25,J.»*»,, no.«.-AMERShOORTSCH DAGBLAD „DE EEMLANDER"
TWEEDE BLAD.
BINNENLAND.
p.~r 'V ïS3.
Jaquet-Costsjmes.
FEUILLETON.
De Geheimzinnige Talisman.
Woensdag
18 iV'ei 1827
UIT DE STAATSCOURANT.
Benoemd tot ridder in de Orde van den
Ned.. Leeuw A. Pan, directeur der Billiton
Mij. en tot ridder der Oranje Nassau-ordc H.
J. van Arkel, secretaris van den raad van be
heer der gemeenschappelijke mijnbouw maat
schappij „Billiton".
Benoemd tot burgemeester van Nieuwveen
J. \V. Geesink en van Zevenhoven W. J.
Bocxe, secretaris der gemeente.
Toegekend de bronzen eere-^nedaille der
Oranje Nassau-orde aan J. H. van Petersen,
vuurwerker bij de Deventer Ijzergieterij en
Machinefabriek v.h. J L. Nering Bogel en Co.
te Deventer.
Op verzoek eervol ontslagen ter zake van
meer dan vijf jaren dienst de reserve-eerste-
luitenant M. C. Holthuizen van het regiment
vesting-artillerie.
HET KONINKLIJK BEZOEK AAN
AMSTERDAM.
'De stad in feesttooi.
Voor den intocht van de Koninklijke Familie
in de hoofdstad bestond gisteren grooter be
langstelling dan dit bij de Koninklijke bezoe
ken van dc laatste jaren het geval is geweest.
Natuurlijk gold deze vermeerderde belangstel
ling in de eerste plaats de Prinses, die thans
voor het eerst sinds haar achttiende verjaar
dag, haar intrede in Amsterdam doet.
Uren voor de aankomst stond reeds een
groote menigte op den Dam en op het Sta
tionsplein opgesteld. Het publiek werd vooit-
durend beziggehouden, doordot muziekkorpsen
voorbijtrokken, die zich voor het Centraal Sta
tion zouden opstellen, om de Koninklijke
fnmilie bij haar aankomst op feestelijke wijze
te begroeten. In de stad werd druk gevlagd;
aan de beugels van de trams wapperden de
nationale kleuren en in de haven waren de
schepen gepavoiseerd.
De ontvangst op het station.
Precies op tijd, te 3.58, rolde de Koninklijke
trein uit Apeldoorn het Centraal Station binnen
en waren H. M. dc Koningin en H. K. H. Prin
ses Juliana voor het jaorlijksch bezoek in de
hoofdstad gearriveerd. Z. K. H. Prins Hendrik
was reeds eerder per auto aangekomen. In de
Koninklijke wachtkamer, stemmig met bloe
men en planten versierd, werden Koningin en
Prinses in de eerste plaats welkom geheeten
door Prins Hendrik en vervolgens door jhr.
Röell, Commissaris der Koningin in Noord-
Holland; kapitein ter zeer Schenck de Jong,
onder-commandant van de Marine te Amster
dam; kolonel H. Z. H. van de Roemer, com
mandant der vierde divisie, bevelhebber in de
4c militaire afdeeling en tijdelijk gouverneur
der hoofdstad; vice-admiraal Quant, comman-
dant der marine te den Helder, en de heer W.
de Vlugt, burgemeester van Amsterdam.
Twee dochtertjes van den heer G. H. de
Marez Oyens, secretaris-penningmeester van
het Concertgebouw, bodeh aan Koningin en
Prinses een bouquet orchideeën aan. De Ko
ningin was gekleed in een groenen zijden man
tel en droeg een hoed met veeren, de Prinses
droeg een rose mantelpak, terwijl de Prins in
admiraolsuniform was gestoken.
Naar het Paleis.
Op het Stationsplein, dat zich na hèt drui
lende weer in den ochtend, in een vroolijk en
warm zonnetje baadde, was er aan den rand
van het door de politie afgezette gedeelte het
bekende gewoel der kijkgragen, die in vele
rijen opeengepakt stonden. Zoowel van het
station als van de omliggende gebouwen wap
perde vroolijk de driekleur en het oranje.
