BINNENLAND. Jaargang "AMERSFOO RTSCH DAGBLAD „DE EEMLANDER" WEEDE BLAD. DE VERZANDING DER EEM KUNST 24e Zaterdag 17 September 927 ISADORA DUNCAN haar carrie re in de danskunst EEN VEELBEWOGEN LEVEN Eén ruk van het tregisch lot, een van vele gelijksoortige, waaraan haar geheele bestaan zoo overrijk is geweest, heeft nu ook een einde aan Isadora Duncan's leven gemaakt aldus een levensschets der verongelukte danseres in de Tel. Isadora werd in 1378 in Amerika geboren, te San Francisco. Haar vader was archeoloog, kunstkenner en dichter. Hij had zijn zaken tc San Francisco, maar ging, zoo vaak hem dit mogelijk was, naar Griekenland, om stof te vinden voor zijn gedichten, waarin hij de Hel- leensche schoonheid bezong. Haar moeder was musicienne en werd als zoodanig in San Fran cisco zeer gewaardeerd. Isadora groeide dus wel op in een omgeving, welke ten goede kwam aan haar kunstzinnige neigingen. Op zeer jeudigen leeftijd placht zij zich reeds in haar kamer op te sluiten, om dao» door rhythmische bewegingen uiting te geven aan haar gevoelens en gewaarwordingen. Doo» dansen in de hoogere beteekenis van het woord, d.i. door rhythmische mimiek met het geheele lichaam. Haar móeder begreep haar en liet haar op een kleed van dierevellen lustig rondhuppel len, terwijl zij voor haar speelde. Zij wilde niet gekleed gaan als andere meisjes, enkel losse kleertjes wou zij dragen Haar moeder gaf haar ook daarin haar zin en haar vader moe digde haar aan. Toen zij 16 jaar was haar vader was in middels overleden en er moest geld verdiend worden vormde haar moeder met de vier kinderen, twee zoons en twee dochters, een Duncan-gezelschap. Later, toen zij gevoelde, dat zij zich geheel aan haar kunst moest ge ven, ontbond zij het gezelschap en reisde met haar moeder naar Chicago, waar zij optrad in particuliere salons, tot zij geld genoeg had om te New York verder te gaan studeeren. In Chi cago zocht zij een beroemden impressario op, wien zij mededeelde, dat zij de danskunst wil de hervormen. Hij lachte, maar wilde zien wat zij kon en liet haar optreden. En zij had suc ces Te New York danste en studeerde zij drie jaar en verdiende' er een vrij aanzienlijk ver mogen. Bij een brand in het hotel, waar zij met haar moeder en zuster woonde, verloor zij haar geld, costuums, manuscripten en dag boek, kortom alles wat zij bezat. Van New York ging zij naar Londen, waar zij in particuliere salons danste en ijverig stu deerde in het British Museum. Van Londen waagde zij het naar Parijs te gaan, in hoofd- zaak voor het Louvre-Museum. Na Parijs kwam Weenen aan de beurt, daarna Boeda pest. Tot dusverre was zij nog nooit in het publiek opgetreden in Europa. Dat durfde zij niet, maar haar impresario bewoog haar het in Boedapest te beproeven. Het succes was groot en van daaruit begon haar zegetocht door Europa, die tijdelijk onderbroken werd door het stichten van haar school te Grüne- wald bij Berlijn, waar zij zich geheel wijdde aan de opleiding van haar leerlingen. Latex ging zij opnieuw op reis. In den oorlog had zij haar kunst en die ha- rer leerlingen uitsluitend in dienst van het Amerikaansche leger gesteld. Het pavilion de Bellevue te Parijs, waar haar school toen ge vestigd was, was afgestaan aan het Roode Kruis en haar leerlingen gaven voorstellingen in de hospitalen in Amerika. Na den oorlog, op 31 Juli 1919, werd het Pavilion de Belle vue aan de danskunst teruggegeven en Isa dora Duncan danste er opnieuw het werk van Chopin. In 1905 is zij voor de eerste maal in ons land opgetreden. Haar verschijning bracht hier te lande veel opschudding teweeg. Het dansen in Grieksch gewaad, met bloote beenen, was hier toen nog een grootc nieuwigheid. Na