Stormramp Twente BINNENLAND. FEUILLETON. DE WILDE HERTOGIN Verfwaren - Schoonmaakartikelen A. VAN DE WEG, LangesSraat 23. WILLEM GROENHUIZEN La—tfaat AmB,s,oort 88. jaargang N. 286 jyj g Rg FOO RTSC H DAGBLAD „DE EEMLANDER" TWEEDE BLAD. u r Een telefoontje 131, een brief kaart aan den Kring-commis saris, Nederl. Roode Kruês, Ds. J. Visser, Utrechtscheweg 249 alhier en de kleeding, levens middelen enz. door U beschik baar gesteld voor de zoo ge teisterde bevolking worden afgehaald aan Uw huis en verzonden door de leden der transport-colonne van het Ned. Roode Kruis, alhier. Goud-, Zilver en Uurwerken. Reparatieinrichting. Zatardag 4 Juni t927 Spreken en zwijgen. (Nadruk verboden). De grootste onzer vorsten droeg den bij naam de Zwijger. Het is een eerenaam ge weest, en wijy die over 't algemeen het zwijgen slechts matig op prijs stellen, mogen ons oordeel aan dit waardige voor beeld toetsen. Zwijgers zijn onder ons niet de uitver korenen- Wdj houden meer van het soort, dat gezelligheid aanbrengt door aangename kout. En dit is ons niet kwalijk te nemen1. Wij zijn geen kluizenaars, maar vormen een samenleving en het verbindingsmiddel tus- sdhen den mensch en zijne genooten is nu eenmaal ihet woord. Een wei ruig spraakzaam persoon prikkelt ons. Het is, of hij zich niet houdt aan de algemeene overeenkomst; of hij zich te goed acht of te hoog voor den omgang met zijn omgeving. Hij plaatst zich 'buiten, in eigen oogen zelfs boven de gemeenschap; hij wekt dein schijn, of hij er niet bij hoort en of hij ook als zoodarvig wil worden be handeld. Men vertrouwt hem niet, omdat men geen vreemdeling vertrouwt. Maar als hij een vreemdeling is, wat 'beeft men dan met hem van doen? Hij wil wel de lusten van die gemeenschap aanvaarden, hij wil wel nemen, maar geven wil hij niet. Hij luistert toe, ma§r zelf houdt hij zijn hart gesloten. Een zwijger maakt op ons den indruk hooghartig te zijn. En zelfzuchtig, zonder gemeenschapsgevoel. Maar sterker prikkelt hij ons nog door den schijn, die hij wekt, als zou hij een geheim met zich ronddra gen, waarvoor 'hij zijn omgeving onwaardig keurt De zwijger, veronderstelt men, weet veel meer dan men denkt; hij weet alles, en zijn veelbe teek ervende glimlach verraadt, dat men hem niets op den mouw spelden kan. Stille wateren hebben diepe gTonden. Maar zouden die gronden in werkelijkheid wel zoo diep zijn? Het zwijgen kan een ge makkelijke houding wezen. Men geeft zich niet bloot, men laat anderen praten, en als men na-ar zijn oordeel gevraagd: wordt, haalt men glimlachend de schouder op. Men zou veel kunnen zeggen, maaT men heeft zijn reden om dit niet te doen. Hoe vaak verbloemt zulk een gewichtig zwijgen armoede van geest! Wie niet sterk is moet slim wezen; dit geldt niet alleen lichaamskracht. Er zijn van die slimmeri ken, die hun domheid op deze wijze 'bedek ken- Op den diepen grond van hun stille wateren ligt geen geheim; er ligt niets, hoe genaamd niets. Hun voorname stilzwijgend heid is eenvoudig bedrog, maar hoeveel schrandere koppen loopen er in, en worden het slachtoffer van zulk een tooneelspell Neen, niet steeds 'behoeft „zwijgen" een eerena-am te zijn, Br zijn er, die niet met opzet hun spraakzaamheid bedwingen. Hoe gaarne zouden ze ook hun woordje spreken op hun pas. Hoe benijden ze de gezellige praters, die overal een welkome gast zijn. Maar hun tong wordt gebonden door ver legenheid; als ze zioh verstouten tot een gesprek, kleuren ze