AMERSFOORTSCH DAGBLAD D E E E M L AND ER" -a,e,da910 Decemlfer 1927 AMERSFOORTSCH DAGBLAD TWEEDE BLAD. IN HOOPVOLLE SPANNING s Leelfhs taisdaanslag WILLEM GROENHUIZEN Laogeslraat 43 -- Telefoon 528 Gouden Trouw- en Verlovingsringen. Prima Medicinale Levertraan -- Scott's Emulsion Levertraan Emulsie B. en S. A. v. d. WEG. LANGESTRAAT 23. ZOEKT GIJ WERK? HELPT U! BINNENLAND. UIT DE STAATSCOURANT FEUILLETON. ONRECHTMATIG BE3T. 269 laargang Mo 139 Einde Augustus kondigde dr. A. R. Zimmermen, oud-burgemeester van Roller* dam, in een hoofdartikel in „De Telegraaf' aan, dat allen, die het wel meenen met het land en die de euvelen kennen, waaronder het lijdt, „in hoopvolle spanning" uitzien naar de millioenenrede en naar de staats- begrooling voor 1923, Zij verwachten, om dat zij weten dat de geldmiddelen van den Staat beheerd worden door een ernstig, rechtschapen man, die niet jaagt naar volks gunst, maar bezield is met den wensch, het openbaar belang naar beste weten te dienen", dat in die beide vraagstukken maatregelen zullen worden aangekondigd, die er een einde aan moeten maken, „dat Nederland in gelijken zin boven zijn krach* ten leeft". Zagen inderdaad zoorelen in hoopvolle spanning naar de millioenenrede uil? En zoo ja, met recht? De belastingen te on zent zijn te hoog; daarover zijn wij het alle* maal eens. Aangenaam ware het, els onze belastingbiljetten lagere cijfers gingen aan wijzen. Maar niet alleen aangenaam voor de belastingbetalers, ook en dit is van veel grooter belang! van economisch voor deel zal het zijn, wanneer het oogenblik is pangebroken, dat wij minder voor de fis cus behoeven op zij te leggen, en meer kunnen aanwenden voor belegging in pro ductieve ondernemingen (is werkelijke kapitaalvorming). Maar gaat het aan, gelijk dr. Zimmer man doet, de oorzaak van de hooge be lastingen te zoeken vóór alles bij de „te dure publieke huishouding"? Alleen van wijziging daarin eischt hij verbetering. Gelukkig, hij ontkent niet, dat de oorlog, die de mobilisatie meebracht en de distributiemaatregelen noodzakel.ik maakte, ons schatten geld heeft gekost- Daar vandaan immers de on'zettende toe- neme van onze Natie na le schuld, waarvan jaarlijks rente moet betaald worden en waarvan jaarlijks een gedeelte moet wor den gedelgd. Daartoe dienen in de eerste plaats de verdedigingsbelastingen. Wel heeft tot tweemaal toe de Vrijzinnig-Demo cratische fractie uit de Tweede Kamer een wetsvoorstel ingediend, om door een hef fing-ineens een aanzienlijk deel van die mobüisatiesrhuld af te schrijven, de laatste keer zou zulks een hudgetverlaging van on geveer honderd millicen gulden hebben te weeg gebracht. Maar juist de vrienden van dr Zimmerman hebben zich daartegen het felst verzet: zij wilden liever over een lan^e reeks van jaren die verdedringsbelastingon afbetalen. Dan hebben zij in de laatste plaats het recht zich over den zwaren be lastingdruk te beklagen. Mag dr. Zimmer man zwijgen over de naweeën van den oor log? Nederland, dat geen schot loste, geen men over zee vervoerde, geen schade leed en geen dooden of gewenden te betreuren had, ondervindt reeds jaren langer RECLAMES. Van 1- 4 regels 1 4 05 elke regel moer KaJMF JKfWfllMJgYhr». HfiVMT ontsiert het gelaat. Onaangenaam ruiken uit den m«>nd is weerzinwekkend. Pezeschoonheidsgebro- fcen worden