BINNENLAND. TWEEDE BLAD. 26e Jaargang No. 4 AMERSFOORTSCH DAGBLAD „de eemlander" 5^iUM927 HOE „NJORD" TE HENLEY GESLAGEN WERD. De Leiclsche studenten zijn in de eerste lieat van de wedstrijden om de Grand Challenge Cup door Jesus College uit Cambridge geslagen. Men ziet op onze foto den achterstand der Njord-ploeg. Monsieur Pujo, de veelbesproken leider van de „Action Franchise", het koningsgezinde Panische dagblad, die gearresteerd is wegens mede plichtigheid aan de „vrijlating" van zijn partiigenoot Daudet, op weg naar hot paleis van Justitie. UIT DE STAATSCOURANT. De voornaamste Kon. besluiten, enz. uit de Staatscourant van hedenavond. Benoemd tot ridder in de Oranje-Nassau-ordc mej. E. de Liefde, hoofdverpleegster der verlos kundige afdeeling aan de Gemeentelijke Uni versiteit te Amsterdam; bevorderd tot officier in de Oranje-Nossau- erde L. van Essen, directeur der Nijverheids school voor de Technische Vakken te Utrecht; toegekend de eeremedaille der Oranjc- Nassau-orde in goud aan mej. A. Kap, hoofd onderwijzeres aan de bewaar- en kleinkinder- school te Edam; in zilver aan J. C. Gaykemo, rekenaar le klasse bij de Sterrewacht der Rijks- unversiteit te Leiden; aan J. van Noorwegen, meesterknecht bij de N. V. Wollen Stoffcnfa- briek v.h. A.> v. d. Heuvel en Zoon te Geldrop-, in brons aan mej. M. E. M. Reisser, dienstbode bij de familie Albers te Lier (Belgiëë); op verzoek eervol ontslagen mr. A. G. Wil- dervanck, advocaat en procureur te Groningen, als plaatsvervanger van den rijksadvocaat al daar. Eervol ontslagen A. van Lonkhuizen als hoofdcommies departement van oorlog, zulks in verband met verandering" der inrichting van genoemd departement waardoor zijn werk zaamheden overbodig zullen worden. DE BOUW VAN DE KONINGINNEBRUG. Dc gronden van het regec- ringsaanbod. In verband met het feit, dat de door her Eerste Kamerlid De Zeeuw aangevraagde in terpellatie inzake de gunning van de brug over de Koningshaven te Rotterdam, ten ge volge van het reces der Kamer, voorloopig niet zal kunnen plaats hebben, heeft de mi- nistor van binnenlandsche zaken en landbouw een uitvoerig schrijven aan de Eerste Ka nier gericht, waarin hij antwoordt op do bereids door den heer De Zeeuw geformuleerde vragen. Volgens den minister is de loop van zaken deze. Op 24 Mei j.l. vervoegde zich een Nedcr- landsche inschrijver voor den bouw van de Koninginnebrug niet de maatschappij Werkspoor bij den minister en verzocht, tt willen bevorderen, dat, indien mogelijk, het .werk zou worden gegund aan een Nedorland- Vviii'lWitiVHlililttu 4i..i sche firma. Dienzelfden dag deed de minister telegrafisch een beroep op B. en \V. van Rot terdam om er toe mede te werken, dat het werk zoo eenigszins mogelijk aan een Neder- landschen inschrijver zou worden gegund. B. en W. van Rotterdam antwoordden daarop te legrafisch d.d. 5 Juni, gelijk bekend, dat zij bereid waren te overwegen, den bouw van de Koninginnebrug aan een Nederlandschen in schrijver te gunnen, indien uit 's Rijks kas het verschil tussthen den laagsten buitenlandschen en den laagsten Nederlandschen inschrijver ad 89.000, bij gewijzigde constructie te redu- ceeren tot 49.000, aan de gemeente werd vergoed. De bijdrage van „Werkspoor". De minister kon hierover niet aanstonds be slissen. Echter werden besprekingen gevoerd o.a. met den directeur van gemeentewerken te Rotterdam, die mededeelde, dat „Werkspoor" dc laagste Nedcrlandschc inschrijver was. Het resultaat van verdere besprekingen was, dot van de gemeentebesturen van Amsterdam en Utrecht voorloopige toezeggingen werden ver kregen, om elk 5000 aan den Staat te ver goeden als bijdrage in de kosten van werkver schaffing. Ook „Werkspoor" zegd een vergoe ding van 14.000 toe. „Werkspoor" deed dit niet eigener bewe ging, doch eerst nadat haar er op was gewe zen, dat een dergelijke toezegging gebrul- k e 1 ij k was, en het vcrleenen van Rijkssteuit zou vergemakkelijken. Per telegram van Tl Juni heeft de minister daarop zich bereid verklaard de bedoelde 49.000 aan de gemeente Rotterdam :e vergoeden. De minister deed dit op grond van de over weging, dat indien het werk aan „Werkspoor" werd gegund bij normale uitvoering van het werk, niet minder dan ongeveer f' 150.009 méér in Nederland zou worden verloond. Zelfs als dit bedrag