VIERDE BU BINNENLAND 26e ja,rg.no No 67 AMERSFOORTSCH DAGBLAD „DE EEM!.ANDER H Zaterdag 17 September 1927 i PRINSES JULIANA ALS STUDENTE HAAR EERSTE WANDELING DOOR LEIDEN Onze Leidsche correspondent schrijft: Een vliegende kraai vindt altijd wat, zegt een oud Hollandsch spreekwoord Met een variatie zou men kunnen zeggen: Een journa list, die zich langs den weg bevindt, vindt altijd nieuws zoo verging 't ons Dinsdagmid dag, toen wij omstreeks vier uur na een bezoek aan het postkantoor langs de Brecstraat huis waarts keerden. Het was ter hoogte van het postkantoor nogal vrij druk. Immers het was heden de dag van inschrijving voor de nieuwe leden van het Leidsch Studentencorps, of liever gezegd, van de „groenen". Op het bordes van de naast het postkantoor gelegen studenten sociëteit zat een aantal studenten de aankomst der groenen gade te slaan, die zich aan de overzijde bij den pedel Vilders lieten inschrij ven. Het getal der ingeschreven groenen de stand van het aantal ingeschrevenen werd tel kens op een bord voor de woning van Vilders bekend gemaakt bedroeg toen reeds 60 en voor de woning van Vilders stonden, twee aan twee, nog ongeveer 20 kaalgeknipte jongelin gen in een rij om te wachten, tot zij tot de woning van Vilders konden worden toegelaten Zooals we dit te Leiden gewend zijn, had zich een vrij groot aantnl Leidenaors van ver schillenden leeftijd en kunne tegenover de stu dentensociëteit geposteerd. „Wachtende op de dingen, die komen zouden". Wij dachten er nog over om bij Vilders een kijkje te nemen, doch na eenige overweging vonden wij het beter den anderen kant van de Breestraat te nemen cn zoo huiswaarts te gaan. Nauwelijks waren wij dc Trianon-Bios- coop voorbij, toen wij, die links van den weg liepen, rakelings een vijftal dames passeerden, luid lachende en pret makende. Hadden deze dames dit nu maar niet gedaan, dan zouden wij hoor niet opgemerkt hebben. Want het regende hard en wij dochten er eer aan om zoo spoedig mogelijk thuis te zijn, dan om op te letten wie wij tegen zouden komen. Doch juist de luidruchtigheid dezer dames trok onze opmerkzaamheid. Wij bevroedden reeds dade lijk dat het dames-studenten waren. Een Lei- denaar ziet dagelijks een aantal dezer dames min of meer luidruchtig zich langs de straten bewegen cn hij vindt zulks dan ook niets vreemds. Wij zouden aan het groepje dan ook met alle respect overigens jegc-ns de vrou welijke spec patriae niet meer dan de ge wone aandacht hebben geschonken, ware het niet dat wij plotseling Prinses Juliana te mid den dezer dafnps ontwaarden. Dus maakte freule van Bueren haar eerste wandeling door Leiden's straten. We hadden juist gistermorgen aan baron Baud, de kamerheer van de Prinses, in een on derhoud, waartoe hij ons met eenige collega's in villa Hoogcate te Katwijk aan Zee had irit- genoodigd, beloofd, om zoo weinig mogelijk over de vorstelijke studente te schrijven, om dat het de wensch van de Prinses is, te Leiden Haar studiejaren als een gewoon meisjes-stu dente door te brengen. Tot de Katwijksche be volking, zoo vertelde de heer Baud ons, was reeds een proclamatie in denzelfden geest ge richt. Hij had reden om aan te nemen, dat de «Katwijksche bevolking zich daaraan strikt zou houden en hij hoopte, dat de Leidsche burgerij dezen wensch der Prinses zou eer biedigen. Welnu, de Leidsche burgerij heeft zich tij- d<-ns de eerste wandeling van de prinses door Leiden aan dezen wensch gehouden, zij het dan ook doordat velen haar niet hebben op gemerkt. Wij herinnerden ons oogenblikkelijk .de be lofte, gistermorgen tegenover den heer Baud gedaan, om zoo weinig mogelijk over de Prinses te schrijven. De zeer toevallige om standigheid, dat wij onze Prinses reeds op Haar eerste wandeling door Leiden ontmoet ten, deed ons bij het denken aan deze belofte den nadruk leggen op „zoo weinig mogelijk". Want zoo'n ongezochte primeur