VIERDE BU
BINNENLAND
26e ja,rg.no No 67 AMERSFOORTSCH DAGBLAD „DE EEM!.ANDER
H Zaterdag
17 September 1927
i
PRINSES JULIANA ALS
STUDENTE
HAAR EERSTE WANDELING DOOR
LEIDEN
Onze Leidsche correspondent schrijft:
Een vliegende kraai vindt altijd wat, zegt
een oud Hollandsch spreekwoord Met een
variatie zou men kunnen zeggen: Een journa
list, die zich langs den weg bevindt, vindt
altijd nieuws zoo verging 't ons Dinsdagmid
dag, toen wij omstreeks vier uur na een bezoek
aan het postkantoor langs de Brecstraat huis
waarts keerden. Het was ter hoogte van het
postkantoor nogal vrij druk. Immers het was
heden de dag van inschrijving voor de nieuwe
leden van het Leidsch Studentencorps, of liever
gezegd, van de „groenen". Op het bordes van
de naast het postkantoor gelegen studenten
sociëteit zat een aantal studenten de aankomst
der groenen gade te slaan, die zich aan de
overzijde bij den pedel Vilders lieten inschrij
ven.
Het getal der ingeschreven groenen de
stand van het aantal ingeschrevenen werd tel
kens op een bord voor de woning van Vilders
bekend gemaakt bedroeg toen reeds 60 en
voor de woning van Vilders stonden, twee aan
twee, nog ongeveer 20 kaalgeknipte jongelin
gen in een rij om te wachten, tot zij tot de
woning van Vilders konden worden toegelaten
Zooals we dit te Leiden gewend zijn, had
zich een vrij groot aantnl Leidenaors van ver
schillenden leeftijd en kunne tegenover de stu
dentensociëteit geposteerd. „Wachtende op de
dingen, die komen zouden".
Wij dachten er nog over om bij Vilders een
kijkje te nemen, doch na eenige overweging
vonden wij het beter den anderen kant van de
Breestraat te nemen cn zoo huiswaarts te
gaan. Nauwelijks waren wij dc Trianon-Bios-
coop voorbij, toen wij, die links van den weg
liepen, rakelings een vijftal dames passeerden,
luid lachende en pret makende. Hadden deze
dames dit nu maar niet gedaan, dan zouden
wij hoor niet opgemerkt hebben. Want het
regende hard en wij dochten er eer aan om
zoo spoedig mogelijk thuis te zijn, dan om op
te letten wie wij tegen zouden komen. Doch
juist de luidruchtigheid dezer dames trok onze
opmerkzaamheid. Wij bevroedden reeds dade
lijk dat het dames-studenten waren. Een Lei-
denaar ziet dagelijks een aantal dezer dames
min of meer luidruchtig zich langs de straten
bewegen cn hij vindt zulks dan ook niets
vreemds. Wij zouden aan het groepje dan ook
met alle respect overigens jegc-ns de vrou
welijke spec patriae niet meer dan de ge
wone aandacht hebben geschonken, ware het
niet dat wij plotseling Prinses Juliana te mid
den dezer dafnps ontwaarden. Dus maakte
freule van Bueren haar eerste wandeling door
Leiden's straten.
We hadden juist gistermorgen aan baron
Baud, de kamerheer van de Prinses, in een on
derhoud, waartoe hij ons met eenige collega's
in villa Hoogcate te Katwijk aan Zee had irit-
genoodigd, beloofd, om zoo weinig mogelijk
over de vorstelijke studente te schrijven, om
dat het de wensch van de Prinses is, te Leiden
Haar studiejaren als een gewoon meisjes-stu
dente door te brengen. Tot de Katwijksche be
volking, zoo vertelde de heer Baud ons, was
reeds een proclamatie in denzelfden geest ge
richt. Hij had reden om aan te nemen, dat
de «Katwijksche bevolking zich daaraan strikt
zou houden en hij hoopte, dat de Leidsche
burgerij dezen wensch der Prinses zou eer
biedigen.