den oorlog danste zij in den Hollandsche Schouw burg te Amsterdam, in 1921. In 1921 noodigde de Sovjet-regeering haar uit, naar Rusland te komen en een school te Moskou te openen. Zij voldeed aan dit ver zoek, maar keerde weldra diep gedesillusion» neerd terug. In den nijpensten nood heeft zij don laatste jaren haar „Tempel van den Dans tc Parijs in stand moeten houden. Financieele hulp van vrienden was daarbij haar eenige redding. Twee factoren hebben in dit leven een groote rol gespeeld. De eerste was het ontzettende ongeluk dat haar trof, toen haar beide kinde*- ren met hun gouvernante te Parijs met een auto te water reden en verdronken. De andere was haar huwelijk met den Russischen bolsje- wistischen dichter Serge Jessenin, veel jonget dan zij, een origmeele en fantastische figuur, wiens heftig karakter echter zoo onophoude lijk met het hare in botsing kwam, dat deze echt na korten tijd werd verbroken. De on zachte wijze, waarop zij herhaaldelijk uit di verse landen werd uitgewezen, is mede een der storende factoren geweest, die de rijpere jaren van deze stellig hoogbegaafde vrouw een keer deden nemen, dio zich door zonderling optreden kenmerkte. e:n blik jn het verleden van het „aardig rivjerke" VERBETERINGEN, DIE NIET VOLDOENDE WAREN Nu in de laatste tijden allerlei helaas, ge gronde klachten over den slechten toestand der Eem als waterweg aangeheven worden, kon het misschien zijn nut hebben, eens een blik in t verleden van dit „aordig ri%'ierke" te slaan. Men zal dan alweer zien, dat er niets nieuws onder de zon is. Zooals men weet, ontstaat de Eem aan de Koppelpoort bij Amersfoort uit de samenvloei ing van verscheidene Veluwsche beken, waar van de Barneveldsche en de Luntersche de grootste zijn. Natuurlijk voeren deze waterloopen, „als in het zand geboren", ook veel van dat zand aan. Geen wonder, dat wij dus al vroeg lezen, hoe geheele gedeelten der rivier „verland" la gen, d. i. vol zandbanken. Voor de opkomende stad Amersfoort (zoo sedert 13C0) was het natuurlijk van groot be lang dezen waterweg naar zee bevaarbaar te houden en ook vooor de bewoners der Gelder- sche Vallei (tot Veenendaal en zelfs Benne- kom toe) was een goede afwatering der Eem on misbaar. Toch behielp men zich met dien holfverlan- den waterweg aanvankelijk zoo goed en kwaad het ging. De schepen konden bijv. reeds in 1400 niet verder dan de Melm (tegenover Soest) van uit de zee de Eem opvaren. Hiei werd dan de lading in kleinere vaartuigen ver der naar Amersfoort vervoerd, wel een be wijs, hoe ondiep het eerste vak der rivier was, n.l. van de Koppelpoort tot den Melm. (Natuur lijk bezonk het meeste aangevoerde zand der Veluwsche beken reeds in het begin van de Eem.) Deze onhoudbare toestond heeft tijden ge duurd men droeg toenmaals nog weinig zorg oor den waterstaat, terwijl ook de binnenland- sche oorlogen, die als 't ware niet van de lucht af waren, de onderlinge samenwerking niet be vorderden. Eerst Karei V, onder wiens bestuur meer eenheid kwam, gaf kort vóór zijn afstand, n.l. in Maart 1554, bevel de Eem te verdiepen en te verbeteren en wel het reeds gesignaleerde stuk tusschen Koppclpooit en Melm. Die verbetering bestond in het graven vnn een nieuwe bedding, westelijk van de oude ri vier, en wel van de Koppelpooit of tot aan de „drie sluizen" toe, iets vóór den Melm. (Op sommige kaarten staat de oude bedding nog als „Oude Eem" aangegeven.) Reeds vier jaar te voren (in 1550) had de Keizer aan zekere Jacob Dircksz. van Dantzig octrooi verleend voor het uitdiepen en verbree- den der Eem en wel van Amersfoort tot de „mellum (Melm), olwaer de scepen doeglix aen- comendc syn", n.l. uit zee niet verder.gaan. De diepte zou minsten 5 voet moeten bedra gen, de breedte boven 35 voet, op den bodem 30 voet. (Een voet is één-derde M.r dus groo- te diepgang hadden de schepen nietl) Hiervoor zóu Jacob 2^00 gld. ontvangen en niet 240.000 gld, zooals ik ergens vond op- opgegeven. Het schijnt ec ter, dat er van dit (vrijwillige) werk niets ge .