L. J. LUYCX Zoon
Wis is Edmund Gray?
TWEEDE BLAD.
BINNENLAND
Levertraan Emulsie B. en S.
A. y. d. WEG. LANGESTRAAT 23.
WILLEM GROENHUIZEN Langestraat 43 Telefoon 582
Gouden Trouw- en Verlovingsringen.
Wollen Kinderkousen
FEUILLETON.
26e Jaargang 73 AM ERSFOO RTSCH DAGBLAD „DE EEMLANDER"
Zaterdag
24September 927
HELDENHONGER
(Nadruk verboden).
De wereld heeft behoefte aan helden; als
er geen aijn, schept ze ze zich. Zonder
haar held kan geen maatschappij, maar ook
geen individueele persoonlijkheid leven.
Men heeft wel eens gezegd, dat de mo
derne gemeenschap geen groote mannen
meer heeft en daardoor gedoemd is verloren
te gaan: De democratie zou met haar be
ginsel van gelijkheid voor allen, zegt men.
het leven beroofd hebben van zijn edelsten
en krachtigst en prikkel: de heldenvereering,
de Lv-.yA voor het persoonlijk gezag.
He onjuist blijkt deze meening! Mis
schien heeft nimmer te voren de helden
vereering massaler en grootscher vorm aan
genomen dan nu de leiding van gedachte
en arbeid bij de velen berust en van de
menigte bekrachtiging behoeft. Enkele
voorbeelden uit den allerlaatsten tijd kun
nen, om dit te bewijzen, volstaan- Ik denk
allereerst aan de geweldige betooging
jegens dien jongen man, die in alle stilte
op zijn eentje per vliegtuig den Oceaan
overstak en die bij zijn aankomst te Parijs
tegen zijn bewonderaars krachtdadig moest
worden beschermd. De godendienst van de
oude volkeren verliest zijn beteekenis bij
dit overweldigend schouwspel. Geen ovei-
winnaar op de Olympische spelen is aldus
toegejuicht, geen Romeinsc'he triomfator
aldus gelauwerd, geen Egyptische koning
aldus vergoddelijkt.
Zij allen waren plaatselijke helden. De
piloot van den oceaanvlucht belichaamde
hiertegenover tfen hartstocht en de geest
drift van gansoh de wereld. Wat bij alle
verscheidenheid en tegenstelling tusschen
volkeren en rijken onmogelijk scheen,
werd hier werkelijkheid: heel de aarde op
gaande in gemeenschappelijke aanbidding
van wat aan kracht, schoonheid en overleg
boven haar staat.
Na een roes, als waarin de bevolking der
aarde eenige oogert-blikken haar universeele
eenheid ervoer, zal hier en daar een ont
nuchterde zich afgevraagd hebben, of er
geen overdrijving gescholen heeft in deze
massale uitzinnigheid ten overstaan van een
vijf en twintigjarigen waaghals. Dezelfde
ontnuchtering zal in de klassieke oudheid
sceptische gemoederen hebben doen twij
felen aan de innerlijke waarde van den ko
ning, den priester, den profeet of den veld
heer, die op zijn zegekar als een god werd
verheerlijkt.
Maar mogen wij de waarde van onze hel
den ontleden? Hun persoonlijke grootheid
kan onmogelijk overeenkomstig de beteeke
nis zijn, welke de uitzinnige menigte hun
toeschrijft. Zelfs een Napoleon blijft ten
slotte een onvolmaakt mensch, en wanneer,
na zijn val, hij eenzaam op St. Helena weg
kwijnt, kijkt niemand meer naar hem om.
De grootheid van den held is een bijkom
stige factor; er kunnen op het oogenulik,
waarop kapitein Lindbergh rustige zaxen-
menschen en kamergeleerden tot razernij
brengt, misschien duizend andere jonge
mannen leven, wier karakter en kunde met
dat van den jongen vlieger op één lijn
staan. Het toeval heeft gewild, dat juist hij
de aandacht der naar helden hongerige
wereld een oogenblik heeft getrokken.
Misschien zijn er gelijktijdig duizend an
dere daden van koenheid en vernuft in da
wereld verricht, maar door een complex
van niet ter zake doende factoren is de
daad \an Lindbergh uitgeroepen tot de
heldendaad bij uitnemendheid.
