GERHARD ADAM PIANO'S
Fa. R. VAN DEN BURG PhTXEL
WILLEM GROENHUIZENLan2esraa^E-IE],e,efoon 582
Gouden Trouw- en Verlovingsringen.
Wie is Edmund Gray?
l TWEEDE BLAD.
Levertraan Emulsie B. en S.
A. v. d. WEG. LANGESTRAAT 23.
FEUILLETON.
26e
Jaargang No. 79 AM E RS FO O RTSC H DAGBLAD „DE EEMLANDER"
Zaterdag
1 October 927
EEN DURE LES.
In een vrij uitvoerig ambtelijk geschrijf
gaven een dezer dagen B. en \V. aan den
Raad kennis, dat alsnog door Ged. Staten
aan de begrooting van 1926 hun goedkeu
ring is onthouden. Ik zeide in een ambtelijk
geschrift, omdat uit de toelichting, voor
zoover gegeven, aan de burgerij niet blijkt
welke gevolgen dit door Ged. Staten ge
waakte financieel beleid voor de gemeen
telijke schatkist zal hebben. Behalve dit
primaire belang zitten er nog form eel e
kwesties aan vast die, zij het niet in die
mate, toch ook van groot belang voor het
toekomstig beheer kunnen zijn. Zooals de
lezers bekend is, gaat het over het Grond
bedrijf. Het gemeentelijk vermogen in dit
bedrijf bedraagt nog altijd drie en half
millioen. Te verklaren is dat alle instan
ties naar eigen inzicht hun beste zorgen aan
dit bedrijf wijden, wat evenwel niet verhin
dert, dat het verschillend inzicht tot wrij
ving en botsing aanleiding geeft.
Beantwoorden we nu eerst de vraag Ir.
hoeverre het standpunt ven. de Staten in
vloed heeft op de gewone middelen onzer
gemeente. Rond een half millioen aan
grondwaarde moet uit het bedrijf worden
genomen. Aflossing en rente van dit be
drag moet dus voortaan uit gewone mid
delen worden opgebracht, wat ongeveer
40,000 za'l vorderen, welk bedrag met
de dotatie, die nu reeds werd gegeven
29,000), kan worden verminderd. Oogen-
blikkelijk is dit verschil niet groot De
gevolgen verbonden aan de overname zijn
van veel vérstrekkender aard. De techni
sche verordening op het beheer immers
schrijft voor, dat bij een vijfjaarlijksche
schatting der grondwaarde moet worden
uitgemaakt of deze waarde die van den
kapitaallast overschrijdt. Indien dit niet het
geval is mag aan het volgend vijfjarig tijd
vak het verschil jaarlijks met één vijfde uit
gewon~e middelen worden bijgepast. De
taxatie geschiedt onder meer naar den
laatstelijk opgebrachten verkoopprijs, waar
bij met een redelijke winstmarge wordt ge
rekend. Het is niet denkbeeldig, dat den
uit te nemen gTonden door taxateurs eer.
10 hoogere waarde zou zijn toegekend
als op 1 Januari 1926. Het activa zon dus
eventueel ïn 1929 niet het geraamde maar
een belangrijk hooger bedrag schade kun
nen hebben, waardoor het gevaar beneden
den kapitaallast te blijven geschapen wordt.
Zoo ja, dan treedt de bovengeschetste
situatie in, met haar oogenblikkelijke ver
zwaring der gewone middelen. Zou het
daarom niet verstandiger zijn in tegenstel
ling met het advies van B. en W. de be
doelde gronden tot den vermoedelij-
ken taxatieprijs over te nemen? En de ge
meente èn het grondbedrijf kunnen hierbij
slechts winnen. De gemeente omdat het
eventueel hoogere bedrag in de kapitaal*
rekening kan worden verdisconteerd, en dus
over veel langer tijdperk kan worden al-
gelost, het grondbedrijf omdat deze meer
dere ontvangst in de verlies- en winstreke
ning geleden het eventueel verlies zal ver
minderen en de toeneming van den .capi-
taallast volgens art. 19 der begTOOtings-
voorschriften wegens bijschrijving der ver
liezen in dezelfde mate een vermindering
zal ondergaan.