laat een goed journalist niet makkelijk over zijn kant gaan. Waar, zoo vroegen wij ons af, zou de Prin ses heengaan? Wat dreef er Haar toe, zich juist naar dat punt van de Breestraat te be geven, vaar zooveel mannelijke studenten de aankomst der novitii gadesloegen Zou de Prinses het aandurven, zou Haar de lust be kruipen met eigen oogen te zien, hoe de in schrijving £»ij het Studentencorps geschiedt Wij verdiepten ons hierover nog in gissingen, toen het gezelschap dames-studenten de Mooi- Japiljstecg naderde. Dit was voor ons het cri- tieke moment, want nog geen 10 Meter verder stonden de ongeveer 20 groenen voor de wo ning van Vilders te wachten en aan de over zijde stonden op het bordes eenige oudere jaars gereed hen de sociëteit „binnen te lei den". Even wendde de Prinses Haar blikken ar de studi-ntensocieteit. Toen sloeg het ge zelschop, dat blijkbaar over deze gewaagde onderneming zeer veel schik had, zonder dat ook maar een der mannelijke studenten de Prinses en Hare vriendinnen had opgemerkt, rechts af, de Mooi Japiksteeg in. Wij volgden even het gezelschap op een TO Meter afstand en kwamen even later vlak voor de Mooi Japik steeg te staan. Op hetzelfde oogenblik keerde de Prinses zich om, luid lachende, zooals een jong meisjes-studente lachen kon. Reeds wil de dc Prinses terug gaan, om nog even onge merkt een kijkje om den hoek van de Bree straat te nemen, toen een der bestuursleden van de Vrouw. Studentenvereniging ten minste zoo mogen wij aannemen ons op merkte. Wat er toen besproken is, weten wij niet, maar ineens keerde de Prinses zich weer om en met eenigszins versnelden pas vervolgden de dames-studenten haar weg door do Mooi Japiksteeg, sloegen links den hoek om, om zich vermoedelijk over de Langebrug naar het club- g' bouw der meisjes-studenten te begeven. Wij zeggen: vermoedelijk, want wij herin nerden ons den wensch van de Prinses om zich te Leiden gelijk alle andere meisjes-studenten vrij te willen bewegen, en hebben de dames 'dus niet verder gevolgd. EEN NIEUW BACTERIOLO GISCH LABORATORIUM TE AMS1ERDAM EEN LANG GEVOELDE BEHOEFTE DER HOOFDSTAD MEDEDEELINGEN VAN DR. HEIJERMARS Men meldt ons uit Amsterdam De hoofdstad is thans een laboratorium rijk geworden, waarop de stichters en in het bij zonder de Directeur van den Geneeskundigen en Gezondheidsdienst, dr. L. Heyermans, die daartoe ongetwijfeld den stoot heeft gegeven, met recht trotsch mogen zijn. Oorspronkelijk worden de bacteriologische onderzoekingen, toen de Gezondheidsdienst 33 jaar geleden werd opgericht, verricht in het Universiteits-bacteriologisch loboratorium aan den Kloveniersburgwal, dat onder leiding stond van Prof. Förster. Toen prof. Saltct Förster opvolgde, werd zijn bacterioloog Ringeling aangesteld tot directeur van den Gezondheids dienst en een bacteriologisch laboratorium in gericht in het perceel Groenburgwal 44, van waar het nu is overgebracht. Teneinde een inzicht te krijgen van de toe nemende werkzaamheid in dat laboratorium, is het vermeldenswaard, dat het aantal bacte riologische onderzoekingen, in 1916 nog slechts 547 bedragende, in 1922 tot bijna 23.000 was gestegen, terwijl het thans wisselt tusschen 35.000 en 40.000 naar gelang van het meer of minder voorkomen van besmette lijke ziekten. Na aanvankelijk verschillende voorzieningen te hebben getroffen, bleek het niet langer mo gelijk het laboratorium in het oude vervollen gebouw gehuisvest te houden en werd door den Raad tot den bouw van een geheel nieuw laboratorium in het Centraal Bureau van den Geneeskundigen- en Gezondheidsdienst aan de N. Achtergracht besloten. Voor dat doel werd een nieuwe verdieping op het reeds drie verdiepingen hooge gebouw opgetrokken. Het nieuwe laboratorium heeft twee geschei den afdeelingen, n.l het ziektekundig labora torium met de ofdeeling voor scrologie en de biologische en technisch-bacteriologische