26e Jaargang No. 10 AMERSFOORTSCH DAGBLAD „deeem lander" 12^ju?M927
Een aantal Engelsche arbeiderskinderen die ondanks dei weigering
der rtgeering paspoorten te verstrekken naar Rusland zijn getogen om
de zegeningen van het bolsjewisme ts'leeren kennen bij hun aan
komst te. Leningrad.
Zaterdagmiddag werd te 'Amsterdam op "de Nieuwe Oosterbegraafplaats
een monument onthuld op het graf van wijlen Prof. mr. dr. P. van
He>nsbergen. Mr. Baart de la Faille draagt het monument over aan de
familie.
Heel Den Haag spreekt op 't oogenblik over de zon
derlinge geschiedenis met het perceel aan den defti-
gen Langen Vijverberg dat reeds jaren onbewoond
werd geacht maar waarin al dien tijd een oude dame
gewoond blijkt te hebben die daaruit naar een zenuw-
inrichting overgebracht is,
Op de Amstel te Amsterdam werd Zaterdagmiddag door de Amster-
damsche Reddings Brigade een demonstratie gegeven in het redden
van drenkelingen. Een demonstratie niet de reddingshaken.
Zaterdagmiddag werd de motorboot „feter die bij ïerscneiung m aan
varing was gewest met ht s.s. Boccaccio te Amsterdam binnenge*
bracht. De Peter had een ingedeukte nus en veel water binnenboord.
Beeldspraken verouderen Ook liet veelgeroemde huwelijksbootje zal eerlang
hebben afgedaan. Twee employe's van een Beiiijnsche Luchtvaart Mij. hebben den
nieuwen koers gewezon n.l. te trouwen in een vliegtuig terwijl dat boven Berlijn
zweefde. Tusschen bet ronken der motoren moet het lispelen van de bruidjes moei
lijk verstaanbaar geweest zijn, maar het oor der liefde, nietwaar?. De glunderende
tdominee is echter inmiddels geschorst.....*
EEN REDE VAN DEN HEER COLIJN
TE TILBURG GEHOUDEN
BESCHOUWINGEN OVER DE ECONOMISCHE CONFERENTIE TE GENEVE
De oud-minister H. Colijn heeft hedenmid
dag, te 3 uur te Tilburg in een bijeenkomst
van de Brabantsche Kamer van Koophandel
en van de werkgeversorganisaties een rede
gehouden, getiteld„Beschouwingen over do
Economische Conferentie te Genève".
Spr. begon met te herinneren aan het ge
voel van onzekerheid, dat onder de gedele
geerden heerschte, toen de economische con
ferentie den 4dcn Mei van dit jaar te Genève
bijeenkwam. Ondanks de zeer zorgvuldige
voorbereiding en de overvloedige documenta
tie. miste men de rechte doelstelling.
Het was natuurlijk bekend, dat dengenen, die
het initiatief hadden genomen tot het samen
roepen der economische conferentie, wel een
bepaald doel voor oogen had gestaan, n 1. het
brengen van het herstel-wezen binnen de sfeer
eener internationale regeling, maar het was
ook bekend, dat deze gedachte nagenoeg ner
gens instemming gevonden had.
Wat er dus eigenlijk bereikt zou kunnen
worden, was bij het begin der conferentie be
zwaarlijk te gissen. Maar in den loop van de
eerste week werd het duidelijk, dat de aan
dacht zich hoe langer hoe meer concentreerde
op vraagstukken, welke met de handels-poli
tiek verband hielden.
Het werd meer en meer duidelijk, dat men
bij de beoordeeling van de.» economischen toe
stand van Europa een scherp onderscheid te
maken had tusschen zoodanige factoren, welke
op dien toestand een blijven den invloed
uitoefenden, en andere, wier werking als van
meer of minder langdurigen aard te beschou
wen was. Factoren, waarvan men moest aan
nemen, dat verandering, naar den mensch ge
sproken, uitgesloten moet worden geacht;
daarna factoren, welke wel tijdelijk van rard
genoemd kunnen worden, maar die toch waar
schijnlijk nog tientallen van jaren hun invloed
zullen doen gelden, en in de derde plaats fac
toren, welke men als het ware elk oogenblik
•zou kunnen opheffen, indien men maar wilde.
De conferentie heeft getoond gezond ver
stand genoeg te bezitten om geen tijd te ver
spillen aan een uitvoerige bespreking van de
fagtoren, welke een permanenten invloed
op den economischen toestand van Europa
zullen uitoefenen, en evenmin aan een breed-
sprakerige behandeling van die, welke men
zou kunnen qualificeeren als factoren van
s e m i-p ermanenten aard.
