BINNENLAND.
25eJaarg.„gNo 294 AfvlERSFOORTSCH DAGBLAD „DE EEMLANDER"
DE TWAALFDE PROVINCIE
DE ZUIDERZEEWERKEN
JEN MILLIOENEN-
WERK
ER MOET MEER
LAND KOMEN
Woensdag
f5 Juni 11927
IN VOLLE ZEE EEN EILAND
De Staatsbedrijven schijnen dan laatsten tijd
in te gaan zien de beteekenis Yan een nauw
contact met de pers. Eenige weken geleden
■varen de vertegenwoordigers van de Neder»
londsche bladen de gasten van het Postbedrijf
op Kootwijk, en thans, nu enkele dogen gele-
L-n, richtte de directie van de Zuiderzeewer-
:n tot de pers de uitnoodiglng, om eens ken
nis te komen nemen van den stand dor werk-
mheden. Wij voor ons verheugen ons ten
?crste in dit contact. Het heeft ongetwijfeld
zijn uitnemende zijden, al was het alleen
reeds deze, dat het publiek kan kennis nemen
van alles wr.t de Staatsbedrijven presteeren en
produceeren. Dat kan niet anders zijn, dan in
I voordeel van die bedrijven zelf. Wij ver
heugen ons er des te méér in, omdat nu de di~
r die van een der grootste werken zoo niet
kt grootste die ooit door Nederlanders
jn uitgevoerd, zeer klaarblijkelijk heeft prijs
deld op een nauwe samenwerking met de
zbladpers, om door haar bemiddeling ons
hnd geregeld op de hoogte te houden van den
and van zaken bij de drooglegging der Zui
derzee.
Wij meenden deze algemeene opmerkingen
in dit artikel te moten laten vooraf gaan aan
d' behandeling van het eigenlijke onderwerp.
EEN BELANGRIJK WERK
De droogmaking der Zuiderzee.
Zoo er ooit in ons land een belangrijk werk
is aangevangen, dan is het toch ongetwijfeld
dit. Het is waar, de Hollanders hebben de be.
wondering van heel de wereld gaande gemaakt
door hun strijd tegen het water, en door de
wijze waarop zij de oppervlakte van hun land
steeds vergrooten, door telkens weer opnieuw
?rond op het water te veroveren. De kroon op
dat werk was de drooglegging van de Haar
lemmermeer, over welk werk de gehcele be
schaafde wereld met respect heeft gesproken.
Maar daarmee was de Hollandsche onderne
mingslust nog niet ten einde. Er werd een be-
frig oog geslagen op de groote oppervlakten
grond, die den bodem vormen van de Zuider
zee. En de idee werd geopperd, om ook hier
den erfvijand te verdrijven. Aan dit plan, in
hm eind van de vorige eeuw opgekomen, zal
di naam van Lely onverbrekelijk verbonden
blijven. Hij, de geniale waterstaatkundige, liet
h -t niet bij chimères. Hij maakte een vast om
lijnd plan, dat zoozeer welgefundeerd en door
dacht bleek, dat het nu behoudens enkele
wijzigingen van ondergeschikten aard wordt
uitgovoerdl Er is wel eens gezegd, dat lauw
heid en lakschheid de oorzaken zijn, dat het
zoo lang heeft stil gelegen. Veeleer zullen het
echter motieven van economischen aard zijn
geweest. Het plan werd ingediend in een tijd,
toen ons land een hevige crisis op het gebied
van den landbouw doormaakte. Die crisis werd
opgelost door een grootere intensiveering van
den landbouw, zoodat voor een uitbreiding van
d cultuurgronden geen aanleiding bleek. Op
de bestaande oppervlakte was een verhoogde
pi oductie zeer wel mogelijk.
Maar langzamerhand kwam er voor ons
landbouwbedrijf toch behoefte aan meer
srond, een behoefte, die in de jaren omstreeks
het einde van den oorlog, dus in 1918, zich
meer en meer deed gevoelen. Dat werd oor
zaak, dat de plannen tot droogmaking van de
Zuiderzee weer werden afgestoft, en ter hand
genomen; en dat in 1918 de Staten-Generaal
het besluit namen, om met dit grootste werk,
dnt Neerland's geschiedenis ooit gekend heeft,
de drooglegging van een binnenzee, een aan
vang te maken.
