DE MALVERSATIES AAN HET MILITAIRE
MAGAZIJN TE WOERDEN
in behandeling voor het
hoog militair gerechtshof
offervaardigheid van het Nederlandschc volk,
waardoor een opbouw en herstel van dergelij-
ken omvang is tot stand kunnen gebracht wor
den. Een woord van dank volgde aan de Wa
tersnoodcommissie te Amsterdam en het Bouw
bureau te Nijmegen, welke beide lichamen een
zoo belangrijk aandeel hebben gehad in het
economisch herstel.
Bijzonder vestigde hij de aandacht op hetgeen
door den burgemeester en plaatselijke com
missies nu ruim VA jaar lang gedaan is, niet
alleen een enorm werk van voorbereiding, doch
ook maandenlang confereeren met de slachtof
fers en de organisaties, besprekingen met leden
van het Bouwbureau en vertegenwoordigers der
Alg. Ver. Commissie, welke immer veel tijd
vorderden.
Het heeft volgens Spr. steeds ieder getrof
fen, dat wanneer een der herstelleiders een be
spreking wenschte, de plaatselijke commissies
niettegenstaande hun particuliere werkzaamhe
den, steeds klaar stonden om te vergaderen,
soms uren lang, dat bij hun groot tijdverlies,
nimmer voorstellen werden gedaan om daarin
tegemoet te komen door presentiegeld of an
derzins. Dat de uitkeeringerv naar recht en bil
lijkheid zijn geschied, dat de menschen grooten-
deels tevreden zijn, hebben de slachtoffeis
voornamelijk te danken aan de plaatselijke
commissies, die steeds voor hun belangen in de
bres sprongen.
Een bijzonder woord van dank bracht de
voorzitter aan den heer Rutten, te Wamel,
wiens gastvrij huis steeds voor alle leiders van
het herstelwerk openstond, aan mej. Betsy
Rutten, die vooral in het begin der ramp als
hoofd van de Centrale Kleeren-industrie schier
dag en nacht voor ieder klaar stond.
De heer De Leeuw, burgemeester van Dreu-
mel, beantwoordde den heer Keurschot, maar
wenschte allereerst een woord te wijden aan de
nagedachtenis van zijn ambtgenoot van Wamel,
den heer Schuyt, die Zondag j.l. overleden is.
Wijlen de heer Schuyt heeft met hart en ziel
meegeleefd in de rampen die den inwoners van
zijn gemeente hebben getroffen en zich met
volle kracht toegelegd om mede te werken aan
het herstel.
Voortgaande wijst burgemeester De Leeuw
erop, dat de honderdtallen woningen in Maas
en Waal door de ramp vernield en nu geheel
weer opgebouwd en hersteld, de verwoeste
boomgaarden, door jonge aanplantingen ver
vangen, kortom de groote kapitalen in Maas
en Waal verwerkt hem, ook sprekend namens
zijn ambtgenooten tot groote dankbaarheid
stemmen, dat wat op het gebied der volkshuis
vesting tot stand werd gebracht door Ir.
Kuysten en zijn medewerkers, do bevolking
thans in economischen en hygiënischen zin on
eindig veel beter doet leven dan voor de ramp.
Met een slotwoord van dank aan allen, die
direct of indirect aan het herstelwerk deelna
men, besloot de heer Keurschot deze bijeen
komst.
WERKVERSCHAFFING.
De Arnhemsche werkloozen aan de
Baaksche Beek.
De regeering heeft, wat betreft de werken,
welke op de terreinen aan de Baaksche Beek
in werkverschaffing worden verricht, den eisch
gesteld, dat gedurende de zomermaanden 50
uren per week zal worden gearbeid, omdat een
compensatie noodig is tegenover een te korten
werktijd gedurende den winter Het is nl. niet
mogelijk, dat gedurende wintermaanden 48
uren per week wordt gewerkt. Indien aan den
eisch tot invoering van een 50-urige werkweek
niet wordt voldaan, zal het werk worden stop
gezet. De verschillende ploegen werklieden aan
dc Baaksche beek waren Dinsdag j.l. met dezen
maatregel in kennis gesteld, hetgeen voor een
aantal beteekent, dat zij niet hun gewoonte om
den vollen Zaterdag vrij te nmen zouden kun
nen volgen.
