KANTOORKLOKKEN. 26ejaargang No. 151 AM E RS FO O RTSC H DAGBLAD „DE EEMLANDER" Zaterdag 24 December 1927 TWEEDE BLAD. LICHT IN HET DONKER Onwelriekende adem WILLEM GROENHUIZEN Frima Medicinale Levertraan Scott's Emulsion Levertraan Emulsie B. en 5. A. v. d. WEG. LANGFSTRAAT 23. BINNENLAND. UIT DE STAATSCOURANT EEN VALSCHE ECHTSCHEIDINGS-ACTE HET CETEM- FAILLISSEMENT EEN MOEDIGE DAAD FEUILLETON. ONRECKIMATiG BEZIT. g (Nadruk verboden). Nu Mi zon op haar laagtepunt steot moete»lve ons behelpen met schemer. Een restje hcht van het oude jaar, een voor schotje op het nieuwe. Maar dit armzalige schijnsel versieren we met ons feestelijkst geflonker. Zoo zijn we nu eenmaal: we bekenen niet graag onze armoede en maken van haar een deugd. Onze tTOts en onze angst om handen het trieste en povere met een oog verblindend gewaad. Onze fro's, omdat wii ons als mensohen te goed achlen voor droefheid en duister; onze angst, omdat wij als menschen droefheid en duister niet in de oogen durven zien. Toch is de midwin'ernacht het-toppunt van droefheid en duister, en het krie- zeltje licht, dat aan den horizon schemert, legt er nog sterker den nadruk op. Dat kriezeltje licht, een enkele ster, die ons tegentwinkelt in den langste der nachten, is de droom, het geheim, de belofte van het donker. Tot die sier richten wij de vragende oogen, over die ster slaan wij aan 't mijmeren en aan het dichten, tot die ster bidden en van die ster zingen wij- Zij is het mysterie van den midwinlernacht. Want ook de midwinternacht heeft rijn bekoring. Er is schoonheid en majesteit in dit duistere zwijgen, in deze zwijgende duisternis. Angstwekkend zou deze duister nis zijn, zoo ze volstrekt was. Maar de sterre weeft er haar licht door en maakt den schemer gemoedelijk. Heilig en veilig wordt de onbarmhartigste nacht van het jaar door dit kriezeltje licht. Dat restje schemer van 't oude jaar roept herinneringen wakker en drenkt onze stem ming met het zoet van .den weemoed. Dat voorschotje licht op het nieuwe jaar wekt de hoop en laat onze verbeelding den voor smaak proeven van de g-eneugten, die met de lengende dacen ons wachten. Zóó is de midwinternacht niet onbarm hartig; het licht, dat door de. duisternis schemert, maakt ons hart week en stemt ons ontvankelijk voor zachte gevoelens. Liefde, vrede en welbehagen zijn vruchten van den midwinternacht, waardoor het simpele Kerstlicht gloort- Helaas, onze tijd heeft de bekoring van 't donker vergeten- Ons Kerstlicht is mer dan een simpel sterretje en meer dan een in nevelen wegduikend avondrood. Wij. schepselen van den modernen tijd, zijn bang van het donker. Wij hebben het schemeren verleerd. Ons Kerstlicht is fel en valsch als dat van de lichtreclames •boven een Amsterdamsche gracht. Wie voelt, wanneer hij in den schemer avond van een Decemberdag op een Am- sterdamsche brug staat, het niet als schen nis, wanneer daar de stemmig zich spiege lende gevels overflitst worden door schreeuwerige, opdringerige kleuren? Heel RECLAMES. Von T—4 regels 4 05. elke regel meer 1.