
gereden, toen het heel hord begon te regenen.
Wij stapten even af om onze regenmantels of
cape's aan tc doen. Af en toe was het droog.
Wij hadden ergen tegenwind en waren dus
gouw moe Toen wc al een flink stuk gereden
hadden, rustten we uit aan den kont van den
weg en hebben daar met mijnheer G. gestoeid.
De meisjes werden later odrstig en toen heb
ben wij bij een boerderij water gedronken.
Na long gefietst te hebben kwamen wij om
drie uur weer in Amersfoort aan. We bedank
ten mijnheer voor het gezellige uitstapje en
gingen toen anar huis, waar ieder zeker wel
blij om was, w.ant we hadden hard getrapt. Ik
hoop dat wc nog eens zoo'n uitstapje zullen
maken.
(Ingezonden door Silene.)
AAN DE TELEPHOON.
Jij goot boven aan de telephoon Frons, ïk
blijf hier.
Tingellng, tingeling.
„Hallo I Ben jij al boven Frans
„Ja." „Nu langzaam praten. Als je me niet
verstaat, dan waarschuw jc maar. Ik zal je die
mop van gisteren vertellen. Je luistert goed,
hè?'
,Jo, ik zal
,Nou praat doorje zult.... vooruit
don je zulthè, ben je doofstom gewor
den IHalloje zultzeg je uils
kuiken praat dan doorHallooo".
,Ja. In orde. Vertel maar op."
Waarom heb jij mc geen geluid gegeven
zeg
.Vertel eerst maar op. Straks" ben ik aan de
beurt" juist toen Frans aan de telephoon stond
en 'n paar woorden had gesproken, was de
deur van het kantoor opengegaan en z'n pa
stond voor hem. „Zit je weer aan de tele
phoon bengel Net zoolang tot de boel stuk
is. Met wien spreek je „Met broer, pa."
,Zoo, geef hier." En zonder dat broer het
wist, stond hij nu met z'n po te babbelen en
ging hij z'n leuke mop vertellen.
.Jo weet notaris Willems te wonen hè
Goed, Tt Ben gisteren in z'n tuin geweest 'n
heele partij appels opgepeuzeld boven in den
boom tuschen de bloêren. Fijn gesmuld, man I
'k Was met m'n derden appel bezig, toen pa
langs den tuin kwam.
„Wie zeg je
„Pa a"
„O."
„Nou, 'k lachte me 'n bult, dat begrijp je
"k Dacht, dat Tc int den boom zou knikkeren
von plezier."
„Van wie
„Van plezier
„O".
„Tc Heb er natuurlijk niemand iets van ver
teld I,Pa moest het eens weten, zeg. Tc Geloof,
dat ik er van langs zou krijgen, denk je ook
niet
,H*m"
,'k Heb er op 't oogenblik 'n flink vrachtje
op 't zolderkamertje liggen. Die deelen we sa
men
„Waar zeg je? Op 't....?"
„Zoldcr-der-ka-mer-tje."
„O. Wacht 'n oogenblikje"
„Frans."
„Ja, pa."
„Haal jij die appels boven en breng ze hier.
rrJa, pa."
„Hallo."
„Ha."
„Ha."
„Nu, Tc lust er straks wel eentje."
„Maar, a propos, wat wou je straks vertel
len. Je zoudt
„O, ja" I Kom maar even hier boven." Tot
broers grooten schrik I Pa ann de telephoon,
Frans in een hoekje en... de appels op
tafel
Ingezonden door Stroom Nimf.)
-
Klein Jantje speelt voor „Roodhuid"
Moes naaid' op éénen dag
Een mooie muts met veeren,
Zooals je nooit nog zag.
Het regent hard, bij straaltjes,
't Deert 't „Indiaantje" niet,
Omdat hij van den regen
Geen enkel drupje ziet.
Wat geven Indianen
Om storm, onweer, orkaan
Die zijn toch geen beletsel
Voor hen om uit te gaanl
Een Indiaan is dapper.
