Speculaas - Borstplaat 26e Jaargang No. 102 AMERSFOORTSCH DAGBLAD „de eemlander* TWEEDE BLAD. STADSNIEUWS. Maasorfi de Jager Langestraat 56 - Telef. 115 FEUILLETON. Wie is Edmund Gray? Vrijdag 28 October 1927 RAAD5VERSLAG. Openbare vergadering van den Raad der ge meente Amersfoort op Donderdag 27 Oct. des avonds half acht. Voorzitter de Burgemeester. Afwezig de heer Groaff. Voortgegaan wordt met de artikelsgewijze behandeling der Gemeentebegrooting 1928. De Voorzitter wijst er op, dat de bc- grooting voor den wettelijken termijn is inge diend er nu rust op den Raad een eereschuld om ook or 1 Nov. gereed te zijn. Spr. hoopt hedenavond klaar te komen en dan den Raad weer bijeen te roepen op Maandag 14 Nov. Hij doet een beroep op de Raadsleden om daartoe mede te werken. Aan de orde is het hoofdstuk „Openbare veiligheid" waarbij in bespreking komt het adres inzake vacantietoeslag aan politieperso neel. De Voorzitter zegt, dat B. en W. meenen ilat dit adres eerst in het Georg. Overleg moet worden besproken. De heer Polder kan zioh met dit standpunt van B. en W. zeer wel vereenigen. Ten opzichte van de politie heeft sprekers fractie nog heel wat tekortkomingen kunnen constateeren. Met de bewaking in het Socster- kwartier is het nog treurig gesteld. De leiding van den dienst heeft een uitbrei ding aangevraagd met 10 agenten waaronder den motor met zijspan. In de begrooting is al leen de motor aangevraagd en twee agenten. Spr. vraagt of met de leiding van den dienst overleg is gepleegd en of een compromis is getroffen. De Voorzitter zegt een voorstel tot uit breiding te hebben gekregen van den Commis saris. Dit is in het Coilege gebracht en daaruit is het voorstel dat op de begrooting staat ont staan. Wat het treffen van een compromis be treft begrijpt spr. niet. De heer Polder verduidelijkt zijn vraag öldus of met den Commissaris overleg is ge pleegd inzake het voorstel van B. en W. De Voorzitter zegt, dat dot niet is ge beurd. De heer Polder vindt, dat over zoo'n in grijpend voorstel toch met den dienst had moe ten worden gesproken. Als dat was gebeurd hadden we een voorstel gekregen dat beter in dien dienst paste. Het voorstel dot hier naar voren wordt gebracht is nic-t het juiste. We krijgen alleen dat voor het verkeer iets kan gedaan worden. Maar in "t algemeen zal de dienst er niets aan hebben. Het Soesterkwartier zal van bewaking blijven verstoken. Als er thans zieken zijn moeten anderen uit hun rust worden gehaald om dienst te doen. Spr. heeft ge sproken met den Commissaris en de Inspec teurs die allen van meening waren, dat de uit breiding van personeel slechts opluchting zal geven in dezen dienst. Daarom wil spr. voor stellen dit jaar geen motor aan te schaffen maar het personeel uit te breiden speciaal voor het Soesterkwartier met 3 agenten. De politie post op den Soesterweg behoeft dan niet te worden gesloten en de bewaking kan er zijn tiaar bewaren. Spr. vraagt of de surveillance wel voldoende geregeld is. Op de Langestraat ziet hij nog al eens veel agenten die mogelijk op andere ma nier dienst zouden kunnen doen. Bi( de politie is een soort dienstcommissie in 't leven geroepen, of eigenlijk een vertrouwens commissie. Ook deze commisic is over deze zaak niet gehoord, zelfs is ze nog nooit bij eengeroepen. Van een dergelijke commissie heeft spr. nooit veel verwacht, omdat ze feite lijk geen tak heeft. Maar ook over deze zaak had die Commissie voldoende kunnen oor- deelen en waarschijnlijk had ze heel goed van advies kunnen dienen. Spr. hoopt, dat deze Commissie in de toekomst zal worden gehoord en dat ze ook het vertrouwen der superieuren zal hebben. Dat zal de bewaking der stad ten goede komen. Weldaden mag alleen hij vergeten, die ze zelf gedaan heeft Geautoriseerde vertalin gnaat het Engelsch van WALTER BESANT. door Mej. E. HOOGEWERF. 