BINNENLAND. TWEEDE BLAD. FEUILLETON. Ds Geheimzinnige Talisman. 25e Jaargang No. 2£7 AMERSFOORTSCH DAGBLAD „de eemlander" t2^eMS27 U3T DE STAATSCOURANT. bevorderd tol architect bij het Rijksbureau voor dc monumentenzorg te 's Grovenhage H Onnes, thans bouwkundig ambtenaar Iste klasse op dat bureau bevorderd tot commies bij het Rijksarchief te Utrecht mej. AI. J van Soest en bij het Algemeen Rijksaichief te 's Grovenhage A. Brouwer, beide thans adj.-commies bij die in stellingen op verzoek eervol ontslagen mej. J. M. Wakker, als leerares R.H.B.S. te Helder benoemd tot hoofdinspecteur van de volks gezondheid bij den dienst welke is belast met de zaken rakende dc kinderhygiëne en de be strijding van dc tb.c. en de geslachtsziekten R. N. M. Eykel te Nijmegen, hoofdinspecteur titulair bij dien dienst. Benoemd tot notaris te Rotterdam AI. Das sen, canc'idaat-notoris te Rotterdamte Go- rinchem W. J. Courrcch Stoul, c'ondiduat-noto- ris, wonende te Rhenente Dieren, gemeente Rheden, C. van de Velde, candidaat-notaris te Arnhem. Benoemd tot rechter in de rechtbank te Tiel Mr. E. J. \V Tap, thans substituut-griffier bij gemelde rechtbank. Benoemd tot plaatsvervangend lid van. dc Rijkscommissie voor de keuring van trekpaar den G. de Wilde, te St. Maartensdijk DE COLLECTIEVE ARBEIDS OVEREENKOMST. Het overleg met de Regeering. Het verslag is thans verschenen van het overleg, door de commissie van voorbereiding uit de Tweede Kamer met de regeering ge pleegd, betreffende het wetsontwerp tot na dere regeling van dc collectieve arbeidsover eenkomst De meeste leden voor aanvaarding. Bij het nfdeelingsonderzoek verklaarden de meeste leden het ontwerp te willen aanvaar den, zij het ook dot niet alle vootstanders even geestdriftig waren gestemd en van ver schillende zijden op- en aanmerkingen werden gemaakt. Eenige leden meenden, dat een re geling van de collectieve arbeidsovereenkomst niet moet worden opgetrokken op privoatrech- telijken grondslag. Deze overeenkomst, is h.i. geen gewone burgerrechtelijke overeenkomst. Door deze instelling te persen in het kader van het burgerlijk recht zou men de ontwik keling der C. A. O. in verkeerde richting be vorderen. De regcering merkte hiei tegenover on, dat het een verkeerde gedochte zou zijn de C.A O. te beschouwen als een burgerrechtelijke over eenkomst. Doch juist op den grondslag van het burgerlijk recht heeft het instituut der C.A.O. dc vlucht genomen, welke het thans heeft. Men kon zich ongcwijfcld een publiek rechtelijkon opzetvoorstellen, doch voor de stelling, dat zoodanige opzet uit de natuur der CAO. dwingend z.ou voortvloeien, werd naar de meening de rregeering in het verslag geen argument bijgebracht Weinig dwingend recht. Een aantal andere Kamerleden oordeelden dit wetsontwerp van geringe waarde. De pri vaatrechtelijke regelingen, welke in den loop der jaren bij het sluiten van C.A O. tot'ont wikkeling zijn gekomen, worden h.i. in hoofd trekken cn dan nog slechts ten decle, in dit wetsontwerp geconsolideerd. Overigens bevat het -ontwerp weinig dwingend recht, zoodat het practisch van nagenoeg geen beteekenis zou zijn. De regecring antwoordde hierop, dat vele voorschriften van dwingend recht niet wen- schelijk geacht worden. De totstandkoming van C.A.O. word door zoodanige voorschriften riet bevorderd, daar niemand gedwongen kan worden een C.A O aan te gaan. De vraag, of bindendverklaring aJ of