DUIZELINGWEKKENDE
CIJFERS
Het is hier de plaats, om in breede lijnen
iets te vertellen over de plannen zelf. Deze zijn
te onderscheiden in twee af deelingen: le de
afsluiting der Zuiderzee; 2e. het inpolderen
van gedeelten der afgesloten oppervlakte. Wat
de afsluiting aangaat, weet men, dat er een
groote dijk komt van het eiland Wieringen
naar de Friesche kust, bij het dorpje Zurich-
Als die dijk er is, is de Zuiderzee afgesloten.
Wij spraken van het „eiland Wieringen". Maar
dut is al geschiedenis. Wieringen is geen
iland meer. Het allereerste begin van de wer-
!ei\ is geweest het leggen van een dam door
het Amsteldiep, waardoor Wieringen met den
vasten wal van Noord-Holland werd verbon
den. Die inspannende arbeid is echter al be
ëindigd, en de groote waterweg van de Noord
zee naar Amsterdam van" vroeger eeuwen, hij
bestaat niet meer. Van Ewijksluis naar Wie
ringen rijden nu de vrachtauto's. Daarover
verderop echter meer.
De zee wordt dus afgesloten met een groo-
ten dijk van Ewijksluis via Wieringen naar Zu
rich. Van dezen 40 K.M. langen dijk ligt dus al
4 K.M. van den vosten wal naar Wiringen.
Op de afgesloten zee monden echter IJssel,
Vecht en het IJ uit, en de omliggende landen
Lubben hun afwatering op zee, zoodat er gele
genheid moet zijn, een te veel aan water on
danks de afsluiting te loozen. Daarvoor wor
den in den dijk uitwateringssluizen gebouwd,
drie groepen van 5 nabij den oostpunt van
Wieringen, en 2 groepen van 5 op het Korn-
werderzand ,4 K.M. uit de kust von Friesland.
En in combinoiie mot die uitwateringssluizen
worden dan tegelijkertijd sluizen voor de
scheepvaart gemaakt. In de Zuiderzee zal dus
door de afdijking na verloop van tijd zoet wa
ter komen, en dot is juist een van de ontzag
lijke voordeelen van den ondernomen arbeid.
Want nu zullen in de toekomst Noord-Holland
en Friesland in tijden van droogte voorzien
kunnen worden van zoet water, welke moge
lijkheid thans niet bestaat. Wanneer wij enkelo
cijfers noemen, hopen we hartelijk, dat 't den
lezers niet zal gaan duizelen. Maar dat zoet
water-voordeel wordt geschat op een kapitaal-
waarde van TOO millioenl Dc overige voor
deelen, voor zoover in geld waardeerbaar,
worden geraamd op 17 millioen. Daar staan
tegenover de kosten van de afsluiting, 90
millioen, en eenige tientallen millioenen voor
maatregelen in belang van 's lands defensie
en van de vlsscherij. Op grond van deze glo
bale ramingen oordeelde de regeering het in
1918 economisch verantwoord om tot dit werk
te besluiten, en om de afsluiting der Zuider
zee te beschouwen als een werk op zich
zelf. Dat beteekent dus, dat later de poldeis
niet zullen worden belast met de kosten van de
afsluiting.
RUIM 200.000 H.A. NIEUW
LAND
De Zuiderzee kan natuurlijk, als de afsluit
dijk er ligt niet geheel worden drooggemaakt.
Er moet natuurlijk een waterberging overblij
ven, en een weg voor de scheepvaart. Daar
voor heeft men genomen de diepste gedeelten,
en die stuleken, die den minst vruchtbaren bo
dem hebben .En zoo zullen we dan krijgen
een polder tusschen Wieringen en de Noord-
Hol landsche kust, waartoe de Wieringermeer
wordt drooggelegd; een noordoostelijken pol
der, tegen de Friesche en Overijsselsche kust
aan; en twee zuidwestelijke polders, in tweeën
geknipt, om een waterweg voor Amsterdam
open te houden. Alzoo vier polders, met een
gezamenlijke oppervlakte van 224.000
H.A. (zie het kaartje.)
Even ter vergelijkingde Haarlemmermeer
is ongeveer even groot als de Wieringermeer-
polder alléén!
