26e Jaargang Wo. 30 AM E RSFOO RTSCH DAGBLAD „DE EEMLANDER"
Donderdag
4 Augus.us 1927
TWEEDE BLAD.
FEUILLETON.
Wie is Edmund Gray?
NEDERLAND EN BELGIE
GEEN ONDERHANDELINGEN
IN OCTOBER?
De correspondent te Brussel der N. R. Ct
meldt
Het in een Amsterdamsch blad verschenen
bericht, volgens hetwelk in October a.s. de on
derhandelingen tusschen Nederland en België
zouden worden hervat en dat, van bevoegde
iNederlandsche) zijde, gedementeerd is in dien
zin, dat er nog geen datum werd bepaald voor
de hervatting van de onderhandelingen tus
schen Nederland en België berust, naar mij uit
de beste bron wordt verzekerd, op een ver
keerde interpretatie van een kort gesprek dat
een Belgisch journalist dezer dagen had met
een der hooge ambtenaren van het departe
ment van buitenlandsche zaken, te Brussel. Deze
lnatste had het trouwens niet, in een positieven
zin, over een hervatting der onderhandelingen
in October a.s. maar opperde enkel de veron
derstelling dat de ontmoeting welke minister
Vondervelde met zijn Nederlandschen collega
jhr. Beclaerts van Blokland in September te
Genève zal hebben mogelijk wel tot een even-
tueele hervatting der besprekingen over som
mige tusschen de beide landen hangende kwes
ties zou kunnen leiden.
Door de „Nation Beige" werd Woensdag,
naar aanleiding van dit bericht, geschreven dat
men, van Belgische zijde, niet haastig is, ook
mede ten gevolge van den slechten wil waar
van Nederland blijk heeft gegeven, om tot een
hervatting der onderhandelingen te geraken.
De waarheid is dat de uitlating van het an-
nexionistische blad geenszins mag beschouwd
worden als houdend eenig verband met de op
vatting van minister Vondervelde die weliswaar
de meening is toegedaan dat het niet op den
weg van België ligt om den eersten officieelen
stap te doen maar er anderzijds nooit aan
heeft gedacht de Rand, welke zijn Nederland
schen collega hem wanneer ook mocht toe
steken, af te wijzen. Dc meeste leden van het
kabinet Jaspar zijn het daarover trouwens, met
den Belgischen minister van buitenlandsche
zaken, volkomen eens
WAS SICH LIEBT
EEN HARDHANDIGE NECKEREI"
In den tijd, dat de 48-jarige havenarbeider
H. G. R met een 30-jarige pensionhoudster
F. J. in de Hudsonstraat te Rotterdam samen
woonde, had het tweetal geregeld twist met
elkaar. Meermalen moesten andere kostgan
gers tusschenbeide komen. Tallooze malen liep
de ruzie zoo hoog, dat zelfs de politie er aan
te pos kwam en een dezer dagen had de vrouw
te kennen geven, dat zij van .woning wilde ven
anderen en R. verlaten. De man had haar
daarop gedreigd dat mej. J. er niet gemakkelijk
zou afkomen. Zij. was toch een andere woning
gaan zoeken en toen zij daar (op het Bosch-
polderplein) voor haar nieuwe woning stond,
bemerkte mej. J. dat de havenarbeider haar
was gevolgd. Het kwam opnieuw tot een twist
en zelfs tot een worsteling tusschen beiden
Plotseling greep de man een broodmes, dat hij
bij zich had en stak eenige malen naar de
pensionhoudster. Haar kleeren beletten, dat de
stoken ernstige verwondingen veroorzaakten.
Toch werd mej. J. nog geraakt, doch zakte
meer door overspanning, dan door ernstige
verwondingen in elkaar. In een nabijzijnd poli
ticbureau werd zij door den Gen. Dienst ver
bonden. De dader was inmiddels gevlucht, doch
enkele personen uit het publiek, die gezien
hadden, wot R. deed, waren hem gevolgd. En
kele straten verder werd hij door een wielrij
der omver gereden en daarop gegrepen. R. is
aan de nolitie overgegeven, die hem aan het
bureau Witte de Withstraat in aTrest stelde
terzake van poging tot zware mishandeling.