tot achter de ooren. ze stotteren en kunnen hun woorden niet vinden. Men luistert niet naaT hen of be spot hein achter hun rug, en met schaamte trekken de ongelukkige slachtoffers van verlegenheid zich na hun mislukte poging in hun stilzwijgen terug. Spreken is zilver, zwijgen is goud. Hun is het eon schrale troost; graag zouden ze hun verdrietige goud voor het 'begeerervs- waardige zilver verruilen. Inderdaad is welbespraaktheid een gave, waarvoor men erkentelijk mag zijn. Alleen; men moet deze gave evenals alle gaven naar den eisoh weten te gebruiken*. Velen onzer misbruiken ze. Spreken op zijn tijd, zwijgen op zijn tijd, is de eisch. En als men spreekt, overwege men zijn woorden. Wel bespraaktheid kenmerkt zich niet door hoe veelheid, maar door hoedanigheid van het gesprokene. Spreken is kiezen; men is te -beter spre ker, naarmate men nauwlettender schift tus-sohen hetgeen men zeggen en hetgeen men verzwijgen moet. De oude Homerus liet zijn 'helden acht geven op hetgeen „het 'bolwerk hunner lippen" overschreed. Onze lippen moeten een bolwerk zijn, met een waakzame wacht daarop. Men heeft het wel over de „sluizen" der wel sprekendheid!; ook dit 'beeld is juist, immers ook sluizen worden als een bolwerk be diend en ibeheerscht. De woordenstroom, die ean de zied ontwelt, moet worden ge kanaliseerd; dammen en dijken moeten hem regelen, aleer hij zich uitstort in de onbe grensde openbaarheid. Regeling, beheersohing, corvtrdle, dit zijn de kenmerken van den mensch, die zioh op de natuur een karakter, een persoonlijk heid, een beschaving heeft veroverd). En d'aarom doet het beheersohte woord' wel dadig aan, terwijl de onbeheerschte spraak zaamheid afstoot en ergert Want het a'l te gekunstelde rwijgeni moge als een bewijs van onechtheid prikkelen, de door geen remmen tegengehouden na tuurdrift van het woord prikkelt nog dui zendmaal erger. Wie ontmoet ze wel niet, die overspraak- zamen, d-ie u in den trein of de wachtkamer onmiddellijk deelgenoot van hun hartsge heimen maken; de flop-uiten, die er hun oordeel maar uitgooien, ofschoon ze dit ter stond weer moeten herroepen; de wauwe- laars, die heel den kostbaren avond door leuteren en die meenen, dat gezelligheid louter bestaat uit een onafgebroken kleppe ren m-et de kaken. De zwets ers en lasteraars, fraseurs en débat-maniakken, kortom al de verschil lend-a schekeeringen van het veelpraterdom moesten zich de gewoonte kunnen gaan eigesn maken, hun woorden te wegen alsof spreken werkelijk zilver ware. Zilver strooit men niet te grabbel; men is er zuinig op en geeft het slechts uit, als het nut doet. Het woord is het edelste wat wij men- schen (bezitten; de spraak is het die ons van het dier onderscheidt. Vergeten wij onzen adeldom niet, wanneer wij deze kos telijkste gave in het slijk treden, als ware zij een waardeloos vod? Slechts wie het spreken als zilver beha-ndelt, zal het zwij gen els goud zien glanzen. H. G. CANNEGIBTER. UIT DE STAATSCOURANT. Opnieuw benoemd tot lid van het college van curatoren der technische hoogeschool te Delft mgT. dr. W. H. Nolens op verzoek eervol ontslagen mej. M. \an Neck, leerares aan de R.H..B.S. tc Middel- harnis benoemd tot lector aan de Rijksuniversiteit te Leiden in de faculteit der letteren en wijs begeerte, om onderwijs te geven in dc Soen- dancesche taal R. A. Kern te Leiden op verzoek eervol ontslagen met dankbetui ging voor de belangrijke bewezen diensten dr. H. Zwaardemaker, gewoon