KINDERRUBRIEK. Oe rubr.ek van Oom Karei De Paaschvacantie is alweer voorbij. Jelui hebben het niet e;g getroffen met het weer. Het is het grootste gedeelte niet erg mooi ge weest. Dat is wel heel jammer, want als je met verlangen naar de vacontie uitizet en al lerlei plannetjes maakt om uit te gaan en het is dan ten slotte nog slecht weer, dan is het wel erg teleurstellend. En nu de vacontie voor bij is, lijkt het wel of de mooie dagen juist ko men. Maar daar is nu eenmaal niets aan te doen. Jelui oordeelen wel erg verschillend over de vacontie. Ik kreeg verschillende briefjes waarin de neefjes en nichtjes me vertelden, dat ze het zoo jammer vonden, dat de vacantia was afgeloopen en dot ze hem graag nog wat langer hadden gehad en onderen schreven me juist, dot ze blij waren dat hij voorbij was en dat ze blij waren weer naar school te kunnen gaan. Dot is dus juist het tegenovergestelde. Nu kan ik me ook best begrijpen, dot jelui je thuis ook wel een beetje beginnen te vervelen els je niet naar buiten kunt. Jelui zijn nu zeker druk bezig met de opstellen. Er werd me ge vraagd of zij, die met de pooschvacantie niet uit de stad of naar buiten geweest waren, een opstel over een ander onderwerp mochten ma ken. Natuurlijk mag dat voor hen wel, want zij kunnen slechts over hun vacantie schrijven, als ze niet uit zijn geweest. Diegene moeten dus maar een onder onderwerp kiezen. Maandag 9 Mei a.s. moet ik alle opstellen binnen hebv Jelui hebben dus nog ruim een week tijd. Doe dus maar goed je best, want mocht je soms niet zoo gelukkig zijn een prijs te winnen, je opstel komt toch in ieder geval in de krant Hier komen nu eerst de raadsels RAADSELS Oplossingen van de vorige weck. De oplossingen van de vorige raadsels waren I. Legende met leg, en de. II. Tol of draai t o 1 of prik tol enz. De prijs winnaar Sprinkhaan kan zijn prijs a.s. Maandag aan ons bureau komen af halen. NIEUWE RAADSELS I. Kruisroadsel. Het gevraagde woord is een naam van een meisje, die den laatsten tijd veel genoemd wordt. X X X X sir X X X X X IK X X X X X X X X X X X X X X X Eerste rijmedeklinker. Tweede rijwaarin men specerijen bergt. Derde rij wat men altijd bij bergen vindt Vierde rij het gevraagde woord. Vijfde rijeen vrucht. Zesde rijeen meisjesnaam. Zevende rijeen klinker. (Ingcz. door Leesgraag.} II. Het geheel is voor velen het doel geweest van een tochtje in de Paoschvacantie. Het be staat uit 4 lettergrepen. D« erste lettergreep vindt men in den tuin. Da rweede lettergreep is de heele wereld. De derde lettergreep hebben alle menschen en dierei De viel 'Je lettergreep is een boom. VOOR DE NICHTJES, Nu de Paaschvacantie weer voorbij is, zul len we woer eens met onze handwerkjes begin nen. Jelui zult er nu wel niet veel tijd voor hebben, want ik veronderstel, dat ook al de nichtjes 't druk hebben met de opstellen. Doe jelui maar goed je best hoor. Ik verheug me er al op al die opstellen te mogen lezen. Deze week zal ik jelui iets opgeven, wat ik laatst zelf ook gemaakt heb en heel aardig is uitgevallen, n.l. een gehaakt overtrek voor een iheemuts. Hiervoor hebben we noodig 5 bolletjes hoakzijde de kleur laat ik aan jelui smaak over natuurlijk. We beginnen dan met het haken van 8 lossen en maken deze tot een ronding. Te toer in dit gaatje 30 stokjes. 