Voor niets en niemand bang,
Dat weet Jan uit zijn boeken,
Och, immers al zoo lang I
Hij gaat op onderzoeking
Bij gindschen poot zit wat 'f-
Zou het de vijand wezen.
Die daar te loeren zat?
Hé, zeg Word jij eens wakker I
Roept 't Indianen-Hoofd.
Was jij 't niet, die mij gist'ren
Mijn schatten hebt geroofd
Verschrikt wordt Moortje
wakker.
Wat is er aan de hand?
Hij kreeg een por, geweidigi
't Huis staat toch niet in brand?!
Moor ziet nu plots'ling Jantje
En wordt verschrikkTijk kwaad,
Omdat die „nare jongen"
Hem weer niet slapen laat I
4
Moor, nijdig, blaast natuurlijk
En zet een heggen rug
De Indianen-Hoofdman
Vlucht naar zijn „kamp" terug.
TSiv
Verschanst zich achter stoelen.
Waar Moortje hem niet ziet.
De Poes miauwt meelijddid:
Een h e ld. Jan, ben je n i e 11
Geen Indianen-Hoofdman
Nam zóó gauw ooit de vlucht
'k Vergat mijn rol heel even,
Zegt Jantje met een zucht.
Maar morgen ben 'k weer Hoofdman,
'k Trek dapper er op uit;
Niet eerder keer ik huiswaarts
Dan met een flinken buit
Prinses Elsje.
Het was vervelend, vreeselijk vervelend I
Stel je eens even voor:
Al weken van te voren had Carla zich
verheugd op een picnic in de bosschen,
waarbij een echt kampvuur ontstoken zou
.worden en Oom Flip, die pas uit Canada
teruggekeerd was, allerlei verhalen uit
Amerika zou doen.
En nu was op dezen dag der dagen de
barometer, nadat hij wel een week lang op
„mooi weer" gestaan had, hard achteruit-
geloopen, viel de regen bij stroomen neer,
alsof hij niet van plan was ooit op te hou
den en kwam de postbode druipnat was
de man met een brief van Oom Flip,
waarin deze schreef, dat hij zijn bezoek een
paar weken uitstelde.
Carla's gezichtje stond nu ook op „regen"
en zij was erg in den put, want Moeder had
haar juist verteld, dat zij Tante Anna ging CORRESPONDENTIE,
opzoeken, die ziek was, terwijl Vader in
zijn laboratorium vertoefde met een vriend, Dwerg. - Propeer het dan nu maar eens*
die onverwacht was komen opdagen. f ,zult z"en,' da! hct bcst m°T En 't Js
r* i j net eenmaal gedaan hebt, gaat Irt een volgen-
u l j u'Jno«der.vriende''Jk' ,oen Z,J de keer vee] gemakkelijker. Ja, maar ged.dd
haar bedroefd dochtertje voor het raam zag moct jc don mBar ccn bcetje oc[enen Da, is
staan, „zou jij vandaag eens niet naar Elsje wcj voor mcci dingen noodig.
Holm gaan? Het arme kind is ziek en al in Tabor. Dic heb jc in Amersfoort niet
geen maanden uit geweest. Denk eens hë Zoovcr h(,bbcn wc het hkj no(f njet Be.
aanEn ze heeft geen mooi speelgoed, bracht. Msar wat niet is, kan nog komen. Een
zooals een zeker meisje, dat ik ken. Haar aardig rijmpje, hoorKort en krachtig I
moeder moet den geheelen dag hard Hartelijk dank voor de aquarium plaaN
naaien om aan den kost te komen en heeft jes
geen tijd om zich met haar dochtertje bezig Ncptunus Aan alles komt een einde,
te houden." Ook aan de vacantie. Jammer is het wel, maar
Carla's gezichtje helderde even op, doch op school is het toch ook wel weer prettig.
betrok opnieuw bij de herinnering aan haar Heel goed gezien «-an je, hoor.
teleurstelling. Hansje me Knecht. Wat een prach-
Was het ook niet een vreeselijk verschiltig cadeau. Als het nu maar mooi weer wordt,
in de bosschen met Vader, Moeder en Oom bè. Dan kon je genieten. Heb je er al flink op
Flip te gaan picnicken, of naar het kleine gereden? Wees er maar zuinig op I
huisje, waar Elsje Holm woonde, te gaan j Wekker. Donk je wel voor je raadsel.
