werd gekozen in de ploats \an jhr mr. E. F. F. H. van Aeiferden de heer W. M. A. Galiart (R.-K.) en tol buitengewoon lid herbenoemd de heer E. E. H. Regout (R.-K.) Bij de verkiezing verklaarde dc heer H van der Ploeg (S. D. A. P.), dat de S. D. A. P. van meen mg is volgens het stelsel der Evenredige vertegenwoordiging recht te hebben op een zetel in het college van Gedep. Staten. PROV. STATEN VAN ZUID-HOLLAND. De verkiezing van Gedep. Staten. Interpellaties. In de heden gehouden zitting der Provinciale Staten van Zuid-Holland was aan de orde de verkiezing van leden van het college van Gedep. Staten. De heer J. ter Laan (S. D. A. P.) deelde m«e, dat de soc.-dem. fractie zich met het voorstel tot de rcchtsche raadsclub heeft ge wend, om de samenstelling aldus te doen zijn: drie leden uit de rechtsche Statenclub, twee soc.-democraten en één lid uit de vrijzinnige groepen. De rechtsche Statenclub heeft geant woord, dat zij niet in dit voorstel kan treden en dat volgens haar de samenstelling aldus moest zijn: drie leden uit de rechtsche Staten club, éen soc.-dem. en éen lid van den Vrij heidsbond. Spr. merkte op, dat de soc.-dem. 26 pet. der bevolking achter zich hebben en 21 zetels bezetten. Volgens dc oplossing van de rechtsche Statenclub zal de R.-K. fractie met 16 zetels, 2 zetels in het college bezetten. Spr. uitte hierover zijn leedwezen en deed een be roep op het rechtvaardigheidsgevoel van de leden. De heer de Kanter (V. B.) merkte op, dot de S. D. A. P. 25 pet. der bevolking achter zich heeft. Twee soc.-dem. Gedeputeerden zou betepkenen 33 pet. over het college. De libera len hebben aldus geredeneerd: er zijn do twee communisten, die niet getoond hebben bc* langstelling te hebben voor dc werkzaamheden der Staten niet meegerekend 80 leden, waarvan 39 deel uitmaken van de rechtsche •Statenclub en 6 andere ook tot rechts ge re* kend kunnen worden. Waar de verhouding zoo is achtte spreker het een juiste verdeeling, dat rechts 4 en links 2 zetels krijgen. De Voorzitter meende, dat de heeren frank en vrij moeten kunnen stemmen. De heer Van Burink (Comm.) deelde mede, dat de communisten blanco zullen stem men, hetgeen nog niet beteekent, dat zij geen belangstelling hebben. Spr. meende echter, dat de liberalen niet meer liberaal zijn, doch zuiver rechts. De Voorzitter meende, dat deze be schouwingen niets te maken hebben met de verkiezingen. De heer v. Burink merkte op, dat hij het recht heeft in te gaan 'op hetgeen de heeren Ter Laan en De Kan ter hebben gezegd. De Voorzitter onderbrak hem eenige malen, waarop de heer v. Burink mededeel de, dat hij gisteren op zijn plaats heeft gevon den een dik boek, een reglement van orde. Hij heeft dat niet gelezen en zal het niet lezen. Hij zal zeggen wat hij wil. De Voorzitter: U hebt gisteren een be lofte afgelegd en als u die niet «na komt is u geen fatsoenlijk man. De heer v. Burink: Dat moet u zeggen tot den minister van Koloniën, tot do Indische re geering, die mij beloofd heeft, toen ik als amb- naar naar Indië ging, mij na zes jaren een ver- Jofstractement te zullen geven. In plaats daar van heeft ze mij na 7 jaren ontslagen en legt ze nu nog beslag op de ouë stoel en tafel, die ik thuis heb, z.g. wegens schuld aan dc Indi sche regeering.' Tot den heer Ter Laan zeide Spr., dat het on juist was een beroep te doen op den rechtvaar digheidszin van de rechterzijde. Dat kon Ter Laan beter weten. De heer Braet (P. B.) vroeg waarom nog gestemd moet worden als alles al bekonkeld is. De heer Alblas (H. G. S. P.) merkte op, dat het niet juist was zijn fractie bij rechts in te deelen. Zij