2e toer2 lossen, I stokje, om den andere in steken, dus nu krijgen we 15 stokjes. 3e toer 3 lossen, 1 voste op ieder stokje. 4e toer 1 vaste, 3 stokjes, I vaste in ieder gaatje. 5e toer4 lossen, 1 vaste, insteken in het stokje van den tweeden toer, dus achter langs den vorigen toer. 6e toer I vaste, 5 stokjes, 1 vaste, in ieder gaatje. 7e toer5 lossen, 1 vaste, insteken in den vaste van den vijfden toer, ook weer achter langs, 8c toerT vaste, 6 stokjes, 1 vaste. 9e toer 5 Tossen, I voste, insteken in den vaste van den zevenden toer, weer achter langs. TOe toer2e lossen, 7 stok jes in ieder gaatje, dit moeten we 12 maal herhalen, dan 3x5 lossen, I vaste in ieder gaatje. Dit gedeelte blijft dus recht en vormt den onderkant. Tie toer 3 slokjes, 3 lossen, 3 stokjes, 1 losse in ieder gaatje, dit weer 12 maal herhalen, daarna 4 lossen, I vaste, 3 lossen, 1 vaste in ieder gaatje. 12e toer: 3 stokjes, 3 lossen, 3 stokjes, 2 lossen, verder 3 stokjes, 3 lossen, 3 stokjes, 2 lossen, zoo weer tot twaalf maal toe en don weer, 4 los sen, 1 voste, 3 lossen, I voste in ieder gaatje. 13e loer 3 stokjes, 3 lossen, 3 sjokjes, 3 los sen, verder weer 3 stokjes, 3e lossen, 3 stok jes, 3 lossen, dit 12 maal. Dus bij iederen toer moeten we tusschen elke groep stokjes 1 los se meer haken. Zoo gaan we verder totdat we hebben 3 stokje*, 3 lossen, 3 stokjes, 16 lossen, verder weer 3 «tokjes, 3 lossen, 3 stok jes, 16 lossen enz. Hiermede is dan een helft van de theemuts af. De andere helft kan pre cies hetzelfde gehaakt worden. Veel succes er mede. Ik heb nu meteen al voldaan aan het ver zoek van Sprinkhaan om een nieuw handwerkje te geven. Flaproos vroeg mij om een boekomslag te maken voor haar in 't klein. Misschien wil ze me den volgenden keer nog eens duidelijk ver tellen, wat ze daarmee bedoelt. TANTE BETS. MOOI HOLLAND. Een hekje en een molentje Een koetje en een volentje Een wegje en een groene wei Dat maakt mijn Hollnndsch harte blij. Een bruggetje, een watertje Een schuitje en een snatertje Een maaier met een zonnehoed Dat doet mijn Hollandsch harte goed. Twee wilgen aan den waterkant Een waschje, dot te drogen hangt Stilleven, dénr men 't leven ziet Mijn Hollandsch hart er van geniet. Een torentje in 't ver verschiet Dat menschen en dat God bediedt Een rust die waarlijk rustig is Mijn Hollandsch hart duar rustig is. Een zonnetje, dat onder gaat Dot al dat moois nog mooier maakt Een avondklokje, bedeklank. Dat roept mijn Hollandsch hart tot dank. (Ingezonden door Boschfec.) EEN DAGJE NAAR BARNEVELD. Het wds Zaterdag, in de vacantie. Wij zou den naar Barnevcld gaan met onze klas en twee onderwijzers, mijnheer S. en mijnheer G. Gelukkig was het mooi zonnig weer. Om tien uur waren wij op het Julianoplein. Er gingen elf meisjes mee. Wij gingen op de fiets. Toen we op den Arnhemschen weg reden, verloor ik mijn pakje met brood ,dat aan het stuur van mijn fiets hing. Gelukkig waarschuwden de meisjes mij. Zonder meer ongelukken reden wij verder. Toen wij in de provincie Gelder land waren, kwamen wij langs een tol, waar wij 2]/i cent moesten betalen. Een van de meis jes reed nog al