Welnu, de Leidsche burgerij heeft zich tij-
d<-ns de eerste wandeling van de prinses door
Leiden aan dezen wensch gehouden, zij het
dan ook doordat velen haar niet hebben op
gemerkt.
Wij herinnerden ons oogenblikkelijk .de be
lofte, gistermorgen tegenover den heer Baud
gedaan, om zoo weinig mogelijk over de
Prinses te schrijven. De zeer toevallige om
standigheid, dat wij onze Prinses reeds op
Haar eerste wandeling door Leiden ontmoet
ten, deed ons bij het denken aan deze belofte
den nadruk leggen op „zoo weinig mogelijk".
Want zoo'n ongezochte primeur laat een goed
journalist niet makkelijk over zijn kant gaan.
Waar, zoo vroegen wij ons af, zou de Prin
ses heengaan? Wat dreef er Haar toe, zich
juist naar dat punt van de Breestraat te be
geven, vaar zooveel mannelijke studenten de
aankomst der novitii gadesloegen Zou de
Prinses het aandurven, zou Haar de lust be
kruipen met eigen oogen te zien, hoe de in
schrijving £»ij het Studentencorps geschiedt
Wij verdiepten ons hierover nog in gissingen,
toen het gezelschap dames-studenten de Mooi-
Japiljstecg naderde. Dit was voor ons het cri-
tieke moment, want nog geen 10 Meter verder
stonden de ongeveer 20 groenen voor de wo
ning van Vilders te wachten en aan de over
zijde stonden op het bordes eenige oudere
jaars gereed hen de sociëteit „binnen te lei
den". Even wendde de Prinses Haar blikken
ar de studi-ntensocieteit. Toen sloeg het ge
zelschop, dat blijkbaar over deze gewaagde
onderneming zeer veel schik had, zonder dat
ook maar een der mannelijke studenten de
Prinses en Hare vriendinnen had opgemerkt,
rechts af, de Mooi Japiksteeg in. Wij volgden
even het gezelschap op een TO Meter afstand
en kwamen even later vlak voor de Mooi Japik
steeg te staan. Op hetzelfde oogenblik keerde
de Prinses zich om, luid lachende, zooals een
jong meisjes-studente lachen kon. Reeds wil
de dc Prinses terug gaan, om nog even onge
merkt een kijkje om den hoek van de Bree
straat te nemen, toen een der bestuursleden
van de Vrouw. Studentenvereniging ten
minste zoo mogen wij aannemen ons op
merkte.
Wat er toen besproken is, weten wij niet,
maar ineens keerde de Prinses zich weer om
en met eenigszins versnelden pas vervolgden
de dames-studenten haar weg door do Mooi
Japiksteeg, sloegen links den hoek om, om zich
vermoedelijk over de Langebrug naar het club-
g' bouw der meisjes-studenten te begeven.
Wij zeggen: vermoedelijk, want wij herin
nerden ons den wensch van de Prinses om zich
te Leiden gelijk alle andere meisjes-studenten
vrij te willen bewegen, en hebben de dames
'dus niet verder gevolgd.
EEN NIEUW BACTERIOLO
GISCH LABORATORIUM TE
AMS1ERDAM
EEN LANG GEVOELDE BEHOEFTE DER
HOOFDSTAD
MEDEDEELINGEN VAN
DR. HEIJERMARS
Men meldt ons uit Amsterdam
De hoofdstad is thans een laboratorium rijk
geworden, waarop de stichters en in het bij
zonder de Directeur van den Geneeskundigen
en Gezondheidsdienst, dr. L. Heyermans, die
daartoe ongetwijfeld den stoot heeft gegeven,
met recht trotsch mogen zijn.
Oorspronkelijk worden de bacteriologische
onderzoekingen, toen de Gezondheidsdienst 33
jaar geleden werd opgericht, verricht in het
Universiteits-bacteriologisch loboratorium aan
den Kloveniersburgwal, dat onder leiding stond
van Prof. Förster. Toen prof. Saltct Förster
opvolgde, werd zijn bacterioloog Ringeling
aangesteld tot directeur van den Gezondheids
dienst en een bacteriologisch laboratorium in
gericht in het perceel Groenburgwal 44, van
waar het nu is overgebracht.
