9, 10, 11 October tweede blad. BINNENLAND. FEUILLETON. Wie is Edmund Gray? 26. Jaargang No. 85 AMERSFOO RTSCH DAGBLAD „DE EEMLANDER" Levertraan Emulsie B. en S. A. v. d. WEG. LANGESTRAAT 23. Bezoekt de Radiotentoonstelling in het gebouw „DE VALK". Ingang VaSke- straat. Enirée 20 eerst. WILLEM GROENHUIZEN La"Beslraa5J5weÜETRe,eoon 582 Gouden Trouw- en Verlovingsringen. Zaterdag October 1927 HET LEVEN IN EN HET LEVEN UIT. t (Nadruk verboden). Bij den aanvang van den academischer» cursus (breekt voor veel jongemenschen een nieuw tijdiperk aan. Zij herinneren zich, hoe zij na het eind-examen van de school zijn ontslagen met een toespraak, waarin zij er op werden voorbereid, dat ze, nu de schooljaren achter hun liggen, het leven in zullen gaan. En, wanneer straks de studen tengemeenschap hen in zich zal opnemen, zal nogmaals het verlossende woord weer klinken, dat nu vóór hen staat dat verras sende, heuglijke, bloeiende tijdperk, dat men „het leven" noemt. Wanneer ouderen de jeugd toespreken bij den aanvang van haar zelfstandigheid, ont luistert weemoed hun stem. Dat leven, dat nu zijn deuren ontsluit voor den nieuwe ling in ambt of beroep, voor den jongge huwde, den kerkelijk bevestigde, is voor den vaderlijken vriend reeds voorbij. Het is, of zijn aanmaning, om dat leven goed te besteden, een aanklacht is tegen hem zelf, wijl 'hij zijn tijd heeft misbruikt. Met leven is hem voorbijgegaan, zonder dat hij or profijt van getrokken heeft. Er ligt voor volwassenen in het aanhooren Vein zulk een toespraak steeds iets ontroe rends. Het oogenblik, waarin zij zelf aldus vol verwachting aan de poort van het leven hebben geklopt, treedt hun van nieuws voor den geest. En deernis besluipt hen met die argelooze kinderen, wier verwachtingen ook op teleurstelling zullen uitloopen De weeke stemming jegens de jeugd is inderdaad zelf beklag. De vaderlijke vriend, die zijn pupillen een woord op hun levensweg meegeeft, is mis schien veertig jaar oud. Heeft het leven voor hem reeds zijn poorten alweder ge sloten? Hoelang duurt dan dat zoozeer verheer lijkte leven? Hoelang is het bloeitijd voor den naar verrassing en spanning hunke renden mensch? Het leven is niet alleen heuglijk, maar moeilijk ook. Doch zelfs in deze moeite ligt vreugde besloten. De vreugde van streven en strijd, van krachts inspanning met wisselende uitkomst; de vreugde van het onrustig maar voortdurend bekorend jagen naar 't ideaal. Deze spannende tijd is voor den vader lijken vriend afgeloopen. Hij kan vijftig, zeventig, negentig jaar worden, maar leven in eigenlijken zin doet hij niet meer. Hij rekt zijn zielloos bestaan; hij vegeteert. Met stelligheid weten wij 't oogenblik, waarop wij het leven ingaan. Dat is de dag- waarop de leerlingentijd achter ons ligt en wij door de gemeenschap als zelfstandig erkend worden. De dag, waarop ons het diploma als mensch uitgereikt wordt. Dan gaan we het leven in. Maar op welk oogen blik gaan we 'het leven uit? Is dat tijdstip ook met zooveel stelligheid aan te duiden? Voor den één schijnt het leven langer te duren, dan ^or den ander. In het bijzijn van een tachtigjarige liet ik me eens argeloos ontvallen, dat men cp zijn zestigste jaar toch eigenlijk het leven reeds achter zich heeft. Dit wekte de woede van den levenskrachtigen oude; wie op zijn zestigste jaar reeds meent, afgerekend te hebben, verdiende zijns inziens niet, dat hij gescha pen was. Zestig