spoedig verholpen doorliet poetsen met heerlyk verfris^ciiende l'liloro<lout Tauri- ftLsiiu De tanden krj gen een schitterenden, ivoor- Icurigen glans.ook aan de zykanten,by gelyktydig gebruik v?n den speciaal voor dit dool geschi'kten <'litoro<!oiif raiMlciiltorslc!. waarop de haren in den vorm van de tanden geplaatst zyn. Rottende spysresten, welke onvermydelyk tusschen de tanden acbterblyven en de hoogst onaangename lucht veroorzaken, worden geheel verwyderd. Probeert U eerst een kleine tube van 35 cent in verpakking niet gnrantiestrook en nteis eskopje. t'lihiroihiiil Tnii4i<*nt»orstel voor kin-leren 46cent. voor dames (middelbard haar) Töcent, voor heeren (hard haar) 75 cent, in de bekende lauw. groene 1'UIoi-imIou l-doos. Alom verkrygbaar 65 mm dan de geheele oorlog duurde, de nadeelen van valutacrises bij de oorlogvoerende lan den, gevolg van oorlogsschulden, oorlogs schattingen en wat dies meer zij. De weik- loosheid, die daarvan een gevolg is. vra-agt nog steeds aanzienlijke offers van de schat kist. Of wil dr. Zimmerman die uitgaven maar eenvoudig schrappen? Dat is wel radi caal. Maar of daardoor het welzijn van het volk wordt gebaat is te betwijfelen. De malaise in vele bedrijven is nog steeds een feit. Men mag zulks bejammeren; de oogen ervoor sluiten is ware struisvogel politiek. Intusschen de dure publieke huis houding staat in verband met den oorlogs toestand. Toen de overheid door de om standigheden gedwongen ingreep op ge bieden, waar zij voorheen nooit ingreep dus ook wel misgreep waren vele nieuwe ambtenaren noodig; inderdaad, die zijn niet allemaal aan den dijk gezet, toen hunne diensten niet meer verlangd werden. Reeds vóór eenige jaren bepleitte mr. Marchant in de Tweede Kamer, het aantal ambtenaren te verminderen, door openvallende plaat sen niet meer te vervullen, toen heette dat het „stelsel der stelselloosheid", nu bepleit dr Zimmerman hetzelfde systeem. Echter dr. Zimmerman gaat verdar. Mr. Marchant beoogde uitsluitend het aantal ambtenaren, dat door de buitengewone om standigheden buitengewoon was toegeno men, tot normale afmetingen terug te bren gen. Dr. Zimmerman daarentegen gebruikt de te dure huishouding cm een aanval te doen op de hoedanigheid der ambtenaren, wier aantal te groot en wier arbeidsduur te gering is. Bij die ambtenaren moet de op lossing gezocht worden, om tot belasting verlaging te geraken, bij die ambtenarea wier bezoldiging „te hoog" en wier arbeids- verrichting „te gering" is! Dat is kras gezegd. Het is gemakkelijk gezegd, cf te geven op de „te geringe arbeidsverrichtinj" der ambtenaren. Maar is het in zoo algemeenen zin, juist ook? .Ja, van die Haagsche departementsambtenaren hooren we vaak rare dingen! Het raipport van de Rekenkamer is ook geen stuk, om ons vertrouwen in die heeren te versterken. Maar het geeft dr. Zimmerman nog niet het recht te generaliseeren en nota bene alle rijks- en gemeente-ambtenaren excusez du peu! „te geringe arbeidsverrichlin? te verwijten". Bn de bezoldiging? Is die vol strekt te hoog? Laat dr. Zimmermen eens aan de hand van de bezoldigingsschaal na gaan, hoeveel ambtenaren van hun salaris met hun gezin in weelde baden? Wij voor spellen dat hij slechts een heel klein aan tal uitzonderingen zal bijeenbrengen. De ambtelijke arbeid is in de samenleving on misbaar, dan