KANTOORKLOKKEN.
26ejaargang No. 151 AM E RS FO O RTSC H DAGBLAD „DE EEMLANDER"
Zaterdag
24 December 1927
TWEEDE BLAD.
LICHT IN HET DONKER
Onwelriekende adem
WILLEM GROENHUIZEN
Frima Medicinale Levertraan Scott's Emulsion
Levertraan Emulsie B. en 5.
A. v. d. WEG. LANGFSTRAAT 23.
BINNENLAND.
UIT DE STAATSCOURANT
EEN VALSCHE
ECHTSCHEIDINGS-ACTE
HET CETEM-
FAILLISSEMENT
EEN MOEDIGE DAAD
FEUILLETON.
ONRECKIMATiG BEZIT.
g (Nadruk verboden).
Nu Mi zon op haar laagtepunt steot
moete»lve ons behelpen met schemer. Een
restje hcht van het oude jaar, een voor
schotje op het nieuwe. Maar dit armzalige
schijnsel versieren we met ons feestelijkst
geflonker.
Zoo zijn we nu eenmaal: we bekenen niet
graag onze armoede en maken van haar
een deugd. Onze tTOts en onze angst om
handen het trieste en povere met een oog
verblindend gewaad. Onze fro's, omdat wii
ons als mensohen te goed achlen voor
droefheid en duister; onze angst, omdat wij
als menschen droefheid en duister niet in
de oogen durven zien.
Toch is de midwin'ernacht het-toppunt
van droefheid en duister, en het krie-
zeltje licht, dat aan den horizon schemert,
legt er nog sterker den nadruk op. Dat
kriezeltje licht, een enkele ster, die ons
tegentwinkelt in den langste der nachten,
is de droom, het geheim, de belofte van
het donker. Tot die sier richten wij de
vragende oogen, over die ster slaan wij aan
't mijmeren en aan het dichten, tot die ster
bidden en van die ster zingen wij- Zij is het
mysterie van den midwinlernacht.
Want ook de midwinternacht heeft rijn
bekoring. Er is schoonheid en majesteit in
dit duistere zwijgen, in deze zwijgende
duisternis. Angstwekkend zou deze duister
nis zijn, zoo ze volstrekt was. Maar de
sterre weeft er haar licht door en maakt
den schemer gemoedelijk.
Heilig en veilig wordt de onbarmhartigste
nacht van het jaar door dit kriezeltje licht.
Dat restje schemer van 't oude jaar roept
herinneringen wakker en drenkt onze stem
ming met het zoet van .den weemoed. Dat
voorschotje licht op het nieuwe jaar wekt
de hoop en laat onze verbeelding den voor
smaak proeven van de g-eneugten, die met
de lengende dacen ons wachten.
Zóó is de midwinternacht niet onbarm
hartig; het licht, dat door de. duisternis
schemert, maakt ons hart week en stemt
ons ontvankelijk voor zachte gevoelens.
Liefde, vrede en welbehagen zijn vruchten
van den midwinternacht, waardoor het
simpele Kerstlicht gloort-
Helaas, onze tijd heeft de bekoring van
't donker vergeten- Ons Kerstlicht is mer
dan een simpel sterretje en meer dan een
in nevelen wegduikend avondrood.
Wij. schepselen van den modernen tijd,
zijn bang van het donker. Wij hebben het
schemeren verleerd. Ons Kerstlicht is fel
en valsch als dat van de lichtreclames
•boven een Amsterdamsche gracht.
Wie voelt, wanneer hij in den schemer
avond van een Decemberdag op een Am-
sterdamsche brug staat, het niet als schen
nis, wanneer daar de stemmig zich spiege
lende gevels overflitst worden door
schreeuwerige, opdringerige kleuren? Heel
RECLAMES.
Von T—4 regels 4 05. elke regel meer 1.-
ie weerzinwekkend Vanden mei leelvke Kleui
ontsieren hel gelaat Dey.e sclioonlteidstrelireken
worden apoediu verholpen dooi hel poetsen mei
de heerlyk verfrisschende TjiimL
EimnIh. De ia nden k ryjfeii een schitterenden, i voor-
leunden «lans.imk aan de zykanten.hj yelyktydig
gebruik van den speciaal voor dl» doel gesehikieD
('liloroiloiii waarop de haren
in den vorm van -Ip tanden geplaatst zyn Rollende
spysresten, welke onvermydelyk tn.osehen de
tanden acliierhly ven en de hungst onaangename
luclii veroorzaken, worden geheel verwyderd.