jaar! en de oogen van den oude tintelden van vuur, lieve hemel, als ik naga, wat ik daarna nog heb gewerkt en genoten! Wanneer zullen de jongelieden, die heden ihet leven ingaan, het leven vaarwel zeg gen? Zoodat zij op hun beurt, met wee moedige stem, op hun bestaar» terugzien- als op iets, dat achter hen ligt? Dit lijkt mij voor hen een belangrijke vraag. Gemakke lijk schijnt het, zijn intrede in 't leven te doen, maar moeilijk, zich in dat leven te handhaven. Voordat men cr op bedacht is, ligt men er ui:. Het kenmerk van 't leven in den zin, waarin men dit woord in toespraken tot nieuwelingen gebruikt, is het onzekere, het spannende en verrassende. Er bestaat een stadhuis-uitdrukking, welke spreekt van „komen tot den gevestigden stand". Met het komen tot den gevestigden stand is he: leven uit. Veelal beschouwt men het komen tot den gevestigden stand als een begeerenswaar- dige gebeurtenis. Wie „er is", wordt door vriend en vijand benijd. In het Fransen noemt men zulk een geluksvogel een „arrivé". En inderdaad geeft het een geweldige rust, zoo men bereikt heeft, waarnaar ande ren nog streven. Een gevestigde positie in de maatschappij, een .gevestigde levensbe schouwing, een gevestigde meening over alle problemen en vraagstukken op zede lijk, staatkundig, economisch, godsdienstig en artistiek gebied. Indien men met al deze dingen, in 't reine is, is men klaar. De ervaring leert echter, dat deze volmaakt heid toch niet in allen deele bevredigt. Waarom immers zouden anders dc ter plaatse gekomenen, de gearriveerden, met zulk een weemoed de nieuwe lichting der jeugd in het leven inleiden, haar met zoo veel geestdrift voorbereidende op de vreugde van strijd en van moeite, op de spanning en de verrassing van de onzeker heid? Zij, die het leven achter zich hebben, be nijden de jongeren het leven, dat voor hen nog op komst is. Zij benijden hun de kracht om te durven, den moed om te wa gen. Zij benijden de gulle verkwisting, welke het tijdperk van ovèrvloed meebrengt, waarin men niet zuinig noch eenzijdig be hoeft te zijn met zijn gevoelens en denk beelden; waarin men zich nog de weelde veroorlooft, vriendschap en liefde en naam op het spel te zetten, wijl men in zijn rijk dom het verlorene gemakkelijk vervangen kan. Zij benijden de gelegenheid tot het alzijdig uitslaan der vleugels, welke nog niet zijn gehecht en gevestigd binnen de traliekooi der maatschappelijke en burger lijke verplichtingen. Zoodra de leeuwerik op zijn nest neer strijkt, is het met zingen gedaan. Het zingende leven eischt de onbegrensde vrij heid van 't luchtruim. En iets van die vrijheid moet men zich voorbehouden, wil men in zijn gevestigden staat niet met vegeteeren volstaan. De beste vermaning, die men de jeugd, welke 't leven ingaat, kan meegeven, is: dat zij zich er voor hoede, te schielijk het leven weer uit te gaan. H. G. CANNEGIETER. PRINS HENDRIK. Z.K.H. Prins Hendrik zal Woensdag 10 de zer te Harderwijk evn door de afdeelir.g van het Roode Kruis aldaar te houden propagan- da-avond voor het Vredeswerk van het Ne- derlondsche Roode Kruis bijwonen. De Prins is voornemens deel te nemen aan op Vrijdag 21 dezer door dc Rentmees ters van het Kroondomein te houden excur sies in Zeeuwsch Vlaanderen. INBRAAK. Donderdag is ingebroken in de woning van mevr. de wed. K. aan de 2de van den Bosch- straat te Den Haag. Mevr. K. was sinds Woens dag afwezig geweest en bemerkte gistermiddag bij haar thuiskomt, dat men een zijraam open gemaakt had en zich op deze wijze toegang had verschaft tot de woning. In een der vertrekken was een groole spie gelkast vernield en verschillende waardevolle A veren voorwerpen zijn gestolen. Wat precies vernist wordt, kon mevr. K. nog niet opgeven. Van de daders heeft men tot op heden geen spoor. RECLAMES. Vun 1—4 regels 4.05, elke regel meer 1.