ómen is, althans 4 jaar later zoo wij reed- zagen verdwijnt het keizerlijk bevel tot het uitdiepen en de reeds besproken verlegging der Eem. Dit bevel is zeer uitvoerig omschreven; alle dorpen, die bij de Eem als waterweg of afwa tering belang hadden, dus heel Eemland, waVen verplicht een vastgesteld getal gravers te zen den, evenredig aan de grootte der bevolking. Ik noem Baarn, Eemnes, Bunschoten, Hoog land, Soest, Hamersveld, Stoutenburg, Rens- woude enz., samen 143 man. Amersfoort moest er 13 leveren met nog 1000 gulden. Maar ook de Geldersche dorpen mochten niet werkeloos toezien. Ik herinner mij nog uit mijn jeugd, hoe ik op een wondeling tusschen Lunte- ren en Bameveld plotseling niet verder kon de Barneveldsche Beek was een bare zee ge worden, want de Eem (de groote vergaarbak der beken) kon den toevoer niet zoo spoedig verzwelgen. Vandaar dan ook dat de dorpen aan of bij die beken gelegen eveneens door 't keizerlijk bevel tot hulp verplicht werden. (Utrecht en Gelderland waren sedert 1543 onder één vorst. Karei V, gekomen.) Zoo leest men, dat Lunteren, Scherpenzeel, Hoevelaken, Bennekom, Barneveld en Voort huizen samen 300 gld. moesten bijdragen, en Gillibert van Schoonebeek, de grootste verve- ner en stichter van Veenendaal, 700 gld. (Hij had n.l. van 't opkomende dorp een kanaal naar de Luntersche beek mogen graven tot afvoer HOFBERICHT. Gisteravond namen aan den maaltijd ten hove deel mr. W. B. R. van Weideren ba ron Rengers, Hr. Ms. Gezant te Constantinopel er. baronesse Van Weideren Rengers geb. ba ronesse Van Heemstra; de heer C. D. Schuller tot Peursum, gezant van Nederland te Athene en te Belgrado, en mevr. Schuller tot Peursum geb. markiezin de Castellane; mr. J. E. H. baron Van Nagell, Nedcrlandsch gezant Boekarest en baronesse Van Nagell gek. Johnson Calhoun. DE ACTIE BIJ DE MAATSCHAPPIJ FIJENOORD. Géén staking. Vanwege den Xlgem Nederl. Metaalbewer- kersbond is den werklieden van de maatschap pij Feijenoord Woensdagochtend een stembil jet uitgereikt, waardoor aan allen gelegenheid is geboden, zich over al of niet doorzetten van de actie door middel van een stoking uit te spreken. Van het ongeveer 1900 man sterke perso neel hebben 848 man aan de stemming deel genomen. Van dezen stemden 449 vóór en 266 tegen staking109 stemmen waren blanco en 24 van orjwaarde van zijn turf; dit kanaal heet de Broeksloot of Schooncbeker Grift.) Toch schijnt deze grootsch opgezette ver betering van de Eem niet afdoende te zijn geweest, want herhaaldelijk moeten de Eem- landsche dorpen opnieuw gravers zenden; na tuurlijk de zandaanvoer der beken bleef stil zijn gang gaan. Vaak wilde de dorpen zich aan dien last ont trekken en hem Amersfoort op den hals schui ven, maar dan werden zij er van hoogerhand toe gedwongen. Een aardig staaltje I Op 5 Jan. 1590 hadden de Eemnessers eenige gravers gezonden om het hun aangewezen deel der Eem uit te die pen; maar den volgenden dog hadden zij er al genoeg van en bleven daorom maar thuis Doch nu stelde Amersfoort op de kosten der Eemnessers 26 gravers aan, die het genoemde vak behoorlijk uitgroeven tegen een loon van.... 6 stuivers per dag I Intusschen bleven de klachten over verzan ding aanhouden, wanr de beken konden met haar zand ongehinderd de Eem instroomen: geen enkele sluis hield dat zand bij de Koppel poort tegen. Om nu hierin te voorzien nomen de Staten