Dc overgroote. meerderheid der Arnhemsche
werkloozen is Zaterdag aan het werk gegaan,
zoowel aan de Wiersse (bij Vorden) als bij dc
Tolhut (bij Doetinchem).
Tien arbeiders bij de Tolhut weigerden ech
ter naar het werk te gaan, en bleven in de
keet achter. Zij werden door de opzichters ont
slagen en zijn Maandag te Arnhem gebleven,
terwijl de overige, ruim TOO werkloozen weer
naar de Baaksche Beek vertrokken.
Het Arnhemsche gemeentebestuur heeft de
regecring met het ontslag der tien werkloozen
op dc hoogte gesteld. De minister heeft nu te
beslissen, of het ontslag al dan niet gehand
haafd zal blijven.
EEN ZEVENTIGJARIGE.
F. M. Knobel.
Het Hbld. schrijft
Gister werd een man 70 jaar, die zijn land
onder zeer moeilijke omstandigheden in den
vreemde heeft vertegenwoordigd. In Pcrzië en
China, in Zuid-Afrika en Rusland heeft hij
op zeer geëxponeerde posten voor de be
langen van zijn vaderland op de bres gestaan.
De wijze, waarop hij dat deed, heeft aanlei
ding gegeven tot vecj critiek. Ook in dc Twee
de Ktmcr en in ernstige tijdschriften. Vooral
zijn werk in Teheran lokte critiek uit. De re
geering evenwel verdedigde hem tegen die aan
vallen en een ander ministerie zond hem later,
in 1905, uit voor een zoo delicaat werk als in
Zuid-Afrika te doen was vlak na den Boeren
oorlog.
Daarvóór had hij in Berlijn en St. Peters
burg gewerkt, in Peking en in Perzië.
Zijn reislust voerde hem naar tal van andore
landen der wereld. In „Tijdspiegel" sm „Vra
gen v. d. Dag", in „Elseviers", het „Tijdschr.
voor Econ. Geografie" en de „Aarde en haar
Volken" heeft hij van die reizen verteld en
de resultaten van zijn studie medegedeeld.
Nog steeds vinden de indrukken van den
heer Knobel, die een man is van zeer veel
zijdige belangstelling nu en dan neerslag in
dagblad- of tijdschriftartikelen.
Mogft hem de frischheid van geest, die zijn
werk kenmerkt, nog lang geschonken blijven.
Anderen ten voordeel.
VOLKSSANATORIUM „HEll.ENDOORN"-
De herdenking van het 23-
jarig beslaan.
In de met bloemen en groen versierde feest
tent op de terreinen van de verceniging is
Dinsdagmiddag de herdenkingsplechtigheid ge
vierd van het 25-jarig bestaan van het Volks-
fcanatoriirm „Hellend'oorn"-
De voorzitter der Vereeniging tot Oprich
ting en Instandhouding van Volkssanotoriu
voor Borstlijders in Nederland, de heer mr.
G. Jannink, opende de plechtigheid met een
woord van welkom tot alle aanwezigen, in het
bijzonder tot H.M. de Koningin-Moeder en
minister Slotemaker de Bruine. Spr. ging daar
na in het kort de geschiedenis van de vereeni
ging na, waarbij hij er op wees, dat bij de op
richting plaats was voor 54 patiënten. Thans
zijn er 168.
Nadat door mevr. 'Noordewier-Reddingius
eenigc liederen ten gehoore waren gebracht,
nam minister Slotemaker het woord.
De minister zedde gaame de uitnoodiging
om hier tegenwoordig te zijn te hebben aan
genomen. Hier wordt een strijd gestreden te
gen wat onbestrijdbaar scheende strijd te
gen de tuberculose. Spr. wenschte in het bij
zonder dr. Vos, den geneesheer-directeur en
zijn staf geluk met dit jubileum cn het vele
en schoone werk, dot onder hun leiding tot
stand is gebraecht. De minister deelde ten
slotte mede, dat het H. M. de Koningin heeft
behaagd dr. Vos te benoemen tot officier in
de orde van Öranje-Nassau.