- ie weerzinwekkend Vanden mei leelvke Kleui ontsieren hel gelaat Dey.e sclioonlteidstrelireken worden apoediu verholpen dooi hel poetsen mei de heerlyk verfrisschende TjiimL EimnIh. De ia nden k ryjfeii een schitterenden, i voor- leunden «lans.imk aan de zykanten.hj yelyktydig gebruik van den speciaal voor dl» doel gesehikieD ('liloroiloiii waarop de haren in den vorm van -Ip tanden geplaatst zyn Rollende spysresten, welke onvermydelyk tn.osehen de tanden acliierhly ven en de hungst onaangename luclii veroorzaken, worden geheel verwyderd. Proheeri U eei-si een kleine tube van 15 cenl in ve? pakkiny met garanties!rook en nieis eskopje CtiloroiloRi riiiiileiiliorMH voor kinderen 46ceui. vooi dames iiuiddelliard haar) 75cent, voor beeren (hard haar) 75 cent. In de hekende lauw- groene ChloroUout-dooe. Alom verkrvgbaar 65 mm de hemeel bebliksemd met bolermerken, die, zich weerkaatsend in 't donkere water, de rustige voornaamheid van t aloude stadsbeeld verstoren en vloeken tegen de droomerige, harmonische vredigheid van weleer Zóó zag ik den schemerigen dom, welker gewelven zich oplossen in nacht, uit een café, waar een Jazz-band speelt. Tusschen de met schrille kleuren verlichte pilasters van het café ontwaarde ik de omtrekken ven boogvensters en baksteenen, die zich flauw afteekenden tegen den schemer daar buiten. Welk een disharmonie tusschen het één en het ander! Het Kerstlicht heeft aanvankelijk niet geschitterd in de paleizen van kerkvorsten noch tusschen den opsmuk van met kunst bloemen en klatergoud versierde kathedra len. Het pijnigde de 007 en niet met het vuurwerk uit den Kerstboom in een hel verlicht bedehuis of in een feestelijk aange kleed salon. Het flikkerde niet in gezellige winkelstraten tusschen het roode vloei in de uitstalkasten. Het schemerde als een nauw zichtbare ster in het donker over de zwijgende hei. Het viel als een zwakke streep door de kier van een s 3ideur, waar in stilte en duister een kind in de kribbe lag. Om oprecht Kerstmis te vieren, moeten wij de macht en de pracht van het donker weer leeren waardeeren- Slechts door het donker schemert het Kerstlicht. Wij, kinderen van den modernen tijd, zijn het donker ontwend. Wij kennen het don ker niet meer. Wij zijn bang van het don ker en daarom maken wij den nacht tot dag en den winter tot zomer. Midwinternacht glanst voor ons in felheid van stralen en kleuren, waarbij de zon en de sterren ver bleek en. Wij zijn ook bang voor het donker in eigen gemoed. Wij praten er over heen, wij werken er over heen, wij zingen en dansen er over heen. En wij maken ons wijs, dat het niet bestaat. Voor ons oog hangen de lichtguirlanden van mooie spreuken en frasen, maar daar achter dreigt de donkere diepte van vood en dood. Onze smart en onze armoede Onze onmacht en onze vertwijfeling. In onze eenzame uren dringen de stem men van 't hart tot ons door en wij luis eren naar zangen van droefheid. Want diep in ons binnenste kan het zoo donker rijn. Wij gelooven niet meer en hopen niet meer en hebben niet langer lief. Bijna volstrekt lijkt dit zieleduister. Maar soms, als wij ons laten ontroeren door de majesteit van die inwendige smart, ja, dan is het ons, of d-aar nog een sprankje gloort van schemerend licht. Een restje van oud kindergeloof, een restje van lang vervlogen hoop en van lang vergeten liefde. Dat is het Kerstlicht, clat in de duisternis schijnen gaat. Maar meer is ons toch dit verblijdende sprankje zieleschemer. Is 't niet een voor schot ven wat ons te wachten staat met het lengen der dagen? Ben voorafschaduwing van herwonnen vertrouwen, van nieuw ver overden levensmoed, van herboren idealis me en van frisch