Vervolgens is er een formeel geschil tus-
schen het college en de Staten. Wil men
zich eon juist beeld vormen dan dient men
zich eerst een voorstelling te maken van d?
administratieve organisatie der onderwerpe-
lij'ke boekhouding zooals deze wordt ge
voerd. Men onderscheidt deze in een ex
ploitatierekening, d. w. z. een rekening J'.e
alleen de bedrijfsresultaten geeft van de
exploitatie der objecten behoorende lot
Tijdens de eerste collegevergadering welke
ik meemaakte werd den burgemeester het di
rect beheer over het Grondbedrijf opgedragen.
H.
maar vallende buiten de eigenlijke functie
van het Grondbedrijf. Ze bevat uitsluitend
die baten en lasten, vallende buiten cle
kapitaalrekening, zooals huren en pachten
opbrengst van den houtstand enz. en de
lasten hieraan verbonden. Haar batig of
nadeelig slot wordt per verlies- en winst
rekening afgesloten* Deze laatste rekening
nu bevat de baten en lasten van den grond
handel, dus de winst op verkochte gion-
den, waartegenover de kapitaalrente plus
de overige direct hieropvallende kosten. De
laatste jaren zijn hierop aanmerkelijke ver-
liezen geleden die per kapitaal-rekening
werden afgeschreven. Afgeschreven in deze
beteekenis, dat deze bedragen als fictieve
bezitting op de balans verschijnen, terwijl
het verschil tusschen kost- en verkoopprijs
der verkochte gronden als reserve tot af
lossing worden beschouwd. Alleen indien
bij taxatie het toteal der geschatte waarde
die van den oogenblikkelijken kapitaallast
overschrijdt, zal de genoemde fictie hierin
opgaan.
In deze balans-politiek, ik wees hierop
reeds in een rapport aan den Raad d.d. 11
April 1924 naar aanleiding van tevoren ge
houden taxatie, zijn twee speculatieve ele
menten verscholen.
Ten eerste de veronderstelde waardever
meerdering, ten tweede de verwachting dat
het vrij gekomen bedrag door verkoop vol
doende het afiossingsbestanddeel zal dek
ken. Hierin zit nu het formeele geschil tus
schen B. en \V. en Ged. Staten. Al dade
lijk zij hier gezegd, dat B. en W. het gelijk
aan hunne zijde hebben. Ten eerste omdat
een gelijk geschil over de begrooting 1925
ten hunne gunste door de Kroon is beslist.
Ten tweede omdat de algemeene voorschrif
ten zeer duidelijk zeggen dat verliezen
„zoowel op den gewonen als op den kapi-
taaldienst" mogen worden verantwoord. Ten
derde omdat op verzoek der Staten de ver
ordening destijds in overeenstemming met
de voorschriften is vastgesteld en door hen
is goedgekeurd.
Vanwaar dan deze chicane? In de model-
begrooting staat dat het „Grondbedrijf" o.a.
za] betalen aan de gemeente: a.-de rente,
b. de aflossing, enz. Dit voorschrift zou geen
zin hebben, indien niet het volle
pond van. het aflossin-gsüe-
s t a n d d e e 1 zou worden verent-
woord. Onder „inkomsten" is dit bedrag
nauwkeurig te ramen, maar voor het geval
het eerder verwacht bedrag onvoldoende
blijkt kan in „uitgaven hiervan geen
sprake zijn. Toch zou dit noodig zijn om
dat de rekeningsvooischriften dit verlangen.
Het komt me voor dat aan beide zijden
niet voldoende met de stelling van art. Ilbls
rekening is gehouden.
Wanneer de Staten zich hadden bepaald
tot den eisch dat uit gewone middelen zou
worden betaald, b.v. per vijfjaarlijksche pe
riode alle kosten vallende op nieuwe kapi
taalverstrekking, welke een gevolg zijn «van:
a. niet-voldoende reserve voor aflossing;
b. het verdisconteeren der verliezen in de
kapitaalrekening, dan zou o- i. de tegen
woordige wijze van verantwoording goed zijn
als de gemeente de raming van het
Grondbedrijf naar de gewone methode, d.
w. z. deze baseerde op de uitkomsten zoo-
sis deze in de laatste rekening waren vast
gesteld en overigens met bekende' cijfers.