De burgemeester van Hcllendoorn, de heer
Van der Steen van Ommeren, voerde vervol
gens het woord. Spr. herinnerde er aan hoe
juist 25 jaar geleden een concessie werd uit
gereikt om in deze gemeente goud te graven
Het edele metaal is niet gevonden, maar tege
lijkertijd waren andere pioniers aan het werk.
Hun arbeid is met succes beloond.
Prof. Vening Meinesz sprak als buur en ge
tuigde, van nabij den zegenrijken invloed van
het sanatorium te hebben bespeurd.
De voorzitter van de Centr. Vereeniging
tot bestrijding van de tuberculose bracht dank
voor dc goede samenwerking, waarvoor hij
zich' ook voor den vervolge houdt aanbevo
len.
Dr. Vos bracht ten slotte, ontroerd, allen
dank voor hun vriendelijkheid.
Mr. G. Jannink sprak daarna nog een slot
woord.
Onder de aanwezigen waren dr. Josephus
Jitta, medisch adviseur vaan den Gezond
heidsraad dr. Van Eden, medisch adviseur
van de Rijksverzekeringsbankdr. Suoeck
Henckemans, adviseur der Rijksverzekerings
bank dr. Littaert Peerbolte, directeur-gene
raal van de volksgezondheid, afd. tuberculose.
De Koningin-Moder vertrok ongeveer half-
vijf per auto naar Soest dijk.
's Ochtends had een bijeenkomst plaats ge
had van verplegend personeel om den direc
teur te huldigen. Hem werd een leeren fau
teuil aangeboden. Voorts waren er vele bloem
stukken.
DE HERDICHTING VAN MARK
EN DINTEL.
Honderd jaar geleden.
Het is thans honderd jaar geleden, dat de
herdichting van de rivier de Mark en Dintel
vanwege het heemraadschap van Mark .en
Dintel heeft plaats gehad. Op 30 Januari 1810
was het eerste sas dezer rivier, na ontzaglijk-
veel moeiten en tegenslag gebouwd, onder den
di uk van hooge watervloeden volledig wegge
zakt. Na 17 jaren eerst gelukte het den be
woners der streek, het zoover tc brengen, dat
tot herdichting van de rivier kon worden over
gegaan. Op 28 Mei 1827 heeft burggraaf Van
der Fosse, gouverneur van Noord-Brabant, den
eersten steen der nieuwe sluizen gelegd. Ge
heel West-Brabant leefde hierin mee, wijl het
wel en wee van bijna alle dorpen van dit nieuwe
werk afhing. Een jaar later konden, ondanks
veel tegenslag, de nieuwe sluizen in gebruik
genomen worden. De Mark en Dintel waren
wederom dicht.
Ter herdenking van dit feit zijn gister twee
monumentale granieten lantaarns bij het sas
onthuld door den dijkgraaf, den heer J. B.
Koenraadt, in tegenwoordigheid van den Com
missaris der Koningin in Noord-Brabant, mr.
A. E. J. baron Van Voorst tot Voorst, en mr.
J. F. Schönfeld, administrateur van het minis
terie van waterstaat, die minister Van der
Vegte vertegenwoordigde.
ZWAAR WEER IN ZUID-LTMBURG.
Velen beken buiten haar
oevers getreden.
Een buitengewoon hevig onweer, gepaard
met zwaren regclval, heeft gisternacht naat
uit Heerlen aan de Tel. wordt gemeld over
een deel van Zuid-Limburg gewoed. Door den
neerstortenden regen zijn vele beken buiten
haar oevers getreden. In verschillende straten
werden de grond en steen door het water los-
gespocld.
BRANDEN.
Brand te Voorschoten.
Maundagavond is te Voorschoten een woning
van den heer J. Zwetsloot in de Tramstraat
geheel afgebrand. De oorzaak is onbekend. De
inboedel was niet verzekerd.
KORTE BERICHTEN.
Tram storing.