STAKING VAN GRONARBEIDERS.
Onder de werklieden, die in dienst der firma
Kas en De Ruiter, bezig zijn tusschen Am
sterdam en Haarlem een clcctrischc kabel te
leggen, is ttengevolge van een loongeschil een
staking uitgebroken. Een 100-tal arbeiders, bij
verschillende vakbonden georganiseerd, heeft
het werk neergelegd.
ELECTRIC ITEITSBEDRIJF
VAN NOORD-HOLNAND
DE WINST BIJNA NEGEN TON
STIJGING DER STROOMLEVERING
MET 10%
Verschenen is het verslag over het provinci
aal electriciteitsbedrijf van Noord-Holland over
1926.
De verlies- en winstrekening sluit met een
saldo-winst van 893,244, welk bedrag weder
om op de verliezen over de jaren 1917 tot en
met 1922 in mindering kan worden gebracht.
Voorzichtige bedrijfsvoering blijft, volgens
den raad van toezicht, ook in de toekomst ge
boden. Bij de beoordeeling der bedrijfsresul
taten van 1926 mag namelijk niet worden voor
bijgezien, dat deze, behalve door uitbreiding
van het debiet en de ondanks de verlaging
der gemiddelde opbrengst per K.W.U. groo-
fei geworden marge tusschen inkoops- en ver
koopsprijzen der geleverde energie, ten deele
ook veroorzaakt worden door bijzondere baten,
zooals o.a. de bijdrage der Provincie, groot
240,000, waarop op den duur niet gerekend
mag worden.
Aan den anderen kant komen op de balans,
behalve het restant van het verlies-soldo over
vorige jaren, nog verschillende posten voor,
zooals-die wegens disagio op geldleeningen en
wegens verliezen uit oorzaken vóór I92T, ge
constateerd vóór I Januari 1923, die afge
schreven zullen moeten worden, voordat men
van een geheel gezond bedrijf kan spreken.
Daarnaast is ook vorminb en gestadige aanvul
ling van een vernieuwingsfonds noodzakelijk.
Moet men zich derhalve voor overdreven ver
wachtingen, alleen op de bedrijfsuitkomsten van
1926 gegrond, hoeden, wel mag worden er
kend, dat het bedrijf de moeilijke jaren te boven
is gekomen en dat het, mits met bedachtzaam
heid geleid, zelfs met de tegen I Juli a.s. inge
voerde belangrijke tariefsverlaging voor oogen,
in staat zal zijn aan de zooeven genoemde
eischen te voldoen.
De stroomverkoop steeg van 62,599,681
K.W.U. in 1925 tot 68,515,112 K.W.U. in
1926 of met ongeveer 9 45 de stroom-
inkoop van 65,616 440 tot 71,991,107 K.W.U
of met ongeveer 9.7T
De in het vorige jaarverslag vermelde toe
neming van het aantal verbruikers in een tien
tal gemeenten, wier bedrijf in den loop van
1925 werd overgenomen, bedroeg in 1926 niet
minderd dan 14 deze gemeenten hadden ge
durende de laatste vier jaren, dat zij haar eigen
bedrijf exploiteerden, gemiddeld per jaar
slechts een toeneming van 5 van het aantal
aansluitingen kunnen boeken.
Ook het jaarlijksch totaal Verbruik steeg pro-
ccntuaal belangrijk na de overneming.
In negen van deze gemeenten (de tiende werd
eerst in 1924 geelectrificeerd) vertoonde bijv,
het verbruik in 1924 ten opzichte van 1923
slechts een vooruitgang van 2.6 gemiddeld,
terwijl het eerste volle jaar na de overneming,
vergeleken bij het laatste geheele jaar vóór die
transactie, reeds een vermeerdering aangaf van
46.5
DE AMSTERDAMSCHE
MELKVOORZIENING
DE EERSTE RESULTATEN
Het Amstcrdarnsche Gemeenteraadsbesluit
inzake de melkvoorziening om langs dezen weg
van het particulier initiatief verbetering te krij
gen, heeft reeds tengevolge gehad, dat de vee»-
houders-vereeniging „De Zaanstreek" met 150
leden en ongeveer 1500 stuks melkvee tet Wor-
merveer, die allen betrokken zijn bij de melk
voorziening van Amsterdam, zich in haar gc-
1 cel bij het Controlestotion Amsterdam heeft
aangesloten.