verdient zij ook waardeer.ing en redelijke honoreering. Die ambtenaren ook! Die zijn maar goed. onnoodige subsidies uit te denken. Daarom dienen „verscheidene subsidies kortweg ge schrapt te worden" en „aan eiken nieuwen aandrang om verhooginj van credietdient met beslistheid te worden weerstand ge boden. Dus zonder nader onderzoek of die credietaonvragen de strekking hebben de olkskracht, de welvaart te verhoogen? Maar waar komt die aandrang om verhooging van crediet vandaan? Zoo m3ar uit het brein van zoo'n vermaledijde ambtenaar? Het rij zoo. Het parlement leent er toch in elk ge val zijn goedkeuring aan. Alle maatregelen, die op den duur de welvaart zullen bevor deren, kosten geld. Maar het mag voortaan niet meer, omdat dr. Zimmerman en de zijnen vergeten zijn den verstandLen raad an Coen: „de cost gaet voor de Baet uit". Zeker er worden vaak uitgaven gedaan, die o. i. beter achterwege konden blijven. An dere uitgaven, waarmee wij het eens zijn, zijn weer onnut in de oogen van anderen. Tenslotte is er de regeering Staten- Genereal en ministers om te beslissen wat zal worden gedaan en wat zal werden nagelaten en niet dr. Zimmerman dia behalve oud-burgemeester van Rotterdam ook nog oud-commissaris van den Volken- RECLAMES. Von T—4 regels 4 05, elke regel meer T.-* JUWcLIER EEN „KEITJE" IN HET Van 1—5 regsls f 0 50, Bij 3 x p'aatsen f 1 - Elke regel meer IQ cent. Ui!s!ui!end bij vooruitbetaling. X Cd QS Oi -vf 4— ctf n3 u 00 c cö >-1 O ai <u H CORSET BAND bond is tenminste, zoolang Weenen nog niet de hoofdstad van Nederland is. Na de ambtenaren moeten de gemeente- testuren het ontgelden. De gemeentebe- grootingen omvatten steeds grootere bedia- gen -met als gevolg belastingverhooging. „Dit is een onaannemelijke en onhoudbare toestand en een bewijs veil slecht be heer". Het verwondert ens genoeg, van een oud-burgemeester, dat hij vergeten is, welk een aanzienlijk aandeel in de gemeente lasten wordt gevormd door de uitgaven op de begrooting gebracht, teneinde aan ver plichtingen te voldoen, die door de rijks- regeering aan de gemeèn-te zijn opgelegd. Alleen al de kosten van. lager en middel baar endenvijs verhullen de meeste ge meentebesturen met zorg. Hoe dan dr. Zim merman ken schrijven: „Onze steden neg wel grootendeels bevrijd van de kosten van het lager enderwijs, gaan voort haar ver teringen te vergrooten" is een raadsel. Misschien gelat zulks voor Weenen, maar voor de gemeenten in Naderland is dat niet geschreven. Daar komt nog b j, dat de ver goeding de rijksuitkeeringen a8n de ge meenten berekend wordt op een geheel verouderden grondslag en derhalve ten e enenmale onvoldoende is. Toch verwijt dt. Zimmerman „slecht beheer" niet aan de regeering, maar aan de gemeentebesturen. Misschien is dat alles maar een aanloopje, om de noodzakelijkheid van verscherpt toezicht op de gemeentebesturen te bewij zen. Dit toezicht mag niet eens worden uit geoefend door Gedeputeerde Staten in verschillende gevallen door de gemeente wet en ook wel door andere wetten daartoe aangewezen want „hun samensteliing is vaak genoeg gelijk aan die van de Raden". Ven die Raden wordt een eindje verder cezegd, dat zij, zonder zich om de belanden e'er politiek machte'.ooze contrikuabelen te bekreunen, geld uitgeven tot een bedrag, dat alle zedelijke perken te buiten gaat Als