:e,no.-7 AMERSFOORTSCH DAGBLAD „DE eemlander"i2 Au^f «a?
HET SCHAEPMAN-MONUMENT
D« bo waking van het Amerikaansche consulaat te Amsterdam in verband met de zaak Sacco Het tramongcluk te Laren. De begrafenis van de slachtoffers. Van het z.g. Relnlglngslr
en Vanzetti. huis der Nederl. Israëlitische Gemeente aan de Niouwo Kerkstraat te Amsterdam
vond gisteren te half een n.m. do uitvaart plaats van het echtpaar Lisser en hun
dochtertje. De begrafenis geschiedde op de begraafplaats Diemen.
DE ONTHULLING TE TUBBERGEN
EEN INDRUKWEKKENDE PLECHTIGHEID
Men meldt van gister uit Tubbergen
Tubbergen is in feestdos. Eerepoorten en
straat versiering brengt de stemming in de dui
zenden, die van heinde en verre, per auto en
autobus, per rijwiel en rijtuig, zelfs per huifkar
naar de landelijke plaats zijn getogen. Het
geldt de vereering van een grooten zoon van
het kleine dorp, van het nijvere Twente, van
gansch Nederland. Den lof te bezingen van den
grooten Staatsman dr. A. A. J. M. Schaepman
is niet meer noodig een standbeeld zelfs
was niet noodig om zijn gedachtenis levendig
te doen blijven. Maar het standbeeld is ook
non memoriam doch honori, want Schaepmans
naam is duurzamer dan graniet, en het brons,
waaruit het standbeeld bestaat.
Maar met den naam Schaepman zal eeuwigdu
rend verbonden blijven dien van zijn trouwsten
vriend pastoor Egbertus Geerdink z.g. uit wiens
nalatenschap het monument te voorschijn
kwam. Daaraan herinnert een der zij-opschrif
ten: waarop staat Doctori Magno E. G. d.w z.
Den grooten Dokter: Egbertus Geordink.
Vooral katholiek Ncderlan dJeeft heden mee
met het feest in Tubbergen. Is het wonder, dat
het Pauselijk geel-wit domineert in de heel©
versiering te Tubbergen. Zoo staat dan aan den
Almeloschen weg het bronzen beeld, vijf me
ter hoog, op een voetstuk van drie meter en
dat weer op een uitgestrekt plateau van drie
meter hoogte, waarvoor vijf trappen van dertig
meter lengte, 28 meter boven het Tubbergsche
peil.
De hooge gasten zijn gearriveerd mgr. pro
fessor dr. Nolens in zijn schitterend kleed met
de versierselen zijner vele orden, minister Was
zink, mgr. Schaepman, dr. Sloet, deken van
der Waarden, den vertegenwoordiger van Z. D.
H. 'Aartsbisschop, deken Scholten, den uitvoer
der van pastoor Geerdinks laatste wilsbeschik
king.
Daar klinkt het koor van twee honderdvijftig
TubbergScho jongens. Ze zingen het door ka
pelaan Hein Schneider gedicht Schaepmanlied
op de wijs van het Twentsohe volkslied:
Mijn jubel trekt naar Tubbergsch
Escheland
Waar Schaepman-liefde in trouwe
harten brandt
Den priester telg van d' Eschhof
kronen mag
Den edelzoon van Twente-Neerlands
vl*ff.
Dan valt het doek. Mgr. dr. Nolens ge«ft het
beeld prijs aan de blikken van Nederland en
een donderend applaus onder het schetteren
der fanfare klinkt over de afgemaaide velden.
De Tubbergsch© burgerwacht geeft een vijf
tal eere-salvo's. Dan zingt het jongenskoorU
leeraor heil.
Mgr. dr. W. H. Nolens betreedt vervolgens
het spreekgestoelte.
Mgr. NOLENS.
Rede van mgr. Nolens.
Mij valt de eer te beurt aanstonds het stand
beeld te onthullen van Tubbergen's grooten
zoon, dr. Schaepman.