Proheeri U eei-si een kleine tube van 15 cenl
in ve? pakkiny met garanties!rook en nieis eskopje
CtiloroiloRi riiiiileiiliorMH voor kinderen
46ceui. vooi dames iiuiddelliard haar) 75cent, voor
beeren (hard haar) 75 cent. In de hekende lauw-
groene ChloroUout-dooe. Alom verkrvgbaar
65 mm
de hemeel bebliksemd met bolermerken,
die, zich weerkaatsend in 't donkere water,
de rustige voornaamheid van t aloude
stadsbeeld verstoren en vloeken tegen de
droomerige, harmonische vredigheid van
weleer
Zóó zag ik den schemerigen dom, welker
gewelven zich oplossen in nacht, uit een
café, waar een Jazz-band speelt. Tusschen
de met schrille kleuren verlichte pilasters
van het café ontwaarde ik de omtrekken
ven boogvensters en baksteenen, die zich
flauw afteekenden tegen den schemer daar
buiten. Welk een disharmonie tusschen het
één en het ander!
Het Kerstlicht heeft aanvankelijk niet
geschitterd in de paleizen van kerkvorsten
noch tusschen den opsmuk van met kunst
bloemen en klatergoud versierde kathedra
len. Het pijnigde de 007 en niet met het
vuurwerk uit den Kerstboom in een hel
verlicht bedehuis of in een feestelijk aange
kleed salon. Het flikkerde niet in gezellige
winkelstraten tusschen het roode vloei in
de uitstalkasten. Het schemerde als een
nauw zichtbare ster in het donker over de
zwijgende hei. Het viel als een zwakke
streep door de kier van een s 3ideur, waar
in stilte en duister een kind in de kribbe
lag.
Om oprecht Kerstmis te vieren, moeten
wij de macht en de pracht van het donker
weer leeren waardeeren- Slechts door het
donker schemert het Kerstlicht.
Wij, kinderen van den modernen tijd, zijn
het donker ontwend. Wij kennen het don
ker niet meer. Wij zijn bang van het don
ker en daarom maken wij den nacht tot dag
en den winter tot zomer. Midwinternacht
glanst voor ons in felheid van stralen en
kleuren, waarbij de zon en de sterren ver
bleek en.
Wij zijn ook bang voor het donker in
eigen gemoed. Wij praten er over heen, wij
werken er over heen, wij zingen en dansen
er over heen. En wij maken ons wijs, dat
het niet bestaat.
Voor ons oog hangen de lichtguirlanden
van mooie spreuken en frasen, maar daar
achter dreigt de donkere diepte van vood
en dood. Onze smart en onze armoede
Onze onmacht en onze vertwijfeling.
In onze eenzame uren dringen de stem
men van 't hart tot ons door en wij luis eren
naar zangen van droefheid. Want diep in
ons binnenste kan het zoo donker rijn. Wij
gelooven niet meer en hopen niet meer en
hebben niet langer lief.
Bijna volstrekt lijkt dit zieleduister. Maar
soms, als wij ons laten ontroeren door de
majesteit van die inwendige smart, ja, dan
is het ons, of d-aar nog een sprankje gloort
van schemerend licht. Een restje van oud
kindergeloof, een restje van lang vervlogen
hoop en van lang vergeten liefde. Dat is
het Kerstlicht, clat in de duisternis schijnen
gaat.
Maar meer is ons toch dit verblijdende
sprankje zieleschemer. Is 't niet een voor
schot ven wat ons te wachten staat met het
lengen der dagen? Ben voorafschaduwing
van herwonnen vertrouwen, van nieuw ver
overden levensmoed, van herboren idealis
me en van frisch aanzwellende liefde? Iets
ven de lente is reeds in dit karige licht,
waarmee ons hart zich in duister behelpen
moet. Iets van hoop en blijdschap en vrede.
