DONDERDAG IÏÖ NOVEMBER WEER 99 Zendt tijdig Uw „KEITJES" in. KINDERPOSTZEGELS EN KINDERBRIEFKAARTEN voor de weldadigheid VERKWISTING VAN OPEN BARE GELDMIDDELEN de regeering in gebreke gesteld DE NEDERLAND SCHE VLOOT verzet van transportarbeiders OPEN VE. STERS IN SPOORWEGRIJTUIGEN een oplossing aan de hand gedaan een nieuwe iindustrie -;V- f-.'V-is -:<vr KEITJES Van 15 December a.s. tot cn met 14 Januari 1928 zullen aan de postkantoren wederom wel dadigheidspostzegels voor het kind verkrijgbaar zijn. Evenals in het vorige en het daaraan voorafgaande jaar is de opbrengst bestemd voor de instellingen, welke arbeider» voor het bescherming- en hulpbehoevende kihd. Uitge geven worden, gelijk wij reeds meldden, vier zegels met frankeerwaarde van 2, 5, 7l/t en 15 cent, voor resp. 4> 8, 11 en 18 cents. In deze zegels vindt men wederom de wa pens van vier provinciën verwerkt, ml. Drente, Groningen, Limburg en Overijsel, hiermee is de reeks d«r elf provinciën voltooid. De ont werpen voor deze elf zegels zijn alle van de hand van Ant. Molkenboer. Op alle ziet men behalve het provinciale wapen een teekening van een bloom of plant. Reeds bij het verschijnen van de eerste drie zegels dezer serie provinciale wapens in 1925 is een uitleg van den ontwerper gepubliceerd dat de illustreerende bloemen en planten bij de provinciale wapenschilden geïnspireerd wa ren door de heraldische eigenaardigheid, dat vele landen landstreken of geslachten bij hun bekend blazoen nog een bepaald herkennings- teeken voeren de leliën der Bourbons, de kla ver der Ieren, de roos der Tudors enz. zijn genoeg bekend. Dit werd het uitgangspunt; echter slechts enkele onzer provinciën geven zulk erkend motief. Om deze bloemen- en plantenzegels te kunnen voltooien heeft de ont werper een stel zorgvuldig opgebouwd en pas thans, nu dit jaar (December 1927) de laatste zegels het geheel ven elf zullen completeeren, kan overzien worden hoe de ontwerper, kiezend tussehen de vele gegevens, die land en ge schiedenis hem boden, zijn taak heeft voltooid, waardoor tevens uitkomt hoezeer deze post zegels zijn echt Nederlandsche. De elf proi'in- cfën vormen tezamen het Koninkrijk Nederland en de ontwerper heeft aldus die provinciale zegels willen zien als één geheel, d.w.z. de ge kozen motieven vullen elkaar aan cn symboli seren samenvattend de meest karakteristieke gesteldheid van ons „lage land bij de zee". Want al zijn de zegels klein naar het opper vlak, de groote, decoratieve lijn, waarnaar on ze huidige tijd streeft, wordt bepaald door den opzet en niet door grootere of kleinere maten. De elementaire motieven von land, water en geschiedenis zijn aldus verwerkt Land 1. vet weilandgras met boterbloemen (landbouw, veeteelt), Groningen. 2. heidegrond heidebloem, Drente 5. kolcngrondhet zwarte goud, ford van Limburg. Water 4. zeemotiefwitgekuifdc golven met zwal pend zeewier (storm op zee), Zeeland. 5. riviermotlofstroomend water met wui vend riet (water en wind), Overijsel. 6 binnenwatermotiefde drijvende water lelie der stilstaande plassen, Friesland. 7. bevroren waterijskristallen, sneeuw* bloem (koude en grijze mist), Utrecht. Historische motieven 8. de lelie var. Genoveva van Brabant (Ka- rel de Groote-tijd), Brabant 9. de mispel der Geldersche hertogen (gra ventijd), Gelderland TO. de oranje-appel der Oranjes (stadhou- derstijd) Noord-Holland TT de roos (koningsmotief uit den Holland- schen tuin koninkrijk) Zuid Holland. Bovendien is een herinnering aan onzen vóór-Christelijken tijd aangegeven in het ijs- bloemzcgel, waar de Germaanschc sneeuwgod het motief suggereerde (Utrecht), Het vorige jaar nam de Ned. Bond tot Kin derbescherming ©en proef met de uitgifte van een serie prentbriefkaarten, ten bate van het zelfde doel als dat der postzegels. Men herin nert zich de zes kindervoorstellingen uit schil derijen van Jan Steen. Deze proef is boven ver wachting geslaagd en de Bond heeft daarom dit jaar opnieuw een reeks kaarten laten druk ken, wederom kinderafbeeldingen, ontleend aan oude Hollandsche schilderijen. De reeks heeft de volgende nummers 1 Michiel Sweerts, slapende jongen, frag ment uit een Italiaansch landschap in het Mau» ritshuis. 