GERHARD ADAM PIANO'S Fa. R. VAN DEN BURG PhTXEL WILLEM GROENHUIZENLan2esraa^E-IE],e,efoon 582 Gouden Trouw- en Verlovingsringen. Wie is Edmund Gray? l TWEEDE BLAD. Levertraan Emulsie B. en S. A. v. d. WEG. LANGESTRAAT 23. FEUILLETON. 26e Jaargang No. 79 AM E RS FO O RTSC H DAGBLAD „DE EEMLANDER" Zaterdag 1 October 927 EEN DURE LES. In een vrij uitvoerig ambtelijk geschrijf gaven een dezer dagen B. en \V. aan den Raad kennis, dat alsnog door Ged. Staten aan de begrooting van 1926 hun goedkeu ring is onthouden. Ik zeide in een ambtelijk geschrift, omdat uit de toelichting, voor zoover gegeven, aan de burgerij niet blijkt welke gevolgen dit door Ged. Staten ge waakte financieel beleid voor de gemeen telijke schatkist zal hebben. Behalve dit primaire belang zitten er nog form eel e kwesties aan vast die, zij het niet in die mate, toch ook van groot belang voor het toekomstig beheer kunnen zijn. Zooals de lezers bekend is, gaat het over het Grond bedrijf. Het gemeentelijk vermogen in dit bedrijf bedraagt nog altijd drie en half millioen. Te verklaren is dat alle instan ties naar eigen inzicht hun beste zorgen aan dit bedrijf wijden, wat evenwel niet verhin dert, dat het verschillend inzicht tot wrij ving en botsing aanleiding geeft. Beantwoorden we nu eerst de vraag Ir. hoeverre het standpunt ven. de Staten in vloed heeft op de gewone middelen onzer gemeente. Rond een half millioen aan grondwaarde moet uit het bedrijf worden genomen. Aflossing en rente van dit be drag moet dus voortaan uit gewone mid delen worden opgebracht, wat ongeveer 40,000 za'l vorderen, welk bedrag met de dotatie, die nu reeds werd gegeven 29,000), kan worden verminderd. Oogen- blikkelijk is dit verschil niet groot De gevolgen verbonden aan de overname zijn van veel vérstrekkender aard. De techni sche verordening op het beheer immers schrijft voor, dat bij een vijfjaarlijksche schatting der grondwaarde moet worden uitgemaakt of deze waarde die van den kapitaallast overschrijdt. Indien dit niet het geval is mag aan het volgend vijfjarig tijd vak het verschil jaarlijks met één vijfde uit gewon~e middelen worden bijgepast. De taxatie geschiedt onder meer naar den laatstelijk opgebrachten verkoopprijs, waar bij met een redelijke winstmarge wordt ge rekend. Het is niet denkbeeldig, dat den uit te nemen gTonden door taxateurs eer. 10 hoogere waarde zou zijn toegekend als op 1 Januari 1926. Het activa zon dus eventueel ïn 1929 niet het geraamde maar een belangrijk hooger bedrag schade kun nen hebben, waardoor het gevaar beneden den kapitaallast te blijven geschapen wordt. Zoo ja, dan treedt de bovengeschetste situatie in, met haar oogenblikkelijke ver zwaring der gewone middelen. Zou het daarom niet verstandiger zijn in tegenstel ling met het advies van B. en W. de be doelde gronden tot den vermoedelij- ken taxatieprijs over te nemen? En de ge meente èn het grondbedrijf kunnen hierbij slechts winnen. De gemeente omdat het eventueel hoogere bedrag in de kapitaal* rekening kan worden verdisconteerd, en dus over veel langer tijdperk kan worden al- gelost, het grondbedrijf omdat deze meer dere ontvangst in de verlies- en winstreke ning geleden het eventueel verlies zal ver minderen en de toeneming van den .capi- taallast volgens art. 19 der begTOOtings- voorschriften wegens bijschrijving der ver liezen in