Wie het donker aandrufl, ontdekt het
licht. Donker is de aarde, donker de hemel
en donker ons hart. Als een zwarte vogel
overvleugelt duisternis onse bedreigde
samenleving, onze ontluisterde maat
schappij.
Maar door dit donker speurt de ziener
het eeuwige licht, dat den heldhaftige nim
mer begeeft.
H. G. CA'NNEGIETER.
RECLAMES.
Von 1 4 rogels t 4 IB plk<* r#»tn»ï moer f 1
e)oon SS2
02 em aker
GEVESTIGD «855
Bij K. B. is op verzoek met ingang van I April
I92Ö aan Mr. A. J. A. A. baton van Heemstra
eervol ontslag verleend als gouverneur van
Suriname, onder dankbetuiging voor de :n dat
ambt bewezen gewichtige diensten en is mr. ba
ron van Heemstra benoemd tot commandeur in
de orde van Oranje-Nossau. Benoemd is. lot
gouverneur van Suriname Dr. A. A L Ru»gers,
Diiccteur van Landbouw, Nijverheid en Handel
in Ned.-Indie. Dr. Rutgers zal in verband met
deze benoeming in de eerste dagen van Febru
ari naar Nederland vertrekken.
Verheven in den Nederlondschen Adel met
preedicuten van Jonkheer cn Jonkvrouw, Mr.
Arnold Daniël Hermanus Quintus, wonende te
Arnhem, met al zijne wettige zoo mannelijke
als viouwelijke nakomelingen.
EEN PROCUREURS-KLERK
ALS BEKLAAGDE
F 3000 EOETE
Voor de Rechtbank te Rotterdam heeft gelijk
men weet een procureursklerk terecht gestaan,
die zich heeft te verantwoorden gehad wegens
het opzettelijk gebruik maken van een valsche
nutenthieke acte in een echtscheidingsproce
dure. Tegen den verdachte is een gevangenis
straf van 5 maanden geëischt.
Donderdagmiddag heeft de rechtbank in
deze zaak uitspraak gedaan en den verdachte
veroordeeld tot een geldboete van 3000,
subs. 3 maanden gevangenisstraf.
INBRAAK TE EINDHOVEN.
1000.— uit een brandkast
ontvreemd.
Gisternacht is ingebroken in het kantoor van
rle fa B de Jong, gelegen aan de Kleine Beig
te Eindhoven De inbrekers hebben de b;and-
kast opongebioken cn eon bedrag van 1000
ontvreemd Van de daders geen spoor.
EERE-PROMOT1E IR. WING EASTON.
Maandag O Januari o s zal ter viering van
dei» gedenkdag der Technische Hoogeschool
een buitengewone Senaatsv ergadcrjn« worden
gehouden in de gronte zaaï van Stads Doden
In deze vergadering zal door den Rector Mng-
oif rus. prof ir N C Kist een rede worder»
gehouden en zal den heer Ir N Wing Easton
bet dinloma van doctor in de reehnische we-
'«nerbap honoris causa, worden uitgereikt
door den promoteprof dr. G A F Molen-
graaff
EEN DUITSCH DIENSTMEISJE
VERMIST.
Hare opsporing verzocht.
Sinds 21 Dcccmbei wordt te Leiden ver
mist de 21-jarige Duitsche dienstbode E
Wielhnus uil Witten in Westnhohn Haar pas
poort en kolfer hcefl zij achtergelaten, zoodnr
de poht c niet aanneemt, dat zij noar het
buitenland is vertrokken
De Commissaris van politic verzoekt haat
opsporing of anders bericht.