behoort noch bij rechts noch bij links. De heer Do Visser (C. P.) betoogde, niet de minste behoefte te hebben deel te nemen aan de samenstelling van het college van Ged. Staten. Het grieft hem alleen maar, dat een belangrijk deel der arbeidersklasse niet meer den scherpen strijd voert tegen de machtsorga- nen der bourgeoisie en poogt binnen te dringen in de burgerlijke regeeringscolleges. Het is, zooals de heer Mendels in 1909 zeide, zij ver overen daardoor niet die colleges, zij worden de gevangenen der bourgeoisie. Spr. zou zich van stemming onthouden. De heer Ter Laan repliceerde. Spr. merk te den heer De Kanter op, dat het college uit 7, niet uit 6 personen bestaat en verzocht hem, j'n verband daarmee zijn rekensom te herzien. Het optreden der rechtsche Statenclub in sa menwerking met den Vrijheidsbond beteekent een conservatief bestuur. Vervolgens werd overgegaan tot de stem ming. In de eerste plaats werd voorzien in de vaca- ture-von Fisenne. Uitgebracht werden 46 stemmen op den heer von Fisenne (R.-K.), 3 op den heer Van Aalten (V.-D.), 3 op den heer J. "W. van Houdt (S. G. P.), en 25 blanco. De heer von Fisenne was dus gekozen en nam de benoeming aan. Daarna werd voorzien in de vacature-De Wil de. De voorzitter deelde mee, dat, zooals be kend is, de heer De Wilde om gezondheids redenen niet voor een herbenoeming in aan merking wilde komen. De vergadering zal het betreuren, aldus spr, dat de heer De Wilde tot dit besluit is geko men. Het zal allen echter verheugen, dat hij deel blijft uitmaken van deze vergadering. Spr. uitte de hartelijke, hoop, dat de gezondheids toestand van den heer De Wilde hem nog lang in staat moge stellen belangstelling te blijven toonen in de zaken der provincie (bijval). Uitgebracht werden op de heeren Crena de Jongh (V.-B.) 48 stemmen, Van Aalten (V.-D.) 24, v. Hondt (S. G. P.) 3, Kersten (S. G. P.) T, •Alblas (H. G. S. P.) 1, Lingbeek (R G. S. P.) I; 2 blanco. De heer Crena dc Jongh was dus be noemd en nam de benoeming aan, onder me- dedeeling, dat hij de functie eerst kan aan vaarden als hij ven de Koningin ontslag ge kregen heeft uit zijn betrekking van hoog heemraad van Delfland. In de vacature-BoTghols werden uitgebracht 80 stemmen, waarvan 3 blanco, 47 op den heer Borghols (RIG) 24 op den heer ter Laan (S.D.A.P3 op den heer v. Houdt (S.G.P.), T op de heeren Kersten (S.G.P.), Alblas (H.G.S. P., en Lingbeek (H.G.S.P De heer Borghols was dus gekozen en nam de benoeming aan. In de vacature-Heukels werden uitgebracht 79 stemmen, waarvan 23 blanco, 47 op den heer Heukels (A.R.), 3 op den heer v. Hondt (S.G.P.), 3 op den heer v. Aalten (V.D.) 1 op de heeren Kersten, Alblas en Lingbeek. De heer Heukels was dus gekozen en nam zijn benoeming aan. In de vacature-v. Boe ij en werden 78 stemmen uitgebracht, waarvan 23 blanco, 46 op den heer v. Boeijen (CU.), 3 op de heeren Houdt, 1 op de heeren Ter Laan (S.D.A.P.) Kersten, Alblas en Lingbeek. De heer v. B o e ij e n was dus gekozen en nam de benoeming aan. In de vacature-Schaper werden 76 stemmen uitgebracht waarvan 26 blanco, 43 op den heer Schaper (S.D.AP.), 5 op den heer v. Hount, I op de heeren Ter Laan (S.D.AP.), Kersten, Alblas en Lingbeek. De heer Schaper was dus gekozen en nam de benoeming aan. Voor de verkiezing van een buitengewoon lid van Ged. Staten werden 76 stemmen uit gebracht, waarven 1 blanco, 44 op den heer De Wilde (A.R.), 21 op den heer Ter Laan, 3 ©p de heeren Werker (V.D.), v. Houdt, 1 op de heeren Lingbeek, Alblas, Braat (PP.) en Kersten. De heer De Wilde was dus gekozen* en nam de benoeming aan. Vervolgens werden