Wij krijgen hier te doen met echte droog
makerijen. Eerst worden dus dijken gemaakt,
en dan wordt het water binnen die dijken weg-
gemalen, zoodat er een diepe put overblijft,
waarvan de bodem de voormalige zeebodem is.
Als die putten droog zijn, worden er langs de
kust ringkanalen voor de afwatering gegraven,
en natuurlijk ook voor de scheepvaart. En dan
pas kunnen beginnen de werkzaamheden voor
het in cultuur brengen van de gewonnen gron
den. De kosten van het maken dezer 4 polders
zijn begroot op 365 millioen. De grond is na
tuurlijk verzilt, er ontbreekt in het noodige
bacterieleven, en is dus niet direkt voor den
landbouw geschikt. Dat moet langzamerhand
komen. Voor de lichtere gronden gaat het
vlugger dan voor de zwaardere; als maximum
wordt er 7 jaar voor gerekend, en als voor-
loopige opbrengst der gronden tijdens het cul-
tuurrijp maken verwacht men een som van
95 millioen. Er ontstaat echter een geweldig
kapitaal aan grond na de droogmaking, waar
van het Zuiderzeefonds (dat geheel het werk
financiert) rento zal moeten betalen. Die ren
te wordt geschat op 184 millioen. De reken
som is dus al heel eenvoudig: als de gronden
in de polders cultuurrijp zijn, is er in totaal uit
gegeven 365 plus 184 min 95 millioen, is 454
millioen. Het spreekt vanzelf, dat deze cijfers
alléén dienen, om eenigen indruk te krijgen van
don omvang van het werk. Vóórop staat de eco
nomische noodzaakde behoefte aan méér
goeden cultuurgrond.
OVER 7 JAAR/
In 1920 Is aan het eerste werk begonnen: de
onderbouw van den afsluitdijk in het Amstel
diep. De naoorlogsche crisis echter maakte,
dat niet met volle kracht kon worden voortge»
werkt. Alleen zou worden afgemaakt waarmee
men bezig was. Men bepaalde zich daarom tot
den omringdijk van de sluisput bij Wieringen.
en tot het verhoogen van de dijken aan den
noordkant van Wieringen. In 1925 kwam de re
geering tot de conclusie, dat het een evident be
lang was, om weer met volle kracht door te
gaan. Besloten werd toen tot het uitvoeren van
den afsluitdijk, en het maken van den Noord-
westelijken polder. Men gaf dus toe aan den
drang om zoo spoedig mogelijk land te krijgen.
De tijd, noodig om den afsluitdijk tc maken,
wordt geschat op 8 jaar, dien voor den Wie
ringermeer op 7 jaar.
NAAR WIERINGEN
Wij zijn onzen tocht aangevangen te Ewyk-
sluis, waar feitelijk het begin der werkzaam
heden kan worden aanschouwd. Daar namelijk
werd eenige jaren geleden een aanvang ge
maakt met het leggen van den dijk naar Wie
ringen, waardoor het Amsteldiep werd afgeslo
ten. Vóór dion moest er evenwel nog iets an
ders gebeuren. In verband met de drooglegging
van de Wieringermeer zullen de polders in
Noord-Holland, en met name de Anna Polow-
na-polder, hun afwatering op de zee kwijt ra
ken, terwijl tevens een scheepvaartweg moest
blijven bestaan. Daarom werd van Ewyksluis in
noordelijke richting langs de kust een kanaal
gegraven, dat even bezuiden de haven van
Den Helder in zee uitmondt. Dit kanaal moest
worden gegraven buiten den bestaanden zee
dijk, omdat daarbinnen belangrijke onteigenin
gen de zaak nog veel duurder zouden hebben
gemaakt. De vaart, die een behoorlijke breedte
heeft, loopt dus buiten den oorspronkelijken
zeedijk, maar moest aan den aqdcren oever
door een nieuwe wering tegen de zee be
schermd worden. Deze nieuwe dijk, die alzoo
even ten Zuiden van Helder begint, buigt bij
Ewyksluis links af, en vormt dan de pas tot
stand gebrachte verbinding door het Amstel
diep met Wieringen. Op deze plaats maakten
wij voor het eerst kennis met het zoogenaamde
Een kaartje van de nieuwe „Zuiderzeeprovincic", den
afsluitdijk en de vier droog te maken polders.
keileem, een substantie, die in den loop van dit
artikel nog wel eens meer op de proppen zal
komen. Het is, zooals de naam al aangeeft, een
leemachtige stof, die op den bodem der Zuider
zee op verschillende plaatsen in groote hoe
veelheden wordt aangetroffen. Zij heeft dc
eigenschap, dat zij, aan de lucht blootgesteld,
na eenigen tijd keihard wordt, en is daardooi
een buitengewoon geschikt materiaal om er
de zware Zuiderzecdijken van op te bouwen.
