twei-de blad.
FEUILLETON.
De Geheimzinnige Talisman,
BINNENLAND.
X
25e Jaargang No. 279 AMERSFOORTSCH DAGBLAD „de eemlander"
UIT DE STAATSCOURANT.
Toegekend de zilveren' ecre-medaille der
Oranje-Nassau-orde aan S. Burger, chef dcr
afdeeling v. d. Boschstraat der N. V. 's Gra-
venhaagsche Melkinrichting „De Sierkan" te
's Gravenhoge.
benoemd tot rechter in de rechtbank te Leeu
warden mr. J. F. van. Bceck Calkoen, advocaat-
procureur en kantonvrechter-plaatsvervanger te
Utrecht.
tot president der rechtbank te Middelburg
mr. G. F. baron thoe Schartzenberg en Hohen-
lansberg, thans vice-j*resident aldaar;
op verzoek eervol cmtslagen met dank F. A.
van Seters als kantonrcchter-plaatsvervanger in
het kanton Schagen; idem J. P. Dudok van
Heel als lid van den Voogdijraad Amsterdam
II;
benoemd tot directeur van het Huis van Be
waring te Winschoten W. P. C. Molenaar, com
mies ter directie van bet Huis van Bewaring
te Rotterdam;
mede benoemd tot gedelegeerde der Neder-
landsche regeering bij het in Juni 1927 te Lon
den te houden 8ste Internationaal Congres van
Actuarissen P. C. van der Hiel, lid der Verzeke
ringskamer;
toegekend de zilveren eeremedaille der
Oranje-Nassau-orde aan A. Balkema, bedrijfs
leider in het landbouwbedrijf der familie Kiers
te Ten Post, gemeente Te*\ Boer;
bevorderd tot commies bij het departement
van Binnenlandsche Zaken en Landbouw A.
M. Spruijt, thans adjunct-commies;
tijdelijk voor één jaar benoemd tot bosch-
bouwkundige aan het Rijksboschbouwproefsta-
tion te Wageningen Ir. L. C. Geerling, aldaar;
benoemd bij het rserve-personeel der land
macht en den Vrijwilligen landstorm, bij den
Vrijwillig Landstormkorps Motordienst tot re-
serve-eerste-Iuitenant voor speciale diensten, de
reserve-tweede-luitenant voor speciale diensten
A. van der Have, van het korps;
op verzoek eervol ontslagen de reserve-eerste
luitenant B. de Jong, de reserve-tweede-luite
nant R. I. C. Lodeesen Grevinck, onderschei
denlijk van het vijfde en achtste regiment In
fanterie en wegens lichaamsgebreken de re
serve-kapiteins P. F. W. van Romondt van het
vijftiende regiment infanterie en H. W. F. Her
mans van het achtste regiment Infanterie.
DE COMMISSARIS DER KONINGIN IN
ZUID-HOLLAND.
De Commissaris der Koningin in Zuid-Hol
land, E. C. baron Sweerts de Landas Wyborgh,
is heden 75 jaar geworden.
Het was de wensch van baron Sweerts, dat
deze dag geheel onopgemerkt zou voorbijgaan
Er werd dan ook geen receptie gehouden. Des
niettemin bereikten hem vandaag van vele
zijden telegrafische en schriftelijke gclukwen-
schen en ter gewone audiëntie kwamen van
morgen verscheidene personen uit allerlei krin
gen baron Sweerts complimenteeren. De Ver-
eeniging van Provinciale ambtenaren in Zuid-
Hoüand deed door het zenden van een groot
en fraai bloemstuk van haar sympathie blijken.
Ook in den namiddag kwamen nog velen den
Commissaris de hand drukken.
MR. HARM SMEENGE.
De huldiging bij zijn 75en
verjaardag.
In de groote zaal van de Kamer van Koop
handel te Amsterdam heeft Woensdag, wegens
het feit, dat hij den 75jarigen leeftijd heeft be
reikt, de huldiging plaats gehad van mr. Harm
Smeenge.