Dientengevolge is er slechts terloops gewe
zen op de groote veranderingen, welke in uet
Staten-stelsel van Europa hebben plaats ge
vonden, en is ook slechts aangestipt de bijzon
dere versnelling, welke de industriecle ontwik
keling der buiten-Europcesche Staten gedu
rende den wereldoorlog gekregen heeft.
Aan dit alles is niets te veranderen. Men
heeft het als blijvend te aanvaarden. Evenals
njen ook als blijvend te aanvaarden heeft de
geheel gewijzigde financiëele verhouding tus
schen Europa en de Ver. Staten van Noord-
Amerika. Was Amerika vroeger debiteur van
Europa, de Nieuwe Wereld is thans, zelfs af*
gezien van de geldelijke verplichtingen, welke
rechtstreeks met den oorlog samenhangen, de
crediteur van Europa geworden.
Een factor, welke, naar spr. vreesde, ook als
van blijvenden aard aangemerkt zal moeten
worden, is de afnemende emigratie uit Europa.
Terwijl in de laatste jaren vóór den oorlog ge
middeld 1.300.000 personen ons werelddeel
verlieten om elders een bestaan te vinden, is
dit cijfer tharvs tot de helft teruggeloopen en
het laat zich niet aanrien, dat ook hierin veel
verandering zal intreden.
Naast deze factoren van blijvenden aard
moeten genoemd worden die, welke gedurende
een reeks van jaren nog hun invloed zullen
doen gevoelen.
Daar is in de eerste plaats de sterke verar
ming van Europa gevolg van de groote ver
woestingen en van de haast niet te becijferen
inflatie-verliezen in vele landen ondervonden
Daar is in de tweede plaats de enorme aan
zwelling der schulden met den daaruit -oort-
vloeienden druk van enorme hooge belastin
gen.
Daar is ten derde te noemen het internatio
nale schuldenorobleem, rechtstreeks uit den
oorlog voortkomende, de schadevergoeding,
welke Duitschland heeft op te brengen, en de
betalingen van Europeesche landen aan el
kaar en van allen gezamenlijk aan Amerikn.
In de vierde plaats eindelijk moet gewezen
worden op den invloed, welken de toestanden
in Rusland op de economische positie van
Europa uitoefenen. Had Rusland zich regelma
tig blijven ontwikkelen, dan zouden de overige
Europeesche landen in het Oosten allicht een
compensatie hebben gevonden voor het ver
lies, dot elders geleden was. Maar niet alleen,
dat de regelmatige ontwikkeling uitbleef, het
aandeel van Rusland in het internationale goe
derenverkeer liep zelfs zeer sterk terug, zoodat
het thans op één lijn te stellen is met Dene
marken.
De conferentie begreep, dat op dit terrein
voor haar niets te doen viel om verbetering in
de toestanden te brengen, aangezien ze zich
verre moest houden van alles wat met do
Europeesche politiek samenhing.
Daardoor werden haar aanbevelingen be
perkt tot die aangelegenheden, welke men in
tegenstelling met de beide andersoortige zou
kunnen aanduiden als factoren van t ij d e 1 ij
ken aard. En dan kwam men van zelf terecht
bij de huidige handelspolitiek.
Bij de besprekingen over dit onderwerp werd
een drietal punten met grooten aandrang naar
voren gebracht
1. dat de onderlinge afhankelijkheid der vol
keren zóó groot is, dat ieders welvaart met
die van de andere samenhangt;
2. dat de basis van alle welvaart in de pro
ductie ligt
3. dat de specialisatie op productiegebied
ook tusschen landen onderling de stoffelijke
welvaart het meest bevordert.
Maar al was men het nu over die drie grond
gedachten eens, daarmee waien de moeilijk
heden niet overwonnen.
Er waren 50 landen ter conferentie verte
genwoordigd. Daaronder waren er die op het
punt stonden hun tarieven-politiek te gaan wij
zigen en daaronder waren er andere wier han
delspolitiek een stérk protectionistisch karakter
ertoonde. En hoewel de naar Genève gezon
den gedelegeerden daar allen alleen a tibrc per
sonnel verschenen waren, zoo moet er toch
rekening mede gehouden worden, dat ze niet
los waren van de nationale gezichtspunten met
betrekking tot die onderwerpen. Ook moest
er mee gerekend worden, dat alleen een una
nieme uitspraak ecnig effect kon sorteeren.
Dit bracht weer mee, dat men theoretische
beschouwingen over de beide stelsels van han
delspolitiek achterwege moest laten en zich be
palen moest tot beschouwingen van practischen
aard.