niet wcnschelijk is, verklaarde de regeering binten beschouwing, te laten, omdat zij door dit wetsontwerp niet aan de orde is gesteld. Echter merkte de regeering op, dat de regeling, zooals zij is ontworpen in geen geval een beletsel vormt tegen een eventueclen publiekrechtelijken uit bouw. Een ander bezwaar, dat geopperd werd, betrof de omstandigheid, dot het berechten van geschillen toevertrouwd blijft aan de kan- tonrechers He nauwe verband, dat tusschen <je individueele arbeidsovereenkomst en de C. A. O. bestaot, leidt echter volgens de regee ring daartoe. Overigens wordt de kwestie van de berechting van geschillen practisch van ondergeschikten aard geacht, daar in het over- groote deel der C. A. O. bepalingen nopens arbitrage zijn opgenomen (in de laatste vijf jaren is dit het geval bij C. A. O., welke 90 pet. omvatten van het totaal aantal d'cr bij C A O. betrokken arbeiders). Wettelijke regeling van de vakvereenigingen. Eenige leden achtten het een leemte in het wetsontwerp, dat daarin ontbreekt een behoor lijke wettelijke regeling van de vakvereenigin gen, die bevoegd zijn C. A. O. af te sluiten De regeering is evenwel van meening, dat in dit ontwerp, hetwelk wil geven een privaat rechtelijke regeling van de C. A. O., geen plaats is voor een algemeene en systematische regeling van het vakvercenigingsrecht, zooals voor de Coöp. Vcrecnigingen en dc N.V. is getroffen. Naar aanleiding van de opmerking van som mige leden, dat het gcwenscht zou zijn in het wetsontwerp een verbod op te nemen van loonacties van de zijde der arbeiders, strek kende om tijdens den duur der overeenkomst andere arbeidsvoorwaarden te verkrijgen, be toogde dc regeering, dat het ontwerp niet meer dan het juridische raam geeft. Zijn ma- terieelen inhoud krijgt het contract door het geen partijen overeenkomen. Het is dus aan partijen om het loon te bepalen en het is even zeer aan partijen om desgewenscht een en an der overeen te komen nopens werkstakingen en uitsluitingen. De regering acht het niet noodig het wets ontwerp aan te vullen met bepalingen betref fende de mogelijkheid van tusschentijdschc ont binding, op grond van gewichtige redenen naar analogie van artikel IÓ39 W. van het B. W., komt haar niet wenschelijk voor. Te vreezen zou zijn dat een partij, die achteraf van de C. A. spijt heeft, te gemakkelijk een aah- leiding zou vihden, zich van die overeenkomst te ontdoen. Te minder reden wordt er vooi een wettelijk ontbindingsrecht geacht, omdat dc gestelde duur van het C. A. O. van vijf jaren een maximum is. In de praktijk worden de C. A. O. voor meer dan 80 afgesloten voor een jaar en korter. Bezwaren werden verder nog gemaakt bij het afdeelingsonderzoek tegen de artikelen 10, 11 en 14, o.m. omdat dc in die artikelen gege ven oplossingen meer liggen in de lijn van de publiekrechtelijke dan van de privaatrechtelijke overeenkomst. Het was de regecring cchtei niet duidelijk, hoe men deze mccning kon koes teren, terwijl men geen bezwaar heeft dat die bepalingen in de C. A. O. zelf (dat is een bur gerrechtelijke overeenkomst) worden opgeno men Bij de artikelen deelt de regeering nog me de, dot op gron dvan art. 91 (tweede onder alinea) der Zegelwc' 1917 een vrijstelling zal worden uitgelokt voor dc verzoekschriften om goedkeuring van wijziging van de statuten van bij de in werking treding der wet bestaande vereenigingen indien de wijzigingen met het oog