2. Gerard Dou, meisje bij de wieg; fragment uit het bekende schilderij „De jonge moeder" uit hetzelfde museum. 3. Gerard ter Borch, moeder en kind, uit het Mauritshuis 4. Frans van Mieris de oude, de bellenbla zer, uit het Mauritshuis. 5. Johan van Staveren, jongen in een toog, uit het museum Bredius, 6 Gerard ter Borch, jongen met hond, uit de oude Pinakothcek te München. De kaarten zijn in lichtdruk uitgevoerd door de drukkerij Th. van Hemert en Zn. te Oos terhout. Zij zullen, evenals het vorig jaar de Jan Steenkaarten, verkrijbaar zijn bij de propogan- dacomité's voor kinderpostzegels, waardoor de kosten beperkt blijven tot die van drukken en verzenden De prils is wederom gesteld op 35 cent per serie: d^ze maal wordt geen prijs vermindering toegestaan aan hen. die tevens postzegels koopen. SCHOOLWEELDE TE OOTMARSUM De raad van bestuur der Nationale Unie heelt deaa ndacht van minister De Goer gevestigd op „een markant geval van bij de tegenwoor dige ontreddering der financiën, naar het voor komt, onverantwoordelijke verkwisting dei openbare geldmiddelen" en wel in verband met de omstandigheid dot, het beleid der afzonder lijke departementen inzake het onverzettelijk tegengaan van verkwisting als de toepassing mag worden beschouwd van een homogene ka- binetspolitiek. Het gevel dan betreft de gemeente Ootmar- sum, een enclave van ongeveer 2 H.A. in de gemeente Denekamp met een bevolking van omstreeeks T500 zielen, die een zóó geringe mate van welstand geniet, dat de opbrengst van de 100 opcenten op de vermogensbelasting over 1926 beneden 450 is gebleven en slechts één inkomen de f 4000 te boven gaat. De ontreddering van haar financiën schrijft de Nat. Unie in de eerste plaats toe aan de onoordeelkundige administratie van de gemeen telijke electriciteitsvoorziening en den bouw van een nieuwe bizondere R.-K, lagere meisjes school ter vervanging van een alleszii.s vol doende reeds bestaande soortgelijke inrichting, die thans als bewaarschool dienst doet De schuldenlast per I Januari T927 s'eeg daardoor tot f 121,943 en heeft een dienover eenkomstige stijging van den belustingchuk met zich medegebracht. Over 1926-1927 weid in Ootmarsum geheven G14 gemeentelijke inkomstenbelasting, benevens het maximum aantal door de wet toegelaten oprenten op alle directe rijksbelastingen. Ondanks deze buitengewone maatregelen blijft het bezwaarlijk de uitgaven door de in- komsten te dekken met 1 Januari 1927 motst voor rente en aflossing van schulden f 16,370 op de begrooting worden gebrach: terwijl dt. toteol-opbrengst der gemeentelijke inkomsten belasting over 1927 op f 15,340 geraamd werd. Thans dreigt deze verarmde gemeente finan cieel volkomen te gronde te worden gericht. Doch instede van strenge bezuiniging valt nieuwe verkwisting te constateeren, doordat weer geheel overbodig werd besloten medewer king te verleenen tot .den bouw van een nieuwe school op een terrein, dat aan de bestaande openbare school vrijwel aansluit, wat de ge meente Ootmarsum een nieuwe uitgave oplegt van 48,000, waardoor de schuld opnieuw met 30 verhoogd is. De burgemeester ^c-eft dit besluit wJ aan d*. Kroon ter vernietiging voorgedragen, doch aan flezfi voordracht is tot dusver geen gevolg ge geven, en de gebruikelijke schorsing van het raadsbesluit hargende het onderzoek is achter wege gebleven De Raad he« it tem 19 'Augustus besloten over 13 gaan tot een gt-ldlecning van ƒ37,000 en het ki'kbestuur moet reeds den grani heb» ben aangekocht