de leden der commissies aangewezen. Daarna was aan de orde de interpellatie- Heijkoop; dc interpellatic-v. Staal zal beant woord worden op een anderen dag van de zo- merzitting. De heer von Fisenne (lid van Ged. Sta ten) beantwoordde de gisteren door den heer Heijkoop gestelde vragen betreffende de Rot- terdamsche huurverordening. Spr. resumeerde de beide gestelde vragen tot één vraagwelke zijn de motieven van Ged. Staten voor het voordragen van bedoelde verordening voor ver nietiging. Ged. St. hebben deze verordening getoetst aan art. 150 der Gemeentewet, hetwelk vast stelt, dat de gemeenteverordening niet treedt in hetgeen van algemeen provinciaal of rijks belang is. De wetgever heeft de Huurcommis- siewet ingeleid met de opmerking, dat een der gelijk forsch ingrijpen in de vrijheid van den particulier aan den rijkswetgever behoorde te blijven. Op gelijke wijze als zij is ingeleid is dezo wet geëindigd. De Rotterdamsche ge meenteraad is nu dezelfde materie gaan rege len en daarmee is hij getreden op het terrein •van den rijkswet gever, bedoeld in art. 150 der Gemeentewet. Een tweede argument van Ged. Staten was gegrond op ert. 153 der Gemeentewet, daar de verordening strijdig geacht moest worden met het algemeen belang. Er was in Rotterdam wo- ningniimte genoeg en er was daarom geen re den voor de verordening. In de derde plaats was er in de verordening beroep op den raad in plaats van op den rech ter. waartegen bezwaar bestaat. Do heer Heijkoop (SD.A.P.) merkte op, dat hif als wethouder van Rotterdam, den chef zij ner afdeeling volkshuisvesting, naar de griffie had gezonden om afschrift te nemen van de motieven van Ged. St. Hij had gehoopt, dat hif die zou mogen vernemen en gemeend dat de hoffelijkheid gebood de gemeente in te lichten. Dit is echter niet gebeurd, hetgeen spr. be treurde. Komende tot de thans meegedeelde motie ven zeide spr. dat het hem bevreemdde, dat zooveel gewicht werd gehecht aan de juridi sche motieven, gezien de adviezen van de hoogleeraren Mijers, v. d. Pot, Kronenburg. Bij zulke adviezen had het college van Ged. Sta ten eenige bescheidenheid kunnen betrachten. Spr. citeerde eenige zinsneden uit de genoem de adviezen en meende, dat juridisch vrijwel vast stond, dat de verordening niet voor ver nietiging in aanmerking kwam, zoodat Ged. Staten zich niet zoo hadden behoeven uit *.e sloven. De vraag blijft slechts of dc toestand in Rotterdam het voortbestaan van een verorde ning wettigt. Dit is het geval. De regeering heeft niet eens de moeite genomen advies van Rotterdam te vragen. Het deed spr. leed, dat Ged. Staten het in werking treden der Rotter damsche verordening hebben verhinderd zon der zich de noodige locale kennis te verschaf fen. DE MAASVERBETERING. Het Hbld. schrijft: Men herinnert zich, dat de hoofdingenieur van den rijkswaterstaat te Zutphen, ir. Lely, fn den zomer van het vorig jaar zijn rapport heeft uitgebracht over de Maasverbetering, maar dat het rapport op het departement van Waterstaat langen tijd in studie geweest is, omdat men daar eerst tot overeenstemming moest komen over den inhoud en over het tempo van uitvoering. Die overeenstemming is thans niet alleen be reikt, als wij wel ingelicht zijn, maar gewerkt wordt reeds aan een ontwerp van uitvoering. In verband daarmede vernemen wij, dat in het rapport wordt voorgesteld, de grootste boch ten uit de Maas te nemen en het zomerbed te verbreeden, om dan in den loop der jaren na te kunnen gaan, of die verbreeding en verleg ging van de bedding voldoende is voor een regelmatigen afvoer van het water. Eerst wan neer daaromtrent