DE VORDERING OP DE HEEREN
WEYL EN MARCHANT
ONTZEGGING DOOR
HET GERECHTSHOF
De Vijfde Kamer van het Gerechtshof te
Amsterdam wees gister arrest in de appèl-zaak
van mr. W. A. Moerel, curator in het faillis
sement der N. V. Internationale Cetem Arbi
trage (I. C. A.) te Amsterdam contTo de op
richters dezer maatschappij, de hecren S. S
Weyl te Amsterdam en mr. H. P Mnrchant te
Schcven'ngen. Mr. Moerel hnd in eersten aan
log genoemde heeren aangesproken tot beta
ling rrsp. van 255.000 en 232 900 om
dat zij te znmen hebben deelgenomen in het
moatschnpoelijke kapitaal der onderneming
voor 550.000.hetgeen zij hebben ver
klaard, terwijl volgens mr. Moerel. noch dooi
hen, noch door derden iets is gestort
De Rechtbank had, onder verwerping van
alle excepties van n'et-ontvankelijkheiJ, de vor
dering van den curator ontzegd.
Thans heeft het Hof dit vonnis bevestigd
en dus eveneens curator's vordering ontzegd.
In zijn breedvoerig gemotiveerd arrest over
woog het Hof o.a.; dat als in de statuten eener
Vennootschap bepaald is, dat de aandeclen
zijn volgestort, dit volstrekt niet met zich
brergt, dat de volstorting der aandeelcn alleen
in contanten moet zijn gescHed; dat de acte
van oprirht'ng overigens volkomen in over
eenstemming is met de voor de oprichting ver
spreide prespecteus, waarin gezegd wordt, dat
het gnbndk van de orgnn'sntie en de relaties
van de Cetem" zouden worden ingebracht
voor I' 550 009 en dat de inbrepg op ge
noemde wijze dus kennelijk de bedoeling van
de oprichters is geweest.
Het Hri heeft dnn curator, mr. Moerel ver
oordeeld in de proceskosten.
VALSCHHEID IN GESCHRIFTE.
De Buitengewone Kamer der Rechtbonk te
Amsterdam heeft een gewezen caféhouder te
dier stede schuldig verklaurd aan valschheid
in geschrifte en aan het opzettelijk gebruik
maken van het vcrvalschtc geschrift. De recht
bank legde hem drie maanden gevangenisstraf
op.
Verd. had in de wetenschap dat zijn in de
nabijheid van het stadion gelegen café, ont
eigend zou worden, zijn boekhouder opdracht
gegeven het oude kasboek opnieuw samen te
stellen doch de bedrogen dei ontvangsten hoo-
ger in te boeken
Op deze wijze zou hij aanspraak hebben
kunnen maken op uitkeering van een hooger
bedrag aan bedrijfsschade.
Het O.M. had twee jaar gevangenisstraf ge
vorderd.
A. D. LEEMAN, f
Bekend onderwijsman.
Te Rotterdam is op 75-jarigen leeftijd ovei-
leden de heer A. D Leeman, in leven oud-
hoofd cenei M.U.L.O school en oud-leeraar
in de Spaonsche taal aan de handelsscholen
aldaar
De thans overledene is in ons land bekend
als schrijver van de methode voor onderwijs
in de Fransche taal van De Bock cn Leeman.
Menigeen zal zich zijn „Cours Gradué de Lec
tures Fran^oisses" herinneren.
De heer Leeman was ridder in de orde van
Oranje Nassau en officier de l'Instruction pu-
blique.
REDDING IN VOLLE ZEE
EEN KRANIGE SCHEVENINGER
De directie van de reederij v/h. C. Pronk Cri.
te Schovcningen heeft van een hate« schepen,
die thans nog op de visscherij in het Engelscho
Kanaal is, den volgenden brief ontvangen
„Na onze netten ingehaald te hebben,
stoomden wij naar de haven van Diepe, welko
haven wij weldra bereikt zouden hebben, toon
ik plotseling een schreeuw hoorde „Een man
overboord". Ik zog enkele meters van het schip
een man drijven. Ik liet direct den motor stop
zetten en achteruitslaan, maar daar het schip
een vaart had van ongeveer 6 mijl, waren wo
weldra een eind verwijderd van de plaats, waar
de man overboord viel. Het was zeer donker
en bitter koud. Aan boord van het schip
hcerscMe nog al verwarring. De een ripp: „Do
boot uit", een nnd"r Imp met een redd'ntrhoei.
Toen de gong uit het schip was stoomde ik
langzaam achteruit, trachtend denze'fden weg
te volgen, dien ik gekomen was. Alles moest
echter op de gis gebeuren, daor het zeer don
ker was.
