Speculaas - Borstplaat
26e Jaargang No. 102 AMERSFOORTSCH DAGBLAD „de eemlander*
TWEEDE BLAD.
STADSNIEUWS.
Maasorfi de Jager
Langestraat 56 - Telef. 115
FEUILLETON.
Wie is Edmund Gray?
Vrijdag
28 October 1927
RAAD5VERSLAG.
Openbare vergadering van den Raad der ge
meente Amersfoort op Donderdag 27 Oct. des
avonds half acht.
Voorzitter de Burgemeester.
Afwezig de heer Groaff.
Voortgegaan wordt met de artikelsgewijze
behandeling der Gemeentebegrooting 1928.
De Voorzitter wijst er op, dat de bc-
grooting voor den wettelijken termijn is inge
diend er nu rust op den Raad een eereschuld
om ook or 1 Nov. gereed te zijn. Spr. hoopt
hedenavond klaar te komen en dan den Raad
weer bijeen te roepen op Maandag 14 Nov. Hij
doet een beroep op de Raadsleden om daartoe
mede te werken.
Aan de orde is het hoofdstuk „Openbare
veiligheid" waarbij in bespreking komt het
adres inzake vacantietoeslag aan politieperso
neel.
De Voorzitter zegt, dat B. en W. meenen
ilat dit adres eerst in het Georg. Overleg moet
worden besproken.
De heer Polder kan zioh met dit standpunt
van B. en W. zeer wel vereenigen.
Ten opzichte van de politie heeft sprekers
fractie nog heel wat tekortkomingen kunnen
constateeren. Met de bewaking in het Socster-
kwartier is het nog treurig gesteld.
De leiding van den dienst heeft een uitbrei
ding aangevraagd met 10 agenten waaronder
den motor met zijspan. In de begrooting is al
leen de motor aangevraagd en twee agenten.
Spr. vraagt of met de leiding van den dienst
overleg is gepleegd en of een compromis is
getroffen.
De Voorzitter zegt een voorstel tot uit
breiding te hebben gekregen van den Commis
saris. Dit is in het Coilege gebracht en daaruit
is het voorstel dat op de begrooting staat ont
staan. Wat het treffen van een compromis be
treft begrijpt spr. niet.
De heer Polder verduidelijkt zijn vraag
öldus of met den Commissaris overleg is ge
pleegd inzake het voorstel van B. en W.
De Voorzitter zegt, dat dot niet is ge
beurd.
De heer Polder vindt, dat over zoo'n in
grijpend voorstel toch met den dienst had moe
ten worden gesproken. Als dat was gebeurd
hadden we een voorstel gekregen dat beter in
dien dienst paste. Het voorstel dot hier naar
voren wordt gebracht is nic-t het juiste. We
krijgen alleen dat voor het verkeer iets kan
gedaan worden. Maar in "t algemeen zal de
dienst er niets aan hebben. Het Soesterkwartier
zal van bewaking blijven verstoken. Als er thans
zieken zijn moeten anderen uit hun rust worden
gehaald om dienst te doen. Spr. heeft ge
sproken met den Commissaris en de Inspec
teurs die allen van meening waren, dat de uit
breiding van personeel slechts opluchting zal
geven in dezen dienst. Daarom wil spr. voor
stellen dit jaar geen motor aan te schaffen
maar het personeel uit te breiden speciaal voor
het Soesterkwartier met 3 agenten. De politie
post op den Soesterweg behoeft dan niet te
worden gesloten en de bewaking kan er zijn
tiaar bewaren.
Spr. vraagt of de surveillance wel voldoende
geregeld is. Op de Langestraat ziet hij nog al
eens veel agenten die mogelijk op andere ma
nier dienst zouden kunnen doen.
Bi( de politie is een soort dienstcommissie in
't leven geroepen, of eigenlijk een vertrouwens
commissie. Ook deze commisic is over deze
zaak niet gehoord, zelfs is ze nog nooit bij
eengeroepen. Van een dergelijke commissie
heeft spr. nooit veel verwacht, omdat ze feite
lijk geen tak heeft. Maar ook over deze zaak
had die Commissie voldoende kunnen oor-
deelen en waarschijnlijk had ze heel goed van
advies kunnen dienen. Spr. hoopt, dat deze
Commissie in de toekomst zal worden gehoord
en dat ze ook het vertrouwen der superieuren
zal hebben. Dat zal de bewaking der stad ten
goede komen.