af- deeling. De dierenhokken, geheel van beton gemankt, zijn op het dak geplaatst. Alle vertrekken zijn frisch, licht en goed te ventileeren bij de aan- Heeding is de grootste soberheid betracht. In een onderhoud met vertegenwoordigers der pers heeft de Directeur van den Genees kundigen- en Gezondheidsdienst, dr. L. Heyer mans het een en ander omtrent de taak van het laboratorium meegedeeld. Er worden in het laboratorium bacteriolo gische onderzoekingen verricht, die hetzij door den Dienst zelf noodig geacht worden, of door geneeskundigen uit de stad of uit de zieken huizen aangevraagd worden, zooals onderzoek c-p dipthtei jebacillen, typhus, dysenterie, mil iaria, meningius, bacteriologische vergiftigin gen, pokken, enz. Voorts verricht het dabora- torium alle onderzoekingen voor het Wilhel- mina-Gasthuis, met zijn groote afdecling voor besmettelijke zieken. Het laboratorium is in gericht tot het verrichten van Wossermansche onderzoekingen voor de gemeente-ziekenhui zen, de gemeentelijke poliklinieken voor huid en geslachtsziekten, de afdecling geestes- en zenuwziekten en andere afdeelingen van den dienst. Voor buiktyphus worden ook onder zoekingen verricht voor de aangrenzende ge meenten. Het is dus het gemeentelijk laborato rium ten behoeve van de de volksgezondheid in den vollen zin van hét woord. Daarnaast worden de biologische-bacteriolo- gisch-chemische onderzoekingen verricht naar den toestand van het grachtwater, naar den in vloed van dc rio'eering van Amsterdam op het Zuiderzeewater, naar de werking der inrichting tot biologische zuivering van afvalwater, naar de zuiverheid van het water in de zweminrich tingen, enz. Al deze onderzoekingen geschieden regelma tig eh geven aanleiding tot tal van wetenschap pelijke onderzoekingen, die met deze vraag stukken samenvallen. Waar de Dienst in den eersten pleats een laboratorium voor de practi- sche bacteriologische en biologische onderzoe kingen heeft, worden de wetenschappelijke on derzoekingen slechts verricht voor zoover zij een direct practisch doel hebben. Een groot verschil dus met het Universiteits-bacteriolo gisch laboratorium. En om deze en andere redenen hebben dc besprekingen, indertijd ge voerd om hot nieuwe laboratorium te voegen bij het Universiteits-bacteriologisch laborato rium, tot geen oplossing kunnen leiden Een der localiteiten van het laboratorium is bestemd voor hygiënische onderzoekingen, in hoofdzaak ten dienste van het schooltoezicht. Het nieuwe laboratorium is deze week in ge- bruik genomen. SLINGERTOESTEL VAN PROF. VENING ME1NESZ. Buitenlandsche belangstelling. Op het 3e Internationale Congres der Geo- dctisch-Geofysische Unie te Praag is bijzonder groote belangstelling geweest voor de zwaarte krachtmetingen op zee, door prof. Vening Mei- nesz op zijn duikbootreis om de wereld ver richt. Hij sprak er uitvoerig over en werd luid toegejuicht. De voorzitter gewaagde van een „magnificent exposition of a grand piece of Geodetic work", bracht hartelijk dank aan de Hollundsche Marine, die op zoo royale wijze Vening Meincsz tot zijn wetenschappelijke waarnemingen in staat hod gesteld en noo- digde zeemachten van andere naties uit, dit uitstekende voorbeeld te volgen. Vening Meinesz heeft eenige uren lang voor verschillende groepen van belangstellenden het door hem ontworpen slingertoestel gedemon streerd. Het hoofddenkbeeld is, dot de gevaar lijke horizontale storingen geëlimineerd worden door gelijktijdige waarneming van twee slin gers, die met een zeker faseverschil in het zelfde vlak slingeren. BEVORDERING VAN NATUURSCHOON VOOR HET BEHOUD ONZER LAND GOEDEREN BELASTINGVERMINDERING VOOR DE EIGENAREN In dc Troonrede van T926 werd,, een wets ontwerp aangekondigd, waarin tot bevordering van behoud van natuurschoon zekere fisclae verzachtingen zouden worden verbonden aan een vrijwillige bespreking van het beschikkings recht over