Op vele plaatsen steeg gejuich uit de massa
op, toen het vorstelijk drietal had plaats ge
nomen in het met twee paarden bespannen
rijtuig.
Stapvoets reed het Koninklijk rijtuig, voor
afgegaan en gevolgd door een peloton huzaren,
onder bevel van ritmeester Westerouen van
Meeteren, en de koetsen met het gevolg, door
duizenden toegejuicht, langs het Damrak naar
den Dam.
In tegenstelling met vroeger had de Prinses
deze maal plaats genomen naast de Koningin,
terwijl de Prins tegenover zijn gemalin in do
galakoets v;;:s gr.: ten. Overal langs hel Dam-
rak. v/aar dc stoet voorbij trok, werden de
Koninklijke gasten loegewuüd door dc groou-
menigte- Op den Dam was het publick op iMjl
middenterrein toegelaten. Een groot deel. van
de straat voor het paleis was afgezet. Dnui
stelde zich, nadat de stoet het Damplein was
opgereden, de cavalerie op. Dc Koninklijke fa
milie verliet het galorijtuig en begaf zich in
het paleis, waarna zij eenige oogenblikken
later op het balkon verscheen. Het militaire
muziekkorps speelde toen het Wilhelmus, dat
door de menigte blootshoofds werd aange
hoord. Daarna steeg een enthousiast gejuich
op, waarvoor de Koningin en de Prinses met
een vriendelijk gewuif dankten. De Koninklijke
gasten trokken zich nu in hun vertrekken terug,
om twintig minuten daarna weer de rijtuigen
te bestijgen tot het maken van hun eerste be
zoek aan het Zeemanshuis op het Kadijksplein
Bezoek aan het Zeemanshuis
Ondanks het niet meer vroege uur halt
vijf in den middag was de belangstelling van
het publiek langs de route die gereden werd
vrij groot.
Op het Kadyksplein hield het koninklijk rij
tuig voor den ingang van het Zeemanshuis
stil.
In de vestibule werden Koningin, Prins en
Prinses ontvangen door het bestuur, t w. gep
vice-admiraal G F. Tydeman, voorzitter; H.
de Booy, secretaris, en A. Breda Klcienberg
penningmeester; voorts door de leden zonder
vaste bestuursfunctie, de heeren P. Roosegoar-
dc Bisschop, P. Donk, mr. C. Guépin en mi
J. Willeumier, alsmede door de directrice van
het Huis, mevrouw M. J. C. HillegaertHaaf-
kens.
Het dochtertje van den heer De Booy, de II-
jarige "Engelina de Booy, bood H M. een rui
ker aan. De 8-jarige jongeheer Haverkamp,
zoontje van den directeur der aangrenzende
Zeevaartschool, deed zulks ten opzichte van de
Prinses. Het vorstelijk gezelschap mankte ver
volgens een rondwandeling door het Zeemans
huis. De Koningin werd begeleid door vice-ad
miraal Tydeman en door mevrouw Hillegaart
Hnafkens, de Prins door den beer A. Breda
Kleinenberg en de Prinses door den heer De
Booy.
Gelijkvloers werden achtereenvolgens be
zocht de eetzaal en de conversatiezaal voor de
zeelieden, de officierenofdeeling en de biljart
en eetzaal van laatstgenoemden. In de eetzaal
werd de Koningin namens de aanwezige Hol
landers toegesproken door bootsman Schilstra,
terwijl namens Surinnmers en Cura^auers lam
penist Landsberg dit deed.
H. M. dankte met enkele vriendelijke woor
den.
Vervolgens ging men naar de eerste verdie
ping, waar bezichtigd werden de slaapkamers^
der officieren en die der overige bemanning
Zooals men weet is het Zeemanshuis een in
richting, waar zeelieden van elke nationaliteit,
als hun schip tijdelijk in de haven vertoeft, te
gen vergoeding kunnen logeeren.