In de groote ruimte waar een drietal tafels
een schat van fraaie bloemstukken torste, was
tegen half vier een groote schare belangstel
lenden en vrienden bijeengekomen. Zoo zagen
v/ij oud-minister dr. Lelie, nu. G. A. Boon van
het hoofdbestuur van den Vrijheidsbond, ge
neraal L. F. Duymaer van Twist, de Amstei-
damsche wethouders Jan ter Haar Jr. en dr. I.
H. J. Vos, het raadslid Th. Ketelaar, mr. Co-
ninck Westenberg, prcs:dcnt van de rechtbank,
aldaar, mr. G. Vissering, verschillende leden
der rechterlijke macht, van het parket en van
de balie den heer Joachimsthul, secretaris van
het Harm Smeenge-fonds, van der Hurk, di
recteur van registratie en domeinen, mej. m.
C Frida Katz, Kamerlid, mevr. Katz-Geesink,
mr. H. J. Silvergietcr-Hoogstand, administra
teur bij het departement van waterstaat, die
namens den minister was gekomen, den heer
C. G. Vnttier Kraane, mr. C. H. Guépin, den
heer G. B. C. Dunlop, en voorts leden van de
Kamer van Koophandel en vertegenwoordigers
uit de kringen der Binnenvaart. Later kwam
ook de burgemeester de heer W. de Vlugt.
1 e half vier betrad de heer Smeenge, verge
zeld van enkele familieleden de zaal, en on
middellijk daarop nam de eerste spr., mr. G-
Vissering, president der Nederlandsche Bank,
het woord. Spr. herinnerde eraan, dat do heet
Smeenge, met immer frissche kracht is blijven
werken voor hetgeen hij rechtvaardig nuttig
en billijk achtte en gaf vervolgens een zee*
uitvoerig overzicht van het leven van den ju
bilaris.
Nomens den minister van waterstaat sprak
mr. H. J. Silvergieter Hoogstad, die wees op
de groote verdiensten van Harm Smeenge,
vooral met betrekking tot het departement.
De heer Tabak herinnerde eraan wat de
heer Smeenge is geweest voor de Vereeniging
voor Vakopleiding. Hierna spraken twee ver
tegenwoordigers van do schippersvereniging
„Scuttevaer" en van den Nederlandschen Bond
van leeraren bij het Nijverheidsonderwijs.
De heer Gariet, melkboer van Drenth, was
de volgende spr., die bij ontstentenis van den
Commissaris der Koningin in Drenthe, die
verhinderd was, de groeten van de Amster-
damsche Eh-cnthenaren officieus overbracht.
Mr. G. A. Boon, huldigde den jarigens namens
het hoofdbestuur van den Vrijheidsbond. Mej.
mr. Frida Katz bracht naar voren, wat de
heer Smeenge voor de vrouwen heeft gedaan,
die thans haar taak als waarnemend griffier
bij de rechterlijke macht vervullen kunnen. De
rector van het Stedelijk Gymnasium herdacht
tenslotte den tijd, dat mr. Smeenge lid was
van het Groningsch Studentencorps.
Hierna was het woord aan den jarige zeil,
die elk der sprekers afzonderlijk op geestige
wijze dankte. Hij zei o.m. blij te zijn, dat nie
mand was opgestaan om hem erop te wijzen
cn te verwijten, dat hij door te veel hooi op
zijn vork te nemen, niet alles heeft voltooid.
Ook wijdde mr. Smeenge eenige woorden
aan zijn overleden en diep betreurde echtge-
noote.
Velen der aanwezigen maakten hierna ge
bruik om den jarige de hand te drukken.
Van ZJC.H. Prins Hendrik was een felicita
tie-telegram ingekomen. De Prins betuigde er
zijn leedwezen in, dat hij verhinderd was, om
mr. Smeenge persoonlijk te komen gelukwen-
schcn.
DE GEMEENTERAADSVERKIEZINGEN
TE AARDENBURG.
Geen fraude.
Men meldt ons uit Aardenburg:
Wij vernemen dat uit de verhooren, welke
de officier van justitie baron Van der Feltz uit
Middelburg hier heeft gehouden in verband met
veronderstelde fraude bij de vaststelling van
den uitslag der gemeenteraadsverkiezing, niet is
komen vast te staan, dat er fraude gepleegd is.