79 „Maar wat kan Elsie dan bedoelen, zeg Hilda „We hebben er onder het ontbijt lang en breed over gesproken. En we zijn enkel tot de slotsom gekomen, dat de heele zaak zeker In den doofpot wordt gestopt. Mr. Dering zal dat zoo verlangd hebben. We denken, dat de papieren teruggegeven zijn, met het geld dar ontvangen werd aan dividenden en coupons, en dat mr. Dering nu besloten heeft, er niet verder werk van te maken. Is dit zoo, dan komt Atheïsten onder een soort acte van scha deloosstelling; en els de banknoten niet door hem gebruikt, maar aan den eigenaar terug gegeven worden, zal even. licht zijn onschuld erkend worden, als die van den ander Ziet u „Ja. Maar dat maakt hem niet onschuldig. „Zeker niet. Maar tegenover de wereld wel. O, er zijn overal families, die dingen zóó, op die manier, hebben verborgen te houden, om schandaal te ontgaan. Ik hoop, dat u het daarin ook met ons eens wilt zijn en de uit- noodiging zult aannemen V zal ik wel moeten doen. Maar hoe kan Door het aanstellen van 3 inplaats van 2 agenten zal de post niet verhoogd worden. Daarom stelt spr. voor dit jaar den motor met zijspan niet aan te schaffen maar 3 agen ten aan te stellen. De heer Spiekermann vraagt of het wel juist is thans nieuw personeel aan te stel len. Binnenkort krijgen we toch een nieuwe lei ding in het politiecorps en dan krijgen we toch reorganisatie. De heer van Beurden wil wijzen op het te snelle rijden der auto's. De chauffeurs kijken niet naar de bordjes van 15 K.M. per uur. De vleeschwagens, de melkbus-auto's en de lange houtwagens zijn het in hoofdzaak. Spr. vraagt scherper toezicht en daardoor herstel van de veiligheid op den grooten weg. Het is niet om het verkeer te beteugelen niaar om de snel heidsmaniakken tegen te gaan. Des avonds 9 uur is de Langestraat in han den van jongens en meisjes van 18 en 19 jaar. Het lijkt wel of het aan het weer ligt. Als het regent zitten ze in de portieken en schreeu wen dames en dienstboden allerlei leelijks na. Kan de politic daaronder niet eens een razzia houden en kan ook niet iets gedaan worden om de kunstwielrijders tot afstappen te dwingen De heer S t a d i g heeft gevraagd of de ver meerdering bij de politie niet nog eens kan wor den aangezien. De heer Spiekermann heeft al een reden genoemd, welke zeer klemmend is. Spr. dient dan ook een voorstel in niet over te gaan tot uitbreiding van het politiecorps en van het materiaal. D.e Voorzitter heeft zich altijd op het standpunt gesteld dat men buitengewoon voor zichtig moet zijn met te beweren, dat iets ab soluut noodig is. Het gaat er om of men meer geld wil toestaan voor betere surveillance Dat de uitbreiding noodzakelijk is, is heel moeilijk te bewijzen. De beslissing er over moet de Raad zelf nemen. Of het uitgesteld kan worden tot het even tueel vertrek van den commissaris is toch geen argument. Spr. is zelf huiverig geweest het voorstel van B. en W. te brengen, omdat bekend was dat de Raad niet erg motorachtig is. Spreker begreep wel dat de uitbreiding met een motor niet zoo gemakkelijk ging. Hij