op die wet worden aangebracht en mits goedkeuring gevraagd wordt binnen twee jaar na dc inwerkingtreding. Het denkbeeld de werking der C. A. O. eerst te doen aanvangen, nadat deze ter kennis is gebracht van alle leden, kan de regeering rie^ overnemen, daar dit een te strenge eisch is. Den in artikel 10 gestelden termijn wil do regeering ecnigszins verruimen en nader be palen op 21 dagen. Do regeering vereenigt zich met de zienswijze, dat een bizondere be paling voor gedeeltelijk invalide personen in dc C. A. O. op haar plaats zou zijn. Het verslag gaat vergezeld van een gewijzigd wetsontwerp. O.m. wordt voorgesteld artikel 15 te lezen als volgt „Een vereeniging, wel ke een C. A. O. heeft aangegaan kan, indien een der andere partijen bij die overeenkomst of een der leden van dezen, handelt in strijd met een harer of zijner verplichtingen, vergoe ding vorderen, niet alleen voor de schade wel ke zij zelve dientengevolge lijdt, doch ook voor die, welke hare leden lijden. Verder wordt de in de overgangsbepaling van artikel 26 gestelde termijn van 5 jaar teruggebracht op 2 jaar. Oud-gouvcmcur-generaal Air. Fock, de voorzitter van den Vrijheidsbond, die gisteren avond in „Bellevuc" te Am sterdam heeft gesproken. REDE VAN DEN OUD-GOUVERNEUR- GENERAAL MR D. FOCK. De Indische politiek. In „Bellevuc" te Amsterdam heeft de Vrij heidsbond gisteravond een openbare vergade ring belegd, waar de oud-gouverncur-generanl mr. D. Fock voor de eerste maal in zijn hoedanigheid van voorzitter van den Vrijheids bond in het openbaor is opgetreden. Toen de vroegere oud-gouverneur-generaal dc groote zaal, die tot in alle hoeken bezet was, binnen trad, werd hem een warme ovatie gebracht. De voorzitter van de afdeeling Amsterdam van den Vrijheidsbond, mr. J Rutgers, zcide in zijn openingsicde, dat deze vergadering dc inzet is voor de actie voor de as. raadsver kiezing, die beslissend zal zijn voor dc samen- stel'ing van doe. nieuwen gemeenteraad. Onder appluus der vergadering verwelkomde hij den oud-gouverneur-generaal mr. D Fock, dien hij den jongeren ten voorbeeld stelde. Daarop hield mr. D. Fock zijn lezing over „De Indische politiek". Allereerst constateerde hij met vreugde, dat in Nederland wel grootere sympathie gekoesterd wordt voor den Vrijheids bond, die bij de laatste Statenverkiezing sterk is vooruitgegaan. Sprekende over de algemeene Nedërlandsche politiek herinnerde hij eraan, dat de coalitie in stukken is geslagen en dat men nu steeds poogt de stukken weder bij elkander te lijmen. De lijm cn de spijkers, die houden, zijn nog niet gevonden en het ziet ernaar uit, dat het intermezzo-kabinet het nog tot 1929 zal uithouden. Zulk een intermezzo-kabinet geeft echter niet den gelukkigsten toestand en de Vrijheidsbond zal zich erop hebben voor tc be reiden, dat door zijn invloed in 1929 een eind daaraan gemaakt kan worden. In een parlemen tair land moet oen parlementair ministerie zijn. Laat de Vrijheidsbond er voor strijden, dat onze vrijzinnige instellingen en beginselen verder on aangetast blijven. Komende tot het onderwerp van zijn rede wees hij erop, dot de belangstel ling in ons land gelukkig steeds toeneemt voor Ned.