hoogleeraar aan de Rijksuniversiteit te Utrecht benoemd tot officier in de Oranje-Nasseu- orde H. J. C. C. Golt te 's Gravenhage, in specteur der posterijen en telegrafie in alge- meenen dienst, aan wicn op verzoek eervol ontslag als zoodanig is verleend, onder dank betuiging voor de bewezen diensten. benoemd tot notaris te Franeker: mr, K. Bijlsma, candidaot-notaris, advocaat en procu reur, te Amsterdam; te t Zond: G. Elzer, thans notaris te Lem mer; te Ginneken en Bavcl: G. H Beker, thans notairs te Ekhuizen; benoemd tot kontonrechter-plaatsvervangcr in het kanton Ridderkerk P. Tas, notaris en J. W. Klein, burgemeester van Ridderkerk; toegekend de zilveren eeremedaille dei Oranje Nassau-orde aan C. H. A. Keimling, Alcohol neemt olies en geeft niets. Uit het Duitsch dooi ERNST KLEIN Geautoriseerde vertaling van L DITHMARINE. 4 „Nu?" herhaalde zij, „u hebt mijn vraag nog niet beantwoord I Als ik u die tweedui zend pond zou geven „Ik geef u mijn eerewoord, dat ik „O, daaraan heb ik nooit getwijfeld", glim lachte de betooverende vrouw, „mijn vraag wil wat anders. Tweeduizend pond is een som geld voor een uur van mijn leven in ieder geval te veel. Als wij u het niettegen staande alles geven, hopen wij, het op goede manier te beleggen. Mijnheer Wood wij kunnen een man als u zeer goed gebruiken. James Wood grinnikte. „Ik zou er zeker altijd naast trappen." „U als croupier I Maar maar een crou pier voor tweeduizend pond Neen, mijnheer, u moet andere diensten verrichten, die een meer hoogstaand man eischen. Wilt u ,^k ben hcloas niet in een toestand dat ik, zooals de dolende ridders der oude tijden, de schoone vrouwen tot sluier kan dienen. „De diensten, die wij van u vragen, zijn ook in het geheel niet romantisch van aard. Zij zijn zeer michter en dikwijls niet zonder gevaar. Maar zij worden goed betaald. Wilt „Hm madame I Hoewel ik niet graag aan de zoogenaamde betere tijden terugdenk, zijn er toch nog ideeën en opvattingen in mij die, hue ruim zij ook mogen lijken, toch een grens trekken om mijn dienstvaardigheid voor u." Madame Leonie glimlachte. Madame Leonic stond van den ottomane op. „Aristides," zeide zij, „ga naar het kantooi er. haal het geld I" Wederom flitsten hun blikken elkander aai» En de man, wiens woede zij even tevoren nog in bedwang moest houden, glimlachte evenals zij Glimlachte en verliet de kamer. James Wood verhief zich langzaam. Wat dhivel wilden die twee nu opeens Dat glim* Lechen der vrouwNu, hij zou het wel zien Zij stond voor den spiegel en schikte haai haar. Hij trad nader en legde langzaam zijn handen op haar schouders. Kostelijk zacht was de huid, die zijn vingers aanraakten. Jn den spiegel vonden hun oogen elkaar^ Honderden kabouters dansten daarin. Met de gracieuse lenigheid van een kat g'.eed zij weg. Spottend parelde haar lach. „Ik heb alleen uwe diensten noodig, mijn heer, als zakenvrouw." James Wood beet de lippen op-een. Zij ging voor hem staan en zag hem mei een scheefgetrokken hoofd aan. „Zoudt gij, als een zoo verstandig man niet gemerkt hebben, dat, onder al mijn deugden de trouw vooraan staat „Trouw „Be ben toch ook hierin van uwe discretie verzekerd „Zonder twijfel." „Tegen iedereen?" RECLAMES. Van 14 regels 4.05, elke regel meer 1.— waarnemend opzichter Ie klasse bij den aan maak en aankoop van den dienst der zoutregie in Ncd.