Jk spreek uit ervaring wanneer ik zeg dat
„besturen" op deze wijze verre van een aan
gename bezigheid is. Waar twee kijven,
hebben twee schuld. Een grondpolitiek zoo
als deze hier in 't verleden is gevoerd was
niet in staat vertrouwen te wekken. Als,
zooals de laatste jaren het geval was, dezer
zijds veel is gedaan om de positie van dit
bedrijf sterker en gezonder te maken en
men dus indirect erkend heeft, aan het be
drijf een eereschuld te hebben, moest men
aan de andere zijde dit waardeeren en toch
eindelijk eens breken met aohterdocht cn
wantrouwen.
Werken in een sfeer van vertrouwen is
wel een dure les.
J. HOFLAND Sr.
RECLAMES.
V*n 1— 4 regels 1 4.05. elke regel moer f I.—
Prima Medicinale Levertraan - Scott's Emulsion
GENIETEN EEN HONDERDJARIGE REPUTATIE
VERTEGENWOORDIGERS
UIT DE STAATSCOURANT
Benoemd lot ridder in dc orde van Oranje
Nassau mej. H. Wolff, directrice van het dia-
conessenhuis tc Leeuwarden;
toegekend dc zilveren eere-medaille der
Oranjc-Nassoi'-Oide aan J. Baart, meester
knecht bij de N.V. fabriek van wollen dekens
voorheen J. Scheltema Jr in brons aan G W.
Rese, koffiebrander bij de N. V. Koffie-
theehandel der firma K. Tiktak te Gronin
gen;
benoemd aan de R.H.B.S. te Ter Apcl tot
leeraar P. Schuurman en M. de Jong en tot
lecrares mej. J K. Bakker, allen thans tijde
lijk
aan dc R.H.B.S. te Warffum tot JeeranT
L. J. Smit, tot tijdelijk leeraar J. Petersen, bei
den thans tijdelijk;
wederom tijdelijk benoemd tot leeraar aan
dc R.H.B.S. te Goes S. van Heyningen, tot
leeraar aan de R.H.B.S. te Middelburg J J. S
Dijkhuis, thans tijdelijk;
belast met de betrekking van chef van den
marinestaf en van de afdeeling defensie van
het departement van marine de schout bij
nacht mr. G. C. Jager; eervol ontheven Je
kapitein-luitenant ter zee A. Vos van de waai-
neming dier betrekking hem tijdelijk opgedra
gen
ontbonden met dank wegens belangrijke
diensten de wetenschappelijke commissie vaf
advies en onderzoek in her belang van volks
welvaart cn weerbaarheid bij beschikking
van den minister van binnenlandsche zaken en
landbouw;
benoemd tot leeraar aan de middelbare ko-
loniale landbouwschool te Deventer dr. G. E
Hoeffelman te den Haag.
bij beschikking van den minister van finan
ciën eervol ontslagen wegens reorganisatie
van z;'n dienstvak de districtsbouwkundigc bij
den rijksgebouwendienst J de Haas tc Delft
Bij beschikking van den minister van water
staat benoemd tot lid van de commissie in
zake bestudeering der uitgifte van de door de
uitvoering der Zuiderzeewerken te verkrijgen
gronden H. C Kouwenberg, oud-registratie-
directeur te Arnhem, wonende te den Haag en
D. van der Hurk, directeur van de registratie
en domeinen te Amsterdam.