Plctseling hoorden wij schreeuwen en zncmn
wij b>i het schijnsel van een stakelbos iets drij
ven, dwars van het setup. Toen gebeurde er
iets, wat ik nog nooit gezien heb. Plotseling
sprong een matroos overhoop cn 5 minuten
later varen gereed" en redder aan boord van
het schip. Een heldendaad, die ik niet licht
vergeten zal. want v is en zeker zou de man
oppers verdronken zijn.
Berijpt u, aardedonker b'tterkoud en alles
was ijs. maar gelukkig zijn thons bridran weer
gcond. De man, die over boord viel was de
l'chtmntroos W d« Graaf, en rijn redd-w was
de matroos A. K. Vroen, beiden van Scheve-
ningen."
WIJZIGING RIJWIELBELASTINGWET.
Vcrloopig Verslag der Ecrsto
Kamer.
Aan het Voorloopig Verslag over het wets*
ontwerp tot wijziging van de Rijwielbelasting-
wet wordt ontleend
Sommige leden achtten den voorgestelden
maatregel onbeduidend. Indien dc regcering
aan dc mindei draogkrochtigen eene werkelijke
verlichting had willen verschaffen, zou zij eeno
cenigszins belangrijke vermindering hebben
moeten voorstellen en dit dan natuurlijk ten
aanzien van een onderc, hoogere belasting op
eerste levensbehoeften.
Andere leden zouden liever hebben gezien,
dat de inkomensgrens, die op vrijstelling der
belasting aanspiank geeft, eenigszins verhoogd
ware geworden
Verschillende leden verklaarden in'beginsel
ge^ont te zijn tegen elke rijwielbelasting, wijl
talloos velen van een rijwiel gebruik maken
cn moeten maken voor hunne broodwinning, en
dat vooral op het platteland.
Andere leden merkten op, dot de voorge
stelde geringe verlaging dezer belasting nie
mand voordeel brengt, doch de schatkist een
belangri'k bedrog doet derven. Zij verklaarden
zich derhalve tegen het wetsontwerp.
Weder andere leden waren van meening, dat
deze belasting gerechtvaardigd wordt door het
fei», dot het rijwiel voor de meesten wel dege
lijk een weeldeartikel is.
DE JACHT COMMISSIE.
Stand van haar werkzaamheden.
Omtrent den stand van de werkzaamheden
van de jachtcominissie wordt meegedeeld, dat
tot dusver is vastgesteld de rechtsgeldigheid
van de opgeheven jnchtrechten in de volgende
heerlijkhedenOostkapclle, Aogtekerke, Ritt-
hem, Serooskerke, Riinsburg en Hondegems-
ombacht. Oost- en Wcsr-Souburg, Gapinge,
Popkensburg fSt. Laurens), Domburg (binnen
en buiten). Melis- en Mariekerke, Vrouwenpol
der, Heenvliet, Ameide, Rhoon cn Pendrccht,
Abbenbroek, Meerkerk, Autema en Bolgorij,
Viancn, Lexmond, Srhoonrewocrd en Everdin-
?en, Stad aan 't Haringvliet, Nissc-, Baarland,
Oudelande (Baarland), Langerak, Nieuwerve,
Cromstrijen, Stadsambachten van Middelburg,
Biggenkerke-Crommenhoek, Leerdam, Oud«- on
Nicuw-Schaick en Over Hei- en Boeicop.
Naai het Engelsrh van F" i GtiaiJ
L, Dooi Mt G KELLER.
44
„Katya, wil je hem zeggenbegon bij.
maai toen hield hij plotseling op. Want Kut .y.i
zat daar stokstijf met groote, verdwaas»>c
ocgen Klobinski aan te stut en, en haar bloed-
looze lippen wat en opeug» spuid alsof de keu-
lig geborstelde, keur g gekamde en keui'g
toegeknoopte gestalte een visioen van schrik en
ontzetting ware.
„Kijk 1 ns naar haar I" grinnikte Klobinsky.
„Ziet zij er naar uit, alsof zij het mij zal hee-
ten te liegen?"