Men veronderstelt, dat het de eindmoraine is
van dc ijstijdgletschers, die achterbleef, toen
do ijsmassa's langzamerhand terugtrokken
Hoe dit zij, het aanwezig zijn van het keileem
is een buitengemeen gelukkige omstandigheid
geweest voor de leiding der Zuiderzeewerken,
daar men zonder dat nog voor heel andere
vraagstukken had gestaan. De dijk van den
vasten wal naar Wieringen is boven water voor
een groot deel uit deze substantie opgebouwd,
aan de zeezijde verzwaard met de bekende ba
saltblokken. En zoo zal het ook gaan met den
dijk van Wieringen naar Friesland. De grond,
die door groote baggermachines elders van
den zeebodem wordt opgehaald, wordt op deze
plaats weer gestort, en vormt alzoo het onder-,
water-gedeelte van den dijk. Daarover echter
later meer.
Over den dijk naar Wieringen komt, als de
zaak klaar is, de spoorlijn van Holland naar
Friesland te loopen. De lijn passeert dan het
eiland in dc lengterichting en zal zich ver
volgens voortzetten over den nieuwen dijk
naar Friesland. He; eiland zelf heeft een hoog
gedeelte (in het Westen) en een laag (in het
Oosten). In het hooge deel is de baan voor
de spoorlijn -uitgegraven, en de daardoor over
gekomen grond dient ook al weer ter verzwa
ring van de dijken.
Het eigenlijke centrum van de werkzaamhe
den ligt thans op en tegen de oostpunt van
Wieringen. Daar is een werkhaven gegraven,
daar wordt een aanvang gemaakt met den dijk
naar Friesland, daar bevinden zich de directie-;
gebouwen en de werkplaatsen, en daar is de
groote put voor de aan te leggen sluiswerken
bij het eiland.
DE SLUISPUT BIJ
WIERINGEN
Deze sluisput, zooals zij populair genoemd
wordt, is een machtig interessant gedeelte van
dit grootsch© werk. Even ten Zuiden van Wie»
ringen's oostpunt heeft men het vorige jaar
een stuk zee afgedamd. Dot wil zeggen, men
heeft in het zeewater rondom een bepaalde
oppervlakte een dam gelegd, en toen deze
overal aansloot, het water binnen den dam
weggepompt, zoodat er een groote kom over
bleef. Over die grootte kan men eenigszins
oordeelen, als men weet, dat de ringdijk erom
heen ruim 3 Vx K.M lang is, alzoo drie kwartier
gaans. Op den bodem van die put, dat is dus
de oorspronkelijke zeebodem, worden thans de
fundamenten gelegd voor de groepen uitwate
ringssluizen. Die fundamenten komen tc leggen
niet op, doch in den bodem, die daartoe
machinaal met eer. z.g. escalateur wordt uit
gegraven. In die uitgraving legt men dan een
groote betonnen plaat, en daarop worden do
sluismuren gebouwd. De betonplaat wordt dus
de bodem van de sluiskolk. Zoo komen er drie
slirisgroepen naast elkaar, en in een soort
uitbouw van de put, de sluizen voor de scheep
vaart. In de put zelf is het een groote bedrij
vigheid. Daar liggen kris kras spoorlijntjes
door elkaar, langs welke de grond, die uitge
graven wordt, naar de werkhaven wordt ge
transporteerd, om vandaar per schuit vervoerd
te worden naar andere plaatsen. Van de haven
naar de put rijden treinen met grind en andere
samenstellende stoffen voor het beton. Deze
put overigens heeft de arbeidersbevolking lan
gen tijd voorzien van voedsel, want toen zij
werd drooggemalen bleef er voor vele weken
kostelijke visch op den bodem achter
EEN EILAND IN ZEE
Een schitterende tocht over de zee was het
besluit van deze excursie. De boot voerde het
gezelschap journalisten in de as van den ge-
projecteerden dijk dwars over de zee naar de
tweede sluisput, die wordt gemaakt op 4 K.M
afstand van de Friesche kust. Langen tijd za