-* Prima Medicinale Levertraan - Scott's Emulsion Geopend: Za'.erdag van 15-23 uur. Ce overige dagen van 10-21 uur UIT DE STAATSCOURANT Benoemd tot ridder der Oronje-Nassau-orde A H. Hammer, pastoor te Maasland. Toegekend dc zilveren ceremedoille der Oranjc-Nassau-orde aan A. Haag, te Dort mund; H. L. P. Lubbers, te Sodingen; A. Meems, tc Iserlohn; H. Pietcrs, te Dortmund; M. J Spits, te Lüncn a.d. Lippe; W A. Wouters, te Hagen i/W., en J. Dijksmo, te Wcsel. Machtiging is verleend aan den Commissaris der Koningin in Noord-Brabant tot het bijeen roepen van de Staten dier provincie in buiten gewone zitting op 25 October 1927. Machtiging is verleend aan den Commissaris der Koningin in Drenthe tot het bijeenroep'-n van de Staten dier provincie in buitengewone zitting in de tweede helft van October 1927. Aan J. W. Jorissen, arts, wethouder der ge meente Amersfoort, is verlof verleend tot het oonneir.cn van het vreemde eeretceken: Ridder van den Heiligen Gregorius den Groote van den Heiligen Stoel. Op verzoek eervol ontslogen G. M. van Riemsdijk, hoogleeraar nan dc R. H. B. S. tc Breda. EERSTE KAMER. BijcenrOeping tegen 13 October. Naar wij vernemen staat het thans vast, dat de Eèerslc Kern er, omtrent wier bijeenroe ping nog geer. definiticven datum in de jong ste vergadering op 27 September j.l. kon worden vastgesteld, bijeengeroepen zal wor den cp Dinsdagavond IB October. Het is te verwachten, dat in een openbare vergadering op Woensdag 19 d.a.v zal wor den overgegoap tot de benoèming van een commies-griffier der Kamer. Ook zo' nu hoogstwaarschijnlijk kunnen overgegaan werden tót het afdéelingsonder- zoek van het wetsontwerp betreffende de wet geving op de noamlooze vennootschappen, waaromtrent ihans bij de Eerste Knmer is ontvangen dc leidraad, onontbeerlijk voor de behandeling van dit wetsontwerp. HET TWEEDE KAMERGEBOUW. Na de veranderingen in de vergaderzaal der Tweede Kamer aangebracht, werd erover ge klaagd, dut thans een deel der Kamer van de perstribune af niet meer te zien was, hetgeen oor het volgen der sprekers hinderlijk was. Thans is men bezig zoowel de lessenaars als den vloer der perstribune een twintig centime ters omhoog te brengen, wuarmee mer. het euvel hoopt verho'pen tc hebben. MINISTER KAN TE NIEUW-AMSTERDAM. Vrijdagmorgen bracht minister Kan een be zoek aan Nieuw-Amsterdam, veigezeld van den Commissaris dér Koningin in Drenthe en den burgemeester van Emraen, mr. Boumü. In hotel Brouwer had Z.-Excollentie een onderhoud met een commissie uit de Verveners, n.l. de heeren H Hadders, J. v. d. Sluis en J C. Rühder. Daarna ontving Z.E. in tegenwoordigheid van bovengenoemde heeren het bestuur van de Handelsvereeniging Nieuw-Amsterdam. Te on geveer elf uur vertrok Z.Exc. naar De Wijk om den Fokveedag aldaar bij 1c wonen. HAVENONGEVAL TRANSPORTEURSKRAAN DOOR EEN KOEENBOOT OMVERGEWORPEN AALJZIENLI]KS MATERIEELE SCHADE Donderdag nacht heeft tc Amsterdam de Engcl- sche kolenboot „Whitwoth", komende uit de richting Rietlanden, groote