door langjarige ervaring ze kerheid zal zijn verkregen, zou overgegaan wor den tot sluiting van den overlaat bij de Beei-« sche Maas. Dit laatste ligt dus nog in een verwijderde toekomst. De uitvoering van dc werken, noodig voor de verlegging en de veibreeding van de bed ding, zal geleidelijk geschieden, mede met het oog op de kosten. Tegelijk met de openbaar making van het rapport is te verwachten- een voorstel over de verdeeling van die kosten tus- schen het rijk en dc belanghebbenden in de provincie. DE FINANCIEELS VERHOUDING TUSS£HEN RIJK EN GEMEENTEN. Nieuwe vragen van Dr. Lovink. Op He vragen van den heer Lovink in ver band mek de totstandkoming een er definitieve regeling ^betreffende de financieele verhouding tusschen het Rijk en de gemeenten, heeft de heer De Geer, Minister van Financiën, het vol gende geantwoord Het antwoord op dit drietal vragen wordt ge\onden in wat de ondergeteekende reeds meermolen in het openbaar gezegd heeft, on der meer in de zitting der Tweede Kamer van 18 November 1926, gedurende de algenveenc beschouwingen over dc Staatsbegrooting. Het toenmaals gesprokene luidt aldus Ik kom nu met een enkel woord op de kwestie, door den laatsten geachten spre ker besproken, n.l. de financieele verhou ding tusschen het Rijk en de gemeenten Die geachte spreker zou miet willen wach ten oip het rapport ven. de Staatscommis- sic-van Lijnden van Sondeniburg. Hij acht de zaak zoo urgent, dat de Regeering thans reeds een voorstel zou moeten in dienen. Deze Staatscommissie, die gerui- men tijd aan het werk is en zeer belang rijken voorbereidenden arbeid heeft ge daan, moet, dunkt mij, eerst haar rapport indienen en de Regeering zou niet vol doende deferentie tegenover die commis sie betoonen door thans haar eigen weg te gaan. Intusschen heb ik alle reden te hopen, ook na het onderhoud, dat ik dezer dagen met den voorzitter en den secretaris van de commissie hed, dat het rapport, behoudens buiten gewon en tegenslag, mij althans vóór het eind van het a.s. kalen derjaar zal hebben bereikt. En dan be staat er, als althens de politieke verwach tingen van de meeste sprekers worden vervuld, nog voldoende tijd voor mij om met medewerking van de Kamer tot een oplossing te komen. Die „politieke verwochtingen van de meeste sprekers" waren, blijkens het voorafgaand de bat, dat het Kabinet gedurende deze parle mentaire zittingsperiode zou aanblijven. Voor dat geval werd dus de meening uit gesproken, dat er nog voldoende tijd zou zijn, tot een oplossing te komen. „Voorloopige" regelingen 2ijn èn toenmaals èn bij andere gelegenheden, o.a. bij het debat over de personeele belasting in de Eerste Ka mer, onraadzaam verklaard en afgewezen. Door den heer Lovink zijn aan den Minis ter van Financiën de volgende vragen gesteld: 1. Is de Minister, gezien het feit, dat de nooduitkeering aan de gemeenten in 1923 heeft opgehouden, niet van oordeel, dat in derdaad een regeling betreffende de financi eele verhouding tusschen Rijk en gemeenten niet lang meer op zich zal mogen laten wach ten 2. Kan de Minister daarom geen aanleiding vinden, bij de Staatscommissie op een spoe dige indiening van haar rapport aan te drin gen, dan wel zich te vergewissen, wanneer de indiening van dit rapport mag worden te gemoet gezien? 