heeft elders geïnformeerd, waar men een veel grooter terrein met den motor kan bestrijken. Vooral op de buitenwegen zal het noodig zijn om de snelheidsmaniakken te controleeren. Ook bij optochten e. d. is een* motor uitste kend geschikt om het terrein of te zetten. Het verwondert spr. na het hier gehoorde, dat hij van den commissaris niets heeft ge4* hoord. Hij ziet dan ook geen enkele reden het voorstel terug te nemen, het lijkt hem betei voor de stad dat de motor zal worden aan geschaft. Het autoverkeer zal cr heel wat beter doo» kunnen worden geregeld. Het voorstcl-Polder zal den dienst met on gevecr 300 meer belasten. Sindt 1 Jan. '18 tot 1 Jan. '28 is de bevol king toegenomen met 8000 zielen terwijl we hebben gekregen een veel groote lengte van wegen. We hebben gekregen snelverkeer, de baldadigheid is toegenomen, er zijn meer op*- tochten en meer muziekuitvoeringen. Dat alles geeft meer drukte aan de politie. Spr. is altijd een voorstander geweest vaa een commissie van vertrouwensmannen. Reeds 15 jaar geleden heeft hij die ingesteld. Een instructie heeft hij niet gegeven. Vorig jaar is gebleken dat die commissie een vrij lange winterslaap heeft gehouden. Dezer zomer zijn nieuwe verkiezingen gehouden. Spr. had ge dacht, dat deze commissie altijd met hem of met den Raad kon spreken over den dienst. Over den motor achtte hij geen overleg noo dig. Spr. wil gaarne de commissie eens bijeen roepen om te bespreken hoe dit instituut het best tot zijn recht zal komen. Voor meerder toezicht op dc Langestraat zal spr. met den commissaris onderhandelen. Dc heer Hekenkamp kan tot zijn spijt niet zeggen dat de politiedienst hier prima is. Als de leiding beter was zou hij zijn stem misschien aan het Voorstel geven. Dc heer Polder ontraadt in te gaan op het voorstel-Stadig, wat de nieuwe leiding betreft, want dat kan nog wel jaren duren. De voorzitter heeft gezegd, dat de bevol king 28 pCt. is toegenomen en dat er ver schillende stadswijken zijn bijgekomen. Maar spr. heeft niet gehoord of de politie is uitge breid. De Voorzitter: Dat heb ik dan verge ten. Na 1918 is geen uitbreiding geweest. De heer Polder: Op grond van die uit breiding is meer politie gerechtvaardigd. Men vergete niet, dat de politie nog 9 uren dienst doet. Maar els we het voorsteb-Stadig aannemen, laten we dan de politie van den Berg terug trekken en in het Soesterkwartier plaatsen. De heer Noord man; Dan stelen ze ons. De heer Polder; Ja, maar die menschen van het Soesterkwartier hebben even goed recht op bewaking. De heer V e r h e ij Ze komen niet op den Berg. De heer Polder: Als men een vertrou- wens-commissie heeft dan moet men die op bepaalde tijden bijeenroepen en vragen wat is er te bespreken. Als er een instructie was, dan wist deze commissie, waaraan ze zich te hou den had. Daardoor is mogelijk de winterslaap ontstaan. Als de wagen er is zal de voorzitter overleg plegen met de commissie. Maar voor af had het advies moeten worden gevraagd. Dc heer Stadig meent, dat de dienst ver gemakkelijkt is door de uitbreiding van hei aantal fietsen. Op den duur met dc uitbrei ding der gemeente moet ook de politie wor den uitgebreid. Het gaat hier slechts over he-i tempo. De heer Boas zou niet in 't mildst bezwaar hebben tegen den motor met zijspan. Maar e( staan nog twee mannetjes bij. En is het dan niet beter te wachten tot er een nieuwe func tionaris is. De heer Polder zegt, dat dat nog lang duurt, maar kan