EEN GEHEIMZINNIG GEVAL.
Zelfmoord
Na het onderzoek, ingesteld door den ana
toom-patholoog dr. Hamer, inzake het moord-
geval in dc Van Swindcnstraat te Amsterdam,
meent de politie te mogen aannemen, dat hier
van een zelfmoord in een vlaag van delirium
epleegd sprake is
De justitie heeft thans toestemming gegeven
het lijk tc begraven.
ROOFOVERVAL IN DE
HOOFDSTAD
HOTELHOUDER MISHANDELD
DE DADERS NOG NIET
OPGESPOORD
In perceel Singel 378 nabij de Beulingsloot
te Amsterdam heeft de heer Wessel een groot
pension gevcjstigd, waarin vrijwel doorloo
pend tien personen gehuisvest zijn. In den re
gel zijn dit gepensionneerde onderwijzers,
monteurs, kantoorbedienden, kappersbedien
den, kellners, enz.
Genoemde pensionhouder, die 64 jaar oud
is, bevond zich gistermiddag omstreeks kwart
over drie in de keuken, welke geheel echter in
dit oude huis is gevestigd. Zijn vrouw was
niet thuis, daar zij iemand zou afhalen.
Op dat tijdstip verscheen een zijner logeer
gasten de Oostenrijker Victor Habcrmann, die
r«e<is geruim m tijl in her pension vertoeiac.
beneden met een gewatteerden deken. Haber-
mann liet hem dien deken zien, zeggende, dat
hij te vuil was om gebruikt te worden. De
heer Wessel, die hem schijnbaar ook verre van
schoon vond, antwoordde, dat hij even een
schuier zou halen om den deken af te bor
stelen.
Inmiddels waren, zoo meldt de Telegraaf,
ook twee andere pensiongasten, de Duitschers
August Muller en Max Krümer in de keuken
gekomen. Terwijl de oude man zijn hand uit
strekte om den schuier te halen, wierp het
drietal hem plotseling den deken over het
hoofd en een hunner drukte dien stijf op zijn
mond. Vervolgens gooiden zij hem op den
grond en een hunner stopte het slachtoffer
een witten keukenhanddoek in don mond, ten
einde hem het schreeuwen te beletten. Met
vereende krachten knevelden zij den man, die
den deken nog om zich heen had met een
groot touw. Toen de aangevallene nog rumoer
maakte, sloegen zij hem eenige malen jn het
gelaat. Wapenen werden bij dezen overval niet
gebezigd.
Terwijl het slachtoffer in dc keuken op den
grond achter bleef, begaven zij zich naar de
voorkamer aan de straatzijde, welk vertrek in
gebruik is bij de familie Wessel en maakten
een linnenkast open. Zij behoefden het slot
niet te verbreken, daar de kast niet gesloten
was. Uit een geldkistje werd een bedrag van
ongeveer 150 gestolen, hetwelk zich in een
portefeuille bevond. Dit waren drie biljetten
van 25, één van f 20 en zes van 10. Met
dit geld verdwenen zij haastig via de voordeur
uit het huis.
Terwijl de roofoverval aan den gang was,
werd de aandacht van een der kostgangers,
een 70-jarige man door het gestommel en ge
schreeuw getrokken. Langzaam ging hij naar
beneden. Hij zag dat er geworsteld werd in de
keuken, doch meende èanvankelijk, dat de drie
buitenlandsche gasten aan het stoeien waren.
Toen deze echter haastig op de vlucht gingen,
besefte hij pas, dat het ernst was cn hij riep
hard aan de trap, met het gevolg, dat ook nog
andere kostgangers beneden kwamen.