van Utrecht in 1613 een gewichtig besluit. Er werden n.l. op drie plaatsen bij de Koppel poort zware sluizen gelegd. Hierdoor werd het zand voor een aanzienlijk deel uit de Eem ge weerd en daardoor de scheepvaart bevorderd. Maar ook de afwatering der Geldersche Val lei won er bij; immers de Eem kon nu voort aan meer water bevatten en sneller afstroomen, zoodat de overstroomingen der beken bij Barneveld, Lunteren, Renswoudc, enz. zeldza mer werden. Maarer ontstond een andere overlast Het zand n.l. bleef voortaan grootendeels in de beken zelf (vooral bij de Koppelpoort). Door die ophooging kon het water niet zoo snel weg- stroomen, zoodat op den duur die sluizen voor de Geldersche Vallei nog een strop bleken. Om daarin te voorzien werd gelast, dat jaar- lijks de aanwonende eigenaars elk een bepaald vak der beek zouden reinigen. Om aan dit bevel de hand te houden werd reeds in 1616 benoemd „het Hoogheemraad schap van de Eem, de beken en aankleve van dien". Dit college bestond uit een Watergraaf en zeven Hoogheemraden met een cameraar (ontvanger). Amersfoort mocht van de zeven leden er drie kiezen; de ingelanden ten Z. der stad twee en de ingelanden ten N. der stad eveneens twee. Het college zou een jaarlijksche schouw hou den, en zoo noodig degenen, die niet voldoende hun riviervak hadden schoongemaakt, behoor*- lijk sttaffen. Verder zou dit Hoogheemraadschap zorgen, dat de sluizen goed werden onderhouden en dat de Eem op voldoende breedte bleef bij een diepte van 6!a voet onder het aangegeven peil. Hiervoor zou de rivier jaarlijks van de Kop pel tót den Melm worden uitgebaggerd. (Im mers nog altijd voer-len de beken door de slui zen zand aan. al was dit lang zooveel niet meer als voorheen). Aanvankelijk ging alles goed, doch in 1662 en 1663 daagde er van de andere zijde een vij and op, n.l. uit zee; immers vóór den mond der Eem ontstond een zandplaat, die de schepen vaak den toegang versperde. Daarom werd hier een dusgenaamd „schephoofd" aangebracht en lcidommen van omstreeks 100 meter lang, als een soort havenmond. Ik zal den lezer niet vermoeien met de ver dere periodieke klachten over de verzanding der Eem en met de maatregelen daartegen. Alleen wil ik nog vermelden, dat de schot» balksluis bij de Koppelpoort op den rechter oever den 10 Aug. 1910 vervangen is door een dusgenaamde Stoncy-sluis, die van proc- tische inrichting is en het water sneller af voert. Op den linkeroever is de schotbalksluis nog gebleven en wordt nog steeds door de Gelder schc dorpen onderhouden, daar die zoo we zagen óók belang hebben bij een goede af watering der Eem. Zij draagt dan ook den naam vpn „Geldersche Sluis" De „sluisdeur" bestaat uit losse balken die op elkaar gestapeld of weggenomen kunnen worden al naar het water rijst of daalt. Ec-n speciaal ambtenaar is met dat inleggen of uitnemen der schotbalken belast. DE AANVARING DER IJSSELMONDE Bnarn. T. PLLHM. GEREF. KERKEN BINNEN HERSTELD VERBAND. Naar een ~der berichtgevers van het Hbld. meldt, ligt het, naar te Haarlem verluidt, in het voornemen van ds. H. Hasper, rustend geref. predikant te Heemstede, zich aan te sluilen bij de Geref. Kerken in het Herstelde Verband. Ds. Hasper zou tot dezen stap wenschen over te gaan nu de Generale Synode van Groningen in geen enkel opdicht de beslissin gen van haar voorgangster te Assen heeft gerevideerd. (Ds. H. Hasper, geboren 1886, heeft als pre dikant gestaan te SchiermonniV-van 1912 tot 1917 en te Oldehoorn van 1917 tot 1923, in welk jaar hij de bediening voorloopig neer gelegd heeft. KIND ONDER EEN REINIGINGS- AUTO. Donderdagavond om kwart over zes is in de Constant Rebecquestraat te Den Haag de 6-jaj-ige J. v. d. W., wonende