Vanmorgen heeft tus3chen Leiden en den
Haag het electrische tramverkeer der N.Z.H.
T.M. van helf 10 tot elf uur stilgestaan we
gens een defect aan de bovenleiding.
KORTE BERICHTEN.
Verdronken.
Gistermorgen omstreeks 11 uur is uit de
Schutkolk van de Zuid-Willemsvaart bij den
Bosch opgehaald de 22-jarige van Os uit do
Nieuwe Hofstad te den Bosch, die eenige uren
tevoren door een noodlottig toeval te water
was geraakt. Nadat de ongelukkige per ra
derbrancard naar het gasthuis was vervoerd,
konden de geneesheeren slechts den dood con-
stateeren.
Uit de vierde verdieping gevallen.
Maandagmorgen Is de 17-jarige Booas, sinds
eenige dagen in dienst bij het manufacturen-
en beddenmogazijn van den heer En gein te
Alkmaar van de vierde verdieping door een
luik gevallen. De jongen kwam op het hoofd
neer en overleed spoedig daarna.
DE ZAAK TEGEN MAJOOR E.
Voor het hoog militair gerechtshof heeft gis
ter terecht gestaan de majoor van de militai
re administratie W H. Egewezen hoofd van
het centraal, magazijn te Woerden, wien ten
laste gelegd is
le. dat hij in 1923 een tekort in kas had
van f 10,000, waarin hij heeft voorzien door
het laten opmaken van twee rekeningen van
houtlevering, welke niet geschied waren, doc^
geboekt voor bedragen, tezamen op f 1 na
10,000;
2e dat hij twee rekeningen in het kasboek
heeft opgenomen.
De verdachte ontkent dat er een tekort
in kas was, de rekc-ningen 'heeft hij niet laten
opmaken.
President: Waren de rekeningen niet
gefingeerd en was het hout wèl geleverd
V e r d a c h te: Daar kan ik niets van zeggen.
President: Dat is wel wonderlijk, want
zulke groote leveranties moet u toch kennen.
Zij zijn vrij dicht op elkaar gevolgd, n.l. op 31
Maart en 16 April geschied.
Verdachte: Ik hield daar geen controle
op en teekende de rekeningen zonder ze in te
zien.
President: Dat is geen manier van doen,
zulke dingen behoort u te weten.
V erdachte: Dit waren geen bizonder
groote leveringen, er zijn cr wel grooter ge
weest.
President: U hadt geen kasboek?
Verdachte: Neen.
President: Uw voorganger wel.
V erdachte: Een klein kasboekje.
President: Het lijkt toch een zeer nut
tig voorschrift.
Verdachte: Het kasboek hield een van
mijn ondergeschikten.
President: Waarom deed u dat zelf niet?
Verdachte: Aanvankelijk deed ik het
wel, maar het bedrijf breidde zich zóó uit, dat
ik het niet meer doen kon.
President: Hebt u, toen de controleut
kwam, niet gauw een kasboek in elkaar gezet?
Verdachte: Neen, er zijn altijd kasboe
ken geweest
De president merkt op, dat er ook nog
een bedrag van ongeveer 45,000 uit de de-
kenkas verdwenen was en dat, nadat verd. de
kas had overgedragen aan Sanders, hij door
middel van rekeningen geld uit de kas had
gekregen.
Verdachte: Dat is onjuist.
President: Er is een oud kasboek, dat
vrijwel gelijk is aan het nieuwe, alleen is er
een verschil in het soldo van ongeveer 10,000.
De beide houtposton komen in het oude niet
voor. Wat is dat voor een oud kasboek?
Verdachte: Ik heb het niet gezien voor
eenige dagen geleden.
Verdachte: Ik heb het nieuwe kasboek
geheel zelf geschreven.
President: Dan moet u het oude toch
ook gezien hebben? Het nieuwe is blijkbaar
naar het oude gemankt.
Verdachte: Of het oude naar het nieu
we. Ik heb het kasboek opgemaakt naar het
kladboek van Sanders. Het beheer was slordig,
maar daar was een oorzaak voor; ik had vol
komen onvoldoende hulp.