3. Wanneer er geen uitzicht bestaat, of na de verschijning van het rapport der betrokken Staatscommissie zou blijken te bestaan, dat vóór 1 Januari 1928 een definitieve regeling van Rijks_ en gemeentefinanciën tot stand zal komen, is dan de Minister bereid, te bevorde ren, dat voorioopig voor het jaar 1928 een bijslag op de tegenwoordige uitkecring aan de gemeenten wordt toegekend VER. „JAN PIETERSZOON COEN". Het bestuur van de vereeniging „Jan Pietersz. Coen" verzoekt ons, onder de aandacht van belangstellenden te brengen, dat de vereeniging evenals de vorige jaren, ook in 1927 een zes tal jongelui in de gelegenheid zal stellen on der geleide een reis naar en door Nederlandsch- Indië te maken. Bedoelde jongelui moeten het eindexamen van gymnasium, H. B. S. of Handelsschool reeds eenige jaren achter den rug hebben. De genen, die meenen in aanmerking te kunnen komen, moeten zich schriftelijk aanmelden, met opgave van gegevens omtrent leeftijd, studie, voorgenomen plannen, event, referen ties enz. voor 25 Juli as. bij het secretariaat, Vijgendam 6, 'Amsterdam. VEREEN. VAN GASFABRIKANTEN. De algemeene vergadering te Rotterdam. De Vereeniging van Gasfabrikanten in Ne derland heeft gisteren te Rotterdam haar al gemeene vergadering gehouden. De voorzitter, de heer O. S. van K n o 11- n e r u s, gaf in zijn openingsrede eenige be schouwingen over opvattingen inzake gaspro ductie. Gas is van hoofd-, bijproduct van de fabricage geworden. In het belang van de cokes-fabricage is evenwel een ruime afzet gewenscht. De Spr. wees in dit verband op het voor beeld von Utrecht, waar het gemeentebestuur tot verlichting van alle gemeentegebouwen door middel van gas besloot. Het ledental bedroeg aan het einde van 1926 310 gewone en 143 buitengewone leden. Dr. Bruin wold Riedel lichtte het rap port der kostprijscommissie toe. Hij sprak de hoop uit, dat het schema, door die commissie ontworpen, spoedig zou worden aanvaard. Tot leden der gas-technische commissie wer den met de bestuursleden ir. C. Philips en ir. W. Niermeyer, benoemd de heeren ir. Ch. Dreissen te Maastricht; ir. J. Buys te Utrecht, prof. G. A. Brander a Brandis te Den Haag, H. Hempkers te Amsterdam en ir. P. H. Hen driks te Rotterdam. Ir. M. C. Sis sin gh, directeur van de Gemeente-gasfabrieken te Rotterdam, heeft een voordracht gehouden over de uitbreiding van de gasfabriek aan de Keilehaven te Rot terdam. Dr. Wilhelm Bertelsman, van het gemeentelijk gasbedrijf te Berlijn, heeft een beschrijving gegeven van den groepbrander, door middel waarvan een gasverlichting kan worden verkregen, die groote voordeelen heeft (boven de electrische verlichting. Te Berlijn wordt deze verlichting met succes in straten toegepast en zij stelt volgens den Spr. de gas verlichting in staat haar terrein te handhaven tegenover de electrische verlichting. Tot voorzitter werd benoemd ir. M. G Sis- singh. ALG. BOND VAN POLITIEPERSONEEL. De jaarvergadering te 's Gravenhage. Gisteren, heden en morgen wordt te Den Haag de jaarvergadering gehouden van den Alg. Bond van politiepersoneel in Nederland, onder leiding van den voorzitter, den heer A. N. Koenot, uit Amsterdam. De voorzitter wees er in zijn openingsrede op, dat aan het einde van dit jaar de bond 25 jaren zal bostaen. Spr. betoogde dat de reactie nog hoogtij viert, dat de regeering aan haar kant staat en dat de particuliere werkgevers de loonen hunner arbeiders hebben verlaagd om daarna te kunnen wijzen op het h. i. te hooge loon der arbeiders in overheidsdienst. Nog steeds werkt het regime-Colijn door en de regeering wil rust. Doch er zal geen rust komen vóórdat het gepleegde onrecht is goed gemaakt, aldus spr. De voorzitter deelde mede, dat het hoofdbe stuurslid, de heer Perrels, teruggekomen was op zijn besluit om af te treden, welke mededee- ling een luid applaus uitlokte. De voorzitter van de afd. Den Haag begroet te hierna hoofdbestuur en afgevaardigden