L. J. LUiJCX Zn. de wilde Hertogin Zomer-Opruimimg. 'Jaargang No. 8 APAfcKSFOO RTSCH DAGBLAD „DE EEMLANDER" 'TWEEDE BLAD. GEVAARLIJKE CORRES PONDENTIES RADIOPROGRAMMA FEUILLETON. .ff - Zaterdag 9 Juli 1927 HET KLASSIEKE VOORBEELD (Nadruk verboden). Toevallig bladerend in een boek van een bekend geleerde, die aan de levensbe schouwingen der oude volkeren veel aan dacht beeft gewijd, trof mij een opmerking, waarmee ik het niet geheel eens kan zijn. Handelend over den beroemden Cihinee- sdhen wijsgeer Kong-tse, verklaart de ge leerde, dat hij het van dezen niet verstandig vindt, niet zichzelf, maar een paar oude legendarische wijzen aan zijn tijdigenooten tot voorbeeld te hebben gesteld. ,;Dit was", zegt de geleerde, „een groote misgreep, en rustte op een geheele misken ning van de menschelnjfce natuur. Alsof de nevelachtige gestalte van lang gestorven wijzen een sterk motief kon worden voor bet leven, en alsof hun voorbeeld' ten baken kon dienen in de stormen van het heden!" Met <Le®e opmerking- veroordeelt de ge leerde een algemeen e levensgewoonte. Zijn niet al de groote voorgangers en lands lieden, die wij elkander tot voorbeeld stel len. personen uit het verre verleden? De iheüden uit de geschiedenis, de heiligen uit den godsdienst zijn zonder uitzondering nevelachtige gestalten van lang gestorve nen. Waarom zien wij in hen de volmaakt heid en niet in onze verdienstelijke tijdge- nooten? ^Zou het niet zijn, wijl ook de verdienste lijkste onder ons op den keiper beschouwd; zijn tekortkomingen heeft? Kong-tse zal ze gehad hebben, en was zioh dit zelf 'bewust. Had hij zichzelf ten voorbeeld .gesteld dan wist hij, dat ten overstaan van zijn naaste cfigeviwg zijn onvolmaaktheid spoedig zou blijken en dat hij daarmee zijn gezag zou verliezen. Niemand is groot voor zijn kamer- die naar en dikwijls ervaart men, dat juist de edelste en geniaalste onzer medemen- cdhen zich onderscheiden door misschien op 'zichzelf vrij onschuldige hebbelijkheden, die echter htm beeld voor den vereerder ontsieren. Ook de grootste persoonlijkheid Heeft zijn kleine oogenblikken; ook het sterkste karakter zijn zwakke zijden. En zoo zal, wie weet het niet uit eigen ■vering? de persoonlijke kennismaking met een door ons vereerd mensdh steeds ..«eer teleurstellen. Is dit het navolgenswaar- <Sge voorbeeld, deze man met zijn lachwek kende eigenaardigheden; deze vrouw met haar onbevallig uiterlijk of grillig humeur? Slechts op een afstand blijft onze illusie on gerept. Helden en heiligen moet men, gelijk schilderijen, op een afstand bekijken Van dichtbij onthult zich het schoonste beeld als een menigte onooglijke verfklonters. En zoo acht ik het zeer menschkundig van Kong- tse, dat hij zijn tijd de groote wijzen uit den voortijd als navolgenswaardig voorhield, overtuigd als hij was, dat men met de ver ering voor hem zou wachten, totdat ook ijn gestalte in het grijze verleden terug getreden zou zijn. Er zal voor menig argeloos mewsch iets nbe vredige nds liggen in de gedachte, dat vij slechts gestorven helden en heiligen unnen ten voorbeeld nemen, omdat de evenden nimmer volmaakt blijken te zijn. s onze vereering dan. slechts op illusie ge grond en niet op de werkelijkheid? Inderdaad zou men het zoo kunnen be schouwen, wanneer men de hoogste en veiligste idealen der menschheid voor inge heid hield. Want wat doen wij met onze hiligen en helden tenslotte andei's, dan dat ij onze eigen idealen op hun nevelachtige estalte projecteeren. Wij versieren dat grijze beeld uit de oudheid niet slechts met