aanzwellende liefde? Iets ven de lente is reeds in dit karige licht, waarmee ons hart zich in duister behelpen moet. Iets van hoop en blijdschap en vrede. Wie het donker aandrufl, ontdekt het licht. Donker is de aarde, donker de hemel en donker ons hart. Als een zwarte vogel overvleugelt duisternis onse bedreigde samenleving, onze ontluisterde maat schappij. Maar door dit donker speurt de ziener het eeuwige licht, dat den heldhaftige nim mer begeeft. H. G. CA'NNEGIETER. RECLAMES. Von 1 4 rogels t 4 IB plk<* r#»tn»ï moer f 1 e)oon SS2 02 em aker GEVESTIGD «855 Bij K. B. is op verzoek met ingang van I April I92Ö aan Mr. A. J. A. A. baton van Heemstra eervol ontslag verleend als gouverneur van Suriname, onder dankbetuiging voor de :n dat ambt bewezen gewichtige diensten en is mr. ba ron van Heemstra benoemd tot commandeur in de orde van Oranje-Nossau. Benoemd is. lot gouverneur van Suriname Dr. A. A L Ru»gers, Diiccteur van Landbouw, Nijverheid en Handel in Ned.-Indie. Dr. Rutgers zal in verband met deze benoeming in de eerste dagen van Febru ari naar Nederland vertrekken. Verheven in den Nederlondschen Adel met preedicuten van Jonkheer cn Jonkvrouw, Mr. Arnold Daniël Hermanus Quintus, wonende te Arnhem, met al zijne wettige zoo mannelijke als viouwelijke nakomelingen. EEN PROCUREURS-KLERK ALS BEKLAAGDE F 3000 EOETE Voor de Rechtbank te Rotterdam heeft gelijk men weet een procureursklerk terecht gestaan, die zich heeft te verantwoorden gehad wegens het opzettelijk gebruik maken van een valsche nutenthieke acte in een echtscheidingsproce dure. Tegen den verdachte is een gevangenis straf van 5 maanden geëischt. Donderdagmiddag heeft de rechtbank in deze zaak uitspraak gedaan en den verdachte veroordeeld tot een geldboete van 3000, subs. 3 maanden gevangenisstraf. INBRAAK TE EINDHOVEN. 1000.— uit een brandkast ontvreemd. Gisternacht is ingebroken in het kantoor van rle fa B de Jong, gelegen aan de Kleine Beig te Eindhoven De inbrekers hebben de b;and- kast opongebioken cn eon bedrag van 1000 ontvreemd Van de daders geen spoor. EERE-PROMOT1E IR. WING EASTON. Maandag O Januari o s zal ter viering van dei» gedenkdag der Technische Hoogeschool een buitengewone Senaatsv ergadcrjn« worden gehouden in de gronte zaaï van Stads Doden In deze vergadering zal door den Rector Mng- oif rus. prof ir N C Kist een rede worder» gehouden en zal den heer Ir N Wing Easton bet dinloma van doctor in de reehnische we- '«nerbap honoris causa, worden uitgereikt door den promoteprof dr. G A F Molen- graaff EEN DUITSCH DIENSTMEISJE VERMIST. Hare opsporing verzocht. Sinds 21 Dcccmbei wordt te Leiden ver mist de 21-jarige Duitsche dienstbode E Wielhnus uil Witten in Westnhohn Haar pas poort en kolfer hcefl zij achtergelaten, zoodnr de poht c niet aanneemt, dat zij noar het buitenland is vertrokken De Commissaris van politic verzoekt haat opsporing of anders bericht. DE VORDERING OP DE HEEREN WEYL EN MARCHANT ONTZEGGING DOOR HET GERECHTSHOF De Vijfde Kamer van het Gerechtshof te Amsterdam wees gister arrest in de appèl-zaak van mr. W. A. Moerel, curator in het faillis sement der N. V. Internationale Cetem Arbi trage (I. C. A.) te Amsterdam contTo de op richters dezer maatschappij, de hecren S. S Weyl te Amsterdam en mr. H. P Mnrchant te Schcven'ngen. Mr. Moerel hnd in eersten aan log genoemde heeren