Toen Lindbergh op dien merkwaardiger,
dag opsteeg, hield hij het voor zijn taak,
een vliegrecord te verbeteren- Hij vervulde
die taak, maar weinig had hij gedacht, daar
nevens een roeping te zullen vervullen,
waarmee hij de behoefte der mensohheid
nog meer bevredigde dan met den Licht
dienst New-York—Parijs.
Want als luchtreizigers zullen slechts zeer
weinig menschen van zijn proeftocht profijt
trekken. De miilioenen eohter hebben pro
fijt getrokken van de gelegenheid, welke
Lindbergh hun schonk als voorwerp voor
heldenvereering.
De wereld 'hongert naar helden en bijzaak
blijft het voor haar, wat die helden rtoen
om zic-h naam te verwerven.
Kort voordat de koene vlieger bijna 'net
slachtoffer werd van overstelpende hulde,
had de wereld met even indrukwekkend
eerbewijs haren held Valentino begraven.
En wederom: geen Egyptische halfgod is
met een zoo groolsche betooging naar zijn
pyramide gebracht, als waarmee deze
cinema-held naar zijn laatste rustplaats ge
leid werd.
De wereld hongert naar helden, levend ol
dood. Wie blijft onze regeering niet dank
baar, dat ze onder pompeus huldebetoon
generaal Van Heutz heeft doen uitdragen
uit het koninklijk paleis op den Dam? On
verschillig, hoe we staan tegenover de ver
diensten of de beginselen van een groote
persoonlijkheid, wij willen ons opgenomen
zien in een geestdriftige menigte. Wij willen
met de gemeenschap mee wijzen op een be
paald lichaam en zeggen: daarin heeft zich
het volmaakte verwerkelijkt, dat wij allen
bij voortduring zoeken, maar in eigen
schamel leven nimmer bereiken. Daar is het
vleesch geworden; het is dus geen waan, het
bestaat; wij kunnen het zien, hooren en
tasten. Wij kunnen het ten voorbeeld
nemen en trachten het na te volgen met
een gezaghebbend model.
Vanwaar eensklaps de populariteit van
een bepaald kunstenaar? Vanwaar plotse
ling hetzelfde boek in aller handen; de
algemeene toeloop naar een tooneelstuk;
het zich verdringen om een tevoren onbe
kend schilderij?
Men wil zich overtuigen: dit is het! hier
is het, het volmaakte, dat gewoonlijk
slechts als een nevelachtig schijnsel ons
omgeeft, maar nu concrete gestalte aan
neemt en te noemen is bij een duidelijken
naam. Ac'h, bij abstracties en ideeën kun
nen wij, sterfelijke wezens, niet leven. De
hemel is zoo hoog en het heelal is zoo uit
gestrekt- Waar kunnen wij het grijpen, 'net
niet te omschrijven en toch allerwezen-
lijkste, waardoor en waarvoor wij leven: het
ideaal! Waar overtuigt het onze verlangende
blikken van zijn bestaan; waar dient het zich
aan in onze luisterende ooren met onbe
drieglijke stem? Dat is het, wat wij behoe
ven, hiernaar hongeren wij en het is de
Held, dien onze begeerte te voorschijn
roept, de Held, dien onze verbeelding om-
toovert 'met al het goud en de edelgesteen
ten van de volmaaktheid, maar die, onder
de zware vracht, dien hij torsebt, toch in
eigen binnenste een schamel en hulpeloos
mensch blijft als wij.
H. G. CANNEGIBTER
UIT DE STAATSCOURANT
Benoemd tot iid van het centraal college voor
de Teclasseering mr. dr. C. J. H. Schepel, raads
heer in den Hoogen Raad en mr. dr. W. 'A. J.
M. Fick, rechter in de rechtbank tc 'sGroven-
hage.
Benoemd tot ridder in de Oranje Nossau-
orde J. Par nekoek, voorzitter van de afdccling
Eerbeek van de Vereeniging tot bevordering
•an de bijenteelt in Nederland.
PRINS HENDRIK.
Z. K. H. de Prins zal zich WoensdagochtenQ
28 dezer van het Loo, waar hij zich dan be
vindt, na het bijwonen van het Landhuishoud-
kundig congres tc Baarn, naar Meppel bege
ven, teneinde aldaar de fancy fair, welke ge
houden wordt ten bate van de afdeeling Mep
pel van het Nederlandsche Roode Kruis te
openen.