-Indië.' Hot verdient toejuiching, dat hier in Amsterdam een instelling zich erop toelegt jonge menschen naar Indië te zenden. Bij het opkomend geslacht moet de overtuiging wak ker worden, dot Indië onze volle aandacht vraagt. Agenten van dc Sovjets pogen nu op roer in Indië te verwekken, maar die pogingen zullen en kunnen niet slagen. De Indische be volking gevoelt niet voor het drijven en stoken der communisten. Spr. keurde sterk nf dc plaat van de socialis ten, waarop Spr. staat afgebeeld als iemand, die een inlander worgt. Deze plaat deert Spr. niet. Eerder werpt zij een blaam op dc socialisten, die zulk een plant durven uitgeven, waardoor zij de Inlondschc bevolking tegen het gezag opzetten. Ons volk is van zulk een mentaliteit, dot het dit soort propaganda van de socialisten afkeurt. Spr. liet uitkomen, dat vele maatrege len der Indische regcering tegen de communis ten hier tc lande zijn gecritiseerd. 't Is echtei onjuist, dat het vcrgadcringsrecht voor de rus tige elementen beperkt is geworden. Van dc spoorwegstaking in 1923 heeft de bevolking zich niets aangetrokken De actie der com munisten eischt intusschen groote waakzaam heid der regecring. Deze actie kost tijd, die onders beter besteed zou kunnen worden aa*« de ontwikkeling von de bevolking. Zoolung dc waakzaamheid echter niet verslapt kan met ge- lustheid en vertrouwen de toekomst in Indië *t- gemoetgezien worden. Mr. Fock ging daarop in den breede dc be stuursorganisatie in Indië na. Daarbij kwam hij tot dc conclusie, dot degene, die thans nog durft beweren, dat op bestuursgebied in Indië rcuctie bestaat, niet onbevooroordeeld, maar om politieke overwegingen van het slechtste allooi oordeelt. De centralisotie heeft overal pluats gemaakt voor decentralisatie met toezicht van het opperbestuur. Voor het algemeen kiesrecht is de Indische bevolking, waaronder nog tal van analphabeten zijn, nog niet rijp. Dit zullen zelfs de sociaal-democraten moeten toegeven. Spr. releveerde, dat hij steeds veel mede werking van de nationalisten heeft gehad en men dient steeds te bedenken, dat de nationa listen niet afgestooten worden. Ten aanzien van de Chineezen moet mch ook letten op hetgeen zij verlangen. Hun wensch om gelijkgesteld te worden met de Inlandschc bevolking moet wordent bevredigd. Dc ElI^ope..,- sche ambtenaren moeten steeds op rde hoogte blijven van hetgeen onder de Inlandschc bevol king leeft. Dit is dc eenige wijze om het be stuur rcoht te houden Na in het licht te hebben gesteld, dat dc Volksraad nog meer zijn volle verantwoorde lijkheid zal gaan voelen als dit college een beslissende, in plaats von een odviscerendc stem heeft gekregen, constateerde hij, dat in Indië thons een flinke actie en een goede vooruit gong valt te constatecren. Nu heeft men ge* zegd, dat er reactie was, maar aldus vroeg Spr. zich af ligt dan de reactie in de bezui nigingen? Spr. vond het zelf onaangenaam, dat belangrijke werken niet konden worden uitge voerd, maar het financieel evenwicht moest worden hersteld en dit is bereikt. Vergeleken bij 25 jaar geleden is Indië sterk vooruitge gaan. Het onderwijs heeft zich sterk ontwikkeld en de gezondheidsdienst is goed opgezet, met het gevolg dat de cholera in jaren niet meer is voorgekomen en het sterftecijfer is gedaald. De irrigatiewerken zijn voortgezet; de arbei- derstoestanden zijn verbeterd. Voor het werk volk wordt goed gezorgd. Mr. Fock constateerde, dot, de toestand in Indië bevredigend is. Op verschillend gebied wordt krachtig en flink gearbeid en alles gaat vooruit. Spr. zou den Amsterdammers willen toeroepen: „Gaat door uw kapitaal, uw energie en uw werkkracht