dezelfde mate een vermindering zal ondergaan. Vervolgens is er een formeel geschil tus- schen het college en de Staten. Wil men zich eon juist beeld vormen dan dient men zich eerst een voorstelling te maken van d? administratieve organisatie der onderwerpe- lij'ke boekhouding zooals deze wordt ge voerd. Men onderscheidt deze in een ex ploitatierekening, d. w. z. een rekening J'.e alleen de bedrijfsresultaten geeft van de exploitatie der objecten behoorende lot Tijdens de eerste collegevergadering welke ik meemaakte werd den burgemeester het di rect beheer over het Grondbedrijf opgedragen. H. maar vallende buiten de eigenlijke functie van het Grondbedrijf. Ze bevat uitsluitend die baten en lasten, vallende buiten cle kapitaalrekening, zooals huren en pachten opbrengst van den houtstand enz. en de lasten hieraan verbonden. Haar batig of nadeelig slot wordt per verlies- en winst rekening afgesloten* Deze laatste rekening nu bevat de baten en lasten van den grond handel, dus de winst op verkochte gion- den, waartegenover de kapitaalrente plus de overige direct hieropvallende kosten. De laatste jaren zijn hierop aanmerkelijke ver- liezen geleden die per kapitaal-rekening werden afgeschreven. Afgeschreven in deze beteekenis, dat deze bedragen als fictieve bezitting op de balans verschijnen, terwijl het verschil tusschen kost- en verkoopprijs der verkochte gronden als reserve tot af lossing worden beschouwd. Alleen indien bij taxatie het toteal der geschatte waarde die van den oogenblikkelijken kapitaallast overschrijdt, zal de genoemde fictie hierin opgaan. In deze balans-politiek, ik wees hierop reeds in een rapport aan den Raad d.d. 11 April 1924 naar aanleiding van tevoren ge houden taxatie, zijn twee speculatieve ele menten verscholen. Ten eerste de veronderstelde waardever meerdering, ten tweede de verwachting dat het vrij gekomen bedrag door verkoop vol doende het afiossingsbestanddeel zal dek ken. Hierin zit nu het formeele geschil tus schen B. en \V. en Ged. Staten. Al dade lijk zij hier gezegd, dat B. en W. het gelijk aan hunne zijde hebben. Ten eerste omdat een gelijk geschil over de begrooting 1925 ten hunne gunste door de Kroon is beslist. Ten tweede omdat de algemeene voorschrif ten zeer duidelijk zeggen dat verliezen „zoowel op den gewonen als op den kapi- taaldienst" mogen worden verantwoord. Ten derde omdat op verzoek der Staten de ver ordening destijds in overeenstemming met de voorschriften is vastgesteld en door hen is goedgekeurd. Vanwaar dan deze chicane? In de model- begrooting staat dat het „Grondbedrijf" o.a. za] betalen aan de gemeente: a.-de rente, b. de aflossing, enz. Dit voorschrift zou geen zin hebben, indien niet het volle pond van. het aflossin-gsüe- s t a n d d e e 1 zou worden verent- woord. Onder „inkomsten" is dit bedrag nauwkeurig te ramen, maar voor het geval het eerder verwacht bedrag onvoldoende blijkt kan in „uitgaven hiervan geen sprake zijn. Toch zou dit noodig zijn om dat de rekeningsvooischriften dit verlangen. Het komt me voor dat aan beide zijden niet voldoende met de stelling van art. Ilbls rekening is gehouden. Wanneer de Staten zich hadden bepaald tot den eisch dat uit gewone middelen zou worden betaald, b.v. per vijfjaarlijksche pe riode alle kosten vallende op nieuwe kapi taalverstrekking, welke een gevolg zijn «van: a. niet-voldoende reserve voor aflossing; b. het verdisconteeren der verliezen in de kapitaalrekening, dan zou o- i. de tegen woordige wijze van verantwoording goed zijn als de gemeente de raming van het Grondbedrijf naar de gewone methode, d. w. z. deze baseerde op de uitkomsten zoo- sis deze in de laatste rekening waren vast gesteld en overigens met bekende' cijfers. Jk spreek uit ervaring wanneer ik zeg dat „besturen" op deze wijze verre van een aan gename bezigheid is. Waar twee kijven, hebben twee schuld. Een grondpolitiek zoo als deze hier in 't verleden is gevoerd was niet in staat vertrouwen te wekken. Als, zooals de laatste jaren het geval was, dezer zijds veel is gedaan om de positie van dit bedrijf sterker en gezonder te maken en men dus indirect erkend heeft, aan het be drijf een eereschuld te hebben, moest men aan de andere zijde dit waardeeren en toch eindelijk eens breken met aohterdocht cn wantrouwen. Werken in een sfeer van vertrouwen is wel een dure les. J. HOFLAND Sr. RECLAMES. V*n 1— 4 regels 1 4.05. elke regel moer f I.— Prima Medicinale Levertraan - Scott's Emulsion GENIETEN EEN HONDERDJARIGE REPUTATIE VERTEGENWOORDIGERS UIT DE STAATSCOURANT Benoemd lot ridder in dc orde van Oranje Nassau mej. H. Wolff, directrice van het dia- conessenhuis tc Leeuwarden; toegekend dc zilveren eere-medaille der Oranjc-Nassoi'-Oide aan J. Baart, meester knecht bij de N.V. fabriek van wollen dekens voorheen J. Scheltema Jr in brons aan G W. Rese, koffiebrander bij de N. V. Koffie- theehandel der firma K. Tiktak te Gronin gen; benoemd aan de R.H.B.S. te Ter Apcl tot leeraar P. Schuurman en M. de Jong en tot lecrares mej. J K. Bakker, allen thans tijde lijk aan dc R.H.B.S. te Warffum tot JeeranT L. J. Smit, tot tijdelijk leeraar J. Petersen, bei den thans tijdelijk; wederom tijdelijk benoemd tot leeraar aan dc R.H.B.S. te Goes S. van Heyningen, tot leeraar aan de R.H.B.S. te Middelburg J J. S Dijkhuis, thans tijdelijk; belast met de betrekking van chef van den marinestaf en van de afdeeling defensie van het departement van marine de schout bij nacht mr. G. C. Jager; eervol ontheven Je kapitein-luitenant ter zee A. Vos van de waai- neming dier betrekking hem tijdelijk opgedra gen ontbonden met dank wegens belangrijke diensten de wetenschappelijke commissie vaf advies en onderzoek in her belang van volks welvaart cn weerbaarheid bij beschikking van den minister van binnenlandsche zaken en landbouw; benoemd tot leeraar aan de middelbare ko- loniale landbouwschool te Deventer dr. G. E Hoeffelman te den Haag. bij beschikking van den minister van finan ciën eervol ontslagen wegens reorganisatie van z;'n dienstvak de districtsbouwkundigc bij den rijksgebouwendienst J de Haas tc Delft Bij beschikking van den minister van water staat benoemd tot lid van de commissie in zake bestudeering der uitgifte van de door de uitvoering der Zuiderzeewerken te verkrijgen gronden H. C Kouwenberg, oud-registratie- directeur te Arnhem, wonende te den Haag en D. van der Hurk, directeur van de registratie en domeinen te Amsterdam. Bij K. B.: is mot ingang van I October 1927, bij het reserve-personeel der landmacht, bij het wapen der infanterie, benoemd tot reserve luitenant-kolonel bij het 15e regiment, de ge- pensionneerd luitenant-kolonel met den titulai- ren rang van kolonel van het leger in Nederl.