Bij K. B.: is mot ingang van I October 1927,
bij het reserve-personeel der landmacht, bij het
wapen der infanterie, benoemd tot reserve
luitenant-kolonel bij het 15e regiment, de ge-
pensionneerd luitenant-kolonel met den titulai-
ren rang van kolonel van het leger in Nederl.-
Indië J. van Braam Morris
is lo. met ingang van 29 November 1927
aan den reserve-majoor H J. Offerhaus, van
het 15e regiment Infanterie op het daartoe
door hem gedaan verzoek, een eervol ontslag
verleend uit den militairen dienst lie. met in
gang van 1 October 1927, aan den reserve-
kapitein F. M. J. Goossens, van de School-
compagnie van den Motordienst. op het daar
toe door hem gedaan verzoek, een eervol ont
slag als zoodanig verleend uit den militairen
dienst
zijn met ingang van 18 October 1927 be
noemd, bij het reserve-personeel der land
macht, bij het wapen der Artillerie, tot reserve-
cerslc-luitenant-waornemcr bij dc Luchtvaart-
afdeeling, de reserve-twecde-luitenants-waarne-
mer H. L. H. Baron van Isselmuden cn R. L.
M. Berger, beiden van de Luchtvaarafdecling
is aan den reserve-ecrste-luitcnant N. J. den
Tex, van hot regiment Vesting-Artillerie, op
het daartoe door hem gedaan verzoek, een eer
vol ontslag als zoodanig verleend uil den mili-
toiren dienst.
Bij K.B. zijn herbenoemd tot kantoni echter-
plaatsvervanger in het kanton:
's-Gravenhage Mr. G. A. van Hacften, Mr.
Dr. M. J. van der Flier en Mr. A. Rueb
Winschoten P Klijnsma
Harderwijk W L. H. Koster Hcnkc 'r
Deventer Mr. J. C Th. Resius
Zuidhorn G de Vries
Amsterdam Mr. E. B. Asscher en Mr. A.
G. Lubbers
Rotterdam Mr. G. J. Lycklama a Nijeholt
Leiden mr. H. M. A. Coobergh
TilburgMr. H J. A. Schcidclanr en O.
Plantenga
Amersfoort Mr. J. K H. dc Beaufort
Veghel Jhr. H. L. J. M. van Rijckevorsel
•van Kessel
Bij K.B is. in afwijking in zooverre van het
K. B. van 31 Maart 1927. houdende eervol
ontslag met ingang van 1 Oct. 1927 van Mej-
Ch. J van Heemskerck, directrice der tucht
school te Menlfoort, bepaald dat het aan mej
Ch. J. van Heemskerck verleende eervol ont
slag zal inga ar. op een nader vast te stellen
datum.
Bij K.B is aan J. Koonings, President der St
Vinccntius Vcreeniging Parochie Fellenoord
te Eindhoven, verlof verleend tot het aanne
men der hem geschonken onderscheiding van
Ridder in de Orde van den H. Gregorius den
Groote van den Heiligen Stoel.
DE MOORD OP DEN POLITIEAGENT.
Nog geen spoor van de daders.
Zooals te verwachten was is dc man, dio
zich bij de politie te Basingstoke kwam aan
geven in verband met den moord op een poli*
tieagent in Essex, na oen langdurig verhooi
weer vrijgelaten. Aan zijn verklaringen werd
geen geloof gehecht. Op weg naar Londen na
zijn vrijlating kreeg hij een toeval, zoodat hij in
het Charing Cross-hospitaal moest worden op
genomen. Intusschen is, naar het Hbl. uit Lon
den meldt, een inspecteur van politie in ant
woord op een dringend verzoek naar Romford
gegaan, waar cenige aanwijzingen schijnen te
zijn gegeven in verband met de identiteit var.
de daders, terwijl het onderzoek in Zuid-Lon-
den onvermoeid wordt voortgezet.
GEEN MOORDAANSLAG?
HET DRAMA TE MUNTENDAM
EEN RAADSELACHTIG GEVAL
Omtrent den te Muntendam gcpleegden
moordaanslag kan de Tel. nog het volgende
mededeelen
Het meisje, dat men dood in een sloot ge
vonden had, was des middags nog bij haar
oom en tante Hamminga geweest. Zij kwam
om 4 uur en ging, na aan den maaltijd te heb
ben deelgenomen, des avonds per fiets weer
huiswaarts.