President: De auditeur-militair heeft het
indcrtiiu een Augiasstal genoemd. Als u de
controle niet uitoefende, wat deed u dan in
Woerden
Verdachte: Wanneer u het bedrijf ken
de zoudt u die vraag niet gesteld hebben. Wan
neer ik, zender eênige controle uit te oefenen,
alleen maar het terrein rondliep, had ik 2*A
uur werk.
President: Men heeft u wel eens huif
gezonden, maar het scheen, dat u daar niet
veel prijs op stelde.
Verdachte: Men heeft mij een luitenant
gezonden, dien men te Zeist en Delft niet wil
de houden en die ik ook niet kon hebben.
President: Het maakte den indruk, dat
it zich met onbetrouwbare menschen omringde,
Sanders was ook niet zoo heel betrouwbaar.
Verdachte: Hij was de eenige, die werk
te. Men heeft mij ondanks mijn vertoogen geen
hulp gezonden. Wel zijn er op mijn verzoek
eens drie accountants geweest, die alles in orde
vonden en ook was ik er bijna nooit zonder
commissies.
President: Het maakte den indruk, dat
u veel uit was.
Verdachte: Ik heb een tijd lang in
Utrecht eens per week vioolles gehad en ik
ging 's middags wel uit, maar men moet niet
vergeten, dat ik gedurende dc mobilisatie geen
dag vprlof heb gehad.
President: U hadt zcilbooten, een auto,
een motor en liet die in diensttijd door onder
geschikten onderhouden. Wel vijf of zes mah
bracht u daarvoor in dienst.
Verdachte. Dat is niet met mijn toe
stemming gebeurd.
De verdediger van verdachte, mr. Dam-
brink, vraagt of majoor E. erkent, dot er een
tekort in dc dekenkas was van f 45,000. Oor
log beweert, dat hij dit erkend heeft cn ont
houdt op grond daarvan'zijn vrouw het noo-
dige geld om van te leven.
Verdachte: lk weet van dit tekort niet.
President: Is het waar, dat als de loo-
nen moesten worden uitbetaald, u tot Sanders
zeidoe dat maar uit de dekenkas.
Verdachte: Dat is onwaar. Wel zijn er
loonen betaald uit de dekenkas, maar alleen
als Oorlog nog geen geld gezonden had en dan
alleen tegen kwitantie, zoodat na ontvangst
van het geld van Oorlog, verrekening kon
plaats hebben. Er was dan ook geen tckori.
Als getuige wordt gehoord de houthandelaar
J. Buis te Zaandam, vroeger te Woerden,
die verklaart, dat de majoor met den aanne
mer Wassink bij hem is geweest met de vraag
of hij voor f 10,000 hout zou kunnen leveren.
Het zou in een loods opgeborgen moeten wor
den met bordjes eropeigendom van het
rijksmagazijn. Later had get. nooit meer van
de levering gehoord.
Verdachte. Het bezoek betrof de vraag
of Wassink, die failliet was en geen crediet
kon krijgen, hout zou kunnen krijgen. De be
doeling was een reservevoorraad te laten op
slaan voor het rijksmagazijn, omdat die voor
raad toch noodig zou zijn. Wassink kon daar
van dan weer hout betrekken.
Wassink, aannemer, nu als getuige ge
hoord, verklaart met den majoor te zijn mee
gegaan omdat hij dikwijls werk deed voor het
rijksmagazijn. Het gesprek heeft hij niet ge
volgd en van de levering weet hij niets af.
President: De rekeningen zijn er toch,
geteekend met uv rtaam.
Getuige: Mijn vrouw heeft de rekenin
gen blanco geteekend. Dat gebeurde wel eens
meer, maar dan was de zaak altijd in orde.
President: Het hout is dus nooit geleverd
en geld is er nooit voor betaald.
Getuige: Neen.