chitterende gewaden; wij zetten het niet Heen een stralende aureool om het hoofd, maar wij versieren het met iets, dat veel be- angrij'ker en veel heerlijker is dan het kost baarste purper en, het zuiverste goud. Het, verhevenste, wat wij in de ziel ais verlan gen eni hoop aankweeken, dragen wij op onze voorbeelden over en wij maken, wat in ons nog slechts gevoel en gedachte was, voor hen tot werkelijkheid. Zij zijn de be lichaming van ons hoogste goed, de ver persoonlijking van onze innigste deugd. Wat wij nimmer kunnen bereiken, laten wij hen bereiken en als zij het bereikt heb ben, worden hun onvergelijkelnvke daden navolgenswaardig voor ons. Ligt hun groot ste bete eken-is niet in hetgeen wij in h un gestalte met ons verlangen geschapen heb ben? Het is niet om hun groote deugd in het verleden, dat zij belangrijk zijn; het is om de groote deugd, welke zij aan het levende heden hebben ontleend. Illusie is niet dit verheven verlangen, dat van geslacht op geslacht overgaat, dat in eiken memsoh zich herhaalt en aldus de eeuwigheid heeft. Illusie is de tijdelijke ge stalte met haar noodwendige gebreken en met de klemmensohelijke eigenaardigheden, welke de grootschheid van de Idee onver mijdelijk afbreuk doen. Wanneer in zekeren mensch het heilige en heldhaftige zich op bovenmatige wijze heeft geopenbaard, dan vergeten we de hinderlijke bijkomstigheden, zoodra de dood met zijn wijdende hand hem heeft aange raakt. Dan is het belachelijke en benepene rerleden geworden, maar het eerbiedwaar dige en grootsche heeft het eeuwige heden bereikt. Hierom is het, dat wij als vanzelf onze navolgenswaardige voorbeelden bij het voorgeslacht zoeken. De grijze voortijd ver schaft slechts het kader, waarin onze helden- en heiligenfiguren in hun volmaakten glans uitkomen. De vlekjes, waarmee de natuur lijke menschelijkheid ook» de volmaaktste wezens besmeurt, wisciht louter de tijd uit Desondanks kan ik onzen geleerde toe geven, dat het levende voorbeeld beter ten baken kan dienen in de stormen van het •heden d'an de nevelachtige gestalte van een lang gestorven heilige of held. Doch om het levende voorbeeld boven het d'oode te kiezen, moet de mensohelijke gemeenschap een hooger peil van ontwikkeling hebben bereikt dan de Ghineezen tijdens Kong-tse, maar ook dan de Europeanen uit de twin tigste eeuw. Het hoogste, wat de mensch kan bereiken, is dat hij de werkelijkheid onverbloemd durft aanvaarden. De werkelijkheid met haar deugd, maar ook met haar tekortkoming. De volmaakt wijze mensch, die den zjn van het leven doorzien heeft, zal het onder scheid tusschen leelijk en mooi niet meer gevoelen als een volstrekt verschil. Hij zal het lidht met de schaduw als een onver brekelijk geheel, als een harmonische schoonheid waar deer en en in den edelen nsch juist het verhevene te eerbiedwaar- >,.;er achten, naarmate het door de onver mijdelijke tekortkomingen van het mensch- zijn de bekoring van het natuurlijke erlangt. Want de held' en de heilige kan- voor hem alleen dan het navolgenswaardige voor beeld zijn, zoo hij meer dan een volmaakt schilderij en meer dan een belichaamd be grip, zoo hij is een van vleesöh en bloed warm levend, strijdend en strevend mensch zooals wij. H. G. CANNEGIETER. UIT DE STAATSCOURANT. Voornaamste Kon. besluiten enz. uit dc Stuatscourant van heden avond. Op verzoek eervol ontslagen mr. J. H. Hy- mans als rechter-plaatsvervanger in dc recht bank te Amsterdam; idem mcj. M. E. J. van Rijn als secretaiis van den Armenraad tc Alkmaar. DE NIEUWE NEDERLANDSCHE GEZANT TE BERLIJN. Men seint ons uit Berlijn Rijkspresident Hindenburg ontving heden den nieuwen Nederlandschen gezant Graaf van Limburg Stirum ter overhandiging van zijn ge loofsbrieven. RECf Van 1—4 regels 4.05, elke regel meer 1.