Toen zij om 9 uur nog niet terug was, was
haar moeder bezorgd naar buurvrouw K. gev
gaan. Haar zoon, de onderwijzer H. K., zat
rustig boonen tc stroopen. Deze stelde de
moeder gerust, dat 't meisje wel spoedig zou
komen. Maar om II uur was Geertje nog niet
thuis. En weer ging dc moeder naar buur
vrouw, die reeds tc bed lag. De jeugdige on
derwijzer, die voor de hoofdacte studeert, zat
nog tc werken. Hij is er toen op uitgetrokken
en heeft den gehcelen nacht met een I3-jarig
broertje van het meisje naar haar gezocht.
Laatstgenoemde vond, ongeveer 10 minuten
van het huis van Hamminga verwijderd, een
damesfiets tegen een boom. Samen hebben
zij naar Geertje gezocht, doch toen zij niets
vonden, deden zij aangifte van het geval bij
de marechaussee. Deze ging mee en terwijl het
inmiddels begon te lichten, vond de opper
wachtmeester het meisje, zooals reeds ge
meld, in een zeer ondiepe sloot met het hoofd
voorover. Op den wal gehaald, bleek het kind
een bloedneus gehad te hebben, terwijl blau
we nagelindrukken aan den hals waren tc
zien. Op het aangezicht waren verwondingen
zichtbaar.
De aanwezigen waren zeer ontdaan en niet
het minst de jonge onderwijzer.
De opperwachtmeester heeft toen het lijk in
beslag genomen cn tevens, zooals wij reeds
hebben medegedeeld, den onderwijzer gearres
teerd.
Woensdag is het Parket van Winschoten t«
Muntendam gearriveerd en werd door dr. G.
W. Mieremet van Groningen, sectie op het lijk
verricht.
Toen het lijk uit het water werd gehaald,
bevond zich, zooals men weet, in het taschje
een afscheidsbriefje van Geertje. Maar men
vermoedt, dat zij niet zelf de schrijfster er van
geweest is. Haar beursje, dat zij anders steeds
in het handtaschjc heeft, werd nu in de ach-
tertasch van het rijwiel gevonden. Het briefje
was een stuk krant, waarop geschreven stond:
„Vaarwel. Geertje".
Welke resultaten de sectie heeft opgeleverd
in verband met dc verwondingen op het ge
zicht, is niet met zekerheid te zeggen. Men
deelde ons mede, dat dr. Mieremet niet aan
moord dacht. Maar zekerheid hebben wij daar
van niet. Het is inderdaad een raadselachtig
geval
GEMEENTEN EN WATER:
SCHAPPEN
OPRICHTING VAN EEN
RECHTSINSTITUUT
Dezer dagen is te 's-Gravenhage opgericht
het „Rechtsinstituut voor Gemeenten en Water
schappen", dat zich o.m. ten doel stelt het
verstrekken van inlichtingen betreffende de ge
meente- en waterschap-administratie, zoomede
het adviseeren over daarmede samenhangende
zaken. Directeur van het instituut is jhr. mr.
J. M. M. van Asch van Wijck.
Op de werkzaamheden van het bureau zal
worden toegezien door eenen raad van toe
zicht, bestaande uit de hecren prof. mr. J. Ph-
Suyling, hoogleeraar aan de Rijksuniversiteit
te Utrecht; prof. mr. F. G. Scheltema, hoog
leeraar aan de Gem. Universiteit van Amster
dam; W. Groenemeyer, $dm., chef van de
ofd. Binnenl. Bestuur bij het dep. van Binnenl.
Zaken en Landbouw; G. W. Kampschöer, lid
van de tweede Kamer; mr. L. A. Ries, admini
strateur bij de Generale Thesaurie van het
dep. van Financiën; mr. J. H. Carp, referen
daris bij het prov. bestuur van Zuid-Holland;
A. Verdijk, burgemeester van Eindhoven.
Wij zijn niet goed, indien wij ook onze
kleine gebreken niet verbeteren.
Geautoriseerde vertalin gnaar het Engelsch van
WALTER BESANT.
door Mej. E. HOOGEWERF.