achteraan, de vrouw die het tolgeld ophaalde, zag haar niet, zij betaalde dus niet en kwam er dus gemakkelijk door. Na een tijdje kwamen wij in Barnevcld. Wij heb ben den watermolen bekeken en zijn toen naar het dorp gegnon, en hebben het standbeeld van Jan van Schnffelnar gezien. „Hè, mijnheer, ik heb zoo'n trek" zeiden de meisjes. „Nu dan zullen we buitei) het dorp ons brood op eten"" zei mijnheer S. Wc gingen dus weer verder om even verder tc gaan zitten, toen het plot seling hard begon te regenen. ,Wat moeten we nu doen zei mijnheer S. „Wij kunnen niet buiten blijven." Toen werd er besloten, in een melksalon te eten. We gingen „Hotel de Bonte Koe" -in en hebben daar erg gezellig ons brood opgegeten. Toen we weer buiten kwamen was het droog, maar wij hadden miscshien net vijf minuten gereden, toen het heel hord begon te regenen. Wij stapten even af om onze regenmantels of cape's aan tc doen. Af en toe was het droog. Wij hadden ergen tegenwind en waren dus gouw moe Toen wc al een flink stuk gereden hadden, rustten we uit aan den kont van den weg en hebben daar met mijnheer G. gestoeid. De meisjes werden later odrstig en toen heb ben wij bij een boerderij water gedronken. Na long gefietst te hebben kwamen wij om drie uur weer in Amersfoort aan. We bedank ten mijnheer voor het gezellige uitstapje en gingen toen anar huis, waar ieder zeker wel blij om was, w.ant we hadden hard getrapt. Ik hoop dat wc nog eens zoo'n uitstapje zullen maken. (Ingezonden door Silene.) AAN DE TELEPHOON. Jij goot boven aan de telephoon Frons, ïk blijf hier. Tingellng, tingeling. „Hallo I Ben jij al boven Frans „Ja." „Nu langzaam praten. Als je me niet verstaat, dan waarschuw jc maar. Ik zal je die mop van gisteren vertellen. Je luistert goed, hè?' ,Jo, ik zal ,Nou praat doorje zult.... vooruit don je zulthè, ben je doofstom gewor den IHalloje zultzeg je uils kuiken praat dan doorHallooo". ,Ja. In orde. Vertel maar op." Waarom heb jij mc geen geluid gegeven zeg .Vertel eerst maar op. Straks" ben ik aan de beurt" juist toen Frans aan de telephoon stond en 'n paar woorden had gesproken, was de deur van het kantoor opengegaan en z'n pa stond voor hem. „Zit je weer aan de tele phoon bengel Net zoolang tot de boel stuk is. Met wien spreek je „Met broer, pa." ,Zoo, geef hier." En zonder dat broer het wist, stond hij nu met z'n po te babbelen en ging hij z'n leuke mop vertellen. .Jo weet notaris Willems te wonen hè Goed, Tt Ben gisteren in z'n tuin geweest 'n heele partij appels opgepeuzeld boven in den boom tuschen de bloêren. Fijn gesmuld, man I 'k Was met m'n derden appel bezig, toen pa langs den tuin kwam. „Wie zeg je „Pa a" „O." „Nou, 'k lachte me 'n bult, dat begrijp je "k Dacht, dat Tc int den boom zou knikkeren von plezier." „Van wie „Van plezier „O". „Tc Heb er natuurlijk niemand iets van ver teld I,Pa moest het eens weten, zeg. Tc Geloof, dat ik er van langs zou krijgen, denk je ook niet ,H*m" ,'k Heb er op 't oogenblik 'n flink vrachtje op 't zolderkamertje liggen. Die deelen we sa men „Waar zeg je? Op 't....?" „Zoldcr-der-ka-mer-tje." „O. Wacht 'n oogenblikje" „Frans." „Ja, pa." „Haal jij die appels boven en breng ze hier. rrJa, pa." „Hallo." „Ha." „Ha." „Nu, Tc