gen wij niet anders dan lucht en water, maar
langzamerhand vertoonden zich achter den ho
rizon rookpluimen, afkomstig van baggerma
chines, die op verschillende plaatsen liggen to
baggeren. Zij storten den grond in lange schui
ten, die een V-vorm hebben, en die den grond
naar de put brengen. Eindelijk zien we land,
en dan komt de groote verrassing: hier
wordt land gemaakt. Op een bepaal
de plek in zee is men op een goeden dag be
gonnen mét het siorten van grond in een
groot carré de dijk van de put. Toen de voet
van den dijk, staande op den zeebodem, lang
zamerhand de oppervlakte begon te naderen,
heeft men hem verzwaard met keien, en er ver
volgens zinkstukken van rijshout op laten zin
ken. En daarop wordt de dijk verder opge
bouwd. Langs drie zijden van de toekomstige
put ligt de dijk al een eindje boven water; op
het hoogste gedeelte staat zelfs al een werk
plaats 1 Een buitengewoon interessant werk is
dot hier. Van alle kanten komen sleepbooten
aan met achter zich schuiten met grond en
keileem. Ze varen de kom binnen, en dan wor
den de sduriten leeggezogen: in de schuit wordt
water gespoten, en de met water vermengde
inhoud wordt opgezogen, en via een lange
buisleiding op den dijk gespoten daar waar
het noodig is. Het water loopt dan weg, en dc
grond blijft liggen. Zoo verplaatst men in een
half uur tijds 300 kub. Meter grond I Het be
hoeft dus geen betoog, dat er uiterst snel wordt
gewerkt. Als de omdijking geheel voltooid is,
wordt ook deze kom leeggezogen, en dan ligt
er op 4 K.M. buiten de Friesche kust, midden
in zee, een stuk zeebodem droog, waar men in
drie kwartier omheen kan wandelen over een
hoogen ringdijk. Dat is nog eens waterbouw
kunde van den eersten rang, die terecht inter
nationale bewondering heeft afgedwongen f
WAT KOMEN GAAT
Het eerstvolger.de werk zal zijn het ver
binden door een dijk van deze sluisput met den
Fricschen wal, opdat men over dezen dijk do
materialen kan aanvoeren voor den sluisbouw.
En dan komt het grootste werk het leggen
van den grooten afsluitdijk tusschen Wieringen
en deze sluisput, waardoor de Zuiderzee dus
zal worden tot een binnenmeer. Hoeveel daar
aan vastzit zal men, na de bovenstaande uit
eenzettingen, licht kunnen bevroeden. Men stelt
zich den gang van zaken aldus voor, dat men
begint met in het midden van den afstand, dus
■ongeveer 16 K.M. buiten Wieringen, een steun
punt te maken. Vervolgens komen er tus
schen dat steunpunt en Wieringen, en tusschen
het punt en de sluisput bij Friesland ook steun
punten, en zoo gaat men dan naar elkaar too
werken, tot eindelijk de heelc dijk er staat.
Maar eer het zoover is, zullen er nog heel wat
moeilijkheden konvn kijken I Want het spreekt
vanzelf, dat, hoe kleiner de opening wordt, die
nog open is, hoe sneller de stroom wordt, die
door deze opening stroomt. Men rekent, dot
op het laatst een stroom van 6 M. per secunde
zich zal manifestceren, en daartegen moet na
tuurlijk het laatste stuk dijk bestand zijn. On
danks alle moeilijkheden, die dit werk zal op
leveren, heeft men de gegronde verwachting,
dat de dijk er over 7 jaar zal liggen I En men
ziet het werk met vertrouwen tegemoet. Want
vóór men het Amsteldiep afsloot, had men be
rekeningen gemaakt over de te verwachten wa
terstanden na de afsluiting. En ziet, die bere
keningen kloppen precies met de praktijk na
de afsluiting. Dat heeft moed gegeven, om ook
het werk van den grooten dijk te aanvaarden
op grond van de gemaakte berekeningen. Men»
schclijkerwijs gesproken moeten zij uitkomen.