— Langestraat 49 Groote Jaarlijksche Spolkoopjes in alle afdeelingen DE AANGEHOUDEN FOOL HEEL WAT MEER OP Z'N KERFSTOK Men meldt ons uit s Gravenhage Zoools men zich zal herinneren, zijn eeni- gen tijd geleden enkele bijzonderheden gepu bliceerd over dc aanhouding "an een Pool, die door middel van advertenties in de blu- den in connecties zocht tc komen met dames en van wie later bleek, dat hij een „onge- wenschte vreemdeling" was, die verschillende valsche passen in zijn bezit had Dit bericht trok ook in de buitenlandsche pers de aandacht en kwam zoo onder de oogen van buitenlandsche autoriteiten Toen bleek, dat de aangehoudene nog veel meer op zijn kerfstok heeft, dan men aanvan kelijk vermoedde. Uit verschillende plaatsen in Tsjecho-Slo- wakijc. Polen cn Duitschland bereikten de Haagschc politie brieven, waarin mededeeling werd gedaan van oplichterijen, zwendelarij enz, waarvan de aangehoudene, die zich nu eens uitgaf voor Odermnfh, dan weer voor Sandoi, Wepbach of Bcigel, verdacht wordt Van den officier van justitie te Offenburg kwam een schrijven, dat men een zekeren Odermath zocht ter zake van oplichting en „Heiratsch windel". Een bevel tot gevangenneming was reeds tegen hem uitgevaardigd De verschillendee namen, welke op zijn pos sen voorkomen, zijn alle van dames, waarmee hij in connectie geweest is. Op de ccn of andere slinkschc wijze wist hij een pas van de dame in handen te krij gen, welke hij zich toeeigende, portret ver anderde enz. Zoo kwam hij in het bezit van valsche passen. Enkele van de dames zijn verdwenen, zoo dat het vermoeden, dat men met een hande laar in vrouwen cn meisjes te doen heeft, aan merkelijk versterkt is. Een uitgebreid internationaal onderzoek om trent de handelingen van den Pool zal inge steld worden. Ondertusschen heeft de officier van justitie te Offenburg aan de ï^edcrlondschc regeering zijn uitlevering gevraagd. INBREKER AANGEHOUDEN. Dc politie te Oegstgecst heeft aangehouden en ter beschikking van de justitie gesteld, een zekere J. H. G. S. uit den Haag, die in den nacht van Dinsdag op Woensdag pogingen had gedaan om in te breken in twee villa's in de Emmalaan te Oegstgeest, welke door de fa milies van H. en van der W worden bewoond. Bij laatstgenoemde had de inbreker het raam reeds opgeschoven, toen de heer van der W. onraad bemerkte en met een geweer gewa pend aan het venster verscheen, waarop de inbreker zich ijlings uit de voeten, maakte er» in het nachtelijk duister verdween. Alhoewel dc man weigerde een bekentenis af tc leggen, heeft de politie overtuigende bewijzen tegen hem, terwijl ook de heer van der W. beweerde in hem den inbreker te herkennen. Hij is van morgen in het Huis van Bewaring ingesloten Bij fouilleering werden op hem inbrekerswerk tuigen gevonden. MISHANDELING MET DOODELÏJKEN AFLOOP. Dc rechtbank te Tiel veroordeelde verder W. 