Sanders, bureelambtenaar bij het cen
traal magazijn verklaart, dat, toen de overste
v. d. Bosch voor het eerst zou komen contro
leeren, hij vooraf een briefkaart zond. Toen de
eerste contröledag was afgeloopen, zei de
majoor: Sanders ik zit er tusschen, er is een
tekort van 10.000. Den volgenden dag kwam
de majoor met twee blanco, geteekende reke
ningen van Wassink, die ingevuld moesten wor
den. Er was een papier bij waarop stond hoe
veel hout het was in kubieke meters. Er werd
echter nimmer hout gekocht in kub. meters.
Toen get. vroeg waar het hout was, zei dc
majoor, dat het in een loods lag, waar de firma
Buis het geleverd had. Het hout was echter
nimmer geleverd.
President: Hoe verklaart u het verschil
tusschen de beide kasboeken en wat is dat oude
kasboek voor een ding.
Getuige: Dat oude kasboek is het mijne,
daar heb ik de posten uitgehaald, aan de hand
waarvan de majoor het nieuwe heeft samenge
steld.
President: Maar hoe komt dat verschil er
dan?
Getuige: Dat weet ik niet. De twee posten
van samen 10.000 uit het nieuwe kasboek
staan wel in het oude, maar met potlood; de
majoor heeft ze er zelf in gezet.
Verdachte, nog eens gehoord, ontkent
de cijfers met potlood geschreven te hebben.
President: Hoe weet u, Sanders, dat dat
de cijfers van den majoor zijn
Getuige: Ik ken de hand van den majoor.
President: Verbaasde het i\ dat de
majoor in de knoei zat
Getuige: Neen, want hij zat financieel al
tijd in den knoei. Er was niet één maand, dat
dc majoor een volledig tractement kreeg; er
was altijd tekort. Ik heb dc kas onder dwang
overgenomen, om den majoor ervoor te vrij
waren, dat hij altijd met zijn handen aan rijks-
centen zat. De dekenkas is opgegaan aan de
loonen van de rijkswerklieden, waarvoor geen
geld in de andere kas was.
De President: Hoe ging het met de con
trole
Getuige: Wij zonden de betalingsbeschei
den naar de directie in Amsterdam; de
décharge ging naar Oorlog en de 8c afdeeling
van Oorlog moest de berekeningen nagaan,
waarna zij naar de Rekenkamer gingen.
President: Had Oorlog de fouten niet
kunnen ontdekken
Getuige: Als ze maar goed gekeken had
den.
President: De meneer over de 8e afd.
was een goede kennis van den majoor
Getuige: Ja, meneer van Andel ging wel
met den majoor zeilen.
De verdediger Mr. Dambrink vraagt
waar de kwitanties bleven waarop de verre
kening na de uitbetaling der loonen uit de
dekenkas plaats had.
Get: Dat waren maar onderonsjes, die
werden wel een poos bewaard, maar later ver
brand.
Mr. Dambrink: Het is dus niet zoo als
Sanders voor den rechter-commissaris heeft
verklaard, dat de majoor zich van die kwitan
ties meester had gemaakt.
Pres.: U hebt voor den rechter-commis
saris niet heelemaal de waarheid gesproken,
maar daür bent u later op terug gekomen.
- Get.: Juist.
De volgende getuige, gep. kolonel van de
mil. administratie v. d. Bosch, was als con
troleur op 26 en 27 'April 1923 te Woerden.
Hij had niet den indruk, dat er na den eersten
dag posten in het kasboek waren opgenomen,
die er den eersten dag niet in stonden.
Pres.: Het oude kasboek heeft men u ze
ker niet getoond
Get.: Ik herinner mij maar een kasboek
gezien te hebben.
Pres.: Hadt u niet den indruk, dat hct in
Woerden een vrijgevochten boel was?
Get.: Ik had met het magazijn niets te
maken, alleen met de kas.
Advocaat-fiscaal: U hebt aan het
departement van oorlog de opmerking ge
maakt, dat de controle, zooals die werd uitge
oefend niet afdoende was.
Get.: Dat is ter sprake gekomen, maar
men is cr niet op ingegaan.
Pres.: Hadt u den indruk dat verd. ruim
leefde?
Get.: Hij kon zoo niet leven van zijn sa
laris, maar men had algemeen den indruk, dat
hij over particuliere middelen beschikte.