De Prins komt tegen het avonduur te 'sGra-
venhage terug in verband met den maaltijd
ten Hove ter eere van den President van Liberia.
RECLAMES.
Van 1—4 regels 4.05, elke regel meer 1.—
Prima Medicinale Levertraan - Scott's Emulsion
JUWELIER
jwntucn
LANGESTRAAT 49 Tel. 190
Bekende goede kwa'iteiren
en niet duur.
Zwart, bruin, beige, grijs en jaspé.
EEN AUTOWEG ROTTER
DAM-AMSTERDAM-
UTRECHT—NIJMEGEN
EEN PLAN VAN DEN HEER S. TEN
BOKKEL HUININK
EEN BIJEENKOMST TE DEN
HAAG
Donderdagmiddag werd in het gebouw van het
Kon. Inst. v. Ingenieurs te Den Haag een bij
eenkomst gehouden, waartoe waren uitgerroo*
digd een aantal belangstellende deskundigen,
groot-industrieelen, vertegenwoordigers van
stoomvaartmaatschappijen, buigemeesters van
belanghebbende gemeenten, voorzitters van
Kamers van Koophandel, enz., ter bespreking
van pionnen voor aanleg van een autoweg voor
snelverker Rotterdam—Schiedam—Delft—Den
Haag—Leiden—Aalsmeer (zijtak Hoofddorp-
Haarlem—Zand voort)—Schiphol—Amsterdam-
Vreeland (zijtak Hilversum)—UtrechtArnhem
—Nijmegen—Duitsohe grens (in aansluiting
met de ontworpen autoslrasse Hamburg—Han
nover— Cassel—Frankfort a.M.Basel— Zwit- j
seriandItalië, speciaal met zijverbinding Keu- j
lenDusseldorfCrefeldGochNijmegen).
Een tiental der genoodigden was aanwezig, j
Na de opening verscheen nog de heer Krijger,
lid van de Tweede Kamer
De vergadering ging uit van cn werd geleid j
door den heer S. ten Bokkcl Huinink
te Zandvoort, die uiteenzette dot haar doel uit-
sluitend was, een landsbelang te dieren.
Uit de notulen van een vorige vergadering j
bleek, dot er reeds eerder t<> dezer zake be-
sprekingen zijn gehouden, echter van vertrou- J
welijken aard.
De heer Ten Bokkcl Huinink deelde mede,
dat de groote gemeenten alsook het Dep. van
Oorlog het denkbeeld welgezind zijn, hoezeer
hijzelf van zekere zijde als een fantast is be
schouwd. Spr. zeide, dat de autoweg ook ver- j
band kan houden met de bij Arnhem en Nij- j
megen nieuw te bouwen bruggen.
In 't buitenlard zijn er reeds dergelijke auto- j
wegen voor snelverkeer, welke in minder dicht
bevolkte streken dan pr in Nederland zijn rzn-j
4eeren Een samenwerking als van het Rijk met
de Mpij. tot uitvoering van Zuiderzeewerken
zou volstrekt niet uitgesloten behoeven te zijn;
ook is geen concurrentie met de Nederl. Spooi-
wegen bedoeld; integendeel zou een compromis
niet tot de onmogelijkheden behoeven te be-
hooren.
Op vragen van den heer C. G. V a 11 i e t
K r a a n c te Amsterdam gal" de heer Ten Bokkcl
Huinink eenige techn. inlichtingen betreffende
aan te brengen viaducten of dergelijke werken
in den 20 m. brceden weg voor speciaal snel- j
verkeer. Als het particulier initiatief maar van
overheidswege wordt gesteund, zou de weg
zeker tot stand kunnen komen. Wat de ren-
tabiliteit betreft, als de weg niet rendabel zou:
kunnen zijn, vanwaar dan de nog bestaande
vrees van de zijde der spoorwegen Boven-
dien, herhaalde spr., zou samenwerking met de
spoorwegen, zeer wel mogelijk zijn, ter wille
van het nationaal belang.