Weldaden mag alleen hij vergeten, die ze
zelf gedaan heeft
Geautoriseerde vertalin gnaat het Engelsch van
WALTER BESANT.
door Mej. E. HOOGEWERF.
79
„Maar wat kan Elsie dan bedoelen, zeg
Hilda
„We hebben er onder het ontbijt lang en
breed over gesproken. En we zijn enkel tot de
slotsom gekomen, dat de heele zaak zeker In
den doofpot wordt gestopt. Mr. Dering zal
dat zoo verlangd hebben. We denken, dat de
papieren teruggegeven zijn, met het geld dar
ontvangen werd aan dividenden en coupons,
en dat mr. Dering nu besloten heeft, er niet
verder werk van te maken. Is dit zoo, dan
komt Atheïsten onder een soort acte van scha
deloosstelling; en els de banknoten niet door
hem gebruikt, maar aan den eigenaar terug
gegeven worden, zal even. licht zijn onschuld
erkend worden, als die van den ander Ziet u
„Ja. Maar dat maakt hem niet onschuldig.
„Zeker niet. Maar tegenover de wereld wel.
O, er zijn overal families, die dingen zóó, op
die manier, hebben verborgen te houden, om
schandaal te ontgaan. Ik hoop, dat u het
daarin ook met ons eens wilt zijn en de uit-
noodiging zult aannemen V
zal ik wel moeten doen. Maar hoe kan
Door het aanstellen van 3 inplaats van 2
agenten zal de post niet verhoogd worden.
Daarom stelt spr. voor dit jaar den motor
met zijspan niet aan te schaffen maar 3 agen
ten aan te stellen.
De heer Spiekermann vraagt of het
wel juist is thans nieuw personeel aan te stel
len. Binnenkort krijgen we toch een nieuwe lei
ding in het politiecorps en dan krijgen we
toch reorganisatie.
De heer van Beurden wil wijzen op het te
snelle rijden der auto's. De chauffeurs kijken
niet naar de bordjes van 15 K.M. per uur. De
vleeschwagens, de melkbus-auto's en de lange
houtwagens zijn het in hoofdzaak. Spr. vraagt
scherper toezicht en daardoor herstel van de
veiligheid op den grooten weg. Het is niet om
het verkeer te beteugelen niaar om de snel
heidsmaniakken tegen te gaan.
Des avonds 9 uur is de Langestraat in han
den van jongens en meisjes van 18 en 19 jaar.
Het lijkt wel of het aan het weer ligt. Als het
regent zitten ze in de portieken en schreeu
wen dames en dienstboden allerlei leelijks na.
Kan de politic daaronder niet eens een razzia
houden en kan ook niet iets gedaan worden om
de kunstwielrijders tot afstappen te dwingen
De heer S t a d i g heeft gevraagd of de ver
meerdering bij de politie niet nog eens kan wor
den aangezien.
De heer Spiekermann heeft al een reden
genoemd, welke zeer klemmend is. Spr. dient
dan ook een voorstel in niet over te gaan tot
uitbreiding van het politiecorps en van het
materiaal.
D.e Voorzitter heeft zich altijd op het
standpunt gesteld dat men buitengewoon voor
zichtig moet zijn met te beweren, dat iets ab
soluut noodig is. Het gaat er om of men meer
geld wil toestaan voor betere surveillance
Dat de uitbreiding noodzakelijk is, is heel
moeilijk te bewijzen. De beslissing er over
moet de Raad zelf nemen.
Of het uitgesteld kan worden tot het even
tueel vertrek van den commissaris is toch
geen argument. Spr. is zelf huiverig geweest
het voorstel van B. en W. te brengen, omdat
bekend was dat de Raad niet erg motorachtig
is. Spreker begreep wel dat de uitbreiding
met een motor niet zoo gemakkelijk ging. Hij
heeft elders geïnformeerd, waar men een veel
grooter terrein met den motor kan bestrijken.