nog vóórdat de schooloan- vrage in den Raad ook rog maur besproken was. Tegenover zoo o. verantwoordelijke verkwis ting ziet de Not. Unie de hoogere instanties tot ingrijpen bevoegd verplicht. De Nat. Unie vraagt nu den minister a. Waarom op de voordrucht van den bur gemeester van Oolmn-sum tot vernieiiging van het raadsbesluit van 31 Mei T927 geen vernie tiging is gevolgd? Waarom, hangende het on derzoek, geen schorsing van bedoeld besluit is bevolen? of bedoelde voordracht de Kroon langs den regelmatigen weg heeft bereikt? b. Waarom Gedep. Staten van Overijsel tot dusver niet aan hunne wettelijke verplichting tot ingrijpen hebben voldaan? c. Waarom, nu Gedeputeerde Staten niet hebben ingegrepen, de ministers van onderwijs en van binnenlandsche zaken en landbouw, niet, ter correctie van deze instantie, proprio motu dit besluit van den Raad van Ootmarsum aan de Kroon tot vernietiging hebben voorgedra gen? d. Is de minister bereid, teneinde den kwa den schijn van conniventie der controleerende instanties met deze verkwisting te vermijden, alsnog zijn invloed te doen gelden tot onmid dellijke schorsing van het betrokken raadsbe sluit, opdat op deze aangelegenheid niet -ordes gepraejudicieerd worde? In verband met het feit dot bevoordeeling van het bizonder onderwijs boven het open bare, tot een nieuwen schoolstrijd moet le'den en het bizonder onderwijs de liefde en steun des volks, die het groot maakte, doen vorlie- zen, is deze locale aangelegenheid van typische en derhalve algemeene bcteekenis. De sloffe gang der administratie, oa. blij kende uit het vervagen, zelfs van de door het laatste parlementaire kabinet gestelde normen van bezuiniging inzake het nationaal onder wijs, rechtvaardigt, naar het inzien der Natio nale Unie, het groeiend verlangen naar de for matie van 't nieuwe parlementaire meerder heid, die het optieden eener sterke, verant woordelijke. nationale resreerirux zal mogelijk maken. HET KLEURLINGENV RAAG STUK Het hoofdbestuur van den centralen bond van transportarbeiders heeft „in de ernstige gevolgen, welke tewerkstellen van kleurlingen op de Nederlandsche vloot medebrengt, zoo wel voor de veiligheid aan boord der schepen onder Nederlandsche vlag als voor de wel vaart van een groot aantal Nederlandsche zee lieden", aanleiding gevonden zich te wenden tot de regeering, de Statem-Generaal, de ge^ meenteraden van Amsterdam en Rotterdam en allen, die belast zijn met eenige verantwoor delijkheid in het Nederlandsche koopvaardij- bedrijf, om de aandacht te vestigen op de vela wantoestanden, welke zijn ontstaan. Aan het uitvoerige betoog ontleenen wij het slot: De schepenwet schrijft sub h. van art. 4 voor, dat de schipper verplicht is, alvorens met zijn schip een reis te ondernemen, te zor gen dat het schip behoorlijk bemand is en het personeel lichamelijk geschikt "is om het schip veilig over zee te brengen. Het komt op de interpretatie van deze bepa ling aan. Welnu, het is wenschelijk, ja noodzakelijk, dat de Scheepvaart-inspectie aan deze bepaling eens wat meer aandacht schenkt en wel dege* lijk een regelmatig onderzoek instelt naar de geschiktheid der gekleurde bemanning. Eén der meest elementaire eischen daarbij is we), dat de opvarenden do commando's kunnen verstaan in de taal, waarin deze gegeven be- hooren te worden, d.w.z. in het Nederlandsch op een schip onder Nederlandsche vlag. Voorts een nauwkeurig toezicht op het oefe nen der reddingbooten met Chincezen en Las karen. Het ware daarnevens wenschelijk zop spoe dig mogelijk maatregelen tc treffen, dat een overeenkomst, welke namens dc gekleurde schepelingen wordt aangegaan ter contróle bekend wordt gemaakt, terwijl de uitbetaling van gage aan anderen dan de gemonsterden verboden wordt. Tegenover de ongunstige elementen, welke onder de Chineezen worden aangetroffen, die nen op