bepaalde landelijke eigendommen. Een wetsontwerp van die strekking is thans ingediend. In den laatsten tijd aldus schrijven de ministers van Financiën en van Binnenlandsche Zeken en Landbouw in de Memorie van Toe- lichtig wordt zoozeer de aandacht gevestigd op de drukkende belastingen voor de eigeneren van landgoederen, dat het den schijn krijgt, dat die belastingen de hoofdoorzaak zijn van het verdwijnen van natuurschoon. Hoewel dc ministers overtuigd zijn, dat de zware belastingen een belangrijke factor voi- men, meenen zij toch tegen deze, naar hun meening eenzijdige opvatting, te moeten waar schuwen. Tol van andere factoren bevorderen het gevreesde kwaad; als de uitbreiding der ge meenten, de een tijd lang zoo hooge houtprij- zen en de behoefte aan hout, de economische verplaatsing van kapitalen, dc gering opbrengst, die het bezit van landgoederen gewoonlijk geeft, e.d. Bij de vraag, welke belastingen voor de ver mindering in aanmerking moeten komen, velt dc aandacht in de eerste plaats wel op de rechten van successie, van schenking en van overgang. Ter voorkoming van verkoop, won neer op een bepaald oogenblik een dikwijls zeer belangrijke som aan belasting moet wor den afgestaan, schijnt een aanmerkelijke ver mindering van de bedoelde rechten geboden. Naast deze belastingen komen in aanmerking do vermogens- en verdedigingsbelastitngen, de in komsten- en de personeelc belasting. De vermindering dier belastingen is in het ontwerp gebaseerd op een vervanging van de heffing naar de verkoopwaarde door een hef fing naar een waarde, die veelal de bcstem- mingswaarde wordt genoemd. Welke financicele offers deze wet zal vorde ren is niet met nauwkeurigheid te ramen. Uit art. 1 blijkt, dat het de bedoeling is om alleen voor terreinen en daarop voorkomende gebouwen, waarvan het behoud in het belang van het natuurschoon noodig is, verlaging van belastingen te verleenen. Artikel 3 bevat de kern der regeling. Van de belastingverlaging geniet de eigenaai of gebruiker, zoolang het goed als landgoed kan worden aangemerkt en, hij zich, wat de veiling betreft, gedraagt naaf de voorschriften, die hem door den minister van Binnenlandsche Zeken en Landbouw worden gegeven. Houdt hij zich daaraan niet en vergalt dientengevolge het karakter van landgoed, dun worden in het vervolg de belastingen weer op den ouder, voet.'geheVen. Na v,ordering, yjridt voor dc janr^ lijks geheven belastingen niet plaats, omdat dc Staat de belastingverlaging geeft, zoolang de rechthebbende op het onroerend goed daarte genover zijn onroerend goed als landgoed tact laat. Hetzelfde zal gelden, indien andere omstandigheden het karakter van landgoed heb ben doen teloor gaan. Daar de geheelc regeling een karakter zon vrijwilligheid draagt, moet ook de eigenaar de gelegenheid hebben, de werking der wet ten aanzien van zijn onroerend goedte doen eindi gen, ook zonder dat hij overgaat tot het veilen van hout of het veranderen van het landgoed. Een bepaling doortoe bevat het tweede lid, letter a, van dit art. Het ligt volgens art. 4 niet in de bedoeling, te eischen dat de goederen in absoluten zin voor het publiek worden opengesteld. Een rege. ling, ten gevolge waarvan het goed niet alle dogen of gedurende alle Uren van den dag is opengesteld, of een regeling, waarbij het goed slechts toegankelijk is gesteld voor houders van door de eigenaren afgegeven toegangs kaarten (mits deze gemakkelijk verkrijgbaar zijn), zal voldoende kunnen zijn. OPBRENGST POSTERIJEN, TELEGRAFIE EN TELEFONIE. De diensten der Posteaijen, Telegrafie cn Telefonie hebben over de maand Augustus 1927 opgebracht respectievelijk 5.412.129, 587.248 en 1.223.056 tegen 3.647.756, 553.076 cn 1.175.537 over dezelfde maand van het vorige jaar. In totaal bedroeg de opbrengst over de eer ste maanden van 1927 resp. J 30.654 053, 4.623.404 en 16.358.253, tegen 31.469 523, 4.35T.005 