lust er straks wel eentje." „Maar, a propos, wat wou je straks vertel len. Je zoudt „O, ja" I Kom maar even hier boven." Tot broers grooten schrik I Pa ann de telephoon, Frans in een hoekje en... de appels op tafel Ingezonden door Stroom Nimf.) - Klein Jantje speelt voor „Roodhuid" Moes naaid' op éénen dag Een mooie muts met veeren, Zooals je nooit nog zag. Het regent hard, bij straaltjes, 't Deert 't „Indiaantje" niet, Omdat hij van den regen Geen enkel drupje ziet. Wat geven Indianen Om storm, onweer, orkaan Die zijn toch geen beletsel Voor hen om uit te gaanl Een Indiaan is dapper. Voor niets en niemand bang, Dat weet Jan uit zijn boeken, Och, immers al zoo lang I Hij gaat op onderzoeking Bij gindschen poot zit wat 'f- Zou het de vijand wezen. Die daar te loeren zat? Hé, zeg Word jij eens wakker I Roept 't Indianen-Hoofd. Was jij 't niet, die mij gist'ren Mijn schatten hebt geroofd Verschrikt wordt Moortje wakker. Wat is er aan de hand? Hij kreeg een por, geweidigi 't Huis staat toch niet in brand?! Moor ziet nu plots'ling Jantje En wordt verschrikkTijk kwaad, Omdat die „nare jongen" Hem weer niet slapen laat I 4 Moor, nijdig, blaast natuurlijk En zet een heggen rug De Indianen-Hoofdman Vlucht naar zijn „kamp" terug. TSiv Verschanst zich achter stoelen. Waar Moortje hem niet ziet. De Poes miauwt meelijddid: Een h e ld. Jan, ben je n i e 11 Geen Indianen-Hoofdman Nam zóó gauw ooit de vlucht 'k Vergat mijn rol heel even, Zegt Jantje met een zucht. Maar morgen ben 'k weer Hoofdman, 'k Trek dapper er op uit; Niet eerder keer ik huiswaarts Dan met een flinken buit Prinses Elsje. Het was vervelend, vreeselijk vervelend I Stel je eens even voor: Al weken van te voren had Carla zich verheugd op een picnic in de bosschen, waarbij een echt kampvuur ontstoken zou .worden en Oom Flip, die pas uit Canada teruggekeerd was, allerlei verhalen uit Amerika zou doen. En nu was op dezen dag der dagen de barometer, nadat hij wel een week lang op „mooi weer" gestaan had, hard achteruit- geloopen, viel de regen bij stroomen neer, alsof hij niet van plan was ooit op te hou den en kwam de postbode druipnat was de man met een brief van Oom Flip, waarin deze schreef, dat hij zijn bezoek een paar weken uitstelde. Carla's gezichtje stond nu ook op „regen" en zij was erg in den put, want Moeder had haar juist verteld, dat zij Tante Anna ging CORRESPONDENTIE, opzoeken, die ziek was, terwijl Vader in zijn laboratorium vertoefde met een vriend, Dwerg. - Propeer het dan nu maar eens* die onverwacht was komen opdagen. f ,zult z"en,' da! hct bcst m°T En 't Js r* i j net eenmaal gedaan hebt, gaat Irt een volgen- u l j u'Jno«der.vriende''Jk' ,oen Z,J de keer vee] gemakkelijker. Ja, maar ged.dd haar bedroefd dochtertje voor het raam zag moct jc don mBar ccn bcetje oc[enen Da, is staan, „zou jij vandaag eens niet naar Elsje wcj voor mcci dingen noodig. Holm gaan? Het arme kind is ziek en al in Tabor. Dic heb jc in Amersfoort niet geen maanden uit geweest. Denk eens hë Zoovcr h(,bbcn wc het hkj no(f njet Be. aanEn ze heeft geen mooi speelgoed, bracht. Msar wat niet is, kan nog komen. Een zooals een zeker meisje, dat ik ken. Haar aardig rijmpje, hoorKort en krachtig