dan die machtelooze contribuabelen, waaT de Raad zich niet om bekreunt, ook bij Gedeputeerde Staten nul op 't rekest krij gen, dan moet, volgens dT. Zimmerman, de Minister van Binnenlandsohe Zaken ingrij pen- Ondanks bijna tachtigjarige ervaring met het stelsel van Thorbecke's gemeente wet, volgens welke de rechtstreeks door de ingezetenen gekozen Raad het hoofd college der regeering is, wordt door dr Zimmerman, met voorbijzien van de ge meentelijke autonomie, de Minister van Binnenlandsche Zaken in hoogste ordening voor den goeden gang van zaken in de ge meenten verantwoordelijk gesteld. Zoodat Thorbecke en Zimmerman het nog niet eens zijn geworden. De politiek van den sterken arm is echter zoozeer in strijd met de geestesgesteldheid van het Nederlandsche volk, dat niet voor niets tachtig jaren heeft gestreden voor h**t behoud van de verkregen volksrechten, dat de Minister van Binnenlandsche Zaken ver standig zal doen, aan dr. Zimmerman den welgemeer.den raad te geven zijne adviezen voortaan maar aan Mussolini of Primo de Riviera aan te bieden. Zou wellicht ook daarnaar de natie uit zien in hoopvolle spanning? Bevorderd tot districtsbouwkundige bij den rijksgebouwendienst W. C. de Groot en J. E. van Leeuwen, thans bouwk. ambtenaar cersto klasse bij genoemden dienst. Benoemd tct officier-vlieger 3e kl bij dc zee macht met ingang van 6 Dec. 1927 R. J Mulder, K. J. A. Meester, A. W. C. den Ouden, J A. Pach, L. H. Blink, D. Barends, W. C. van Wenendaal en J. Benus. Benoemd tot 1 Nov. 1930 in den raad voor de visscherij tot lid voor de 3c afdeeling voor de rivicrvisscherij P. Kooy, te Ravenswaay. Bij beschikking van den minister van Bin nenlandsche Zaken en Landbouw is met 1 Ja nuari 1928 benoemd tot plantkundige aan d% I.nndbouwhoogeschool te Wagcningen A. E. H. R Boonstro, aldaar, thans tijdelijk assistent asn die onderwijsinstelling. PRINSES JULIANA NAAR DEN HAAG. H. K. H. Prinses Juliana, die Dondcrdagov. in de Leic'sche Schouwburg de opvoering van „Acoka" heeft bijgewoond, is gistermiddag uit Katwijk aan Zee naar den Haag vertrokken, alwaar zij tot half Januari a.s. zal verblijven RIJKSVERGOEDING AAN BIJZONDERE LAGERE SCHOLEN. Bepalingen inzake dc voorschotten. De Minister von Onderwijs, Kunsten en Wetenschoppen o.L brengt ter kennis van de besturen der op 1 Januari 1928 bestaande bij zondere lagere scholen, die aanspraak hebben gemaakt op de Rijksvergocd'ng, bedoeld in art. 97 der Lager-onderwijswet 1920 lo. dot overeenkomstig art. 7, tweede lid, van het Koninklijk besluit van 4 September 1923 'Staatsblad 432), zoolang het voorschot op do Rijksvergoeding voor het jaar 1928 nog niet is vastgesteld, vóór het eind van elke moond een voorloopig voorschot zal worden betaalbaar gesteld, ten bedroge van een twaalfde gedeelte van het voorschot over het jaar 1927 2o. dat voor het bekomen van dit voorloopig voorschot een daartoe strekkerde aanvraag niet behoeft tc worden ingediend en dat de betaal baarstelling doorvan zal geschieden hetzij per postgiro, n.l. indien althans het verlangen daar toe is te kennen gegeven, of anders per post- chéque 3o. dat in de voorschotsopgoven over 1928 (model B), behooren te worden vermeld olie onderwijzers, die op 1 Januari 1928 aan de school waren verbonden, met vermelding ochter ieders noom van den datum van