Als men dat alles in aanmerking neemt, kan
men tevreden zijn met de uitkomst. Er is door
eer. paar honderd gedelegeerden uit een vijf
tigtal landen eenstemmig uitgesproken, dat de
tijd gekomen was, om een eind tc maken aan
de verhooging der tarieven; dot het .wenschclijk
was om tot verlaging over te gaan; en dat de
verschillende staten onmiddellijk stappen be
hoorden te doen om de tarief-belemmeringen
die den handel schaden, weg tc nemen.
Natuurlijk, aldus ging spreker voort, zijr>
daardoor op zichzelf nog allerminst practische
resultaten bereikt. Het werd ter conferentie
zeer goed ingezien, dat om tot practische re
sultaten te komen, een evenwijdig loopende en
gezamenlijke actie der verschillende Staten
noodzakelijk is.
Zullen de aanbevelingen der conferentie in
doden worden omgezet, dan zal de actie alge
meen moeten zijn en niet eenzijdig Zoo long
er van een algemeene actie geen sprake is,
zal men wel allerlei declaraties tc hooren krij
gen, inconditional declarations, declarations
sans pestinction, Deklarationen ohnc Vorbe-
halt, fraaie woorden, maar geen daden. Wil
men tot doden komen, dan zal het noodzake
lijk zijn, dat met vaste hand wordt aange
stuurd op gemeenschappelijke actie, en dan is
er maar één autoriteit, die de leiding daarbij
nemen kan, en dat is de Volkenbond.
Dc Volkenbond nam het initiatief vqot het
bijeenroepen der conferentie, de Volkenbond
dient dat initiatief te houden.
Indien dit niet geschiedt, bestaat er metter
daad gevaar, dat de toestand nog ernstiger
wordt, omdet meer dan ccn land, dat tot he
den een vrije 'handelspolitiek huldigde, op een
tweesprong staat.
Komt er niet snel uitzicht op verbetering, don
staat te vreezèn, en het was niemand min
der de Engelsche gedelegeerde Layton die
daarop wees, dat degenen die tot nu toe
verstandig handelde, door den nood gedwon
gen óók onverstandig zullen worden.
Na uitvoerig den inhoud van de aanbevelin
gen en resoluties der conferentie te hebben na
gegaan, werektc spieker tenslotte nader uit
op welke wijze het doel kon worden bereikt
Terzijde stellend de ietwat fantastische op
lossing der lol-unies en erop wijzend, dat ook
het preferentieele systeem en het denkbeeld
van een plafond douanier weinig instemming
had gevonden, kwam spreker tot de conclusie,
uat voorshands naar die dingen moet worden
gestreefd;
ten eerste naar een grooterc stabiliteit in de
handelsverhoudingen, zooals vóór den oorlog
gebruikelijk was;
ten tweede naar een gemeenschappelijke ba
sis voor handelsverdragen, met^daaraan ge
paard gaande onderhandelingen over tariefre
gelingen met bepaalde landen
ten derde naar de vaststelling van duidelijk
omschreven en uniforme beginselen met betrek
king tot de meest-begunstigingsclausulc.
Op dit terrein kon waarschijnlijk binnen niet
al te langen tijd resultaat worden verkregen.
Maar de medewerking van den Volkenbond zal
daartoe onmisbaar blijken.
Tenslotte betoogde spreker, dat de conferen
tie van 1927 niet moet worden gezien als de
bekroning van een gev.ichtigen arbeid, maar
als het begin daarvan. En voorts, dat men de
verbetering van de toestanden in Europa niet
alleen door deze dingen verwachten mag. Geen
enkele crisis van dezen omvang kan wórden
overwonnen zondei hard werken en groote
spaarzaamheid en het opheffen van schadelijke
belemmeringen.
Daarom zullen aan de ontplooiing der ener
gie, ook binnen de grenzen van elk land afzon
derlijk, geen onnoodige belemmeringen in dvn
weg mogen worden gelegd.
Eindelijk, zoo besloot spreker, zou het ren
groote fout zijn, indien men geen acht sloeg
op dc beteekenis, die factoren van godsdien-
stig-zedelijken aard voor het economische le
ven kunnen hebben. Alleen als alles samen
werkt, mag worden gehoopt, op herwinning van
de plaats, die Europa eertijds in de wereld in
nam.
Gehoopt. Want 's menschen kunnen is be
grensd. En altijd geldt nog het woord der
Schrift„Zoo de Heere het huis niet bouwt,
tevergeefs arbeieden zijne bouwlieden daaraan."