Een surveilleercnde agent van het bureau
Singel werd gewaarschuwd en deze trof Wes
sel nog gekneveld en in den deken aan. De
politie-beambte bevrijdde het slachtoffer en
liet den commissaris van het bureau Singel,
den heer P. Horrebomée, waarschuwen. Ook
werd een dokter van den G. G. D. ontboden.
Deze constateerde dat de toestand van Wessel
niet ernstig was. Toch was hij er leelijk aan
toe.
Ten gevolge van de mishandeling had hij
een neusbloeding opgeloopen, het rechteroog
was gesloten, terwijl een kies was losgeraakt,
waardoor een sterke bloeding was ontstaan.
Bovendien had het slachtoffer het danig met
de zenuwen te kwaad
WETHOUDER DE WILDE.
Hij zal voorloopig aanblijven.
Niet alleen door de anti-revolutionaire, maar
ook uit andeie fracties uit den Haagschen ge
meenteraad is op den heer mr. de Wilde aan
drang uitgeoefend om terug te komen op zijn
voornemen om zich in September a s. niet meer
beschikbaar te stellen voor het ambt vnn wet
houder.
Naar wij vernemen heef> de heer de Wilde
in verband daarmede te konen gegeven, dat
hij zijn ove.igc werkzaamheden zóó zal trorh-
te schikken, dot hot hem mogelijk wordt
althans voorloopig wethouder te blijven, indien
rie gemeenternad hem opnieuw ais zoodanig
benoemt.
SYNODE HERV. KERK
ELFDE ZITTING
Dc president leest Lukas 12 16 slot en gaat
daarna voor in gebed.
De heer Bloem brengt rapport uit over het
voorstel van dr. Oorthuys om in de tweede be
lijdenis vraag van art. 39 van het Reglement
op het godsdienstonderwijs dc woorden „te
streven naar heiligmaking" te vervangen door
„te jagen naar heiligmaking, zonder welke nie
mand den Heere zien zal". Het rapport wordt
ter inzage gelegd.
Aan de orde komt het verslag der persoon
lijke kerkvisitatie.
Jngekomen waren verslagen uit de verschil
lende provinciale ressorten. Over het algemeen
genomen klinkt er een bemoedigende toon in
de verslagen, al zijn er ook wel schaduwzijden.
Verheugend is het op te merken dat er onder
de jongeren weer meer belangstelling ontwaakt
voor de geestelijke dingen. Hier en daar wordt
geklaagd over de hooge eischen van den raad
van beheer. Ook wordt er op gewezen, dat niet
overal kennis genomen wordt van de stukken,
uitgaande van de synode. In verschillende dee-
len van het land bleek weinig belangstelling
voor de godsdienstoefeningen, voor Doop en
Avondmaal. Er wordt op gewezen, dot in enkele
provinciën de kerkvisitatoren op één dag of
slechts ééne gemeente of twee bezocht hebben,
waardoor de kosten onnoodig hoog worden.
Ook wordt er op gewezen, eene opmerking die
ten zeerste de aandacht verdient, dot er op
het platteland zeer weinig armoede wordt aan
getroffen, terwijl in de steden en fabrieksplaat
sen het aantal bchoeftigen vermeerdert. Te 'ho
pen is, dat men met het oog op een dergelij-
ken toestand, nauwkeurig gaat overwegen of
verhuizing ven het platteland naar de steden
wel wenschelijk is.
Besloten wordt, verschillende opmerkingen te
brengen onder de aandacht van de kerkvisita
toren en de besturen.
Ds. Barbes deelt mede, dat de herstellingen
in Borculo in orde zijn, dat de kosten bedroe
gen ruim 147.000 gulden, wacrvan het steun
comité verschafte ruim 107.000 gulden.
Voortgegaan wordt met de behandeling van
de bijlagen. Aan de orde komt de exploitatie
rekening over 1926 van het Weekblad der Ned.
Herv. Kerk. Aan de Alg. Weezen- en Wedu-
wenbeurs werd eene bate gegeven van f 800.