OEFENLNGSFLOTTÏÏJE VOOR
ADELBORSTEN.
Een bezoek aan Ostende.
Hr. Ms. mijnenlegger „Douv/e Aukes*" en de
torpedoboten G 13 en G 16, vormende de
oefenings-flottielje voor de adelborsten, zal van
3—7 Juni een bezoek brengen aan Ostende,
ter gelegenheid van internationale roeiwedstrij-
den die aldaar gehouden worden.
DE WEGENVERBETERING.
Het Voorloopig Verslag.
Aandrang tot verhooging.
Blijkens het Voorloopig Verslag inzake de
begrooting van het Wegenfonds voor 1927
en de daarmee verband houdende wetsontwer
pen waren verscheidene leden over het beleid
van de regecring ten aanzien van de wegen
RECLAMES.
Von 1 4 regels 4 05, elke regel meer I.—
FSarsel-Costumes.
KLEERMAKERIJ.
Fa. E. L. LAMMERT;}
Amersfoort Groningen
Utrechtsche weg 36 Tel. 587
ernstig ontstemd. Terwijl vorige jaren op de
bcgrooting voor het departement van water
staat 4 k; a 5 millioen voor onderhoud en
verbetering van wegen werd uitgetrokken, is
voor dit jaar ondanks het protest van ver
schillende zijden bij de openbare behandeling
van de begrooting slechts 2.6 millioen op die
begrooting gebracht, welk bedrag thans naar
het wegenfonds wordt overgebracht. Dit is in
strijd met de bedoeling bij de toestandkoming
van de wegenbelastingwet uitgesproken, dat
de heffing van de wegenbelasting geen verla
ging zou ten gevolge hebben van het bedrag,
dat tot dusver voor wegenonderhoud en -ver
betering was besteed.
Daarmee is de mogelijkheid om in 1927 dc
wegenverbetering krachtig ter hand te nemen,
afgesneden.
De hier aan het woord zijnde leden drongen
er op aon, de Rijksuitkeering alsnog tot onge
veer 5.3 millioen te verhoogen. Het voorschot
van het Rijk aan het wegenfonds zou dan
achterwege kunnen blijven.
Meer voortvarendheid gewenscht.
Verscheidene leden betoogden, dat de we
genverbetering met meer voortvarendheid ter
hand moet worden genomen dan blijkens de
onderhavige begrooting zal geschieden. Zij
betwijfelden of op deze wijze in een tijdsver
loop van vijf jaren dc bestaande wegen in
zoodanigen toestand zullen zijn gebracht, dat
zooals de minister blijkens de toelichting
vertrouwt redelijkerwijze geen klachten
daarover meer behoeven te worden geuit.
Doch ook al mocht dit het geval zijn, dan kan
daarmede toch geen genoegen worden geno
men, omdat niet alleen de, bestaande wegen
moeten worden verbeterd, maar ook nieuwe»
wegen moeten worden aangelegd. Hierbij had
men vooral het oog op de dichtbevolkte stre-
ken des lands, waar de wegen ten gevolge
van den slappen bodem zeer slecht zijn en
mede als gevolg van den hoogen grondprijs
te smal. Een rijwielpad ontbreekt meestal en
de wegen worden vaak aan weerskanten be
grensd door diepe waterleidingen. De hier onn
het woord zijnde leden vestigden er de aan
dacht op, dat het publiek cn niet het minst
het automobiel gebruikende publiek thans op
niet onbelangrijke wijze aan het wegenfonds
betaalt en derhalve den eisch mag stellen, dat
het wegenvraagstuk met kracht wordt aange
vat. Wil deze belasting niet aanstonds op
groot verzet stuiten cn zeer impopulair wor
den, dan moet spoedig blijken, dat het met de
wegenverbetering hoogc ernst is.
Het Rijkswegenplan.