schade teweeg gebracht doordat zij tusschen do Coenhavcn en de Phosphnatfabriek een transporteurs kraan om eer heeft gevaren. De kolenboot heeft eerst een steiger met ducdalven wegge duwd. Daarop is vermoedelijk de mast in aan raking gekomen met de transporteurskroan van l oods C., een der kotoenloodsen van de Gemeente. Deze kraan hangt over het wa ter door dc eonraking zijn kraan en kraan- huis omgevallen en door het dak van do loods geslagen. De* schade, die door deze zeer ernstige aanvaring is ontstaan, is zeer groot naar men aanneemt ongeveer een ton. De oorzaak van dc aanvaring is onbekend. \V. A. F. BARON GEVERS t Dc begrafenis op Oud Eik en Duinen. Men seint ons uit Den Haag: Onder groote belargstelling uit Hof, regec- ring en diplomatieke kringen is gister tc Den Haag op Oud Eik en Duinen ter aarde besteld het stoffelijk overschot van den te Bern over leden voormoligen Ncderlandschen gezant te Berlijn W. A. F. baron Gevers, kamerheer in buitengewonen dienst van de Koningn. Ten teeken van rouw waren tijdens de begrafenis aan het departcmcntsgebouw van Buitenlond- schc zaken de gordijnen neergelaten. Aan de begrafenis ging in de rouwkamer op de be graafplaats een rouwdienst :n intiemen kring vooraf, waarbij o. a. tegenwoordig waren de vertegenwoordigers van de Koningin en van de Koningin-Moeder, terwijl de Prins door per soonlijke aanwezigheid van zijn deelneming deed blijken. Dc begrafenisplechtigheid werd o. a. bijgewoond namens de Duitsche regee ring cn president Hindenburg door den Duit- schen zaakgelastigde bij ons Hof. Door een vertegenwoordiger van den Duitschen ex-kei zer door den minister van Buitenlondsche za ken jhr. Beelaerts van Blokland en den oud minister jhr. van Karnebeek. Er waren o. m. kransen van de Koningin, van ex-keizer Wil helm en gemalin, en van president Hindenburg. Aan de groeve heeft o. m. jhr. Beelaerts van Blokland het woord gevoerd. ONTROUW PENNINGMEESTER. 4600.verduisterd. Door de recherche te Haarlem is aangehou den de 35-jarige H. W. S., wonende te Be* verwijk, secretaris-penningmeester van de» Wa- ningbouwvereeniging „Si. Joseph" te Haarlem Hij heeft bekend een bedrag van 4600 te hebben verduisterd. ROTTERDAMSCHE GEMEENTERAAD KORTING HOOGERE AMBTENAARS- JAARWEDDEN DE EXPLOITATIE DER TRAM De wedden vun sommige hoogerc ambtena ren, zooals leeraren bij het gcmeente-lyccum, ambtenaren van de bank van lecning en den keuringsdienst te Rotterdam, totaal 70 in ge tal, worden wel is waar door den Rand gere geld, doch voor deze regeling wordt dc goed keuring van Gedeputeerden vereischt. Gede puteerden hadden zoo herinnert de Tel. nu wel goedgekeurd de korting der 2 doch niet do verdere korting volgens het voor- stel-Von Aalten, voor de hoogere salarissen vastgesteld. Dunr de Kroon het besluit van Gedeputeerden handhaafde, woien B. en W. thans genoodzaakt den Rood voor te stollen op bedoelde salarissen alleen 2 te korten. Door den heer D u t i 1 h (V. B.), was een amendement ingediend, om nu ook voor dc wedden der 1300 overige ambtenaren der ge meente alleen de 2 korting toe te passen. Voorstel cn amendementen kwamen heden in behandeling. Het amendement vond algemeen verzet. Wethouder He y koop wees er op, dat de toegepaste korting een maatregel was van den ouden Raad. Het ging nu z. i. niet aan, dat de nieuwe Raad een besluit van den ouden Rand vernietigde. Het amcndement-Dutilh werd verworpen, waarop het