daarnaar don niet worden gcïnfoi meerd De Voorzitter: Onafhankelijk van den persoon achten wij deze uitbreiding noodig. Wat de commissie van vertrouwensmannen betreft, heeft spr. het altijd zoo opgevat, dut er onderling vertrouwen moet heerschen. Het voorstel-Stadig, om niet over te gaan tot uitbreiding van personeel bij de politic, wordt verworpen met 7 tegen 15 stemmen. Het voorstel-Poldet om niet over te gaan tot aanschaffing von een motor met zijspan- wagen, maar in plaats van 2 agenten cr 3 aan te stellen, wordt verworpen met 8 tegen 14 stemmen. Over den post 207, waarbij het bedrag voor den motor, staken dc stemmen 11II. Post 208, kleeding en uitrusting politie, wordt in verbond hiermede aangehouden. De heer Spiekermann vraagt bij post 212 of daarin begrepen is dc verlichting van de Wuytierslaan. Wethouder Veis Heyn deelt mede, dat er in is opgenomen de verlichting van den Leusderweg tot het hotel en van dc B. Wuy tierslaan tot het hotel. Post 221. Onderhoud en aanschaffing Waar schuwingsborden. De heer v. Koetsveld wijst erop dat hier bij ook is een bedrag van 250 voor het schil deren der borden. Spr. is de borden eens na gegaan en van dc 42, die hij gezien heeft kun nen "er 24 met geen mogelijkheid cr mooier uit zien. Wethouder Ruitenberg wijst erop dat de borden misschien met het oog op de nieuwe motor- en rijwielwet moet worden overgeschil derd. Spr. kan echter verzekeren, dat de reke ningen meestal meevallen. Volkshuisvesting. De heer Noor de wier uit enkele wén- schen, die ook in het program dor fractie zijn verval. Over dat program hebben we zeer sympathieke woorden gehoord van den heer Verhey. Daar zijn we zeer erkentelijk voor. Ook de heer Spiekermann heeft zich aangesloten bij den heer Verhey. Als hij namens de R.K fractie sprak zou er een meerderheid voor het program zijn. De heer Spiekermann: Met de bemer king van den heer Verhey. Dc heer Noordewier: „Ja daar kunnen we nog wel over praten. Spr. vindt nu vrijheid het program terug tc nemen cn zal aan enkele voorstellen er uitlichten en die afzonderlijk doen. Voor krotopruiming wcnschen we een afgerond plan. Er is een bedrag voor uitgetrokken, maar dat zal zijn opgesoupeerd, als de 70 woningen van wethouder Ruitenberg zijn gebouwd. Daar moet wat meer voor komen. Onze krotten zijn berucht. 'Aan opruiming is nog heel weinig ge daan. En het is jammer dat dit punt in het pro gram van B. cn W. zoo onvolledig is verwerkt. Als geen toezegging wordt gedaan da* binnen korten tijd 'n afgerond plan tot krotopruiming zal komen, zal Spr. genoodzaakt zijn 'n voorstel te doen dat de Raad zich in deze richting kan uitspreken. Gevraagd is of het wel goed was dat voor de oude woningen zooveel werd uitgetrokken voor opknappen. Spr. vraagt een opgaVe van de woningen welke nog zouden kunnen worden opgeknapt. Voor de Zogstroat is toegezegd dat eens zou worden nagegaan hoe het stond met dc huren. Dat moet voor alle krotten in 't algemeen, want die menschen betalen veel tc hooge huren. Spr. vraagudaarover advies, anders zal hij zelf met een voorstel komen. Do Voorzitter is overtuigd dat met een voorstel tot krotopruiming een open deur wordt ingetrapt. We hebben al tal van krotten opgekocht, maar al die zaken moeten kauf- mannisch worden behandeld. Er moeten in de eerste plaats woningen zijn, dan kunnen we pas over opruiming guon praten. Er is genoeg gelegenheid voor den Raad om controle te houden op het werken van B. en