Dat voorrecht heb ik waarschijnlijk mede te
danken aan de omstandigheid, dat ik behoor
tot de, helaas niet meer zoo talrijken, die den
veelzijdigen, verdienstelijken Tubberger, Twen
tenaar, Nederlander meer van nabij en nog in
zijn beste jaren hebben mogen kennen en waar
deer en.
11: zou vreezen straks van de hoogte, waarop
zijn beeld staat, een verwijtenden blik te ont
moeten, indien ik deze plechtigheid volbracht,
zonder daarbij althans een kort, sober woord
te spreken.
In den zang der zuilen uit de Aja Sofia leat
de dichter de steenen spreken en stelt het voor
alsof hij nastamelt wat hij heeft opgevangen.
Indien aanstonds zijn eigen steenen beeld
voor onze oogen verrijst, zal wellicht menigeen
uwer onwillekeurig toezien en luisteren, of de
welsprekende mond zich niet voor korte wijle
zal openen misschien vangen wij dan in onze
verbeelding klanken op, die, stamelend weer
gegeven, zouden luiden
„Landgcnooten, die hier vergaderd zijt om
mijn nagedachtenis te ceren, na mijn verschei
den heeft voor- en tegenstander als om strijd
mij geloofd als een goed Nederlander. Voor
mij de hoogste lof. Ik vind de verklaring hier
in, dat ik bij al mijn streven en werken ge
tracht heb, met erkenning van ieders vrijheden
en rechten, het algemeen belang voor oogen
te houden en te dienen. Katholieke Nederlan
ders, ik wordt geprezen als uw emancipator.
Op staatkundig gebied werd die emancipatie
eerst bereikt, toen, met terzijdestelling van per
soonlijke belangen en inzichten, de eenheid van
beginselen werd erkend en op den voorgrond
geplaatst. Waar die eenheid van beginselen
bestaat, daar kon de vrijheid hoor rechten doen
gelden en moet de liefde haar plicht vervul
len."
Moge dit monument een eeuwen trotseerend
gedenkteeken zijn van de hulde van het ge-
heele Nederlandsdhe volk aan een zijner bes
te dichters en prozaschrijversaan een zijner
machtigste redenaars I aan een zijner meest
vooruitziende en scherpzinnigste staatslieden
aan een zijner meest verdienstelijke zonen.
Moge dit standbeeld het blijvend bewijs zijn
van de dankbaarheid van de Nederlandsche
katholieken jegens den man, die voor hem
geweest isde onvermoeide strijder, die de
plaats heeft veroverd die hun toekomt; die
mede den grondslag heeft gelegd voor onder
linge waardeering en voor het samenwerken
van de christelijke volksgroepen die aan het
Christelijk katholiek onderwijs recht heeft hel
pen doen weervaren de pionier, die de open
bare meening heeft bewerkt voor een Christe-
lijk-sociale politiek.
Moge de herinnering aan zijn werk door dit
steenen beeld herinnering, gesteund, bevor
derd door de studie, overweging van zijn, zoo
mogelijk verzamelde geschriften een aan
sporing en opwekking zijn, vooral voor de jon
gere geslachten, tot navolging van zijn trouw
aan Nederland en Vorstenhuis, van zijn liefde
voor de Kerk, van zijn rustcloozen strijd voor
waarheid, recht en maatschappelijke gerechtig
heid.
Verschillende toespraken.
Na mgr. Nolens voert jhr. mr. Ch. Ruys dt
Beerenbrouck het woord.
Dan zingt het jongenskoor het „Wilhelmus".
Vervolgens krijgt pastoor Waandert van Tub
bergen, eere-voorzitter van het Schaepman-
comité, het woord.