vootstol van B. en W. zonder hoof delijke stemming werd goedgekeurd. Nadat dc Raad na langdurige discussies een voorstel inzake wijziging van de opcentenrego- ling op de personecle belasting tot na dc be handeling van de bcgrooting had aangehouden, en had aangenomen het voorstel von B. cn W. betreffende de oprichtincr bij wiizc van pToef van een nieuw type Nijverheidsschool voor meisjes op den linker-Maasoever, is gisteravond laat nog een aanvang gemaakt met de behan deling van het voorstel van B. en W. om do Rotterdamsche Electrische Tramweg-Mij. na afloop der concessie op 15 Oct. a.s. bij wijze van noodmaatregel als gemeentelijk bedrijf te exploiteeren. De beide sprekers van dezen avond, mr. DtJ- t i h 1 (v.-b.) en mr. Baars (r.-k.) kantten zich ernstig tegen deze voorstellen. Beiden zetten zij uiteen, dot aanneming van dit voorstel prec- tisch hierop neerkomt, dat dc trom niet alleen voorloopig, maar ook in de verre toekomst als gemeentelijk bedrijf zal worden geëxploiteerd. De heer Dutihl wees er in dit verband nog op, dot wanneer de tegenwoordige bf.V. op 15 October a.s. wordt geliquideerd, en men later als gemeentelijken bedrijfsvorm wederom een N.V. kiest, dit alleen aan registratiekosten een bedrag van een ton zal kosten. Spr. gaf in overweging de tram na half October in haar bestaansvorm voor rekening van de gemeente te exploiteeren. Feller was dc heer Baars, die B. en W. verantwoordelijk stelde, dot thans nog geen de finitieve beslissing kan worden genomen. Spr. noemde dit voorstel onbevredigend en zeide, dot het voor den Rand thans bijna niet doenlijk was, positieven arbeid te leveren. Spr. was don ook niet bereid voor het voorstel van B. en W. te stemmen cn zal weigeren zijn medewerking tc verlcenen, dat op 15 Oct. n.s. dc tram als gemeentebedrijf wordt geëxploiteerd. Verder zal spr. weigeren er toe mede te wer ken, dot de loonregeling voor gemeentewerk lieden gelijk gesteld wordt aan die van per soneel van de tram. Voorts zal spr. weigeren voor credieten tc stemmen, die B. en W. ongetwijfeld voor het nieuwe bedrijf noodig zullen hebben. Als dwangmaatregel wilde spr. het college van B. cn W. nopen om op korten termijn met definitieve voorstellen te komen. De verdere behandeling van de voorstellen werd daarop geschorst tot Vrijdagmiddag. MIJNONGEVAL MET DOODELUKEN AFLOOP. De 22-jorige mijnwerker BineKeroe uit Gul pen heeft in den nacht van Woensdag op Don derdag in dc mijn Willem-Sophia to Kerkrade een stuk hout op het hoofd gekregen. De man was onmiddellijk dood. Hij was ongehuwd. Een vroolijk gezicht is een zon in huis. Geautoriseerde vertalin gnaar het Engelsch van WALTER BESANT. door Mej. E. HOOGEWERF. 12 „Deze vrouwen kennen niet anders, dan het leven, dat zij leiden", sprak de meester. „Ze verlangen ook niet andeis. Ze zouden zich ongelukkig voelen, als ze niet hier in zulk een buurt woonden. Zij en haar kinderen ver longen niets dan warmte, eten en drinken. Ze zijn de producten van ons verkecrd-ingerichte maotschuppij, waardoor ze van haar ziel zijn beroofd. Bij een betere inrichting konden deze menschen niet bestaan, zouden ze geen ouders kunnen zijn. Je ziet wel de kinderen en de moeders, maar de mannen zie j»2 niet. Dat kornt, die zijn meest in de herberg, vast werk hebben ze toch niet, gewoonlijk is dit dus hun toevlucht. Oude mannen zie je óók niet, want die sterven in den regel vóór hun zes- tiffste, of anders gaon ze