- Indië J. van Braam Morris is lo. met ingang van 29 November 1927 aan den reserve-majoor H J. Offerhaus, van het 15e regiment Infanterie op het daartoe door hem gedaan verzoek, een eervol ontslag verleend uit den militairen dienst lie. met in gang van 1 October 1927, aan den reserve- kapitein F. M. J. Goossens, van de School- compagnie van den Motordienst. op het daar toe door hem gedaan verzoek, een eervol ont slag als zoodanig verleend uit den militairen dienst zijn met ingang van 18 October 1927 be noemd, bij het reserve-personeel der land macht, bij het wapen der Artillerie, tot reserve- cerslc-luitenant-waornemcr bij dc Luchtvaart- afdeeling, de reserve-twecde-luitenants-waarne- mer H. L. H. Baron van Isselmuden cn R. L. M. Berger, beiden van de Luchtvaarafdecling is aan den reserve-ecrste-luitcnant N. J. den Tex, van hot regiment Vesting-Artillerie, op het daartoe door hem gedaan verzoek, een eer vol ontslag als zoodanig verleend uil den mili- toiren dienst. Bij K.B. zijn herbenoemd tot kantoni echter- plaatsvervanger in het kanton: 's-Gravenhage Mr. G. A. van Hacften, Mr. Dr. M. J. van der Flier en Mr. A. Rueb Winschoten P Klijnsma Harderwijk W L. H. Koster Hcnkc 'r Deventer Mr. J. C Th. Resius Zuidhorn G de Vries Amsterdam Mr. E. B. Asscher en Mr. A. G. Lubbers Rotterdam Mr. G. J. Lycklama a Nijeholt Leiden mr. H. M. A. Coobergh TilburgMr. H J. A. Schcidclanr en O. Plantenga Amersfoort Mr. J. K H. dc Beaufort Veghel Jhr. H. L. J. M. van Rijckevorsel •van Kessel Bij K.B is. in afwijking in zooverre van het K. B. van 31 Maart 1927. houdende eervol ontslag met ingang van 1 Oct. 1927 van Mej- Ch. J van Heemskerck, directrice der tucht school te Menlfoort, bepaald dat het aan mej Ch. J. van Heemskerck verleende eervol ont slag zal inga ar. op een nader vast te stellen datum. Bij K.B is aan J. Koonings, President der St Vinccntius Vcreeniging Parochie Fellenoord te Eindhoven, verlof verleend tot het aanne men der hem geschonken onderscheiding van Ridder in de Orde van den H. Gregorius den Groote van den Heiligen Stoel. DE MOORD OP DEN POLITIEAGENT. Nog geen spoor van de daders. Zooals te verwachten was is dc man, dio zich bij de politie te Basingstoke kwam aan geven in verband met den moord op een poli* tieagent in Essex, na oen langdurig verhooi weer vrijgelaten. Aan zijn verklaringen werd geen geloof gehecht. Op weg naar Londen na zijn vrijlating kreeg hij een toeval, zoodat hij in het Charing Cross-hospitaal moest worden op genomen. Intusschen is, naar het Hbl. uit Lon den meldt, een inspecteur van politie in ant woord op een dringend verzoek naar Romford gegaan, waar cenige aanwijzingen schijnen te zijn gegeven in verband met de identiteit var. de daders, terwijl het onderzoek in Zuid-Lon- den onvermoeid wordt voortgezet. GEEN MOORDAANSLAG? HET DRAMA TE MUNTENDAM EEN RAADSELACHTIG GEVAL Omtrent den te Muntendam gcpleegden moordaanslag kan de Tel. nog het volgende mededeelen Het meisje, dat men dood in een sloot ge vonden had, was des middags nog bij haar oom en tante Hamminga geweest. Zij kwam om 4 uur en ging, na aan den maaltijd te heb ben deelgenomen, des avonds per fiets weer huiswaarts. Toen zij om 9 uur nog niet terug was, was haar moeder bezorgd naar buurvrouw K. gev gaan. Haar zoon, de onderwijzer H. K., zat rustig boonen tc stroopen. Deze stelde de