Nadat het koor „Roomsche Blijdschap" hoeft
gezongen houdt deken Scholten, van Oldcn-
zaa), een toespraak, waarin hij als uitvoerder
van Schaepman's laatste wilsbeschikkingen een
woord van oprechten dank brengt aan de leden
der commissie, die de prijsvraag voor het
standbeeld van dr. Schaepman mede hebben
uitgeschreven: mgr. pfrof. Jos. Schrijnen er»
pastoor Knuif van Denekamp en de leden der
jury prof. dr. Raphael Ligtenberg en de heeven
Jules Lagae van Brussel cn Jan Stuyt te den
Haag, die de commissie in deze tot voorlichting
hebben gediend en daaraan hun beste krachten
hebben gewijd, doch helaas geen van allen, we
gens ziekte of uitstedigheid, tegenwoordig kon
den zijn. Mede een woord van oprechten dank
aan den heer Falize, die den eersten prijs be
haalde en al zijn kunstenaarsgaven heeft be
steed, om aan het idea van dr. Schaepman als
volksredenaar een waardige vertolking te geven.
Wat hier tot stand gebracht is, zal, naar wij
meenen, tot In lengte vai^ dogen een eervolle
getuigenis van hun streven en werken afleggen.
Nog een woord van oprechten dank aan dc
hoeren leden der commissie te Tubbergen, die
reeds jaren lang gearbeid en gezwoegd hebben
om de noodige middelen voor de afwikkeling
der hun toegemeten taak bijeen te brengen er.
eindelijk hun doel bereikt zien. Spr. beschouwt
het als een eervolle taak thans het monument
met bijbehoorend voetstuk en terrein aan da
burgerlijke gemeente Tubbergen ten geschenke
aan te bieden en aan hare hoede en zorgen loo
te vertrouwen in de stellige overtuiging, dat
Tubbergen zijn grootsten zoon ook hier steeds
in eere zal houden.
Dan dankt namens de familie de heer Th. F.
M. Schaepman te den Haag, waarna de bur
gemeester van Tubbergen, de heer Th. C.
Luykx, voorzitter van het Schaepman-comité,
een woord van hulde brengt aan den vervaar
diger van het beeld, den heer Falize uit Wage-
ningen cn het monument namens de gemeente
Tubbergen aanvaardt.
Tot slot wordt gezongen het lied: Aan U o
Koning der Eeuwen.
DE KONINKLIJKE EN
RUSLAND
EEN GEVAAR VOOR DEN VREDE
Het Tweede Kamerlid de heer L. L. H. de
Visser heeft den minister van financiën, voor
zitter van den raad van ministers, de volgende
vragen gesteld
Heeft de regeering kennis genomen van een
oproeping, uitgaande van de (Kon.) Nederi.
Mij. tot exploitatie van Petroleumbronnen in
Ncd.-Indië, gepubliceerd op 23 Juli 1027
Is het der regeering bekend, dat in deze op-
loeping, welke zich richt tegen de regeering
der Unie van Socialistische Sovjet-republieken
en tegen zekere Amerikaansche maatschap
pijen, onder andere de volgende passages
voorkomen: „De honderdon millioenen guldens,
die onze aandeelhouders door de sovjots zijn
ontstolen, kunnen ook thans nog niet geresti
tueerd worden, zelfs niet met de krachtigste
hulp van onze regeering.", en „Wij vragen
aan het publiek in zijn eigen belang, sterk door
daden, den strijd tegen het bolsjewisme te on
dersteunen en zoodoende de regeering te hel
pen in hoar streven om de nationale industrie
tegen het naderend bolsjewistisch gevaar te
beschermen".
Is genoemde oproeping opgesteld en gepu
bliceerd met voorkennis en goedvinden van de
regeering
Acht de regeering het streven, dat in deze
oproeping tot uiting komt, geen gevaar voor
den vrede en wat meent zij daartegen te moe
ten doen
HET BEHEER DER WEESPER
GASFABRIEK
GEHEIME SPOEDVERGADERING
VAN DEN RAAD
Ir» verband met een in een der bladen gepu
bliceerd artikel, volgens hetwelk de directeur
der gemeente-gasfabriek te Weesp zich schul
dig zou gemaakt zou hebben aan het aanvaar
den van provisies voor leveranties ten dienste»
van het gasbedrijf, heeft thans een zevental
raadsleden bij den burgemeester heden een ge
heime spoedvergadering van den raad aange
vraagd tegen a.s. Vrijdagavond. De burge
meester heeft deze vergadering bepaald op
a.s. Maandagmiddag.