Teneinde een inzicht te krijgen van de toe
nemende werkzaamheid in dat laboratorium,
is het vermeldenswaard, dat het aantal bacte
riologische onderzoekingen, in 1916 nog
slechts 547 bedragende, in 1922 tot bijna
23.000 was gestegen, terwijl het thans wisselt
tusschen 35.000 en 40.000 naar gelang van
het meer of minder voorkomen van besmette
lijke ziekten.
Na aanvankelijk verschillende voorzieningen
te hebben getroffen, bleek het niet langer mo
gelijk het laboratorium in het oude vervollen
gebouw gehuisvest te houden en werd door
den Raad tot den bouw van een geheel nieuw
laboratorium in het Centraal Bureau van den
Geneeskundigen- en Gezondheidsdienst aan de
N. Achtergracht besloten.
Voor dat doel werd een nieuwe verdieping
op het reeds drie verdiepingen hooge gebouw
opgetrokken.
Het nieuwe laboratorium heeft twee geschei
den afdeelingen, n.l het ziektekundig labora
torium met de ofdeeling voor scrologie en de
biologische en technisch-bacteriologische af-
deeling.
De dierenhokken, geheel van beton gemankt,
zijn op het dak geplaatst. Alle vertrekken zijn
frisch, licht en goed te ventileeren bij de aan-
Heeding is de grootste soberheid betracht.
In een onderhoud met vertegenwoordigers
der pers heeft de Directeur van den Genees
kundigen- en Gezondheidsdienst, dr. L. Heyer
mans het een en ander omtrent de taak van het
laboratorium meegedeeld.
Er worden in het laboratorium bacteriolo
gische onderzoekingen verricht, die hetzij door
den Dienst zelf noodig geacht worden, of door
geneeskundigen uit de stad of uit de zieken
huizen aangevraagd worden, zooals onderzoek
c-p dipthtei jebacillen, typhus, dysenterie, mil
iaria, meningius, bacteriologische vergiftigin
gen, pokken, enz. Voorts verricht het dabora-
torium alle onderzoekingen voor het Wilhel-
mina-Gasthuis, met zijn groote afdecling voor
besmettelijke zieken. Het laboratorium is in
gericht tot het verrichten van Wossermansche
onderzoekingen voor de gemeente-ziekenhui
zen, de gemeentelijke poliklinieken voor huid
en geslachtsziekten, de afdecling geestes- en
zenuwziekten en andere afdeelingen van den
dienst. Voor buiktyphus worden ook onder
zoekingen verricht voor de aangrenzende ge
meenten. Het is dus het gemeentelijk laborato
rium ten behoeve van de de volksgezondheid
in den vollen zin van hét woord.
Daarnaast worden de biologische-bacteriolo-
gisch-chemische onderzoekingen verricht naar
den toestand van het grachtwater, naar den in
vloed van dc rio'eering van Amsterdam op het
Zuiderzeewater, naar de werking der inrichting
tot biologische zuivering van afvalwater, naar
de zuiverheid van het water in de zweminrich
tingen, enz.
Al deze onderzoekingen geschieden regelma
tig eh geven aanleiding tot tal van wetenschap
pelijke onderzoekingen, die met deze vraag
stukken samenvallen. Waar de Dienst in den
eersten pleats een laboratorium voor de practi-
sche bacteriologische en biologische onderzoe
kingen heeft, worden de wetenschappelijke on
derzoekingen slechts verricht voor zoover zij
een direct practisch doel hebben. Een groot
verschil dus met het Universiteits-bacteriolo
gisch laboratorium. En om deze en andere
redenen hebben dc besprekingen, indertijd ge
voerd om hot nieuwe laboratorium te voegen
bij het Universiteits-bacteriologisch laborato
rium, tot geen oplossing kunnen leiden
Een der localiteiten van het laboratorium is
bestemd voor hygiënische onderzoekingen, in
hoofdzaak ten dienste van het schooltoezicht.