beschikbaar te stellen voor het schoone Ncderlandsch-Indiël" Niet alleen voor Nederland, maar ook voor Nederlandsch- Indië is veel goeds van den Vrijheidsbond te verwachten. De liberale politiek, die de rustige ontwikkeling van het land wil, brengt Indië vooruit. De liberale politiek zal voortgaan met de bestrijding van olie anarchistische, commu nistische en oproerige elementen. Alet een opwekking aan de Amsterdammers om den Vrijheidsbond in de vertegenwoordi gende colleges te versterken, besloot mr. Fock zijn luid toegejuichte rede. NEDERLANDSCH FABRIKAAT. Een aanschrijving van den Minis ter van Binnenlandsche Zaken. De Minister van Binnenlandsche Zaken en Landbouw heeft onder dagteekening van 7 dezer de volgende circulaire gezonden oan de gemeenten, welke met steun van het Rijk werk verschaffen Bij verschillende aanschrijvingen, verzochten mijn ambtsvoorgangers den gemeentebesturen bij het doen van bestellingen, indien overwogen werd de opdracht aan de buiten'andsche nij verheid te geven, voordat tot de bestelling werd overgegaan, overleg te plegen met de Rijkscommissie Werkverschaffing. In aansluiting nu oan deze aanschrijving heb ik de eer U mede te deelen, dat de Rijkscom missie Werkverruiming een dezer dagen o.m. het volgende te mijner kennis bracht „Der Commissie is het bekend, dat de Re geering cn in het bijzonder Uwe Excellentie ter uitvoering van post no. 63 (subsidiën in de kosten van werkverschaffing en steunverlee* ning in verband met crisiswerkloosheid en andere uitgaven in verband met die werkloos heid, benevens voorschotten op die subsidiën. en op die andere uitgavan 4,000,000) van de begrooting van het Departement van Bin nenlandsche Zaken en Landbouw, de werk gelegenheid in verscheidene gemeenten in het algemeen tracht to bevorderen o.m. door het toekennen van subsidiën onder bepaalde voor waarden aan die gemeenten De commissie juicht het tc dat het Rijk aldus zijnerzijds blijk geeft het streven der befokken gemeente besturen tot het scheppen von werkgelegen heid door samenwerking met die gemeentebe sturen te willen steunen De commissie heeft echter met leedwezen mqeten vaststellen, dot sommige gemeentebesturen, wier gemeenten o.m. door subsidie Rijksstcun ontvangen, hun nerzijds niet in zulke mate blijk geven het ulge- meenc streven der Regcering, waarvar o.m. het bestaan dezer commissie ccn bewijs is, te steu nen als de commissie zou mogen verwachten. Meermalen toch komt het voor, dat gemeen tebesturen, die belangrijke orders hebben tc plaatsen en waarnaar ook buitcnlandschc on dernemers dingen, die naar het buitenland vergeven, omdat het betrokken gemeentebe stuur öf niet óf niet tijdig overleg met dc com missie heeft gepleegd. De commissie heeft de overtuiging, dat, zou dat overleg tijdig hebben plaats gehad, menigmaal een order voor de Nedcrlandschc nijverheid zou kunnen zijn be houden. Ook komt het voor, dat de bedoelde ge meentebesturen bij hunne beslissingen zulk een enge opvatting von het gemeentebelang huldi gen, dat hierdoor zoo niet het gemeentebelang in ruimeren zin, dan zeker het algemeen be lang zoo niet geschaad, dan toch zeker niet bevorderd wordt." Ik betreur het, dat cr nog steeds gemeente besturen zijn, welke niet, of in niet voldqpndo mate, rekening houden met het feit, dut een der levensvoorwaarden voor de Nedcrlandschc nijverheid deze is, dot zij zooveel mogelijk op drachten krijgt In