De Telegraaf had een onderhoud met den
betrokkene. In zake het eventueel indienen van
een aanklacht bij den officier van justitie deel
de de directeur mede eerst te willen afwachten
wat de burgemeester in de zaak wcnscht te
doen. Voorts verklaarde het bedrijfshoofd, dat
hij nimmer met den oud-directeur der gasfa
briek tc Schoten geconfereerd heeft, zoodat
z.i. de beschuldiging, als zou hij jegens diens
persoon verklaard hebben „eerst komt de di
recteur, dan de vereeniging en de gas-industrie
en dan de gemeente", op onwaarheid berust
De directeur verzekerde nog, dat hij inderdaad
in familiebetrekking stond tot een vertegen
woordiger van een aan het gasbedrijf leveren
de firmo, doch dat dit nog geen grond voor
onrechtmatige handelingen behoefde op te le
veren.
DE GOOISCHE STOOMTRAM.
Een ijskarretje versplinterd.
Gisteravond is op den Middenweg nabij de
Kruislean te Amsterdam een ijskarretje door
een trein van de Gooische Stoomtram aange
reden, waardoor dit voertuigje geheel versplin
terd werd. De stoomtram reed in de richting
Diemen, van de tegenovergestelde richting
kwam de ijskar aan, die volgens mededeelingen
ven den bestuurder van de stoomtram achter
een auto reed. Doordat de auto even voordat
de stoomtTam aankwam, uitweek, was het on
mogelijk de tram.nog tijdig tot stilstaan te
brengen en was hierdoor een aanrijding onver
mijdelijk geworden, zulks te meer waar den
ijsventer, die met zijn kar in de rails was blij
ven haken, de wagen niet spoedig van de tram
baan kon krijgen. Zooals gemeld, is de ijskar
geheel versplinterd, Persoonliik werd niemand
getroffen.
SYNODE HERV. KERK
wordt opgedragen ecne commissie te benoe
men van 7 personen met het oog op de Zui
derzee.
Twintigste zitting.
'Aan de orde komt het rapport van den heet
Bloem over het voorstel van dr. Oorbhuys om
in de tweede belijdenisvraag van art. 39 van
het Reglement op het Godsdienstonderwijs, de
woorden „te streven naar heiligmaking" te
vervangen door: „dc heiligmaking na te jagen,
zonder niemand den Heere zien zal".
De meerderheid der commissie is van oor
deel, dat deze wijziging niet noodig is, maar
mocht men het toch willen, don zou in elk ge
val moeten weggelaten worden: „zonder welke
niemand den Heere zien zal".
Dr. Oorthuys wil deze wijziging, omdat deze
uitdrukking meer schriftuurlijk is. Wil men
weglaten de woorden „zonder welke niemand
den Heere zien zal", daar legt hij zich bij
neer.
De conclusie der meerderheid wordt verwor
pen, zoodat de woorden „te streven naar hei
ligmaking" worden vervangen door„na 'e
jagen de heiligmaking".
De heer Stoel brengt rapport uit over het
voorstel van dc classicale vergadering van Lei
den om uit art. 39 al. I van het Reglement op
het Godsdienstonderwijs te schrappen do
woorden: „geest en hoofdzaak". De meerder
heid der commissie wil de woorden schrappen,
de minderheid niet.
Men wil dezë schrapping om eenheid te bren
gen in de belijdenis, vragen cn in de liturgie.
Nu de vragen reglementair zijn gesteld, moe
ten ze ook woordelijk gedaan worden
Anderen daarentegen willen de vrijheid
handhaven.
De conclusie van dc minderheid der com'
missie wordt aangenomen, zoodat de woorden
blijven staan.
Dezelfde rapporteert over het voorstel van
de hceren Timmer c.s. tot wijziging van art. 27
van het Reglement op het examen en van art
19 van het Reglement op bet godsdienston
derwijs.