'A. K. te Heenuvaarden wegens mishande ling den dood ten gevolge hebbende, tot cén jaar gevangenisstraf met aftrek van dc preven tieve hechtenis. GEHUWD RESERVEPERSO- NEEL VOOR VERBLIJFSVERGOEDING ONGEHUWD BESCHOUWD Op de vragen van den heer K. ter Laan be. treffende de ministerieelc beschikking van 1 Maart 1926, waarbij het gehuwde reserveper- soncel, dat zich in wcrkelijken dienst bevindt, voor de toekenning van verblijfsvergoedingen als ongehuwd wordt beschouwd heeft de heet Lambooy, Minister van Oorlog o.m. het vol gende geantwoord Het in de ministerieele beschikking van 1 Maart 1026, 11de afd. no. 27 (L. O I92C no. 70) met betrekking tot het recht op verblijfs vergoeding van het verlofspersoneel bepaalde acht ik niet in strijd met art. 0 vnn de Wet voor het reservepcrsoneel der landmacht 1905 en in overeenstemming mot de sedert de to' standkoming dezer wet steeds door dc Re- gecring gehuldigde opvatting. Het gehuwde reservepcrsoneel, dat zich in wcrkelijken dienst bevindt, wordt als onge huwd beschouwd krachtens het bepaalde punt c van II ven de Algemeene Bepalingen v&n het Reglement van Administratie bij de Landmacht, vastgesteld bir Kon. besluit van 6 Juni 1916 no '25 en bij Kon. besluit van 24 Anril 1920 no. 33 gewijzigd. Thans sedert de daarin bij Kon. besluit van 7 December T922 no. 36 gebrachte wijziging luidt het JBij dit reglement wordt verstaan door e. Gehuwden vrijwillig; dienende militairen, niet behoorende tot het verioT^personeel, die gehuwd zijn of die weduwnaar of gescheiden man zijn met één of meer bij hen inwonende onverzorgde eigen of aangehuwde kinderen, mits, voor zooveel dc militairen beneden den Tang van officier betreft, voldaan wordt aan de door Onzen Minister van Oorlog vastge stelde of nader vfi^t te stellen eischen, dan wel de belanghebbenden met toestemming van don Minister von Oorlog als gehuwden voor den militairen dienst zijn aangenomen' Ik tecken hierbij vooit aan, dat ook vóór het in werking treden van de Wet \oor het reserve-personeel der lundmacht 1905 alleen het beroepspcrsoneel militair-administratief tot de gehuwde gerekend werd en wel alleen, wanneer tot het huwelijk de vereïschte toe stemming of goedkeuring was verkregen. OVERTREDING WET GEDISTILLEERD. Een boete van f 290,000. Men meldt ons uit Amsterdam: Naar men zich wellicht herinnert heeft de Rijksadvocaat mr. Asser in de zitting van het gerechtshof alhier van 15 Juni j.l. bekrachti ging gevraagd van het op 16 December van het vorig jaar door dit Hof bij verstek gewezen arrest in de zaak-Schönhuth uit Haarlem. In dit arrest heeft het Hof bij verstek bevestigd het vonnis van dc rechtbank tc Haarlem van 2 Februari van 't vorig jaar, waarbij de heer J. C. E. L. Schönhuth, beheerend vennoot der handelsvennootschap J. A. de Haas en Zoon te Haarlem, wegens overtreding der wet op het gedistilleerd, werd veroordeeld tot 82 geld boeten, te zamen bedragende 296.861.40, bij gebreke van betaling of verhaal te vervangen door 82 hechtcnisstraffen van 2 dagen. Men weet dat de lange duur van dit straf proces verband heeft gehouden met het feit, dat op 28 December van het vorig jaar de ver oordeelde van genoemd verstekvonnis in ver zet was gekomen, terwijl hij tevens cassatie bad aangeteekend tegen een beslissing van het Hof, waarbij verstek tegen hem werd verleend, hoewel aanvankelijk zijn gemachtigde mr. J. de Vrieze te dezer stede en zijn verdediger, mr. G. W. C. Plister uit Haarlem, waren toegela ten fia 28 December heeft het Hof zich nog met de behandeling dezer zaak bezig gehouden op 31 Mei(het cassatie-beroep was inmiddels verworpen) op 15 Juni j.l., op 29 Juni j.l. en eindelijk op heden. Het Hof heeft thans zijn bij verstek gewezen arrest vernietigd en de gronden tot vrijspraak, door den verdediger aangevoerd, verwerpende, den beklaagde schuldig verklaard aan het koo- pen van accijnsgoed, hetwelk bij vervoer door document gedekt moet zijn; 102 maal gepleegd en strafbaar gesteld bij artikel 8 der wet van 4 April 1871, en hem deswege