W. in deze. Spr. geeft daarom in overweging het voorstel niet te doen. Wordt het verworpen dan geeft dat een verkeerden indruk. De heer N o o d c w i c r. Waarom worden don maar 70 woningen gevraagd. Wethouder Ruitenberg wijst er op dni het plan voor 72 woningen spoedig den Raad zul bereiken, zoodat er volgend jaar aan kan worden begonnen. Dan eerst kunnen we aan krotopruiming gaan denken. Wat de huren der krotwoningen betreft, B. en W. zal een bericht aan den Raud doen betreffende dc huren over de heele linie. Dc heer N o o r d e w ite r is ten opzichte van dat laatste bevredigd maar over dc krotop ruiming niet geheel. Op dit oogenblik moesten wo al oen plan hebben om te kunnen voort- werken. Dat het er niet is, is een fout en dat komt omdat dc dienst niet behoorlijk kan func- tioneeren. Dat het er niet is, maakt dat Spr. niet volkomen vertrouwen kan stellen in het College. Wethouder Ruitenberg: Van de omstan digheden zal afhangen hoeveel woningen er gebouwd zullen worden. Als wc de 70 woningen voor minder draugkrachtigen hebben, zijn er met de woningen aan dc Guslaan al 120. En dan kunnen we verder zien. Het voorstel zegt echter niet, dot we er met die 70 of zijn. Post. 252. Onderhoud van huizen, torens, poorten, enz. De heer Stadig heeft niet het vertrouwen dat een voorstel dezen post te verminderen succes zou hebben. Toch wil hij iets over de be steding van het bedrag zeggen. Vorig jaar is ter spiake gebracht de verbinding met het Soes terkwartier welke verreweg de voorkeur ver dient boven dc verbrecding van den Arnh. weg. Dc Wethouder heeft deze al verdedigd maar de urgentie van het Soesterkwartier is veel grooter. Spr. verwacht daarover geen bestrij ding, maar de voorbereiding zal wel meer eischen. Laten we een fonds vormen tot. het verkrijgen van een verbetering van den toe gang naar het Soesterkwartier. Anders zal die verbetering er niet komen. Die verbetering is brood noodig voor het zich ontwikkelende Soesterkwartier, maar ook noodig voor de uit breiding van het industriekwartier, 't Is het beste een fonds te vormen, waarin wc dan die 17000 van den Arnh. weg kunnen storten. De heer Verhey acht het noodig, dat wc spoedig met het rioleeringsplon komen, omdat er verschillende posten zijn voor verbetering der wegen. En die wegen zullen we weer in moeten gaan graven om er een riool in tc leg gen. B. en W. werken niet naar een vaste lijn. Zij verbreeden hier een weg en stoppen er een riool in en later moet weer worden opgebro ken. Spr verzoekt op tc houden met die partieele plannen en eerst te komen met het geheele riolceringsplan. De heer Hofkamp. Inzake het antwoord van B. en W. op een vraag betreffende meer dere verdichting, mag ik herinneren aan het geen ik daaromtrent reeds een paar jaren ach ter elkaar heb gezegd. Meermalen heb ik aangedrongen op verlich ting of verbetering daarin op de buitenwegen, tot nu toe met weinig succes. Mij is toen gezegd: eerst de stad goed ver lichten. Zelfs van een vcrdeeling der toen aan te brengen meerdere lichtpunten, ik meen 152, tusschen stad en buiten of K bleef dan voor stad) wilde men niet weten. Maar die sterke preferentie voor dc stad behoort nu langzamerhand iets tc verminderen. Het zijn niet alleen de bewoners van de stad, die aan spraak op een behoorlijke verlichting kunnen maken. En ik wijs daarop nu met nadruk, omdat het bliikt, dat aan mijn gegronde klachten be treffende verbetering' en onderhoud van voet» paden