en 15.635 347 in 1926, terwijl de raming over acht maan den vcror 1927 beliep resp. 30.210.000, 4.356000 en 13.818.800. Bij een gelijksoortige verdeeling over de maanden van het jaai van ongelijk vloeiende inkomsten, zou de opbrengst hebben bedrugen over Augustus resp. f 3.657.140, 599.356 en 1.753.301 en over de eerste acht maan den van het jaar 50.480.079, 4.573.484 en 13 930.930. BEZUINIGING TE ARNHEM. In verband met noodzakelijke bezuiniging zijn van het nieuwe college van B. en W. bin nenkort voorstellen te venvachten, om dei. gemeentereinigingsdaenst als zelfstandigen gemeentedienst op te heffen. De afdeelrng plantsoenen zal van den dienst van gemeente weiken word gescheiden en worden ver- eenigd met den dienst van gemeentereiniging. De leidng van dezen gecombineerden dienst komt dan in handen van den rentmeester der landelijke eigendommen van de gemeente den heer Frederiks. De directeur der gemeenterei niging, de heer De Ruyter, zal op wachtgeld worden gesteld. INBRAAK. Woensdag werd ontdekt dat ingebroken was in de N.V. Nederlandsche Zeemlederfabriek Ie Oosterhout en dat voor een waarde van 1000 aan zeemleer ontvreemd was. ONTEVREDEN AUTOBUS ONDERNEMERS EEN CONGRES VAN DEN B.B N. TE ASSEN PROTEST TEGEN DE AT.O. CON CESSIES IN DRENTE Te Assen is een door den Bond van Be drijfsautohouders in Nederland (B. B. N.) uit geschreven congres gehouden, met het doel om een krachtig protest te doen hooren tegen de door verschillende Ged. Stoten verleende A. T. O.-concessies. De reden, dat dit con gres in Assen werd gehouden, lag hierin, dat Drente zoo goed als geen concessie is ver leend aan particuliere autobushouders, zelfs niet aan degenen, die van de Ged. Staten van Friesland en Groningen wel een concessie heb ben gekregen voor diensten naar plaatsen in Drente. Er was groote belangstelling voor dit con gres; vele particulieren en auto-ondernemers waren aanwezig, terwijl het B. B. N.-bestuur in zijn geheel tegenwoordig was. De voorzitter, de heer A. J. ten Hope, uit Rotterdam, gaf een zeer uitvoerige uiteenzet ting van don stand van zaken. Hij wees erop, dat hier z. i. een groot onrecht geschiedtpar ticuliere ondernemers, die hadden aangepakt, vóórdat eenig onder lichaam het aandurfde, die door hard werken een bepaalde streek uit haai isolement hadden verlost, zagen nu de resul taten van hun werk in andere handen over gaan en werden eenvoudig aan den dijk gezet. Spr. critisecrde vervolgens de houding van Ged. Staten van Drente. Spr. raadde ten slotte allen autobusondernemers, wien een concessie was geweigerd, aan, om in hooger beroep te gaan bij de Kroon, waarbij de B. B. N. hen gratis zal helpen. Daarna werd de discussie geopend, waarbij door verschillende personen het woord werd gevoerd. Aan het eind van deze vergadering werd een door het bestuur voorgedragen motie aangenomen, welke aan don minister zal wor den gezonden. Tevens werden uit de vergade ring enkele personen benoemd, welke met het bestuur deze zaak bij den minister nog eens zullen gaan bepleiten. DE OEFENINGEN DER LICHTE BRIGADE EEN DAGORDER VAN DEN COMMANDANT De commandant van de lichte brigade heeft bij het einde der oefeningen zijner brigade dt bijgaande dagorder aan zijne onderhebbende troepen uitgegeven Het vertrouwen, hetwelk ik in de lichte bri gade had, is wederom gebleken volkomen ge rechtvaardigd te zijn. Met grooten ijver, bijzondere toewijding, en Plichtsbetrachting gaven allen van hoog tot laag zich, om de ofgeloopon oefeningen te doen slagen en zoodoende mede te werken tot het doel de lichte brigade te maken tot een onderdeel der Nederlandsche weermacht, ge reed en geschikt om te vervullen de taak, die haar kan wachten, wanneer de eer en het be lang van het Vaderland dit vragen. Het is mij dan ook aangenaam allen die in de afgeloopen dagen tot de lichte brigade be hoorden mede namens den commandant van het