Vervolgens brachten de vorstelijke bezoe
kers in het sousterrain een bezoek aan de keu
kens, de scheepsbibliotheek en de Engelschc
leeszaal. Langs de binnenplaats bereikte men
vervolgens de Zeevaartschool, die een onder
deel von het Zeemanshuis vormt. Hier trad, in
de plaats van mevr HillegaartHaafkens, de
directeur der school, de heef F. Haverkamp,
als begeleider van de Koningin op. Vader en
dochter werden door dezelfde heeren als van
wie boven sprake is, begeleid.
In de Zeevaartschool werden achtereenvol
gens bezichtigd de koffiekamer voor de kwee-
kelingen, het gymnastieklokaal en het schie-
manslokaal („schiemannen" is een zeemans
term voor touwsplitsen, touwknoopen, zeilma-
ken, enz.). Op de eerste verdieping namen de
vorstelijke bezoekers hierna in oogenschouw
de klasselokalen en de modellenzaal, waar zich
de scheepsmodellen bevinden. Door een ve-»
bindingsdeur betrad men vervolgens meer het
Zeemanshuis, om daar langs het kantoor dei
directrice, die zich op eigen terrein weer bij
het gezelschap voegde, zich naar de bestuurs
kamer te begeven, waar de Koningin haai
hondtcekening in het gedenkboek plaatste. In
de vestibule namen daarop de vorstelijke be
zoekers ofscheid om tenslotte langs „en haie"
opgestelde kweekelingcn der Zeevaartschool
en een aantal tijdelijke bewoners van het Zee
manshuis weder in het koninklijk rijtuig te
stappen. Langs een grooten omweg reed de
vorstelijke stoet weer naar het Paleis op den
Dnm terug
Bij perceel Binnenkant 25 bood de vierja
rige Annie Rahusen de Koningin bloemen aan;
Van 1—4 regels J 4 05, elke regel meer 1 -
KLEERMAKERIJ.
Fa. f.;. L. J. LAJ/JWERÏ3
Amersfoort Groningen
UtrécMscho we} 35 Tel. S87
bij het Luthersche Weeshuis nabij de Hceren-
markt bracht het 10-jarig weeskind Snitseborg
der Koningin een bloemenhulde.
Tijdens den terugrit was de belangstelling
van het publiek, gezien het gevorderde mid
daguur, matig. Te ruim kwart voor zes waren
de vorstelijke bezoekers terug ten Poleize.
Maaltijd ten hove. De raadsleden
aan tafel.
Aan den maaltijd ten hove gisteravond heb
ben deelgenomen de leden van Gedep. Staten
van Noord-Holland (behalve de heer Gerhard)
en de leden van den Gemeenteraad van
Amsterdam, met uitzondering van de leden
der soc.-democrat. fractie, alsmede van
de heeren Jansen en Van Neerveldt. Het is de
perste maal, althans wat betreft den gemeen
teraad, dat dit plaats vindt. Vorige jaren ging
de Raad ter audiëntie en de burgemeester hield
dan een toespraak, waarin hij een overzicht
gaf van den toestand der gemeente. Dit jaar
was met deze gewoonte gebroken en had de
Koningin in stede daarvan de leden van het
gemeentebestuur aan tafel genoodigd. Een toe
spraak is daarbij niet gehouden. Aan den maal
tijd nam met de Koningin en den Prins ook
prinses Juliana deel. Bij de voorstelling van
de raadsleden in de Mozeszaal gaf zij met lief
tallige eenvoudigheid elk van hen de hand
en ook na afloop van den maaltijd sprak zij
met verschillenden van hen. De koningin on
derhield zich met elk der raadsleden afzon
derlijk en toonde meermalen goed op de hoog
te te zijn van onderwerpen, die de speciale be
langstelling van bepaalde leden hebben.
EEN TRADITIE DER ORANJES
VOORTGEZET.
Dc prinses „Zwönenbroeder'*.
Naar de „Maasbode" meldt, heeft prinses
Juliana door haor kamerheer aan proosten en
broeders der Illustre Lieve Vrouwe Broeder
schap te 's Hertogenbosch haar dank laten be
tuigen voor hun besluit hoor te hebben bevor
derd tot broeder der broederschap.