Zijn optreden werd steeds onbeschaamdei,
doch Tadeusz lette nauwelijks op hem Hij had
slechts oogen voor Kntya, vervuld met dc
raadselachtigheid van hoat houding
„Zeg je niets Kutya zei hij na een korte
poos, waarin allerlei gedachten en vetmoe-
dens door zijn hoofd dwarrelden, zonder dat
zij zich tot een samenhangend geheel vorm
den.
Bij het hooren van zijn stem en van den
veranderden klank er in, verdween haar ver-
bii nering Haar lippen bewegen rich, maar zij
sleaedun er niet in ernig geluid te geven,
vertrokken zich alleen tot een glimlach als
van een krankzinnige. Tadeusz kneep plotse
ling zijn oogen samen, toen hij dat zag, ehi
een donkerroode blos verscheen er op zijn ge
laat Hij wist niet wat hij het volgende oogen
bük zou doen of zeggen, maar een gehinnik
van vronlijkheid. dat Klobinski deed hooren,
herinnerde hem aan de aanwezigheid van d°r«
bijna vergeten getuige. Z'ch met een u'terstc
irec^nning tot kalmte dwingend, keerde hij
zrh tot hem
„Er schijnt hier een klein misverstand tt
bestaan, voor welks opheldering uw tegen
woordigheid, mijnheer mijnheer („Klo
binski", Het dc ander er op volgen) m geen
-nkel opzicht noodig is Wees dus zoo vrien
delijk mij met de-re daine alleen te laten
en wel onmiddellijk 1
Al de opeen gehoopte hooghartigheid van
geslachten van g-kroondo vooroudprs, voor
den spru't in de wieg weggelegd, sprak uit <Vr>
toon en de gelaatsuitdrukking von den ingeni ur
terwijl hij met koel hevelendp oogen en min
achtend opgekru'd- lipnen den politiecommis
saris aankeek. Klohinski, vertrouwd met de
tradities van zijn natie, en sinds lang gewend
nnn gehoorzamen, kende die wijze van optre
den te goed» om niet instinctmatig er voor te
bukken
„Als Panna Mdlkoff mij beveelt heen te
gaan", begon hij; nog wat teg-nsp v teFn
„Ik vermoed, dat het wel voldoende zal zijn
als ik het u verzoek".
Tadeusz" oogen stonden zoo koud en stat,
alsof zij uit steen waren gesneden, en zijn
wijdopeugesperde neusvleugels trilden zicht
baar Nog een oogenblik beproefde de verra
der stand te houden, maai toen zakte rijn
voorgewend zelfvertrouwen ineen Zondei een
woord verder te zeggen keerde hij zich om.
cn dat d«-s te liever, omdat hit meende ''at h<--t
doel van zijn tocht was bereikt. Uit den blik van'
den man, die voor hem stond, leidde hij af,
dat men d'e twee gerust alleen kon laten.
Tadeusz keek hem na tot hij op een behoor
lijken afstand was en keerde zich toen om naar
Katya Doch reeds was zij van de bank gegle
den, en zonder zich te bekommeren om de ge
stalte, die nog volkomen in het gezicht was,
noch om de omstandigheid, dat het pad feite
lijk renop enbnre weg was; kortom zonder zi'h
om iets anders te bekommeren da nom den
drang van het oo^erblik, was zij voor hem op
haar knieën gevallen, haar handen smcekend
tot hem opgeheven.
„Vergeving, Tadeusz, vergeving!" zeide zij
stamelend „Ik heb kwaad gedaan, ik beken
het, maar het is al begonnen voor ik jou ken
de".
En uit vrees dat zij zijn door toorn vertrok
ken gelaat zou zien, waarvoor 7ij in haar ver
beelding reeds zoo vaak beangst was geweest,
bedekte zij haar gezicht met haar bevend?
handen.
Reeds de enkele omstandigheid, dat hij geen
beweging maakte om haar op te heffen, hij die
tot nog toe met zooveel liefde eiken steen van
haar pad had verwijderd, was voidoende om
haa' bewust te doen worden van de verande
ring, welke in de laatste ocgonblikken bij hem
had plaats gegrepen Met de armen stijf over
zijn borst gekruist, keek hij neder op de vrouw
aan zijn voeten met oogen bijna even hard als
die waarmee hij den vreemdeling had wegge
keken En de stem, die zich nu deed hooren,
klonk al even hard.