Pres.: Men heeft wel gezegd, dat hij wel
1000 in de week aan kon.
Get.: Dion indruk heb ik nooit gehad.
Pres.: Hebt u het beginsaldo, dat in de
beide kasboeken verschillend is, niet gecontro
leerd?
G e t.: Dat interesseerde mij niet, want fk
ging uit van de laatste décharge.
Mr. Dambrink: Op welke bewijsstukken is
het onderzoek gegrond.
G e t.: De décharge is het bewijsstuk, waar
van ik uitga om, aan de hand van dc stukken,
de kas te onderzoeken .Het kasboek kan ik daar
bij desnoods missen, al is het natuurlijk een
groot gemak.
De referendaris aan het dep. van oorlog C.
R i n g e 1 i n g, hoofd van de achtste afdeeling,
verklaart, op de vraag van den pres. hoe het
mogelijk is dat de zaak te Woerden zoo lang
sleepende is kunnen blijven, zonder dat dit aan'
de afdeeling comptabiliteit gemerkt was, dat
het onderzoek van de stukken zeer ernstig
gebeurt. Het is een formeel onderzoek. Het
onderzoek in 1923 is absoluut fout geweest,
hetgeen hieruit te verklaren is, dot bij het
verificotiewerk, dat zeer eentonig is, posten
over het hoofd zijn gezien.
Pres.: Waren er geen termen om, na de
opmerkingen van de Rekenkamer, meer dan
een formeel onderzoek in te stellen?
G e t.: Men zendt zulke opmerkingen aan den
beheerder van het magazijn.
Pres.: Dat lijkt mij bedenkelijk. Gebeurt ei
nooit iets anders? De beheerder van het ma ga*»
zijn is ten slotte belanghebbende. Wat heeft
men dan aan een afdeeling comptabiliteit?
Get.: Het antwoord, dat op de opmerkingen
gekregen werd, was absoluut afdoende.
Pres.: Het was u bekend, dat de heer Van
Andel, hoofd van het bureau, een vriend van
verd. was.
G e t.: Dat was mij bekend.
Pres.: Er zijn verklaringen van ambtenaren,
dat op opmerkingen van verificateurs door den
heer Van Andel geen acht werd geslagen cn
dat stukken van Woerden als spoedeischend
niet werden gecontroleerd.
Get.: Dat is mij niet bekend.
Pres. Het is toch bedenkelijk, dat iemand
door een goeden vriend gecontroleerd woidt.
Get.: Dat is toch niet te voorkomenik
kon toch niet vragen aan Van Andel, toen
hij aan het departement kwam, te breken n\et
E., daar was geen enkele reden voor.
Op een vraag van den verdediger* verklaart
get., dot het centraal magazijn zich irt de
laatste jaren zeer heeft uitgebreid en dat er
beter gesproken kon worden van een inten
dance-werkplaats. Toen E. er kwam in 1912,
was het nog een bescheiden opslagplaats, die
zich tijdens de mobilisatie zeer heeft uitge
breid. Dat heeft een schat van geld gekost,
in 1921 nog een paar ton, alleen voor uitbrei
ding. Organisatorisch en technisch was maj.
E. te Woerden zeer op zijn plaats.
De hoofdcommies van het Dep. van Oor
log J. van Andel, als getuige vervolgons
gehoord, kwam veel bij E. Hij had den in
druk, dat hij op grooter voet leefde dan zijn
salaris toeliet, doch niet dat hij een royaVn
staat voerde.
Pres.: Hebt u met de conti ole, die uw
bureau op Woerden uitoefende, nooit de hand
gelicht
Get.: Integendeel, ik heb opmerkingen al
tijd doorgezonden en aangedikt. W-el heeft
get. raad gegeven aan Woerden, maar steeds
van zuiver comptabelen aard.
De zitting wordt te 12.45 geschorst tot 2
uur.
Na heropening der zitting wordt gehoord
J. Bakker, timmerman bij het centraal maga
zijn te Woerden, die verklaart, dat het niet
mogelijk was in 14 dag-en (het tijdsverloop
tusschen de beide rekeningen) voor zooveel
geld als de rekeningen aangaven, te verwer
ken aan tentbenoodigdhedenhet zou hoog
stens voor 300 a 400 in de week per man
kunnen zijn en get. werkte met drie man.