grond van de vreemdelingenwet montw regelen te worden getroffen. Het aan den wal zetten van Chincezen en Laskaren vooral ook door schepen onder vreemde vlag moet worden tegengegaan, ter wijl het hoog tijd wordt, dat de Chineezenlo- giezen zoowel te Amsterdam als te Rotterdam danig onder controle komen, niet slechts van de politie, maar ook van de volksgezondheid. Dit kan men bereiken door voor het ;houden van logiezen speciale voorschriften vast te stellen, opdat de onhoudbar© en onhygiënische toestanden kitnnen verdwijnen. Ten slotte zij der regeering aanbevolen, het initiatief te nemen tot het onderzoek naar de vraag, op welke wijze het mogelijk zal zijn, de door de recderijen aan te voeren bezwaren te gen het wederom varen van Nederlandsche zeelieden, op te heffen. De medewerking van de organisatie der zee lieden worde bij voorbaat toegezegd, mits dit onderzoek volkomen objectief en met mede werking van de betrokkenen wordt ingesteld. Het lijkt niet overbodig ten slotte nog eens duidelijk ons standpunt tegenover de kleurlin gen uiteen te zetten. Wanneer de kleurlingen komen als vrij ar beider op de vrije arbeidsmarkt en zij zich aanbieden tegen voorwaarden, welke niet on gunstiger zijn, dan de geldende, don zou tegen dit aanbod onzerzijds geen bezwaar worden gemaakt. Tegen het varen van negers, halfbloeden uit Amerika enz., is nimmer bezwaar gemaakt. Het gaat er ook niet om, zeelieden van andere nationaliteit van de vloot te weren. Maar wel gaat het bezwaar tegen de Chincezen en Las karen, omdat zij georganiseerd tegen lager conditie op de vloot worden geïmporteerd. Wij verzetten ons tegen den handel in Chi neezen en Laskaren. Wij verzetten ons tegen het varen met een bemanning welke niet on der alle omstandigheden voor haar taak bep rekend is. Wij zijn ervan overtuigd, dat wanneer de Chinees en de Laskaar komen als vrij man op de vrije arbeidsmarkt in eerlijke concurrentie met den Nedcrlandschen zeeman, deze laatste zijn plaats niet zal behoeven af te staan. Thans wordt de Chinees en de Laskaar be schermd op een hoogst onbillijke wijze. Het is geen loyale concurrentie. Daartegen gaat ons verzet. Wij doen een beroep op de regeering, de Staten-Generaal, de gemeenteraden van Rot terdam en Amsterdam en allen, die in het koopvaardijbedrijf verantwoordelijkheid dra gen, om het door ons aan de orde gestelde vraagstuk onbevangen te bezien. Wij zijn ervan overtuigd, dat welbegrepen inzicht in de volkswelvaart er toe zal leiden, dat de onrechtvaardige bevoordceling van de Chineesche en Laskoarsche crew don zal op houden Dat er een eipdc zal worden gemankt aan den slavenhandel, zooals deze thans g»- dreven wordt en dat er vooi den Nederland- schen zeeman wederom een „job" zal te vin den zijn. EEN OPEN VRAAG Wij hebben de vorige week een bericht op genomen, voorzien van een aonteekening van de directie der Nederl. Spoorwegen dat be trekking had op het al of niet geopend zijn van vensters in spoorwegrijtuigon. De vraag waar het over liep was deze: moet op verlangen van één of meer der rei zigers in een spoorwegcoupé het venster aan de niet-windzijde open staan of wel heeft één of meer der reizigers het recht te eischen, dat ook dit venster gesloten blijve. Men achtte deze vraag eigenlijk geen vraag meer, zoodra men het Algemeen Reglement op het Vervoer maar naslaat en daar van het in art. 11 sub 11 bepaalde kennis noemt„De vensters moe ten, wanneer één of meer der reizigers het verlangen, aan de windzijde gesloten zijn". Daaruit werd afgeleid dat de vensters aan de niet-windzijde, wanneer één of meer der reizigers het verlangen, geopend moeten zijn. Het wil ons voorkomen, zoo wordt nu aan de Maasbode geschreven, dot degene, die deze conclusie uit het geciteerde artikel trok, blijkt van uitleg van wetten, verordeningen en regle menten niet zijn dagelijksch