Het nieuwe laboratorium is deze week in ge-
bruik genomen.
SLINGERTOESTEL
VAN PROF. VENING ME1NESZ.
Buitenlandsche belangstelling.
Op het 3e Internationale Congres der Geo-
dctisch-Geofysische Unie te Praag is bijzonder
groote belangstelling geweest voor de zwaarte
krachtmetingen op zee, door prof. Vening Mei-
nesz op zijn duikbootreis om de wereld ver
richt. Hij sprak er uitvoerig over en werd luid
toegejuicht. De voorzitter gewaagde van een
„magnificent exposition of a grand piece of
Geodetic work", bracht hartelijk dank aan de
Hollundsche Marine, die op zoo royale wijze
Vening Meincsz tot zijn wetenschappelijke
waarnemingen in staat hod gesteld en noo-
digde zeemachten van andere naties uit, dit
uitstekende voorbeeld te volgen.
Vening Meinesz heeft eenige uren lang voor
verschillende groepen van belangstellenden het
door hem ontworpen slingertoestel gedemon
streerd. Het hoofddenkbeeld is, dot de gevaar
lijke horizontale storingen geëlimineerd worden
door gelijktijdige waarneming van twee slin
gers, die met een zeker faseverschil in het
zelfde vlak slingeren.
BEVORDERING VAN
NATUURSCHOON
VOOR HET BEHOUD ONZER LAND
GOEDEREN
BELASTINGVERMINDERING VOOR
DE EIGENAREN
In dc Troonrede van T926 werd,, een wets
ontwerp aangekondigd, waarin tot bevordering
van behoud van natuurschoon zekere fisclae
verzachtingen zouden worden verbonden aan
een vrijwillige bespreking van het beschikkings
recht over bepaalde landelijke eigendommen.
Een wetsontwerp van die strekking is thans
ingediend.
In den laatsten tijd aldus schrijven de
ministers van Financiën en van Binnenlandsche
Zeken en Landbouw in de Memorie van Toe-
lichtig wordt zoozeer de aandacht gevestigd
op de drukkende belastingen voor de eigeneren
van landgoederen, dat het den schijn krijgt,
dat die belastingen de hoofdoorzaak zijn van
het verdwijnen van natuurschoon.
Hoewel dc ministers overtuigd zijn, dat de
zware belastingen een belangrijke factor voi-
men, meenen zij toch tegen deze, naar hun
meening eenzijdige opvatting, te moeten waar
schuwen. Tol van andere factoren bevorderen
het gevreesde kwaad; als de uitbreiding der ge
meenten, de een tijd lang zoo hooge houtprij-
zen en de behoefte aan hout, de economische
verplaatsing van kapitalen, dc gering opbrengst,
die het bezit van landgoederen gewoonlijk
geeft, e.d.
Bij de vraag, welke belastingen voor de ver
mindering in aanmerking moeten komen, velt
dc aandacht in de eerste plaats wel op de
rechten van successie, van schenking en van
overgang. Ter voorkoming van verkoop, won
neer op een bepaald oogenblik een dikwijls
zeer belangrijke som aan belasting moet wor
den afgestaan, schijnt een aanmerkelijke ver
mindering van de bedoelde rechten geboden.
Naast deze belastingen komen in aanmerking do
vermogens- en verdedigingsbelastitngen, de in
komsten- en de personeelc belasting.
De vermindering dier belastingen is in het
ontwerp gebaseerd op een vervanging van de
heffing naar de verkoopwaarde door een hef
fing naar een waarde, die veelal de bcstem-
mingswaarde wordt genoemd.
Welke financicele offers deze wet zal vorde
ren is niet met nauwkeurigheid te ramen.
Uit art. 1 blijkt, dat het de bedoeling is om
alleen voor terreinen en daarop voorkomende
gebouwen, waarvan het behoud in het belang
van het natuurschoon noodig is, verlaging van
belastingen te verleenen.
Artikel 3 bevat de kern der regeling.