Laten wij hopen, dat dit het geval zal zijn f
Rr.
UIT DE STAATSCOURANT.
Eervol ontslagen de ingenieur der Telegrafie
te Den Haag Ir. E. G. F. W. ten Broeke—Voes;
opgeheven het ontvangkantoor der Directe
Belastingen en Accijnzen te Montfoort en de
tot dat kantoor behoorendo gemeenten Hoen-
koop, Montfoort, Snelrewaard en Willescop ge
voegd bij het ontvangkantoor dier middelen te
Oudewater en de gemeente Linschoten bij dat te
Woerden;
op verzoek eervol ontslagen M. C. Stek, adj.
accountant der directe belastingen te Rotter
dam Te bureau.
aan W. J. F. J. Albers te Lisp-Lier (België)
verlof verleend tot het aannemen van het
vreemde eereteeken Officier der Orde van de
Kroon van België
benoemd bij het reserve-pei soncel der land
macht, bij het wapen der Infanterie, tot re-
serve-luit.-kolonrl bij het 9e regt., de gcp.
iuit.-kolonc) der Infanterie van het Indische
leger S. Prins
bij het personeel van den geneeskundigen
dienst tot reserve-officier van gezondheid 2de
klasse, F. H Biegman, arts
op verzoek eervol ontslagen de reserve-eer-
ste-luitenents K. Marehand en V. G. G. M.
Dubois, onderscheidenlijk van het regt. Ves-
tircr-Artillerie en het 2e regt. Infanterie
eervol ontslagen dc stationscommandanten,
respectievelijk met den titulairen rong van
kolonel en luit.-kolonel J. J. M. A. Mommers
en E. F. W. C. Westerbaan Schmidt
benoemd tot rechter-plaatsvervanger in de
rechtbank te Alkmaar, Mr. W. A. Ubbcns, te
Amsterdam
op verzoek eervol ontslagen W. de Laet.
kantönrechter-plaatsvervanger in het kanton
Harderwijk idem met aank, N. Lever als kan
tönrechter-plaatsvervanger in het kanton Om
men, en B. von Driel als kantönrechter-plaats
vervanger in. het kanton Bolsward.
DE BEVESTIGING VAN PRINSES
JULIANA.
De prinses ontvangt deputa
ties van kerkeroad cn Julian*
kerk.
In tegenwoordigheid van H.M. de Koningit
en Z.K.H. den Prins, heeft H.K.H. Prinses Ju
liana hedennomiddag ten 2 ure ten Konink
lijken Polejze in het Noordeinde ontvangen
ccno afvaardiging uit den kerkeroad der Nc-
derlandsch Hervormde Gemeente, gevormd
uit den Praeses, Ds. S. van Dorp en den
scriba Dr. J. de Groot.
Deze hecren boden dc Prinses een Bijbel
aan.
Daarna ontving Prinses Juliana ten 2Yk
uur een dfoputotie itit bet bestuur der Juliana-
kerk, bestaande uit den Voorzitter Ds. D. A.
van den Bosch, den penningmeester, den heer
L. Slagtcr en den secretaris, den heer G.
Goossen, ter aanbieding aan H. K. H. van een
album met fotogrofiën van do Julianakerk.
DE INDISCHE MILITAIREN IN ONS LAND.
De ontvangst door H. M. de
Koningin.
Men meldt ons uit den Haag:
Met den trein van 12.52 is het detacho-
ment inlondsche militairen, die te Amsterdam
hebben deelgenomen aan de Van Heutsz-
plechtigheid gistermiddag uit Nijmegen aaa
het Staatsspoorstation alhier, tot het brenger,
van een défilé voor de Koningin, aangekomen.
Ter begroeting waren aanwezig de luit.-ko-
lonel Van Goch als vertegenwoordiger van
den minister van oorlog, de kolonel Postma,
plaatselijke commandant, vergezeld van zijn
luitenant-adjudant, terwijl met den trein uit
Nijmegen waren meegekomen de luit.-kolonel
Camman, commandant der koloniale reserve
met diens adjndant, le luitenant De Vos, als
mede de kapitein der kol. reserve Eisma, al
gemeen geleider.