na mens de afdeeling. Bij de bespreking van het jaarverslag en het beleid van het hoofdbestuur wees de afgevaar digde van de afd. Utrecht op een tekort in zake de geestelijke opvoeding der leden, die niet voldoende worden voorgelicht over de maatschappelijke verhoudingen. De afgevaardigde van 'sGravenhage maakte een aantal opmerkingen over het verslag en vroeg o.m. hoe de vertegenwoordiger in de in ternationale wordt aangewezen. Door den afgevaardigde van Zaandam werd na een toelichting, een motie ingediend, waar bij verzocht wordt een commissie te benoe men, welke tot taak zal hebben overleg te ple gen met het hoofdbestuur en de afgescheiden leden van Amsterdam en Den Haag, teneinde dezen te bewegen weder tot den Bond toe to treden. Namens het hoofdbestuur beantwoordde d® heer Van Leusden de sprekers. De afsch ei dings* beweging telde op 1 Juni j.l. 209 leden, waar van slechts 128 lid van den Alg. Bond zijn ge weest. Spr. meende met gerustheid dezen loop van zaken te kunnen afwachten. Verder sprak namens het hoofdbestuur de heer Van Putten, die zeide, dat de propagan da geen perspectieven kan openen, welke toch niet kunnen worden verwezenlijkt. Spr. uitte de hoop, dat allo leden van den Bond achter he* hoofdbestuur zouden blijven staan, ook in de salarisactie. De bondssecretaris, de heer R. Leeuwis, wees o.m. op het bezwaar, dat voor een meer poli- tioneele redactie van het bondsorgaan de bond niet over wetenschappelijke krachten beschikt. Het bondsbestuur volgt met aandacht de ont wikkeling der internationale organisatie. Om zes uur werd de vergadering verdaagd tot hedenochtend. In den avond werd een gezellige bijeenkomst gehouden, aangeboden door de afd. 's Graven- hage. DE PERHIMPOENAN INDONESIA EN MOSKOU. De relaties met Moskou Met verzoek om opneming, wordt aan de N. R. Ct., het hier volgend verweerstuk toe gezonden, in den vorm van een brief van den heer Mohammad Hatta, voorzitter der ver eeniging Perhimpoenon Indonesia, aan een zijner Hollandsche vrienden „Uit de in beslag genomen kasboeken en financieele verantwoordingen van de Per- himpoenen Indonesia en het Indonesisch Na tionale Fonds, onder auspiciën van P. I.. kan men alleen en duidelijk constateeren, dat onze inkomsten uitsluitend bestaan uit bijdregen van Indonesiërs en uit d© abonnementsgelden. Maar zooals U weet, zijn er ook particuliere correspondenties van eenige onzer leden in beslag genomen. En een van ons ten hoog ste twee heeft of hebben met Samaoen (een te Moskou wonend Indonesiër) gecorrespon deerd en kreeg ook van hem af en toe wat geld, voorzoover deze dat van zifn tractement missen kan. Omdat Samaoen te Moskou woont heeft de commissie van onderzoek daarin aan leiding gevonden af te leiden, dat er een in tense relatie bestond tusschen ons en.Mos kou. Immers men zoekt een motief om ons te treffen. Waarom voert men niet eveneens aan, dat er een innige relatie bestaat tusschen ons en de Theosofie Ook van Indonesische en andere Theosofen ontvingen we gelden. De P. L zals zoodanig is te trotsch op haar nationa lisme, dan dat zij dergelijke hulp van de Sow- jet-regeering zou aanvaarden. Wij zijn bo vendien ook te gevoelig voor onze zelfstandig heid, dan dat wij in een relatie zouden willen treden, die ons zelfstandig bestaan zou kun nen bedreigen. Onze actie, met inbegrip van de uitgifte van het maandblad Indonesia Mar- deka, wordt uitsluitend gefinancierd door de abonnementsgelden en door bijdragen van oud-leden. De leden, hoe arm ook, betalen 18 contributie. Dit alles is verantwoord en kan men vinden in de fn beslag genomen kas boeken. Het