KINDERRUBRIEK.
Ook een Zwempartij.
De rubriek van Oom Karei
Juli.
Bij Maneschijn.
Julimaand, toch duur je lang,
Eer 't vacantie is!
Steeds meer nadert het rapport
Denkt eenshet ging mis I
't Is toch wel een vreemd idee
Nu de laatste keer
Dat je in je klasse zit,
Nooit kom je er weer
Al stemt d' overgang je blij
Al te snel ging 't jaar voorbij.
Hondjes mogen, net als jongens.
Niet alleen aan 't zwemmen gaan;
Maar 't is net als bij de kindren.
Wat niet mag, wordt 't liefst gedoan.
Van de springplank prachtig duiken
Met een plons in 't diepe bad,
Jongens, wat een heerlijk pretje.
Voor een hondentroep is dat 1
Kinderen van menschen leggen
Eerst hun klceren op de kant.
Maar de hondejonkies hebben
Aan die dingen erg het land.
i
Net zoo als ze zitten leeren
Bij de meester in de klas.
Of van 't middeghapjo smullen'
Bij hun bordje in het gras.
Net zoo plompen z in het water:
Een, twee, drie, daar ga je maat.
Even droppels schudden, zooEn
Verder droogt het wel op straat.
Als ze thuis zijn, ziet vast niemand,
Waar ze stiekem zijn geweest
En ze houden morgen stellig
Weer zoo'n heerlijk waterfeest.
Al die kale, gledde rakkers
Komen droog genoeg naar huis, 1
Maar wat moet je nou beginnen
Met zoo'n zocht, langharig buis.
Met zoo'n vacht van zijdcharen,
Die je liefst niet knippen laat, 1
Droogt je pakkie heelemaal niet.
Ook al loop je lang op straat.
Maar als z allemaal gaan zwemmer v
Doe jc mee aan al die pret,
Ook al weet je, dat het 's avonds
Zijn zalZonder kluif naar bed I
UIT ONZE MOPPENTROMMEL',
Afgepoeierd.
Nieuwsgierige„Zeg, Picterscn, waar leef
jij tegenwoordig toch van Niet werken, fijn
in de klceren
Pietersen„Ja, dat zal ik je vertellen. Als
ik aan den gooien ouwen tijd denk schiet er,
altijd een brok in mijn keel cn die slik ik in,
en dan is mijn honger weer over!"
Nieuwsgierige„En je kleeding dan
Pietersen„Nu als m'n honger op die manier
gestild is, valt me een pak van 't hart cn dat
trek ik dan aan."
(Ingez. dooT Bobbie.)
w
CORRESPONDENTIE.
Sprinkhaan. Dat overkomt «Je besta
wel eens. En zoo heel erg is dat toch niet.
Dat ken dus een prettige vacantie worden.
Kemphaantje. 1 Dat hoop (k ook.
Maar tegenwoordig moet je er niet al te veel
op vertrouwen. Het doet soms erg raar hoor I
Stormvogel. Ja, dat is een heele tijd
geleden. Maar dat kon niet anders. Vindt ja
het niet fijn om naar de Handelsschool te»
gaan J
Blondje. Wat een pret zal je dan KcSh
ben. Als het weer nu ook maar mooi is, an
ders heb je cr niet veel aan. Veel plezier hoort
Gymnast. Natuurlijk en geduld h
zulk een schoone zaak I Dan' zal jc het wel
geweldig druk hebben. Wel gefeliciteerd hoot
met die onderscheiding. Prachtig I
Bobbie. Dus nog twee meer. Dat Wrv*
dert natuurlijk niets, als je de andere ook
maar hebt. Ja, alles schijnt dit jaar wat laa^
te zijn. Dat hoor ik tenminste zoo hier en daar<
Rozenknop. Als het door gaat1,
wensch ik je heel veel plezierEn goed weet
natuurlijk in de eerste plaats.
Cupido. 1 Waar wordt die gehouden!,
Misschien kom ik dan ook eens kijken.