eenzelfde lot beschoren schijnt. B en W. ontkennen fn hun antwoord niet, dat zeer vele voetpaden slecht zijn. Dat zou met de feiten ook niet kloppen. Het College zegt al-* leen, dat de weinige zorg aan de voetpaden besteed, het gevolg is van dc wenschelijkheid het toegestane credict voornamelijk te gebrui ken voor bestrating der binnenstad. Hier hebben wij dus eenzelfde preferentie, maar dat gaat op die manier toch werkelijk te ver. Een zeer groot aantal voetpaden ver keert in dcsolaten ,onbruikbaren toestand. De betrokken dienst behoeft er niet veel tijd aan te besteden zich daarvan tc overtuigen, om dan te erkennen dat directe verbetering noodig is. Zooals dc situatie nu is, gaat hot niet lan ger. Dc toestand is eenvoudig: Schandelijk vcrwuarloosd. Men zie b v. ook eens de wegen waarop in het midden ecnig plantsoen vrij netjes onderhouden wordt. Aan dc voetpaden ernaast wordt niet gedacht, er wordt niets aan gedaan. Men denkt hier aan een vlag naast een modderschuit. Ik kon mij met hot gegeven antwoord dan ook niet vereenigen en protesteer tegen dc 2c bevoorrechting van de stad. Ik verzoek het College spoedig maatregelen te nomen de voetpaden in behoorlijken toe stand tc laten brengen en geregeld tc onder houden. Ik gun den bewoners van de binnenstad gaarne een goede verlichting, een voldoende en goed onderhouden bestrating, echter niet voortdurend ten koste van de bewoneis der buitenwegen. Zij toch hebben lang genoeg gewacht op betere verlichting en op behoor lijken aanleg en geregeld onderhoud van de voetpaden. Ik heb reeds meermalen erkend, dat alles niet ineens in orde gebracht kan worden, maar als een regelmatige verbetering betracht wordt dan zal men minder met recht en billijkheid in conflict komen Ik hoop dan ook niet het bekende antwoord te ontvangen. Het gaat hier niet om meer geld uit te geven, maar om een billijker vcrdeeling. Dc tijd is gekomen, dot woorden opgeborgen en daden zichtbaar moeten worden. Het Col lege benutte het toegestane crediet voor dc gchccle Gemeente, niet bij herhaling voor een zelfde deer. ervan. Voor de voetpaden zijn geen vokmenschen, geen ortisten noodig, zoo- dat ook aan werkverschaffing gedacht kan worden. Onder cenige aanwijs cn toezicht kan ieder de voetpaden verbeteren. Willen B. en W. toezegging doen Dc heer Spiekermann wijst er op dat geen antwoord is gegeven op de vraag om verbetering van het fietspad langs de B. Wuy tierslaan Ook is niet ingegaan op de vraag of het niet beter is de bermen der wegen in onderhoud te geven bij de afdccling plant poenen. In het algemeen worden de plantsoenen hb'cr stiefmoederlijk onderhouden. Waar gaan \Ve heen Het bestaande kan niet eens meer worden onderhouden en men goat maar steeds door met het aanleggen van parken. Het is noodig dat die toch behoorlijk onderhouden worden. De heer v. Lonkhuyzen acht het wel gewenscht dat do Arnh. weg in de eerste plaats in orde wordt gemaakt. Het vormen van een potje is wel goed maar eer we zoover zijn zal dc Arnh. weg toch wel verbreed moe ten worden, daar er dan zooveel ongelukken zullen gebeuren, dat verbreeding noodig is. De heer Hekenkamp heeft gehoord dat werklieden bij dc plantsoenen die cr 12 jaar bijloopen aanzegging van ontslag hebben ge kregen. Is er geen ander middel te vinden De heer van Galen Last wil althans een begin maken. Vorig jaar is er ook een toezegging gedaan voor bet Soesterkwartier. Gezien den onhoudbnren toestond aldaar moe