Indonesische Nationale Fonds, hoofdzakelijk om noodlijdenden onder ons te steunen, ontvangt bijdragen uitsluitend van Indonesiëers. Al deze zuur verdiende gelden worden gekwalificeerd als afkomstig van Moskou. Laat ik er volledigheidshalve bijvoe gen, dat Samaoen ten hoogste f 75 h 100 gezonden heeft in het geheel. Dat weet ik, om dat ik met de betrokken persoon voeling heb". Een enkele aanteekening mag hierbij niet achterwege blijven aldus de N. R. Ct. Dat er financieele relaties tusschen de Per- himpoenan en Moskou hebben bestaan, wordt in dezen brief van den heer Hatta bevestigd Wel verzekert hij, dat er van een bedrag van niet meer dan 75 a 100 in het ge heel sprake zou wezen (nadat hij echter eerst gewaagd heeft van „één van ons, ten hoogste twee", waarmede hij de mogelijkheid open laat dat er relaties waren, die hij niet kende) maar het gaat minder om de grootte von het bedrag dan om den persoon van den schen ker Semaoen. Want niet „omdat Semaoen te Moskou woont", is dit feit van belang, maar omdat Semaoen de voornaamste schakel vormt tusschen het Moskousch communisme en het Indisch extremisme omdat Semaoen deel uit. maakt ven dc Uitgebreide Executieve dei Derde Internationale, welker relaties met de Sovjet-regeermg alleen nog officieel kunnen worden ontkend; omdat Semaoen zitting heeft in het Indonesisch Bureau, waarvan de Tribu ne nog onlangs schreef, dat dit de bemidde ling onderhoudt tusschen de communistische leiding in Nederland en de „Indonesische be weging." Den heer Hatta, die op het „Congres tegen Koloniale Onderdrukking" te Brussel met Semaoen is saamgeweest, kan dit alles niet onbekend zijn. Semaoen staat in dienst van de Sowjet-zaakj Semaoen vertegenwoor digt Moskou? en indien hg giften doet aan leden der Perhimpoenen Indonesia, dan moge hij dit doen van „zijn tractement", vast staat, dat het van Moskovische herkomst is. Aan de justitie blijft het voorbehouden, na der te onderzoeken van welken omvang en intensiteit de financieele relatie tot Moskou was. INBRAAK BIJ CENTRAAL' BEHEER. Drie beklaagden voor de Haag- schc rechtbank. Voor de Haagsche rechtbank hebben giste ren terecht gestaan een 37-jarige koopman, een 23-jarige los-werkman en een 30-jarige hotelbediende, allen gedetineerd. Aan de eer ste twee was ten laste gelegd, dat zij teza men en in vereeniging met nog eenige an deren, tot dusverre onbekend gebleven per sonen, in den nacht van 25/26 April jl. uit het kantoorgebouw van de Coöp. Vereeniging Centraal Beheer aan de Zeestraat een bedrag van 4094.91 Vs en een aantal sleutels hebben ontvreemd. De derde verdachte zou een bank biljet van ƒ1000 uit winstbejag hebben be waard en verborgen en bovendien een regen jas en een overhemd en een bedrag van ƒ25 ten geschenke hebben aangenomen. Verdachten ontkenden hetgeen hun te laste was gelegd. Een aantal getuigen werden gehoord. Daar bij bleek, dat de politie op den eersten ver dachte eenige sleutels in beslag heeft geno men, welke door personeel van „Centraal Be heer" herkend werden als afkomstig uit het kantoorgebouw. Een pensionhoudster uit Breda deelde mede, dat de eerste en derde verdachte op 27 April hun intrek b(j haar genomen hebben. Zij heb ben haar toen een groote som geld in be waring gegeven. Denzelfden dag is de politie nog gekomen om beslag op het geld te leggen. Inspecteur van politie Malse verklaarde, dat aan den eersten verdachte sleutel en een hand schoen zijn vertoond. Verdachte herkende die toen als zijn eigendom, maar, nadat getuige hem er op gewezen had, dat de voorwerpen in het gebouw aan de Zeestraat waren gevon den, zeide verdachte