-Indië; benoemd tot burgemeester van Sappcmeer A Jonkeren met toekenning van eervol ontslag als burgemeester van Termunten; tot burge meester von Sleen mr. G. A Bontekoe; zijn aangewezen in de enkelvoudige Kamer voor de behandeling van burgerlijke kinderza ken, tevens belast met de behandeling van kin derstrafzaken van de arrondissements-recht- bank: te Alkmaar tot plaatsvervangend lid mr. A. M. Ledebocr en mr. J. Krabbe, beiden rechter; te Zupthen tot plaatsvervangend lid mr. W. H. van Bosten Batenburg, rechter. PRINCES JULIANA AAN DE LEIDSCHE UNIVERSITEIT. H. K. H. wordt lid van de meisjes- studcntcnvcrccniging. Onze correspondent te Leiden meldt ons Naar wij vernemen zal prinses Juliana, die mc-t ingang van den nieuwen cursus aan de Leidsche universiteit komt studeeren toetreden als lid van de ve ceniging voor vrouwelijke studenten te Leiden en zal zij ook zoo nu en dar» het clublokaa. dei meisjesstudenten in het Nutsgcbouw bezoeken. DE COMMISSIE TOT HERZIENING DER SCHIPPERSWET. Bij ministcriecle beschikking ont bonden. Naar wij vernemen, heeft de Minister van Waterstaat dezer dagen de op 22 Jnnuari 1912 door den Minister van Landbouw, Nijverheid en Handel ingestelde commissie, aan welke was opgedragen te onderzoeken in hoeverre de schipperswet van 1907 wijziging behoefde, ont bonden. Dit besluit staat, naar wij verder, vernemen, in verband met hetgeen in de Tweede Kamer bij de behandeling van de begrooting van Waterstaat, voor het jaar 1927 ten aanzien van de Schipperswet is opgemerkt. HR. MS. SUMATRA. f Te Soerobaja aangekomen. Blijkens bij het departement van Marine ont vangen telegram is Hr Ms Sumatra I Juni te Socrabajo aangekomen. DE KRUISER MEMPHIS. De oorzaak van het vervroegd vertrek. Nader wordt vernomen dot het vervroegde vertrek van de „Memphis" uit Rotterdam hierdoor veroorzaakt wordt, doordat deze Amerikaanschc kruiser bestemd is om dei Oceaanvlieger Lindbergh naar Amerika terug te brengen. Het schip gaat van Rotterdam naar Cher- bourgh. UITVOER VAN LEVEND VE£. Zijn de hoogc kcurlooncn een belemmering Door den heer Lccnstra zijn aan den Minis ter van Binncplandsche Zaken en Landbouw de volgende vragen gesteld: Heeft de Minister kennis genomen van de klachten, dat dc bestaande hooge kéurloonen nog steeds een belemmering vormen voor der» uitvoer van levend vee Is de Minister bereid, nu er cenigc opleving schijnt te komen in den uitvoer, dezen export zoo krachtig mogelijk te bevorderen, o a. dooi de keurloonen tot de werkelijke kosten terug tc brengen Radio-programma. Zondag 5 Juni. Daventry, 1600 M. Zie Londen, behalve om 9.15 Oproep ten bate van de Factory Girls Holiday Fund. Hilversum, 1050 M. 8 30—9.30 R.K. Morgenwijding. Caecilia- kwartet, de dames M. Hiller-Höhnc en I Nes- vadba, sopraan, de dames C. Pocderbach en J Bartelsman, alt, de heeren G. Visser, tenor. W. v. Tulder, bos, o.l.v. Mej. A van Rooyen. 1 002.30 Kamermuziekmiddag door hct Haydn-kwortet. P. Kramer, le viool. A. de Groot, 2e viool. H. v. d. Bosch, alt-viool. H. J. Lysen, cello. Allen leden van hct Concert- gebouw-quartet. Tusschen de nummers trede:, de leden van het kwartet solistisch op. 2.30 Middagconcert in Artis, Amsterdam. Het muziekcorps van het 5e Reg. Inf. te Amers foort Dirigent: W. v d. Glos. 6.45 Avonddienst van den V.P.R.O., uitge zonden uit het gebouw von den N.P.B. Spie ker: Ds. F. W. J. v. d Poel (Tiel). Onderwerp: Wij hebben niet ontvangen don geest der we reld, maar den geest dit uit God is (1 Cor 2 12, le gedMuzikale medewerking van: Margot Spoel, den Haag; Ferd. Klcck, Orgel. V P.R O.