Een woord van dank wordt gebracht aan den
redacteur ds L. W. Bakhuizen van den Brink
voor zijne toewijding.
Prof. Aalders te Groningen richtte de vraag
tot de synodale commissie of de testimonia
bedoeld in art. 7 van het Reglement op het
examen afgegeven door hoogleeraren der Vrije
Universiteit, geldig zijn; de dc synodale com
missie van gevoelen is, dat onder „Nederland-
sche Universiteit" in voorgenoemd artikel ook
de Vrije Universiteit moet worden gerekend.
TWAALFDE ZITTING
De president herdenkt in het gebed H. IvJ.
de Koningin-Moeder en spreekt daarna zijne
vreugde uit, dat haar kostbaar leven, zoo rijk
aan zegen en liefde voor ons volk cn ons va
derland gespaard bleef. "Aan H. M. wordt een
elegrafische gelukwensch gezonden.
Besloten wordt aan den Raad van Beheer
een afdruk te zenden van de verslagen over
de persoonlijke kerkvisitatie, opdat hij kennis
moge nemen van hetgeen er in voorkomt met
betrekking tot moeilijkbeden welke zich in som
mige gemeenten voordoen bij het voldoen aan
het reglement voor de predikantstraktementen.
Aan kerkvisitatoren zeiven zal worden verzocht
toe te zien dat het reglement op de generale
kas worde nageleefd en ook dat de geldswaar
den der diaconieën steeds in open bewaarne-
ming worden gegeven bij de Nedcrlandscho
Bank.
Thans wordt eene „plena" gehouden ter be
handeling ven een verzoek om herziening in
gediend door den heer H. J. Pijnacker Hordijk,
pred. te Oldc- en Nijehorne. Genoemde predi
kant was door de „Contracta" van 1926 niet-
ontvankelijk verkloard om eene formeele reden
De plena r.eemt een 'besluit dat morgen zal
worden vastgesteld. Besloten wordt aan de Alg.
Synodale Commissie in overweging te geven
eerlang over te goan tot het treffen van eene
regeling gelijk bij de diaconfe-gelden reeds
plaats heeft gevonden waar het geldt het
aanbieden in open bewaarneming van gelds
waarden der pastorie-goederen bij dc Neder-
inndschc^ Bank.
Na mededeelingen van den president be*
treffende eenige in de bijlagen vermelde aan
gelegenheden, wordt het woord gegeven aan
ien heer Barbas, over een door een predikant
ingediend bezwaar betreffende uitkeering van
raktement.' Overeenkomstig de conclusie van
het rapport zal aan dien predikant worden
geantwoord, dat hij zich moet wenden tot kerk
voogden zijner gemeente of tot den Raad van
beheer.
Op voorstel van den heer Gravemeijer zal
aan dc besturen der kerk en aan de kerkvisita
toren worden geschreven, dot zij nauwlettend
zullen toezien, dat geen onroerend goed, aan
de Diaconieën behoorend, worde verkocht, ten
zij in de uiterste noodzakelijkheid, en dat zij
de Diaconieën zullen wijzen op het groote be-
ang, dat DWonie-kapitaal worde belegd in
onroerend goed.
Vervolgens woi -Jen de bijlagen weder ter
'tand genomen. Hieiuit blijkt o.a. dat de Syn-
Commissie zich in betiekkjng heeft gesteld met
len „Wereldbond der kerken" en met de „groep
van godsdienstige voorgang .^s en gemeentele-
len tegen ccrlog en oorlogsbe/usting" ten ein
de te voorkom-an, dat op den z.g „Vredeszon-
dag" (den eersten Zondag in Augustus) concur-
eerende coliecten worden gehouden tegenover
le'collecte, wence genoemde commissie elk jaar
litschrijft voor haar werk.
DE LAND- EN TIHNTENTOONSTELLING
TE RIDDERKERK.
Bezoek van de Koningin.
De Koningin heeft besloten een bezoek te
brengen aan dc land- en tuinbouwtentoonstel
ling te Ridderkerk, die van 14 tot en met 17
September zal worden gehouden. H. M. zal de
tentoonstelling bezoeken op Woensdag 14 ol
Donderdag 15 September.