Eovendien was Elsje wat verlegen en stil, j 't Is heel goed bedacht. Heb je er r.og meer
heelemaol niet zooals andere kinderen van van die soort Het gebeurt wel eens dat een
haar leeftijd. a rQQdsel fout wordt opgegeven. Daardoor komt
Carla liet zich echter haar regenman-bet
teltje aantrekken en stond een oogenblik I Flaproos. Neen, dat is heel lang ge-
later bij het hek met de mand, welke aller- ,cd*n- Dot goat n a t u u r 1 ij k voor, dat be-
lei heerlijkheden bevatte, die voor de pic- heel goed. Ik zal de boodschop over-
nic bestemd waren geweest, als lekkere brengen-hoor! Allemaal,
boterhammen, vruchten, koekjes en allerlei 1 J o p i c S 1 i m. De cene keer zijn ze moeï-
versnaperingen. Een schoon wit servet was !iik' de ondere kccr wccr gemakkelijk. Dat zie
over den inhoud der mand gespreid, terwijl ic- he* ^,lsselt wel tens af: Dat 15 ,ccn heel
onderin een prentenboek voor Elsje lag. I v!erve1ende P^n fn, dan is hat Tmaar vhet
1 Hnf to nfiir riHnvft-.r rrn 11 Ic f n Korven linf
/~n in l j nij i 1 1 L dat je naar dc dokter gaat. t Is te hopen, dat
Carla had weldra het huisje bereikt, waar, J fVf t v i
.1 I je er nu voor goed of bent. Het scrict dus al
op. Dat zal je wel niet tegenvallen, denk ik.
Hulsttakje. Dat mag je niet doen
hoor. Vergeten is een heel leelijk ding. Zoo,
dan moet je het maar weer gauw aanleeren.
zij zijn moest en juffrouw Holm kreeg een
kleur van plezier, toen zij de kleine be
zoekster gewaar werd.
Kom binnen, lieve kind," zei zij en
bracht Carla bij het bed van Elsje, die met Prachtig hoor. Heb je daar zoo'n plezier in.
haar gezichtje naar den muur gekeerd lag. Daar heb ik nu heelemaal geen verstand van,
alsof zij sliep. Zij draaide zich echter dade- j maar het lijkt me voor jelui wel aardig. En
lijk om, toen zij de stem der bezoekster
herkende en zei haar goedendag.
Op het bed lag een kluwen wol met een
naald er in.
nuttig ookf
Rozeknop en Cupido. Maak er
maar een mooi verhaal van. Van dat tweede
briefje met al die woorden begrijp ik niet veel.
„Ik kan matjes en leesleggers maken," Hoort daar misschien nog* iets bij, wat jc ver-,
zei zij tegen Carla. „Het is een prettig fifêten hebt
werkje en de menschen koopen ze soms.
Ik zal later den kost met naaien en bordu
ren moeten verdienen en dus begin ik maar
vroeg met het te leeren."
Zij sprak heel opgewekt.
Juffrouw Holm zei, dat nu Elsje gezel
schap had, zij maar aan haar werk zou gaan
en ging di!s de kamer uit.
Mol. Liefst over dc Paaschvacantie, maar
als je niet uit bent geweest, kan je er slecht
over schrijven. Tenzij je wilt vertellen, hoe je
de vacantie thuis hebt doorgebracht. Anders
maar over een ander onderwerp.