De heer S. Prins, dir. der Ned. Basalt Mij. te
Zaandam, merkte nog op, dat cr zonder mede
werking van het Rijk en de spoorwegen van het
plan niets zal kunnen komengetracht moei
worden, steun te krijgen b.v. uit het Rijkswe
genfonds.
De heer Ten Bokkel Huinink, dit beamende,
gaf eenige globale cijfers, waaruit spr. opmaak
te, dat de kosten van den wegaanleg 35 mil-
lioen zouden zijn, en dat uit de exploitatie van
eigen sneldiensten, alsmede uit cntTécgelden
enz. zoodanige baten zouden worden verkre
gen, dat reeds het eerste jaar meer dan twee
millioen winst mag worden verwacht.
De heer J. M. Krijger, lid der Tweede Ka
mer, wees op de gebleken noodzakelijkheid vnn
reorganisatie van den Rijkswaterstaat, hoe
hord daar ook gewerkt wordt. Thans kan de
waterstaat niet snel genoeg vorderen. Daar
om ware het gewenscht, het particulier initia
tief te hulp te roepen. Het publiek moet hier
nu allereerst van de noodzakelijkheid van die
hulp worden overtuigd, en in die richting ligt
er z.i, een taak voor de pers. Men late een
comité het publiek doen inzien, wat het parti
culier initiatief vermag (applous).
Nadat nog was opgemerkt, dat allereerst de
concessie moet worden verkregen cn een finan*
cieele basis geschapen, alsook dot zonder me
dewerking van den Staat er niets is te be
reiken, drong de heer ir. I. H. Wilton uit Rot
terdam aan op de vorming van een comité van
veelzijdige samenstelling, waarin zoo mogelijk
ook de Neder!, spoorwegen vertegenwoordigd
behooren te zijn.
De heer Ten Bokkcl Huinink gaf in over
weging, reeds thans een commissie te benoe
men om de vorming van zulk een comité voor
te bereiden
Nadat nog enkele stemmen waren opgegaan
om te trachten, door de publieke opninie drang
op den minister te doen oefenen, werd de be
doelde commissie van voorbereiding samen
gesteld uit de hceren C. G. Vattier Kraane
en mr. G. Ruijs te Amsterdam F. s'-Jacob te
Rotterdom ir. I. H. Wilton te Wassenaar dr.
L Th. A. Peters te Den Haag H. J. A. Raedt
van Oldenberneveldt tc WassenaarA. M.
Touw tc Leiden mr. A. Slob, burgemeester
HaarlemmermeerA. H. baron van Hardcn-
broek tot Ammerstol te HaarlemJ. van der
Molen, Oosterbeek R. W. H Hofstede Crull te
Arnhem ir. Sprang te Nijmegen S. Prins, di
recteur der NcderL Basalt-Maatschappij "te
Zaandam I. van de Velde te Heemstede G.
H. van der Straotcn te Den Haag cn S. ten
Bokkel Huinink te Zandvoort.
DE ARNHEMSCHE GASFABRIEK.
De directie.
De leiding van dc gemeentegasfobriek te
Arnhem is bij ontstentenis van een directeur
en ndjunct-directeur tijdelijk opgedragen aan
den heer H. Holsboer, oud-adjunct-dirccteur.
Het ligt in de bedoeling van B. on W.r in ieder
geval als directeur weer een ingenieur aan te
stellen, zoodat de heer Ketel, onlangs be
noemd tot adjunct-directeur, in deze functie
gehandhaafd blijft.
DE STAKING DER AARDAPPELROOIERS.
Het werk gedeeltelijk hervat.
Tusschen werknemers en werkgevers te 2e
Valthermond is een overeenkomst tot stand
gekomen en het werk is hervat. De werkgevers
hebben den eisch 25 ct. per rij van 70 M. inge
willigd (vroeger was het loon 23 ct.)
Te Valthermond zal het werk vermoedelijk
gedeeltelijk worden hervat. Te Ie en 2e Ex-
loërmond staakt men nog.
DE NIEUWE INVALLEN BIJ
INDONESISCHE
STUDENTEN
TE AMSTERDAM, LEIDEN EN DEN HAAG
MOHAMMED HATTA ONDER DE
GEARRESTEERDEN
Gisternacht zijn er te Amsterdam,
Leiden en 's Gravenhage door de politie
en justitie invallen gedaan m de woningen van
onderscheidene Indonesische studenten, die
verdacht worden betrokken tc zijn bij het
communistisch complot, dot eenigen lijd gele-
den ontdekt werd en ter zake waarvan toen
reeds, gelijk gemeld, eenige huiszoekingen
plaats vonden, met gevolg dat verschillende
schrifturen in beslag werden genomen.