JOURNALISTIEK.
Naar wij vernemen heeft de heer E. A.
Wolfson ontslag genomen als directeur van de
Nieuwe Courant en daarbij tevens zijn functie
van hoofdredacteur neergelegd.
MESSENSTEKERS.
Een zekere J. Schijvens te Tilburg, die van
zijn vrouw gescheiden leeft, is in den afge-
loopen nacht door de broers dier vrouw A en
M. P. zoodanig met messen bewerkt, dat hit
in ernstigen toestand in het gasthuis moest
worden opgenomen. Schijvens had reeds meer
dere malen eenige glasruiten in de ouderlijke
woning van zijn vrouw stukgeslagen. Vannacht
was dit weer geschied en dit gaf aanleiding tot
het gebeurde. A. en M. P. zijn door de politie
gearresteerd.
De toestand van den man is ernstig doch
niet levensgevaarlijk.
UIT DE STAATSCOURANT
Benoemd tot burgemeester van Wamel G.
J. J. Wouters; op verzoek eervol ontslagen met
dank als burgemeester van Stevenswcert W. M.
A. Galiort; benoemd tot Rijkslandbouwconsu-
lent ir. P. A. van den Ban; thans adjunct Rijks-
landbouwconsuleiit te Leeuwarden; benoemd
lot regecringsvertegenwoordigers op het eind
December 1927.te Caïro te houden XVIIe con
gres van het Institut International dc Statistiquc
mr. H. W. Methorst, directeur Centraal bureau
voor Statistiek, 's Gravenhage en dr. C. A. Ver
rijn Stuart, hoogleeraar Rijksuniversiteit
Utrecht; toegekend de eeremedaille der Oran-
je-Nassau-orde in zilver aan mej. C. Erkelens,
huishoudster bij de familie van Dusseldorp,
's Gravenhage en aan H. Hofman, chef behan
ger bij de firma J. Vergeer en Zoon, Jutfaas;
in brons aan W. Sanders, magazijnknecht bij do
firma L. J. Hoelen, Arnhem; aan B. Plekenpol,
molenaarsknecht bij de firma H. Rietberg Jzn.
Winterswijk en aan mej. R. Wijl, dienstbode bij
de familie Solomons, Meppel.
benoemd tot lector aan de Rijksuniversiteit
te Leiden in de faculteit der geneeskunde voor
onderwijs in de neurologie dr. A. Gans, ge
neesheer aan het Provinciaal Ziekenhuis te
Santpoort (Bloomendaal);
wedenwn tijdelijk benoemd tot leerares aan do
R. H. B. S. te Neuzen mej. W. A. Zijlstra en
mej. J. M. v. d. Meijdcn.
De ergste en gevaarlijkste slavernij is die,
welke riet meer wordt gevoeld, omdat men er
aan gewoon is geraakt een geestelijk juk te
dragen.
HOLTZENDORFF.
Geautoriseerde vertaling naar het Engelsch van
WALTER BESANT.
door Mej. E. HOOGEWERF.
8
Mr. Dering verwachtte een volledige beken
tenis van het misdrijf. Het zou hem een ver
lichting zijn geweest als dit zoo ware. Natuur
lijk had Atheïsten het gedaan. Niemand anders
kwam er voor in aanmerking En toch, telkens
als het geval weer bij hem boven was geko
men, had hij diezelfde onaangename gewaar
wording, dat hij toen misschien niet verstandig
had gedaan. Mogelijk had hij de feiten niet zoo
voor hem moeten bloótlegen, tot hij vaste be
wijzen had gehad. Mogelijk ook had hij meer in
vertrouwen moeten spreken, ofschoon dit ver
trouwen dan toch ook ontbrak. De tijd had en
kel de verdenking van mr. Dering nog sterker
doen zijn tegenover den jongen man. Het
moest immers door hem of door Checkley be
dreven zijn. Nu, Checkley had het handschrift
«tiet zóó kunnen nadoen, al had hij het ook ge
wild. Neen, het werd door Athelstan gedaan.