aangesproken tot beta ling rrsp. van 255.000 en 232 900 om dat zij te znmen hebben deelgenomen in het moatschnpoelijke kapitaal der onderneming voor 550.000.hetgeen zij hebben ver klaard, terwijl volgens mr. Moerel. noch dooi hen, noch door derden iets is gestort De Rechtbank had, onder verwerping van alle excepties van n'et-ontvankelijkheiJ, de vor dering van den curator ontzegd. Thans heeft het Hof dit vonnis bevestigd en dus eveneens curator's vordering ontzegd. In zijn breedvoerig gemotiveerd arrest over woog het Hof o.a.; dat als in de statuten eener Vennootschap bepaald is, dat de aandeclen zijn volgestort, dit volstrekt niet met zich brergt, dat de volstorting der aandeelcn alleen in contanten moet zijn gescHed; dat de acte van oprirht'ng overigens volkomen in over eenstemming is met de voor de oprichting ver spreide prespecteus, waarin gezegd wordt, dat het gnbndk van de orgnn'sntie en de relaties van de Cetem" zouden worden ingebracht voor I' 550 009 en dat de inbrepg op ge noemde wijze dus kennelijk de bedoeling van de oprichters is geweest. Het Hri heeft dnn curator, mr. Moerel ver oordeeld in de proceskosten. VALSCHHEID IN GESCHRIFTE. De Buitengewone Kamer der Rechtbonk te Amsterdam heeft een gewezen caféhouder te dier stede schuldig verklaurd aan valschheid in geschrifte en aan het opzettelijk gebruik maken van het vcrvalschtc geschrift. De recht bank legde hem drie maanden gevangenisstraf op. Verd. had in de wetenschap dat zijn in de nabijheid van het stadion gelegen café, ont eigend zou worden, zijn boekhouder opdracht gegeven het oude kasboek opnieuw samen te stellen doch de bedrogen dei ontvangsten hoo- ger in te boeken Op deze wijze zou hij aanspraak hebben kunnen maken op uitkeering van een hooger bedrag aan bedrijfsschade. Het O.M. had twee jaar gevangenisstraf ge vorderd. A. D. LEEMAN, f Bekend onderwijsman. Te Rotterdam is op 75-jarigen leeftijd ovei- leden de heer A. D Leeman, in leven oud- hoofd cenei M.U.L.O school en oud-leeraar in de Spaonsche taal aan de handelsscholen aldaar De thans overledene is in ons land bekend als schrijver van de methode voor onderwijs in de Fransche taal van De Bock cn Leeman. Menigeen zal zich zijn „Cours Gradué de Lec tures Fran^oisses" herinneren. De heer Leeman was ridder in de orde van Oranje Nassau en officier de l'Instruction pu- blique. REDDING IN VOLLE ZEE EEN KRANIGE SCHEVENINGER De directie van de reederij v/h. C. Pronk Cri. te Schovcningen heeft van een hate« schepen, die thans nog op de visscherij in het Engelscho Kanaal is, den volgenden brief ontvangen „Na onze netten ingehaald te hebben, stoomden wij naar de haven van Diepe, welko haven wij weldra bereikt zouden hebben, toon ik plotseling een schreeuw hoorde „Een man overboord". Ik zog enkele meters van het schip een man drijven. Ik liet direct den motor stop zetten en achteruitslaan, maar daar het schip een vaart had van ongeveer 6 mijl, waren wo weldra een eind verwijderd van de plaats, waar de man overboord viel. Het was zeer donker en bitter koud. Aan boord van het schip hcerscMe nog al verwarring. De een ripp: „Do boot uit", een nnd"r Imp met een redd'ntrhoei. Toen de gong uit het schip was stoomde ik langzaam achteruit, trachtend denze'fden weg te volgen, dien ik gekomen was. Alles moest echter op de gis gebeuren, daor het zeer don ker was. Plctseling