indiensttreding aan de school dot in dc aanvragen om Rijksvergoeding (model G) over 1927 eveneens behooren te wotden opgenomen alle onderwijzers, die in het jaar 1927 aan dc school werkzaam waren, met vermelding van den datum van indiensttreding aon de school, waarop de aanvrage betrekking heeft dat de voorschotsopgoven en de aanvragen om Rijksvergoeding, welke niet volledig zijn in gevuld, vertraging in dc afdoening ondervinden. ONDEUGDELIJKE WONINGEN. Ontbinding van koopovereenkomst. De Hooge Raad heeft arrest gewezen In de zaak tusschen H. J. M. Kerstholt en P. Ras ker, beiden te Groningen. Rasker had in 1923 vergunning gekregen voor den bouw van 12 woningen in de ge meente Noorddijk bij Groningen, waarvoor hij een bouwpremie ontving. Acht van deze woningen verkocht hij aan Kerstholt, die er zelf één van betrok en dc andere verhuurde, terwijl deze op dc wonin gen een hypotheek vestigde Later bleken de woningen ondeugdelijk te zijn en reeds \V> jaar na den bouw, in Januari 1925, werden zij onbewoonbaar verklaard. Op grond hiervan stelde Kerstholt tegen Rasker een vordering in, welke inhield ontbin ding der koopovereenkomst; subsidair werd sc' adevergoed'ng geëischt terwijl een derdo actie gegrond was op verborgen gebreken. De Rechtbank te Groningen verkloord© Kerstholt echter m al zijn vordeiingen niet- ontvankelijk, waarbij beslissende dat Kerstholt, door de huize ook nadat hem dc gesteld© gebreken bekend waren, te gebruiken en t© blijven gebruiken, dus door niet onmiddelijk na het ontdekken dier gebreken dc huizen ter beschikking van Rnsker te stellen, zijn recht van reclame verwerkt heeft. Het Hof tc Leeuwarden vereenigde zich met deze overwe^i-g, doch verklaarde Kerstholt wel ontvankelijk in zijn op verborgen gebrc- ken gegronde vordering. Aangezien echter op 5 Januari 1925 de hui zen door den hypothccoiren schuMeischer ver kocht zijn, zoodot, waar Kerstholt geen eige noor meer was en dus niet meer in staat was tot overgave der huizen, hij onk niet meer terugbetaling van den koopprijs tegen over gave dier huizen kon vorderen, moest het Hof deze vordering ontzeggen. De Hooge Raad heeft thans uitgemaakt, dat het Hof de overweging, dat Kerstholt niet in staat was de woningen terug te geven, niet voor zijn bes'issing had mogen bezigen. Het arrest werd don ook vernietigd en de zaak werd teruggewezen naar het Hof in Leeuwar den. MILITAIRE PENSIOENRAAD. Vice-admiraal J. H. Zeeman, aftredend chef van de afdeeling materiaal van het depa. re- ment van marine, die eerlang den zeediens* zal verloten, is bestemd voor de betrekking van lid, tevens voorzitter, van den Militairen Pen sioenraad, ter vervanging van wijlen den heer A. J. Doorman. Daar alleen heerscht ware liefde en vriend schap. waar de een zich naar den onder weet te schikken. Naai het Engelsrh van R C ::nJ Doot Mi G KELLER. Weer zwegen allen, eenige oogenblikken, een wo k van bloemengeur haast te zoet om te ver dragen, omgaf haar, nu en dan hoorden zij het drukke get addci van een vleermuis, en het gex'Ater het verwijderde water. Plotseling wendde Kazimira het hootd om. Haar overge voelige zenuwen hadden haar een waarschu- wii g gegeven, die niet tot de onderen was doorgedrongen, en onveiwachts dook uit de dikke duisfe.nis een gestalte op die de waran da opkwa n en reeds vlak bij haar was. „Luve