Vooral op de buitenwegen zal het noodig zijn
om de snelheidsmaniakken te controleeren.
Ook bij optochten e. d. is een* motor uitste
kend geschikt om het terrein of te zetten.
Het verwondert spr. na het hier gehoorde,
dat hij van den commissaris niets heeft ge4*
hoord. Hij ziet dan ook geen enkele reden het
voorstel terug te nemen, het lijkt hem betei
voor de stad dat de motor zal worden aan
geschaft.
Het autoverkeer zal cr heel wat beter doo»
kunnen worden geregeld.
Het voorstcl-Polder zal den dienst met on
gevecr 300 meer belasten.
Sindt 1 Jan. '18 tot 1 Jan. '28 is de bevol
king toegenomen met 8000 zielen terwijl we
hebben gekregen een veel groote lengte van
wegen. We hebben gekregen snelverkeer, de
baldadigheid is toegenomen, er zijn meer op*-
tochten en meer muziekuitvoeringen. Dat alles
geeft meer drukte aan de politie.
Spr. is altijd een voorstander geweest vaa
een commissie van vertrouwensmannen. Reeds
15 jaar geleden heeft hij die ingesteld. Een
instructie heeft hij niet gegeven. Vorig jaar
is gebleken dat die commissie een vrij lange
winterslaap heeft gehouden. Dezer zomer zijn
nieuwe verkiezingen gehouden. Spr. had ge
dacht, dat deze commissie altijd met hem of
met den Raad kon spreken over den dienst.
Over den motor achtte hij geen overleg noo
dig. Spr. wil gaarne de commissie eens bijeen
roepen om te bespreken hoe dit instituut het
best tot zijn recht zal komen.
Voor meerder toezicht op dc Langestraat
zal spr. met den commissaris onderhandelen.
Dc heer Hekenkamp kan tot zijn spijt
niet zeggen dat de politiedienst hier prima is.
Als de leiding beter was zou hij zijn stem
misschien aan het Voorstel geven.
Dc heer Polder ontraadt in te gaan op
het voorstel-Stadig, wat de nieuwe leiding
betreft, want dat kan nog wel jaren duren.
De voorzitter heeft gezegd, dat de bevol
king 28 pCt. is toegenomen en dat er ver
schillende stadswijken zijn bijgekomen. Maar
spr. heeft niet gehoord of de politie is uitge
breid.
De Voorzitter: Dat heb ik dan verge
ten. Na 1918 is geen uitbreiding geweest.
De heer Polder: Op grond van die uit
breiding is meer politie gerechtvaardigd. Men
vergete niet, dat de politie nog 9 uren dienst
doet.
Maar els we het voorsteb-Stadig aannemen,
laten we dan de politie van den Berg terug
trekken en in het Soesterkwartier plaatsen.
De heer Noord man; Dan stelen ze ons.
De heer Polder; Ja, maar die menschen
van het Soesterkwartier hebben even goed
recht op bewaking.
De heer V e r h e ij Ze komen niet op den
Berg.
De heer Polder: Als men een vertrou-
wens-commissie heeft dan moet men die op
bepaalde tijden bijeenroepen en vragen wat is
er te bespreken. Als er een instructie was, dan
wist deze commissie, waaraan ze zich te hou
den had. Daardoor is mogelijk de winterslaap
ontstaan. Als de wagen er is zal de voorzitter
overleg plegen met de commissie. Maar voor
af had het advies moeten worden gevraagd.
Dc heer Stadig meent, dat de dienst ver
gemakkelijkt is door de uitbreiding van hei
aantal fietsen. Op den duur met dc uitbrei
ding der gemeente moet ook de politie wor
den uitgebreid. Het gaat hier slechts over he-i
tempo.
De heer Boas zou niet in 't mildst bezwaar
hebben tegen den motor met zijspan. Maar e(
staan nog twee mannetjes bij. En is het dan
niet beter te wachten tot er een nieuwe func
tionaris is.
De heer Polder zegt, dat dat nog lang duurt,
maar kan daarnaar don niet worden gcïnfoi
meerd
De Voorzitter: Onafhankelijk van den
persoon achten wij deze uitbreiding noodig.