Vele leden betreurden het, dat het rijkswe
genplan nog niet is vastgesteld. Minister Lely
heeft destijds een geheel uitgewerkt plan in
gediend. Men achtte het onbegrijpelijk, dat
aan het departement zoo weinig continuïteit
bestaat, dat men van de vruchten van dien
arbeid thans niets te zien krijgt. Men betreur
de deze vertraging des te meer omdat de uit
voering van de wegenverbetering van de tot
standkoming von het rijkswegenplan afhanke
lijk is. De wensch werd voorts uitgesproken,
dat het rijkswegenplan niet zou worden vast
gesteld, alvorens de Kamer in de gelegenheid
zou zijn geweest daarvan kennis te nemen en
er zich over uit te spreken.
Andere leden, die eveneens een spoedige
totstandkoming van het rijkswegenplan ge
wenscht achtten, waren van oordeel, dat het
ontbreken daarvan voor de behandeling van
de onderhavige begrooting geen bezwaar be
hoefde op te leveren. De volgorde van de uit
te voeren werken immers is uit deze begroo
ting voldoende bekend.
Verschillende bizonderheden.
Vele leden betreurden het, dat de minisfei
blijkens het antwoord op de schriftelijke vra
gen van den heer Kortcnhorst over dc vast
stelling van het wcgenplan niet het advies ven
d^ organisaties der weggebruikers inwon.
Sommige leden drongen er op aan, dat de
weg Amsterdam—Wormcrvecr—Krommenie in
het rijkswegenpion zou worden opgenomen in
aansluiting met den rijksweg Haarlem—Alk
maar.
Aangedrongen werd voorts op toepassing
van dc wet van 22 Dec. 1922, houdende re
geling inzake vaststelling van een bouwverbod
op gronden langs rijkswegen. Deze leden acht
ten den cisch van schadevergoeding, welke
volgens die wet moet worden verleend, niet
gerechtvaardigd en zij ^merkten op, dot die
eisch ook niet wordt gesteld ten aanzien von
de bouwverboden die door gemeentebesturen
bij het vaststellen van rooilijnen krachtens de
Woningwet worden opgelegd. Daarom achtten
zij het gewenscht, dot deze wet worde gewij
zigd in dien zin, dot het vercischte van scha
devergoeding vcrvalle.
Sommige leden merkten op, dat de autos
door het opwerken van stof het overige ver
keer, vooral van wielrijders, hoe langer hoe
meer onmogelijk maakt. Daarom moet gezorgd
worden voor den aanleg van rijwielpaden af
zonderlijk van de wegen. In Limburg wordt
door de bewoners gestreefd naar een net van
rijwielpaden, dat het voor de wielrijders mo
gelijk zal maken de groote wegen geheel te
vermijden. Zal de aanleg van dergelijke afzon
derlijke rijwielpaden mogelijk zijn, dan moet
daarvoor veel meer worden uitgetrokken dan
thans het geval is.
Eenige leden zouden gaarne inlichtingen ont
vangen betreffende het toe te possen verhar-
dmgsmateriaal.
Sommige leden drongen er op aan er voor
te waken, dat de gebruikers van de wegen
geen hinder zullen ondervinden van de wijze,
waarop vernieuwingen en herstellingen jvor-
den uitgevoerd. Het gaat niet aan, dat de we
genbelasting voorshands aan de weggebrui
kers, in plaats van voordcel, schade en gevaar
oplevert.
Aangedrongen werd nog op verbetering van
den weg door Noord-Brabant over Roosendaal
naar Antwerpen en van den weg Rotterdam
DordrechtMoerdijk.
er
HERINNERING AAN DEN WATERS
NOOD.
Onthulling van het Koninginne-
monument cp Alverna onder
Wycben.
In Wychen bij Nijmegen, op de plaats waar
H. M. de Koningin tijdens den waternood van
het vorige jaar, welke heel het Rijk van Nij
megen Maas en Waal tiof, het eerst de ovei-
stroomde gebieden bezocht en daar, met haar
gemaal, Z. K. H. Prins Hendrik blijk gaf van
medelijdende gevoelens met haar zoo zwaar
getroffen onderdanen, werd Woensdag 'n her
inneringsmonument onthuld.