Deze wijzigingen, zegt men, bedoelen niet
uitdrijven, maar uit te sproken het belijdend
karakter der kerk.
De heer Timmer wil invoegen, achtc het
Evangelie van Jezus Christus, de woorden
„overgeleverd om orizc zonden cn opgewekt
om onze rechtvanrdigmaking". Daur da exe
gese van deze woorden niet vaststaat, willen
anderen invoegen „naar de Schriften des
Ouden en Nieuwen Vei bonds".
De meerderheid der commissie wil het on
veranderd laten om niet telkens formules to
wijzigen, en zij ook van verandering geen heil
verwacht.
Deze conclusie wordt aangenomen.
De heer Picard brengt rapport uit over het
voorstel van dr. Oorthuys, om itit art. 62 van
het Algemeen Reglement het zoogenaamde
vetorecht te schrappen, n 1. dnt de aangeno
men voorstellen worden onderworpen aan de
hoofdelijke stemming van de leden der Pro
vinciale Kerkbesturen. De meerderheid der
commissie wil het veto-recht handhaven, de
minderheid het afschaffen. De conclusie van
de meerderheid wordt oangenomeen.
Voortgegaan wordt met de behandeling van
dc Bijlagen.
Door de commissie voor de groote steden
was in het vorig joar bij dc Algemeene Syno
dale Commissie ter fine van advies overge
bracht een voorstel van dezen inhoud: de Al
gemeene Synode wende zich tot de regeering
om er haar aandacht op te vestigen, dut
voorziening in de geestelijke behoeften val»
sterk zich uitbreidende gemeenten een stoats-
belang is en dat zij vooral dan door het ver-
leenen van rijkstraktement voor nieuwe prcdL
kantsplaatsen een taak heeft te vervullen, als
de sterke uitbreiding door maatregelen van
het Rijk werd veroorzaakt Dc commissie was
van oordeel, dat het zijn nut kan hebben dit
te doen, zelfs indien niet terstond een aan
vraag van steun in den vorm van rijkstracte-
ment voor nieuw te stichten predikantsplaatscn
wordt gedaan. De Synode vestigde daarbij nog
bepaaldelijk de aandacht op de geestelijke
verzorging van de gemeenten, dio zullen ont
staan door de droogmaking van de Zuider
zee.
De Synodale Commissie stelt voor lo. een
commissie te benoemen met het oog op de
Zuiderzee, die alle vraagstukken zal behande
len, welke zich daarbij voordoen, betreffende
de kerkelijk-geestelijke belangen en bepaalde
lijk ook betreffende de Rijkstraktementen en
2<j. te adviseeren geen schrijven in algemee-
nen zin tot de Regeering t" richten, omdat
waarschijnlijk geen enkel Minister zich zal
verbinden voor de toekomst en bovendion de
moeilijkheid onoverkomelijk is, hoe men dat
schrijven zal inkleeden. De Synode vereenigt
zich daerroedo en aan de Synodale Commissie
A
Do brief van dr. Oorthuys,
Aan de orde komt het voorstel van dr.
Oorthuys, dat de Synode aan alle Provinciale
en Classicale Besturen het navolgend schrijven
zende
Met groote droefheid merkt de Synode op,
dat allerlei loeringen, die in strijd zijn mot do
grondwaarheden van het christelijk geloof, ook
in den boezem der kerk voorteten, gelijk do
kanker.
In woord en geschrift worden met name'da
Leer der Drie-eenheid Gods, van de Godheid
van Christus Jezus, van Zijne vleeschwordinff
en ven Zijn plantsbckleofhnd en verzoenend
lijden en sterven, van Zijne lichamolijke op*
standing uit dc dooden en van Zijn hemol-
vaart, ook de Leer van de rechtvaardiging uit
het geloof alleen en van de uitverkiezing en
voorverordineering, welk© tot het wezen der
Reformatorische en enger, der Gereformeerde
geloofs-overtuiging behooren, op de moest
drieste wijze ontkend en bestreden.