veroordeeld tot een totaal aan boeten van 290.000, bij niet betaling te vervangen door twee dagen hechtenis voor elke boete. DE ONBEWAAKTE OVER WEGEN PAARD EN WAGEN DOOR EEN TREIN GEGRÉPEN' Een wagen met tapijten, vlechtwerken, enz van de firma C. T. Vreeswijk te Haarlem rijdt van stad tot stad. Gistermorgen verliet de wagen, besponnen met oen paard, Meppel om noor Steenwijk te gaan. Bij den onbewaakten overweg tc Onna werden paard cn wagen door den sneltrein, die te half tien van Meppel naai Leeuwarden vertrekt, gegrepen. Het paard werd gedood en dc wagen werd vernield. De beide begeleiders, twee jongemannen, bleven ongedeerd. De trein stopte. NEDERLAND EN HONGARIJE. Ncd. studenten naar Boedapest. Toebereidselen voor ccn groot sche ontvangst. Men seint ons uit Boedapest Voor de ontvangst van de Nederlandsche studenten die Zaterdagavond met een Donau- schip te Boedapest zullen aankomen, worden groote voorbereidingen getroffen. Do minis ter van buitenlandsche zaken, eenige andere ministers en de Vereeniging voor Buitenland sche politiek zullen aan de ontvangst deelne men. Een uitvoerig program is opgesteld. Op 13 Juli begint de Hongoaisch-Nederlondsche studentenconferentie. Op 15 Juli vertrekken de Nederlandsche studenten naar Miskolc cn Diosgyoer en vervolgens nnar het beroemde Mczoekoevesa. Tenslotte zal een driedaagsch uitstapje naar het Plattenmeer worden ge maakt. In de commissie rwn ontvangst hebben talrijke Nederlandsch sprekende Hongaren, waaronder vele meisjes zitting. DIPLOMATIE. Dc Nederlandsche gezant te Wcenen, jhr. mr. O. F. A. M. van Nispen tot Sevenaer, is hier te lande aangekomen en heeft zijn intrek ge nomen in het Oranje Hotel te Scheveningen, Zondag 10 Juli. Daventry, 1600 M. 10.50 Tijdsein van Greenwich. Weerbericht. 3.50—4 50 Programma van Londen. 4 20 Tijdsein. 8.20 Zje Londen. 9.15 Liefdadigheidsomroep. 9.20 Weerbericht, nieuws. 9.30 Weerbericht voor schepen. 9.35 Progr. van London. 10.20 Tijdsein. 11.15—11.25 The silent Fellowship (Uitzen ding uit Cardiff). Hilversum, 1050 M. 9.50 Dienst in de Herst. Evang. Luth. Kerk te Amsterdam. Voorganger: Drs. C. F. Wester* mann. Orgelspel door Jan Zwart. 12.00—1.15 N.O.V.-Conccrt uitgezonden uit Cinema Royal, Nieuwendijk, Amsterdam. Ver sterkt orkest onder leiding van Hugo de Groot. Medewerking van Magda van Donk, sopraan. Gerard Leendcrs, bariton. J. H. Jong, orgel. Toegang voor publiek bij dc opneming van dc muziek. 1.30—2.00 Causerie door den heer Herman Salomonson, oud-hoofdredacteur van de Java- Bode, leider van het bedrijf van het Neder- landsch-Indischc Persbureau Aneta in Europa over: De telegrafische nieuwsdiensten tusschen Nederland en Indië, zestig jaar geleden en nu, cn iets over de buitenlandsche voorlichting omtrent Indië. 2.004.00 Concert. Medewerkenden: Adolf Pcth, viool. Het Residentie Dubbel-mannen- kwaitet. Jos Heydens, levensliedjes. J. R. Gra- velotte. piano. 6.45 V.P.R.O.-uitzending uit het gebouw van den N.P.B te Hilversum. Spr. Ds. D. Sijpkens, over: De chxistel. vrijheid. F. Kloek, orgel. V.P.R.O.-lcoor o. 1. v. F. Kloek. 8.00 Persberichten cn sportuitslagen. 8.10—10.30 K.R.O-uitzending uit Leeuwar den, ter gelegenh. v. d Jaarlijksche bedevaart der Broederschap van den H. Bonifacius cn Gezellen. Mannenkoor der gezamenlijke Kerk gangers te Leeuwarden en het Leeuwarder sym* phonie-orkest o. 1. v. Kapelaan H. C Brugge- man. Verdriet doodt niet; men wordt er grooter door. BLICHER CLAUSSEN. Uit het Duitsch dooi ERNST KLEIN Geautoriseerde vertaling van L. DITHMARINE. 