Heden nacht hadden verschillende arresta
ties plaats.
In den vroegen ochtend werd door twee
inspecteurs der Haogschc recherche o.a. ge
arresteerd Mohammed Hntte, voorzitter van
„Pcrhimpoenan Indonesia", tc Leiden is o.a.
gearresteerd Raden A Sastro Amidjojo.
Nader meldt men ons uit den Haag
Omtrent de arrestaties van Indonesische stu
denten, kan nog het volgende worden mede
gedeeld
De commissie die indertijd naflot een com
munistisch complot was ontdekt, op last van
de Justitie werd benoemd, om de toen bij In
donesische studenten in beslag genomen do
cumenten te onderzoeken en die eenigen tijd
geleden haar rapport betreffende dot onder
zoek bij dc Justitie indiende, is, naar wij
vernemen, sindsdien in overleg met de
Justitie steeds verder gegaan met het verza
melen van gegevens betreffende de verhouding
welke er bestond tusschen sommige Indonesi
sche studenten hier te lande cn dc communis-*
tische agitatie in Indië, zoomede omtrent het
contact van die studenten met Moskou.
In den laatsten tijd moeten er verschillende
nieuwe feiten ter kennis van de Justitie zijn
gekomen. Toen nu deze gisteren vernam, dat
een Leidsch student, Sastio Amidjojo, een der
verdachten, binnen enkele dagen naar Indië
zou vertrekken, achtte zij het oogenblik ge
komen om in te grijpen.
De twee studenten, die te Leiden zijn ge
arresteerd en waartoe behooit genoemde
Sastro, zijn ook reeds in het Huis van Bewa
ring ingesloten.
Zij worden verdacht van het misdrijf, be
doeld in artikel 131 Wetboek van Strafrecht
(opruiing).
Uit Amsterdam wordt ons nog gemeld
Door de Amsterdamsche recherche is in op
dracht van de Haagsche justitie gezocht naar
twee Indonesische studenten, die hier geen
voste woonplaats hebben. Invallen hebben hier
niet plaats gehad. Bedoelde studenten zijn nog
niet gevonden
OPLICHTING
Bedriegelijke advertenties.
De Centrale-recherche te Rotterdam heeft
proces-verbaal opgemaakt tegen iemand uit de
Zomerhofstraat, die zich aan opliclning zou
hebben schuldig gemaakt. Dc man plaatste
advertenties in dagbladen waarin hij aanbood
tegen de borgstelling van 200 op te zullen
Deden bij de bemiddeling voor een betrekking
als broodbezorger. Vier menschen hebben op
dc advertenties gereageerd, de vierde had al
leen de 200 nog niet gestort, toen hem
bleek, dat van de betrekking niets komen kor>.
Daarna is aangifte gedaan.
DOOR EEN WINDMOTOR GEGREPEN.
Een jongen ernstig gewond.
De 12-jarige W. K., van het verplegings-
huis te Heerenveen, waagde zich te dicht bij
de as van een windmotor. De jongen werd ge
grepen en met zijn beenen tegen de ijzeren
stijlen, waarop de motor gebouwd is, gewor
pen. Op het gegil kwam de gcstichtsvader
aangeloopen, die den motor stilzette en do
kleeren afsneed om den jongen uit zijn be*
narde positie te verlossen. Zijn beenen waren
ernstig gekneusd. Onder hevige pijn werd de
jongen naar het gesticht gedragen, waar de
dokter een voorloopig verband aanlegde.
(Tel.)
Laat een scherp of boos woord onopge
merkt. Het antwoord alleen maakt twist
Johanna v. d. Woude.
Geautoriseerde vertalin gnaar het Engclsch van
WALTER BESANT.
door Mej E. HOOGFAVERF.