moeder gerust, dat 't meisje wel spoedig zou komen. Maar om II uur was Geertje nog niet thuis. En weer ging dc moeder naar buur vrouw, die reeds tc bed lag. De jeugdige on derwijzer, die voor de hoofdacte studeert, zat nog tc werken. Hij is er toen op uitgetrokken en heeft den gehcelen nacht met een I3-jarig broertje van het meisje naar haar gezocht. Laatstgenoemde vond, ongeveer 10 minuten van het huis van Hamminga verwijderd, een damesfiets tegen een boom. Samen hebben zij naar Geertje gezocht, doch toen zij niets vonden, deden zij aangifte van het geval bij de marechaussee. Deze ging mee en terwijl het inmiddels begon te lichten, vond de opper wachtmeester het meisje, zooals reeds ge meld, in een zeer ondiepe sloot met het hoofd voorover. Op den wal gehaald, bleek het kind een bloedneus gehad te hebben, terwijl blau we nagelindrukken aan den hals waren tc zien. Op het aangezicht waren verwondingen zichtbaar. De aanwezigen waren zeer ontdaan en niet het minst de jonge onderwijzer. De opperwachtmeester heeft toen het lijk in beslag genomen cn tevens, zooals wij reeds hebben medegedeeld, den onderwijzer gearres teerd. Woensdag is het Parket van Winschoten t« Muntendam gearriveerd en werd door dr. G. W. Mieremet van Groningen, sectie op het lijk verricht. Toen het lijk uit het water werd gehaald, bevond zich, zooals men weet, in het taschje een afscheidsbriefje van Geertje. Maar men vermoedt, dat zij niet zelf de schrijfster er van geweest is. Haar beursje, dat zij anders steeds in het handtaschjc heeft, werd nu in de ach- tertasch van het rijwiel gevonden. Het briefje was een stuk krant, waarop geschreven stond: „Vaarwel. Geertje". Welke resultaten de sectie heeft opgeleverd in verband met dc verwondingen op het ge zicht, is niet met zekerheid te zeggen. Men deelde ons mede, dat dr. Mieremet niet aan moord dacht. Maar zekerheid hebben wij daar van niet. Het is inderdaad een raadselachtig geval GEMEENTEN EN WATER: SCHAPPEN OPRICHTING VAN EEN RECHTSINSTITUUT Dezer dagen is te 's-Gravenhage opgericht het „Rechtsinstituut voor Gemeenten en Water schappen", dat zich o.m. ten doel stelt het verstrekken van inlichtingen betreffende de ge meente- en waterschap-administratie, zoomede het adviseeren over daarmede samenhangende zaken. Directeur van het instituut is jhr. mr. J. M. M. van Asch van Wijck. Op de werkzaamheden van het bureau zal worden toegezien door eenen raad van toe zicht, bestaande uit de hecren prof. mr. J. Ph- Suyling, hoogleeraar aan de Rijksuniversiteit te Utrecht; prof. mr. F. G. Scheltema, hoog leeraar aan de Gem. Universiteit van Amster dam; W. Groenemeyer, $dm., chef van de ofd. Binnenl. Bestuur bij het dep. van Binnenl. Zaken en Landbouw; G. W. Kampschöer, lid van de tweede Kamer; mr. L. A. Ries, admini strateur bij de Generale Thesaurie van het dep. van Financiën; mr. J. H. Carp, referen daris bij het prov. bestuur van Zuid-Holland; A. Verdijk, burgemeester van Eindhoven. Wij zijn niet goed, indien wij ook onze kleine gebreken niet verbeteren. Geautoriseerde vertalin gnaar het Engelsch van WALTER BESANT. door Mej. E. HOOGEWERF. 