Winterkoninkje. Ja, maar dat' gei
beurt niet dikwijls f Anders zijn het er maan
twee. l
Poppenmoeder. Van hartrt beter-»
schap hoor f Ik hoop dat ik weer gauw eert
•eigenhandig geschreven brief van je krijg
Gouden Regen. Ja, dat valt lang
niet mee. Maar 't is toch wel aardig werk
hoor I
Ton Neveu. Wat een reuzen tijd. Heer*
lijk hoor. Geniet er maar veel van.
Leesgraag. VeH plezier en goed suO*
ces met je examen, 't Is daar wel mooi, trou*
wens die hcele streek is prachtig.
Silene. Ja, nu is alles weer in orde.-
Natuurlijk mag dat. Stuur het maar, als het
klaar is.
Pannokock. Ik zal or naar vragert
hoor. Maor je hebt er toch al gehad
Mol. Je hebt het toch gevonden, en daf
is de hoofdzaak.
Bloeme n-p rinses. Natuurlijk. Heel
graag zelfs. Wot een mooie naam heb je uit*
gekozen. Houd je zooveel van bloemen
U n i k a. Niets geen bezwaar hoor. Hort
moer hoe iiever.
Knor. Dat was cok zoo, maar je hebt drt
bedoeling toch wel begrepen.
Dwerg. Ben jc nu weer heelemaal be*
ter Gelukkig dat je het nog kon doen op dirt
manier.
OOM KARECi
Zooals ik jelui beloofd heb, zal ik dezen keer
weer wat meer schrijven. Van verschillende
neefjes en nichtjes hoorde ik, dat ze het niets
aardig vonden, dat er geen correspondentie
ïubriek in de krant stond de laatste weken. Ja,
die heeft inderdaad een paar keer moeten ont
breken in verband met den kampioen-raadsel
wedstrijd. Nu ik het toch over dien wedstrijd
hebwat hebben jelui me verrast met dat
groote aantal brieven. Ik dacht dot er dit keer
geen eind aan zou komen. Telkens en telkens
werden me er weer nieuwe gebracht. En het
mooiste was nog, dat cr meerdere neven en
nichten waren, die alle raadsels hadden opge
lost en dus vo:r den kampioenstitel in aan
merking kwamen. Er moest dus geloot wor
den. Wie de gelukkige is geworden vinden jelui
wel hieronder.
Wat begint de groote vacantie snel te nade
ren hè, of beter gezegd als jelui dit lezen, is
hij er voor de meesten al. Het is nu maar te
hopen, dat we een mooien zomer krijgen. De
Itotste dogen begint het er werkelijk op te
lijken. Alleen zoo nu en dan doet het weer
erg raar in de lucht. Toch is zoo'n regen
buitje wel opfrisschend maar zoo dikwijls is
het weer dan weer voor eenigen tijd heele
maal van streek. Maar we zullen maar hopen,
dat dat niet gebeurt en dat jelui een mooie
vacantie hebben.
Nu zal ik maar eerst dc oplossingen van dc
raadsels loten volger,
OPLOSSINGEN VAN DE KAMPIOEN
WEDSTRIJD-RAADSELS
I. Dobbelsteen.
II. „De morgenstond heeft goud in den
mond" met gerst, hond, Eem, gom, oud- den
nen, dit f, en d.
III. Arend, uil, os, eend, slang.
IV. Gijsbert, Gijs, Bert of Albertus, Bcrtus,
Albert enz.
V. „In het land der blinden is één-oog Ko
ning" met Ida, den, teer, groot, dok, git, net,
blind, Dina, hinde, lat, boot
VI Koe, roek, rot, mol, ree, meer], mot.
VII. Spin, eend ros, krab, tor, wesp, vlieg.
Vin. „Beter laat dan nooit" met rat, bal, net,
dooier, tante. -
IX. Eén, want wanneer er één mede af is,
!s het geen heel brood meer.
X. Roermond met rond, oord, moor, rem.
Dc eerc-titcl van „Kampioen" is verworven
door Rozenknop, die haar prijs Maandag
aan ons bureau kan komen halen.
Rozenknop heet in het vervolg in dc corres
pondentie rubriek dus kampioen" cn
moet haar briefjes ook met dezen naam medc-
ondert eekenen.
NIEUWE RAADSELS.
Het geheel bestaat uit 18 letters of 2 woot».
den cn is iets nieuws in onze krant.
7, 5, 6, 14 is iets waar wc allen van houden.