Wat de commissie van vertrouwensmannen
betreft, heeft spr. het altijd zoo opgevat, dut
er onderling vertrouwen moet heerschen.
Het voorstel-Stadig, om niet over te gaan
tot uitbreiding van personeel bij de politic,
wordt verworpen met 7 tegen 15 stemmen.
Het voorstel-Poldet om niet over te gaan
tot aanschaffing von een motor met zijspan-
wagen, maar in plaats van 2 agenten cr 3 aan
te stellen, wordt verworpen met 8 tegen 14
stemmen.
Over den post 207, waarbij het bedrag
voor den motor, staken dc stemmen 11II.
Post 208, kleeding en uitrusting politie,
wordt in verbond hiermede aangehouden.
De heer Spiekermann vraagt bij post
212 of daarin begrepen is dc verlichting van
de Wuytierslaan.
Wethouder Veis Heyn deelt mede, dat
er in is opgenomen de verlichting van den
Leusderweg tot het hotel en van dc B. Wuy
tierslaan tot het hotel.
Post 221. Onderhoud en aanschaffing Waar
schuwingsborden.
De heer v. Koetsveld wijst erop dat hier
bij ook is een bedrag van 250 voor het schil
deren der borden. Spr. is de borden eens na
gegaan en van dc 42, die hij gezien heeft kun
nen "er 24 met geen mogelijkheid cr mooier uit
zien.
Wethouder Ruitenberg wijst erop dat de
borden misschien met het oog op de nieuwe
motor- en rijwielwet moet worden overgeschil
derd. Spr. kan echter verzekeren, dat de reke
ningen meestal meevallen.
Volkshuisvesting.
De heer Noor de wier uit enkele wén-
schen, die ook in het program dor fractie zijn
verval. Over dat program hebben we zeer
sympathieke woorden gehoord van den heer
Verhey. Daar zijn we zeer erkentelijk voor. Ook
de heer Spiekermann heeft zich aangesloten
bij den heer Verhey. Als hij namens de R.K
fractie sprak zou er een meerderheid voor het
program zijn.
De heer Spiekermann: Met de bemer
king van den heer Verhey.
Dc heer Noordewier: „Ja daar kunnen
we nog wel over praten. Spr. vindt nu vrijheid
het program terug tc nemen cn zal aan enkele
voorstellen er uitlichten en die afzonderlijk doen.
Voor krotopruiming wcnschen we een afgerond
plan. Er is een bedrag voor uitgetrokken, maar
dat zal zijn opgesoupeerd, als de 70 woningen
van wethouder Ruitenberg zijn gebouwd. Daar
moet wat meer voor komen. Onze krotten zijn
berucht. 'Aan opruiming is nog heel weinig ge
daan. En het is jammer dat dit punt in het pro
gram van B. cn W. zoo onvolledig is verwerkt.
Als geen toezegging wordt gedaan da* binnen
korten tijd 'n afgerond plan tot krotopruiming
zal komen, zal Spr. genoodzaakt zijn 'n voorstel
te doen dat de Raad zich in deze richting kan
uitspreken.
Gevraagd is of het wel goed was dat voor de
oude woningen zooveel werd uitgetrokken
voor opknappen. Spr. vraagt een opgaVe van
de woningen welke nog zouden kunnen worden
opgeknapt.
Voor de Zogstroat is toegezegd dat eens zou
worden nagegaan hoe het stond met dc huren.
Dat moet voor alle krotten in 't algemeen, want
die menschen betalen veel tc hooge huren. Spr.
vraagudaarover advies, anders zal hij zelf met
een voorstel komen.
Do Voorzitter is overtuigd dat met een
voorstel tot krotopruiming een open deur
wordt ingetrapt. We hebben al tal van krotten
opgekocht, maar al die zaken moeten kauf-
mannisch worden behandeld. Er moeten in de
eerste plaats woningen zijn, dan kunnen we
pas over opruiming guon praten. Er is genoeg
gelegenheid voor den Raad om controle te
houden op het werken van B. en W. in deze.