-koor o. 1. v. Ferd. Kloek 800 Persbericht en sportuitslagen. 8.10 Symphonic Conceit door het A. N. R O -symphonie-orkest, o. 1. v. Willem v. War- melo, met medew. van Bussumsch capclla koor. Dir. A. G. v. d. Voort. Langenbcrg, 469 M. 7 50—9.20 Pinksterconcert in Remscheid. Choral. 9.20—10.20 Kathol. Morgenwijding. 11.2011.35 Een kwartiertje over Goethe 12.20—1.20 Karl Röttgcr leest uit eigen ge dichten voor. Gedichten aon dc lente en voot Pinkster. Legenren. a. Das Wimder. b Legendt» von der schonen Torheit. Uit Kindheit, Gott und Wundcr. 1.20—2.20 Groot Pinksterconcert. Werag- orkest en -koor. 2.50—3.20 Radiopraatje. 3.20—3.50 Schoakles. 5.506.50 Concert door het Meideriche» Solokwartet. 6 50—7.20 Voorlezing van dc novelle Die rotgefarbte JcngTrau. 7.40—9.05 Lezing Deutsche Humoristen der Neuzeit. 8.50 De Troubadour, opera in 4 actcn van Verdi. Daarna tot 12.20 Dansmuziek. Londen, 361,4 M. 3.50 Koor- en orkestconcert. Het Wireless mannenkoor en het Railway Clearing Houso mannenkoor. Symphonie-orkest. 4 35 Vertellingen uit het Ou^e Testament- Absolom. II Samuel. Chopt. XV1H. 4.40 Concert (vervolg). 5.20 British Legion Memorial Service. Uit gezonden van af de Cenotoph. 5.40—5.55. Lezing: Cruising among the connibals. 6 508.05. Dienst in de St. Cuthbert's Pa- rishkerk in Edinburgh. 8.20. Schotsche Psalmen in dichtmaat, geari en ingeleid door Sir. R. Terry Het Wireless- koor. 9.15. Oproep ten bate van het University College Hospitaal. 9.2Ö Weerbericht, nieuws. 9.35. Het Grond Hotel Eastbourne orkest en Albert Sandler. Parijs (Radio), 1750 M. 12.20—1.05. Gewijde muziek. Gemengd koor. Godsdienstige causerie Daarnainlich tingen. I.05—2.20 Concert georganiseerd door La Pnrisiennc Edition. 5.05. Concert door de Homonyme Jazz. 8.35. Mededeelingen. 8 50. Jazz-muziek door Mario Cozes en zijn orkest. In cU oauzes persberichten. Maondog 6 Juni. Daventry, 1600 M. II.20. Daventry-kwartet cn M. Antonsa, so praan Ch. Hedges, tenor. D. Hogben, piano. 12.05. De Cork Volunteers prize band. 12.20. Concert .(vervolg). 1.20.-2.2Q, 3.20—12 20. Zie Londen. Hilversum, 1050 M. 9.50. Dienst in de Nieuwe Kerk te Utrecht. 12.00. Politiebericht. T2.35—2.00. Limchmuziek uit restaurant Trianon te Amsterdam 2.30—4.30. Tweede Zangmiddog van Ons Hollandsch Lied, o. 1. v. J. D. v Ramshorst, bas. Mevr. A. v. Ramshorst, mezzo-sopraan „Tegen iedereen ..Ook tegen Sperazzi „Ook tegen Sperazzi." „Ik ben in het geheel niet zijn zuster, maa» zijn vrouw." Tien minuten later ging een stil vergenoeg* de, zacht voor zich heen fluitende jongcmai de marmeren trap van het Maison Astarte al Hij droeg een zeer elegante smoking in welks borstzak een dik pakket goede Engelsche hon- dprdpond noten «tak. Onderaan de trap stond Ibrahim, het brecdc, glanzende gezicht één en al vraagteeken. „Gij leeft, Heer Goddank I" riep hij. „Ik leef cn ik 'betaal. Vijf procent, zooals afgesproken was." James Wood telde uit het dikke pak tien ljanknotcn cn drukte ze in dc hand van den neger. Hij sperde de oogen wa genwijd open cn staarde nu eens het geld en dan weer den man aan, die het hem gaf. Deze lachte. „Valt het je tegen, brave Ibrahim Het spijt me, maar ik heb niet meer gewonnen Tweeduizend pond I Vijf procent maakt hon derd pond. Je ziet, de eene gentleman 'houdt den ander aan zijn woord. Zoo, geef mij nu mijn jas I" V. James Wood was gewoon vroeg op te staan Ais de zon door het raam van zijn slaapkamer