ten we elke verbetreing aangrijpen. Dc heer Noordewier is het met den heer van Lonkhuyzen eens. Een potje vormen is een heel aardig idee moor dc Arnh. weg moet toch verbeterd worden. Spr wil de zaak niet laten stagneeren, we moeten vooruit. Maar daarom wil hij vragen kom dan gauw met het riolceringsplan. De heer Spiekermann vindt het wel heel aardig, moor hoe moet dat potje vol worden. Dc heer Polder: Wonderolie. Dc heer Spiekermann: Wc kunnen er toch niet elk jaar de verbetering van den Arnh. weg indoen. Wethouder Ruitenberg vindt het naïef N een bedrag van 17000 uit dc 'begrooting tc nemen voor een werk waarvoor één ton zeker niet voldoende zal zijn. nu alle verdenking weggenomen worden „O, dat is maar zoo'n geestdriftige opvatting van Elsie. Zij kan, als ze daar lust in heeft, doorgaan met haar opvatting, dat George niets met het geval uit te staan heeft. Hij zal alle reden hebben om in het vervolg de eerlijkheid te betrachten. Wij kunnen ons makkelijk hou den, of we gelooven, dat Athelstan altijd on schuldig was en we kunnen hem zien te bewe gen, buitenslands te gaan. Sir Samuel zegt heel bereidwillig, dat hij hem een voorschot van een honderd pond wil geven, om van hem be vrijd te raken. Dan hoeft er geen schandaal te zijn en zal iedereen tevreden wezen. Wat onze betrekking tot Elsic en haar echtgenoot be treft, die kunnen wc later regelen. Misschien willen ze wel in een verre voorstad gaan wonen: bijvoorbeeld Redhill, Chislehurst, of Wolthomstow, zoodot dan de afstand een gel dige reden kon zijn, om ze nooit in huis te hebben. Want of de zaak nu gesust wordt of niet gesust, ik kan toch niet langer dezelfde gevoelens koesteren jegens Elsie als daarvoor. Haar koppig vasthouden aan dien man kan mij nu nog tot wanhoop drijven. Ook ben ik in het minst niet van plan om op intiemen voet te staan met een vervalscher in geschrif te, die zijn vonnis ontkomen is. En sir Samuel is het geheel met mij eens.' De moeder zuchtte: „Ik wilde wel, dat wij ons vergist hadden. Misschien heeft Elsie toch wel iets uitgevon den, iets onverwachts „Och, moeder, wonderen gebeuren er niet meer I" De eerste, die zich 's middags op het kan toor vertoonde, was Elsie zelve, met een hand- taschje bij zich. „Je zou je broer immers meebrengen Elsie?" vroeg mr. Dering. ,,Waor is hij? Eft wat is die belangrijke zaak, die je met mij te verhande len hebt? Ik denk, dat het iets is betreffende die ellendige vervalsching, die zaak, die er op aangelegd schijnt om mij den genadestoot te g^ven. Ik heb van niets anders gehoord, aan niets anders gedacht, zoo lang dit nu al ge beurd is." „Is er iets nieuws ontdekt?" „Ik weet niet," antwoordde mr. Dering mai. „Ze schijnen dien Edmund Gray te hebben ge vonden. Maar Checkley is opeens bekoeld. Eerst hamerde hij er voortdurend op, dat we geen tijd moesten verloren laten gaan, om een bevel voor zijn inhechtenisneming te krijgen, nu wil hij dit al maar uitstellen. Hij deed van ochtend heel vreemd. Soms denk ik wel eens, dat mijn oude klerk het verstand verloren heeft." „En uzelve? Heeft u geen herhaling meer gehad van uw vergeetachtigheid?" „O, het wordt iederen dag erger! lederen ochtend vraag ik mij af, wat ik den dag te voren deed. Steeds zijn het weer dezelfde uren, die ik vergeet die van den ochtend en den ovond. Gisteravond bijvoorbeeld? Waar was ik toen? Misschien, dat iemand het wel eens voor mij te weten komt, want ik kan het mij niet herinneren.'" „Wilt