Dit monument staat in de buurtschap Alver
na, vlak nabij het bekende Francisconer kloos
ter cn als in het gezicht van de z.g.n. Wychen-
sche haven, waar den weg naar Grave tijdens
den watersnood de reddings- cn fouroge boo
ten aanlegden, waor de pontonniers en mari-
nieis hun kwartieren hadden en waor ook H.M.
de Koningin het eerst de boot betrad, waarin
zij zou varen door de overstroomde gebieden
tusschcn Maas en Waal.
Het initiatie!" tot oprichting van dit her-
denkingsteeken ging uit van de burgerij van
Wychen, op aansporing ven den burgemees
ter dier gemeente, Jhr. H. L. J. M. van Ryc-
kevorssel.
Omstreeks half drie kwam Z. K. H. Prins
Hendrik per auto aan en werd deze ontvan
gen op het bekende kasteel Wychen voor
deze officieele ontvangstgclegenhcid welwil
lend beschikbaar gesteld door de Jhr. van
Humoldo van Eisinga, heeren van het kasteel
Wychen.
In de hall van dit middeleeuwsche slot be
vonden zich o.m. ter begroeting van den hoo
gen gast en ter bijwoning van de onthullings
plechtigheden, dc leden van het eere-comité
Z.Exc. Min. H. v. d. Vegte, Minister van Wa
terstaat, Z.Exc. Minister J. M. J. H. Lamboov,
minister van oorlog en marine ei. cn diens
beide adjudanten Van Weel en Vrcede, W.
Boissevain, lid der Tweede Kamer, voorzitter
van het uitvoerend comité der algemeene
vereeniging tot leniging van watersnoodram
pen, Dr. N H. Josephus Jilta, oud-voorzitter
van het Oranje Kruis te 's Hage, Jhr. J. H
Roëll, luitenant generaal, Ie onder voorzitter
van het Ned. Roode Kruis. Jos. van Mocklcn-
berg voorzitter van hot R. K. Huisvestings
comité te 's Bosch.
De leden van het eere-comité, Mr. S. van
baron van Heemstro, commissaris der Ko
ningin en de heer F. M. H. van Schncck Mothon,
burgemeester von Nijmegen, vice-odmiroal
C. Fock, oud-commandant der Marine te Den
Helder, die hun volle sympathie met dit mo
numentenplan hadden betuigd, waren door
bijzondere omstondigheden verhinderd de
plechtigheid bij te wonen.
De Staten van Gelderland waren vertegen
woordigd door de leden van het college va»
Gcd. Stoten, de heeren von Lüben Seis, Kro
nenberg, Mr. Sannes en De Liefde en den
griffier der Staten, Jhr. Mr. Snocck Hurgronjo
Van de leden von het olgemccn comité wa
ren o.m. aanwezig de heeren H. P. M. E.
Graaf van Limburg Stirum, burgemeester von
Bnimme, [Kringcommissaris von het Oranje
Kruis voor Gelderland, Mr. J. H. Timmermans
uit Nijmegen, kringcommissaris voor het Roo
de Kruis, Ir. A H. Kuysten, inspecteur dcr
volksgezondheid cn lid van het bouwbureau te
DIPLOMATIE.
H. M. de Koningin ontvangt den
nieuwen Poolschcn gezant.
H. M. de Koningin heeft Woensdagmiddag ten
Koninklijken Paleize Het Loo ontvangen den
heer Stanislas Kctrzynski, ter overhandiging
van zijn geloofsbrief als buitengewoon gezant
en gevolmachtigd minister van Polen bij Hr.
Ms. Hof.
De nieuw benoemde gezant werd door den
minister van buitcnlandsche zaken, Jhr. Mr.
Beelaérts van Blokland, aan de Koningin voor
gesteld.
Nijmegen, H. A. S. Vraneker, wethouder te
Nijmegen, secretoris van het Watersnood
comité Nijmegen, de heer De Kantcr, secreta
ris van het Roode Kruis, A. Jhr. Humolda van
Eisinga, Mr. B. F. Baron van Verschucr, L. G.