in die straat, door een auto van den Gemeentelijken Reini gingsdienst overreden. Het kind stak de straat over, zonder eerst rond te zien of de weg veilig was. De chauf feur, die behoorlijk signalen zou gegeven heb ben, kon niet meer stoppen en de zware auto ging over het lichaampje van de arme kleine, De verwondingen waren van zoodanigen aard, dat het kind onmiddellijk dood was. HERMAN GORTER hoe hij leefde ZIJN LAAGSTE UREN TE BRUSSEL Men schrijft uit Bussum aan de N. R. Ct.: Sedert 35 jaai woonde Herman Gorter tc Bussum, waar hij zich ter wille van de vriend schap voor Frederik van Eeden, wiens naaste buur hij werd, vestigde. De vriendschap is, zooals Van Eeden ons eens zeide, langzaam uitgedoofd. Van 1905 tot 1910 trad Herman Gorter in het Bussumsche openbare leven op den voorgrond. Herhaaldelijk is hij raadscan- didaat geweest voor de toenmalige SJD.P. Ln arbeiderskringen en bij de vele leerlingen, die hij voor het staatsexamen' Grieksch en Latijn opleidde, was hij zeer bemind. Den laatsten tijd kwam hij slechts enkele malen per jaar in het sombere, achter donker groen verscholen huisje aan den 's-Gravenlandschenweg. Veel tijd bracht hij don door op het tennisveld, en hij verscheen ook, het laatste jaar vooral, in bijeenkomsten van de communistische club. Op zijn ÖOsten verjaardag is het gelukt, zich aan elke viering te onttrekken. Van de mensch- heid, zeide hij ons, had hij niets meer te ho pen. Hij verzocht zeer dringend, geen portret van hem te publiceeren, daar hij het onaange naam vond, dat dit in kapitalistische bladen werd opgenomen, die naar zijn meening on juiste berichten over Rusland gaven. Een uit zondering inzake onpartijdigheid moakte hij voor den ster-correspondent van de N. R. C Eén onzer dichters, vriend en geestverwant van hem, ontving juist dezer dagen een brief, dat Gorter de volgende week hem zou komen bezoeken met een literaire verrassing. Inmid dels is hij op zijn terugreis uit Zwitserland on gesteld geworden en is te Brussel uitgestapt Zijn vriend dr. Scheltema, in Den Haag, dien hij hiervan in kennis had gesteld, bevindt zich thans tc Brussel. De N.R.Ct. herinnert aan de beteekenis die Gorter in de tachtiger jaren voor de sport had. In die jaren speelde hij voetbal en cricket. Hij was een figuur in de elftallen van Run en R.A.P. en later heeft hij nog lang op de Hil- versumsche velden cricket gespeeld. Hij nam o.m. deel aan een crickettoer naar Engeland. Beoefenaren van voetbal en cricket uit de vorige eeuw zullen Gorter blijven gedenken als een goed sportman, die onbewust een groot propagandist geweest is. De correspondent te Brussel der N. R. Ct meldt nogp Goiter is in den nacht van Woensdag op Donderdag om half drie in een kaper op de tweede verdieping van het Hotel Terminus, aan het Rogieiplein, bij het Noorderstation dood gevonden. Den vorigen dag was dr. Leclercq bij hem geweest, die ook het overladen kwam constateeren. De dichter is aan een borstvlies ontsteking overleden De commissaris van po litie van de voorstad Sint Joost ten Oode en een geneesheer kwamen later op den dag of ficieel het overlijden vaststellen. Eerst om half elf 's avonds bracht men het lijk nnar het doo- denhuis van Sint Joost over, waar het Vrij dagmiddag om half vier is gekist in een zinken kist, die verzegeld werd. Deze kist ging op haar beurt in een eenvoudige eiken kist mei nikkelen handvatten. Om half zes word de kist per lijkkoets van de gemeente Sint Joost vau het doodenhuis naar het Zuiderstation ge» brccht. Daar werd het lijk overgebracht in der» doodenwagen eerste klasse, de eenige, die in België bestaat en waarin een paar jaar geleden de Iteliaansche toondichter Puccini naar zijn