bijzondere mate betreur ik het, dat ge brek aan medewerking in deze zelfs nu en dan moet worden geconstateerd bij gemeentebestu ren, welke jnet steun vanwege mijn departe ment werk oan werkloozen verschaffen. Deze besturen toch weten uit ervaring, hoe nodcclig de gevolgen van werkloosheid zijn en hoe zegenrijk het is, niet alleen voor de arbeiders, doch ook voor de gehecle gemeenschap, dot het vrije bedrijf in de gelegenheid is, werkgelegen heid te openen. Nu blijkbaar volgens de mededeeling van de Rijkscommissie-Werkverruiming helaas niet alle gemeentebesturen, welke met financicelcn steun vanwege mijn departement werk aan werkloozen verschaffen, volledig medewerken aan de bevordering van de Nedcrlandschc in dustrie, zie ik mij genoodzaakt tc uwer kennis te brengen, dot ik voortoun ernstig zal hebben te overwegen, verdere steun in de kosten van werkverschaffing aan die gemeenten tc ont houden, von welke mij mocht bjijken, dat zij niet het hare doen om hare bestellingen, vooi zooveel mogelijk, aan onze industrie op te dra gen. Ik zal moeten aannemen, dat voldoende medewerking niot wordt verleend, indien het gemeentebestuur óf niet, óf niet tijdig dus vóórdat ten aanzien van dc te geven order de betrokken gemeente eenige verplichting jegens den buitenlandschen leverancier op zich heeft genomen overleg heeft gepleegd met de Rijkscommissie-Werkverruiming, Kloveniers burgwal 70, Amsterdam. Nu ik nogmaals de aandacht van uw college op deze zaak heb gevestigd, meen ik te mogen vertrouwen, en ik krijg daurvan gaarne de schriftelijke bevestiging, dat uw college bereid is in de door mij gewenschte richting werk zaam te zijn. DE WEGENBELASTING. Dc minister van Financiën heeft bepaald, da'/ aan de in zijn beschikking genoemde houders van motorrijtuigen in de daarbij vermelde bij zondere gevallen vergund wordt om gedurende ten hoogste 60 dogen per jaar, te rekenen van het tijdstip, waarop de belastingkaart wordt 'jf- gegeven, met een motorrijtuig op meer dan twee wielen te rijden of te doen rijden op den openboren weg tegen betaling van van hetgeen voor dot motorrijtuig over een vol jaar verschuldigd zou zijn, vermeerderd met 5 pet. De houder van een motorrijtuig, die gebruik wenscht te maken van de verleende vergunning, doet hiervan mededeeling in de volgens artikel 7 der Wegenbelostingivet in te leveren oan1- gifte. Verzoeken om vergunning, in bijzondere, niet in deze beschikking genoemde gevallen, be- hooren te worden gericht aan den minister van Financiën. Zij kunnen spoedshalve worden in geleverd bij den in artikel 7 der Wegenbclas- tingwet aangewezen ontvanger. Niets is zoo dor r-ls het gebied der ontken ning; het levert nooit nieuwe vruchten. nooi het.Engelsch van E. P BENSON. •79 Weer ging een koude rilling door de twee toehooiders en was het ulsof hunne ha ren rechtop gingen staan van afschuw. Deze, op zich zelf onbeduidende bijzonderheden als die schoenen en dat fluitspelen, dtden hun het plan neg duidelijker voorkomen dan het ver haal van dc misdaad zelf, zij begonnen er de mogelijkheid van fn te zien, hoe het plaats kon grijpen vandaag of de volgende week, en zij zagen het zich afspelen op de hun zoo be kende plaatsen. Weer begon de dokter tc spreken. „Een voorzorgsmaatregel heb ik reeds ge nomen," zeide hij, „ik heb het fleschje met de echte metholycine leeggemaakt en er gewoon zout ingedaan. Dadelijk, nadat ik mr. Francis gesproken