v.h. L. KLEIN
VIERDE BLAD.
PIANO'S
26. Jaar-ang We. .69 AM ERSFOO RTSCH DAGBLAD „DE EEMLANDER"
Zaterdag
5 November \927
NEDERL iND IN
DEN VREEMDE
DE INVLOED VAN HOLLAND OP DE
ONTWIKKELING VAN AMERIKA
EEN PRIJSVRAAG
De vereeniging Nederland in den Vreemde
bericht, dat zij in samenwerking met het Neder-
Iandsch Olympisch Comité heeft besloten, ge
volg te geven aan het verzoek van kolonel
Robert M. Thompson, te New-York, om in Ne
derland een prijsvraag uit te schrijven over het
onderwerp: The influence of Holland on the
settlement and development of the Colonies
now known as the United States of America.
Dc heer Thompson stelt voor dit doel een be
drag van 500 beschikbaar, te verdeden in een
eersten prijs van 250, een tweeden prijs van
150 en een derden prijs van 100.
Deelnemers kunnen zijn allen, die nog regel
matig leerling of student zijn aan een officieel
erkende lagere of hoogere onderwijsinstelling
De opstellen moeten worden gesteld in de En
gelsche taal.
De beoordeeling van de ingekomen opstellen
zal plaats hebben door een jury tc benoemen
door het Nederlandsch Olympisch Comité en
de Vereeniging Nederland in den Vreemde.
De opstellen moeten worden ingezonden vóór
Vrijdag 1 Juni 1928, des middags vóór 12 uur,
onder duidelijke opgave van naam, woonplaats,
leeftijd en onderwijsinstelling, die door de(n)
inzender(ster) bezocht wordt.
Ten behoeve van filmvoorstellingen over Ne
derland in de Italiaansche scholen heeft de ver
eeniging een film beschikbaar gesteld.
Voor een vertooning van de film Nederland
te Parijs stelde zij een film ter beschikking van
den heer Van Seventer, Rijkslandbouwconsulent
aldaar.
Een film over Nederlandsch-Indië stelde zij
ter beschikking van de Chambre de Commerce.
Franco-Asiatique, eveneens ter vertooning in
Parijs.
De film over Nederland werd tijdens dc Ne
der landsche dagen te Godesberg vertoond.
Ten behoeve van een semi-officieele onder-
wijsvereeniging in Oostenrijk heeft de vereeni
ging een serie lantaarnplaatjes over Nederland
afgestaan tegen de helft van den kosL1 .ijs, door
bemiddeling van het Oostenrijksche gezant
schap en het Oostenrijksche ministerie van on
derwijs.
Aan de Université Cinégraphiquc Beige heeft
zij oen exemplaar van de film Nederland tei
vertooning op de Belgische scholen geschon
ken.
De film Nederland werd met zeer veel succes
in Buenos Aires vertoond.
Aan prof. Pont verstrekte de vereeniging een
serie lantaarnplaatjes over Nederland ten ge-
bruike op zijn reis door Zuid-Afrika.
Onder voorzitterschap van den heer ir. P. J.
Ott de Vries bereidt een commissie de samen
stelling voor van een nieuwe Indische film.
De Duitsche oplage van de Zuiderzee-bro
chure is geheel uitverkocht; een nieuwe is ge
reed gekomen.
Op verzoek van de Indische regeering heefi
de vereeniging 400 exemplaren van de Neder-
landsche uitgave der Zuiderzee-brochure naar
Indië gezonden ten behoeve van schoolbiblio
theken daar te lande.
De vertegenwoordiger der vereeniging te Ber
lijn, de heer F. W. Hering, hield in zijn woon
plaats en te Essen voordrachten over Neder
land, waarbij hij de film Nederland der ver
eeniging vertoonde.
De heer W. Kloeke hield met steun der ver
eeniging in Frankrijk wederom voordrachten
over Nederland op de scholen, ditmaal te Po-
rijs en omgeving.