-1
Elsie zat volkomen stil. Om tien uur hoorde
2e iemand de trap opkomen, de deur van het
particuliere kantoor van mr. Dering ging open
en de chef zelf trad binnen. Hij stond een
ooqerblik op den drempel, keek eens rond en
20odra Elsie hem zag, werd ze gewaar, dat hij
andermaal verkeerde in den toestand, zoools
George dien beschreven had. Zóó kwam mr. De-
liing 's morgens gewoonlijk op het kantoor.
Zijn jas was niet dichtgeknoopt, zijn gelaat
droeg de weldodig-vriendelijke uitdrukking, die
Elsie op het portret had a-ngebrach».
Hij sloot de deur en trad aan het venster Met
lichten tred, zonder den ouden klerk in zijn
slaap te storen, trad Elsie nu ook in het kan
toor van mr. Dering cn sloot de deur achter
zich.
De slaapwandelaar stond nog aan het venster.
Ze trnd op hem toe en tikte hem even op den
arm. Hij schrikte en keerde zich om.
„Wat is er van uw dienst, jongedame? Kan
ik wat voor u doen
,Jk vrees van niet," antwoordde zij.
Weifelend keek hij haar aan. En zich toen
blijkbaar iets herinnerend, trad hij terug van
het venster, en ontsloot de safe. Vervolgens
haalde hij uit zijn zak te voorschijn een manus
cript, met een rood touwtje er om heen Elsie
keek in de safe en las den titel „De Nieuwe
Menschhcid", door Edmund Gray, wat met
groote letters op het buitenblad stond. Toen
sloot hij de safe en stak den sleutel bij zich,
waarop hij bij het venster ging zitten, zonder
in het minst eenige aandacht te schenken aan
zijn bezoekster. Alles ging in z'n werk precies
als dit al eens had plaats gehad, in tegenwoor
digheid van George en van den ouden klerk.
Tien minuten bleef hij zoo zitten. Toen voer
hem een huivering door de leden, hij stond op,
keek het vertrek eens rond en was weer geheel
de oude.
„Elsio I" riep hij. „Ik wist niet, dat je hier
was. Hoe lang ben je er al geweest
„Misschien een paar minuten."
„Ik moet in slaap gevallen zijn. Het is ook
een warme ochtend. Je moet het een ouden
man maar vergeven, kindlief I Ik heb ook zoo n
slechten nacht gehad. Steeds maar liggen tob
ben over al die narigheid. Ze kunnen cr maar
niet achterkomen Elsie wie Cti beroofd beeft.
Ze beschuldigen elkaar, in plaats van elkaar te
helpen Nonsensl Checkley kon het niet doen!
George evenmin. Mijn broer kwam hier met een
onmogelijk „geval" geheel opgebouwd uit ver
onderstellingen en gevolgtrekkingen. Maar, in
waarheid, zijn we nog niets verder I
„Voor mij is het net zoo goed een groot
verdriet geweest, mr. Dering. Ik moest het huis
van mijn moeder verlaten, waar mii zeer on
aangename dingen werden voorspeld van mijn
aanstaande en van mijn broer. Ik wcnschtc dus
met u, dat ze „er achter" waren
Mr. Dering hing zijn hoed op, knoopte zijn
geklecdc jas toe en ging aan zijn tafel zitten,
nog altijd met verdrietigen blik.
„Ze plagen mij ook zoo. Gisteren legden ze
twee brieven aan dien Edmund Gray gadres-
scerd, boven op de mijne. Waarom? Enkel om
me te bespotten en mij te tarten, hem te ont
dekken. Checkley zweert, dat hij ze daor niet
heeft gelegd. Ik trad binnen op het oogenblik,
dat hij het vertrek verliet. Waren cr hier dan
geesten rond Eergisteren en den da? daar
vóór waren cr dingen in de safe gelegd
„In de safe?En u hebt immers alleen
maar den sleutel Hoe kunnen er dan die din
gen ingelegd zijn
„Ik weet niet. Ik weet niets. Ik weet ook niet,
wat mij nu weer zal ontnomen worden I Mijn
huizen mijn hypotheken, mijn landerijen, mis
schien mijn praktijk
„Kom, praat u toch niet zooHeeft u van
ochtend nl iets vreemds gevonden?"
Hij keek de brieven na.
„Wat dit betreft niet. Maar, wacht, ik heb
nog niet in de safe gekeken."