hcnwi, Tadeusz!" Het was de stem van Kazimira, die dit zcide teiwijl zij zich op een elleboog verhief en haar oogen van verbazing opensperde. „Ben jij het werkelijk?" „Ja, ik ben het In levenden lijve. Ge ziji zeker bezig elkaar spookverhalen te vertellen, dat je zoo van mijn schrikt." ..Neen, ^cn spookverhalen, maar sprookjes, •n ik vond zp zoo vreemd. Maar wat is er aan de hand, ledeusz?" „Is u •Heen?" vroeg Olympia met iets kla-' gends in haar stem. „Alleen Panna Olympia, het spijt me vel voor u, maar Witek kan het niet helpen Ik heb hem bijna in zijn atelier moeten opsluiten om te zorgen dat hij het portret afmaakte, da\ hij beloofd heeft aanstaanden Zaterdag af- te levc-ren." Maar Tadeusz, nu weten wij nog niet wot je hit-heen heeft gevoerd." „De Zaterdag heeft mij hierheen gcbrachi i een spoorkaartje uit Krakau, iets anders zi: er niet achier. Ik vond, dat ik mézelven wei eens op een week-end uitstapje mccht traktce- re-i cn heb dat gedaan. Vindt je dat niet dood eenvoudig?' „Dood-eenvoudig van iéder behalve mijn broeder Tadeusz dacht Kazimira, terwijl zij hem met ve.baz;ng aankeek. Zich op iets tree- tceren lag roo geheel buiten den aard van haar oudsten broer. Zelfs de onbezorgde toon dien hij aansloeg, en die aan onverschil'igheid dee denken, klonk haar ongewoon in de ooren en br. rht has* tot nadenken. „Je hebt Katya nog niet eens goedendag ge zegd' zeiua zij, bemerkend hoe zijn oogen it-i: zochten „Zij staat daar, achter jou." Katya goï hem een hand, dankbaar voor dr duisternis t-n nog dankbaarder dat zij op kr oogenblik niets behoefde te zeggen. Toen hij naast ziin zuster girg zitten, vroeg Olympia hem haast werktuiglijk „Staat er iets nieuws in de couranten „Maar cén ding. doch dat is op zich zelf rd voldoendete Warschau is de krijgswet af gekondigd „O, Tadeusz P De uitroep van Kazimira ging bijna vori een snik vergezeld, terwijl Olympia zacht jam merde. Alleen KatVa gaf geen kik, maar zij ■drukte de lippen vast op elkaar. Wel begreep zij den afschuw, waarmede het woord „krijgs wet" het hait van deze Polen moest vervul len, daar zij uit de gcschiedr.is van hun voor vaderen wisten wat dit zeggen wilde. Dcch hoe Icon zij, de vreemde, dc- natuurlijke vij andin van hen doelen in hun vaderlandslie vende smart En weder zegende zij de duis ternis. Zelfs onder haar bescherming le^k het haar. dat de natuurlijke vijer.d gevaar li«?p ont dekt te worden Nog nooit was zij zfch zoo sterk bewust geweest van de kloof die tus schen haar en die menschen gaapte, en ook was zij nog nooit zoo diep getroffen door de erkenning daarvan. De langdurige stilte, welke hierop volgde, was voor de drie Polen met bittere overpein zingen gevuld, te bitter om onder woorden te worden gebracht En dit gevoelde zij te ster ker, toen na eenige oogenblikken Tadeusz weer over een pnder onderwerp begon te spreken met iets geforceerds in zijn stem „En dus heeft u elkaar ?pi ^okjes zitten vertellen Wat voor sprookjes Uit de Kar- pc then C „Neen, uit Litouen „Ha 1 mag ik daarvan meegenieten Ik ge loof, dat sprookjes nu een gelukkig contract vormen met de werkelijkheid." Hij had zich veiti ouwelijk tot Katya ge wend. alsof hij het natuurlijk vond. dat de sprookjes over haar lippen waren gekomen. „Ik ben bang, dat mijn voorraad bijna uit geput is Ik heb zoo wat alles verteld, wat