56
Ze keek het gezelschap eens rond Er waren
er nu vijf-en-veertig telde ze, vijf-en-veertig
leerlingen van mr. Edmund Gray. Wat wilde
hij hun leeren .De vernietiging van den
eigendom. Onder de vier millioen bewoners
van Londen waren er vijf-en-veertig, die den
eigendom wenschten te vernietigen. Slechts
vijf-en-veertigMaar ze waren zeker niet al
len tegenwoordig, die het eens waren met de
zen stap.
Haar oude vooroordeelen fluisterden haar in,
Idat dit tenminste een geruststellend feit was,
in aanmerking genomen, dat de prediker nu
al negen jaar lang zijn leerstellingen had ver
kondigd.
De meesterknecht begon vol bewondering:
„O, u moet mr. Gray maar eens hooren over
de vernietiging van den eigendom. Prachtig is
datl..i Als je den dominé over het koninkrijk
der hemelen hoort spreken, dan is het altijd
zoo ver weg. Maar hij zegt, dat het al heel
dicht bij ons op aarde is. Dat we er enkel de
hand naar hoeven uitstrekken
„Je kunt er je hand naar uitstrekken, zoo vei
als je wilt, je bereikt het toch niet," zei een
van de jonge lui. „De eigendom staat er tus
schen."
Een modistetje aan den overkant meende
sceptisch:
„Ik heb mijn hand uitgestoken naar het
koninkrijk der hemelen, zoo lang als ik werk,
om een ander rijk tc maken I Eerst meet de
eigendom vernietigd zijn cn dan zullen we
zien I"
Een dwaas verlangen maakte zich van Elsie
meester, om eens met dit meisje te debattecren.
Maar ze hield zich in. Ze was leerlinge. Ze
moest luisteren.
Naarmate ze nog eens goed rondkeek, had
ze gemerkt, dat hun gelaat maar tweeërlei
uitdrukking droeg. De meerderheid keek met
droomerigen, vagen blik, als zagen ze door
een steenen muur heen, ver weg, naar een land,
waar de menschen leven overeenkomstig hun
theorieën. Dc overigen hadden iets hards en
verongelijkst in den blik, als voelden ze, voor
zichzelven ,steeds dc onrechtvaardigheden, die
de geestdriftigen voor anderen voelden. Ze zijn
altijd verstoord, die anderen steeds hoopvol.
Ze zouden de wereld op eenmaal bekeerd willen
zien, met knuppel cn geweer; de anderen voelen
zich overtuigd, dat de wereld eerstdaags wel
overtuigd zal zijn door rede De een haat den
vijand, wil hem met kracht en geweld vernietigd
zien, de ander beschouwt hem met deernis, zou
hem met genoegen op een broederlijke thee
partij nooden, als hij hem daarmee tot zijn
beschouwingen kon overhalen.
Toen de broederlijke theepartij afgcloopen
was, hielp ieder een handje bij het opruimen.
Dit hoorde er zeker zoo bij, als blijk van broe
derlijkheid.
Het was bij zevenen: het uur voor de vci-
handcling bestemd.
De deur werd wijd open geworpen, om de
wereld toe te laten, maar de wereld toonde
niet veel belangstelling in dit onderwerp van
Edmund Gray: Er kwam niemand van buiten'
af Het gehoor bleef dus beperkt op het kleine
aantal getrouwen, wuar zij dan nu een toevoe
ging aan was.
Om zeven uur stond Edmund Gray op en
bleef aan het boveneind van de tafel staan, zoo
dat het veel had van een toespraak na tafel.
Een jonge man, die tot de „verongelijkten"
behoorde, haalde een notitie-boek te voorschijn
en teekende alles op. Er werd geluisterd met
eerbied en belangstelling.
Elsie zat aan de rechterhand van den spre
ker. Zijn verhandeling hier, zoo in het publiek,
trof haar echter bij lange niet zoo zeer, als toen
hij op zijn kamers tot haar gesproken had. Toch
was het dezelfde overredende stem, maar zijn
blik kon haar hier niet magnetiseeren.