Spr. geeft daarom in overweging het voorstel
niet te doen. Wordt het verworpen dan geeft
dat een verkeerden indruk.
De heer N o o d c w i c r. Waarom worden
don maar 70 woningen gevraagd.
Wethouder Ruitenberg wijst er op dni
het plan voor 72 woningen spoedig den Raad
zul bereiken, zoodat er volgend jaar aan kan
worden begonnen. Dan eerst kunnen we aan
krotopruiming gaan denken. Wat de huren der
krotwoningen betreft, B. en W. zal een bericht
aan den Raud doen betreffende dc huren over
de heele linie.
Dc heer N o o r d e w ite r is ten opzichte van
dat laatste bevredigd maar over dc krotop
ruiming niet geheel. Op dit oogenblik moesten
wo al oen plan hebben om te kunnen voort-
werken. Dat het er niet is, is een fout en dat
komt omdat dc dienst niet behoorlijk kan func-
tioneeren. Dat het er niet is, maakt dat Spr.
niet volkomen vertrouwen kan stellen in het
College.
Wethouder Ruitenberg: Van de omstan
digheden zal afhangen hoeveel woningen er
gebouwd zullen worden. Als wc de 70 woningen
voor minder draugkrachtigen hebben, zijn er
met de woningen aan dc Guslaan al 120. En
dan kunnen we verder zien.
Het voorstel zegt echter niet, dot we er met
die 70 of zijn.
Post. 252. Onderhoud van huizen, torens,
poorten, enz.
De heer Stadig heeft niet het vertrouwen
dat een voorstel dezen post te verminderen
succes zou hebben. Toch wil hij iets over de be
steding van het bedrag zeggen. Vorig jaar is ter
spiake gebracht de verbinding met het Soes
terkwartier welke verreweg de voorkeur ver
dient boven dc verbrecding van den Arnh. weg.
Dc Wethouder heeft deze al verdedigd maar
de urgentie van het Soesterkwartier is veel
grooter. Spr. verwacht daarover geen bestrij
ding, maar de voorbereiding zal wel meer
eischen. Laten we een fonds vormen tot. het
verkrijgen van een verbetering van den toe
gang naar het Soesterkwartier. Anders zal die
verbetering er niet komen. Die verbetering is
brood noodig voor het zich ontwikkelende
Soesterkwartier, maar ook noodig voor de uit
breiding van het industriekwartier, 't Is het
beste een fonds te vormen, waarin wc dan die
17000 van den Arnh. weg kunnen storten.
De heer Verhey acht het noodig, dat wc
spoedig met het rioleeringsplon komen, omdat
er verschillende posten zijn voor verbetering
der wegen. En die wegen zullen we weer in
moeten gaan graven om er een riool in tc leg
gen. B. en W. werken niet naar een vaste lijn.
Zij verbreeden hier een weg en stoppen er een
riool in en later moet weer worden opgebro
ken.
Spr verzoekt op tc houden met die partieele
plannen en eerst te komen met het geheele
riolceringsplan.
De heer Hofkamp. Inzake het antwoord
van B. en W. op een vraag betreffende meer
dere verdichting, mag ik herinneren aan het
geen ik daaromtrent reeds een paar jaren ach
ter elkaar heb gezegd.
Meermalen heb ik aangedrongen op verlich
ting of verbetering daarin op de buitenwegen,
tot nu toe met weinig succes.
Mij is toen gezegd: eerst de stad goed ver
lichten. Zelfs van een vcrdeeling der toen
aan te brengen meerdere lichtpunten, ik meen
152, tusschen stad en buiten of K bleef
dan voor stad) wilde men niet weten. Maar die
sterke preferentie voor dc stad behoort nu
langzamerhand iets tc verminderen. Het zijn
niet alleen de bewoners van de stad, die aan
spraak op een behoorlijke verlichting kunnen
maken.
En ik wijs daarop nu met nadruk, omdat
het bliikt, dat aan mijn gegronde klachten be
treffende verbetering' en onderhoud van voet»
paden eenzelfde lot beschoren schijnt. B en
W. ontkennen fn hun antwoord niet, dat zeer
vele voetpaden slecht zijn. Dat zou met de
feiten ook niet kloppen. Het College zegt al-*
leen, dat de weinige zorg aan de voetpaden
besteed, het gevolg is van dc wenschelijkheid
het toegestane credict voornamelijk te gebrui
ken voor bestrating der binnenstad.