dat hij zich vergist had. De herkenning van de handschoen was echter aanvankelijk zeer spontaan gegaan. Een winkelbediende uit Amsterdam verklaar de, dat de eerste verdachte in het laatst van April bij zijn patroon verschillende inkoopen heeft gedaan. Getuige heeft toen een bank biljet van 1000 moeten wisselen voor den eersten verdachte. Bij deze gelegenheid heeft verdachte D. zijn oude schoenen achtergelaten. De politie heeft in tuinen aan de Zeestraat voetsporen gevonden. Naar aanleiding daar van is zij op zoek gegaan naar schoenen. Zij heeft toen beslag gelegd op de schoenen van verdachte te Amsterdam. De schoenen waren inmiddels al weer in andere handen overgegaan. De schoenen bleken precies te passen in ge vonden voetsporen. Verdachte gaf toe, dat deze schoenen thans ter zitting aanwezig aan hem hebben toebehoord. Personeel van „Centraal Beheer" legde ver klaringen af omtrent het geld, dat verdwenen is. Hieronder was ook een biljet van 1000, waarvan het nummer hetzelfde is als dat op het biljet, dat de politie in beslag heeff geno men. Verdachten bleven ook na verder getuigen verhoor ontkennen. Het O. M„ waargenomen door mr. Hermans, achtte door de getuigenverklaringen ten aan zien van de eerste beide verdachten den dief stal en ten aanzien van den derden verdachte heling bewezen eisdh tegen de verdachten respect, zes, drie en twee jaren gevangenis straf. De verdedigers van de drie verdachten mrs. Baak, Lammers en Kooien, concludeerden tot vrijspraak. Uitspraak 19 Juli a.s. JENEVERDIEFSTAL. 8 vaten weggenomen. Voor de Vacantiekamer der rechtbank te Amsterdam hebben terecht gestaan de 44-ja- rige koopman v. W. en de 37-jarige losse werkman B„ beiden recidivisten, ter zake, dat ze op 15 April uit van Houwelings limonade- fabriek aan de 1ste Passeerderdwarsstraat te Amsterdam 8 vaten jenever zouden hebben weggenomen. Het slot zouden ze vooraf uit de straatdeur hebben gezaagd en het gat hebben toegestopt met aardappelen en krantenpapier In den vroegen ochtend van den T5den April zijn ze met een vrachtauto naar het perceel gereden, hebben de vaten ingeladen en wilden ze zoo transporteeren naar een bottelaar op de Brouwersgracht. Deze had den vorigen avond gezegd, de jenever voor 2 per L. te willen koopen; hij had evenwel de kommiezen gewaar schuwd, die dan ook, in de meening dat clan destien gedistilleerd zonder geleidebiljet werd vervoerd, den auto aanhielden en de jenever in beslag namen. De verdachten ontkenden de jenever gestolen tt» hebben; ze beschuldigden den eigenaar en den chauffeur van den vrachtauto, de eigenlijke daders van den diefstal te zijn geweest. Dc chauffeur, dié de verdachten reeds vroe ger kende, zou den avond tevoren aan "W. heb ben gevraagd, of deze niet iemand wist, die jenever a 2 per L. zou kunnen gebruiken; v. W. zou dus slechts als tusschenpersoon heb ben gefungeerd, en B. zou alleen bij het opladen hebben geassisteerd. De eigenaar van den vrachtauto en de chauf feur ontkenden ten stelligste iets van de zaak te hebben geweten. Het O. M., waargenomen door mr. Massïnk, achtte het wettig en overtuigend bewijs, dat de beide verdachten den diefstal hebben gepleegd, geleverd; hij eischte tegen ieder der verdach ten een gevangenisstraf van twee jaar. De verdedigers, mr. Sikkel en mr. Grooten, meenden, dat hier ten hoogste sprake kon zijn van clandestien vervoer en heling, maar waren van oordeel, dat ook hiervoor geen voldoend© bewijs verkregen was. Op grond hiervan vroe gen ze vrijspraak van verdachten. Uitspraak 15 dezer.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1927 | | pagina 6