Van de belastingverlaging geniet de eigenaai
of gebruiker, zoolang het goed als landgoed
kan worden aangemerkt en, hij zich, wat de
veiling betreft, gedraagt naaf de voorschriften,
die hem door den minister van Binnenlandsche
Zeken en Landbouw worden gegeven. Houdt
hij zich daaraan niet en vergalt dientengevolge
het karakter van landgoed, dun worden in het
vervolg de belastingen weer op den ouder,
voet.'geheVen. Na v,ordering, yjridt voor dc janr^
lijks geheven belastingen niet plaats, omdat dc
Staat de belastingverlaging geeft, zoolang de
rechthebbende op het onroerend goed daarte
genover zijn onroerend goed als landgoed
tact laat. Hetzelfde zal gelden, indien andere
omstandigheden het karakter van landgoed heb
ben doen teloor gaan.
Daar de geheelc regeling een karakter zon
vrijwilligheid draagt, moet ook de eigenaar de
gelegenheid hebben, de werking der wet ten
aanzien van zijn onroerend goedte doen eindi
gen, ook zonder dat hij overgaat tot het veilen
van hout of het veranderen van het landgoed.
Een bepaling doortoe bevat het tweede lid, letter
a, van dit art.
Het ligt volgens art. 4 niet in de bedoeling,
te eischen dat de goederen in absoluten zin
voor het publiek worden opengesteld. Een rege.
ling, ten gevolge waarvan het goed niet alle
dogen of gedurende alle Uren van den dag is
opengesteld, of een regeling, waarbij het goed
slechts toegankelijk is gesteld voor houders
van door de eigenaren afgegeven toegangs
kaarten (mits deze gemakkelijk verkrijgbaar
zijn), zal voldoende kunnen zijn.
OPBRENGST POSTERIJEN,
TELEGRAFIE EN TELEFONIE.
De diensten der Posteaijen, Telegrafie cn
Telefonie hebben over de maand Augustus
1927 opgebracht respectievelijk 5.412.129,
587.248 en 1.223.056 tegen 3.647.756,
553.076 cn 1.175.537 over dezelfde maand
van het vorige jaar.
In totaal bedroeg de opbrengst over de eer
ste maanden van 1927 resp. J 30.654 053,
4.623.404 en 16.358.253, tegen
31.469 523, 4.35T.005 en 15.635 347
in 1926, terwijl de raming over acht maan
den vcror 1927 beliep resp. 30.210.000,
4.356000 en 13.818.800.
Bij een gelijksoortige verdeeling over de
maanden van het jaai van ongelijk vloeiende
inkomsten, zou de opbrengst hebben bedrugen
over Augustus resp. f 3.657.140, 599.356
en 1.753.301 en over de eerste acht maan
den van het jaar 50.480.079, 4.573.484
en 13 930.930.
BEZUINIGING TE ARNHEM.
In verband met noodzakelijke bezuiniging
zijn van het nieuwe college van B. en W. bin
nenkort voorstellen te venvachten, om dei.
gemeentereinigingsdaenst als zelfstandigen
gemeentedienst op te heffen. De afdeelrng
plantsoenen zal van den dienst van gemeente
weiken word gescheiden en worden ver-
eenigd met den dienst van gemeentereiniging.
De leidng van dezen gecombineerden dienst
komt dan in handen van den rentmeester der
landelijke eigendommen van de gemeente den
heer Frederiks. De directeur der gemeenterei
niging, de heer De Ruyter, zal op wachtgeld
worden gesteld.
INBRAAK.
Woensdag werd ontdekt dat ingebroken was
in de N.V. Nederlandsche Zeemlederfabriek Ie
Oosterhout en dat voor een waarde van 1000
aan zeemleer ontvreemd was.