naar het armhuis. Al die ellende bergen we in deze achterbuur ten en me meunen, dat dit niet gevaarlijk is. Maar dit zal ééns blijken Dc andere stem sprak tosn weer „Daarvoor hebben wij de politie. Zulke ge vaarlijke lui zouden cr niet minder gevaarlijk op worden, nis ze voor niets te eten kregen cn vrij mochten wonen. Ze zijn zoo geworden idoor hun eigen slechtheid en ondeugden cn die van hun vaderen, dus moeten ze dnn ook maar hebben, wat cr bij staat. Een dergelijk ontembaar element blijft gevaarlijk. Maar, om ze te beklagen en over hen te treuren, is dwaas en nutteloos. Mr. Gray hod voor die allen een woord. Hij ging vrij overal binnen, en sprak ze toe, steeds met zijn leerlinge naast zich. ,,'t Is als in een bijenkorf I" zei Elsie, die nog nooit zoo'n dicht-bevolkte buurt gezien had. „Toch zijn het allen menschen kind, men schen van denzelfden aanleg als jij. Ze kennen dezelfde behoeften, hebben dezelfde verlangens, lijden dezelfde smarten Wat maakt je geluk kig: Als je warmte en voedsel hebt in voldoen de mate en niet te veel hoeft te werken. Zooa'.s ik de wereld ingericht wil zien, zullen ze dit net zoo goed hebben, cn ze zullen ook even goed genot vinden in de beoefening van" kun sten cn wetenschappen en zullen hun gedach ten laten gaan over veel, waar ze nu geen be sef van hebben. Moor ze zijn allen precies als jij. En vooral in één opzicht: Ze hebben even zeer behoefte aan liefde." Hij zweeg een oogenblik, maar teen Elsie niets zei, ging hij voort: „En dit zijn nog niet eens de allcr-ongeluk- kigsten, velen van hen hebben het zelfs zoo druk met zakjes en doozen plakken en lucifers en voetkussens maken, dat ze er niet eens den tijd van kunnen nemen, om op te kijken, terwijl ik met hen praat. De ellendigsten zijn degenen, die niet werken willen en die den hec-lcn dog maar leegloopen en steler.." „Maar meester, wat zult u met zulke men schen nu bereiken met uw stelsel Zal het degenen, die niet willen werken, nu ijveriger maken „Hel zal ieder de vruchten van zijn eigen ar beid schenken, het zal iederen man een vak doen leeren en werk hebben voor iederen werk willige. Degenen, die niet kunnen werken, zal het opsluiten tot aan hun dood. Zo zullen geen kinderen krijgen, daardoor zullen er niet zoo veel geestelijk-misvormden zijn. Deze straat is vol lessen, die ten duidelijkste aandringen op vernietiging van den eigendom." Nu stond de meester ineens weer stil voor een vrouwtje, natuurlijk col; met een kind in de armen, en cr mogelijk nog afgetobder uit ziend, don zijn overige beschermelingen. „Is het nog altijd hetzelfde?" vroeg hij, vol deelneming. „Ja, sir altijd hetzelfde: hij wil wel werken, maar hij kan geen werk krijgen, geen mensch wil iemand in dienst nemen, die zoo ongelukkig is geweest. Mijn eenige troost is, dat hij zich tenminste niet bedrinken kan, als er geen geld is." „Haar man was klerk," lichtte de meester toe, „en zij hoorde ook tot dien stand, maar hij bestal zijn chef en heeft een paar jaar gevangen gezeten. In onze maatschappij zou dit niet ktmr.en voorkomen. Niemand zou in ver zoeking worden geleid tot diefstal." De andere stem sprak weer: „Wij komen vooruit door onze deugden. Zij raken achteruit door hun ondeugden. Laat die menschen lijden. Hun lijden zal de rest van ons wijzer maken. Komt niet in opstand tegen de groote wet, die lijden schenkt als gevolg van slechtheid." Hierop begon dc meester een toespraak