Op 5 Dec. 1918 benoemde de broederschap
de prinses, met toestemming van de'koningin,
als candidaat in dc koninklijke lijn.
Proosten en broeders zullen aan de prinses
het ordeteeken, zijnde een „zilveren lelie tus-
schen doornen" aan een groen zijden lint en
een oorkonde aanbieden.
Met het aanvaarden van genoemde bevor
dering zet prinses Juliana de traditie voort van
haor ouders en voorouders, die er prijs op
stelden zwanenbroeders dezer oude instelling
DIPLOMATIE.
De Nederlandsche gezant te Stockholom, mr.
A. M. D. baron Swecrts de Landas Wyborgh,
'die tevens geaccrediteerd is bij de republiek
Finland, vertoeft thans voor eenige weken te
Helsingfors, de Finsche hoofdstad.
MGR. F. EVERS.
I2K jaar hoofdaalmoezenier
van leger en vloot.
De hoofdaalmoezenier van leger en vloot,
mgr. F. Evers, vierde gister te Den Haag als
zoodanig zijn 12Vi-jarig jubileum. Om 9 uur
droeg hij in de St. Jacobuskerk aan de Park
straat een H. Mis op, geassisteerd door de aal
moezeniers maj. Huys als presbiter ass., maj.
Alink als diaken en maj. Brouwer als sub
diaken, terwijl kapelaan J. Filbry als ceremo-
niarius optrad.
Tijdens de H. Mis, na het Evangelie, hield de
aalmoezenier maj. Noordman een korte toe
spraak, waarin hij opwekte tot dank aan God
voor het instituut van aalmoezeniers, dat zoo
veel vrucht gedragen heeft, vooral door den
arbeid von mgr. Evers.
Het koor Cantermo Domino van de St. Ja
cobuskerk, die de garnizoenskerk te 's Graven-
hage is, zong de Mis von Perosi.
Zeer velen woonden de plechtigheid bij. On
der hen werden opgemerktde minister van
ccricg (V heer Larr.booy, de ccmir.cndar.t van
het veldleger gn. Muller Massis, dc luit.-gen.
Cpilette, lid van het Hoog Militair Gerechts
hof, de generaal van Tuinen, de gen.-maj. b. d.
dc Block en Laatsman, dc oud-min. van oorlog
de heer Alting van Geusou, de staatsraden mr.
l<oolen en baron Hugcnpoth, de majoor van
den gen. staf J. J. G. A. van Voorst tot Voorst,
de kol. van Munnckrede, voorzitter en andere
bestuursleden van de R.-K. Officierenvereeni-
ging Arco, de overste Vcrberne, voorzitter van
de afdeeling 's Gravenhagc dier vereeniging,
het bestuur der R.-K. onder-off. vereen'. St.
Martinus, het bestuur von dc R.-K. Mil. Vereen,
afd. Den Haag, bestuursleden der Mil. Ver. in
het aartsbisdom, voorts vele officieren en min
deren.
Een drukbezochte receptie.
Op de receptie van kolonel mgr. Evers gis
termiddag heeft de minister van oorlog den
jubilaris toegesproken en gehuldigd voor zijn
werk in het algemeen cn zijn arbeid in do
moeilijke revolutiedagen van 1918 in het bizon
der, in welken tijd kolonel Evers den lande
bizondere diensten bewees.
Spr. releveerde nog het pionierswerk van
kol. Evers in Ned.-Indië en sprak de hoop uit,
dat de hoofdaalmoezenier nog lange jaren zijn
zegenrijken arbeid zal mogen voortzetten.
Voorts spraken nog kolonel Evers toe ko
lonel von Munnekrede, voorzitter van 'A. R. K.
O., van welken bond mgr. Evers oprichter is
en majoor Huijs, die namens de aalmoezeniers
de leiding»van kolonel Evers prees.
Op de receptie verschenen nog tal van hoog
geplaatste militairen.
Nog waren aanwezig pater M. Mol en de
heer Th. F. M. Schaepman, namens het R.-K.
Marinierstehuis te Rotterdam.
CAPITUL ANTEN WET.