Het boek van de Engelsche schrijfster Mar-
jorie Bowen The Netherlands displayed, dat
zeer vleiend voor ons land is, doch waarin vele
onjuistheden voorkomen, werd door de vereeni
ging aan een zorgvuldig onderzoek onderwor
pen. Een lijst van aan te brengen verbeteringen
zond zij aan de schrijfster, die haar in zeer
sympathieke bewoordingen meedeelde, bij een
volgenden druk gaarne rekening te zullen hou
den met de aanwijzingen der vereeniging.
EEN CREMATORIUM
TE AMSTERDAM
B.EN W. DOEN DAARTOE
DEN RAAD EEN VOORSTEL
DE DISHARMONIE TUSSCHEN
WET EN PRAKTIJK
EEN RAADSZITTING MET EEN LID.
Nadat de tweo voorgaande vergaderingen
van den gemeenteraad van Vught de agen
da vermeldde het bij den Raad van State aan
hangige beroep bij de Kroon inzake de toe-1
lating van mr. Gerrits wegens onvoltallig
heid geen voortgang hadden kunnen hebben,
was de raad Donderdagmiddag voor de derde
maal bijeengeroepen om de agenda tc behan
delen.
In een zoodanige vergadering kan, al is zij
onvoltallig, beraadslaagd worden en kunnen
besluiten worden genomen. Met den burge
meester, jhr. mr. v. d. Poll, en den gemeente
secretaris was, naar de ,/s-H. C.' meldt, al
leen het lid mr. Margreff aanwezig.
Voor kennisgeving werd aangenomen twee
brieven, é<$r\ vori een vijftal en een tweede van
een ander vijftal raadsleden, (die de eerste
vergadering hadden aangevraagd), waarin zij
verklaarden de thans te houden vergadering
overbodig te achten.
HET GEVAL v. d. SLOOT.
Kapitein Mans zegt in het „Orgaan van de
Ver. van Officieren van de Ned. Landmacht
dat nu res.-kapitein B. v. d. Sloot niet in be
roep wenscht te gaan tegen het besluit tot roye
ment, door het hoofdbestuur zijner vereeniging
genomen, en daarmede gelegenheid laat voor
bijgaan om dc beschuldigingen in zijn manoeu
vres-artikelen waar tc maken, het op den weg
van het legerbestuur ligt, hem op te vorderen,
zijn hoogst ernstige aantijgingen, zijne, de eei
en goeden naam van de legerleiding en van
het officierskorps aanrandende beweringen,
met feiten te staven.
Is hem dat niet mogelijk, dan dient hij als
een lasteraar te worden gebrandmerkt en uit
het officierskorps te worden verwijderd.
Men meldt ons uit Amsterdam
Ruim tien jaar geleden werd aan B. en W.
een adres in handen gesteld van het bestuur
der afdecling Amsterdam van de Vereeniging
voor facultatieve Lijkverbranding, waarbij de
wcnschelijkheid werd uitgesproken, dat op de
Oosterbegraafplaats een crematorium zou wor
den gesticht, dat zou kunnen dienen tot ver-
assching van het stoffelijk overschot van allen,
die daartoe bij hun leven den wensch te ken
nen gegeven zouden hebben.
Thans is dat praeadvies verschenen. Allet-
eerst wordt in enkele lijnen de geschiedenis van
het vraagstuk der lijkverbranding ten onzent
nagegaan. B. en VP. deden daarna de vraag of
een gemeentebestuur, dat zou besluiten tot het
stichten en exploiteeren van een crematorium,
zich zou schuldig maken aan vergrijp aan de
wet of voor die wet niet de noodige eerbied zou
toonen. Zij meent, dat die vraag ontkennend
moet worden beantwoord. Men zou ten hoog
ste kunnen zeggen, dat een gemeenteraad, aldus
handelende, iets zou doen, dat ligt buiten de
sfeer in welk de wetgever van I860 leefde, iets
dat niet strookt -met de bedoelingen, die hij in
die dagen had.