Zwarte Roos. Gelukkig dèt je die
pijn nu kwijt bent. Dat was ook maar het
beste middel. Nu heb je er geen last moer van.
Cerla pakte nu met een 'trotsch gezichtje Do"k j°,wel ™or bijd™*e-
t I ci - Gouden Regen. Was het een leuk
de mand u.t, tot groote vreugde van Elsje 'kjc Zckcr ,an= niot akkclijk hè? Dnar
die weidra een keurig servet op haar bed moc, verstand Bvan hcBbben.
uitgespreid zag, met allerlei lekkers er op. D f
n i 1 I noschlee. Jo. dat is ook zoo, maar
za je ussen in je rug opzetten, zei Spreekwoordenrandsels zijn meestal weer moei-
Carla, terwijl rij voor ziekenverpleegster
speelde. En op moederlijken toon ging zij
voort: -
„Zitten we hier nu niet gezellig? We
zullen spelen, dat jij een Prinses bent, die
door een akeligen reus gevangen gehou
den wordt in een Kasteel en ik een Fee
ben, die haar wat komt opvroolijken."
Elsje's oogen schitterden, terwijl zij vroo-
lijk lachte.
„Neem een koekje," zei Carla, terwijl zij
de Prinses een lekker koekje voorhield, die
dit met graagte verorberde. Het kleine ka
mertje weerklonk nu van vroolijk gebabbel
en gelach en toen juffrouw Holm eens even
om een hoekje kwam kijken, hadden zij
zóó'n plezier, dat ze haar niet eens zogen.
Op Elsje's bleek gezichtje was nu een
lijker. En er was me juist gevraagd om een
gemakkelijk raadsel op te geven. Je versje
is heel aardig hoor.
Ton Nevcu. Dan is het eigenlijk maar
weer prettig, dat de vacantie om is en je weer
naar school kunt gaan.
K 1 i v i a. Hoc is het met je tuintje.
Werk je er druk in. Dan zal het zeker wel
mooi worden. Ja zeker, heel graag zelfs.
Pierot. Had je me dat al ee'der ge
schreven. Be geloof dat jc het mis hebt. Maar
ik zal nog eens ricn of ik je helpen kan. Dan
zal ik je dot nog wel eens schrijven. Misschien
is er nog wel wat voor je.
L e c s g r a a g. Ik zal ze laten halen hoorl
Stroomnimf. Neen, het is veel aar
diger als je het zelf doet. Heb jij me om Dros-
te's-bonnen gevraagd? Ik heb er nu weer een
kleurlje. Zij leek heelemaal niets op een hceleboel. Je verhaaltje is heel leuk bedacht,
bedroefd prinsesje, maar luisterde gretig) Gymnast. Ncen, uit is uit moe, Je
naar de Sprookjes van Hans Andersen, die maar denken. Daar is niets aan te veranderen,
zulke aardige verhaaltjes voor kinderen ge- Maar als je eenmeal wccr op school bent is
schreven heeft. Carla was heel verbaasd, het ook wel weer aardig, 't Is weer eens wat
dat Elsje nog nooit van hem gehoord had. anders dan gewoonlijk, en toch moet je er dik*
„Moeder kan geen boeken betalen," zei wijls .nog even over denken.
Elsie- B o b b i e. Je opstel heb ik ontvangen Je
Carla was zóó verdiept in het voorlezen bent de eerste Ik bewaar ze natuurlijk, tot ze
uit het boek, dat zij voor Elsje meege- allemaal binnen rijn.
bracht had, dat zij er heelemaal niet op Leesgraag. Had je daar niet aan ge-
verdacht was, het plotseling vijf uur te dacht Goed hoor, bewaar dat maar voor je
hporen slaan. En zij had Moeder beloofd opstel. Dat zullen we dus maat zoo gauw mo-
om vijf uur thuis te komenGelukkig was gelijk in de krant zetten, 't Is leuk bedacht
het niet ver.