Hij stond op en deed de kas open. Toen haal
de hij er het pakje uit, dat hij er zelve, nog
geen kwartier geleden, ingelegd had en riep
„Al wéérDaar heb jc het al wéér I 7T<só
plagen ze mij nu. Zóó kwellen ze een ouden
man."
En hij wierp het pakje naar den anderen
kant van het vertrek, terwijl hijzelve weer aan
tafel ging zitten en diep zuchtte.
Elsie raapte het bundeltje op. Het was een
dik manuscript, met den titel, dien zij al gelezen
had.
Ze mankte het touwtje los en bladerde her
eens door. Het was zooals ze nu zag, de auto
biografie van Edmund Gray. En in het hand
schrift vnn mr. Dering 11
Ze bracht het weer naar de safe
„Legt u daar alles bij elkaar, wat ze u zen
den," raadde zij. „Weet u iets van dien Edmund
Gray
„Niets kindlief! Volstrekt niets. Ik heb den
man nooit gezien. Ik heb nooit van hem ge
hoord. Toch heeft hij geheel beslag op mij ge
legd. Hij heeft zijn kamers gehuurd op een
aanbeveling van mij. Ik heb hem geintrodu-
eeerd bij den directeur van de Bank, ik, met
mijn eigen handschrift naar ze meenden. Hij
trok een wissel van zeven honderd twintig pond
op mij, nu acht jaar geleden. En hij heeft acht
en dertig duizend pond geldswaarde op zijn
naam over laten brengen."
„Daarbij is hij nog aanleiding geweest van
verdenking en lage beschuldiging tegen mijn
verloofde en mijn broer, wat niet makkelijk te
vergeven valt. O, mr. Dcring het spiit me toch
zoo voor u IMaar stel u nu eens vóór,"
en ze legde haar hand op de zijne, „dat ik
voor u uitvind?"
„Jij kird Wat zou jij nu bereiken, waar an
deren niet slaagden
„Ik kan het toch probeeren."
„Zeker, dat staat je vrij I Maar als het je lukt,
word je nog verbranff als heks
„Neen. Als ik het uitvind, dan komt u op
mijn bruiloft I Maar 't zal anders een droeve
plechtigheid wezen, want ieder zal zich zoo zeer
schamen over de leelijke dingen die er gezegd
werden. Goedendag, mr. Dering. Ik ben een
profetes. Binnen enkele dagen zult u alles te
hooren krijgen van Edmund Gray I"
Ze ging weg, zonder eenige nadere toelich
ting. Mr. Dering schudde het hoofd en glim
lachte. Hij geloofde niet aan hedendaagscho
profetie. Maar dit jonge ding met haar zachte
stem cn sympathieke manieren, kwikte hem al*
tijd op, met haar bezoek.
Nu ging hij zijn brieven lezen en over het
geheel zijn gewone dagtaak beginnen.
Elsie zelve keek zóó ernstig als het haar ooit
maar mogelijk was. Zij hield zich overtuigd,
dat er verband bestond tusschen mr. Deririg en
mr. Edmund Groy. Hij was het en niemand an*
ders, die de brieven op tafel legde en de din*
gen in de safe. En nu dit eenmaal zoo was^
moest hij het ook zelf zijn en niemand andera,
die al brieven schreef, de wissels teekende en
het verdere kwaad bedreef. Hij zelveMaar
hoe Elsie had wel gelezen van hypnotisme.
Wonderlijke dingen werden dagelijks verricht
door biologen en magnetiseurs. Mr. Dering
werd gehypnotiseerd door dien man, dien Ed
mund Gray, zooals hij zich noemde, dat die
gedoan kon krijgen, wat hij begeerde. Nu, dieni
Edmund Grav zou ze uitvinden. Ze zot «eS
leeuw in zijn hol gaan opzoeten I
Vast-besloten stapte ze naar Gray's Inn. Ze
vond no 22 en liep de trap op De buitendeur
was gesloten. Ze fyïlde, maar kreeg geen ge*
hoor. Ze herinnerde zich, hoe George toen dd
oude werkster was gaan opzoeken cn maakte
zich al gereed, om hetzelfde te doer.. Maar,
toen ze de trap afging, kwam ze daar een oude
vrouw tegen, die geheel beantwoordde aan de
beschrijving, door George van dit menschje
gegeven.
vervolgd!»