„Des te beter," meende ze, want nu kon zc
veel meer met oordeel naar hem luisteren. En,
andermaal, drong zich de gedachte aan hoar
op: „Verbeeld je dat deze woorden eens ge
hoord werden op Lincoln's Inn I"
„Hoe kan de eigendom dan vernietigd wor
den sprak de meester eindelijk, met grooten
nadruk.
En bij deze vraag, waarop ieder van het
vijf-en-veertig-tal op een practisch antwoord
uitzag, spitsten ze dus nog eens extra de ooren:
Er zijn verschillende wegen vrienden, om tot
deze oplossing* te geraken
De spreker ontstak hoe langer hoe meer in
geestdrift, tot hij, ten slotte, vol vuur betuigde:
„O, ik heb vóór mij een prachtig gezicht:
Ik zie de groote buitens tot puinhoopen verval
len, hetgeen ze bevatten is voor een deel naar
museums gebracht. De groote huizen in de
stad zijn eveneens afgebroken. Er is geen
eigendom. Niemand werkt voor zichzelven: de
man van de wetenschap is bezig in zijn labora
torium, voor de gemeenschap, aan hem de eci
van zijn ontdekkingen; de medicus oefent zijn
pruktijk uit, niet met de bedoeling om rijk to
worden, maar om schoone overwinningen te
behalen op het gebied der geneeskunde. Er is
toch voor een ieder ruimschoots, vol op, ge
noeg I We kunnen alles hebben, wat we be-
geeren, wc kunnen ons kleedcn, zooals we
willen, onderrichten wat we willen, mits we
maar wei ken voor den staat. Weigeren we,
dan volgt er de dood op. Leveren we slecht
werk, de dood I Dit is de cenige wet. We heb
ben geen rechtskundigen, geen overheidsperso
nen, geen macht boven ons. O, heerlijke, groot-
sche tijd lGij zult dien nog bijwonen, gij,
die jong zijt terwijl ik, die er zoo lang van
gedroomd heb, dan in het graf zal liggen I
Maar wat geeft dit nog Als de tijd maar komt
en de wereld zich, ten slotte, vrij voelt om de
bestemming van de „nieuwe menschheid te ver
vullen
Hij ging zitten en legde het hoofd op de
hand, als sprak hij een gebed uit. Ze eerbie
digden dit, door een diep stilzwijgen. Toen trad
er een jongeman naar voren, die zich aan tafel
el bitter had beklaagd over zijn „slavernij".
,Misschien zouden we er ook nog wel langs
een anderen weg kunnen komen," opperde
hij. „Stelt u voor, dat de scheikundien de
kunst uitvonden, om een soort voedsel voor
ons te bereiden, waar we even goed op kon
den leven, als op vleesch en brood. En na-*
tuurlijk zou dit veel goedkoop>er zijn, want ®3
die chemische artikelen kosten maar zoo wei
nig I Dan zou niemand hoeven werken, want
hij zou zijn voedsel al bijna kant cn klaac
vinden. Als niemand meer hoefde weTkcn^
zou ook niemand meer rijk worden. En els
niemand iets wilde koopen, kon niemand iets
verkoopen. Dan zou rijkdom in het geheel
geen voordeel meer bezorgen en dat is het.
wat wij hebben moeten. Laat een schefiaHu-
dige ons uit den brand help>en."
Na nog eenig over_ en weergepraat, Itwarrt
er toch een tekoit aan nieuwe ideeën en hel
gezelschap ging, langzamerhand, uiteen.
Meester en leerlinge keerden terug- met da
tram, naar Gray's Inn.
De meester verviel in diep stilzwijgen, zoo
ongeveer een kwartier, eer ze het eind van
den rit bereikt hadden.
Toen ze uitstapten, merkte Elsie eerst, dat
hij zijn jas toeknoopte, vervolgens, dat hij
van haar tegenwoordigheid niets afwist.
Fier rechtop, cn met vasten tyed, liep hij
in de richting van Beford Row, dat tegenover
Gray's Inn ligtHij was nu weer mr. Erward
Dering.
„Het zal mij eens benieuwen," dacht Elsle,
wat hij zich daar morgen van herinneren
kan 1"
(Wordt vervolgd).