I moeder moet den geheelen dag hard Hartelijk dank voor de aquarium plaaN naaien om aan den kost te komen en heeft jes geen tijd om zich met haar dochtertje bezig Ncptunus Aan alles komt een einde, te houden." Ook aan de vacantie. Jammer is het wel, maar Carla's gezichtje helderde even op, doch op school is het toch ook wel weer prettig. betrok opnieuw bij de herinnering aan haar Heel goed gezien «-an je, hoor. teleurstelling. Hansje me Knecht. Wat een prach- Was het ook niet een vreeselijk verschiltig cadeau. Als het nu maar mooi weer wordt, in de bosschen met Vader, Moeder en Oom bè. Dan kon je genieten. Heb je er al flink op Flip te gaan picnicken, of naar het kleine gereden? Wees er maar zuinig op I huisje, waar Elsje Holm woonde, te gaan j Wekker. Donk je wel voor je raadsel. Eovendien was Elsje wat verlegen en stil, j 't Is heel goed bedacht. Heb je er r.og meer heelemaol niet zooals andere kinderen van van die soort Het gebeurt wel eens dat een haar leeftijd. a rQQdsel fout wordt opgegeven. Daardoor komt Carla liet zich echter haar regenman-bet teltje aantrekken en stond een oogenblik I Flaproos. Neen, dat is heel lang ge- later bij het hek met de mand, welke aller- ,cd*n- Dot goat n a t u u r 1 ij k voor, dat be- lei heerlijkheden bevatte, die voor de pic- heel goed. Ik zal de boodschop over- nic bestemd waren geweest, als lekkere brengen-hoor! Allemaal, boterhammen, vruchten, koekjes en allerlei 1 J o p i c S 1 i m. De cene keer zijn ze moeï- versnaperingen. Een schoon wit servet was !iik' de ondere kccr wccr gemakkelijk. Dat zie over den inhoud der mand gespreid, terwijl ic- he* ^,lsselt wel tens af: Dat 15 ,ccn heel onderin een prentenboek voor Elsje lag. I v!erve1ende P^n fn, dan is hat Tmaar vhet 1 Hnf to nfiir riHnvft-.r rrn 11 Ic f n Korven linf /~n in l j nij i 1 1 L dat je naar dc dokter gaat. t Is te hopen, dat Carla had weldra het huisje bereikt, waar, J fVf t v i .1 I je er nu voor goed of bent. Het scrict dus al op. Dat zal je wel niet tegenvallen, denk ik. Hulsttakje. Dat mag je niet doen hoor. Vergeten is een heel leelijk ding. Zoo, dan moet je het maar weer gauw aanleeren. zij zijn moest en juffrouw Holm kreeg een kleur van plezier, toen zij de kleine be zoekster gewaar werd. Kom binnen, lieve kind," zei zij en bracht Carla bij het bed van Elsje, die met Prachtig hoor. Heb je daar zoo'n plezier in. haar gezichtje naar den muur gekeerd lag. Daar heb ik nu heelemaal geen verstand van, alsof zij sliep. Zij draaide zich echter dade- j maar het lijkt me voor jelui wel aardig. En lijk om, toen zij de stem der bezoekster herkende en zei haar goedendag. Op het bed lag een kluwen wol met een naald er in. nuttig ookf Rozeknop en Cupido. Maak er maar een mooi verhaal van. Van dat tweede briefje met al die woorden begrijp ik niet veel. „Ik kan matjes en leesleggers maken," Hoort daar misschien nog* iets bij, wat jc ver-, zei zij tegen Carla. „Het is een prettig fifêten hebt werkje en de menschen koopen ze soms. Ik zal later den kost met naaien en bordu ren moeten verdienen en dus begin ik maar vroeg met het te leeren." Zij sprak heel opgewekt. Juffrouw Holm zei, dat nu Elsje gezel schap had, zij maar aan haar werk zou gaan