werk te maken, misschien zelfs er heelemaal geen kaas van gegeten te hebben. Immersover de ven sters aan dc niet-windzijde zwijgt juist Kct geciteerde artikel in alle talen, terwijl er verder in het he^le reglement geen enkel ar tikel te vinden is, dat oVer deze druk-bedis* cussieerde vensters spreekt. Een argument a controria is uit de geciteerde bepaling al even min te putten voor het geopend blijven der vensters aan de niet-windzijde. Dit zou wel het geval zijn, indien dc mcnschheid het eens was over de vraag, wat dc normale stand van een venster is: epen of gesloten.,. Immérs, dan kqn men zeggen zoodra omtrent een venster niets is bepaald, blijve het in zijn nórmalcn stand en is er algemeene overeenstemming noodig, om den abnoimalen stand te sanctionneeren. Maar helaas, over dc kwestie van den norma len stand van een venster, heerscht nu juist geen eenstemmigheid Het vraagstuk is dus nog niet opgelost en er zullen nog steeds twistende reizigers en bemiddelende conducteurs blijven, zoolang het Reglement deze materie niet afdoende regelt. Is dit mogelijk Getuigt niet juist het feit, dat deze kwestie, waarop ongetwijfeld toch bij het samenstellen van het reglement de aandacht gevallen is toen de regeling voor het sluiten der vensters aan de windzijde werd gemaakt, niet geregeld is, dat men het te moeilijk vond hier een olgemcenen regel te stellen Ongetwijfeld is hier botsing van belangen de een verlangt vcrsche lucht, de onder bei vrijd van tocht te blijven. Wanneer de een de lucht versch genoeg acht, vindt de ander er reeds een bedenkelijk „luchtje" aan, terwijl de een reeds over tocht klaagt als de ander 't lekker frisch noemt. Dergelijke menschen tot elkaar te brengen de practijk in de spoorwegcoupé's bewijst het is een onmo gelijkheid. Dit ligt niet uitsluitend aan de on verzettelijkheid der betrokkenen, aan de sport om hun zin door te zetten, of aan den onwil, om ter wille van een ander nu eens een klein ongemak te verduren. Neen, de hardnekkig heid, waarmee de strijd gcvoeid wordt en de diepe overtuiging, waarmede wederzijds de ar gumenten worden aangevoerd dikwijls met een geheel onhollandsche hartstochtelijkheid wijzen er op, dat Holland bewoners heeft van gansch verschillende constitutie. Er zijn er die in een ecnigszins onfrisscho atmosfetr subiet dreigen te stikken, er zijn er die bij den geringsten frissche-luohtstrooro een kou te pakken krijgen, bronchitis, long ontsteking en andere akelige kwalen opdoen en eveneens het leven er bij inschieten. Het aantal der regelmatig op reis zijnde Ne derlanders, dat zijn jaarlijksche of halfjaarlijk- sche influenza aan een open raampje van eer, spoorwegcoupé te danken heeft, is niet gering En een flinke verkoudheid of influenza is nu eenmaal iets, dat niet alleen op zichzelf hoogst onaangenaam is en iemand dagenlang uit zijn werk kan houden, maar dat bovendien niet zel den ernstige gevolgen na zich sleept. Naast de normale menschen, die vatbaar zijn voor den invloed van een koude-lucht- stroom, moeten bovendien nog genoemd wor den de kleine kinderen, dc reconvalescenten, de in ons land zoo talrijke lijders aan rheu- matiek, allen personen van een meer dan ge wone vatbaarheid en die toch ook bescher ming verdienen. Is er werkelijk geen weg te vinden om hel elk naar den zin te maken om de vcrsche» luchtmaniakken met vollen teugen de heerlijke buitenlucht te laten inademen en de brocikas- menschjes behoedzaam bij elkaar in glazen doosjes te pakken Wc mcencn van wel. Men heeft reeds twee soorten coupé's rook- cn niet-rookcoupé's. Wanneer men nu de vookcoupé's, waar de meeste behoefte bestaat aan luchtverversching, eens proclameerde tot „opencoupé's", waar één reiziger reeds hei recht heeft, te eischen, dat het venster aan de niet-windzijde open staat. En de niet-rook-^ in limburg. Fabricage van