ik mij kon herinneren" „Vertel ze dan ncgeers," zei Kazimira droo- merlg. „Tk vind, dat zij bij herhaling er mooier op worden" „Ja, vertel ze nogccns," drong Tadeusz bij haar eon. Een half uur lang zaten zij omhuld door de schoonheid van den nacht bijeen, terwijl Ka- tya's stem, zacht en nu en dan even stokkend, ontroerd ook door de gedachte ann den nieu wen hooide', de oude verhalen uitspon „Ik vind ze allen moei," zei Kazimira, toen werkelijk de voorraad uitgeput scheen, „maar ik houd mij aan mijn lievelingsverhaal, dat ik „het frambozenstruikje" noemde, toen ik een kind was." ,„Dnt verhaal heeft mij atyijd met angst vervuld," 3ntwoojdde Katya. „Als ik dooi het bosch liep, verwachtte ik steeds onder eiken hoop dorre bladen de vermoorde zuster te vinden Reeds de ged'ichte daaraan deed mij alle frambozen vergiftig schijnen" „Ik zou wel «-ens willen weten, of de moor- denaies wel veel plezier van haar rijkdom heeft gehad," merkte Olympia peinzend op, „»-f dot berouw kaar vooitdurend het lever, heeft verbitterd Ik bedoel natuurlijk het ware meis je, riet de heldin van Slawaki." „Wat zou haar belet hebben er van te ge nieten Vrouwen van dot soort houden er doorgaans' geen gewetensbezwaren op na" Het was Tadeusz, die zoo sprak met iets minachtends zelfs met iets onverdraagzaams in zijn stem. „Zou zij misschien niet ao-n de verleiding ven het oogenblik hebben toegegeven." „Jawel best tr.cgoliik, aan e-*n aanval van naijver b.v., in welk geval zij niet heelemnal als een misdadigster is te beschouwen. Maat die verleiding moet den een dieperen gtond hebben." „Wilt u daarmee zeggen, dat het in uw oogen een grooter misdaad was den rijken aanbidder te trouwen dan haar zuster te ver moerden V' „Om hem zonder liefde to trouwen, enkel omdat zij een rijke partij was. Ja, een veel grooter misdaad, hoewel niet in de oogen der wet Iets onbestemds drong Katya met een brok in haar keel te vragen „Dus veroordeelt u elk verstandshuwelijk?0 „Naar mij opvatting bc-staat er zoo iets els een verstandshuwelijk niet De beide dee- len van het woord staan in tegenspraak1 met elkaar Er zijn gewone maatschappelijke con tracten, als dat zoo wil, afspraken, waarbij beide partijen op voordeel bedacht zijn Blijk baar kon ds maatschappij daar niet buiten Zoolang ze bij hun naam worden genoemd, heb ik er geen bezwaar tegen Maar den wa ren naam beware men voor de ware verhou ding de vrije en toch onafwijsbare keuze, waarbij twee mcrschelijke wezens bestuiten aan elkaar toe te behooren, naar ziel zoowel als naar lichaam cn niet belemmerd door mo tieven, welke een handelskarakter dragen óf ook slechts door het verstand worden aan gegeven Kazimira lochte flauwtjes. „Zou je ooit gedacht hebben, dat er der gelijke romantische gevoelens huisden in de ziel von een ingenieur Tadeusz is altijd een mijn van verrassingen, maar zoo heb ik hem nog nooit hooren spreken Ligt het aan het nachtelijk uur, of heeft de geur van de kam perfoelie je gedachten los gemaakt, biocder?0 Tadeusz lachte ook, maar een beetje ver legen. „üch, natuurlijk is hot een utopie, de schets van een ondenkberen toestand. Ja, het ken wel, dat de kamperfoeli er iets mee te maken heeft. Die ruikt heel wat lekkerder dan machi neolie, weet (Wordt vervolgd).

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1927 | | pagina 5