zijnerzijds, meer uitsluitend tot zijn leerlinge gericht, maar waarbij hij steeds meer in vuur geraakte, zoodat zich een heele groep van luis teraars om hen heen gevormd had. Om den hoek van de straat kwam naderbij gesloper een jonge man van het onvervolschtc misdadigerstype, met schichtigcn blik, sluipen den gang, gebogen houding, onnatuurlijk groo te oogen en spierwit gelaat. Hij nam eens even een overzicht, want een dichte menigte levert in den regel een uitstekende gelegenheid, om z'n slag te slaan. Maar do spreker had opgehouden, het groepje ging dan ook uiteen en wat de mcestei nu zei, was in waarheid uitsluitend tot zijn leer- linge gericht. „Deze straat biedt inderdaad een uitstekende leerschool. „Vriend", sprak hij toen den onge lukkige toe, „zou je voor één keer eens een shilling eerlijk willen verdienen De jonge man keerde zich schichtig om er. zijn scherpe oogen flikkerden op het gezicht van het geldstukje, ofschoon deze wijze van verdienen hem niet de ware leek. „Waarmee?" vroeg bij. „Met mij enkele vragen te beantwoorden. Waar ben je geboren „Waar ben je grootgebracht Hier, in deze straat „Ja." „Je hebt toch zeker, gelijk met de anderen de school bezocht Hij knikte. „Wat voor vak heb je geleerd „In het geheel geen." „Je vader was zeker een dief Al weer een knik. „En je moeder een dievegge Op alles dezelfde treurige bevestiging, nu ook nog op die laatste vraag: „En je broers cn zusters hebben waarschijn lijk allen dit vooibeeld gevolgd Hier heb je je shilling." De arme gedegenereerde schuifelde weg. „Vader, modder, hot gehecle gezin leeft van diefstal. Waar geen eigendom is, is ook geen diefstal mogelijk. In onze maatschappij kan een dergelijk schepsel niet geboren worden, zulke ouders als hij had, kunnen niet bestaan in een wereld, waarin de eigendom vervalt." „De vernietiging van den eigendom" sprak de andere stem, „zou onmiddellijk gevolgd worden door de geboorte van den eigendom. De macht om te scheppen en uit te vinden, die eenmaal niet valt weg te nemen, is immers ook een vorm van eigendom. Geen wet kan tegen dezen natuurlijken aanleg worden uit gevaardigd, een wet kan de menschen ook niet tot ijver aansporen. Een wet kan niet verhoe den, dat de geestelijk-vlugge voordeel behaalt op den geestelijk-trage. Laat die zedelijk diep gezonkenen hun leven uitleven, al is het ook dat ze van de eene gevangenis in de andere komen dit strekt de wereld tot afschrikwek- kervl voorbeeld". Juist op dit oogenblik kwam Elsie tot dc min-aangename ontdekking, dat ze haar beurs kwijt was. Die moest dus gerold zijn door een handigen gauwdief onder de menigte. Toen ze haar verrassing hierover uitsprak, antwoordde de meester: „Kind, als er niet langer eenige eigendom bestaat, zal het geld verdwijnen, en zullen geen beurzen meer zijn, zelfs de zakken zijn dan niet meer noodig. Zat er veel in de beurs Stel je eens voor, dat j.* nu niets meer te win nen of te verliezen had. Wat zou dat een ver licht gevoel gevcnl Ik vrees, dat je rijk bent kindl Dat heb ik uit tal van kleinigheden al mèenen op te maken. Vrij wat beter zou het zijn. als je niets bezat In de toekomst zal er geen armoede en geen rijkdom meer bestaan. Niets te bezitten is het algemeene lot en toch, allerminst gebrek te lijden evenzeer. O, er zal nog heel groot verschil bestaan tusschen de menschen fWordt vervolgd).

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1927 | | pagina 5