heb, ben ik zoo gauw mogelijk-naar mijn huis gegaan cn ik heb het hierheen mee gebracht. fk zal blijvzijn als ik het kwijt ben, het is niet iets om zoo maar gewoon bij je te dragen." Hij haalde een klein pakje te voorschijn, zorgvuldig verpakt als kwam het van ccn apotheker cn opende het. Het bevatte ongc\ veer één ons wit grofkorrelig poeder, veel gelijkend op gewoon keukenzout cn zonder iets meer te zeggen, wierp hij het in het vuin. De roodgloeiende kool werd zwart toen hij het er op gooide en daarop weer rood en een oogenblik werd de geheele haard verlicht dooi een flikkerende goud-gele vlam. „Ziezoo, dit goedje zal mr. Francis ten minste niet gemakkelijk meer kunnen krijgen," zeide de dokter. Dc uitwerking van deze daad was in het oogvallend. Beiden, Lady .Oxted, zoowel ols Geoffrey, voelden zich opgelucht alsof er een groot ge vaar was afgewend, ofschoon de logica hier van, aangezien zij beiden dr. Armytage ver trouwden, in wiens bezit het Vergift zich be vond, de proef van een onderzoek niet goed zou hebben kunnen doorstaan. Lady Oxted in elk geval richtte zich opeens op uit de in el kaar gedoken houding, waarin zij het verhaal van den dokter had aangehoord en klapte in haar handen. „Mooi zoo I" zeide zij, „dot is één poging verijdeld, en wat nu dr. Armytage „Dot hangt er vanaf welk punt u nu op het oog hebt," zeide hij, „is het u genoeg, dat Hnrry buiten gevaar is „Ja, maar daar moeten wij voor goed zckei von zijn," zcide zij, „ik wil dien man in een krankzinnigengesticht zien voor misdadigers of hij moet dwangarbeid krijgen Harry zal nooi? veilig zijn, voordat die man achter de tralies zit." „Dat ben ik met u eens," zeide Geoff rev Dr. Armytage verliet zijn plaats bii den haard, waar hij gestaan had, zoolarg als zijn verhaal geduurd had en ging zitten „Beseft u wel goed, wat dat inhoudt vroeg hij, „het tril zeggen, dat mr. Francis in dc gelegenheid gesteld moet worden om zijn po ging te herhalen." „Die wij reeds verijdeld hebben," zeide Lady Oxted, op het vuur wijzend. Dr. Armytage schudde het hoofd. „Als wij hem op heeterdaad willen betrap pen, dan is dit niet voldoende," zeide hij, „Har ry zal op zekeren avond zijn whisky-soda en zout nemen, heel weinig zout, want het goed is sterk, hij zal, of misschien zal hij niet proeven, dot het zout er in is, wat dan In den tusschcntijd wacht Sanders op hem bij de zilverkast. Sanders zullen wij dan natuurlijk wel kunnen betrappen, maar dat is ook alles." Lady Oxted belde. „Wij kunnen niets doen," zeide hij, „behalve regelrecht naar Scotland Yard gaan en de ge heele zaak in handen van de politie geven. Dr. Armytage wilt u zoo goed zijn met mij mee te gaan en jij ook Geoffrey. Voor ons is na tuurlijk het geheele geval overweldigend maar als men het beschouwt van het Houldsworth geval af Opeens hield zij op, terwijl zij naar den dokter keek. „Goede hemel 1 Daar had ik heel niet aan gedachtzeide zij. De dokter stond op. „Ik heb, zooais u wel denken zult, daar meet dan eens aan gedacht," zeide hij. „Zou het niet mogelijk zijn, dat wij dien Sanders te pakken kregen vroeg Lady Oxted eindelijk. „Roep een hansom voor mij," zeide zij tot den knecht, die op haar bellen gekomen was. „Dat zou ik liefst het eerst probceren," zeide de dokter, „cn ik zal zien wat ik doen kan Misschien kunnen wij den man wel omkoopen; hij is misschien wel zóó'n groote schurk, dat hij omkoopbaar is Als wij naar