Hier hebben wij dus eenzelfde preferentie,
maar dat gaat op die manier toch werkelijk
te ver. Een zeer groot aantal voetpaden ver
keert in dcsolaten ,onbruikbaren toestand. De
betrokken dienst behoeft er niet veel tijd aan
te besteden zich daarvan tc overtuigen, om
dan te erkennen dat directe verbetering noodig
is. Zooals dc situatie nu is, gaat hot niet lan
ger. Dc toestand is eenvoudig: Schandelijk
vcrwuarloosd. Men zie b v. ook eens de wegen
waarop in het midden ecnig plantsoen vrij
netjes onderhouden wordt. Aan dc voetpaden
ernaast wordt niet gedacht, er wordt niets
aan gedaan. Men denkt hier aan een vlag naast
een modderschuit.
Ik kon mij met hot gegeven antwoord dan
ook niet vereenigen en protesteer tegen dc 2c
bevoorrechting van de stad.
Ik verzoek het College spoedig maatregelen
te nomen de voetpaden in behoorlijken toe
stand tc laten brengen en geregeld tc onder
houden.
Ik gun den bewoners van de binnenstad
gaarne een goede verlichting, een voldoende
en goed onderhouden bestrating, echter niet
voortdurend ten koste van de bewoneis der
buitenwegen. Zij toch hebben lang genoeg
gewacht op betere verlichting en op behoor
lijken aanleg en geregeld onderhoud van de
voetpaden.
Ik heb reeds meermalen erkend, dat alles
niet ineens in orde gebracht kan worden, maar
als een regelmatige verbetering betracht wordt
dan zal men minder met recht en billijkheid
in conflict komen
Ik hoop dan ook niet het bekende antwoord
te ontvangen. Het gaat hier niet om meer geld
uit te geven, maar om een billijker vcrdeeling.
Dc tijd is gekomen, dot woorden opgeborgen
en daden zichtbaar moeten worden. Het Col
lege benutte het toegestane crediet voor dc
gchccle Gemeente, niet bij herhaling voor een
zelfde deer. ervan. Voor de voetpaden zijn
geen vokmenschen, geen ortisten noodig, zoo-
dat ook aan werkverschaffing gedacht kan
worden. Onder cenige aanwijs cn toezicht kan
ieder de voetpaden verbeteren.
Willen B. en W. toezegging doen
Dc heer Spiekermann wijst er op dat
geen antwoord is gegeven op de vraag om
verbetering van het fietspad langs de B. Wuy
tierslaan Ook is niet ingegaan op de vraag
of het niet beter is de bermen der wegen in
onderhoud te geven bij de afdccling plant
poenen. In het algemeen worden de plantsoenen
hb'cr stiefmoederlijk onderhouden. Waar gaan
\Ve heen Het bestaande kan niet eens meer
worden onderhouden en men goat maar steeds
door met het aanleggen van parken. Het is
noodig dat die toch behoorlijk onderhouden
worden.
De heer v. Lonkhuyzen acht het wel
gewenscht dat do Arnh. weg in de eerste
plaats in orde wordt gemaakt. Het vormen van
een potje is wel goed maar eer we zoover
zijn zal dc Arnh. weg toch wel verbreed moe
ten worden, daar er dan zooveel ongelukken
zullen gebeuren, dat verbreeding noodig is.
De heer Hekenkamp heeft gehoord dat
werklieden bij dc plantsoenen die cr 12 jaar
bijloopen aanzegging van ontslag hebben ge
kregen. Is er geen ander middel te vinden
De heer van Galen Last wil althans
een begin maken. Vorig jaar is er ook een
toezegging gedaan voor bet Soesterkwartier.
Gezien den onhoudbnren toestond aldaar moe
ten we elke verbetreing aangrijpen.
Dc heer Noordewier is het met den
heer van Lonkhuyzen eens. Een potje vormen
is een heel aardig idee moor dc Arnh. weg
moet toch verbeterd worden.