Haastig nam zij nu afscheid en zij be
greep maar niet, hoe het toch mogelijk ge
weest was, dat zij Elsje een stil en ver
legen kind gevonden had.
„Ik ben bijna blij, dat het regende," zei
rij zacht, terwijl zij Elsje goedendag zei,
„want het is een heerlijke middag geweest.
Nee, nee, je moet mij niet bedanken; i k
moet jou bedanken, want ik heb heele
maal niet meer aan den regen gedacht. Ik
geloof, dat Moeder d a t er mee bedoelde,
toën zij zei, dat wij zelf zonneschijn om ons
heen konden verspreiden, ook al regende
het, dat het goot. Dag Prinses Elsje, rk kom
heel g'auw weer terug."
-
Een paar weken waren verloopen en het
was een prachtige dag.
Bij een kampvuur in het bosch stond een
rolstoel, waarin Elsje zat, Elsje, die met een
stralend gezichtje luisterde naar de ver
halen van het verre land, waar Carla's Oom
eenige jaren vertoefd had.
Zij was ook dien dag weer Prinses Elsje
en Vader, Moeder, Oom Flip en Carla had
den om beurten den rolstoel, den troon
van Prinses Elsje, geduwd, zoodat de Prin
ses de picnic kon bijwonen.
UIT ONZE MOPPENTROMMEL.
Jansen was een man, die zooals men dat wel
eens noemt, dikwijls „in de olie" thuis kwam.
Zijn vrouw dochtdat zal ik hem eens aflee\
ren. Toen hij weer laat thuis kwam, stond zijn
vrouw op hem te wachten met een laken ovet
haar hoofd.
Jansen „Wie daar
Zijn vrouw „Een booze geest 1"
Jonsen Goddank, ik. dacht dot het mijn
vrouw was.
van je.
Zwartkop. Neen zeker niet. Het waren
er twee hoor. Nu maar flink werken, dan kom
je er van zelf.
Sprinkhaan. Wat jammer, dat je dc
heele vacantia ziek bent geweest. Daar heb je
dus al heel weinig- aan gehad. Neen, dat gaat
nu nietdon maar over een onder onderwerp.
Ben jc nu weer heelemaal beter
Kikker. Een aardig versje hoor. Zocdra
ik het kan plaatsen komt het in de krant.
Kabouter. Waj een reuzen zaak is dat
hè. Zoo heb je ze hier niet. Wel jammer voor
je, wont dat is wel een mooi gezicht. Vindt je
het niet fijn oun zee
Vlindertje. Dan de volgende week
maar dubbel zooveel.
Blondje. Wees maar voorzichtig zoo
nllcen hoor I Vooral om 12 uur is het vaak erg
druk in dc stad.
StormvogeL Wc], wel, zoo druk ge
had met uitgaan, dat je de krant zoo heele
maal was vergeten, 't Is wat mooi's, maar 't
is je te vergeven hoor.
Ponnekock. Heb je daar de helbrand
nog gezien Er is een heel stukje heide ver
brand. Maak je ook eens wat mooi's voor mij?
Ja, dat is goed, dan zal ik wel voor verdere
doorzending zorgen.
Nimf. Ja, zeker en er staan heéle mooie
bloemen en planten in. Ik mag er a^Sd graag
in werken, maar don moet het mooi weer zijn.
Dank je wel voor je mooie raadsel.
Poppenmoeder. Dat komt nog wel.
Je moet niet zoo ongeduldig zijn. Er zijn nog
andere dingen, die 'ook in de krant moeten
maar als dat van jou aan de beurt is, zal je het
wel zien. Zoo, heb je het al uitgelezen
Silene. Heb je genoten Je opstel
letje komt er natuurlijk in. Jij bent zoo lang
zamerhand een vaste medewerker geworden.
Blijf zoo maar doorgaan hoor Neen, dat was
tante Bets nu eens juist niet. Jammer hè
OOM KAREL.