Vervanging van gedeelten van
het lagere beroepsofficiers- en
ortderofficierskadcr door ver-
Iofspersoneel.
Het omtwerp-Copitulantenwet is thans bij de
Tweede Kamer ingediend. De minister van
Oorlog cn van Financiën herinneren in de toe
lichting aan de mcdedeelimg in de M. von A
aan de Tweede Kamer, betreffende dc Oor-
logsbegrooting van 1927, dat het in de be
doeling lag, gedeelten van het lagere officiers
en onderofficierskader von dc vredesorgani
satie von het leger te vervangen door verlofs-
personcel, dot zich vrijwillig verbindt om ge
durende een aantal jaren in dienst te blijven
of te komen.
Deze wijziging von den bestnanden toestand
heeft, zoo wordt gezegd, het belangrijke voor
deel, dot de salarislast, aanzienlijk vermin
dert. Ook de pensioenlast zal, met het vermin
deren van het aantol beroepskader-leden ge
leidelijk afnemen, waartegenover staat, dat
voor degenen, die in een burgerlijke betrek
king als in de wet bedoeld, overgaan, een in
koopsom in het Algemeen Burgerlijk Pensioen
Fonds zal moeten worden gestort.
Als tweede voordeel van het stelsel kan
worden beschouwd, dat voor het oorlogsleger
zal kunnen worden beschikt over zeer vele
dienstplichtige reserve-officieren en onderof
ficieren, die geruimen tijd in werkelijken dienst
zijn geweest en derhalve aanzienlijk in mili
taire waorde zijn toegenomen. Voorts ontstaat
de mogelijkheid, om het beroepsonderofficiers-
kader en in meer beperkte mate het berocps-
officlerskader zonder een kostbare speciale
opleiding te recruteeren int dc copitulanten,
woordoor dan tevens waarborgen zouden wor
den verkregen, dat uitsluitend zeer bruikbare
elementen in het voste kader worden opgeno
men.
Aangezien de hoogere officiers- en onder
officiersrangen door beroepspersoneel bezet blij
ven, behoeft het geen betoog, zeggen de mi
nisters, dat de bevorderingskonsen voor dal
personeel door het verminderen van het aan
tal in de lagere rangen, aanzienlijk verbete
ren. Nodeelen voor de opleiding der dienst
plichtigen behoeven niet te worden gevreesd,
aangezien het in dienst nemen der capitulan-
ten slechts zeer geleidelijk zal geschieden. Het
ligt in de bedoeling om niet meer leden van
het lagere officiers- en onderofficierskader uil
capitulonten te doen bestaan, dan met de be
langen van den dienst vereenigbaar zal blij
ken. Hoe groot dat deel kan zijn, zal de prak
tijk moeten uitwijzen.
Overigens waarborgt de betrekkelijk lango
duur van de verbintenis, dat ook de capitulan-
ten gaandeweg tot de goede instructeurs zul
len kunnen worden gerekend Ten einde vooi
dc positie van capitulnnt de noodige gegadig
den te vinden, zal aan hen dc verzekering moe
ten worden gegeven, dat zij aan het einde van
don tijd, \vt rvoor zij zich verbonden hebben,
een geldelijke premie ontvangen, tenzij zij.
met hun instemming, voor een burgerlijke be
trekking in aonmerking komen, dan wel naar
het beroepskader overgaan. Dc vaststelling van
het bedrog dezer premie geschiedt door de
Kroon.
In het wetsontwerp is als norm aangenomen
een verbintenis voor den tijd van zes jaar, mei
dien verstande, dnt deze termijn bij ministc-
rieele beschikking tot een geringer aantal ja
ren kan worden teruggebracht. Het is de be
doeling, dat geen verbintenissen voor korter
don vier jaar worden aangegaan.
Bij artikel I van het ontwerp wordt opge
merkt, dat het, ten einde voldoenden toeloop
te waarborgen, dienstig schijnt de aanmelding
voor het sluiten van dc verbintenis tot vrijwil
lig nadienen, voor zooveel het de officieren be
treft, niet te beperken tot hen. die den vnon-
drigsrang hebben bereikt, doch doortoe mede
de gelegenheid open te loten voor hen, die
reeds eenigon tijd reserve-officier zijn. Ten
einde echter uitsluitend de jongeren te berei
ken is als grensrang die van 2e luitenont ge
steld.