van 49.000 ten volle ten laste van den Staat ware gekomen, zou dit nog slechts een bijdrage bcteekenen van 6 veel geringer dus dan de 15 in de volle kosten van het werk (ongeveer 800.000), welke marge als richtlijn pleegt tc worden gebruikt. Wat de bijdrage van „Werkspoor" betreft, neeint dc minister, gelijk hij reeds uitvoerig uiteenzette in zijn brief aan B. en W. van Rot terdam, het standpunt in, dat het onjuist Is, deze bijdrage te beschouwen als een zijdeling- sche verlaging van den inschrijvingsprijs. In antwoord op de vraag, of de regeering op soortgelijke wijze ook in andere gevallen be vorderd heeft, dat werk aan Nederlandsche ondernemers gegund werd, verwijst de mi nister naar vroegere voorstellen van B. en W. van Rotterdam aan den raad dier gemeente, en naar een schrijven van B. en W. aan do Rijkscommissie voor Werkverruiming, welke alle betrekking hebben op voorstellen en be sluiten in zake het verleenen van bijdragon door het rijk aan de gemeente Rotterdam, om een werk door een Nederlandsche onder neming te kunnen laten uitvoeren. In elk van deze gevallen heeft dc betrokken onderneming zich geldelijke offers moeten getroosten, ter wille van de werkverschaffing. In antwoord op de vraag, of de regecring geen reden aanwezig acht om op dezen weg niet voort te gaan, zegt de minister, dat hij, zooals vanzelf spreekt, niet de belofte kan en mag doen, zich in de toekomst van steun aan dc Nederlandsche industrie tc onthouden. Wel wil hij gaarne verklaren, dat groote omzichtigheid in deze geboden is, en dat, niet dan bij hoogc uitzondering een dergelijke toe zegging mag worden gedaan. Met betrekking tot het Rottcrdamsche geval merkt de minister nog op, dat in het telegram van B. en W. van Rotterdam van 5 Juni uitsluitend sprake is van overbrugging van een prijsverschil. Dc minister kon daaruit niet anders afleiden, dan dat het hier slechts ging om een geldkwestie. Hetgeen verder aan deze gunning vastzat, is hem eerst later uit de dagbladen gebleken. HET OPTREDEN DER MARECHAUSSEE IN ZUNDERT. M'ni^ter Donncr achtgccn na der onderzoek meer noodig. Op de vragen van den heer Drop betreffende het doen instellen van een nader onderzoek naar het gebeurde in een 'hotel te Zundert cn hc-t publiceeren van de resultaten van dat on derzoek, heeft minister Donner geantwoord, dat het onderzoek met bizondere zorg is ge schied. Het parket te Breda had eenvoudig het onderzoek aan de militaire autoriteit kunnen overlaten, maar gezien juist, dat van een on derzoek door een deskundigen rechter-comniis- saris te Breda het meest bevredigende resul taat te wachten was, is, in overleg tusschen het parket cn den auditeur-militair, waarin ook de procureur-generaal bij het gerechtshof le s Hertogenbosch gekend is, besloten de zaak zóó op te zetten, dat de recht er-commissaris het onderzoek kon doen Het feit heeft in den nacht van 10 op 11 Januari plaats gehad. II Januari hoeft dc offi cier van justitie te Breda het instellen van een gerechtelijk vooronderzoek gevorderd. Onder leiding van den rechter-commissaris heeft toen een nauwkeurig onderzoek plaats gehad. Bij beschikking van 7 Februari is dit gesloten. Daarna is het dossier in handen van den audi teur-militair gesteld, die aan den garnizoens commandant het door dezen gevolgd advies heeft gegeven, dat tot het instellen van een strafvervolging geen termen konden worden gevonden. De minister had, toen hij op 6 April j.l. het geval in de Eerste Kamer besprak, kennis ge nomen van het gehcele dossier van onderzoek door politie cn justitie, in welk dossier zich o.m. bevonden processen-verbaal van herhaald verhoer van alle in deze vraag bedoelde per sonen. Volgens de hem ten dienste staande gege vens is de verhouding tusschen de betrokken murechaussees en de ordelievende bevolking goed. Van een onjuist optreden van het hoofd der politie is hem niet gebleken. De minister is niet van oordcel, dat het ant-s woord op de vragen van den heer Drop d.d. 21 Maart, alsmede zijn uiteenzetting in de Eer ste Kamer, welke uit den aard der zaak slechts de conclusie van het onderzoek gaven, onvol doende zijn geweest. Een grondig onderzoek ter zake is ingesteld. Voor het instellen van een nader ondcizoek acht !hij, ook na herhaal de kennisneming der stukken, geen reden aan wezig. HET