Voor den majoor particulier heeft get. niet
gewerkt, wel aan zijn rijkswoning.
J. Kiel, eveneens timmerman bij het cen
traal magazijn, verklaart, dat het onmogelijk
is, dat wanneer een houtbestelling van 4500
gedaan is, 14 dagen later weer voor f 5400
hout noodig is. Zooveel kon men onmogelijk
in 14 dagen verwerken. Get. heeft voor den
majoor aon de kajuit van een motorboot, aan
de woonark, aan dc .woning, aan een boeier
enz. gewerkt, in zijn diensturen, zonder dat
hij er belooning voor ontvangen heeft. Daarbij
werd rijksmateriaal en rijksgereedschap ge
bruikt.
Majoor van E. verklaart, dot de get. zeer
goed wist, dat hij den tijd, waarin hij voor
hem werkte, als verzuim moest opgeven,
waarna dit verrekend moest worden. Rijks-
materieel is er rviet gebruikt, alles was in de
boot.
Get. verklaart, dot hij bij het bestellen van
hout wel dc opdracht kreeg te zeggen, dat
het voor den majoor persoonlijk was.
Pres. Dat is één puntmaar u hadt tocK
behooren te zorgen, dat' de werklieden die
voor u werkten van de loonlijst werden afge-*
voerd. U hebt ze laten werken voor Rijkst
rekening.
A. W. Tesser, schilder aan het centraal ma
gazijn, heeft in Rijksdienst een luxe motorboot
van maj. E opgeschilderd met rijksverf. Ook
andere werkzaamheden heeft get. uitgevoerd.
Overuren werden door den majoor betaald,
voor andere uren kreeg hij gewoon zijn rijks-
loon.
De president maakte tot den verd. de op
merking, dat deze dingen niet ten laste zijn
gelegd, doch dat hieruit blijkt, dat verd. geen
onderscheid maakte tusschen de ri.jksbeurs cn
zijn particuliere beurs.
Vérd. meende, dat get. voor de weikzaanv*
heden aan de ark verlof heeft gevraagd.
Get. ontkent dit
M. W. v. d. Pas, bureelambtenaor te Woer*
den, deelt mee, dat Tesser en een -ander. Kam
perman, niet wegens werkzaamheden voor den
majoor van de loonlijst afgevoerd geweest
zijn. Er werd zooveel werk voor den majoor
gedaan aan den auto, de booten, in den tuin,
dat hij er, als hij het had moeten betalen,
voortdurend wel zes ïnan voor had moeten
bezoldigen.
Get. heeft oneenigKeid gehad met bcbl toen
get. zeide, dat de majoor en Sanders na de
mobilisatie wel binnen zouden zijn. Dc ma
joor heeft toen met een klacht gedreigd bij
den officier Van justitie, waarop get. geant
woord heeft, dat hij dan uit zou brengen, dat
er voor honderdduizenden in rekening ge
bracht werd, dat nooit geleverd was. Er werd
bijv. in een paar weken voor T20.0C0 aan
touw besteld.
De maj. B. J. Vcrbruggen heeft eenigc malen
in T925 en 1926 controle uitgeoefend. Het
trof hem dat het kas/boek op duistere wijze
was bijgehouden, dat een groot aantal, 50 a
60 rekeningen niet in het kasboek gebracht
waren en dat hout rek en in gen lot f II
12.000 blijkbaar gesplitst waren om open
bare aanbesteding te ontgaan. Get. heeft toen
in Woerden geinformeerd of er wel openbare
aanbestedingen werden gehouden, waarop men
hem meedeelde, dat dit niet het geval was,
doch dat Wassing alles ondershands' kreeg.
Wassink kon echter over de bedragen geen
inlichtingen geven omdat hij geen boek hield.
Dit waren leveringen waarvoor de goed
keuring van den, Minister noodig was, die
echter niet gevraagd was. De hoeveelheid hout