Het zal aldus de toelichting bij artikel 2
kunnen voorkomen, dot belanghebbenden,
ton einde zich oen vaste positie in de burger
maatschappij te verwerven boven het verkrij
gen van een premie er de voorkeur aon geven
tc worden benoemd in een burgerlijke betrek
king, wonraon uitzicht op pensioen is ver
bonden. Het ligt in de bedoeling van de regie
ring hen daarin zooveel mogelijk te hulp tc
komen door het-instellen van een bemiddelings
commissie. Ten einde niet incidenteel 'n-
breuk te maken op de autonomie van provin
cie en gemeente is voorshonds alleen het oog
gevestigd op burgerlijke Rijksbetrekkingen.
Artikel 7 bevat nog een regeling voor den
inkoop van den militairen diensttijd in het pen
sioenfonds op dezelfde wijze als b.v. den tijd
in zijdelingschcn staotsdienst doorgebracht.
SPOORWEGVERBINDINGEN IN DE
MIJNSTREEK.
Een wetsontwerp ingediend.
Een wetsontwerp is thans ingediend, hou
dende verklaring van het algemeen nut der
onteigening, ten behoeve van een spoorweg
verbinding van de staatsmijn „Maurits" met
den mijnspoorweg Nuth-Staatsmijn Hendrik
Blijkens de M. v. T. is het gebleken, dat de
productie van cokeskolen van de staotsmijncr.
„Emma" en „Hendrik" do capaciteit von de
cokesfabriek der staatsmijn „Emma" in aan
zienlijke mate overtreft. Vergrooting van deze
fabriek is evenwel niet mogelijk, terwijl aanleg
van een cok'esfabriek bij dc staatsmijn „Hen
drik" slechts mogelijk zou zijn op grooten af
stand van het mijncmploccment, zoodot daar
uit de noodzakelijkheid zou voortvloeien von
het stichten van een nieuw spoorwegemplace
ment, een ketelhuis, een toegangsweg, enz Het
is daarom beter, zoo wordt gezegd, het door
genoemde mijnen geproduceerde teveel aan
cokeskolen op de staatsmijn „Maurits" te ver
werken. Aanleg van een afzonderlijken mijn-
spoorweg tot dit doel verdient, volgens den
minister, de voorkeur boven transport over dt
bestaande spoorwegert. De spoorweg zol loo-
pen door do gemeente Hoensbroelc, Nuth»
Schinnen, Spaubeek, Gcleen cn Beek.
DE PHILIPSFABR1EKEN.
Binnen- cn buitenlandse!» bezoek.
Ongeveer 65 leden van de Vereeniging vor<
Ingenieurs in Zuid-Limburg brachten Zaterdag
j.l. een bezoek aan Philips' Fabrieken tc Eind
hoven.
De in ons land vertoevende directeuren var
Electrische Bedrijven in Zwitserland, die als
gasten van de Ver. van Directeuren van Elcc-
triciteitsbedrijven in Nederland een rondreis
doen door ons land, kwamen Zondagavond tr
Eindhoven aan. Na een voordracht van dr ir
Halbertsmn, bezichtigden zij Maandag de Phi
lips Fabrieken, waar zij de vervaardiging uan
glo'-ilompen en luidsprekers en andere radio-
artikelen in oogenschouw namen
Een gezelschap, bestaande uit leden van bc'.
Belgische Electrotechnisch Comité, bracht gis
teren een bezoek aan de Philips-bedrijven.
Niemand heeft recht ons te bevelen, iets te
gen ons geweten te doen.
naar het Engelsch van
E. F. BENSON.
84
„Dit is alles wel heel vreemd," zeide de
dokter.
„Ja, en toen ging de deur open en daar
kwam die Sanders de gang in; hij l^eek woe
dend toen hij mij zag 1 Maar ik geef wat om
zijn nijdige blikken en ik vroeg hem heel ge
woon, hoe of het met zijn meester ging. „Heel
slecht," zeide hij, „en geheel in de w^r," en
hij was benieuwd of Lord Voil nog optijd zou
komen."