scheen, moest hij opstaan en het open maken Het deed er niet toe, hoe hij den afgelooper. nacht doorgebracht had. Als de nacht voorbij was, stond hij met de eerste zonnestralen op uit hct warme bed en nam een koud bad Hierop volgde een uur fanatieke gymnastische oefeningen en tot slot een uitgebreid ontbijt Zelfs zeer uitgebreid. Liefst begon (hij den dag met een halfpond biefstuk. De drie eerste nummers van het programma waren vervuld bad, gymnastic en ontbijt James Wood begon aan het vierde, niet het minst interessant zijn toilet. Een groote keus had hij niet, want zijn laatste groote garderebekoffer had hij met inhoud in Algiers verspeeld maar een bescheiden rest van den vroegeren grooten staat was er nog Twee, drie colberts, twee dozijn dossen. Als zijn toilet ten einde was kon James Wood zich overgeven aan het genoegen dot hij zich zelf beloofd had in hct eerste oogenblik, toen hij de oogen opensloeg. Hij zette zich aan taf©' en telde zijn geld. Hij wist wel dot het predek negentienhonderd pond waren. In den nacht zouden het niet meer en niet minder gewor den zijn. Negentienhonderd I Alles in mooie honderdpondsbankbiljetten I Alles in mooie aristocratische banknoten, niet zooals die be duimelde lapjes waarmee hij gisteravond zijr» strijd tegen het noodlot gevoerd had. Maar het was zulk een groot genoegen, te tellen een twee drie vier. Toekomstplannen begonnen op te dagen Nevelig, nog nauwelijks kenbaar, nog vóór zij een vaste gedaante aangenomen hadden gin gen zij weer over in anderen. Vlogen achter en door elkaar heen als wolken die door den overmoedigen stormwind voortgezweept wer den. Die storm was de levensvreugd van Ja mes Wood, zijn ongebreidelde lust in het be staan Negentienhonderd pond I Eigenlijk toch eei. armzalig beetje geld I Hij had reeds meer, vee. meer uitgegeven. Maar toch dit was een nstpunt naar het constante bergaf gedurende een jaar. Hij kon ademhalen. Kon nadenken Over alle nevelgedaanten heen stond zijn ver stand voor hem opHij kon niet alleen uit rusten. Hij kon geheel stil houden. Iets anders beginnen. Maar wat dan Wat James Wood moest over zichzelf glimla chen. Hij iets beginnen Een solide, bur gerlijk leven Een winkel vooi heerenmode beginnen Zich aanbieden als handelaar in schrijfmachines of in ringen voor eksteroogen? Wat anders wat? Het noodlot gaf hem antwoord op zijn vraag. Er werd geklopt aan de deur van zijn kamer. Hij legde het geld zorgvuldig bij elkaar en schoof het. zonder zich te haasten in zijn zak. trok het gordijn voor het onopgemaakte bed dicht en riep „Binnen V' Keurig gekleed in een smetteloos shantung- pak trad Aristides Sperazzi binnen cn niet tegenstaande het vroege ochtenduur had hij reeds een zwarte havanna in zijn mondhoek „Het is een gunstige ochtendwind, die er in de kamer blaast I" lachte James Wood. Met den vriendelijkstcn glimlach beant woordde de Oosterling den groet, liet zich met veel gratie in de kleine fauteuil vallen, die in al zijn voegen kraakte en. zog met een soort vaderlijke sluwheid den jongen man uon. „Waarom gelooft u, mijn beste Wood, dot ik hier benEn zoo vroeg in den ochtend Mijn beste Wood? Hm welk een vertrou welijkheid I Dat was niet erg naar zijn zin, maar toch aanvaardde hij het met een toe stemmenden hoofdknik. „U hebt ingezien dat ik mijn leven te laag -y..erT>nt heb, cn u brengt mij nog duizend pond." (Wordt vervolgd.)

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1927 | | pagina 5