A. Graaf van Limburg Styrum, Majoor H. L.
E. G. Werner, div. commandant der Kon.
Marechaussee te 's Bosch, Jhr. Bowier, dis
trictscommandant der Kon. Marechaussee te
Nijmegen, A. P. F. Tuytel, luitenant der ar-
tilelrie te Dordrecht en meerdere officieren der
Marine en pontonniers.
Verder werden opgemerkt de Zeereerw.
heer Pastoor van Wychen en Niftrik, de zeer
eerw. pater Gondrion van Alvemo, pater
Schmidt O F. M., Ds. Steehouwer v. Wychen,
de burgemeesters of plaatsvervangers dcr om
liggende gemeenten Beuningen, Cuyk, Berg-
haren, Batenburg, Ovcrassclt, dc wethouders,
raadsleden en leden van het watersnoodcomité
uit de gemeente Wychen, enz.
Toen Z.K.H, Prins Hendrik de poort van het
slotplein was binnengekomen, speelde de har
monie van Wychen het Wilhelmus en weiden
de gasren aan den hoogen bezoeker voorgesteld.
De burgemeester van Wychen hield hierna
een korte begreetingsrede. Z.K.H. Prins Hen
drik bedankte voor de hartelijke begroeting
in de ridderzaal van het kasteel, waar ver
volgens de eerewijn werd aangeboden.
Na een korte bezichtiging van het kasteel
Wychen werd nu door den kom van Wychen
over den Nieuwen weg naar Alverna gereden.
Daar haden zich inmiddels om het monu
ment reeds vele gasten geschaard. Als allen
een groote carré om het te onthullen monu
ment gevormd hadden, hield dc burgemeester
van Wychen, Jhr. van Ryckevorsel een rede,
waarin hij herinnerde aan den Oudejaarsmor
gen van 1925, toon de Maasdijk bij Neder-
asselt bezweek. Hij sprak van den ondervon
den steun en het bezoek van H. M. de Ko
ning en Prins Hendrik aon het watersnood-
gebied.
De geheele Nederlandsche notie bood aan
eengesloten hulp en bijstand en lenigde, zoo
goed als geheel, aller nood.
Het verheugde ons, aldus Spr., van H. M. tc
mogen vernemen erin toe te stemmen, dat wij
te Horer huldiging een gedcnktcekcn zouden
Men doet niemand kwaad zonder zichzclt
kwaad te doen.
naar het Engelsch van
E. F. BENSON.
91
„Hij krijgt al genoeg van je", merkte Lady
Oxted op.
„Ja, dat geloof ik ook; is het niet treurig en
wij zijn nog niet eens een jaar getrouwdl En
wat ik zeggen wou, o ja, hij stond dadelijk op,
inplaats van nog wat te blijven liggen, en ik
hoorde hem in zijn bad zingen. O, ik houd
toch zooveel van dien man van mijl" zeide zij.
Dot heb je mij al eens meer verteld,"
zeide Lady Oxted koeltjes.
Wat bent u toch een stekelige tantel"
zei Evie. „Mijn lieve tante Violet, als Geoffrey
en die goede dokter en Jim niet zulke lieve
lingen van mij waren, alle drie, dan zou ik ja-
loersch van ze zijn ja, dat zou ik heusch".
„Wlit heb jij een massa lievelingen, Evie!"
zeide Lady Oxted.
„Dat heb ik ook. Ik wou, dat ik er nog veel
meer had, want het voornaamste in de wereld
zijn toch de menschen waar je van houdt. Een
mensch zonder vrienden is dood dood en
begraven; en hoe meer je er hebt, hoe heer
lijker het op de wereld is. Is dat niet zoo? rk
heb er een massa O, en het is zoo goed hier
op de wereld! En bij allen, die ik heb, heb ik
u nog en zelfs Harry, en mijn eigen Geoff niet
te vergeten en ook oom Bob vooral wan
neer hij onaardig tegen u is".
De stekelige tante was goedhartig genoeg
en dat wist Evie weL x
„O, mijn lieve kind", zeide zij, „mijn hart
popelt van plezier je zoo gelukkig te zien! En
Harry goede genade, hoe gelukkig is
Harry I"
Ja, ik geloof en vertrouw, dat hij het is",
zeide Evie, „en ik hoop, dat hij het altijd zoo
blijven mag. Maar Vandaag vandaagzei
de zij.