De wetgever van 1869 heeft niet voorzien,
waarschijnlijk ook niet kunnen voorzien, dat
het denkbeeld der lijkverbranding, toen nauwe
lijks geuit, zoo zeer ingang zou vinden, als
thans het geval blijkt te zijn. Evenmin heeft hij
kunnen voorzien, dat, als gevolg van cern onvol
komenheid in het product van zijn arbeid, men
In het jaar 1914 binnen de grenzen des Rijks
de vcrassching van lijken practisoh zou toepas
sen, en sindsdien ongehinderd zou voortzetten.
Maar het kan niet redelijk zijn, van een ge
meen tetbestuur van dezen tijd, dot heel die ont
wikkeling w e 1 heeft meegemaakt, te eischen,
dat het de oogen zal sluiten voor wat de hui
dige Regeering terecht heeft genoemd„de
disharmonie tusschen wet en practijk", die op
dit stuk is ontstaan en dat het zich onvoor
waardelijk gebonden zal gevoelen aan bedoe
lingen, die de wetgever van 1869 waar
schijnlijk wel heeft gehad, maar voor welke hij
niet den onberispelijken wettelijken vorm heeft
weten te vinden, die de noodige zekerheid
biedt.
Het prae-advies zegt verder: Plaatst nu Uw
vergadering zich met ons College op het stand
punt, dat het ook uit het oogpunt der wet
mogelijk zal blijken t-- zijn te Amsterdam ge
legenheid te openen tot het v?rissthen van
lijken, dan moet nog de vraag worden beant
woord, of het ook w e n s c h e 1 ij k is, die ge
legenheid van gemeentewege te geven.
Niet alle leden van Uw vergadering zullen
eenzelfde antwoord op deze vraag geven, even
min als ons College op dit punt eensgezind is
Het is bekend, dat er ten mzicn van de lijk
verbranding in ons volk een diepgaand verschil
vun meening bestaat. Maar wij meenen, dat in
deze aangelegenheid persoonlijke gevoelens
den doorslag niet inogen geven Aan die ge
voelens toch zal men nimmer het recht kunnen
ontleenen aan een groep onzer medeburgeis,
die het gewenscht achten de lijken hunner na
bestaanden te doen verosschen, de gelegenheid
daartoe te onthouden
Hoe groot die groep onzer medeburgers is,
kon niet zoo heel gemakkelijk worden bepaald.
Op de gemeente-begraafplaatsen worden per
jear ongeveer 2800 lijken begraven Daaren
tegen werden uit Amsterdam ter crematie naar
Westerveld vervoerd in 1920: 2T lijken; in
1921: 22, in 1922: 34; in 1923: 30; in 1924:
32; in 1925: 50; in 1926: 44.
Deze cijfers bieden natuurlijk geen betrouw
baren maatstaf. Dc kosten eencr crematie te
Westerveld zijn te hoog, dan dat vele Amster
dammers die 2ouden kunnen dragen. Ware er
zulk een gelegenheid in de hoofdstad te vin
den en liepen de kosten riet hooger dan die
eener begraving, dan zouden deze cijfers stel
lig aanmerkelijk stijgen.
Een crematorium zal, zoowel om ethische,
als om prectische redenen, steeds op het ter
rein eener algemeene begraafplaats moeten
worden gevestigd en met haar administratief
verbonden. Hiervoor komt thans alleen de
Nieuwe Oosterbegraafplaats in aanmerking.
De aan de Noordzijde van het Y in aanleg
zijnde Noorderbegraafplaats zal voor dit doel
niet kunnen dienen, omdat zij van deze zijde
der stad moeilijk bereikbaar is.
Wij zien ons echter verplicht U mede te
deelen, dat op de Nieuwe Oosterbegraafplaats,
als gevolg van de aanzienlijke stijging van het
aantal jaarlijks uitgegeven grafruimten in uit
sluitend gebruik, z.g. eigen graven, voor niet
meer dan een zestal jaren nog terrein voor uit
gifte van genoemde grafruimten beschikbaar
Bechs.ein
BiUthner
Perzlna
Catalogi en condities op aanvrage
Pianchandel
Utr.straat.
Hoewel het terrein voor het begraven in z.g.
algemeene graven, rekening houdende met den
aanwas der bevolking, zeker nog voor een der
tigtal jaren voldoende ruimte voor begraven
biedt, is het echter onmogelijk, daar voldoende
gelegenheid te vinden voor een goed ingericht
crematorium en columbarium.