DE
NIEUWE SPOORWEGGIDS
DE 24' UUR GEHANDHAAFD
Op de vragen van den heer Braat betreffen
de de inrichting van den nieuwen reisgids van
dc Nederlandsche Spoorwegen, heeft de heer
Van der Vegte, minister van waterstaat, het
volgende geantwoord
Zoolang men niet vertrouwd geraakt is met
de bedoelde 24-urige dag'verdeeling, is een
uiterst eenvoudige berekening noodig om de
in den reisgids der Nederlandsche Spoorwegen
aangegeven vertrek- en aankomsttijden der
treinen te herleiden tot de vroeger gebruike
lijke tijdaanwijzing.
Aangezien genoemde dagverdeeling in de
meeste landen van het vasteland van Europa
bij de spoorwegdiensten reeds gedurende vele
jaren ingevoerd was en de overblijvende lan
den besloten, met ingang van 15 Mei T927
tot die invoering over te gaan, bestond voor
Nederland uit internationale overwegingen
aanleiding, zich bij deze algemeene regclin
aan te sluiten. Daarmede kwam tevens een
einde aan het vroegere euvel, dat velen dc
uren vóór en na 12 uur 's middags met elkaar
verwarden.
In deze omstandigheid bestaat bezwaar, den
reisgids weder in den ouden stijl te doen druk
ken.
ONGELUK MET EEN BUKS.
Te Noordwijk heeft zekere H. een ander, G
genaamd, met een buks, niet wetende dat
deze geladen was, in den buik geschoten. C.
is naer het Academisch Ziekenhuis te Leiden
overgebracht,
PIET SMIT
EEN JUBILEEERENDE SLEEP
DIENST
Ter gelegenheid van het gouden .jubileum
van de Nederlandsche Stoomsleepdienst v/h,
P. Smit jr. zijn Zaterdagmorgen in het direc**
tiegebouw aan de Boompjes de heer G. C. Nuy
en P. Duiver, resp. directeur en procuratie
houder gehuldigd in het bijzijn van commis
sarissen en verschillende vertegenwoordigers
van buitenlandscho agentschappen.
Dc voorzitter van het Huldigingscomité, do
heer K. G. Knupker, heeft een huldeblijk aan
geboden bestaande uit een in zilver uitgevoerd
model van een der oudste en een der jongst®
sleepbooten van dc ondernemingde „Meeuw"
en de „Tiberius". De president-commissaris,
de heer D. G. van Beuningen, heeft den hee-
ren Nuy en Duiver ieder een zilveren herinnen
ringsmedaille aangeboden benevens een album.
De directeur, de heer Nuy, heeft vervolgens
dc oudgedienden toegesproken en meedeeling
gedaan dat den walkapitein D. G. Hoogenboe-
zem dc eeremdaillc in goud verbonden aan de
orde van Oranje-Nassau is toegekend, terwijl
kapt. P. Bos en den reservemachinist G. J. Bo^
kenstyn deze medaille in zilver is toegekend.
Op de receptie bevonden zich onder hen,
die gclukwenschcn kwamen aanbieden, de
burgemeester van Rotterdam, de havenmeester
dc heer F. Verschoor van Nisse, en- ir. A.
Plate, voorzitter van de scheepvaartverccniging
Zuid, de kapt. J. Smit van de Duitsche Gc-
zagvocrdcrsclub en de heer G. H. Bouwman,
inspecteur voor de scheepvaart.
's Avonds waren ter gelegenheid van dit jiu
bilcum het kantoorgebouw en het ponton aan
het Wcstplein geïllumineerd.
DE MAASBRUG
NOG EENS BEHOUD
De Hbld. medewerker G. Nypels meldt
Het bericht óver de Maasbrug te Maas
tricht, overgenomen uit de „N.R.Ct.", blijkt
voorbarig en in dezen vorm onjuist. Eerst
Vrijdagavond is door den hoofdingenieur van
den Waterstaat E. van Konijnenburg en den
ingenieur D. J. Klink te Maastricht een rap
port over de oplossing der Maastricht-quaes-
tie opgesteld en naar Den Haag verzonden,
waar de minister van Waterstaat en van On
derwijs, Kunsten en Wetenschappen thans ;oo
spoedig mogelijk zullen trachten tot een be
slissing in dezen te komen.
Wij kunnen dus nog wel even wachten tot
deze beslissing openbaar zal worden gemaakt.
Inmiddels kan ik al wel verzekeren, dat van
een volkomen behoud van de monumentale
brug geen sprake kan zijn en dan ook niet is.
Indien de oude brug behouden zal worden,
zal een ter verkrijging van genoeg doorstroo
ming in het profiel van de brug een flink
gat, waarschijnlijk zelfs gaten, gemaakt moe*
ten worden. Hoeveel pijlers daarvoor opge
offerd moeten worden, zullen wij nog wel ver-*
nemen.