hoorden wij schreeuwen en zncmn wij b>i het schijnsel van een stakelbos iets drij ven, dwars van het setup. Toen gebeurde er iets, wat ik nog nooit gezien heb. Plotseling sprong een matroos overhoop cn 5 minuten later varen gereed" en redder aan boord van het schip. Een heldendaad, die ik niet licht vergeten zal. want v is en zeker zou de man oppers verdronken zijn. Berijpt u, aardedonker b'tterkoud en alles was ijs. maar gelukkig zijn thons bridran weer gcond. De man, die over boord viel was de l'chtmntroos W d« Graaf, en rijn redd-w was de matroos A. K. Vroen, beiden van Scheve- ningen." WIJZIGING RIJWIELBELASTINGWET. Vcrloopig Verslag der Ecrsto Kamer. Aan het Voorloopig Verslag over het wets* ontwerp tot wijziging van de Rijwielbelasting- wet wordt ontleend Sommige leden achtten den voorgestelden maatregel onbeduidend. Indien dc regcering aan dc mindei draogkrochtigen eene werkelijke verlichting had willen verschaffen, zou zij eeno cenigszins belangrijke vermindering hebben moeten voorstellen en dit dan natuurlijk ten aanzien van een onderc, hoogere belasting op eerste levensbehoeften. Andere leden zouden liever hebben gezien, dat de inkomensgrens, die op vrijstelling der belasting aanspiank geeft, eenigszins verhoogd ware geworden Verschillende leden verklaarden in'beginsel ge^ont te zijn tegen elke rijwielbelasting, wijl talloos velen van een rijwiel gebruik maken cn moeten maken voor hunne broodwinning, en dat vooral op het platteland. Andere leden merkten op, dot de voorge stelde geringe verlaging dezer belasting nie mand voordeel brengt, doch de schatkist een belangri'k bedrog doet derven. Zij verklaarden zich derhalve tegen het wetsontwerp. Weder andere leden waren van meening, dat deze belasting gerechtvaardigd wordt door het fei», dot het rijwiel voor de meesten wel dege lijk een weeldeartikel is. DE JACHT COMMISSIE. Stand van haar werkzaamheden. Omtrent den stand van de werkzaamheden van de jachtcominissie wordt meegedeeld, dat tot dusver is vastgesteld de rechtsgeldigheid van de opgeheven jnchtrechten in de volgende heerlijkhedenOostkapclle, Aogtekerke, Ritt- hem, Serooskerke, Riinsburg en Hondegems- ombacht. Oost- en Wcsr-Souburg, Gapinge, Popkensburg fSt. Laurens), Domburg (binnen en buiten). Melis- en Mariekerke, Vrouwenpol der, Heenvliet, Ameide, Rhoon cn Pendrccht, Abbenbroek, Meerkerk, Autema en Bolgorij, Viancn, Lexmond, Srhoonrewocrd en Everdin- ?en, Stad aan 't Haringvliet, Nissc-, Baarland, Oudelande (Baarland), Langerak, Nieuwerve, Cromstrijen, Stadsambachten van Middelburg, Biggenkerke-Crommenhoek, Leerdam, Oud«- on Nicuw-Schaick en Over Hei- en Boeicop. Naai het Engelsrh van F" i GtiaiJ L, Dooi Mt G KELLER. 44 „Katya, wil je hem zeggenbegon bij. maai toen hield hij plotseling op. Want Kut .y.i zat daar stokstijf met groote, verdwaas»>c ocgen Klobinski aan te stut en, en haar bloed- looze lippen wat en opeug» spuid alsof de keu- lig geborstelde, keur g gekamde en keui'g toegeknoopte gestalte een visioen van schrik en ontzetting ware. „Kijk 1 ns naar haar I" grinnikte Klobinsky. „Ziet zij er naar uit, alsof zij het mij zal hee- ten te liegen?" Zijn optreden werd steeds onbeschaamdei, doch Tadeusz lette nauwelijks op hem Hij had slechts oogen voor Kntya, vervuld met dc raadselachtigheid van hoat houding „Zeg je niets Kutya zei hij na een korte