De dokter kwam een stap nader.
„Templeton," zeide hij, „ik reken er op, dat
jc mij onvoorwaardelijk zult gehoorzamen.
Het is noodzakelijk, dat noch mr. Frnnns, norh
Sanders weten, dot ik hier ben. Veel dat ik je
nog niet vertellen kan, hangt hier van af En
zorg hier voorgeef mij de kamer, die ik
vroeger gehad heb, en geef Lord Vail de ka
mer, die daarin uitkomt. Sluit daarvan de
deur, die op de gang uitkomt cn verlies den
sleutel, zoodot de eenige doorgang door mijn
kamér is Als Lord Vail vraagt, waarom zijn
kamer verwisseld is, zoek dan maar de een
of andere uitvlucht. Zeg dat het electrische
licht in zijn kamer defect is of zoo iets.
Maar maak, dot de kamer, die hij anders
altijd heeft, er uitziet alsof hij gebruikt is
gewordenga onder etenstijd daarheen, sla
het bed open, leg er een nachtpak op en
breng daar een spons en borstels en zoo
meer."
„Jonker Hany?" zeide de knecht naar adem
snakkend, terwijl hij opeens met zijn gedach
ten terug was in de dagen van voorheen.
De dokter fronste zijn wenkbrouwen.
„Kom, kom," zeide hij, „maak je nu niet
overstuur. Doe zooals ik je gezegd heb, en
probeer je zelf te blijven. Meer kon ik je
nu niet zeggen."
Harry kwam een oogenblik later beneden
uit de ziekenkamer, en zag er merkbaar op
gelucht uit.
„Hij is veel beter zoo goed als beter, zegt
Sanders," zeide hij, „hij sliep nu, maar zoo
dra hij wekker wordt, zou Sanders hem zeg
gen, dot ik gekomen ben."
„Komaan, dot is mooi I" zeide de dokter,
„heeft Sanders je nog over den aanval ge
sproken?"
„Ja, het overviel hem terwijl hij zich van
morgen aan het kleeden was. Gelukkig was
Sanders bij hem, maar, zei hij, wel een uur
lang, docht hij, dat elke ademhaling de laatste
zou zijn. Het is een kranige vent, die man,
en van een ongelooflijke trouw, hij heeft hem
nog geen vijf minuten alleen gelaten."
„Slaapt Sanders vannacht bij hem?" vroeg
de dokter.
„Ja; hij laat ook al zijn maaltijden boven
brengen, zoodot het 4heel gemakkelijk voor u
zal rijn niet door hem gezien te worden,
daar u daar zoo op gesteld schijnt te zijn-
O, Goddank, dat hij zooveel beter is. O, kijk
eens I wij schijnen vanavond weer een van die
wonerlijk laag hangende mister^ te zullen krij
gen."
De dokter volgde Harry naar een van de
ramen, die Templeton ongesloten had gelaten
en keek naar buiten.
De herfstavondschemering viel snel in en
na den warmen zonnigen dag, spreidde de
mist, na de plotselinge afkoeling bij den on
dergang van* de zon, zich snel over het meer
uit. Er was heel weinig wind naar den kant
van het huis, niet genoeg om den mist te ver
drijven, maar juist genoeg om hem zachtjes
als een laken over de grasvelden uit te sprei
den. Hij lag heel laag, en zeker niet hooger
dan vijf voet boven het hoogste gedeelte van
het grasveld, maar omdat het daar hoog was.
moest hij wel een paar voet dikker geweest
zijn waar de grond naar het meer toe afliep.
Het scheen een buitengewoon dikke mist te
zijn, en hij verspreidde zich srel en gelijkma
tig, zoodot, zelfs terwijl zij er nog naar keken,
hij als een vloed kwam opzetten tot oari den
muur van het huis, en weldra waren het gras
veld en het meer geheel aan het oog onttrok
ken en zag men als van een bergtop af over
een gelijke zee van golven, hier en daar on
derbroken door boschjes en de toppen der
hoogere struiken. Daarboven was de avond
lucht helder, en hoog in de lucht stond dc.
wassende maan en werden langzamerhand de
sterren zichtbaar.