en ging di!s de kamer uit. Mol. Liefst over dc Paaschvacantie, maar als je niet uit bent geweest, kan je er slecht over schrijven. Tenzij je wilt vertellen, hoe je de vacantie thuis hebt doorgebracht. Anders maar over een ander onderwerp. Zwarte Roos. Gelukkig dèt je die pijn nu kwijt bent. Dat was ook maar het beste middel. Nu heb je er geen last moer van. Cerla pakte nu met een 'trotsch gezichtje Do"k j°,wel ™or bijd™*e- t I ci - Gouden Regen. Was het een leuk de mand u.t, tot groote vreugde van Elsje 'kjc Zckcr ,an= niot akkclijk hè? Dnar die weidra een keurig servet op haar bed moc, verstand Bvan hcBbben. uitgespreid zag, met allerlei lekkers er op. D f n i 1 I noschlee. Jo. dat is ook zoo, maar za je ussen in je rug opzetten, zei Spreekwoordenrandsels zijn meestal weer moei- Carla, terwijl rij voor ziekenverpleegster speelde. En op moederlijken toon ging zij voort: - „Zitten we hier nu niet gezellig? We zullen spelen, dat jij een Prinses bent, die door een akeligen reus gevangen gehou den wordt in een Kasteel en ik een Fee ben, die haar wat komt opvroolijken." Elsje's oogen schitterden, terwijl zij vroo- lijk lachte. „Neem een koekje," zei Carla, terwijl zij de Prinses een lekker koekje voorhield, die dit met graagte verorberde. Het kleine ka mertje weerklonk nu van vroolijk gebabbel en gelach en toen juffrouw Holm eens even om een hoekje kwam kijken, hadden zij zóó'n plezier, dat ze haar niet eens zogen. Op Elsje's bleek gezichtje was nu een lijker. En er was me juist gevraagd om een gemakkelijk raadsel op te geven. Je versje is heel aardig hoor. Ton Nevcu. Dan is het eigenlijk maar weer prettig, dat de vacantie om is en je weer naar school kunt gaan. K 1 i v i a. Hoc is het met je tuintje. Werk je er druk in. Dan zal het zeker wel mooi worden. Ja zeker, heel graag zelfs. Pierot. Had je me dat al ee'der ge schreven. Be geloof dat jc het mis hebt. Maar ik zal nog eens ricn of ik je helpen kan. Dan zal ik je dot nog wel eens schrijven. Misschien is er nog wel wat voor je. L e c s g r a a g. Ik zal ze laten halen hoorl Stroomnimf. Neen, het is veel aar diger als je het zelf doet. Heb jij me om Dros- te's-bonnen gevraagd? Ik heb er nu weer een kleurlje. Zij leek heelemaal niets op een hceleboel. Je verhaaltje is heel leuk bedacht, bedroefd prinsesje, maar luisterde gretig) Gymnast. Ncen, uit is uit moe, Je naar de Sprookjes van Hans Andersen, die maar denken. Daar is niets aan te veranderen, zulke aardige verhaaltjes voor kinderen ge- Maar als je eenmeal wccr op school bent is schreven heeft. Carla was heel verbaasd, het ook wel weer aardig, 't Is weer eens wat dat Elsje nog nooit van hem gehoord had. anders dan gewoonlijk, en toch moet je er dik* „Moeder kan geen boeken betalen," zei wijls .nog even over denken. Elsie- B o b b i e. Je opstel heb ik ontvangen Je Carla was zóó verdiept in het voorlezen bent de eerste Ik bewaar ze natuurlijk, tot ze uit het boek, dat zij voor Elsje meege- allemaal binnen rijn. bracht had, dat zij er heelemaal niet op Leesgraag. Had je daar niet aan ge- verdacht was, het plotseling vijf uur te dacht Goed hoor, bewaar dat maar voor je hporen slaan. En zij had Moeder beloofd opstel. Dat zullen we dus maat