Spr wil de zaak niet laten stagneeren, we
moeten vooruit. Maar daarom wil hij vragen
kom dan gauw met het riolceringsplan.
De heer Spiekermann vindt het wel
heel aardig, moor hoe moet dat potje vol
worden.
Dc heer Polder: Wonderolie.
Dc heer Spiekermann: Wc kunnen er
toch niet elk jaar de verbetering van den
Arnh. weg indoen.
Wethouder Ruitenberg vindt het naïef N
een bedrag van 17000 uit dc 'begrooting tc
nemen voor een werk waarvoor één ton zeker
niet voldoende zal zijn.
nu alle verdenking weggenomen worden
„O, dat is maar zoo'n geestdriftige opvatting
van Elsie. Zij kan, als ze daar lust in heeft,
doorgaan met haar opvatting, dat George niets
met het geval uit te staan heeft. Hij zal alle
reden hebben om in het vervolg de eerlijkheid
te betrachten. Wij kunnen ons makkelijk hou
den, of we gelooven, dat Athelstan altijd on
schuldig was en we kunnen hem zien te bewe
gen, buitenslands te gaan. Sir Samuel zegt heel
bereidwillig, dat hij hem een voorschot van
een honderd pond wil geven, om van hem be
vrijd te raken. Dan hoeft er geen schandaal te
zijn en zal iedereen tevreden wezen. Wat onze
betrekking tot Elsic en haar echtgenoot be
treft, die kunnen wc later regelen. Misschien
willen ze wel in een verre voorstad gaan
wonen: bijvoorbeeld Redhill, Chislehurst, of
Wolthomstow, zoodot dan de afstand een gel
dige reden kon zijn, om ze nooit in huis te
hebben. Want of de zaak nu gesust wordt of
niet gesust, ik kan toch niet langer dezelfde
gevoelens koesteren jegens Elsie als daarvoor.
Haar koppig vasthouden aan dien man kan
mij nu nog tot wanhoop drijven. Ook ben ik
in het minst niet van plan om op intiemen
voet te staan met een vervalscher in geschrif
te, die zijn vonnis ontkomen is. En sir Samuel
is het geheel met mij eens.'
De moeder zuchtte:
„Ik wilde wel, dat wij ons vergist hadden.
Misschien heeft Elsie toch wel iets uitgevon
den, iets onverwachts
„Och, moeder, wonderen gebeuren er niet
meer I"
De eerste, die zich 's middags op het kan
toor vertoonde, was Elsie zelve, met een hand-
taschje bij zich.
„Je zou je broer immers meebrengen Elsie?"
vroeg mr. Dering. ,,Waor is hij? Eft wat is die
belangrijke zaak, die je met mij te verhande
len hebt? Ik denk, dat het iets is betreffende
die ellendige vervalsching, die zaak, die er op
aangelegd schijnt om mij den genadestoot te
g^ven. Ik heb van niets anders gehoord, aan
niets anders gedacht, zoo lang dit nu al ge
beurd is."
„Is er iets nieuws ontdekt?"
„Ik weet niet," antwoordde mr. Dering mai.
„Ze schijnen dien Edmund Gray te hebben ge
vonden. Maar Checkley is opeens bekoeld.
Eerst hamerde hij er voortdurend op, dat we
geen tijd moesten verloren laten gaan, om een
bevel voor zijn inhechtenisneming te krijgen,
nu wil hij dit al maar uitstellen. Hij deed van
ochtend heel vreemd. Soms denk ik wel eens,
dat mijn oude klerk het verstand verloren
heeft."
„En uzelve? Heeft u geen herhaling meer
gehad van uw vergeetachtigheid?"
„O, het wordt iederen dag erger! lederen
ochtend vraag ik mij af, wat ik den dag te
voren deed. Steeds zijn het weer dezelfde uren,
die ik vergeet die van den ochtend en den
ovond. Gisteravond bijvoorbeeld? Waar was ik
toen? Misschien, dat iemand het wel eens voor
mij te weten komt, want ik kan het mij niet
herinneren.'"
„Wilt u het door mij te weten komen, mr.