Aan een eventuel voornemen tot het oprich
ten van een crematorium kan o. i. slechts uit
voering worden gegeven op het terrein eener
nog te ontwerpen nieuwe begraafplaats, die in
het Zuiden of in het Westen der stad, op vol
doenden afstand van de bebouwde kom verwij
derd, zal moeten worden aangelegd.
Bij het ontwerpen van de plannen voor dez^
nieuwe begraafplaats, welk werk binnenkort
ter hand genomen zal moeten worden, moet
dan met den bouw van een crematorium reke
ning gehouden worden.
Naar aanleiding van het hiervoren vermelde
wordt in overweging gegeven B. en W. uit te
noodigen voorstellen in te dienen tot voorbe
reiding van de stichting van een crematorium
met columbarium op een aan te leggen alge
meene begrfl.-ifalnnts binnen de kom der ge
meente
STAATSBEGROOTING 1928
DE SCHEEPVAARTVERBINDING VAN
AMSTERDAM MET DEN RIJN
SPOOK- EN TRAMWEGEN
Verschenen is het voorioopig verslag over
hoofdstuk IX oer Staatsbegrooting voor het
dienstjaar 1928.
Waterstaat.
Dat uit de begrooting nog steeds niet blijkt
van de reeds meermalen bepleite reorganisatie
van den rijkswaterstaatsdienst, had teleurstel
ling en 'bevreemding opgewekt, temeer met het
oog op de steeds toenemende klachten over
den tragen gang van zaken.
Sommige leden waren niet gerust over de
wijze, waarop de wet op de openbare middelen
van vervoer, met name ten aanzien van het ver-
leenen van vergunningen aan autobusdiensten,
toepassing vindt. Zij vroegen of het niet ge-
wenscht is, dat de minister aan Gedep. Staten
der provincies een richtsnoer verschaft bij de
toewijzing van de vergunningen, omdat, naar
hun meening, gebleken is, dat het beroep op
de Kroon geen voldoende correctief oplevert.
Andere leden konden zich met deze beschou
wingen niet geheel vereenigen. Naar hun mee
ning is reeds aan te veel particuliere autobus-
ondernemingen ten gerieve van de Ned. Spoor
wegen een einde gemaakt.
Op spoed omtrent de indiening van een ont-
werp-wegenwet werd aangedrongen. Vele leden
ergerden er zich aan, dat naast de wegenbe
lasting nog tollen blijven bestaan.
Men betuigde er instemming mede, dat de
bijdrage aan het wegenfonds tot 4,782,300
is verhoogd. Algemeen werd echter betreurd,
dat de begrooting van dit fonds niet tegelijk
met de staatsbegrooting is ingediend.
Aangedrongen werd voorts op scherp toe
zicht bij het verkeer, inzake het uitwijken. Eeni-
ge leden waren van oordeel, dat ook voor
wielrijders het rijden met verblindende verlich
ting moet worden verboden.
Opgemerkt werd door eenige leden, dat do
toestond op den Leidscheweg door het verkeer
onhoudbaar is geworden. Zij gaven in overwe
ging het autoverkeer om te leggen over Was
senaar.
Op spoedige indiening van een ontwerp-elec-
triciteitswet werd aangedrongen.
Van verschillende zijden werd wederom ge
wezen op den volstrekt onvoldoenden toestand
van de vaarwegen in hot Westland.
Geklaagd werd over den waterstnatstoestand
in Noord-Brabant. Gevraagd werd, hoe het
staat met inpoldering der Wadden. Tal van
p'aatselijke en prov. waterstaarsbelangen wer
den voorts ter sproke gebracht. Verscheiden le
den waren ontstemd dat-er van het Twente-
Rijnkanaal niets schijnt te komen.
Scheepsverbinding van Amsterdam
met den Boven-Rijn.