vadexland werd vervoerd. Zaterdagochtend zou hij aan den internationalen trein gehaakt wor den, die om 7 uur 5 naar Den Haag vertrekt. Hij zal daar om half twaalf aankomen Vrijdagavond heeft een afvaardiging van de Vlaamsche letterkundigen in het Zuiderstation een laatste hulde gebracht aan Gorter. Een krans van de Vereeniging van Vlaamsche let terkundigen vergezelt het lijk op de reis naar Den Haag. In de Vlaamsche pers wordt gewezen od do beteekenis van Gorter voor Noord-Nederlnnd. Ook wordt gezegd, dat hij in Vlaanderen groo» ten invloed heeft uitgeoefend niet alleen door zijn gedichten, waarvan Mei het meest bekende is, moor ook met verhandelingen over het Marxisme en historisch-materialisme bij dc so cialistische Vlaamsche jeugd. Te 's-Gravenhoge wordt het lijk gebracht naar de rouwkapel van den begrafenisonderne mer Inncmee, waarna het voor de crematie naar Velsen wordt vervoerd. MIJNWERKERSACTIE. Een vraag om hooger loon. De samenwerkende mijnwerkersbonden voe ren, zooals bekend, reeds geruimen tijd actie voor een minimumloonregeling voor de onder- grondsche mijnwerkers, waarbij zij het mini mumloon gesteld willen zien op 70 van het doorsneeloon. Bovendien verlangen de vakbonden een wij ziging in de groepsindeeling en een regeling der bevordering, die meer aanpast aan de in gevoerde nieuwe bedrijfsmethoden. De werkgevers hebben in de jongste eon- tractcommissievergadering een kleine verbe tering toegezegd. Na overleg hebben de sa menwerkende bonden een schrijven verzonden aan de contractcommissie. Zij hondhaven in dit schrijven hunne voorstellen en verzoeken dringend spoedig een vergadering der con tractcommissie bijeen te roepen, waarin de onderhavige kwesties nader zullen worden besproken en toegelicht. LïFT-ONGELUK. Donderdag is in de wasscherij van de Do- maniale mijn te Kerkrade de 15-jarige mijnwer ker L. bij een liftongeval gedood. DE ZAAK VOOR DEN RAAD VAN SCHEEPVAART Naar de oorzaak van deze aanvaring heeft gistermiddag de Raad voor de Scheepvaart een onderzoek ingesteld. Gezagvoerder D. Klontje van de „IJssel- monde", «een vrachtstoomschip van de gebr. van Uden te Rotterdam, dat 2200 ton dwt. meet, verklaarde dat hij 9 September, te mid dernacht, met een lading cokes van Rotter- dar was vertrokken met bestemming Helcing- fors. Het zicht was goed en 't weer fraai. Get. die met een loods op de brug stond, zag, voorbij Maassluis een tegenkom er, tusschen ducdolf rood 10 en rood 9. De „IJsselmonde voer toen volle kracht. Van dezen tegenkomer zag get aanvankelijk zijn groene zijlichthij liet daarop een korte stoot op de fluit cn stuurboordroer geven. De vaart bedroeg toen 7Yt mijl. .Kort daarna gaf de tegenkomer een korte stoot op de fluit terug er? kwam zijn roode licht te voorschijn. De „Ijffselmonde passeerde ducdolf 9 en bleef het roc.de licht zien, totdot op een gegeven moment var» den tegenkomer het groene Hcht zichtbaar w®s» wat een bewijs was dot dit schip, dnt later de „Ellerdalc" bleek te zijn, recht op de „IJsh selmonde" afkwam. Van de „Ellerdale" klon ken plots drie korte stooten op de fluit cn get. die den voorsteven van dat schip even voorbij z'n brug zag, liet hard bakboordroer geven, om zóó te trachten, van de Ellerdale vrij te zwaaien Een aanvaring wos echter on vermijdelijk „de „IJsselmonde" werd ter hoogte van de machinekamer aangevaren. Het schip, dat vier graden slagzij had, ging vrij vlug naar bakboordskant over, tengevol ge waarvan de deklast cokes aan 't rollen ronkte. Direct Het getuige alarm maken in derhaast werden onder de bemanning, uit 2T personen bestaande, zwemvesten uitgedeeld. Get. is met den loods op den boven het water uitstekende bultenwond van het schip blijven