ONTEVREDEN AUTOBUS
ONDERNEMERS
EEN CONGRES VAN DEN B.B N. TE
ASSEN
PROTEST TEGEN DE AT.O. CON
CESSIES IN DRENTE
Te Assen is een door den Bond van Be
drijfsautohouders in Nederland (B. B. N.) uit
geschreven congres gehouden, met het doel
om een krachtig protest te doen hooren tegen
de door verschillende Ged. Stoten verleende
A. T. O.-concessies. De reden, dat dit con
gres in Assen werd gehouden, lag hierin, dat
Drente zoo goed als geen concessie is ver
leend aan particuliere autobushouders, zelfs
niet aan degenen, die van de Ged. Staten van
Friesland en Groningen wel een concessie heb
ben gekregen voor diensten naar plaatsen in
Drente.
Er was groote belangstelling voor dit con
gres; vele particulieren en auto-ondernemers
waren aanwezig, terwijl het B. B. N.-bestuur in
zijn geheel tegenwoordig was.
De voorzitter, de heer A. J. ten Hope, uit
Rotterdam, gaf een zeer uitvoerige uiteenzet
ting van don stand van zaken. Hij wees erop,
dat hier z. i. een groot onrecht geschiedtpar
ticuliere ondernemers, die hadden aangepakt,
vóórdat eenig onder lichaam het aandurfde, die
door hard werken een bepaalde streek uit haai
isolement hadden verlost, zagen nu de resul
taten van hun werk in andere handen over
gaan en werden eenvoudig aan den dijk gezet.
Spr. critisecrde vervolgens de houding van
Ged. Staten van Drente. Spr. raadde ten slotte
allen autobusondernemers, wien een concessie
was geweigerd, aan, om in hooger beroep te
gaan bij de Kroon, waarbij de B. B. N. hen
gratis zal helpen.
Daarna werd de discussie geopend, waarbij
door verschillende personen het woord werd
gevoerd. Aan het eind van deze vergadering
werd een door het bestuur voorgedragen motie
aangenomen, welke aan don minister zal wor
den gezonden. Tevens werden uit de vergade
ring enkele personen benoemd, welke met het
bestuur deze zaak bij den minister nog eens
zullen gaan bepleiten.
DE OEFENINGEN DER
LICHTE BRIGADE
EEN DAGORDER VAN DEN
COMMANDANT
De commandant van de lichte brigade heeft
bij het einde der oefeningen zijner brigade dt
bijgaande dagorder aan zijne onderhebbende
troepen uitgegeven
Het vertrouwen, hetwelk ik in de lichte bri
gade had, is wederom gebleken volkomen ge
rechtvaardigd te zijn.
Met grooten ijver, bijzondere toewijding, en
Plichtsbetrachting gaven allen van hoog tot
laag zich, om de ofgeloopon oefeningen te
doen slagen en zoodoende mede te werken tot
het doel de lichte brigade te maken tot een
onderdeel der Nederlandsche weermacht, ge
reed en geschikt om te vervullen de taak, die
haar kan wachten, wanneer de eer en het be
lang van het Vaderland dit vragen.
Het is mij dan ook aangenaam allen die in
de afgeloopen dagen tot de lichte brigade be
hoorden mede namens den commandant
van het veldleger mijn groote tevredenheid
te betuigen.
RIJKSUNIFORMEN.
Rapport der klecding-commissio.
De commissie, in Juli 1924 door den minis
ter van Financiën ingesteld met de opdracht
te onderzoeken of een meer economische
wijze van vervaardiging, levering en verstrek
king van Rijkswege van alle uniform- en
dienstkleeding mogelijk is, heeft het nuttig
gevonden, alvorens haar definitief rapport
vast te stellen, een ontwerp Koninklijk Be
sluit tot regeling van de uniformklceding van
het geheel© burgerlijk rijkspersoneel aan den
minister van Financiën en door diens tus-
schenkomst aan den Ministerraad ter beoor-
dceling toe te zenden.
Als de voornaamste bepalingen van de
nieuwe regeling noemt „De Msb."
T. Voor alle rijksdiensten zal één en dezelf
de regeling gelden
2. Inhouding op het salaris wegens uniform
verst rekking blijft gehandhaafd
3. Voor de vervaardiging der uniformklee-
ding zal zoovecel mogelijk gebruik worden
gemaakt van Rijksgestichtsarbeid
4. In snit en in te gebruiken grondstoffen
wordt eenheid gebracht.