De Synode, hoewel onbevoegd tot het be
slechten der leerstellige geschillen en tot hot
toetsen der belijdenisschriften aan Gods
Woord, nochtans geroepen tot do handhaving
van dc Leer der Kerk, volgens art. Tl van het
Algemeen Reglement en het als haar heilige
taak beschouwend, gelijk als de taak van ieder
christen, om pal te staan, allereerst voor de
grondwaarheden van het christelijk geloof en
daarom ook van de Gereformeorde Kerk hier
te lande,
spreekt uit, dat de ontkenning en bestrijding
van de bovengenoemde grondwaarheden in
strijd is met hot Evangelie van Jezus Christus
en dus ook met de beginselen en het karakter
der Hervormde Kerk en daarom eveneens in
strijd met de verklaring en belofte, afgelegd
en af te leggen om toegelaten te worden tot
het predikambt en tot het werk van godsdienst
onderwijzer of onderwijzeressen in onze kerk,
en acht het de roeping der provinciale en
classicale besturen, de aanstaande candidoten
tot den Heiligen Dienst en de candidaten voor
het godsdienstonderwijzerschap er met allon
ernst op te wijzen, dat alleen zij de van hen
geëischte verklaring en belofte naar waarheid
kunnen afleggen en onderteekenen, die van
harte belijden de Heilige Drieëenheid, de God
heid des Zoons, Zijn voldoenende cn verzoe
nende offerande, Zijn© opstanding ten derden
dage en Zijn opvaren ten hemel, alsmede do
rechtvaardiging uit het geloof en de verkiezing
en voorverordineering Gods, zooals die in
onze Belijdenisschriften naar Gods heilig
Woord zijn gepredikt.
Hoewel overtuigd, dat daarmede uw taak
wordt verzwaard, vertrouwen wij nochtans dat
gij, onder biddend opzien tot God, tot Zijn eer
en tot heil der Kerk, zult willen medewerken,
ook op deze wijze, tot handhaving van het
allerheiligst christelijk geloof in de Kerk van
Christus, tot welker bestuur gij geroepen zijt,
In de commissie, in wier handen dit voorstel
is gesteld, zijn verschillende leden het eens
met dc conscicntiekreet van dr. Oorthuys, doch
werd ook de gedachte uitgesproken, dat voor
het verlangde rondschrijven geen kerkrechte
lijke grond aanwezig is, zoolang de voorge
schreven vragen bij de toelating tot de Evan
geliebediening en tot godsdienstonderwijzer
niet gewijzigd zijn.
Al waardeert men ook den consciëntiekreet
van dr Oorthuys, toch betreurt men de wijze,
waarop dit geschiedt. Wat hier wordt voorge
steld is van zóó wijde strekking, dat het niet
aangaat, zonder ernstige en omvangrijke voor
bereiding hierover te beslissen.
De commissie adviseert don ook het verzoek
van dr. Oorthuys nfet in te willigen.
De conclusie der commissie wordt aangeno
men met 12 tegen 7 stemmen. Er tegen waren:
Barbas, Schokking, Gravemeijer, Oorthuys,
Tromp, Bloem en Prisse.
Rapport prof. Brouwer.
Aan de orde komt het rapport van prof.
Brouwer over het verzoek der Confessioneel©
Vereeniging aan de Synode, een commissie t©
willen benoemen, ten einde te overwegen en
voorstellen te ontwerpen, op welke wijze do
organisatie onzer kerk dient veranderd, om te
komen tot een kerkregeering, waarbij ten volle
gerekend wordt met de ambten der kerk en
waardoor de ware eenheid bevorderd wordt en
onze kerk weder een belijdende kerk zij in het
midden van ons volk.
Ann dit verzoek werd adhaesie betuigd door
17 classicale vergaderingen en 6 kerkeiaden.
Bij de stemming verklaarden zich tien leden
voor het benoemen van een commissie, n.L
Barbas, Schokking, Gravemeijer, Oorthuys,
Idenburg, Tromp, Bloem, Prisse, de vic©*presi-
dent ©n de president.