Zeer vele leden hadden met groote teleur
stelling geconstateerd, dat op deze begrooting
geen gelden zijn uitgetrokken voor een ver
betering van den scheepvaartweg van Amster
dam naar den Boven-Rijn. Deze kwestie is in
hooge mate urgent De bestaande nauwe wa
terweg is niet meer geschikt voor het zoo
zeer toegenomen verkeer. Daardoor wordt de
bloei van Amsterdam bedreigd. Indien er in
den boezem der commissie ernstige verschil
len zijn, dan wenschte men over den aard daar
van te worden ingelicht.
Spoor- en tramwegen.
M®t voldoening had men er van kennis ge
nomen, dot het aan de Nederl. Spoorwegen is
gelukt om over 1926 niet alleen een sluitende:
rekening te krijgen, dooh om bovendien nog
een half millioen te bestemmen voor bchoef-
tige gepensionneerden en een behoorlijk be
drag te reserveeren.
Verscheidene leden, die zich over dit resul
taat verheugden, stelden echter de vraag, of
me.'de bezuinigingen niet al te ver wordt door
gegaan
Verscheidene leden maakten bezwaar tegen
de onverstoorbare lijdzaamheid der spoorweg
directie, die het probleem der onbewaakte
overwegen maar laat zooals het is en, c- danks
de zich herhalende ongelukken, in haar onver
antwoordelijke houding volhardt
Sommige leden gaven in overweging een
commissie te benoemen om het vraagstuk der
veiligheid op onbewaakte overwegen te onder
hoeken.
Van verschillende zijden werd aangedrongen
op een statistiek van verkeersongevallen, waai-
bij niet alleen aan de ongevallen op dc spoor
wegen, maar evenzeer aan die bij het auto-,
autobus- en tramverkeer werd gedacht.
Sommige leden maakten de opmerking, dat
het aantal treinen op Zondag in den winter-
dienst 1927—1928 vermeerderd is.
Sommige leden gaven wederom als hun mee
ning te kennen, dat de instandhouding van drie
verschillende rijtuigklassen onnooddg is. Ver
scheidene leden betreurden, dat de Nederl
Spoorwegen zijn overgegaan tot verhooging
van het tarief voor gezelschapskaarten voor
schoolkinderen. Gewezen werd op de voor de
Limburgschc industrie onbillijke regeling van
dc tarieven voor het steenkolenvervocr. Aan
gedrongen werd op het inleggen van Zaterdag
middagtreinen, zooals ook in Zwitserland ge
schiedt. Verscheidene leden drongen er op
aan in meer doorgaande treinen naar het bui
tenland 3e kl. rijtuigen te laten loopen. Vele
leden drongen er op aan, 3e kl. Toizigcrs ook
in de restauratierijtuigen toe te laten.
Eenige leden betreurden het, dat aan het per
soneel en zijn organisaties nog steeds geen
enkele invloed wordt toegekend op de be-
drijfszaken buiten de arbeidsvoorwaarden. Ver
schillende oudere personeelsbelangen werden
bepleit.
Met het oog op de bevordering van het
vreemdelingenverkeer meenden eenige leden
in overweging te moeten geven weer evenals
vroeger over te gaan tot het aanbrengen van
meer stationsversiering.
Eenige leden drongen er op aan om in het
belang van de scheepvaart den tijd voor het
openstellen van sommige.spoorbruggen te ven
ruimen. Men dacht b.v. aan de spoorbrug ovei
de Singelgracht te Amsterdam. Gevraagd werd
of het geen bezwaar zal opleveren, dat de
spoorbruggen te Haarlem, bij de Vink en bij
Delfshaven zooveel langer gesloten zullen zijn,
nu de lijn Amsterdam—Rotterdam na de eleo
trificatie zooveel drukker bereden wordt.
Gevraagd werd, of na de plaats gehad heb
bende electrificatie van de lijn Amsterdam-
Rotterdam de contróle bij den uitgang van dc
stations aan die lijn niet kan vervallen door
haar te doen geschieden in de treinen. Met het
oog op de veiligheid van het verkeer waren
sommige leden van meening, dat het wen-
schelijk is, op de electrische treinen niet langer
te volstaan met één wagenvoerder.