Waarom, wat hij er mee vóórhad, nu de bank
noten toch nooit gepresenteerd waren, dit was
iets onverklaarbaars. Maar dèt hij het deed,
dit was wel zeker.
Mr. Dering begon den brief te lezen met be
langstelling. De aanhef was zonder "eenige in
leiding van eerbiedige, of vriendelijke woorden.
Toch was het niet het schrijven van een slecht
mensch, noch van een boetvaardige.
„Vier jaar geleden," las mr. Dering, „dreef
u mij uit mijn betrekking en maakte een ver
andering in mijn leven door een verdenking,
die tot een beschuldiging werd van de ergste
soort: dat ik u, den oudsten vriend van mijn
vader, den raadsman van mijn moeder en mijn
eigen voogd en werkgever, zou bestolen hebben
van een groote som gelds; en dit alles naar
aanleiding van enkele feiten, die deze richting
uitwezen. U heeft zich nooit afgevraagd of
deze verdenking wel gerechtvaardigd was,
door eenige handeling van mij."
„Dat is toch niet waar; opzettelijk onwaar. Ik
heb enkel de feiten voor hem blootgelegd.
Niets dan de feiten Ik heb geen beschuldiging
tegen hem ingebracht."
„Ik denk, dot nu degeen, die het misdrijf
pleegde, al long gevat is. Als ik gebleven was,
zou ik er hem wel eens over aangesproken heb
ben. Want, natuurlijk, kon het door niemand
anders bedreven zijn dan door uw klerken. Nu.
ik heb mii niet vergrepen aan uw eigendom en
ik hoop, dot ik eens nog vóór uw dood terug
keer cn dat ik dan een enkele betuiging van
leed en schaamte van u te hooren zal krijgen."
„Dat denk je maar", luidde de opmerking
van mr. Dering.
„Intusschen moet ik u, in het belang van dc
mijnen, om een dienst verzoeken. Er is niemand
anders, wien ik dit vragen kan. Het is de reden
van dit schrijven. He ging met tien pond. èl
wat ik op de wereld bezat, in mijn zak. Geen
zeven-honderd-twintig pond, zooals u dacht en
verwachtte. Met dit geringe kapitaaltje stak ik
den Atlantischen Oceaan over. Nu heb ik
twaalf duizend pond gemaakt. Die «.erdiende ik
in zeer korten tijd, door bijzonderen voor
spoed
Mr. Dering legde den brief nee' en dacht
eens even Twaalf duizend pond konden mis
schien cn dan wel „met bijzondcren voorspoed'
gemaakt worden met een zeven-honderd-twin
tig pond om op te beginnen. Maar toch niet
met tien pond I -Als dat maar niet beduidt
wedden en spelen en dergelijke gevaarlijke, ja
misdadige liefhebberijen„Met bijzonderen
voorspoed". Hij las d,e woorden al weer en
schudde het hoofd, waarna hij de lezing voort
zette.
„Nu wilde ik, dat u dit geld onder uw be
heer nam; het zoo lang ergens borg waar
geen vertrouwde klerken, met lust tot verval-
sching, er bij kunnen komen, en dat u het op
haar een en twintigste jaar aan mijn zusje
Elsie gaf. Vertel niemand, dat u van mij ge
hoord heelt. Toen ik wegging, was zij de eeni
ge van mijn familie, die verklaarde dat zij in
mij geloofde. Nu doe ik afstand van heel mijn
bezitting om haar een blijk te geven van mijn
dankbaarheid. Door u dit geld te zenden, ben
ik zelve weer aangewezen op de tien pond,
waarmee ik begon."
Mr. Dering legde den brief neer. Wat er in
gezegd werd, klonk zóó héél waar. Zou de jon
gen dan misschien tochHij schudde het
hoofd en keek enkel nog even naar de onder-
teekening
„Athelstan Arundel."
De brief was gedateerd, maar hij had er
geen qdres in opgegeven. Het poststempel was
uit den West-Amerikaonschen staat. Idaho.