5 Er wordt ingesteld een permanente Rijks-
kleedingscommissie, die op de naleving van
de nieuwe bepalingen toezicht zal houden
verder wordt ingesteld een Riikskleedinnibu-
reau, dat centraal de aan de dië?istkleeding-
voorziening verbonden administratie voert en
als uitvoerend orgaan de Rijkskleedirtg-com*
missie behulpzaam is in haar taak. Het bureau
ressorteert onder het Staatsbedrijf Posterijen
en Telegrafie. De kosten van het bureau wor
den pondsgewijze door de gezamenlijke dien
sten gedragen.
De commissie raamt, dat door opvolgen van
haar voorstellen ongeveer drie ton per jaar
zal worden bezuinigd, ondanks de omstandig
heid, dat voor verscheidene diensten de hoe
veelheid verstrekte kleeding grooter zal zijn
en de hoedanigheid van het verstrekte in alle
opzichten uitstekend wordt geacht en ten dce-
le zelfs wordt verbeterd in vergelijking mei
hetgeen tot dusverre werd verstrekt.
Onder de categorieën van ambten Aren, die,
naar de kleedingscommissie meerit, vtor ver
strekking van uniformkleeding in aanmerking
zouden komen, noemt zij oa. hoofdkommiezen
kommieren en assistenten der directe belas
tingen, invoerrechten en accijnzen voor den
grensdienst, voor zooveel de minister van Fi
nanciën voor hen het dragen van uniformklee
ding heeft voorgeschreven.
PENSIOENWET SPOORWEG
AMBTENAREN
EEN WIJZIGINCSONTWERP
INGEDIEND
Ingediend zijn een wetsontwerp tot wijziging
van de Pensioenwet voor dc Spoorwegambte
naren 1925 en een wetsontwerp houdende
machtiging tot het aangaan van een overeen
komst met de Maatschappij tot Exploitatie van
Staatsspoorwegen inzake dc pensioenregeling
voor haar personeel
De commissie van bijstand, bedoeld in art. 6
der Pensioenwet voor de Spoorwegambtenaren
1925 bestaat thans uit 5 door den minister van
Waterstaat benoemde leden, van wie er 3 op
grond van een door de spoorwegambtenaren
bij dien minister ingediende aanbeveling zijn
benoemd.
De benoeming van deze leden heeft moei
lijkheden opgeleverd als gevolg van de om
standigheid, dat onder 't spoorwegpersoneel
meer dan drie erkende vakvereenigingen be
staan cn het bij dc vcrecnigingen aangesloten
aantal leden onderling sterke afwijkingen ver
toont.
In verband met een en ander is de wensche-
lijkheid gebleken om het aantal op aanbeve
ling von het personeel aan te wijzen leden van
3 op 4 te brengen. Dientengevolge behoort
ook het aai,tal op andere wijze te benoemen
leden met één te worden vermeerderd, wes
halve wordt voorgesteld, het totaal te bren
gen op 7.
Verder wordt voorgesteld om den termijp
ean inkoop van den tijd, in dienst van eep
Ned. Spoor- of Tramweg-Maatschappij door
gebracht, die volgens de bepalingen der wet
niet medetelt welko termijn aanvankelijk 1
April T926 verviel alsnog open te houden
tot I Juli 1928, terwijl in een nieuw artikel
tevens de mogelijkheid wordt geschapen om
tot I October 1928 op vroeger afgelegde ver
klaringen inzake inkoop van diensttijd terug
te komen.
De bij het tweede wetsontwerp bedoelde
overeenkomst strekt om voor eCn 20-tal per
sonen, die door omstandigheden onafhankelijk
van hun wil, volgens de bestaande redactie
geen aanspraak zouden kunnen maken op de
uitkeering, bedoeld bij art. 3 van de overeen
komst tusschen den Staat en dc S. S. d.d. 12
Sept. 1914, alsnog die aanspraak te doen
gelden
HEN GERAFFINEERDE BEDRIEGER.
Een paar oude menschen het
slachtoffer.