kunstdarmen. „Limburgsch Dagblad" meldt, dat Zaterdag een bespreking heeft plaats gehad op initiatief van den burgemeester van Amstenrade, 'van den directeur der Rijn-Maashypotheekbank te Vaals met medewerking von het fonds voor sociale instellingen der staatsmijnen, waarbij men er in slaagde de Rheinische Parasin Werke te Bonn te doen besluiten haar zetel en werkkring naar Amstenrade over te brengen. In deze fabriek, waarin kunstdarmen worden vervaardigd, zullen eerst veertig en later en kele honderden dochters van mijnwerkers te werk kunnen worden gesteld. Dit is de eerste industrie in dc mijnstreek, die werk aan vrouwelijke arbeidskrachten zal verschaffen. VISCHVERG1FTIGING. Bedorven makreel- Door den heer G. S., wonende aan dc Fre- dcrikstraat te den Haag, werd Zaterdag aan gifte gedaan, dat in het huis van den heer va*i T. aan de Frederikstraat zich verschijnselen van vergiftiging hebben voorgedaan. De geneeskundige dienst, die een onderzoek instelde, constateerde, dat zich verschijnselen van lichte vischvergiftiging voordeden bij den heer van T., diens echtgenoote on beid» zoons. Vermoedelijk heeft het gezin bedorven mn- kreel gegeten, tengevolge waarvan zich dfc verschijnselen openbaarde. De geneeskundige dienst oordeelde echte* opname in het ziekenhuis niet noodzakelijk. Ook tc Rotterdam hebban zich na het eten van makreel verschijnsel n van vergifti ging voorbijgegaan bij 'n I3-t personen, wie*" toestand gelukkig niet ernstig is. een brutale aanrander. Zaterdagochtend, omstreeks half twaalf, ver voegde zich ten huize van don heer H. van de Rozenstraat te Den Haag een man van on geveer 26 jaar, die aan het dienstmeisje zeide, dat hij een pakje aan den heer des huizes had af te geven. Het dienstmeisje zcide, dat mijnheer niet thuis was. Toen de man dit hoorde, deed hij eenige stappen naar voren en greep het meisje onver wachts bij de keel en trachtte haar op den grond te werpen Het meisje verzette zich en begon luidkeels te gillen. De man vond het toen maar geraden er van door te gaan. Men heeft hem tot op heden niet kunnen opsporen. Het pakje bleek een steen te bevatten. DE OPVOLGER VAN LUIT.-GENERAAL QUACK. Naar de Msb. verneemt zal binnenkort de kolonel M. Belzer, commandant van de II© Infanterie Brigade tc Ede benoemd worden tot lid van het Hoog Militair Gerechtshof te 's- Gravenhage. coupé's dan tot „gesloten coupé's" waar één reiziger reeds het recht heeft te eischen, dat het venster aan de niet-windzijde gesloten blijft. Voor het openen van het venster aan do windzijde blijft in beide soorten coupé's de toestemming van allen noodig. De versche luchtmaniakken vinden dan hun gading, de brociplantjcs evenzeer. Of zoodoende een ideale toestand gescha pen wordt Geenszins. Deze zou pas komen met open en gesloten rookcoupé's en open én gesloten niet-rookcoupé's. Veegt men dan nog daarbij open en gesloten domes-coupé's dan kreeg men zes soorten en zou de trein in den regel juist vertrekken, wanneer een reiziger uit deze zes soorten, verdeeld over drie klassen, alzoo achttien soorten, er eindelijk in geslaagd was, dc hem passende soort, te vinden. Een ideale oplossing is daarom niet steeds een practisch uitvoerbare. Dat is echter do boven aangegevene wel. Vooreerst toch zou dan in het vervolgvoor de thans geregeld voorkomende meeningsverschillen geen' plaats meer zijn. En vervolgens zouden de moeilijk heden aanzienlijk worden gereduceerd. Wie don „gesloten" wilde reizen moet zich ler wille daarvan maar een paar uur rooken ontzeggen. En wie bij een open raam wil zitten moet een rooker bij zich kunnen verdragen, die trou wens door het open mam niet zoo hinderlijk is Is de tabaksrook hem te benauwend: hij kieze van twee kwaden het minste en zich in een gesleten compartiment

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1927 | | pagina 6