Geoffrey was hen inmiddels na twee uur
gevolgd; zijn trein was precies op tijd en even
over zevenen bevond hij zich, daar hij van het
station gcloopen had, aan den zoom van het
bosch en keek neer op dezelfde wonderlijke
zee van mist. De monsterachtige dieren van
de haag staken er tegen af als groote water
vogels, die daar in rondzwommen, want de
haag zelf was niet te zien, en om er in te
komen, moest men er zich inwerpen als in een
bad. Daar hij niet de kans wilde loopen van
gezien te worden, maakte hij een grooten om
weg er om heen, naar het meer toe. Hier
kwam de mist tot boven zijn hoofd en ver
bijsterde en verblindde hem maar langs den
kant van het meer loopen volgde hij den oever,
zoowel geleid door het geknbbel van de golf
jes tegen den kant, als door de vage omtrek
ken, totdat hij bij de monding van den stroom
kwam, die het meer van water voorzag.
Van dit punt af steeg de grond snel, en
in een paar minuten kon hij weer over den
mist heenzicn en zag hij het huis, hier cn daar
reeds verlicht met schitterende lichtjes als een
groot schip, dat in een witte zee voor anker
log. Een paar honderd meter gaans brachten
hem naar den stal, en wat heel gemakkelijk
voor zijn doe! was, Jim en een staljongen
stonden bij den ingang te rooken en te proten,
daar zij met hun werk klaar waren. Geoffrey
naderde zoover, totdat hij zeker was, dat zij
konden zien, wie hij was.
„Ben jij daar, Jim riep hij, „zij hebben je
in huis noodig."
Jim klopte zijn pijp uit en volgde hem; zijn
klcercn droegen reeds het toeken, dat hij een
vrijen avond had cn het scheen nu, dat men
hem op aangename isp'jze die vrijheid ging be
korten.
„Kom mee naar het meer," zeide Geoffrey
op zachten toon, toen de palfrenier zich bij
hem had gevoegd, „ik moer je iets zeggen."
Hij wachtte, totdat hij zeker was, dot zij
buiten gehoor waren.
„Nu, Jim," zeide hij, „dit is het geval. Wi)
gelooven, dat er vannacht een poging zol ge
waagd worden om Lord Vail te vermoorden.
Bc heb je hulp noodig, ofschoon ik je nog
niet zeggen kan hoe je mij zult kunnen hel
pen, daar ik dot zelf nog niet weet. Maar wil
jij alles doen wot je kunt en wat je gezegd
wordt
„God beware I" zeide Jim en toen weer
met zijn gewone onbewegelijkheid, „zeker,
mijnheer, ik zal alles doen wat in mijn vermo
gen is om te helpen."
„Ga don mee Je kunt op mij vertrouwen, dat
je geen gevaarlijke kansen zult loopen."
„Ik denk wel niet, dnt u mij inplnats van
hem zal laten vermoorden, mijnheer," zeide
Jim, „cn mag ik ook vragen wie van plan is,
dien moord te begaan?"
Geoffrey aarzelde een oogenblik; maar na
even nagedacht te hebben, scheen er geen en
kele reden voor te zijn om het stil te houden.
„Wij gelooven dr. Armytngc en ik dat
Sanders, de knecht van mr. Fronds, dit wil
doen."
Jim floot, nauw hoorbaar.
„Laat hem dat eens wagen," zeide hij, „o.
wat zou ik dien Sanders graag eens onder
handen willen nemen, mijnheer I Hij komt het
stolplein altijd over met een gezicht, alsof al
de paarden hem toebehooren."
Zij waren nu meer den kant van bet meer
genaderd en het geruisch van de sluis klonk
dichtbij' toen bii een hooger gedeelte komend,
zagen zij, dat zij het huis al voorbij waren
en vlak voor hen zwommen de vogclgestalten
van de hoog.
(Wordt vervolgd.)