zoo gauw mo- om vijf uur thuis te komenGelukkig was gelijk in de krant zetten, 't Is leuk bedacht het niet ver. Haastig nam zij nu afscheid en zij be greep maar niet, hoe het toch mogelijk ge weest was, dat zij Elsje een stil en ver legen kind gevonden had. „Ik ben bijna blij, dat het regende," zei rij zacht, terwijl zij Elsje goedendag zei, „want het is een heerlijke middag geweest. Nee, nee, je moet mij niet bedanken; i k moet jou bedanken, want ik heb heele maal niet meer aan den regen gedacht. Ik geloof, dat Moeder d a t er mee bedoelde, toën zij zei, dat wij zelf zonneschijn om ons heen konden verspreiden, ook al regende het, dat het goot. Dag Prinses Elsje, rk kom heel g'auw weer terug." - Een paar weken waren verloopen en het was een prachtige dag. Bij een kampvuur in het bosch stond een rolstoel, waarin Elsje zat, Elsje, die met een stralend gezichtje luisterde naar de ver halen van het verre land, waar Carla's Oom eenige jaren vertoefd had. Zij was ook dien dag weer Prinses Elsje en Vader, Moeder, Oom Flip en Carla had den om beurten den rolstoel, den troon van Prinses Elsje, geduwd, zoodat de Prin ses de picnic kon bijwonen. UIT ONZE MOPPENTROMMEL. Jansen was een man, die zooals men dat wel eens noemt, dikwijls „in de olie" thuis kwam. Zijn vrouw dochtdat zal ik hem eens aflee\ ren. Toen hij weer laat thuis kwam, stond zijn vrouw op hem te wachten met een laken ovet haar hoofd. Jansen „Wie daar Zijn vrouw „Een booze geest 1" Jonsen Goddank, ik. dacht dot het mijn vrouw was. van je. Zwartkop. Neen zeker niet. Het waren er twee hoor. Nu maar flink werken, dan kom je er van zelf. Sprinkhaan. Wat jammer, dat je dc heele vacantia ziek bent geweest. Daar heb je dus al heel weinig- aan gehad. Neen, dat gaat nu nietdon maar over een onder onderwerp. Ben jc nu weer heelemaal beter Kikker. Een aardig versje hoor. Zocdra ik het kan plaatsen komt het in de krant. Kabouter. Waj een reuzen zaak is dat hè. Zoo heb je ze hier niet. Wel jammer voor je, wont dat is wel een mooi gezicht. Vindt je het niet fijn oun zee Vlindertje. Dan de volgende week maar dubbel zooveel. Blondje. Wees maar voorzichtig zoo nllcen hoor I Vooral om 12 uur is het vaak erg druk in dc stad. StormvogeL Wc], wel, zoo druk ge had met uitgaan, dat je de krant zoo heele maal was vergeten, 't Is wat mooi's, maar 't is je te vergeven hoor. Ponnekock. Heb je daar de helbrand nog gezien Er is een heel stukje heide ver brand. Maak je ook eens wat mooi's voor mij? Ja, dat is goed, dan zal ik wel voor verdere doorzending zorgen. Nimf. Ja, zeker en er staan heéle mooie bloemen en planten in. Ik mag er a^Sd graag in werken, maar don moet het mooi weer zijn. Dank je wel voor je mooie raadsel. Poppenmoeder. Dat komt nog wel. Je moet niet zoo ongeduldig zijn. Er zijn nog andere dingen, die 'ook in de krant moeten maar als dat van jou aan de beurt is, zal je het wel zien. Zoo, heb je het al uitgelezen Silene. Heb je genoten Je opstel letje komt er natuurlijk in. Jij bent zoo lang zamerhand een vaste medewerker geworden. Blijf zoo maar doorgaan hoor Neen, dat was tante Bets nu eens juist niet. Jammer hè OOM KAREL.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1927 | | pagina 12