staan de andere opvarenden zijn bijna alle over boord g^snrongen, op vier man na, die in het jnwendi^r» van de „IJsselmonde" den dood vonden. Wel was het get. nog gelukt, het schip no de a^nvarin^ cp den Zuidwol aan den grond te zettende IJsselmonde" is echter toch 'gezonken. De verklaringen van den loods Arie dct Geus. die tijdens de aanvaring op de „IJssel monde" dienst deed, wierpen geen nieuw licht op de zaak. De loods ven de „Ellerdale", G. de Jager, deelde mede. dot c.p he oogenblik von de aan varing, de kapitein, de tweede stuurman, en een roerganger, zich op de brug bevonden Get. voer de lichten von Noord Nieuwland even Noord open en even bezuiden de aslijn; het schip was dus aan den goeden kont. Op anderhalf n twee streken kreeg getuige de „IJsselmonde" in het oog. De „Ellerdale" stoomde volle kraclet, en het schip stuurde goed, doch wos langzaam op zijn roer. Van de „Usselmonde hóórde getuige een langen stoothij heeft toen halve kracht gecomman deerd, stuurboord roer en een korten stoot ge geven. De „Ellerdale" kwam toen, maar te vroeg stuurboord uit. Getuige heeft daarna „steady" gecommandeerd, toen het stip steady lag, weer stuurboord vervolgens hard stuurboord cn volle kracht vooruit. Toen get. zag, dot het schip niet „kwam", heeft hij onmiddellijk volle kracht achteruit gecommandeerd, daarbij drie korte stooten op de stoomfluit gevend. Kort daarop had de oonvaring plaats met het bekende gevolg. Do machine had toen ongeveer anderhalve mi nuut volle kracht achteruit geslagen. Get. meent de aanvaring te moeten wijten aan. den stroom, waardoor het schip niet vlug genoeg naar het roer heeft geluisterd. Gedurende de behandeling van de zaak kwamen verschillende belangstellenden de zit tingzaal binnen, zoodat te half drie de plaat sen voor het publiek geheel bezet warer». De gezagvoerder van de „Ellerdale", een schip van 3754 bruto register ton, mr. E Barron, die met behulp van een tolk werd ge hoord, verklaarde o.m., dat het roer van het schio goed werkte. Het schip voerde twee toplichten. Van de „IJsselmonde" zag get. aan stuurboord het toplicht en het *oode licht; de „Ellerdale" bevond zich in het midden van het vaarwater. Toen de „IJsselmonde" ean stoot 'op de fluit gof, het was volgens dezen getuige ook een langen stoot, beschouwde get dit als een attensiesein. Get commandeerde toen halve krachthet schip ging voortdurend naar stuurboord. Over de daarop gemaakte manoeuvres, waren de verklaringen van den kapitein gelijkluidend aan die van den loods. Get. kon niet zeggen of de ..Usselmonde" dichter bij den Zuid, den bij den Noordkant van het vaarwater is geweest het scheen hem echter toe, dat de „IJsselmonde" meer aan do Zuidzijde was. De verklaring von den tweeden stuurman van de „Ellerdale" bracht geen nieuwe gezichtspunten naar voren. Nog ver klaarde de uitkijk vnn de „Ellerdale", een ma troos, dot het eerst, dat hij van de „IJssel* monde" gehoord heeft, één zeer korte stoot op de stoomfluit is geweest De Inspecteur voor de Scheepvaart, de heer Bouwman, zeide, overtuigd te zijn, dat de „IJsselmonde" geheel aan den Noord heeft gevaren de aanvaring is geschied, dicht bij boei 8 en het wil spr. voorkomen, dat de „El lerdale" volle krocht had moeten doorvaren. In den vervolge zal- men zich vooral bij nacht er voor moeten wachten elkaar In de bocht te passeerenmisschien dat men dan in de toekomst voor dergelijke rampen ge*- spaard blijft. De Raad zal later uitspraak doen. DE STATIONSINBRAAK TE RUURLÖ. 1200 ontvreemd. Het is thans gebleken dat bij de inbraak op het station te Ruurlo een bedrag van onger. yeer 1200 is ontvreemd.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1927 | | pagina 5