BEHOUD VAN ONS LANDELIJK SCHOON. Een adres van „Vogelbescherming" De verceniging voor vogelbescherming, s-Gravenhage en omstreken, heeft een adres gezonden aan den Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen, waarin zij adhac? sie betuigt aan de in November I92Ó tot den Minister gerichte memorie van de Vereeniging tot Behoud van Natuurmonumenten betreffen de wettelijke maatregelen tot bescherming der natuur. In dit adres wordt o.m. opgemerkt, dat de onrustbarend snel toenemende bevolking van ons vaderland, vooial dc zich sterk uitbrei dende groote stede, maar ook dc dikwijls be langrijk uitgrocienden, eertijds zoo landelijke cn voor afstamming der bevolking zoo karak teristieke dorpen en gehuchten, dc industriali satie van geheele landstreken, de steeds gioo- tcr wordende cischen van verkeer enz. enz. der laatste decenniën, met al de daaruit voort- loeiende gevolgen, op de meest overtuigende wijze hebben aangetoond, dat, wil ot>s nage slacht niet de eifgrraam worden van een to taal verbrokkeld, geschonden en verarmd, eertijds zoo wonderschoon vaderland, ingrij pen van hoogorhnnd, en wel zoo spoedig mo- gelijk, gebiedend noodzakelijk is. De vereeniging verwacht van de door de Ver tot Behoud van Natuurmonumenten ge noemde maatregelen veel heil en vestigt in haar adres nog dc aandacht op een voordeel, dat zij in 't bijzonder van deze maatregelen verwacht. Aan hen, aldus het adres, die andere landen met name de Vei Staten van Noord Ameri ka, Groot Brittannië, Duitschland en d<- Skan- dinavische landen hebben leeren kennen, moet wel in hoogc mate opvallen de groote losbandigheid, baldadigheid, het gebrek aan gemeenschapszin van de overgroote meerder heid onzer londgenooten. Het begrip nationaal bezit, verantwoordelijkheid voor het behoud van landelijk schoon terwille van zijn mede., burgers het niet plukken van de natuurschat- ten, het zich niet toeëjgenen van bloemen, bloeiende heesters, wilde vogels en hun eieren enz., is den Nederlanders in 't algemeen ten cenen male vreemdin groote en schille te genstelling met de bevolking van bovenge noemde landen. De voorgestelde maatregelen zouden, naar adressantc meent, een krachtigen stimulans vormen tot opvoeding van ons volk in een zoozeer gcwenschtc richting. MINISTER KAN. Bezoek aan N.-Holland. Minister Kan heeft gisteren een bezoek geJ bracht aan de provincie Noord-Holland. Na aankomst te Alkmaar ging de minister eerst de aardoppelvciling te Broek op Langendijk, waar hij zich op dc hoogte stelde van de wij ze, waarop de groote hoeveelheden vroego aardappelen worden verkocht, afgeleverd en naar het buitenland verzonden. Na terugkomst te Alkmaar bracht de mi nister per auto, rondgeleid door den voorzit ter en den secretaris-j>enningmeester der Vei- eeniging tot Ontwikkeling van den Landbouw in Hollandsch Noorder kwartier, de heeren Kramer Glynis en Nobel, achtereenvolgens be zoeken aan Heerhugowaord, Nieuwe Niedorp, Winkel, Kolhom, Waardpolder cn Groet polder. Na gebruik van den koffiemaaltijd ten huize van den heer Nobel werd de tocht voortgezet via den West-Frieschen dijk over 'Aartswoud en Medemblik naar den proefpoldcr te An- dijk, en vandaar door West-Friesland via Hoorn weder terug naar Alkmaar. DIPLOMATIE. Tot gezant van Venezuela te 's-Gravenhage, ter vervanging van Dr. José I. Cardenas, die, naar indertijd gemeld is, tot Minister van zijn land benoemd werd, is thans benoemd Dr Gu- mersindo Torres. Deze is in de Residentie aangekomen en heeft heden ochtend zijn officieel opwachtings- bezoek bij Jhr Mr. Beelaerts van Blokland, Minister van Buitenlandsche Zaken, gebracht. ONZE GEZANT TE LONDEN. Aan liet departement van Buitenlandsche Za ke» is bericht ingekomen, dat dc breuk aan hot been van jhr. mr. de Marees van Swinderen, Néderlandsch gezant te Londen, gisteren met gunstig gevolg is gezet. De algemecne toe stand is bevredigend. Vrijdag is in het gebouw der firma Gerzon in de Kalverstraat tc Amsterdam een Girokantoor geopend. Een gezicht in de nieuwe „afdeeling." I-Iet eerste lustrum van de bereden militaire politie te Amsterdam is o.a. met een ruiterfeest gevierd. Een plaatje van een aantal deelnemers in de buiten manege der v.m. Cavallcrickazerne te Amsterdam.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1927 | | pagina 5