Mr. Dering keek in de enveloppe. Daar viel
een papier uit, dat een wissel was op een be
kende Londensche firma, betaalbaar aan zijn
order, voor twaalf-duizend-vijftig pond.
„Dit is ol heel'weinig zaakkundig behandeld,
Hij geeft mij heel zijn be? 'n handen en ver
dwijnt. Dit leert hij zoo in Amerika. Kon ik
toch maar denken, dat hij onschuldig was.
Maar neen, de omstandigheden getuigden toch
te sterk tegen hem. En Elsie loot eens zien,
die moet nu wel achttien zijn, dus over een
jaar of drie krijgt zij dat buitenkansje, dat wel
een heele verandering kan bewerken in haar
toekomst. Kon ik toch maar denken, dat de
jongen onschuldig was, hij was toch zoo in
telligent I Maar dit maakte zijn schuld slechts
nog waarschijnlijker. Of Checkley, of hijl En
Checkley kon het onmogelijk doen. Maar waar
om zou Athelstan het gedaan hebben? En wat
heeft hij toch met de banknoten uitgevoerd?
HOOFDSTUK I.
Op de rivier.
„Ben je zóó niet tevreden, George?" vroeg
het meisje, dat in den achtersteven zot. „Ik
verlang niets meerO, konden we toch maai
altijd en altijd en altijd zoo voortgaanl" Ze
hield haar eene hand in het koele water, ter
wijl de boot zachtjes stroomafwaarts dreef.
Steeds zóó maar voort te drijven", herhaalde
ze, nog zachter. „Met jou vlak bij mij, zoodat
ik mij veilig voel; met de zon achter ons, worm
en mooi, zulk een geurende lucht om ons
heen, en velden en tuinen en lanen aan weers
zijden en wij beiden, altijd, even jong en heel
de wereld nog voor ons.'
De twintigjarige Elsie was dan al een bizon
der bevallig persoontje. Het mooiste aan haar
was zeker wel haar oogen, zoo groot en zoo
helder; van een diep-blauw, en héé! zacht van
uitdrukking, ofschoon ze toch ook o zoo on
deugend konden kijken. Ze droeg een dood
eenvoudig grijs japonnetje, met een witte roos
op den linker schoudet.
George Austin was een dood-gewone jongen
zoonis er honderden zijn; die in alles dc mid
delmaat volgde, die altijd behoorlijk door zijn
examens was gekomen, zonder eerzuchtig stre
ven naar prijzen of onderscheidingen, en die
kalm en bedaard zijn werk verrichtte zonder
zich te hooge idealen te stellen.
In alles was hij even gewoongewoon in
kleeding en manieren. Maar hij was heel knap
van uiterlijk. Hij zou een uitstekend soldaat zijn
geweest, maar als generaal zou hij niet ge
deugd hebben, daarvoor ontbrak het hem
aan genie. Om diezelfde reden kon hij ook wel
zaken doen, maar zou hij het nooit tot zoo'n
bizonder groot fortuin kunnen brengen. Hij
was zeven en twintig jaar oud.
.Steeds maar zoo met den stroom meedrij-*
ven, onder een zomerschen hemel I Het lijkt
wel of je nooit ongelukkig kan zijn; je nooit
gekweld zoudt kunnen voelen, op een avond
als deze. De tijd moest stilstaan, r.iets moest
verandqren. Dat zou een hemel beduiden."
„Maar we staan nu nog met onze voeten
op den grond, Elsie. Alles verandert op aarde.
Straks gaat de zon onder en dan wordt het
hier nevelig op de rivier. En we zouden lang
zamerhand oud worden. We moeten nog zoo
véél doen, eer we zóó ver zijn I
„Vooreerst moeten we trouwen, éér we oud
zijn. Zou je geen oude vrouw kunnen liefheb
ben, George
„Neen, niet zoo licht. Tenminste, dat geloof
ik niet." antwoordde hij. „En o, Elsie, als ik
aan mijn toekomst denk, dan zinkt mij heele-
maal de moed in de schoenen'1"
Elsie zuchtte.
(Wordt vervolgd). 1