Lady Oxted bleef zwijgen.
„Denk eens," zeide Evie, „wat er een jaar
geleden gebeurd is. Een jaar geleden, op dit-
zelf uur was Harry hier met den dokter en
zijn oom en diens knecht en het werd avond,
zooals het nu ook avond wordtlater kwamen
Geoffrey en Jim er r.og bij. O, ik kon er haast
niet aan denken I"
„Ik geloof, dat als ik Harry was, dat ik al
heel veel van deze drie zou houden," zeide
Lady Oxted. „maar ik, daar ik een vrouw ben,
ben al net als jij, verliefd op alle drie."
„Dat dacht ik wel," zeide Evie, „o, ja, Jim
ging juist uit, toen ik bij zijn vrouw kwam,
om de andere drie te ontmoeten."
„Waarom te ontmoeten vroeg Lady Ox-
ied. „Ja, Horry zegt, dat het een geheim is,
maar het is zoo iets dierbaars, dot ik het u
wel moet vertellen. Zij gingen met hun vieren
het was een plan van Harry naar de
kerk. De twee graven, dat van zijn oom, en dat
van dien anderen man liggen naast elkaarik
vroeg of ik ook mee mocht gaan, maar hij
zei beslist van neen ik hoorde daar niet bij."
„En wat toen
Evie stond op.
„Ik geloof, dat zij daar voor hen gaan bid
den," zeide zij, „o, ik houd toch zoo van die
mannen f Zij praten en praten niet alleen,
maar zij gaan en doen dan zulke eenvoudige
dineren."
„En de vrouwen zitten t' huis en praten
maar," zeide Lady Oxted.
„Ja, ten minste u en ik. O, ik wil niet zeg»-
gen, dat wij niet fijner besnaard zijn cn ik
Lweet niet wat al meer, maar wij zijn niet zoo
eenvoudig. Men moet het eene tegenover het
andere stellen en wie zal zeggen wat het
beste is Ieder heeft een rol tc spelen ge
kregen"
„Aan jou, Evie, was een groote rol toever
trouwd," zeide Lady Oxted.
„Ja, dat is zoo en hoe heb ik haar vervuld?
O, dien morgen I Enkel maar dat eene woord
van dr. Armytage „Kom
Evie keerde weer naar het vuur terug en
ging zitten.
„Als Geoffrey hier dien avond te voren niet
geweest was," zeide zij, „dien avond toen het
gebeurde dan weet ik niet wat er met Har
ry gebeurd zou zijn. Ik geloof, dat hij stapel
gek zou geworden zijn. Want hij kermde maar
en huilde maar, heeft hij mij verteld, en
Geoff zat maar bij hem en zeide„verdomde
boel, Harry" Ja, dat zei hij, het kan mij
niet schelen en hij gaf hem een whisky-
soda, en klopte hem op den rug en deed alles,
wat mannen zoo doen kunnen. Zif zoenden el
kaar niet, en gilden niet en zeiden niet, dat
niemand van ze hield, zooals wij zeker gedaan
zouden hebben. En u zult het niet kunnen ge-
looven, maar zij speelden daarna nog een
partijtje biljard en knapten daar weer heele-
maal van op. Ik denk, dat David en Jonathan
ook zoo samen moeten geweest zijn. O, ik
hoop zoo, dot Harry altijd een massa vrienden
zal hebben," riep zij uit, „ik zou het vreeselijk
vinden; als hij altijd maar echter de rokken
van zijn vrouw aanliep I Maar hij houdt toch
het meeste van mij, dat zult u toch niet tegen-
spieken."
„Neen, ik dénk ten minste niet, dat hij er
met dan dokter van door zal gaan," zeide Lady
Oxted.