Op een flinke boerenplaats in de gemeente
Averecst leefden de oude H. S. met zijn zus
ter. In Ommen hadden zij een ver familielid
wonen, de bakker H. J. W. Deze kon heel
goed praten en won zoo het geheele vertrou
wen van de oude menschen. Hij raadde hun
aan, hun geld te beleggen op de Rijkspost
spaarbank. In den loop van 1923, '24 en '25
stelden zij hem verschillende bedragen ter
hond, totaal 3600, die hij voor hen op de
spaarbank zou beleggen. W. nam inderdaad een
spaarbankboekje, stortte hierop 14 en stak
de rest in zijn zak. Ook had hij onder zijn be
rusting een boekje met het te goed van
3000 van S. bij de Coöperatie te Dedems-
voart. Hiervan haalde W. 2000 af voor zidh-
zelfd, betaalde 600 kunstmest voor S. en
stak het staartje van f 400 weer in zijn eigen
zak. De heer S. begreep, dat de zaak niet zui
ver was, toen een kennis hun mededeelde, dat
zij 12.000 hypotheek op hun boerderij
kregen. W. had hun wijsgemaakt, dat de boer
derij herschat moest worden voor de belasting
op 12.000 en op deze wijze had hij alles
laten schatten voor do hypotheek, zonder dat
de beide oude menschen er iets van af wisten.
Begin 1926, na de ontdekking van het bedrog,
stemde S. er in toe, de geheele schuld van
W. aan hem en zijn zuster te fixeeren op
11.000, waarvoor hij een tweede hypotheek
kreeg op \Vs eigendommen. Twee December
vorige jaar ging W. failliet en bij den verkoop
van zijn goederen bleek, dat deze niet de ge
dachte waarde hadden, en dat van de tweede
hypotheek slechts ongeveer 50 pet. zou terecht
komen. Hierop werd de zaak aangegeven.
De officier van justitie bij de Zwolsche recht
bank vond het zoo'n geraffineerde en zoover
doorgevoerde verduistering, dat hij drie jaar
gevangenisstraf vraagt
Waar verdachte thans in Lonneker, dicht bij
de Duitsche grens woont, en na dezen elsch
de kans groot was, dat hij de vlucht zou ne
men, gelastte de rechtbank zijn oogenblfkke-
lijke inhechtenisneming
LIJKEN OP DEN RIGI
Vermoedelijk van Nederlanders.
In het Alg. Politieblad maakt de Minister van
Justitie ingevolge een verzoek, van het
Bezirksamt Küssnach am Rigi ontvangen dooT
tusschenkomst van het dep. van Buitenl. Za
ken, bekend dat op 26 Mei 1927 twee Rigi-
tocristen onder Rigi-Staffel achter een dennen-
boschje twee lijken hebben gevonden van
manspersonen, die moord en zelfmoord had
den gepleegd door middel van een vuurwapen.
De lijken zouden op het oogenblik, waarop ze
gevonden werden, ongeveer drie weken daar
gelegen hebben. Op het eene lijk werd gevon
den een bedrag von fr. 2.80, benevens een
tabakspijp. Op het andere werden aangetroffen:
een tabakspijp, een scheermes, een kleine na-
gelschaar, een zilveren horlogeketting met fijne
schakels zonder horloge, een Waterman-vul
penhouder en een in de Engelsche taal ge
schreven brief, waaruit blijkt, dat beiden vrij
willig den dood ingegaan zijn, en onderteekend
met M. Normore en P. Wouldbetter, welke
beide namen, zooals duidelijk is, gefingeerd
zijn.
Bij de lijken lag een leege flesch met op
schrift: „Schiedammer jenever uit de fabriek
't Lootsje van de erven Lucas Bols, Amster
dam".
Een der dooden had nog bij zich een ledigen
tabakszak, bedrukt met „Poorters-Toeback J.
en A. C. van Rossem, Rotterdam". Enkele
broeksknoopen dragen het opschrift S. v. S.
Kloet Mzn., Dordrecht, on E. Esders, Rotter-»
dam.