poos, waarin allerlei gedachten en vetmoe- dens door zijn hoofd dwarrelden, zonder dat zij zich tot een samenhangend geheel vorm den. Bij het hooren van zijn stem en van den veranderden klank er in, verdween haar ver- bii nering Haar lippen bewegen rich, maar zij sleaedun er niet in ernig geluid te geven, vertrokken zich alleen tot een glimlach als van een krankzinnige. Tadeusz kneep plotse ling zijn oogen samen, toen hij dat zag, ehi een donkerroode blos verscheen er op zijn ge laat Hij wist niet wat hij het volgende oogen bük zou doen of zeggen, maar een gehinnik van vronlijkheid. dat Klobinski deed hooren, herinnerde hem aan de aanwezigheid van d°r« bijna vergeten getuige. Z'ch met een u'terstc irec^nning tot kalmte dwingend, keerde hij zrh tot hem „Er schijnt hier een klein misverstand tt bestaan, voor welks opheldering uw tegen woordigheid, mijnheer mijnheer („Klo binski", Het dc ander er op volgen) m geen -nkel opzicht noodig is Wees dus zoo vrien delijk mij met de-re daine alleen te laten en wel onmiddellijk 1 Al de opeen gehoopte hooghartigheid van geslachten van g-kroondo vooroudprs, voor den spru't in de wieg weggelegd, sprak uit <Vr> toon en de gelaatsuitdrukking von den ingeni ur terwijl hij met koel hevelendp oogen en min achtend opgekru'd- lipnen den politiecommis saris aankeek. Klohinski, vertrouwd met de tradities van zijn natie, en sinds lang gewend nnn gehoorzamen, kende die wijze van optre den te goed» om niet instinctmatig er voor te bukken „Als Panna Mdlkoff mij beveelt heen te gaan", begon hij; nog wat teg-nsp v teFn „Ik vermoed, dat het wel voldoende zal zijn als ik het u verzoek". Tadeusz" oogen stonden zoo koud en stat, alsof zij uit steen waren gesneden, en zijn wijdopeugesperde neusvleugels trilden zicht baar Nog een oogenblik beproefde de verra der stand te houden, maai toen zakte rijn voorgewend zelfvertrouwen ineen Zondei een woord verder te zeggen keerde hij zich om. cn dat d«-s te liever, omdat hit meende ''at h<--t doel van zijn tocht was bereikt. Uit den blik van' den man, die voor hem stond, leidde hij af, dat men d'e twee gerust alleen kon laten. Tadeusz keek hem na tot hij op een behoor lijken afstand was en keerde zich toen om naar Katya Doch reeds was zij van de bank gegle den, en zonder zich te bekommeren om de ge stalte, die nog volkomen in het gezicht was, noch om de omstandigheid, dat het pad feite lijk renop enbnre weg was; kortom zonder zi'h om iets anders te bekommeren da nom den drang van het oo^erblik, was zij voor hem op haar knieën gevallen, haar handen smcekend tot hem opgeheven. „Vergeving, Tadeusz, vergeving!" zeide zij stamelend „Ik heb kwaad gedaan, ik beken het, maar het is al begonnen voor ik jou ken de". En uit vrees dat zij zijn door toorn vertrok ken gelaat zou zien, waarvoor 7ij in haar ver beelding reeds zoo vaak beangst was geweest, bedekte zij haar gezicht met haar bevend? handen. Reeds de enkele omstandigheid, dat hij geen beweging maakte om haar op te heffen, hij die tot nog toe met zooveel liefde eiken steen van haar pad had verwijderd, was voidoende om haa' bewust te doen worden van de verande ring, welke in de laatste ocgonblikken bij hem had plaats gegrepen Met de armen stijf over zijn borst gekruist, keek hij neder op de vrouw aan zijn voeten met oogen bijna even hard als die waarmee hij den vreemdeling had