56 Ze keek het gezelschap eens rond Er waren er nu vijf-en-veertig telde ze, vijf-en-veertig leerlingen van mr. Edmund Gray. Wat wilde hij hun leeren .De vernietiging van den eigendom. Onder de vier millioen bewoners van Londen waren er vijf-en-veertig, die den eigendom wenschten te vernietigen. Slechts vijf-en-veertigMaar ze waren zeker niet al len tegenwoordig, die het eens waren met de zen stap. Haar oude vooroordeelen fluisterden haar in, Idat dit tenminste een geruststellend feit was, in aanmerking genomen, dat de prediker nu al negen jaar lang zijn leerstellingen had ver kondigd. De meesterknecht begon vol bewondering: „O, u moet mr. Gray maar eens hooren over de vernietiging van den eigendom. Prachtig is datl..i Als je den dominé over het koninkrijk der hemelen hoort spreken, dan is het altijd zoo ver weg. Maar hij zegt, dat het al heel dicht bij ons op aarde is. Dat we er enkel de hand naar hoeven uitstrekken „Je kunt er je hand naar uitstrekken, zoo vei als je wilt, je bereikt het toch niet," zei een van de jonge lui. „De eigendom staat er tus schen." Een modistetje aan den overkant meende sceptisch: „Ik heb mijn hand uitgestoken naar het koninkrijk der hemelen, zoo lang als ik werk, om een ander rijk tc maken I Eerst meet de eigendom vernietigd zijn cn dan zullen we zien I" Een dwaas verlangen maakte zich van Elsie meester, om eens met dit meisje te debattecren. Maar ze hield zich in. Ze was leerlinge. Ze moest luisteren. Naarmate ze nog eens goed rondkeek, had ze gemerkt, dat hun gelaat maar tweeërlei uitdrukking droeg. De meerderheid keek met droomerigen, vagen blik, als zagen ze door een steenen muur heen, ver weg, naar een land, waar de menschen leven overeenkomstig hun theorieën. Dc overigen hadden iets hards en verongelijkst in den blik, als voelden ze, voor zichzelven ,steeds dc onrechtvaardigheden, die de geestdriftigen voor anderen voelden. Ze zijn altijd verstoord, die anderen steeds hoopvol. Ze zouden de wereld op eenmaal bekeerd willen zien, met knuppel cn geweer; de anderen voelen zich overtuigd, dat de wereld eerstdaags wel overtuigd zal zijn door rede De een haat den vijand, wil hem met kracht en geweld vernietigd zien, de ander beschouwt hem met deernis, zou hem met genoegen op een broederlijke thee partij nooden, als hij hem daarmee tot zijn beschouwingen kon overhalen. Toen de broederlijke theepartij afgcloopen was, hielp ieder een handje bij het opruimen. Dit hoorde er zeker zoo bij, als blijk van broe derlijkheid. Het was bij zevenen: het uur voor de vci- handcling bestemd. De deur werd wijd open geworpen, om de wereld toe te laten, maar de wereld toonde niet veel belangstelling in dit onderwerp van Edmund Gray: Er kwam niemand van buiten' af Het gehoor bleef dus beperkt op het kleine aantal getrouwen, wuar zij dan nu een toevoe ging aan was. Om zeven uur stond Edmund Gray op en bleef aan het boveneind van de tafel staan, zoo dat het veel had van een toespraak na tafel. Een jonge man, die tot de „verongelijkten" behoorde, haalde een notitie-boek te voorschijn en teekende alles op. Er werd geluisterd met eerbied en belangstelling. Elsie zat aan de rechterhand van den spre ker. Zijn verhandeling hier, zoo in het publiek, trof haar echter bij lange niet zoo zeer, als toen hij op zijn kamers tot haar gesproken had. Toch was het dezelfde overredende stem, maar zijn blik kon haar hier niet magnetiseeren. „Des te beter," meende ze, want nu kon zc veel meer met oordeel naar hem luisteren. En, andermaal, drong zich de gedachte aan hoar op: „Verbeeld je dat deze woorden eens