4, 12, 13, 14 is wat in den tuin staar
3, 10, T, 2, 5 is waar wc ons mee wasschen.
II, 8, 9, 12 is een bekende plaats uit Na
poleons tijd.
II, 16, 13„ 12, 7, 12, 9, 4, I, 7, 6, 9 is wat
Lena kan.
X
tf-
X
X
X
V
V
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X X
X
X
X
X
X
X X
- X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
Op de eerste rij een klinker.
Op de 2de rij een boom of meisjesnaam.
Op de 3de rij ceri raadsel.
Op de 4de rij mag je niet ongevraagd in
de klas.
Op dc 5de rij de gevraagde meisjesnaam.
Op dc Ode rij een. getal.
Op de 7de rij een ongelukkig gebrek.
Op de 8ste rij een gewicht.
Op de 9de rij oen klinker.
Het sleutelwoord is een meisjesnaam.
OPSTELLEN VAN DEN WEDSTRIJD.
EEN PRETTIGE PAASCHVACANTIE.
Toen ik Woensdag om 12 uur vrij van school
kreeg, had ik 14 lange dagen voor me, om
pret te maken en uit te gaan. HoeraIk
maakte pret, ik g i n.g uit I
Donderdags een gezellige middag bij mijn
vriendinnetje en Zaterdagavond ging ik met
Moeder en mijn hondje naar Arnhem. Wat
was dat aankomen daar om 8 uur mooi; die
honderden lichtjes van de stad. Bovenover en
Oosterbeek aan den linkerkant; ik keek mijn
oogen uit. Met dc tram waren we gauw thuis
en hadden erg veel plezier want we kwamen
als „verrassing" voor een tante, die er dan
ook niets van begreep toen .mijn hondje op-
eens de kamer ingezet werd.
De Paaschdagen waren heerlijk met prachtig
weereerst 's ochtends naar de kerk en
's middags gingen we per tram naar Velp en
wandelden we langs 't beekje naar Beekhuizen,
't Was er stampvol en ook wij gingen cr ge
zellig 'n kopje thee drinken. Er was ook nog
iets heel leuks; de honden mogen daar, denk
ik, niet losloopen en had een heer zijn jacht
hond aan een poot van een stoel vastgemaakt;
op eens ziet de hond een kat bij 't hotel en
rent er heen, de stoel achter zich aansleepcnd,
t was zóó grappig en was er eerv algemeen
gelach, maar dc hond keek. wel wat „sip".
Tweeden Paaschdeg wandelden we over Mon
nikhuizen naar dc Steenen. tafel, wat ook' zoo
mooi isteruggaande heb ik Moeder en Tan
te loten „spoorzoeken" door allerlei paadjes
met allerlei omwegjes maar ik was heel te
vreden over hen, ze deden 't goed I
Dinsdags waren we in Oosterbeek waar we
wandelden over de Hemelsche berg, 't was er
prachtig; ik wou anemonen plukken en zakte
heelemaal in 't moeras, ook leukl
Woensdag hadden we feest! Mijn Tante was
jarig en kwam .mijn zusjo 's ochtends ook;
's middags moest ik, opgeprikt in 'n zijden
jurk mee „ontvangen", 't Was „taai" hoor
Donderdags vertrokken we weer, eerst per
tram naar Wogeningen waar we een paar uui-
tjes bleven en toen naar huis.
En toen kwom Vrijdag, to?n kwam de dag
voor Amsterdam, de dag waarop ik me a)
zoolang op verheugd had. Nu, we gingen
al vroeg en waren we om 9 uur al tc A. en 'n
half uur te vroeg bij 't Koloniaal Instituut, we
wandelden toen maar in 'n Park bij de vijvers
waar we nog 'n kibbelpartij tusschen twee een
den meemaakten. Eindelijk om 10 uur ontsloten
ze de deuren. Wat een prachtig gebouw
is dat, zooiets had ik nog nooit gezien, dat
alleen is nl de moeite waard en wat we verder
niet zagen I Vanillestokjes aan de boom, ka
toen en kapok in 'n soort noot, allerlei Indi
sche vruchten en dan dc schatten van Lom
bok, prachtig die juweelen ep dat goud cn zil
verwerk; alles zagen we niet eens maar we
moesten weg en reden wel bijna een half uur
met dc tram voor we bij onze vrienden waren.