veldleger mijn groote tevredenheid te betuigen. RIJKSUNIFORMEN. Rapport der klecding-commissio. De commissie, in Juli 1924 door den minis ter van Financiën ingesteld met de opdracht te onderzoeken of een meer economische wijze van vervaardiging, levering en verstrek king van Rijkswege van alle uniform- en dienstkleeding mogelijk is, heeft het nuttig gevonden, alvorens haar definitief rapport vast te stellen, een ontwerp Koninklijk Be sluit tot regeling van de uniformklceding van het geheel© burgerlijk rijkspersoneel aan den minister van Financiën en door diens tus- schenkomst aan den Ministerraad ter beoor- dceling toe te zenden. Als de voornaamste bepalingen van de nieuwe regeling noemt „De Msb." T. Voor alle rijksdiensten zal één en dezelf de regeling gelden 2. Inhouding op het salaris wegens uniform verst rekking blijft gehandhaafd 3. Voor de vervaardiging der uniformklee- ding zal zoovecel mogelijk gebruik worden gemaakt van Rijksgestichtsarbeid 4. In snit en in te gebruiken grondstoffen wordt eenheid gebracht. 5 Er wordt ingesteld een permanente Rijks- kleedingscommissie, die op de naleving van de nieuwe bepalingen toezicht zal houden verder wordt ingesteld een Riikskleedinnibu- reau, dat centraal de aan de dië?istkleeding- voorziening verbonden administratie voert en als uitvoerend orgaan de Rijkskleedirtg-com* missie behulpzaam is in haar taak. Het bureau ressorteert onder het Staatsbedrijf Posterijen en Telegrafie. De kosten van het bureau wor den pondsgewijze door de gezamenlijke dien sten gedragen. De commissie raamt, dat door opvolgen van haar voorstellen ongeveer drie ton per jaar zal worden bezuinigd, ondanks de omstandig heid, dat voor verscheidene diensten de hoe veelheid verstrekte kleeding grooter zal zijn en de hoedanigheid van het verstrekte in alle opzichten uitstekend wordt geacht en ten dce- le zelfs wordt verbeterd in vergelijking mei hetgeen tot dusverre werd verstrekt. Onder de categorieën van ambten Aren, die, naar de kleedingscommissie meerit, vtor ver strekking van uniformkleeding in aanmerking zouden komen, noemt zij oa. hoofdkommiezen kommieren en assistenten der directe belas tingen, invoerrechten en accijnzen voor den grensdienst, voor zooveel de minister van Fi nanciën voor hen het dragen van uniformklee ding heeft voorgeschreven. PENSIOENWET SPOORWEG AMBTENAREN EEN WIJZIGINCSONTWERP INGEDIEND Ingediend zijn een wetsontwerp tot wijziging van de Pensioenwet voor dc Spoorwegambte naren 1925 en een wetsontwerp houdende machtiging tot het aangaan van een overeen komst met de Maatschappij tot Exploitatie van Staatsspoorwegen inzake dc pensioenregeling voor haar personeel De commissie van bijstand, bedoeld in art. 6 der Pensioenwet voor de Spoorwegambtenaren 1925 bestaat thans uit 5 door den minister van Waterstaat benoemde leden, van wie er 3 op grond van een door de spoorwegambtenaren bij dien minister ingediende aanbeveling zijn benoemd. De benoeming van deze leden heeft moei lijkheden opgeleverd als gevolg van de om standigheid, dat onder 't spoorwegpersoneel meer dan drie erkende vakvereenigingen be staan cn het bij dc vcrecnigingen aangesloten aantal leden onderling sterke afwijkingen ver toont. In verband met een en ander is de wensche- lijkheid gebleken om het aantal op aanbeve ling von het personeel aan te wijzen leden van 3 op 4 te brengen. Dientengevolge behoort ook het aai,tal op andere wijze te benoemen leden met één te worden vermeerderd, wes halve wordt voorgesteld, het totaal te bren gen op 7. Verder wordt voorgesteld om den termijp ean inkoop van den tijd, in dienst van eep Ned. Spoor- of Tramweg-Maatschappij door gebracht, die volgens de bepalingen der wet niet medetelt welko termijn aanvankelijk 1 April T926 verviel alsnog open te houden tot I Juli 1928, terwijl in een nieuw artikel tevens de mogelijkheid wordt geschapen om tot I October 1928 op