Scotland Yard gaan moeten, dan zullen wij naar Scotland Yard gaan, maar voor het oogenblik is dat nog niet noodig; Harry is nog voor een dag of tien veilig bij u en mr. Francis is niet eer van plan dan over tien dagen Londen te ver laten. Alisschien komt er in dien tusschentijd nog uitkomst; zoo niet, dan ben ik bereid tc handelen." Lady Oxted voelde dat het toch niets zou geven verder nog wat te zeggen, en deed daarom ook maar geen poging. „Dan zal de hansom mij inplaats van daar heen, naar het station brengen," zeide zij, „ik kan nog net den trein holen. Wil je mij bren gen, Geoffrey Zij stond op en deed haai handschoenen aan. „Zult u mij op de hoogte houden, dr. Armytage," zeide zij, „of indien u mij iets mede te deelen hebt, wat misschien voorzichtiger is om niet te schrijven, komt u dan op Oxted, of telegrafeert u mij, dan kom ik hier. Op het oogcnbilk hebben wij dus niets meer of te spreken." Zij gaven elkaar de hond en de drie liepen door de hall en over bet breede trottoir, waar het rijtuig stond te wachten. Lady Oxted stapte eerst in, en Geoffrey stond reeds op hel treedje om haar te volgen, toen er iemand de straat overstak en van achter het rijtuig voor den dag kwam en op het trottoir stopte, dicht bij de plaats waar de dokter stond. „Beste vriend," zeide een bekende stem, „wat een schitteiende middag is het I" Het gebeurde alles zoo gauw, det dc doktei letterlijk geen tijd had om zijn tegenwoordig heid van geest te verliezen. „Stap gauw in en kijk niet om," zeide hi] heel zacht tot Geoffrey. Maar hij kwam te laatop het hooren van die stem had Geoffrey reeds omgekeken en hii on mr Francis staarden elkander voor ccn ondeelbaar oogenblik aan. Dc vriendelijke glimlach verdween echter niet van het gelaa! van den ouder man het scheen alsof hij cr voor goed op blijven zou. Tegelijkertijd klonk van binnen uit de han som Lady Oxted's stem „Stop in, Geoff," zeide zij, „wij hebben niet zoo heel veel tijd." Mr. Francis kwam een stap nader, zoodat hij in den hansom kon zien. „O, en Lady üxted ook al," merkte hi] vriendelijk op. „het is klaar, koetsier Het paard zette zich dadelijk in een snellen draf en hij en de dokter bleven alleen achter. Mr. Francis stond nog steeds glimlachend het zich verwijderend rijtuig na tc kijken. „En Lady Oxted, en Lady Oxted ook," bleef hij maar in zichzelf mompelen. Toen wendde hij zich opeens vlug naar zijn metgezel en op een zachte, zangerige stem zeide hij heel lang zaam „een charme vrouw; een vrouw, die men graag onder zijn vrienden telten die goede Geoffrey ook, die goed Geoffrey, Har ry's beste vr iend Hoe heel i jk om hem toch nog even te hebben gezien Wat een verras sing om jullie dani allen zoo-bij elkaar tc ont moeten I Mna- kom, ik moet verder. Tot weer ziens dus, beste vriend." Hij keerde zich van hem af, liep een pas ol drie voort, bleef loen slaan en keek nog eens om. Op dar oogenblik dacht de dokter, dat zijn oog of zijn verstand hem de een of nndere onverklaarbare poets speeldehij kon zich niet voorstellen, dat het gelaat, dat hem nu aankeek hetzelfde was als dat. hetwelk nog geen twee m'nuten geleden oen en al glim lach en beminnelijke hoffelijkheid was geweest. Nu was het nauwelijks menschelijk het ge laat van eer duivel of van een wild boes* 'ra zend van hartstocht cn haot grijnsde hem te gen. (Wordt vervolgd.)

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1927 | | pagina 5