Ik had daar ook veel plezier met een groote
„Groenendacler" die nog heel jong, heel wild
en ongedresseerd was's middags gingen we
voor mijn plezier naar „Watt en V, Watt als
kruiers"; daarna aten wc nog bij de familie
en toen was 't alweer omkwart voor tien
kwamen we weer thuis. Toen nog een paar
rustige dagen voor de school weer begon, maar
Zaterdags was 't leuk want toen kon ik mijn
prijs van dc kinderrubriek halen, een heel aar
dig boek, toevallig kreeg ik nog een prijs van
andere raadsels. Verder was 't slecht weer en
speelde ik thuis, wat ook heel goe4, gaat.
En nu ga ik weer naar school maar houd
een prettige herinnering van mijn Paaschva-
cantie
(Ingezonden, door Leesgraag.)
Naar aanleiding van onze opstellen-wedstrijd
schreef Leesgraag me nog de volgende
ONTBOEZEMING.
Twintig opstellen te lezen J
't Moet voorwaar een krachttoer wezen,
Twintig pootjes te ontcijferen
Die zoo voor de wedstrijd ijveren
't Is verbazend, wat een tijd
Kost zoo'n leuke opstel-strijd.
Maar wij nichten en wij neven
Willen de verzekering geven.
Dut we blij zijn wot U doet
Voor al 't klein cn groote goed.
Leve ons' aller Oome Karei I
'n Reuze man, 'n reuze purcl I
Leef nog vele jaren lang f
Is ons oller oprechte zang.
Het Hondje.
Kleine Wim zou vijf jaar worden ei.
bovenaan het verlanglijstje, dat door zijn
moeder geschreven was, stond: „een
hondje."
Of hij het ook krijgen zou? Hij had dat
al eens voorzichtig bij zijn ouders probee-
ren uit te visschen, maar die glimlachten
geheimzinnig en zeiden, dat hij maar moest
afwachten en dat hij het wel zien zou.
Den avond vóór zijn verjaardag kon hij
van verwachting niet eens dadelijk in slaap
komen; hij lag zeker nog wel een kwartier
wakker en toen hij eenmaal sliep, droomde
hij van een alleraardigst bruin hondje, dat
hij Fidel noemde en dat hem overal, in
huis, in den tuin en op straat, achterna liep.
Gelukkig gaat de tijd gauw voorbij als
je slaapt en vooral als je prettig droomt.
Wim kon zich dan ook niet begrijpen, dat
het al licht was, toen hij wakker werd en
zijn verjaardag dus was aangebroken.
Daar hij toch nog niet mocht opstaan,
vóór Moeder hem kwam roepen, hield hij
zich doodstil cn luisterde ingespannen, of
er soms ergens in huis een hondje blafte.
Maar hij hoorde niets.
Eindelijk was de tijd voor opstaan ge
komen en Wim haastte zich zoo veel moge
lijk, om maar gauw beneden te zijn. Daar
kreeg hij van Vader en Moeder een houten
hondje op wieltjes. Even was Wim erg
teleurgesteld, maar toen hij zag, hoe grap
pig het hondje sprong en huppelde, als hij
het aan het touwtje over den grond trok,
vond hij het toch wel een erg mooi cadeau,
al was het dan ook niet het hondje, waar
van hij gedroomd had.
Het volgend jaar zou hij slimmer zijn!
En toen het jaar bijna om was en hij weer
jarig zou worden, vroeg Wim aan Moeder
om bovenaan zijn verlanglijstje te schrijven:
„een hondje, dat blaffen kan."
Nu zou men hem dus niet meer met een
speelgoedhondje kunnen afschepen
Maar toch was Wim er lang niet gerust
op, dat ditmaal zijn hartewensch in vervul
ling zou gaan. „Een hondje op een boven
huis, beste jongen, heusch, dat is niets ge
daan," had zijn vader gezegd. Of zou dat
alleen maar geweest zijn om hem te pla
gen?
Weer daalde Wim vol verwachting
's morgens de trap af en weer kreeg hij een
hondje: een bruin wollen hondje met grap
pige, lange slappe ooren, dat blafte als je er
in kneep. Het was weer niet, wat hij bedoeld
had, rnaar toch was hij ook hiermee erg in
zijn schik.