Commandant van het detachement was de
Te luitenant Jordans, onder wiens bevel de
bruine militairen onder tromgeroffel af
marcheerden om langs het Plein en het Bui
tenhof naar Huis ten Bosch te gaan. Te 5.46
vertrekt het detachement van de Holl. Spoor
naar Amsterdam, waar het tot en met 19 de
zer verblijf zal houden.
De gistermiddag te 'sGravenKage aangeko
men 40 inhcemsche militairen van het Neder*
landsch-Indische leger, die te Amsterdam deel
hebben genomen aan de plechtigheid der be
grafenis van luitenant-generaal J. B. van
Heutsz, voormalig gouverneur-generaal van
Nederlandsch-Indië, hebben heden middog te
3 uur de eer genoten door de Koningin te
worden ontvangen in het koninklijke paleis in
het Bosch.
Met Hare Majesteit namen Prins Hendrik en
Prinses Juliana deel aan deze ontvangst, waar
toe ook een beperkt aantal personen waren ge*
noodigd, hoofdznkelijk uit de kringen van hen,
Hoofdstad en van hen die mot van Heutsz in
die bemoeienis hadden met de begrafenis in de
diens werkzaam leven in aanraking zijn ge
weest.
In de eerste plaats was genoodlgd het Uit
voerende Comité tot huldiging van de nage
dachtenis van generaal van Heutsz; de hceren:
dr. J. C. Koningsberger, minister van Kolo
niën, eere-voorzitter; minister van Staat A. W.
F. Idenburg, voorzitter; C. G. Vattier Kraane,
secretaris; W. C. Bonebakker, penningmeester;
F. M, L. baron von Geen, kamerheer en parti-
lier secretaris van de Koningin; J. B. v. d. Hou
wen van Oordt, mr. dr. M. S. Koster, mr. W.
Suermond Lz., gep. luitenant-generaal H. N. A.
Swart en gep. kolonel Th. J. Veltman.
Verder waren uitgenoodigd dr. J. B. van
Heutsz, de oudste zoon van wijlen den luite*
nant-generaal; de oud-minister H. Colijn, de
heer W. Frijling, oud-vice-president van den
Raad van Ncderlandsch-Indië; de heer J. A.
van Rijn van Alkemade, oud-president in Ne»
derl.-Indic; de gep. kolonels van het Indische
leger O. L. Brecoer en A. Geertsema Becke-
ringh; de commandant van het Veldleger hier
te lande, luitenant-generaal Muller Massis; de
commandant van de Koloniale Reserve te Nij*
meg en, luitenant-kolonel Camman en diens
adjudant le luitenant Vos.
De 40 manschappen van het Indische deta
chement, dat onder commando stond van hun
geleider naar Nederland, Luitenant i^rdans,
stonden eenigen tijd vóór de aankop** van
de Koninklijke familie op het voorplein vóór
het Huis ten Bosch opgesteld en brachten het
militaire saluut aan Koningin, Pirns en Prin
ses toen deze, met groot gevolg, het voorplein
opreden.
Het gevolg van Hare Majesteit en Hunne
Koninklijke Hoogheden bestond uit de Eerste
Hofdame, Jonkvrouw© van Swinderen, de
Hofdame der Prinses, Baronesse Bentinck
Vice-Admiraal Bauduin, adjudant-generaal en
chef van het Militaire Huis der Koningin
Graaf van Lynden van Sandenburg, Opper
kamerheer der Koningin en Grootmeester van
het Huis van Prinses JulianaBaron Baud,
Kamerheer der Prinses; luitenant-kolonel ven
het Indische Leger De Jonge van der Halen,
adjudant der koningin, luitenant ter zee lo
klasse Baron de Vos van Stcenwijk, adjudant;
de adjudanten von den Prins Majoor Jhr. La*
man Trip en Luitenant ter zee le kl. Tormij-
telen; kapitein Phoff, ordonance officier dor
Koningin.
De Koningin inspecteerde het detachement,
dat daarna defileerde voorbij het Huis ten
Bosch, op welks breede bordes de vorstelijke
personen met de genoodigden ploats nomen.
Daarna hnd binnenshuis de ontvangst plaats
waarbij de Indische militairen onthaald wer-