„Hrt is geen zaak van vergeven, maar van
verVlmen F-en woord is rpe^s voldoende Loog
dc kerpl of niet. toen hij zeide, dat je Kateryna
Malkoff waart
„Hij loog niet", antwoordde zij snikkend
tusschen haar vingers, die haar gelaot bedek
ten."
„Je bent dus Kataryna Molkoff, dc eigenares
van Lubynia
Zij knikte bevestigend.
„Dezelfde persoon, die een fantastisch plan
had uitgedacht om hot aan het geslacht der
Swigello's terug te gpven, afgewezen door mijn
broeder en mij?"
„Ja maar, Tadeusz, luister
„Een oogenbük, als je belieft 1 Met do be
doeling om dit plan te verwezenlijken ben je
onder een valschen naam hier gekomen, of,
om het duidelijker te zeggen, met de bedoeling
om öf mijn broeder óf mij onder bedriegelijkc
voorwendsels te misleiden opdat wij ons met
jou zcuden verWen.
„Dot was mijn eerste gedachte, maar
„Anwoordt mij met ja of neen, wat ik je
verzoeken mag"
„Ja", kreunde zij nog steeds haar gelaat met
haar handen bedekkend.
Hij haalde diep en hoorbaar adem.
„Dan is deze gansche zomer een leugen
geweest".
„Neen, neen, Tadeusz, geen leugen- Geen
leugen! God is mijn getuige! je begrijpt het
niet!"
„Toch wel Ik begrijp cn ben vol bewonde
ring Een vol kon niet mooier worden gesteld
En bijna was het geluktl Vergun mij de hoop
uit te spreken, dat je nauwgezet geweten thans
is tevreden gesteld. Panna Malkoff
Onder de bijtende uitspraak van de letter
grepen ven haar naam rild© zij alsof zij met
een mes werd gestoken Als hij hartgrondig
vertoornd was geweest en daaraan uiting had
gegeven, had zij, dacht zij. het kunnen ver
dragen; maar tegenover een zoo prachtig in
gehouden woede kon zij niet op. Doch nog
liet zij niet alle hoop voren. Het log niet in
haar karakter om zonder strijd van haar gelijk
afstand te doen.
„Hot was een dolzinnig plan, natuurlijk", er
kende zij nu in tranen „dolzinnig en verkeerd.
Maar ik wist niet, hoe verkeerd het was, totdat
ik jou leerde kennen, Tadeusz. En ik zou je
nooit tot het laatste toe bedrogen hebben".
„Maar toch wel bijna tot het laatst, de pa
pieren, welke je mij gistet ter hand hebt ge
steld, bewijzen dat toch wel".
„Dat was een vergissing, Tadeusz ik zweer
je, dat het een vergissing was! Je kunt tocit
niet aannemen, dat ik je een leugen zou wil
len vertellen op zulk een oogenbük",
„Omdat je mij er nooit een tevoren hadt
verteld dat klopt
,Om je de geheele waarheid te vertellen, had
ik je vandaag verzocht hier te komen Ik kon
het geen dag langer uithouden met het bedrog
op mijn geweten"
„Neen, dat ging ook niet met een dergelijk
getuige ten tooneele als dien tanigen vreem
deling Het is niet moeielijk te begrijpen, wat
ie vanmorgen in de kerk van je stuk bracht*
Toen je den schrik beet had. vond je het zeue-
het verstandigst het initiatief le nemen Ik haa
dat kunnen verwnebten van je schitterende di
plomatieke bekwaamheid, Panna Molkoff".
„Ik had hem nooit gezien, ik zweer je, dat ik
hem niet had gezien. O, waarom heb ik gisteren
toch niet gesproken I"
„Dat is iets waaromtrent ik geen mecning
kan uitspreken, je zult het mij misschien ten
goede houden, dat ik dit gesprek niet verder
voortzet"
Zij keek hem met ontzetting aan, daar zij
b' rrerkte, dat hij aanstalten maakte om weg
te gaon,
(Wordt vervolgd.}