vroeger afgelegde ver klaringen inzake inkoop van diensttijd terug te komen. De bij het tweede wetsontwerp bedoelde overeenkomst strekt om voor eCn 20-tal per sonen, die door omstandigheden onafhankelijk van hun wil, volgens de bestaande redactie geen aanspraak zouden kunnen maken op de uitkeering, bedoeld bij art. 3 van de overeen komst tusschen den Staat en dc S. S. d.d. 12 Sept. 1914, alsnog die aanspraak te doen gelden HEN GERAFFINEERDE BEDRIEGER. Een paar oude menschen het slachtoffer. Op een flinke boerenplaats in de gemeente Averecst leefden de oude H. S. met zijn zus ter. In Ommen hadden zij een ver familielid wonen, de bakker H. J. W. Deze kon heel goed praten en won zoo het geheele vertrou wen van de oude menschen. Hij raadde hun aan, hun geld te beleggen op de Rijkspost spaarbank. In den loop van 1923, '24 en '25 stelden zij hem verschillende bedragen ter hond, totaal 3600, die hij voor hen op de spaarbank zou beleggen. W. nam inderdaad een spaarbankboekje, stortte hierop 14 en stak de rest in zijn zak. Ook had hij onder zijn be rusting een boekje met het te goed van 3000 van S. bij de Coöperatie te Dedems- voart. Hiervan haalde W. 2000 af voor zidh- zelfd, betaalde 600 kunstmest voor S. en stak het staartje van f 400 weer in zijn eigen zak. De heer S. begreep, dat de zaak niet zui ver was, toen een kennis hun mededeelde, dat zij 12.000 hypotheek op hun boerderij kregen. W. had hun wijsgemaakt, dat de boer derij herschat moest worden voor de belasting op 12.000 en op deze wijze had hij alles laten schatten voor do hypotheek, zonder dat de beide oude menschen er iets van af wisten. Begin 1926, na de ontdekking van het bedrog, stemde S. er in toe, de geheele schuld van W. aan hem en zijn zuster te fixeeren op 11.000, waarvoor hij een tweede hypotheek kreeg op \Vs eigendommen. Twee December vorige jaar ging W. failliet en bij den verkoop van zijn goederen bleek, dat deze niet de ge dachte waarde hadden, en dat van de tweede hypotheek slechts ongeveer 50 pet. zou terecht komen. Hierop werd de zaak aangegeven. De officier van justitie bij de Zwolsche recht bank vond het zoo'n geraffineerde en zoover doorgevoerde verduistering, dat hij drie jaar gevangenisstraf vraagt Waar verdachte thans in Lonneker, dicht bij de Duitsche grens woont, en na dezen elsch de kans groot was, dat hij de vlucht zou ne men, gelastte de rechtbank zijn oogenblfkke- lijke inhechtenisneming LIJKEN OP DEN RIGI Vermoedelijk van Nederlanders. In het Alg. Politieblad maakt de Minister van Justitie ingevolge een verzoek, van het Bezirksamt Küssnach am Rigi ontvangen dooT tusschenkomst van het dep. van Buitenl. Za ken, bekend dat op 26 Mei 1927 twee Rigi- tocristen onder Rigi-Staffel achter een dennen- boschje twee lijken hebben gevonden van manspersonen, die moord en zelfmoord had den gepleegd door middel van een vuurwapen. De lijken zouden op het oogenblik, waarop ze gevonden werden, ongeveer drie weken daar gelegen hebben. Op het eene lijk werd gevon den een bedrag von fr. 2.80, benevens een tabakspijp. Op het andere werden aangetroffen: een tabakspijp, een scheermes, een kleine na- gelschaar, een zilveren horlogeketting met fijne schakels zonder horloge, een Waterman-vul penhouder en een in de Engelsche taal ge schreven brief, waaruit blijkt, dat beiden vrij willig den dood ingegaan zijn, en onderteekend met M. Normore en P. Wouldbetter, welke beide namen, zooals duidelijk is, gefingeerd zijn. Bij de lijken lag een leege flesch met op schrift: „Schiedammer jenever uit de fabriek 't Lootsje van de erven Lucas Bols, Amster dam". Een der dooden had nog bij zich een ledigen tabakszak, bedrukt met „Poorters-Toeback J. en A. C. van Rossem, Rotterdam". Enkele broeksknoopen dragen het opschrift S. v. S. Kloet Mzn., Dordrecht, on E. Esders, Rotter-» dam.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1927 | | pagina 11