Verschillende leden wezen op de volstrekte
ontoereikende spoorwegtocstanden in en om
Rotterdam.
Sommige leden vestigden de aandacht op de
zeer primitieve beveiligingsmiddelen bij de in
tercommunale tramwegen, waarvan het onge
luk te Laren met de Gooische stoomtram het
gevolg is geweest.
DE NEDERL.
PROTESTANTENBOND
HET AFGELOOPEN BONDS)AAR
CONCURREERENDE LICHAMEN
Ofschoon het Jaarboek van den Ned. Pro
testantenbond nog niet is verschenen, is de
N.R.C. op welwillende wijze in staat gesteld,
ook dit jaar wederom aan den vooravond van
de jaarlijksche bondsvergadering aan de offi-
cieele gegevens een overzicht te ontleenen onv-
trent den staat en de werkzaamheden von het
betrokken lichaam en zijn verschillende or
ganen.
De toestand van den bond bleef in het atge-
looj>cn hondsjaar vrijwel stationnair; het
bondsleven had een rustig en vredig verloop en
werd ditmaal door geen schokkende gebeur
tenissen of crisissen onderbroken. De meest
besproken daad was van administrotieven
aard: de kringvorming werd toegepast met
het gevolg, dat twaalf kringen hebben verga
derd. Met het oog op deze wijziging zijn er dit
jaar twee algemeene vergaderingen gehouden
in plaats van één.
In verband met het streven -haar „kerkhou-
den", waarover in het vorig hondsjaar zooveel
is te doen geweest, is het niet zonder beteeke-
nis, dat drie afdeelingen wederom een eigen
kerkgebouw in gebruik hebben genomen, n.l.
Bloemendaal, Sessenheim en Laren-Blaricum
en dat Hilversum een plan tot een dergelijke
stichting voorbereidt.
De doopsbediening buiten de officieele kerk
genootschappen om blijkt ingang te vinden; te
Brielle, Maassluis, Puttershoek en Driebergen
is deze zelfstandige doopplechtigheid in het
Bondslokaal gevierd. De neiging tot het tradi-
tioneel-kcrkelijke openbaart zich mede in de
toenemende liturgische diensten, waarvan de
verslagen herhaaldelijk gewag maken.
Naast dezen traditioneelen vorm uit de hang
naar symboliek zich ook in nieuwe gebruiken,
welke allengs zich inburgeren. Zoo is het gere
nommeerde Kerstfeest aangevuld met zomer
feesten en Paaschbijeenkomsten met kinderen
op de wei. De Zondagscholen, waarvan derge
lijke feesten gewoonlijk uitgaan, hebben hier
een bloemenfeest ln kerk of lokaal gehouden,
daar een Paasch-sprookje vertoond in een
bosch, elders het Kerstfeest gesplitst doo;
's middags de banale cadeautjes-uitreiking bij
den Kerstboom te doen geschieden er»
's avonds met een liturgische wijdingsstonde
den dag op plechtige wijze te sluiten.
Ondanks de meerdere mate van zelfstandig
heid van vele der z.g. kerkhoudende afdeelin
gen, welke de geloofsgemeenschap in het
bondsleven consolideeren, is er in verschillen
de afdeelingsverslagen sprake van samenwer
king met de vertegenwoordigers der officieele
kerkgenootschappen. Zoo vinden wij gewag
gemaakt van samenwerking met de Doopsge
zinde of de Luthersche gemeente en met de
afdeeling van de Vrijzinnige Hervormden ter
plaatse, doch ook van besprekingen omtrent
zoodanige samenwerking, welke voorshands
tot geen uitkomst hebben geleid. Vaak heeft
inzonderheid met het oog op de school-cate-
chisaties federatief overleg plaats.