wegge keken En de stem, die zich nu deed hooren, klonk al even hard. „Hrt is geen zaak van vergeven, maar van verVlmen F-en woord is rpe^s voldoende Loog dc kerpl of niet. toen hij zeide, dat je Kateryna Malkoff waart „Hij loog niet", antwoordde zij snikkend tusschen haar vingers, die haar gelaot bedek ten." „Je bent dus Kataryna Molkoff, dc eigenares van Lubynia Zij knikte bevestigend. „Dezelfde persoon, die een fantastisch plan had uitgedacht om hot aan het geslacht der Swigello's terug te gpven, afgewezen door mijn broeder en mij?" „Ja maar, Tadeusz, luister „Een oogenbük, als je belieft 1 Met do be doeling om dit plan te verwezenlijken ben je onder een valschen naam hier gekomen, of, om het duidelijker te zeggen, met de bedoeling om öf mijn broeder óf mij onder bedriegelijkc voorwendsels te misleiden opdat wij ons met jou zcuden verWen. „Dot was mijn eerste gedachte, maar „Anwoordt mij met ja of neen, wat ik je verzoeken mag" „Ja", kreunde zij nog steeds haar gelaat met haar handen bedekkend. Hij haalde diep en hoorbaar adem. „Dan is deze gansche zomer een leugen geweest". „Neen, neen, Tadeusz, geen leugen- Geen leugen! God is mijn getuige! je begrijpt het niet!" „Toch wel Ik begrijp cn ben vol bewonde ring Een vol kon niet mooier worden gesteld En bijna was het geluktl Vergun mij de hoop uit te spreken, dat je nauwgezet geweten thans is tevreden gesteld. Panna Malkoff Onder de bijtende uitspraak van de letter grepen ven haar naam rild© zij alsof zij met een mes werd gestoken Als hij hartgrondig vertoornd was geweest en daaraan uiting had gegeven, had zij, dacht zij. het kunnen ver dragen; maar tegenover een zoo prachtig in gehouden woede kon zij niet op. Doch nog liet zij niet alle hoop voren. Het log niet in haar karakter om zonder strijd van haar gelijk afstand te doen. „Hot was een dolzinnig plan, natuurlijk", er kende zij nu in tranen „dolzinnig en verkeerd. Maar ik wist niet, hoe verkeerd het was, totdat ik jou leerde kennen, Tadeusz. En ik zou je nooit tot het laatste toe bedrogen hebben". „Maar toch wel bijna tot het laatst, de pa pieren, welke je mij gistet ter hand hebt ge steld, bewijzen dat toch wel". „Dat was een vergissing, Tadeusz ik zweer je, dat het een vergissing was! Je kunt tocit niet aannemen, dat ik je een leugen zou wil len vertellen op zulk een oogenbük", „Omdat je mij er nooit een tevoren hadt verteld dat klopt ,Om je de geheele waarheid te vertellen, had ik je vandaag verzocht hier te komen Ik kon het geen dag langer uithouden met het bedrog op mijn geweten" „Neen, dat ging ook niet met een dergelijk getuige ten tooneele als dien tanigen vreem deling Het is niet moeielijk te begrijpen, wat ie vanmorgen in de kerk van je stuk bracht* Toen je den schrik beet had. vond je het zeue- het verstandigst het initiatief le nemen Ik haa dat kunnen verwnebten van je schitterende di plomatieke bekwaamheid, Panna Molkoff". „Ik had hem nooit gezien, ik zweer je, dat ik hem niet had gezien. O, waarom heb ik gisteren toch niet gesproken I" „Dat is iets waaromtrent ik geen mecning kan uitspreken, je zult het mij misschien ten goede houden, dat ik dit gesprek niet verder voortzet" Zij keek hem met ontzetting aan, daar zij b' rrerkte, dat hij aanstalten maakte om weg te gaon, (Wordt vervolgd.}

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1927 | | pagina 5