u het door mij te weten komen, mr. Dering? Als ik u nu eens vertelde, waar u gisteren den avond doorbracht, zoudt u...?" „Hoe kan jij dat nu voor mij te weten ko men?" Elsie boog het 'hoofd. Het oogenblik was haast daar en zij was bang. Ze was gekomen, met de bedoeling, om haar broer en haar ver loofde van alle smet te bevrijden, ten koste van de mededeeling aan haar voogd, dat hij krankzinnig was. En die mededeeling moest nog zóó geschieden, dat een ieder ze hoorde, zoodat alle boosaardige verdenkingen verban nen zouden zijn. „Die zaak", zei ze, „geldt dc eer van twee mannen, die mij dierbaarder zijn dan verder aecl de wereld. Houd u dit wel in herinnering. Niets anders, dar. dat zou mij laten doen, wat ik doen ga.... Voor hun eer, ja, hun eer I Bodenk wat dit voor hen beduidteerbied voor zichzelven, waardigheid', huiselijk geluk, den trots van hun kinderen." Mr. Dering hield het hoofd gebogen, zich afvragend, wat er volgen zou. „De eer van een man, Elsie, is, zooals je terecht opmerkt, het voornaamste, wat hij heeft." „Houd dil dan ook in het oog, mr Dering, als ik kom, tct wat ik te zeggen heb." „Maar Elsielief, je kwelt je hoofdje met din-» gen, die heusch niet noodig zijn. Je kunt mij nooit beleedigen, wat je nu ook zegt of niet!" „Het is zóó iets belangrijks", ging ze voort,, „dat ik mijn moeder en mijn zuster cn sir Sa muel verzocht heb, hier om vier uur met ons samen te komeh, dat zij het ook zouden hooren, zoo goed als u. Athelstan komt met George. Ze zullen nog een paar personen meebrengen." „Te oordeelen naar de voorbereidende maat regelen, zal dit een belangrijke bijeenkomst worden. Nu Elsie, als jij en je broer mij samen den vervalscher in handen kunt spelen en je kunt mij mijn eigendom teruggeven, dan zal ik je waarlijk dankbaar zijnl" „U zult eens zien, mr. Dering IO, hier is sir Samuel al." Deze verscheen, ernstig en zwaarwich tig, als altijd. Hij reikte Elsie cn zijn broer de hand en ging_acht£r den stQ.el vanjjxr. Edward zitten. „Nu Elsie, wij zullen dan wel iets zeer ge wichtigs te hooren krijgen, te oordeelen naar den toon van je brief tenminste; die haast ge biedend was." „Inderdaad, iets van zéér groot gewicht, sir Samuel!" Toen kwamen mrs. Arundel en Hilda. Ze droegen dikke voiles en Hilda was in een soort halven rouw. Ze namen stoelen aan het open venster, tusschen de historische safe en do eveneens historische kleine tafel. Ten slotte traden George en Athelstan bin nen. Die werden niet begroet. Mr. Dering stond op „Athelstan'zei hij, „het is nu acht jaar ge leden, sinds jc ons verliet." Hij stak hem de hand toe „Zoo straks, mr. Dering", antwoordde Athel stan. Zijn moeder trilde, boog het hoofd, bracht haar zakdoek naar de oogen, maar zei niets. Zijn zuster keek uit het venster. Sir Samuel schonk in het geheel geen aandacht aan zijn tegenwoordigheid. Athelstan nam een stoel, den stoel voor den cliënt bestemd, en ging zóó zitten, dat hij zijn moeder en 2ijn zuster nausl zich had Hij hoefde haar dan niet over tafel aan te kijken. Hier bleef hij stil en roerloos zitten. De vergadering was nu voltalligmr. Dering zat in zijn stoel voor zijn tafel, in streng-af- wachtende houding. Sir Samuel stond achter hem. Mrs. Arundel en Hilda zaten voor het open venster. Elsie stond tegenover mr. Dering aan den anderen kant van de tafel, met haar handtaschje vóór zich. (Wordt vervolgd).

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1927 | | pagina 5