Een enkel geval memoreert het verslag om
trent een bondsafdeeling, die in een afdeeling
van de Vereeniging van Vrijzinnige Hervorm
den is omgezet. „Sommige afdeelingen", aldus
lezen wij in een ander verslag, „lijden onder
de concurrentie van de plaatselijke afdeeling
van dc Vereeniging van Vrijzinnige Hervorm
den. Moeilijk wordt de positie, waar de steun
van de Vrijzinnige Hervormden niet gemist
kan worden ter voortzetting van het gemeen
schappelijk werk en ter voldoening van een
maal aangegane verplichtingen en waar toch,
ondanks erkenning van den zedelijken plicht
rich niet aan den gemeenschappelijken arbeid
te onttrekken, het draagt elkanders lasten een
doode letter Is geworden, omdat men van Vrij
zinnig Hervormde zijde enkele middagbeurten
per jaar in de groote kerk van meer belang
acht dan het onderhoud van het vrijzinnig
godsdienstig leven met vereende krachten*.
De oude tegenstelling is nog niet uitgesle
ten. Behalve van concurrentie door de Vrijzin
nige Hervormden lezen wij elders van concur
rentie, welke een bondskinderkerk ondervindt
van de Arbeiders Jeugd-Centrale en van de
„Lotusklassen van de Theosophie". Dat de ra
dio een machtig mededinger tegen de lezin
gen is geworden, ligt voor de hand.
Als tegenhanger tegen de voorbeelden van
zelfstandige bondsgemeenschapsvorming kun
nen wij wijzen op een paar afdeelingen, welke
haar leerlingen na volbracht godadienstonder*
AMSTERDAM'S
RIJN VERBINDING
B EN W. HOUDEN VAST AAN
HET PLAN LIMBURG
HET KANAAL NAAR
WIJK BIJ DUURSTEDE
Naar de Telegraaf verneemt, is omtrent het
advies, dat door het gemeentebestuur dei
hoofdstad omtrent de AmsterdamRijnver
binding aan den minister van Waterstaat zal
worden uitgebracht, volledige overeen
stemming met de Kamer van Koophandel
te Amsterdam verkregen. Het advies vermeldt
uitvoerig de motieven, waarop het gemeente
bestuur gekant is tegen de plannen van dr. ir.
Wentholt (een tracé Amsterdam—Vreeswijk),
en krachtig blijft vasthouden aan het plan de'
Limburg-commissie: Amsterdam—Utrecht
Wijk bij Duurstede—Tiel.
Het zijn in hoofdzaak twee redenen, waarom
de hoofdstad aan het tracc-Limburg de voor
keur geeft. Eenerzijds de toestand die bij
Vreeswijk zal ontstaan, wanneer het plan-
Wentholt tot uitvoering komt, anderzijds dc
vaartijd Amsterdam—Ruhrort.
Vreeswijk zoo betoogt het gemeentelijk
advies is een knooppunt van vaarroutes.
Het kruisen van de Lek is déór veel bezwaar
lijker dan bij Wijk bij Duurstede, waar boven*
dien, dank zij de ligging van twee voorhavens
vlak tegenover elkander, een groote zwaal-
plaats beschikbaar is met een diameter van
250 M. Het oversteken van de Lek bij Wijk
bij Duurstede levert zelfs voor de allergrootste
schepen geenerlei bezwaren op, terwijl daaren
tegen het veel-richtingsverkeer bij Vreeswijk
het oversteken gevaarlijk en de kans op aan
varingen groot maakt. Bovendien mag niet uit
het oog worden verloren, dat men, door Vrees
wijk te verkiezen, een toestand schept, die tot
in verre toekomst beantwoorden moet aan de
eischen, zoowel van Rijn- als binnenvaart -
verkeer.
Het aantal schepen, dat Vreeswijks sluizen
passeert thans 400 per dag zal over 25
jaar tot 1000 per dag zijn gegroeid, en woat
groot f schepen slechts kunnen oversteken als
de rivier ter plaatse vrij is van binnenschepen,
meent het gemeentebestuur met klem
tegen dit deel van het plan-
Wentholt te moeten waarschuwen
AmsterdamRuhrort.
Na er op te hebben gewezen, dat bij uitvoe
ring van het plan-Limburg Vreeswijk ontlast
zal worden van het gansche AmsterdamRijn
en AmsterdamOost-Zuid-verkeer, zoodat in
Vreeswijk met één sluis en één voorhaven (dr.