36 Er werd geklopt en moeder Anne, die het zich niet liet ontnemen bij dit gelukkig ontbijt zelf te bedienen, ging naar de deur. Een lakei bracht het kaartje van een heer, die Lady Grace zou willen spreken. „Mij Grace schrok Zij las het kaartje „Sir WALTER RYCE, St. James Club, Londen." „Sir Walter zeidc zij, terwijl zij ver geefs poogde zich te herstellen, „ik geloof dat dit e^n jeugdvriend van Harnld is Wat zou hij van mij willen „Ryce laat eens zien Misschien heeft hij berichten van Harald," riep Lord Burnham verheugd. In stilte hoopte hij steeds nog Gloria en Grace zagen elkander aan Tot nu toe was het hun gelukt de aankomst van Lord Neville geheim te houden. Daar er in de couranten ook geen woord over hem gestaan had, wist Lord Burnham niet eens, dat zijn schoonzoon in Londen was, om er niet van te spreken, dat hij in voorarrest zat I En nu Rïce l, Gloria gaf haar zuster een wenk. Deze ver hief zich „Halt", riep hun va.dcr, „ik weet al waarover Sir Walter je wil spreken. Hij is immers in den geheimen dienst Waarom kijken jullie zoo "verbaasd, wist je dat niet Hij gaat door voor een van onze meest geschikte beambten. Een genie op zijn gebied. Ja, zoo is het en kinderen, nu moet ik jullie ook zeggen, waarom hij hier komt. Ik heb drie dagen ge leden in mijn club gehoord; wilde er echter niet over spreken, om Gloria niet onnoodig te vermoeien Denk eens. Las Valdas is in zijn eigen huis vermoord geworden." Het was een geluk, dat Grace op dit oogen- blik achter den rug van Lord Burnham stond. Zij hield de eene hand krampachtig tegen hoor borst en greep met de andere de leuning van den stoel, waarop haar vader zat. Bijna onmerkboar trilde het koffiekopje, dat Gloria juist naar haar mond bracht. Bijna on merkbaar toch trilde het „Las Valdos vermoord? Dat is ve schrikke lijk I" zeidc zij langzaam met een klank von medelijden in haar stem. Zij verwonderde zich over zichzelf, waar zij opeens deze tooneel- speelkunst vandaan haalde. Achter l ord Burn ham hield Grace zich met moeite rechtop de oogen ,vol schrik op haar gevestigd, rand en hulp van haar verwachtend. „Ja ja ging Lord Burnham voort, „hij is nog op denzelfdcn dag, dat hij van ons nnar Londen terugkeerde, vermoord. Op de club wordt vermoed, dot er jalousie achter steekt." „Hij maakte op mij dadelijk den indruk van een man, die zonder aanziens des persoons de vrouwen het hof maakt. Heb ik dat niet da delijk gezegd. Grace toen je hem aan mij. voor gesteld had." v „Dat is zoo. U bent altijd een goede men- schenkenner geweest," kon Grace met moeite kalm uitbrengen. Daarbij gingen steeds hun blikken heen en weer. Hun vader stond op. „Nu, ik zal Ryce ontvangen. Daar Las Val das tot het corps van de diplomatie behoorde, zal het onderzoek wel aan hem toevertrouwd zijn en zal hij ons allerlei vragen willen stel len." Gloria overzag bliksemsnel den toestand en de daarin verborgen gevaren. Noch dc niets vermoedende vader, noch de geheel weerlooze Grace mochten met Ryce spreken, die met hun beiden zeker zou kunnen doen, wat hij wilde. Zij moest hem zelf zien. Zij zelve „Vadertje, één verzoek", zcide zij glimla chend, „breng Sir Walter boven 1 Al mocht ik Las Valdas niet lijden, toch interesseert de hccle geschiedenis mij zeer. Ik heb lang ge noeg stil moeten liggen en niets mogen zien of hoorer „Maar jc kunt toch onmogelijk „Ik heb u al getoond, vader, dat ik het on mogelijke kan Moeder Anne, ga naar bene den en verzoek Sir Walter een kwartiertje tc wachten Wij zullen hem dan in mijn salon ontvangen Vader, blijft u nu eens braaf buiten mijn