En weer ging er een jaar voorbij, waarin
heel wat gebeurde. De ouders van Wim
waien verhuisd en het mooiste daarvan
vond Wim, dat bij dit huis ook een tuin was,
wel een klein stadstuintje, maar dat hin
derde niet. Achterin was een zandhoop en
een klein stukje van den tuin was van Wim.
Daar mocht hij heelemaal zelf voor zorgen.
Doch het allerbelangrijkste wat er dat
jaar was gebeurd, was dat Wim nu naar
school ging. Toen zijn verjaardag weer in
het zicht kwam, kon hij al vrij aardig schrij
ven, al ging het nog niet al te vlug.
Zijn verlanglijstje schreef hij ditmaal dan
ook zelf en bovenaan stond: „een hondje,
dat blaffen, eten, drinken en loopen kan;
een echt, levend hondje."
Vader moest lachen, toen hij het las. Of
dat een goed voorteeken zou zijn
Weer kwam Wim de huiskamer binnen
stappen, op den morgen van rijn verjaar
dag, maar dit keer werd hem geen geschenk
overhandigd. „Ga maar eens in den tuin
kijken, mijn jongen," zei Vader, „daar zul je
een cadeautje van Moeder en mij vindén."
Wim holde den tuin in en wat zag hij
daar? Een allerliefst bruin hondje, bijna
hetzelfde hondje, waarvan hij twee jaar ge
leden gedroomd had I Alleen had dit een
wit vlekje boven op zijn kop, wat hem nog
aardiger maakte.
En toen Wim een tijdje met het beestje
gespeeld had, merkte hij pas, dat achter in
den tuin nog een cadeau stond: een keurig
groen en rood geschilderd hok voor Fidel.
Opgewonden draafde hij toen weer naar
binnen: „Vader, Moeder, dank U wel voor
dat prachtige cadeau, hoor!" zei hij. „En
weet U, wat zoo gek is? Het is net, of ik
nog veel blijer ben met Fidel, nu ik zoo
lang op 'hem heb moeten wachten."
„Ja, jongen," zei Vader, „zoo gaat het
altijd. De dingen, die we krijgen zoodra we
er maar om vragen, waardeeren we nooit
zoozeer als iets, waar we een tijd naar
verlangd hebben."
Dat begreep Wim nog wel niet heele
maal, maar hij voelde toch wel, dat Vader
gelijk had.
En toen ging hij weer gauw den tuin in,
om met Fidel te spelen, die daar al even dol
op bleek te zijn als zijn kleine baas.
Als het haast niet donker wordt T»7
Met den Zomertijd,
Als je, fijn, na tafel nog
Vlug naar tennis rijdt,
Als je voor *t examen werkt
Gym of H. B. S.,
En als 't heele huis nog slaapt,
Opstaat voor een les.
Als de zon zoo lekker brandt,
Dan is Juli in het land.
Als je kersen eten mag.
Lekker rijp gestoofd,
Als je Vader voor 't rapport,
Je een fiets belooft,
Als er thuis steeds inmaak is
En je erwtjes dopt,
Als je Moeder manden vol
In de flesschen stopt,
Als je droomt van bosch en. strand,
Dsn is Juli in het land.
Als de klaproos vurig rood,
Langs de wegen staat,
Als de nachtegaal in 't boscli
Als het stil is, slaat,
Als je naar de duinen fietst,
Waar de brem weer geelt.
Als je thuis komt van het veld
Warm en moe gespeeld.
Als je lui ligt in het zand.
Dan is .Juli in het land.
Bij maneschijn, bij maneschijn
zien wij de dingen wonderfijn:
een elfje glijdt er heen en weer
in 't bootje rank op 't mane-meer,
een sprookjesslot sterk en geducht,
staat schitt'rend tegen d' avondlucht.
Wij beidjes, ikke en broer Frans,
zijn in den tuin met popje Hans
wij kwamen stil ons bedje uit
de maan scheen helder door de
ruit
hoe mooi, hoe mooi, hoe wonderfijn
zien w' alles nu bij maneschijn
HERMANNX.