Wentholt projecteert er drie) kan worden vol
staan, gnat het advies over tot een bespreking
van het tweede bezwaar: de vaartijd Amster*
dam—Ruhrort. Het gemeentebestuur ontkent
dat te dien aanzien dc beide tracé's op één lijn
gesteld kunnen worden.
Bij uitvoering van het plan-Limburg (no. 1)
komen de schepen van Amsterdam veel verder
stroomopwaarts in de Lek dan bij uit-
voering van het tracé-Wentholt (no IT). In een
cijfcr-tabel wordt het verschil in vaartijd ver
volgens uitvoerig toegelicht. Daaruit bliikt, dat
het verschil tusschen het tracé via Wijk bij
Duurstede en dat via Vreeswijk doorgaans
eenige uren zal bedragen (ten gunste van hét
eerstgenoemde) en soms zelfs een etmaal.
Het gemeentebestuur acht den voorsprong,
via Wijk bij Duurstede te verkrijgen, van zoo
veel belang, dat reeds daarom het tracé-Lim
burg wegens zijn economische voordcelen moet
worden aanbevolen.
wijs aan de kerkgenootschappen afstaan. Zoo
werden te Doesburg leerlingen tot lid van de
Remonstrantsche eri de Hervormde kerk aan
genomen en te Varssevcld dertien bonds-catc-
chisanten als Hervormd lidmaat bevestigd.
Uit de verslagen, die ook dit jaar weer ge
wag maken van allerlei takken van maatschap-
pelijken arbeid, treedt een bizondere toewijding
aan het jeugdwerk naar voren. Kinderkerken,
godsdienstoefeningen voor de rijpere jeugd en
vooral school'-catechisaties nemen steeds groo-
ter plaats in beslag. In den Haag brengt men
den achteruitgang van het aantal Zondag
school-leerlingen met den bloei van de school-
catechisaties in verband. Dit godsdienstonder
wijs wordt op de lagere en de M.U.L.O.-scho*-
len in een steeds toenemend aantal plaatsen
gegeven.
Hoeveel aandacht men in bondskringen aan
het godsdienstonderwijs besteedt, heeft het in
het afgeloopen jaar aan dit onderwerp gewijde
congres afdoende bewezen. Ook de agenda van
de op handen zijnde jaarlijksche bondsverga
dering bevat eene inleiding over godsdienst
onderwijs op de scholen en een bespreking
over de positie van de godsdienstonderwijze
ressen, waarbij het in het afgeloopen hondsjaar
te dezer zake verschenen rapport allicht tot
uitgangspunt zal dienen.
Op de vorming van leerkrachten heeft de
bond ook dit jaar weer zijn streven gericht.
Aan drie godsdienstonderwijzeressen zijn di
ploma's uitgereikt. Te Enschede, waar een
Zondagschool van T040 leerlingen door 65
leerkrachten geleid wordt, geeft men dezen
leerkrachten op hun beurt een avondcursus. In
dit verband is de poging vermeldenswaard,
welke de bond heeft gedaan, om aan te drin"
gen op paedagogische voorlichting van de
theologische studenten. Het verslag roemt de
medewerking van de hoogleeraren, maar be
treurt de ontstentenis van belangstelling voor
dit vak bij de studenten.
De Zondagscholen namen in aantal toe, te
gen 320 ten vorige jare zijn er thans 337. Het
verslag merkt op, dat men ondanks den geble
ken „onbaatzuchtigen Ijver", „hier en daar
zich er nog meer op zou kunnen toeleggen, het
Zondagschool-onderwijs te brengen in banen,
meer in overeenstemming met wat de tegen
woordige jeugd behoeft".
Met de vermelding, dat de vacantie*-kolonie
„Naar buiten" thans 64 afdeelingen telt, de
Vervolgbundel van don liederen-bundel met
een nieuwe oplage van 17.500 exemplaren
werd vermeerderd en dat de Vereeniging van
Vrijzinnig Godsdienstigen voor Militairen en
Militaire Tehuizen haar tienjarig bestaan vier
de, meenen wii dit overzicht te mogen beslui
ten.