Dering? Als ik u nu eens vertelde, waar u
gisteren den avond doorbracht, zoudt u...?"
„Hoe kan jij dat nu voor mij te weten ko
men?"
Elsie boog het 'hoofd. Het oogenblik was
haast daar en zij was bang. Ze was gekomen,
met de bedoeling, om haar broer en haar ver
loofde van alle smet te bevrijden, ten koste
van de mededeeling aan haar voogd, dat hij
krankzinnig was. En die mededeeling moest
nog zóó geschieden, dat een ieder ze hoorde,
zoodat alle boosaardige verdenkingen verban
nen zouden zijn.
„Die zaak", zei ze, „geldt dc eer van twee
mannen, die mij dierbaarder zijn dan verder
aecl de wereld. Houd u dit wel in herinnering.
Niets anders, dar. dat zou mij laten doen, wat
ik doen ga.... Voor hun eer, ja, hun eer I
Bodenk wat dit voor hen beduidteerbied voor
zichzelven, waardigheid', huiselijk geluk, den
trots van hun kinderen."
Mr. Dering hield het hoofd gebogen, zich
afvragend, wat er volgen zou.
„De eer van een man, Elsie, is, zooals je
terecht opmerkt, het voornaamste, wat hij
heeft."
„Houd dil dan ook in het oog, mr Dering,
als ik kom, tct wat ik te zeggen heb."
„Maar Elsielief, je kwelt je hoofdje met din-»
gen, die heusch niet noodig zijn. Je kunt mij
nooit beleedigen, wat je nu ook zegt of niet!"
„Het is zóó iets belangrijks", ging ze voort,,
„dat ik mijn moeder en mijn zuster cn sir Sa
muel verzocht heb, hier om vier uur met ons
samen te komeh, dat zij het ook zouden hooren,
zoo goed als u. Athelstan komt met George.
Ze zullen nog een paar personen meebrengen."
„Te oordeelen naar de voorbereidende maat
regelen, zal dit een belangrijke bijeenkomst
worden. Nu Elsie, als jij en je broer mij samen
den vervalscher in handen kunt spelen en je
kunt mij mijn eigendom teruggeven, dan zal
ik je waarlijk dankbaar zijnl"
„U zult eens zien, mr. Dering IO, hier
is sir Samuel al."
Deze verscheen, ernstig en zwaarwich
tig, als altijd. Hij reikte Elsie cn zijn broer de
hand en ging_acht£r den stQ.el vanjjxr. Edward
zitten.
„Nu Elsie, wij zullen dan wel iets zeer ge
wichtigs te hooren krijgen, te oordeelen naar
den toon van je brief tenminste; die haast ge
biedend was."
„Inderdaad, iets van zéér groot gewicht, sir
Samuel!"
Toen kwamen mrs. Arundel en Hilda. Ze
droegen dikke voiles en Hilda was in een soort
halven rouw. Ze namen stoelen aan het open
venster, tusschen de historische safe en do
eveneens historische kleine tafel.
Ten slotte traden George en Athelstan bin
nen. Die werden niet begroet.
Mr. Dering stond op
„Athelstan'zei hij, „het is nu acht jaar ge
leden, sinds jc ons verliet."
Hij stak hem de hand toe
„Zoo straks, mr. Dering", antwoordde Athel
stan.
Zijn moeder trilde, boog het hoofd, bracht
haar zakdoek naar de oogen, maar zei niets.
Zijn zuster keek uit het venster. Sir Samuel
schonk in het geheel geen aandacht aan zijn
tegenwoordigheid.
Athelstan nam een stoel, den stoel voor den
cliënt bestemd, en ging zóó zitten, dat hij
zijn moeder en 2ijn zuster nausl zich had Hij
hoefde haar dan niet over tafel aan te kijken.
Hier bleef hij stil en roerloos zitten.
De vergadering was nu voltalligmr. Dering
zat in zijn stoel voor zijn tafel, in streng-af-
wachtende houding. Sir Samuel stond achter
hem. Mrs. Arundel en Hilda zaten voor het
open venster. Elsie stond tegenover mr. Dering
aan den anderen kant van de tafel, met haar
handtaschje vóór zich.
(Wordt vervolgd).