deur wachten, om bij de hand te zijn voor het geval, dot ik toch nog niet sterk genoeg zou zijn om alleen te loopen I En jij, Grace, moet mij helpen mij aan te kleeden I" Tegenspraak was onmogelijk. Moeder Anne snelde op dit bevel heen, Lord Burnham stelde zich op wacht voor de deur. Binnen fluisterde Grace, terwijl zij Gloria hielp uit het bed op te staan „Hoe zal ik je bedanken I Hoe kan ik allés vergelden wat je voor jne doet P Gloria was reeds lang niet meer boos op haar zuster. Grace, die niet zooveel weerstand had, zoo beheerscht was als zij zelve, leed zeer, zoo- als alle passieve naturen, die zich tegenover vrcesejijke gebeurtenissen weerloos zien. Daar bij pijnigde haar waarachtig berouw en vrees voor Gloria, zij die eens met een lichtzinnige glimlach alle onaangename dingen uit den weg ging Nu had zij dag en nacht aan het bed gezeten en met fanatieke overgave zich gewijd aan de zieke die met de koorts worstelde. „Praat geen onzin", zeide Gloria, „wat wij begonnen zijn, moeten wij ook ten einde bren gen Aangezien ik hier geen klecren heb, moet je mij een paar japonnen en kimono's brengen. Maar vooral degelijk Engclsch, geen Parijsch goed I" Sir Walter Ryce stelde zichzelf voor met een groote bouquet rozen in de hand. Geen spier van zijn jeugdig gelaat verraadde zijn verba zing. dat Gloria hem zelve ontving. „Ik was reeds verscheidene malen zoo vrij geweest, telefonisch naar uw gezondheid te in- formeeren, mevrouw Sainsbury", begon hij, terwijl hij haar zijn bouquet overreikte. „Ik dank u. Sir Walter", antwoordde Glo ria, terwijl zij met welbehagen dc geur dei bloemen opsnoof „Men heeft er mij echter niets van gezegd er is zooveel getelefo neerd Zij zag haar zuster aan. „Ja", bevestigde deze, „het zou u misschien onmogelijk lijken, met hoeveel blijken van sympathie wij overladen worden. Ik had nooit gedacht, dat men in Londensche kringen zoo veel medegevoel met andere menschen kon toonen „Dat hangt van de zoogenaamde andere menschen af I" glimlachte dc elegante Sir Walter en trok een jongensachtig gezicht tot bewondering. Hij glimlachte en liet zijn blik van de eene naar de andere gaan. Grace sloeg de hare neer. Gloria glimlachte dankbaar eveneens. Zij is het, zeide hij tot zichzelf. „Eigenlijk is het een heele onderneming van mij," zeide zij, „om te wagen op te staan, maar ik ben zoo nieuwsgierig om te hooren wat er voor interessants'in Londen gebeurt is. U sir Walter, weet zeker veel nieuwtjes, hè, vertelt u ons eens iets I" Duivels, wat voerde zij in haar schild Hij voelde zich onbehagelijk. Hij wist niet hoe hij deze lachende, vroolijk gestemde Gloria Sainsbury aan moest pakken. Hij had zich voorgesteld haar heel anders aan te treffen. „Ach antwoordde hij, „nieuwtjes zijn er genoeg. Waarover wilt u op de hoogte ge bracht worden, mevrouw Sainsbury. Over po litiek sport of, hm, zeggen wij uitgaande kringen „U bedoelt kwaadsprekerij U mag niet protesteeren, Sir Walter. Papa zeide vanmor gen, dat u bekend staat als de beste ambte naar van den geheimen dienst maar ons vrouwen kunt u niet voor den gek houden. U wilde ons allemaal echt gebeurde geschie denissen komen vertellen. Ja of neen „Ik wil het bekennen, maar verzoek geen te streng oordeelen." „Toegestaan onder één voorwaarde, dat u ons iets werkelijk interessants verteld. Weet u wel. Sir Walter, wat Papa daar straks zeide toen u aangediend werd „Nu „Dat u zeker voor de moordzaak van deze armen Las Valdas kwam." J ^Wordt vervolgd^ i

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1927 | | pagina 5