ge hoord werden op Lincoln's Inn I" „Hoe kan de eigendom dan vernietigd wor den sprak de meester eindelijk, met grooten nadruk. En bij deze vraag, waarop ieder van het vijf-en-veertig-tal op een practisch antwoord uitzag, spitsten ze dus nog eens extra de ooren: Er zijn verschillende wegen vrienden, om tot deze oplossing* te geraken De spreker ontstak hoe langer hoe meer in geestdrift, tot hij, ten slotte, vol vuur betuigde: „O, ik heb vóór mij een prachtig gezicht: Ik zie de groote buitens tot puinhoopen verval len, hetgeen ze bevatten is voor een deel naar museums gebracht. De groote huizen in de stad zijn eveneens afgebroken. Er is geen eigendom. Niemand werkt voor zichzelven: de man van de wetenschap is bezig in zijn labora torium, voor de gemeenschap, aan hem de eci van zijn ontdekkingen; de medicus oefent zijn pruktijk uit, niet met de bedoeling om rijk to worden, maar om schoone overwinningen te behalen op het gebied der geneeskunde. Er is toch voor een ieder ruimschoots, vol op, ge noeg I We kunnen alles hebben, wat we be- geeren, wc kunnen ons kleedcn, zooals we willen, onderrichten wat we willen, mits we maar wei ken voor den staat. Weigeren we, dan volgt er de dood op. Leveren we slecht werk, de dood I Dit is de cenige wet. We heb ben geen rechtskundigen, geen overheidsperso nen, geen macht boven ons. O, heerlijke, groot- sche tijd lGij zult dien nog bijwonen, gij, die jong zijt terwijl ik, die er zoo lang van gedroomd heb, dan in het graf zal liggen I Maar wat geeft dit nog Als de tijd maar komt en de wereld zich, ten slotte, vrij voelt om de bestemming van de „nieuwe menschheid te ver vullen Hij ging zitten en legde het hoofd op de hand, als sprak hij een gebed uit. Ze eerbie digden dit, door een diep stilzwijgen. Toen trad er een jongeman naar voren, die zich aan tafel el bitter had beklaagd over zijn „slavernij". ,Misschien zouden we er ook nog wel langs een anderen weg kunnen komen," opperde hij. „Stelt u voor, dat de scheikundien de kunst uitvonden, om een soort voedsel voor ons te bereiden, waar we even goed op kon den leven, als op vleesch en brood. En na-* tuurlijk zou dit veel goedkoop>er zijn, want ®3 die chemische artikelen kosten maar zoo wei nig I Dan zou niemand hoeven werken, want hij zou zijn voedsel al bijna kant cn klaac vinden. Als niemand meer hoefde weTkcn^ zou ook niemand meer rijk worden. En els niemand iets wilde koopen, kon niemand iets verkoopen. Dan zou rijkdom in het geheel geen voordeel meer bezorgen en dat is het. wat wij hebben moeten. Laat een schefiaHu- dige ons uit den brand help>en." Na nog eenig over_ en weergepraat, Itwarrt er toch een tekoit aan nieuwe ideeën en hel gezelschap ging, langzamerhand, uiteen. Meester en leerlinge keerden terug- met da tram, naar Gray's Inn. De meester verviel in diep stilzwijgen, zoo ongeveer een kwartier, eer ze het eind van den rit bereikt hadden. Toen ze uitstapten, merkte Elsie eerst, dat hij zijn jas toeknoopte, vervolgens, dat hij van haar tegenwoordigheid niets afwist. Fier rechtop, cn met vasten tyed, liep hij in de richting van Beford Row, dat tegenover Gray's Inn ligtHij was nu weer mr. Erward Dering. „Het zal mij eens benieuwen," dacht Elsle, wat hij zich daar morgen van herinneren kan 1" (Wordt vervolgd).

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1927 | | pagina 5