Buiten viel de duisternis snel in, het was even
na zonsondergang en, evenals een jaar geleden
verscheen de wassende maan, zilverachtig en
sl^nk cn aan den hemel, waar nog de roode
gloed van het westen weerkaatst werd in ban-
den en veeren van rose wolken. Moor dezen
avond hing er geen loge en ondoordringbare
mist (een goede dekmantel voor een sluipend
gevaar), over het meer en de grasvelden. Het
weer was opwekkend door de herfstvorsten,
het klaterend geluid van de sluis was gedempt
en dof na een langen drogen zomer. De vier
mannen Jim, onderdanig op een kleinen of-
stand van de anderen hadden het kerkhof
verloten en keerden langzaam terug naar stal
en huis. Bij de staldeur gekomen, wilde Jim
daar binnengaan, maar Harry hield hém tegen.
„Neen, Jim," zeide hij, „ga nog een eindje
met ons mee," en als waren zij een paar
vrienden en niet heer en knecht, stak hij zijn
arm door dien van Jim. Toen, als hadden zij
dezelfde ingeving, sloten zich ook de dokter
en Geoffrey daar bij can en zoo gearmd lie
pen zij het meer om en bleven bij de sluis
staan.
„Het was hier op deze plek, dat de sluis
in elkaar zakte en ik naar beneden ging Hè,
dat was een leelijk halfuurtje."
„Ja, mylord," zerde Jim, die opeens spraak
zaam werd, „en het was ook hier, dat mijn
heer Geoffrey in een zwarten nacht een zwar
ten schelm nasprong."
„En het moet ook hier zoo wat zijn," zeide
Geoffrey, „dat de Talisman moet liggen. Wat
is het meer laag I Ik heb het nog nooit zoo
laag gezien."
Zij waren nu geheel bij den kant van het
water gekomen, waar kleine rimpeltjes, ont
staan door het avondbriesje, tegen de diepe,
door de droogte ontstane slijkkanten, braken
en kabbelden De golfkopjes werden verlicht
door den gloed hoven hen en veranderd in,
als 't ware vloeibare vlammen.
„En dat was het eind van den Talisman,"
zeide dedokter.
„De Talisman I" riep Harry uit, „het was de
vloek, die er op lag, die ons allen gek maak
te. Ik zou nog liever een slang in mijn huis
Willen hebben, dan. dat ding. Krankzinnigheid,
en misdaad, en dood waren zijn giften. als
ik het maar had kunnen vermoeden als ik
het maar had kunnen vermoeden I"
Terwijl hij nog sprak, zag zijn oog iets glim-
mends, dat even boven het lage water uit
kwam. Eerst dacht hij, dot het de weerkaatsing
van de lucht was op de kabbelende golfjes,
maar dit bleef aldoor, en werd niet telkens uit
gedoofd en weggevaagd. Toen daagde het op
eens bij hem op het leeren étui was verrot
en in stukken gevallen. Hier, nog geen voet van
den rond van het meer of, lag de Talisman.
Hij maakte zich von de onderen los, deed
één stop naar voren en bukte zich. Met een te
genstribbelend zuigend geluid deed de modder
afstand van het kleinood en door hield hij het
in de hoogte, terwijl het ieder oogenblik meer
begon te schitteren, naarmate de modder er
langzaam afdroop. De groote diamanten ont
waakten, zij schitterden' en blonken; de onder
gaande zon en de maan en de avondster wer
den er in weerkaatst cn wie weet welke helsche
vuurgloed nog meer Er was een gloed van de
saffier, het zwakke licht van de pannen, de
glans van het goud. Maar in twee stappen was
Harry op den hardsteenen rand van dc sluis,
en daar, bij het tooneel, van een zijn aênsla-
gen, legde hij het onschatbare kleinood neder.
Toen, even als iemand die met de hak van
zijn laars het een of ander vergiftig ondier
vermorselt, trapte en trapte, en trapte hij cr
nog eens op Hier heen en doar heen vlogen
de edelgesteenten; diamant en saffier werden
tot stof, de parels, ongeschonden, sprongen als
erwten overal heen, enkele in het meer, andere
in het overvloeiende water van dc sluis. En
toen, nadat hij het gedeukte en vormelooze
ding had opgenomen slingerde hij het ver weg
midden in het water.
„En hiermede is de vloek van mijn huis weg
genomen riep hij uit.
EINDE.
'"Vw: